IK KOSriï OUiZEWO
GULOEN
miETUM
WOBBO EN DE HOED
Stad van 4 miljoen mensen
gaat letterlijk ten gronde
Mannen zonder rijbewijs
genieten de voorkeur
Onverwacht
resultaat
van enquete
in Amerika
Er zijn nog Samaritanen
PANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK
PoIIe,
Pelli en
ir
Ons vervotgverhaal
t
VRIJDAG 26 MEI 1961
15
De levensroman van een Chinees meisje
door
I 42)
v.
J:
F.I.A.
iiiiiiiiiiiiimniiiiiiiiiiiiii
Iöfei Xli ?MMè
De deed vaak erg vreemd. Soms kon
ze uren bezig zijn met zich op te ma-
ken, waarbij ze eindeloos haar haren
H bleef kammen. Vaak ook liep ze rond
met een nietszeggende uitdrukking in
haar ogen. Maar ondanks dat vreem-
g de gedrag van haar werd ik telkens
weer getroffen door haar eenvoud en
door haar grote droevige ogen. Als ik
E die voor me zag kon ik niet anders
dan diep medelijden met haar hebben.
In de middag van de zestiende mei
E kwam Oe Tjin Hoe naar onze kamer
E om te vertellen dat een Japanse of-
ficier kamer 10 had betrokken. Het
zou daarom onverstandig zijn om in
S de kamer naast de zijne te gaan sla-
pen. We bleven dus in onze eigen ka
li mer, nummer 17. Het eten werd ons
op het gebruikelijke uur gebracht en
E kort daarna gingen we naar bed.
Nog geen uur later werd er hard op
E onze deur gebonsd. Ik kan me niet pre-
cies herinneren wat daarop gebeur-
E de, maar op een gegeven ogenblik
E voelde ik me neerkomen op de grond
onder ons raam en rende ik naar de
1| schuilkelder. Plotseling stond ik stil
E en vluchtte terug want ik had niet
ver van me vandaan een Japanner
ontdekt. Er bleef niets anders over
S dan over de muur te klimmen die het
E terrein van het hotel van dat der
2 kloosterschool scheidde. Ik kroop weg
2 in een van de schuilkelders van het
S klooster, maar werd ontdekt door een
van de nonnen die het gebons had ge-
hoord en naar buiten gekomen was
E om te kijken wat er aan de hand was.
E Fluisterend gaf ze me te verstaan
E dat ik weg moest gaan, omdat ik het
hele klooster in gevaar zou brengen
E als ik zou worden gevonden. Toch
E kwam ze onder de indruk van mijn
E wanhopig gesmeek om hulp en met
een licht schouderophalen gaf ze me
E toestemming om te blijven zitten en
E ging ze heen.
Het gebons en geroep hielden na
enkele ogenblikken op, maar ik durf-
1 de me toch niet te bewegen. Even
later hoorde ik Oe Chin Chye me toe-
fluisteren dat ik nu weer veilig terug
kon gaan. Stilletjes kroop ik over de
muur en keerde terug naar mijn ka-
mer. Er werd geen woord gezegd maar
ik voelde dat Chin Chye mij een warm
hart toedroeg. Mao deed de deur open
en ik stapte naar binnen, terwijl ik
over mijn schouder naar Chin Chye
keek, die was blijven staan en me
1 toeknikte. Toen de deur weer dicht
I was viel ik lusteloos in een stoel neer.
Er sijpelde bloed uit vele schrammen
op mijn handen en benen die ik bij het
I over de kloostermuur klimmen had
1 opgelopen. Ik reinigde ze en stapte
I toen in bed, maar kon de slaap niet
vatten.
I Mao en ik zaten de volgende mor-
gen op de veranda toen niemand min-
der dan Eddy het tuinpad op kwam
I lopen.
I „Eddy hoe wist jij dat wij hier wa-
I ren?"
Met de spontaneïteit die we zo goed
I van hem kenden en de jongensachti-
ge grijnslach om zijn lippen legde hij
i ons uit dat de gevangenen die tegen-
over het hotel werkten, het hem had-
den verteld. Hij bracht ons op de hoog-
te van al het nieuws over de gevan-
I genen en de geïnterneerden, over wie
I wij sinds onze komst in het hotel niets
meer hadden gehoord.
