De Gaulle en Kennedy toonden
zich opvallend eensgezind
mm
Ut
POLITOERWAS
Britten houden slag om de
arm wat de EEG betreft
Chaos in autorijschoolbedrijf
Tweeduizend instructeurs
verstaan het vak niet
De werkende vrouw vraagt een eigen plaats
*11!
KOSTUUMS
SPORTKOLBERTS
PANTALONS
MET SILICONEN
Werkelijke concessies bleven nog uit
Minister Watkinson acht
oorlogskansen gering
Scherpe critiek tijdens
congres in Utrecht
fpii
GEEFT EEN SPIEGELGLANS
V RIJ DAG 2 JUNI 1961
13
W. R. Heymann overleden
Examens
l i If Ü1
r
te kust en te keur, in prijzen
van ƒ160.tot 260.
van Harris Tweed en Donegal
Tweed
van terienka en trevira
in diverse kleuren
Zijlstraat 71
Haarlem
Prins Bernhard naar
Frankrijk en Engeland
BUITENBOORDMOTOREN
SCHUURMANS
FL. 1.- PER FLES VAN 100 CM3
WEU-ASSEMBLEE UITEEN
Ongezond en wankel
Taak voor overheid
4
De schlager-componist Werner Richard
Heymann is in de ouderdom van 65 jaar
te München overleden.
Amsterdam. (Gem. Un.). Bevorderd tot arts de
heer G. J. M. Gerrits, Zandvoort.
C l| M
(Van onze correspondent)
PARIJS Amerika's president John F.
Kennedy zal, wanneer deze regels onder
de ogen onzer lezers komen, zijn Europe
se programma voor de eerste étappe al
weer hebben afgewerkt. Vanavond zal hij
met zijn vrouw Jacqueline afscheid ne
men van het Franse presidentiele echt
paar De Gaulle, om morgen in Wenen op
het appèl te verschijnen voor de tweede
helft van zijn reis en werkplan: de ontmoe
ting met zijn Russische tegenstander Niki-
ta Kroesjtsjev.
Zelden heeft men overigens twee staats
lieden, die de superlatieven niettemin met
beheersing plegen te hanteren, elkander
in het publiek zoveel warme en uitbundige
lof horen toezwaaien. De Gaulle noemde
de 44-jarige Kennedy een filosoof en wer
kelijk staatsman, en de Amerikaanse pre
sident verzekerde zijn gastheer dat de he
le westelijke wereld hem als de kapitein
en inspirerend voorbeeld bewondert en er
kent.
Betekenen die soms bijna pathetische
gevoelsontladingen nu dat de beide presi
denten elkaar, politiek gesproken, plotse
ling in de armen zijn gevallen en dat het
diplomatieke klimaat tussen Amerika en
Frankrijk nog slechts door rozengeur on
der maneschijn zou worden beheerst? na
tuurlijk "niet. Men kan die innige vriend
schapsbetuigingen beter verklaren in het
licht of aan de hand van het volgende op
onthoud van Kennedy's Europese reis en
van zijn ontmoetingen morgen en zondag
met Nikita Kroesjtsjev. Het is begrijpelijk
en duidelijk dat beide staatslieden in het
publiek niet de minste schijn van twee
dracht hebben willen geven, al mocht de
idylle door een overdaad van ijver dan
misschien ook niet steeds volledig geloof
waardig lijken.
Dat de diplomatieke onwaarachtigheid,
om het woord dan maar te gebruiken, gis
teren in Parijs een iets hogere graad dan
gewoonlijk had bereikt, kwam trouwens
ook wel in concretere aanwijzingen tot
uiting. Na de eerste dag werd van Franse
én Amerikaanse kant eensluidend bekend
gemaakt, dat de beide presidenten binnen
het half uur waarvan de helft dan nog
aan vertalingen verloren ging een vol
ledig akkoord over Berlijn hadden bereikt.
