IK KOSriï OUiZEWO GULOEN miETUM WOBBO EN DE HOED Stad van 4 miljoen mensen gaat letterlijk ten gronde Mannen zonder rijbewijs genieten de voorkeur Onverwacht resultaat van enquete in Amerika Er zijn nog Samaritanen PANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK PoIIe, Pelli en ir Ons vervotgverhaal t VRIJDAG 26 MEI 1961 15 De levensroman van een Chinees meisje door I 42) v. J: F.I.A. iiiiiiiiiiiiimniiiiiiiiiiiiii Iöfei Xli ?MMè De deed vaak erg vreemd. Soms kon ze uren bezig zijn met zich op te ma- ken, waarbij ze eindeloos haar haren H bleef kammen. Vaak ook liep ze rond met een nietszeggende uitdrukking in haar ogen. Maar ondanks dat vreem- g de gedrag van haar werd ik telkens weer getroffen door haar eenvoud en door haar grote droevige ogen. Als ik E die voor me zag kon ik niet anders dan diep medelijden met haar hebben. In de middag van de zestiende mei E kwam Oe Tjin Hoe naar onze kamer E om te vertellen dat een Japanse of- ficier kamer 10 had betrokken. Het zou daarom onverstandig zijn om in S de kamer naast de zijne te gaan sla- pen. We bleven dus in onze eigen ka li mer, nummer 17. Het eten werd ons op het gebruikelijke uur gebracht en E kort daarna gingen we naar bed. Nog geen uur later werd er hard op E onze deur gebonsd. Ik kan me niet pre- cies herinneren wat daarop gebeur- E de, maar op een gegeven ogenblik E voelde ik me neerkomen op de grond onder ons raam en rende ik naar de 1| schuilkelder. Plotseling stond ik stil E en vluchtte terug want ik had niet ver van me vandaan een Japanner ontdekt. Er bleef niets anders over S dan over de muur te klimmen die het E terrein van het hotel van dat der 2 kloosterschool scheidde. Ik kroop weg 2 in een van de schuilkelders van het S klooster, maar werd ontdekt door een van de nonnen die het gebons had ge- hoord en naar buiten gekomen was E om te kijken wat er aan de hand was. E Fluisterend gaf ze me te verstaan E dat ik weg moest gaan, omdat ik het hele klooster in gevaar zou brengen E als ik zou worden gevonden. Toch E kwam ze onder de indruk van mijn E wanhopig gesmeek om hulp en met een licht schouderophalen gaf ze me E toestemming om te blijven zitten en E ging ze heen. Het gebons en geroep hielden na enkele ogenblikken op, maar ik durf- 1 de me toch niet te bewegen. Even later hoorde ik Oe Chin Chye me toe- fluisteren dat ik nu weer veilig terug kon gaan. Stilletjes kroop ik over de muur en keerde terug naar mijn ka- mer. Er werd geen woord gezegd maar ik voelde dat Chin Chye mij een warm hart toedroeg. Mao deed de deur open en ik stapte naar binnen, terwijl ik over mijn schouder naar Chin Chye keek, die was blijven staan en me 1 toeknikte. Toen de deur weer dicht I was viel ik lusteloos in een stoel neer. Er sijpelde bloed uit vele schrammen op mijn handen en benen die ik bij het I over de kloostermuur klimmen had 1 opgelopen. Ik reinigde ze en stapte I toen in bed, maar kon de slaap niet vatten. I Mao en ik zaten de volgende mor- gen op de veranda toen niemand min- der dan Eddy het tuinpad op kwam I lopen. I „Eddy hoe wist jij dat wij hier wa- I ren?" Met de spontaneïteit die we zo goed I van hem kenden en de jongensachti- ge grijnslach om zijn lippen legde hij i ons uit dat de gevangenen die tegen- over het hotel werkten, het hem had- den verteld. Hij bracht ons op de hoog- te van al het nieuws over de gevan- I genen en de geïnterneerden, over wie I wij sinds onze komst in het hotel niets meer hadden gehoord. Ten slotte zei hij: „Janet, wil je j soms dat ik nog iets voor je koop?". Mao en ik maakten prompt een boodschappenlijstje voor hem en daar- I na liep hij weer gewoon het pad af I en de weg op. j Niet veel later zagen we Susuki haastig het pad op komen. I „Juffrouw Lim" zei hij na de ge- bruikelijke begroetingsformaliteiten, I „een van de hoogste M.P.