Ten slotte zei hij: „Janet, wil je
j soms dat ik nog iets voor je koop?".
Mao en ik maakten prompt een
boodschappenlijstje voor hem en daar-
I na liep hij weer gewoon het pad af
I en de weg op.
j Niet veel later zagen we Susuki
haastig het pad op komen.
I „Juffrouw Lim" zei hij na de ge-
bruikelijke begroetingsformaliteiten,
I „een van de hoogste M.P.-officieren
j uit Medan is juist hier aangekomen
en is nu bij Hashimoto. Misschien
I kunt U op zijn hulp een beroep doen".
„Hoe heet hij?"
E Yoko-Tgichiusha".
I „Wanneer kan ik hem spreken?"
I „Ik zal een afspraak voor U maken
en dat zal ik het U laten weten".
Hier was dus een kans; ik kon er
moeilijk op achteruit gaan als ik met
hem praatte. Susuki had zich al om-
gekeerd om weer weg te gaan, maar
ik wilde hem nog een vraag stellen.
(U moet niet kwaad worden om wat
I»
ik U nu vraag, Susuki, maar waar
om doen de Japanners zo lelijk? Ik
moet ze wel haten om de manier
waarop ze mij hebben behandeld".
Die vraag bracht hem kennelijk
van zijn stuk. Om tijd te winnen stak
hij een sigaret op. Toen zei hij lang
zaam: „Juffrouw Lim, niet alle Ja
panners zijn slecht, maar de oorlog
heeft heel veel mensen veranderd.
Ik wou dat ik U kon helpen en een ein
de kon maken aan al die narigheid".
En na even gezwegen te hebben,
voegde hij eraan toe: „Hebt U ook een
hekel aan mij?"
„Nee, U bent goed voor me geweest
en ik beschouw U als een vriend".
Hij glimlachte. „Dan zie ik U weer
als ik de zaak heb geregeld".
Ik voelde dat Susuki het meende
toen hij zei dat hij me wilde helpen,
maar ik was er toch niet helemaal
gerust op, want hij was tenslotte een
Japanner die zich had te onderwer
pen aan bevelen, en het was zelfs mo
gelijk dat hij ondanks zijn verlangen
om mij te helpen, precies het tegen
overgestelde zou moeten doen. Ik liet
hem echter maar begaan en ver
trouwde erop dat er wel iets goeds uit
zou voortkomen.
Na een kort bezoek bij de Oes. die E
me altijd weer op mijn gemak wisten
te stellen keerde ik terug naar mijn
kamer en naar mijn naaiwerk. Mao E
zat zoals altijd in een hoek op de vloer 2
haar noten te kraken. In de loop van
de middag werd er plotseling hard e
op de deur gebonsd. We wachtten af jj|
wat er verder gebeuren zou en slopen 2
toen naar de deur om te horen of er
soms ook iets gezegd werd. Het ge- E
klop hield aan. Mao ging naar het 2
toilet maar kwam even later de ka-
mer weer binnen met een glas water, e
Ze deed het kleine flesje af, dat ze al- 1
tijd om de hals droeg en liet zorgvul- 2
dig een druppeltje van de inhoud in
het water vallen. Daarbij mompelde
ze iets in het Siamees. Vervolgens g
bracht ze het glas naar de mond en 2
gaf het toen aan mij om mij ook te
laten drinken. Aan de andere kant
van onze deur klonken de gedempte g
stemmen van Japanners, maar dat
duurde niet lang, want even later
werd het stil. Ze waren weggegaan 2
en Mao toonde zich verheugd. Ze ver- 2
telde dat ze het flesje dat ze bij zich
droeg, vele jaren geleden in een Sla- j|
mese tempel had gekregen. Als je 2
ervan dronk kon het verhinderen dat
je iets ergs overkwam. In die tijd was
ik bereid alles te geloven en daarom
nam ik zonder meer aan wat zij be- 2
weerde. Maar onze vrees was slechts e
tijdelijk op de vlucht gedreven, want
al gauw hoorden we opnieuw het ge-
stamp van laarzen in de gang Deze j|
keer werd er zachter op onze deur
geklopt en ik herkende de stem van
Tjin Hoe, die „Janet" riep.