Gisteren werd die opwekkende mededeling
alweer herroepen of tenminste gecorri
geerd met de toevoeging dat de twee
staatshoofden het alleen waren eensgewor-
den over de algemene principes en over de
absolute weigering van het westen zich uit
Berlijn te laten verdrijven. Dankzij zekere
indiscreties, die wat later zouden doorsij
pelen, kreeg men daarna een iets aanne
melijker beeld van de wederzijdse stel
lingen en verhoudingen. Het staat wel bui
ten kijf, dat De Gaulle noch Kennedy
West-Berlijn aan de Russen prijs wil ge
ven, doch de practische condities vóór en
de consequenties van die standvastigheid
vertonen aan Franse en Amerikaanse zij
de al veel meer onderlinge verschillen.
Kennedy moet op grond van zijn militai
re rapporten nu de overtuiging zijn toege
daan, dat Berlijn en a fortiori West-Duits-
land niet te verdedigen valt, zonder dat
de Amerikanen van de Franse vliegvelden
gebruik zullen mogen maken. Het verbod
dat De Gaulle in dit verband begin vorig
jaar uitvaardigde, zou dus eerst herroepen
moeten worden. Heeft het Franse staats
hoofd zich tot zo'n herroeping bereid ver
klaard? Niets dat er op wijst. Doch in elk
geval ligt het niet in zijn persoonlijke lijn
zo'n gewichtige consessie te doen, zonder
Amerikaans tegenwicht. En ook van zo'n
Amerikaans gebaar is weer niets bekend
geworden.
Zeker is eveneens dat deze problemen
onmogelijk besproken en diepgaand onder
zocht konden worden, zonder dat de be
ruchte Amerikaans-Franse controverse in
zake de Noordatlantische Verdragsorgani-
Advertentie
Prins Bernhard is vanmorgen naar Pa
rijs vertrokken voor een bezoek aan de
Salon International de l'Aviation. Zater
dag keert de Prins naar ons land terug
Voorts zal prinses Irene door haar va
der in de regerings-Friendship maandag
naar Londen worden gevlogen, waar de
Prinses het huwelijk van de hertog van
Kent zal bijwonen. De prins keert dezelf
de dag naar Nederland terug.
Ter gelegenheid van het bezoek van
president Kennedy en zijn echtgenote
is op het Elysee in Parijs een staatsie
banket gehouden. Op de foto v.l.n.r.:
Premier Debré (staand), mevrouw De
Gaulle, president Kennedy, president
De Gaulle en mevrouw Kennedy.
satie op het tapijt verscheen. De kwesties
van de militaire integratie en van het di
rectorium der drie grote westelijke lan
den, het triumviraat in de NAVO waartoe
Frankrijk samen met Amerika en Groot-
Brittannië zou willen behoren, zullen zon
der twijfel aan de orde zijn geweest, maar
heeft zich daarbij ook enige toenadering
afgetekend? Bekend is alleen dat
president Kennedy ten overstaan van
de permanente NAVO-raad gisteren wel
met enige nadruk heeft verklaard, dat de
zones, die thans door de organisatie wor
den bestreken, noodzakelijk zullen moeten
worden uitgebreid. Zoals men weet, ha
mert ook het Franse staatshoofd, generaal
De Gaulle, jaren op datzelfde aambeeld
Dat Kennedy echter in tegenstelling met
zijn voorganger Eisenhower, nu ook be
reid zou zijn Frankrijk tot Atlantische su-
per-mogendheid te promoveren, is daaren
tegen nog uit geen enkel woord of symp
toom gebleken. En evenmin lijkt de Fran
se hoop gerechtvaardigd, dat de Amerika
nen Parijs nu plotseling in de club der er
kende kernlanden zouden willen toelaten.
Advertentie
Evinrude-Johnson-Buccaneer fl
nu al vanaf
Showroom O.Z. Voorb.urgwal 121 - 123
Amsterdam - Telefoon 242108
Haarlem - Telefoon 14279
Betaling eventueel in overleg
De enige zaak in Nederland met een
eigen fijn-mechanisch bedrijf. Onont
beerlijk voor Uw service.