-officieren j uit Medan is juist hier aangekomen en is nu bij Hashimoto. Misschien I kunt U op zijn hulp een beroep doen". „Hoe heet hij?" E Yoko-Tgichiusha". I „Wanneer kan ik hem spreken?" I „Ik zal een afspraak voor U maken en dat zal ik het U laten weten". Hier was dus een kans; ik kon er moeilijk op achteruit gaan als ik met hem praatte. Susuki had zich al om- gekeerd om weer weg te gaan, maar ik wilde hem nog een vraag stellen. (U moet niet kwaad worden om wat I» ik U nu vraag, Susuki, maar waar om doen de Japanners zo lelijk? Ik moet ze wel haten om de manier waarop ze mij hebben behandeld". Die vraag bracht hem kennelijk van zijn stuk. Om tijd te winnen stak hij een sigaret op. Toen zei hij lang zaam: „Juffrouw Lim, niet alle Ja panners zijn slecht, maar de oorlog heeft heel veel mensen veranderd. Ik wou dat ik U kon helpen en een ein de kon maken aan al die narigheid". En na even gezwegen te hebben, voegde hij eraan toe: „Hebt U ook een hekel aan mij?" „Nee, U bent goed voor me geweest en ik beschouw U als een vriend". Hij glimlachte. „Dan zie ik U weer als ik de zaak heb geregeld". Ik voelde dat Susuki het meende toen hij zei dat hij me wilde helpen, maar ik was er toch niet helemaal gerust op, want hij was tenslotte een Japanner die zich had te onderwer pen aan bevelen, en het was zelfs mo gelijk dat hij ondanks zijn verlangen om mij te helpen, precies het tegen overgestelde zou moeten doen. Ik liet hem echter maar begaan en ver trouwde erop dat er wel iets goeds uit zou voortkomen. Na een kort bezoek bij de Oes. die E me altijd weer op mijn gemak wisten te stellen keerde ik terug naar mijn kamer en naar mijn naaiwerk. Mao E zat zoals altijd in een hoek op de vloer 2 haar noten te kraken. In de loop van de middag werd er plotseling hard e op de deur gebonsd. We wachtten af jj| wat er verder gebeuren zou en slopen 2 toen naar de deur om te horen of er soms ook iets gezegd werd. Het ge- E klop hield aan. Mao ging naar het 2 toilet maar kwam even later de ka- mer weer binnen met een glas water, e Ze deed het kleine flesje af, dat ze al- 1 tijd om de hals droeg en liet zorgvul- 2 dig een druppeltje van de inhoud in het water vallen. Daarbij mompelde ze iets in het Siamees. Vervolgens g bracht ze het glas naar de mond en 2 gaf het toen aan mij om mij ook te laten drinken. Aan de andere kant van onze deur klonken de gedempte g stemmen van Japanners, maar dat duurde niet lang, want even later werd het stil. Ze waren weggegaan 2 en Mao toonde zich verheugd. Ze ver- 2 telde dat ze het flesje dat ze bij zich droeg, vele jaren geleden in een Sla- j| mese tempel had gekregen. Als je 2 ervan dronk kon het verhinderen dat je iets ergs overkwam. In die tijd was ik bereid alles te geloven en daarom nam ik zonder meer aan wat zij be- 2 weerde. Maar onze vrees was slechts e tijdelijk op de vlucht gedreven, want al gauw hoorden we opnieuw het ge- stamp van laarzen in de gang Deze j| keer werd er zachter op onze deur geklopt en ik herkende de stem van Tjin Hoe, die „Janet" riep. Hij was in gezelschap van Susuki en nog een andere Japanse officier, die |j werd voorgesteld als Yoko-Taichiusha de M.P. uit Medan. Susuki zei: „waar- om deden jullie de deur niet open toen wij de eerste keer aanklopten?" „Wij