Hij was in gezelschap van Susuki en
nog een andere Japanse officier, die |j
werd voorgesteld als Yoko-Taichiusha
de M.P. uit Medan. Susuki zei: „waar-
om deden jullie de deur niet open toen
wij de eerste keer aanklopten?"
„Wij wisten niet wie u was. We le-
ven in voortdurende angst en doen de
deur niet open voor we er zeker van 2
zijn, dat ons niets zal overkomen."
„M.P. Taichiusha komt uit Medan.
Ik heb met hem over u gepraat, maar
ik vrees dat hij niet veel kan doen." e
„Maar u kunt zeker Hashimoto er- p
toe brengen mij los te laten. Hij hoeft
niet anders te doen dan mij een offi- e
cieel papier te geven waarop staat e
dat ik vrij ben. Als ik dat niet heb zal
niemand mij werk geven. Ik heb niets 2
kwaads gedaan en verdien zo'n be-
handeling niet."
„Hashimoto voert het bevel over dit
gebied en hij is de enige die de be- e
voegdheid heeft dergelijke documen-
ten te verstrekken."
„Dat weet ik en daarom vraag ik u E
om een goed woordje voor mij bij
hem te doen. Naar mij luistert hij
niet, maar. misschien kunt u hem er-
toe brengen, mij mijn vrijheid te her- e
geven." E
„Ik zal doen wat ik kan, juffrouw E
Lim, maar ik geloof niet dat ik u veel e
hoop mag geven."
(Wordt vervolgd)
HiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ZB
28-29. En zo was het avontuur voor
Wobbo begonnen.
Het was mooi weer en de zon scheen.
In z'n nieuwe buis, waar hij erg trots op
was, stapte hij dapper over de weg tus
sen de akkers.
Hij wist, dat het nog een heel eind was
naar de stad; maar hij was vol goede
moed en zag niet op tegen de reis. Eten
had hij genoeg bij zich voor de eerste da
gen en als hij dorst kreeg, kon hij drinken
uit een van de beekjes, die hier overal
stroomden.
Toen de avond begon te vallen had hij
de stad nog lang niet bereikt. Hij moest
nu, vóór het donker werd, een plaats vin
den om te slapen. Op een stuk land zag hij
een hooiberg.
In West-Duitsland is een automaat ge
demonstreerd, die tien mark-biljetten
omwisselt in de tegenwaarde in munt
geld. Men kan zelf kiezen door het
indrukken van een of meer knoppen,
of men zijn wisselgeld in munten van
twee, een of een halve mark wenst te
ontvangen. Vooral de exploitanten
van sigaretten-, croquetten- en speel
automaten toonden grote belangstel
ling voor dit apparaat, dat echter
alleen betrekelijk nieuwe bankbiljet
ten accepteert. Geschonden en valse
exemplaren worden geweigerd.
Benelux
Het stadsbestuur van Mexico City een metropool met vier miljoen inwoners
staat voor een ernstig probleem: de stad is langzaam aan het verzakken. Uit vele
delen van de stad worden herhaaldelijk ongelukken gemeld als gevolg van het open
barsten van het plaveisel, terwijl tal van muren, vobral in het centrum, scheuren
vertonen. Een grondig onderzoek heeft nu aangetoond dat de bodem waarop de stad
gebouwd is, thans twee tot drie meter lager ligt dan
in 1900 het geval was. Rond het bekende monument -
van de „Gouden Engel", dat in 1910 op bijzonder jm
lange betonnen heipalen is opgetrokken, is het weg-L VER.STATEN
dek sindsdien twee meter gezakt, een proces dat nog &osAnge!ss
steeds doorgaat. Vijfhonderd gemeente-arbeiders zijn A
thans continu bezig, de wolkenkrabbers en andere
grote gebouwen in het centrum tegen verdere ver
zakking te vrijwaren, maar of dit op den duur lukken
zal, is nog een open vraag. De oorzaak van de moei
lijkheden is, dat er voor de watervoorziening roof
bouw is gepleegd op de grond onder de stad. Die
grond is destijds, tijdens de opbouw van de oude
stadswijken, niet behoorlijk gedraineerd. Het nog
aanwezige grondwater werd opgepompt en als drink
water gebruikt. De snelle uitbreiding van de stad en
de gestaag toenemende industrialisering deden het
waterverbruik echter zo enorm toenemen, dat de na
tuurlijke watertoevoer daarbij ver ten achter bleef.