Advertentie
tturg
(Van onze correspondent)
LONDEN. De Assemblee der Westeuropese Unie heeft donderdagavond Londen,
na vier dagen vergaderen, vaarwel gezegd. Voor de Britten vooral is deze eerste
bijeenkomst van de W.E.U. in Engeland van groot belang geweest, omdat het gevoel
van saamhorigheid tussen hen en het Europese vasteland er door versterkt is. Behalve
de Lagerhuisleden gaven premier Macmillan en twee andere Britse ministers blijk van
actieve belangstelling voor het werk van de W.E.U., hetgeen als een gunstig teken
mag worden opgevat, nu de Britse regering op het punt staat, wat de Euromarkt
betreft, de sprong over het Kanaal te wagen. Dit gaf deze W.E.U.-Assemblee thans
bijzondere betekenis. Het was de W.E.U., welke op 30 november 1960 in Parijs de
eerste schrede zette op de weg van een Brits-Europees samengaan.
De pas besloten Assemblee ging zoals
gemeld, een stap verder door voorberei
dende besprekingen tussen vertegenwoor
digers van de zeven WEU-landen en die
van de Executieve Commissie van de
E.E.G. aan te bevelen, waarbij voorzich
tigheidshalve op Britse aandrang uitdruk
kelijk werd gevraagd rekening te houden
met Engeland's speciale problemen inzake
het Gemenebest, de Kleine Vrijhandelsas
sociatie en de positie van de Britse land
bouw. Sommige Engelse voorstanders van
toetreding van Engeland tot de Euro-
markt, waarschuwden dat men zich dien
de te hoe-den voor onbezonnen geestdrift
bij de campagne hiervoor, omdat zulks
waarschijnlijk in Engeland tot averechtse
gevolgen zou kunnen leiden.
Het Lagerhuislid Maurice Macmillan, de
zoon van de premier, achtte het bijvoor
beeld verkeerd te beweren, dat het be
slist noodzakelijk is dat Engeland tot de
Euromarkt moet toetreden. Het is, zei hij,
in hoge mate wenselijk dat zulks gebeurt,
Het geen echter betekent dat voor Enge
land in beginsel een andere koers open
blijft... De vastelanders hebben door deze
en andere uitlatingen weer eens kennis ge
maakt met het fijn geschakeerde, anti-dog
matische karakter van de Britse politiek,
welke meer dan elders op proefondervin
delijkheid berust, al is dit in de Europese
historie vaak als laaghartige dubbelzinnig
heid uitgelegd.
De Assemblee heeft zich donderdag met
het defensievraagstuk beziggehouden en op
nieuw gehamerd op de dringende noodzaak
van verdere integratie op dit gebied. De
Britse minister van Defensie Harold Wat
kinson drong daar in een uitvoerige rede
eveneens op aan. Uit de debatten bleek
dat de Navo wat dit betreft voor 'n belang
rijk deel nog in de kinderschoenen staat.
Pas in de laatste anderhalf jaar is er bij
voorbeeld enig schot in de standaardisering
der bewapening gekomen, maar de eigen
nationale militaire methoden overheersen
nog sterk en dat terwijl sommige dingen
gemakkelijk en zonder enige kosten kun
nen worden geharmoniseerd, zoals de di
verse militaire transportsystemen. Een
Brits parlementslid, de gepensioneerde
brigade-generaal Sir Otto Prior-Palmer,
verklaarde dat het nog steeds bovenmense
lijke inspanning kost om 'n divisie of 'n
legerkorps in Navo-verband te verplaatsen.
Dit is een belachelijke toestand
waaraan een einde moet komen,
zeide hij. Versnippering en geldver
spilling is de zwakheid van de democrati
sche landen welke zich geplaatst zién
tegenover een gesloten dictatuur. Het on
derlinge overleg dat in geval van oorlog
dringend nodig is vooral wat betreft het
gebruik van nucleaire wapens, komt ook
moeizaam op gang. Alleen in geval van
'een verrassingsaanval, zei hij is iedereen
op eigen oordeel aangewezen.