wisten niet wie u was. We le- ven in voortdurende angst en doen de deur niet open voor we er zeker van 2 zijn, dat ons niets zal overkomen." „M.P. Taichiusha komt uit Medan. Ik heb met hem over u gepraat, maar ik vrees dat hij niet veel kan doen." e „Maar u kunt zeker Hashimoto er- p toe brengen mij los te laten. Hij hoeft niet anders te doen dan mij een offi- e cieel papier te geven waarop staat e dat ik vrij ben. Als ik dat niet heb zal niemand mij werk geven. Ik heb niets 2 kwaads gedaan en verdien zo'n be- handeling niet." „Hashimoto voert het bevel over dit gebied en hij is de enige die de be- e voegdheid heeft dergelijke documen- ten te verstrekken." „Dat weet ik en daarom vraag ik u E om een goed woordje voor mij bij hem te doen. Naar mij luistert hij niet, maar. misschien kunt u hem er- toe brengen, mij mijn vrijheid te her- e geven." E „Ik zal doen wat ik kan, juffrouw E Lim, maar ik geloof niet dat ik u veel e hoop mag geven." (Wordt vervolgd) HiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ZB 28-29. En zo was het avontuur voor Wobbo begonnen. Het was mooi weer en de zon scheen. In z'n nieuwe buis, waar hij erg trots op was, stapte hij dapper over de weg tus sen de akkers. Hij wist, dat het nog een heel eind was naar de stad; maar hij was vol goede moed en zag niet op tegen de reis. Eten had hij genoeg bij zich voor de eerste da gen en als hij dorst kreeg, kon hij drinken uit een van de beekjes, die hier overal stroomden. Toen de avond begon te vallen had hij de stad nog lang niet bereikt. Hij moest nu, vóór het donker werd, een plaats vin den om te slapen. Op een stuk land zag hij een hooiberg. In West-Duitsland is een automaat ge demonstreerd, die tien mark-biljetten omwisselt in de tegenwaarde in munt geld. Men kan zelf kiezen door het indrukken van een of meer knoppen, of men zijn wisselgeld in munten van twee, een of een halve mark wenst te ontvangen. Vooral de exploitanten van sigaretten-, croquetten- en speel automaten toonden grote belangstel ling voor dit apparaat, dat echter alleen betrekelijk nieuwe bankbiljet ten accepteert. Geschonden en valse exemplaren worden geweigerd. Benelux Het stadsbestuur van Mexico City een metropool met vier miljoen inwoners staat voor een ernstig probleem: de stad is langzaam aan het verzakken. Uit vele delen van de stad worden herhaaldelijk ongelukken gemeld als gevolg van het open barsten van het plaveisel, terwijl tal van muren, vobral in het centrum, scheuren vertonen. Een grondig onderzoek heeft nu aangetoond dat de bodem waarop de stad gebouwd is, thans twee tot drie meter lager ligt dan in 1900 het geval was. Rond het bekende monument - van de „Gouden Engel", dat in 1910 op bijzonder jm lange betonnen heipalen is opgetrokken, is het weg-L VER.STATEN dek sindsdien twee meter gezakt, een proces dat nog &osAnge!ss steeds doorgaat. Vijfhonderd gemeente-arbeiders zijn A thans continu bezig, de wolkenkrabbers en andere grote gebouwen in het centrum tegen verdere ver zakking te vrijwaren, maar of dit op den duur lukken zal, is nog een open vraag. De oorzaak van de moei lijkheden is, dat er voor de watervoorziening roof bouw is gepleegd op de grond onder de stad. Die grond is destijds, tijdens de opbouw van de oude stadswijken, niet behoorlijk gedraineerd. Het nog aanwezige grondwater werd opgepompt en als drink water gebruikt. De snelle uitbreiding van de stad en de gestaag toenemende industrialisering deden het waterverbruik echter zo enorm toenemen, dat de na tuurlijke watertoevoer daarbij ver ten