Het gevolg daarvan was, dat het water uit de bodem
verdween en er lege ruimten achterliet, die,nu,,door
het gewicht van de bebouwing, aaneengeperst worden
en „inklinken". Daardoor kwam de bodem in be
weging: een langzame, maar gestage daling, die de
reeds genoemde ongemakken en ongelukken ten ge
volge had en nog heeft. Wanneer deze daling tot staan
zal komen, is niet bij benadering te bepalen en dus
moeten de inwoners voortdurend met de mogelijkheid
van groot ongerief rekening houden. Natuurlijk doet
men van overheidswege alles om het euvel zoveel
mogelijk te beperken en tot rampen is het totnogtoe
gelukkig niet gekomen. Een der eerste
maatregelen was een verbod om verder
nog water aan de bodem te onttrekken. Het
wordt nu via leidingen en pompstations
aangevoerd uit wingebieden ver buiten de
stad. Er zijn voorts nieuwe bouwvoor
schriften in de maak, terwijl men ook
plannen uitwerkt om langs kunstmatige
weg nieuw water in de bodem onder de
stad te brengen. De eigenaars van enkele
grote flatgebouwen en wolkenkrabbers
overwegen, een proces aan te spannen
tegen de gemeente om de verzakkings-
Mexico
MEXICO
Mexico
[Shad Mexico
ruimten
schade, aan hun eigendommen toegebracht,
vergoed te krijgen. En misschien, zo zeg
gen sommige experts, zal het te eniger tijd
nodig worden, bepaalde gebouwen in het
bedreigde centrum te doen ontruimen en
afbreken, hetgeen de stad onvoorstelbare
kapitalen aan onteigening, verplaatsing en
schadevergoedingen zou kosten. Hier
wreekt zich de zorgeloosheid van een voor
geslacht. dat alleen op direct gewin uit was
en niet aan de toekomst dacht: een teken
aan de wand, ook voor onze generatie!
EEN GROEP Ameri
kaanse sociologen is on
langs na een diepgaande
enquête tot de ontdekking
gekomen, dat de jonge
Amerikaanse vrouw dik
wijls uitziet naar een man,
dieniet autorijden kan.
Zo op het eerste gezicht is
dat een onwerkelijk ver
langen, want een belang
rijk deel van de Ameri
kaanse meisjes die niet
tot de laagste maatschap
pelijke klasse behoren be
zit een auto. meestal wel
een tweedehands gekochte
maar altijd toch nog een
auto dat er best zijn mag.
Onder die omstandigheden
is het natuurlijk wel een
beetje dwaas te hopen, een
jongeman uit hetzelfde
milieu te ontmoeten die
geen auto heeft of zelfs
geen auto rijden kan. Zo'n
jongeman is alleen te vin
den onder de echte stoet
haspels, maar juist hier zit
misschien de verklaring: de
Amerikaanse vrouw houdt
wel van de onhandige, af
hankelijke man.
DE FILMINDUSTRIE,
die de „romantiek achter
het stuur" introduceerde
en op duizend-en-één ma
nieren aan de man (of
vrouw) heeft trachten te
brengen, zal er ook wel toe
bijgedragen hebben dat
veel jonge vrouwen dro
men van een romance tus
sen haar en de jongeman,
die haar op een weekend-
tocht in hóar „car" verge
zelt in de rol van bewon
derende toeschouwer of
toeschouwende bewonde
raar. Wat de sociologen tot
een onderzoek naar dit
verschijnsel bewoog? Ad
vertenties in de rubriek
Kennismaking gezocht",
waarin de dames naar een
vriend zonder auto zochten.
Het laat zich overigens
raden hoe zo'n autoroman
ce zich afwikkelt. De re
flectant op de advertentie
kan natuurlijk wel auto
rijden, maar hij doet of
zijn neus bloedt. Laat zich
lijdzaam door het meisje
uitnodigen voor een auto
tochtje, wordt veronder
steld prettige en onderhou-
dende dingen te zeggen, en
zo groeit dan misschien een
vriendschap. Als er een
zekere mate van vertrou
welijkheid is ontstaan, vindt
de jongeman het niet lan
ger nodig, de schijn op te
houden en op een goede
dag verschijnt bij zijn
meisje met zijn eigen auto.