Weinig oorlogsgevaar
Watkinson zette nog eens uiteen, dat zo
veel mogelijk zal worden getracht een
oorlogsconflict tot conventionele strijdmid
delen te beperken. Hij zei dat doelmatig
en goed afgewogen Navo-strijdkrachten sa
men met de wil om deze zo nodig te
gebruiken 't uitbreken van 'n algemene oor
log kan voorkomen. Hij wilde tevens het
gevaar van een zogenaamde beperkte oor
log in Europa niet overdrijven. Het Rijn-
leger veroorzaakt de Briten wegens de de-
viezenkosten veel hoofdbrekens. Het West-
duitse valuta-overschot is ongeveer gelijk
aan de kosten voor de handhaving van de
Britse en Amerikaanse strijdkrachten in
de Bondsrepubliek.
De Assemblee sprak zich uit voor een
gezamenlijke produktie van het merendeel
der militaire uitrusting voor de Atlantische
en Westeuropese bondgenootschappen,
waarbij de samenwerking reeds in de
vroegste fasen van het militair industriële
onderzoek dient te beginnen.
De chaotische situatie in het autorij
schoolbedrijf heeft onmetelijke vormen
aangenomen. Het aantal autorijscholen
in ons land nadert de 5.000 en met on
geveer 6.000 motorrijtuigen worden thans
in ons land autorijlessen gegeven. Van de
6.000 rij-instructeurs zijn er naar schat
ting 2.000, die wegens gebrek aan vol
doende kennis en het ontbreken van
pedagogische en psychologische talen
ten, niet in staat zijn de leerlingen het
juiste onderricht te geven.
Dit heeft de voorzitter van de vakafde
ling autorijscholen van de Federatie van
Nederlandse Organisaties voor het Per
sonenvervoer (F.N.O.P.), de heer W. I.
Boereboom, vanmorgen gezegd op het na
tionale congres van autorijschoolhouders
dat in Utrecht wordt gehouden ter gele
genheid van het vijftienjarige bestaan van
de vakafdeling.
Een verzoek om een vestigingsbesluit
autorijschoolbedrijven is in 1958 afgewe
zen. In 1954 werd- het ministerie van Ver
keer en Waterstaat, gevraagd, een speciale
autorijschoolwet in te stellen. De in de
Grondwet gewaarborgde vrijheid van on
derwijs en het daarop gebaseerde arrest
van de Hoge Raad noopten de minister
toen echter, een negatief besluit te nemen.
Het autorijschoolbedrijf is nog steeds
een vogelvrij beroep, aldus de heer Boere
boom. Vele zichzelf instructeur noemende
lieden kopen, nauwelijks nadat zij zelf
met veel moeite het rijbewijs hebben ge
haald, een wagen en brengen daarop een
bord met de vermelding erkend en gedi
plomeerd instructeur" aan, zonder dat zij
ook maar enig begrip hebben van hun ver
antwoordelijke taak. Door middel van al-
WAT MOET IK WORDEN?
De term „werkende vrouw" ontstond
eerst tegen het einde van de vorige
eeuw, toen vrouwen toelating hadden
weten te verkrijgen tot verschillende
takken van onderwijs, zoals vhmo,
kweekschool en universiteit, en zij zich
als gelijkwaardige aan de man in de
hoger gekwalificeerde beroepen een
plaats op de arbeidsmarkt gingen ver
overen.
Ongeveer tegelijkertijd kwam het in
zicht dat voor verschillende werkzaam
heden, tot dan toe verricht in de sfeer
der filantropie, deskundige krachten
nodig zijn. De eerste huishoudscholen,
verpleegsteropleidingen en de school
voor maatschappelijk werk ontstonden,
en vroegen op hun beurt om deskundi
ge leerkrachten. Wij weten met hoeveel
strijd en moeite de eerste generaties
van werkende vrouwen het recht op
scholing en arbeid verwierven.
Het meisje dat in 1961 het vhmo ver
laat wordt vrijwel tot alle daarop aan
sluitende beroepsopleidingen toegela
ten.