achter bleef. Het gevolg daarvan was, dat het water uit de bodem verdween en er lege ruimten achterliet, die,nu,,door het gewicht van de bebouwing, aaneengeperst worden en „inklinken". Daardoor kwam de bodem in be weging: een langzame, maar gestage daling, die de reeds genoemde ongemakken en ongelukken ten ge volge had en nog heeft. Wanneer deze daling tot staan zal komen, is niet bij benadering te bepalen en dus moeten de inwoners voortdurend met de mogelijkheid van groot ongerief rekening houden. Natuurlijk doet men van overheidswege alles om het euvel zoveel mogelijk te beperken en tot rampen is het totnogtoe gelukkig niet gekomen. Een der eerste maatregelen was een verbod om verder nog water aan de bodem te onttrekken. Het wordt nu via leidingen en pompstations aangevoerd uit wingebieden ver buiten de stad. Er zijn voorts nieuwe bouwvoor schriften in de maak, terwijl men ook plannen uitwerkt om langs kunstmatige weg nieuw water in de bodem onder de stad te brengen. De eigenaars van enkele grote flatgebouwen en wolkenkrabbers overwegen, een proces aan te spannen tegen de gemeente om de verzakkings- Mexico MEXICO Mexico [Shad Mexico ruimten schade, aan hun eigendommen toegebracht, vergoed te krijgen. En misschien, zo zeg gen sommige experts, zal het te eniger tijd nodig worden, bepaalde gebouwen in het bedreigde centrum te doen ontruimen en afbreken, hetgeen de stad onvoorstelbare kapitalen aan onteigening, verplaatsing en schadevergoedingen zou kosten. Hier wreekt zich de zorgeloosheid van een voor geslacht. dat alleen op direct gewin uit was en niet aan de toekomst dacht: een teken aan de wand, ook voor onze generatie! EEN GROEP Ameri kaanse sociologen is on langs na een diepgaande enquête tot de ontdekking gekomen, dat de jonge Amerikaanse vrouw dik wijls uitziet naar een man, dieniet autorijden kan. Zo op het eerste gezicht is dat een onwerkelijk ver langen, want een belang rijk deel van de Ameri kaanse meisjes die niet tot de laagste maatschap pelijke klasse behoren be zit een auto. meestal wel een tweedehands gekochte maar altijd toch nog een auto dat er best zijn mag. Onder die omstandigheden is het natuurlijk wel een beetje dwaas te hopen, een jongeman uit hetzelfde milieu te ontmoeten die geen auto heeft of zelfs geen auto rijden kan. Zo'n jongeman is alleen te vin den onder de echte stoet haspels, maar juist hier zit misschien de verklaring: de Amerikaanse vrouw houdt wel van de onhandige, af hankelijke man. DE FILMINDUSTRIE, die de „romantiek achter het stuur" introduceerde en op duizend-en-één ma nieren aan de man (of vrouw) heeft trachten te brengen, zal er ook wel toe bijgedragen hebben dat veel jonge vrouwen dro men van een romance tus sen haar en de jongeman, die haar op een weekend- tocht in hóar „car" verge zelt in de rol van bewon derende toeschouwer of toeschouwende bewonde raar. Wat de sociologen tot een onderzoek naar dit verschijnsel bewoog? Ad vertenties in de rubriek Kennismaking gezocht", waarin de dames naar een vriend zonder auto zochten. Het laat zich overigens raden hoe zo'n autoroman ce zich afwikkelt. De re flectant op de advertentie kan natuurlijk wel auto rijden, maar hij doet of zijn neus bloedt. Laat zich lijdzaam door het meisje uitnodigen voor een auto tochtje, wordt veronder steld prettige en onderhou- dende dingen te zeggen, en zo groeit dan misschien een vriendschap. Als er een zekere mate van vertrou welijkheid is ontstaan, vindt de jongeman het niet lan ger nodig, de schijn op te houden en op een goede dag verschijnt