Dan komen er misschien
wel even woorden, maar
het meisje zal in de regel
wel reëel genoeg zijn om
te begrijpen, dat een vlotte
Amerikaanse jongen het
echt niet helpen kan, dat
hij kan autorijden. De ver
lovingstijd wordt dan waar
schijnlijk wel doorgebracht
in de auto van hem. met
zijn voet op het gaspedaal.
t
DE ROMANTIEK van de
jongen-zonder-rijbewijs
illustreert overigens heel
aardig de instelling van de
Amerikaanse vrouw tegen
over de man. Statistieken
tonen aan, dat 35 percent
van de Amerikaanse meis
jes de man om het jawoord
vragen en ongeveer 35 per
cent van de jongemannen
staat er op een meisje te
hebben, dat het initiatief
aan de man overlaat. De
Amerikaanse vrouw weet
nu eenmaal heel goed wat
ze wil en kan. Van hen. die
in bedrijf of beroep werk
zaam zijn (en dat zijn de
meeste Amerikaanse vrou
wen), heeft 76 percent een
rijbewijs voor personen
auto's. Vijfentwintig per
cent van deze vrouwen
heeft bovendien een rij
bewijs voor vrachtauto's en
autobussen. Zeven van de
Amerikaansen tenslotte
blijkt een vliegbrevet te
hebben.
Nu is het niet zo'n won
der, dat de Amerikaanse
vrouw uitermate zelfstan
dig is en zich in velerlei
opzichten met de man wil
en kan meten. Nog
niet zo heel veel generaties
geleden stond de pioniers
vrouw met het geweer in
de hand naast de man bij
de ontsluiting van dit en
orme land. En sindsdien
heeft zich in dit werelddeel
als een wervelstorm een
maatschappelijke ontwik
keling voltrokken, waar
voor in Europa vele eeuwen
nodig zijn geweest.
WANNEER WIJ Euro
peanen de doorsnee-Ameri
kaanse vrouw wat erg bij
dehand vinden, dan is dat
niet, omdat we de vrouw
geen gelijke rechten toe
kennen. Maar wil houden
er wel van, dat de vrouw
in de ontmoeting met de
man het initiatief aan hem
laat, althans de schijn wekt,
dat hij het initiatief heeft.
Maar dat recept is ook de
Europese vrouw welbe
kend
HET OUDE SAMARIA ligt begraven onder het stof der eeuwen, maar er
bestaat nog altijd een klein groepje Samaritanen, hardnekkig overblijfsel van een
eens machtige religieuze sekte. Deze sekte heeft thans slechts 345 leden, van
wie de meesten in de Jordaanse plaats Nabloes wonen. Ongeveer honderd Sama
ritanen wonen echter aan de Israëlische zijde van de grens.
EEUWENLA.NG hebben de Samaritanen
aan vervolging blootgestaan, maar volgens
de hogepriester Amran Isaac is de sekte
de laatste tijd weer bezig in aantal toe te
nemen. Dat schrijft hij toe aan de bekering
van buitenstaanders, die met leden van
de sekte trouwen, en aan het feit dat er
aan de vervolgingen een einde is gekomen.
Na koning Salomo's dood werd het oude
Israel in twee delen verdeeld. De noorde
lijke helft, met het oude Samaria, beheild
de naam Israel. De zuidelijke helft kreeg
de naam Juda.
In 721 voor Christus deden de Assyriërs
een inval in het land. Duizenden bewoners
die tot de heersende klasse of tot de hand
werkersstand behoorden, werden wegge
sleept, maar vele boeren bleven onge
moeid. Zij vermengden zich met de Assy-
rische invallers en werden zo de voorou
ders van de Samaritanen uit de moderne
tijd. De noordelijke Israëlieten namen ele
menten uit het Assyrische geloof over,
terwijl de orthodoxe Joden in het zuiden
16. Panda schrok geweldig, toen hij zag, dat het beeld
je Pompo in de machine vergruizeld dreigde te wor
den. Hij sprong op de transportband toe, die het hoog-
verzekerde kunstwerkje naar de machine voerde, maar
struikelde hierbij over Pat O'Nozel, die onhoorbaar na
derbij was geslopen om te kijken, of Panda zijn werk
als beeldbewaker wel goed deed. „Kijk uit je ogens,
bekorrah!" riep de grote detective driftig, „wat zijn
dat voor manier ens?Maar Panda gunde zich de tijd
niet, om verontschuldigingen te maken. In een wip was
hij weer overeind en wierp zich op de transportband,
om Pompo te redden. Reeds strekte hij zijn handen
naar het beeldje uit, toen hij echter zelf werd gegre
pen en van de transportband getild. Het was Joris, die
hem haastig wegtrok. „Tut, tut, Panda, wat zijn dat
voor waaghalzerijen?" vroeg hij bestraffend. „Als ge in
die opening terecht komt, wordt ge tot poeder gemalen!"