Toch zijn in bepaalde opzichten de
beroepskeuze en de arbeidssituatie voor
de vrouw moeilijker dan die voor de
HET GROOTSTE DEEL der vrou
wen treedt tussen haar twintigste ën
dertigste jaar in het huwelijk en legt
dan direct of na korte tijd de beroeps
arbeid neer. Meestal voorgoed, doch
meer en meer zien wij het verschijn
sel dat de gehuwde vrouw na verloop
van enige jaren op de arbeidsmarkt
weerkeert, zij het vaak bij voorkeur
voor part-time werk.
We kunnen aannemen dat bij de jon
gen bij de beroepskeuze het financiële
perspectief aan dat beroep verbonden,
zijn voorkeur voor dat beroep mede
kan bepalen. De jongeman en zijn ou
ders zijn bereid voor zijn toekomstige
carrière financiële en andere offers te
brengen.
Bij het meisje is de kans dat zij niet
huwt, dan wel als gehuwde vrouw, we
duwe of gescheiden vrouw als kostwin-
ster voor zich zelf of voor een gezin zal
moeten optreden, wellicht hoogstens 1
op 4. In elk individueel geval zal bo
vendien de neiging bestaan de goede
kansen vergroot, de kwade verkleind te
willen zien. Het meisje dat voor de be
roepskeuze staat en ook haar ouders,
denken bij de beslissing liever èan een
nuttig effect op korte termijn dan aan
de verre toekomst. De zekerheid in en
kele jaren in het bezit te zijn van een
diploma dat, zijn waarde blijft behou
den, enige beroepservaring te hebben
opgedaan en door studie en werk toch
haar algemene horizon te hebben ver
wijd, tellen bij haar zwaarder dan de
betrekkelijk geringe kans eens voor de
noodzaak te staan zich door haar ar
beid een levenspositie te moeten ver
overen. De directe financiële conse
quenties, zoals minder studiekosten,
respectievelijk het direct toucheren van
een salaris, versterken de voorkeur
voor een beroep met korte opleiding of
het direct aanvaarden van een betaal
de functie.
DE SITUATIE op de arbeidsmarkt
werkt deze beslissing in de hand. Er
functie, die op dit moment zowel wat
betreft de aard van het werk als wat
betreft de arbeidsvoorwaarden zeer
aanlokkelijk is, doch die over enige ja
ren niet meer passend is voor financië
le en geestelijke behoefte van de iets
oudere werkende vrouw. Een omzwaai
naar totaal ander werk op oudere leef
tijd kost meestal meer energie en geld
dan wanneer op jeugdiger leeftijd even
door de zure appel heengebeten moet
worden. De weg van de minste weer
stand blijkt in het beroepsleven achter
af vaak de zwaarste te zijn.
Wat haar situatie in het beroepsleven
en in het algemeen in de maatschappij
betreft, heeft de werkende vrouw er re
kening mede te houden, dat zij in ver
schillende opzichten deel uitmaakt van
een minderheidsgroep. De groep der
werkende vrouwen vormt kwantitatief
zijn juist voor jonge vrouwen tal van
aantrekkelijke vacatures, terwijl ver
schillende functies in de verzorgende
sector haar de gelegenheid bieden di
rect het gevoel te hebben een waarde
volle maatschappelijke bijdrage te le
veren en tevens kennis en ervaring op
te doen, die in het huwelijk van pas
kunnen komen.
Uit de statistiek van het CBS: Toela
ting en vertrek bij het voortgezet on
derwijs 1955-1957 blijkt dan ook, dat de
vrouwelijke abituriënten van het vhmo
relatief meer dan haar mannelijke col
lega's opleidingen op middelbaar ni
veau verkiezen dan wel direct de prak
tijk in gaan. Dit verschil is zeker voor
een groot deel te verklaren uit boven
genoemde overwegingen.