bij zijn meisje met zijn eigen auto. Dan komen er misschien wel even woorden, maar het meisje zal in de regel wel reëel genoeg zijn om te begrijpen, dat een vlotte Amerikaanse jongen het echt niet helpen kan, dat hij kan autorijden. De ver lovingstijd wordt dan waar schijnlijk wel doorgebracht in de auto van hem. met zijn voet op het gaspedaal. t DE ROMANTIEK van de jongen-zonder-rijbewijs illustreert overigens heel aardig de instelling van de Amerikaanse vrouw tegen over de man. Statistieken tonen aan, dat 35 percent van de Amerikaanse meis jes de man om het jawoord vragen en ongeveer 35 per cent van de jongemannen staat er op een meisje te hebben, dat het initiatief aan de man overlaat. De Amerikaanse vrouw weet nu eenmaal heel goed wat ze wil en kan. Van hen. die in bedrijf of beroep werk zaam zijn (en dat zijn de meeste Amerikaanse vrou wen), heeft 76 percent een rijbewijs voor personen auto's. Vijfentwintig per cent van deze vrouwen heeft bovendien een rij bewijs voor vrachtauto's en autobussen. Zeven van de Amerikaansen tenslotte blijkt een vliegbrevet te hebben. Nu is het niet zo'n won der, dat de Amerikaanse vrouw uitermate zelfstan dig is en zich in velerlei opzichten met de man wil en kan meten. Nog niet zo heel veel generaties geleden stond de pioniers vrouw met het geweer in de hand naast de man bij de ontsluiting van dit en orme land. En sindsdien heeft zich in dit werelddeel als een wervelstorm een maatschappelijke ontwik keling voltrokken, waar voor in Europa vele eeuwen nodig zijn geweest. WANNEER WIJ Euro peanen de doorsnee-Ameri kaanse vrouw wat erg bij dehand vinden, dan is dat niet, omdat we de vrouw geen gelijke rechten toe kennen. Maar wil houden er wel van, dat de vrouw in de ontmoeting met de man het initiatief aan hem laat, althans de schijn wekt, dat hij het initiatief heeft. Maar dat recept is ook de Europese vrouw welbe kend HET OUDE SAMARIA ligt begraven onder het stof der eeuwen, maar er bestaat nog altijd een klein groepje Samaritanen, hardnekkig overblijfsel van een eens machtige religieuze sekte. Deze sekte heeft thans slechts 345 leden, van wie de meesten in de Jordaanse plaats Nabloes wonen. Ongeveer honderd Sama ritanen wonen echter aan de Israëlische zijde van de grens. EEUWENLA.NG hebben de Samaritanen aan vervolging blootgestaan, maar volgens de hogepriester Amran Isaac is de sekte de laatste tijd weer bezig in aantal toe te nemen. Dat schrijft hij toe aan de bekering van buitenstaanders, die met leden van de sekte trouwen, en aan het feit dat er aan de vervolgingen een einde is gekomen. Na koning Salomo's dood werd het oude Israel in twee delen verdeeld. De noorde lijke helft, met het oude Samaria, beheild de naam Israel. De zuidelijke helft kreeg de naam Juda. In 721 voor Christus deden de Assyriërs een inval in het land. Duizenden bewoners die tot de heersende klasse of tot de hand werkersstand behoorden, werden wegge sleept, maar vele boeren bleven onge moeid. Zij vermengden zich met de Assy- rische invallers en werden zo de voorou ders van de Samaritanen uit de moderne tijd. De noordelijke Israëlieten namen ele menten uit het Assyrische geloof over, terwijl de orthodoxe Joden in het zuiden 16. Panda schrok geweldig, toen hij zag, dat het beeld je Pompo in de machine vergruizeld dreigde te wor den. Hij sprong op de transportband toe, die het hoog- verzekerde kunstwerkje naar de machine voerde, maar struikelde hierbij over Pat O'Nozel, die onhoorbaar na derbij was geslopen om te kijken, of Panda zijn werk als beeldbewaker