„Ja, wat zijn dat voor strekens?!" voegde Pat hieraan
toe. „Eerst loop je me van de sokkens en dan.
„Het beeldje!" gilde Panda, worstelend om los te ko
men, „pak het weg, voor het in de machine valt!"
Maar het was al te laat.Pompo verdween in de ope
ning. Toen deed Panda het enige, dat hij nog kón
doen. Met zijn voet, die nog vrij was, gaf hij een schop
tegen een hendel en.zette daarmee de machine stil.
Jeruzalem, hoofdstad van Juda, tot het
centrum maakten van hun God-verering.
Jeruzalem zelf viel ten offer aan Nebu-
kadnezar in 586 voor Christus en de Ju-
deërs werden naar Babyion verbannen.
Toen deze ballingen vijftig jaar later naar
hun land terugkeerden, begonnen zij hun
tempel opnieuw op te bouwen. De Samari
tanen boden daarbij hun hulp aan, maar
dat aanbod werd onverbiddelijk afgewe
zen, omdat de Judeërs de zuiverheid van
hun geloof in twijfel trokken.
Toen bouwden de Samaritanen hun ei
gen tempel op de berg Gerizim, bij de oude
stad Sjechem, dichtbij het tegenwoordi
ge Nabloes. Van die tijd af dateert het bit
tere conflict tussen de beide bevolkings
groepen. Toen Christus geboren werd, wa
ren de Samaritanen reeds het voorwerp
van diepe verachting bij de Joden. Daar
om koos Christus juist de figuur van de
barmhartige Samaritaan om er op te wij
zen, dat naastenliefde niet alleen bij de
.uitverkorenen" voorkomt.
IN DE LOOP der jaren ontwikkelden
de Samaritanen hun eigen theologie en ge
durende 2500 jaar, waarin zij grote moei
lijkheden hebben gekend, hebben zij hun
geloof behouden. Zij houden er een eigen
kalender op na en een eigen alfabet, dat
veel op het oude Phoenicische schrift
lijkt. De Samaritanen erkennen alleen de
Pentateuch, de eerste vijf boeken van het
Oude Testament, en verwerpen de rest
van de bijbel. Zij vereren Mozes als de
enige ware profeet en wachten op de komst
van een Messias die alle volkeren tot het
Samaritaanse geloof zal brengen.
De sekte beschouwt de berg Gerizim als
de woonplaats van God op aarde. In de
lente vieren de Samaritanen hun paasfeest
dan ook op die berg. Priesters en Ouder
lingen, gekleed in witte of groene gewa
den met witte tulbanden op het hoofd, hou
den daar ceremoniën geheel zoals die eeu
wenlang bij de sekte in zwang zijn geweest
Daarbij houden zij zich ook aan de tradi
tie dat er zeven geheel witte lammeren
worden geofferd.
Advertentie
pindakaas
'n kwaliteitsprodukt
4*3-1?
C°t>yr>gbi p I B Bo. 6 Cooeokooon
43. Als de „Mary" aan de wal wordt vastgelegd, neemt Polle de hand van
Pingo. Ik laat je niet meer los, zegt hij, anders kom ik met de verkeerde
stuurman terug! - Hier is mijn oom, de badmeester!, roept Pingo, dag!,
kent u me nog? - Ik zal je niet kennen!, zegt de oude heer, je lijkt sprekend
op me! - Neemt u me niet kwalijk, zegt Polle, maar ik houd uw neefje vast-
hij is de stuurman van mijn boot, ziet-ul - Dat mag ik horen, zegt de bal
meester, mijn neefje heeft het dus tot iets goeds gebracht