Het is onmogelijk in een artikel als
dit adviezen te geven welke overwegin
gen bij de zo sterk individuele beslissing
over de beroepskeuze uiteindelijk de
doorslag moeten geven. Er zij echter
gewezen op een gevaar dat juist bij het
huidig arbeidstekort extra groot is, nl.
om de keuze te laten vallen op een
en kwalitatief een minderheid t.o. v. de
(werkende) man. Doch ook t.o.v. de
gehuwde vrouw vormt zij numeriek de
minderheid. Bij onderverdeling van de
bevolking in leeftijdsgroepen, lijkt deze
minderheidspositie met het stijgen van
de leeftijd zich steeds meer te ver
scherpen.
IN DE meer intellectuele beroepen
heeft het equal pay for equal work
vrijwel overal ingang gevonden. Het
wordt haar echter zowel door mannelij
ke collega's als door vele gehuwde-niet-
in-beroep-werkzame vrouwen maar
nauwelijks gegund. Men neemt graag
als vanzelfsprekend aan dat de eenper
soonshuishouding van de ongehuwde
aanmerkelijk goedkoper is dan de ge
zinshuishouding, terwijl men van de
werkende vrouw verwacht, dat zij naast
haar volledige dagtaak haar huishou
ding even zuinig kan bestieren, als de
gehuwde vrouw, o.m. door zelf te naai
en, te wassen enz. Een en ander onder
het motto, dat zij zulks toch gaarne als
ontspanning doet. Zo niet, dan is zij
.Onvrouwelijk". Hoewel menige wer
kende vrouw enkele huishoudelijke
werkjes inderdaad als een ontspanning
aanvoelt, zullen alleen reeds tijdgebrek
en onvoldoende behuizing en outillage
haar deze arbeid vaak als een extra
belasting voorkomen. De werkende
vrouw heeft evenals de man na werk
tijd behoefte aan andere dan beroeps
matige contacten. Gezinsvreugden en
-zorgen leiden hem af van zijn beroeps
problemen; de alleenstaande werken
de vrouw ontbeert een dergelijke aflei
ding en loopt daardoor gevaar niet vol
doende van haar werk los te komen.
Afleiding zoeken buitenshuis betekent
voor haar dikwijls een aanslag op het
budget, opbrengen van energie om, een
maal thuis, er weer op uit te gaan, en
uitstel van noodzakelijke huishoudelij
ke bezigheden.
Men kan niet aan de indruk ontko
men, dat de maatstaven die aangelegd
worden voor de salarisschalen voor
vrouwelijke functies in het algemeen
ten nadele van de vrouw uitvallen.
Bijna elke werkende vrouw kan tij
dens haar loopbaan met moeilijkheden,
discriminaties en tekenen van weinig
begrip voor de situatie waarin zij zich
als werkende vrouw bevindt, gecon.
fronteerd worden.
Hoe beter het beroep dat zij uitoefent
en het werk dat zij verricht bij haar
passen, des te groter kan de voldoening
zijn die zij in haar werk vindt.
VERSCHILLENDE vrouwenorganisa
ties stellen zich o.m. tot doel de posi
tie van de werkende vrouw juridisch
en maatschappelijk te verbeteren.
Zij trachten dit niet alleen te doen
door de overheid en de publieke opinie
te beïnvloeden, en op te komen voor
de rechten van de werkende vrouw; zij
helpen de vrouw mede te zoeken naar
de wijze waarop zij het beste een plaats
in de maatschappij kan vinden en zich
daar staande kan houden, en wijzen
daarbij er ook op, dat maatschappelij
ke erkenning slechts kan worden ver
worven, indien de vrouw toont dat zij
bereid is al haar krachten en capaci
teiten bij haar werk in te zetten. Een
goede beroepskeuze vormt hiertoe het
eerste begin.
K. van Dalfsen
Lid van de Ned. Bond van Vrouwen
Werkzaam in Bedrijf en Beroep.
lerlel aanlokkelijke advertenties, waarvan
er sommige beslist misleidend zijn, wordt
het argeloze publiek zand in de ogen ge
strooid. aldus de spreker.