wel goed deed. „Kijk uit je ogens, bekorrah!" riep de grote detective driftig, „wat zijn dat voor manier ens?Maar Panda gunde zich de tijd niet, om verontschuldigingen te maken. In een wip was hij weer overeind en wierp zich op de transportband, om Pompo te redden. Reeds strekte hij zijn handen naar het beeldje uit, toen hij echter zelf werd gegre pen en van de transportband getild. Het was Joris, die hem haastig wegtrok. „Tut, tut, Panda, wat zijn dat voor waaghalzerijen?" vroeg hij bestraffend. „Als ge in die opening terecht komt, wordt ge tot poeder gemalen!" „Ja, wat zijn dat voor strekens?!" voegde Pat hieraan toe. „Eerst loop je me van de sokkens en dan. „Het beeldje!" gilde Panda, worstelend om los te ko men, „pak het weg, voor het in de machine valt!" Maar het was al te laat.Pompo verdween in de ope ning. Toen deed Panda het enige, dat hij nog kón doen. Met zijn voet, die nog vrij was, gaf hij een schop tegen een hendel en.zette daarmee de machine stil. Jeruzalem, hoofdstad van Juda, tot het centrum maakten van hun God-verering. Jeruzalem zelf viel ten offer aan Nebu- kadnezar in 586 voor Christus en de Ju- deërs werden naar Babyion verbannen. Toen deze ballingen vijftig jaar later naar hun land terugkeerden, begonnen zij hun tempel opnieuw op te bouwen. De Samari tanen boden daarbij hun hulp aan, maar dat aanbod werd onverbiddelijk afgewe zen, omdat de Judeërs de zuiverheid van hun geloof in twijfel trokken. Toen bouwden de Samaritanen hun ei gen tempel op de berg Gerizim, bij de oude stad Sjechem, dichtbij het tegenwoordi ge Nabloes. Van die tijd af dateert het bit tere conflict tussen de beide bevolkings groepen. Toen Christus geboren werd, wa ren de Samaritanen reeds het voorwerp van diepe verachting bij de Joden. Daar om koos Christus juist de figuur van de barmhartige Samaritaan om er op te wij zen, dat naastenliefde niet alleen bij de .uitverkorenen" voorkomt. IN DE LOOP der jaren ontwikkelden de Samaritanen hun eigen theologie en ge durende 2500 jaar, waarin zij grote moei lijkheden hebben gekend, hebben zij hun geloof behouden. Zij houden er een eigen kalender op na en een eigen alfabet, dat veel op het oude Phoenicische schrift lijkt. De Samaritanen erkennen alleen de Pentateuch, de eerste vijf boeken van het Oude Testament, en verwerpen de rest van de bijbel. Zij vereren Mozes als de enige ware profeet en wachten op de komst van een Messias die alle volkeren tot het Samaritaanse geloof zal brengen. De sekte beschouwt de berg Gerizim als de woonplaats van God op aarde. In de lente vieren de Samaritanen hun paasfeest dan ook op die berg. Priesters en Ouder lingen, gekleed in witte of groene gewa den met witte tulbanden op het hoofd, hou den daar ceremoniën geheel zoals die eeu wenlang bij de sekte in zwang zijn geweest Daarbij houden zij zich ook aan de tradi tie dat er zeven geheel witte lammeren worden geofferd. Advertentie pindakaas 'n kwaliteitsprodukt 4*3-1? C°t>yr>gbi p I B Bo. 6 Cooeokooon 43. Als de „Mary" aan de wal wordt vastgelegd, neemt Polle de hand van Pingo. Ik laat je niet meer los, zegt hij, anders kom ik met de verkeerde stuurman terug! - Hier is mijn oom, de badmeester!, roept Pingo, dag!, kent u me nog? - Ik zal je niet kennen!, zegt de oude heer, je lijkt sprekend op me! - Neemt u me niet kwalijk, zegt Polle, maar ik houd uw neefje vast- hij is de stuurman van mijn boot, ziet-ul - Dat mag ik horen, zegt de bal meester, mijn neefje heeft het dus tot iets goeds gebracht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15