Op deze manier komen er tientallen rij
scholen per week. De buschauffeur, de
melkboer, de monteur, de bakker, de sla
ger en zelfs politieambtenaren geven in
hun vrije tijd autorijlessen. Sommigen ver
staan hun vak, het overgrote deel echter
niet, zo betoogde de heer Boereboom.
De heer Boereboom verklaarde voorts
dat de groep van voor hun taak berekende
rijschoolhouders een voortdurende strijd
moet leveren met de in aantal niet te ver
waarlozen groep van onbekwame lieden.
Allerwege worden zeer lovenswaardige po
gingen ondernomen om de verkeersveilig
heid te bevorderen, zo zei hij. De veilig
heid op de Nederlandse wegen zal echter
een nimmer te vervullen wens blijken te
zijn, wanneer de onveiligheid niet bij de
oorsprong wordt beteugeld.
Jaarlijks worden ongeveer 150.000 tot
175.000 nieuwe leerlingen tot het rijexamen
toegelaten. Vele tienduizenden vallen, vol
gens de heer Boereboom, in handen van
instructeurs die werkelijk niet in staat
zijn anderen tot goede weggebruikers op
te leiden. Als de instructie gebrekkig en
ontoereikend is, zo voegde hij hieraan toe,
zal het aantal gevaarlijke rijders op onze
wegen blijven toenemen en de verkeers
onveiligheid dagelijks worden vergroot.
De heer Boereboom noemde de econo
mische situatie in het autorijschoolbedrijf
ongezond en uitermate wankel. De con
currentie van de vele honderden instruc
teurs die het vak als bijverdienste be
oefenen en daarom met lagere prijzen ge
noegen nemen, is, volgens hem, voor de
bonafide ondernemer een ongelijke strijd.
De bandeloosheid in deze tak van bedrijf
is, naar zijn oordeel, van dien aard, dat
de bonafide ondernemer uiterst kwetsbaar
is.
Met de toeneming van het gemotoriseer
de wegverkeer zullen de eisen die aan de
weggebruikers worden gesteld steeds
zwaarder worden. De heer Boereboom
meent dat de rij-opleiding zich moet aan
passen aan de steeds hogere eisen. Hij
verwacht dat dit over enkele jaren, te be
ginnen in 1963, een benauwend probleem
zal worden. Van dat jaar af zal het aantal
leerlingen namelijk zeer sterk toenemen
tengevolge van de enorme geboorte-over
schotten in 1945 en 1946 en de daarop vol
gende jaren. Het aantal achttienjarige
leerlingen, zal in de komende jaren on
rustbarend stijgen. Dit betekent een nog
grotere drukte op de wegen en nog meer
verkeersongevallen met dodelijke afloop,
veroorzaakt door hen die op beslist ondes
kundige wijze tot weggebruiker zijn opge
leid, zo zei hij.
De bonafide ondernemer is bereid en in
staat, de rij-opleiding aan te passen aan
het steeds meer eisen stellende verkeer,
zo merkte de heer Boereboom voorts op,
maar dan moet hem dat ook mogelijk wor
den gemaakt. Hij ziet hier ook een taak
voor de overheid. Hij noemde het in dit
verband eenvoudig ondenkbaar, dat de
overheid nog steeds in gebreke is geble
ven, paal en perk te stellen aan de onge
limiteerde vestiging van onbekwame in
structeurs-ondernemers. Hij meent dat de
huidige situatie voor de toekomst onaan
vaardbaar is.
Bijna zou ik zesgen, aldus de spreker,
dat het een misdaad is ten opzichte van
iedere weggebruiker, om nog langer te
aarzelen met het nemen van maatregelen
die een gedegen rij-opleiding waarborgen.
De vakorganisaties die hun activiteiten zo
veel mogelijk coördineren in de Commis
sie van Overleg Autorijscholen zijn, vol
gens hem, bereid, samen met de overheid
en het Centraal Bureau voor de afgifte
van Rijvaardigheidsbewijzen maatregelen
te treffen die aan de ongewenste toestand
een einde kunnen maken.