Fn.ATFJ.IF.
I
(en de
2
C
C
TWEE VERGETEN SPEELGOEDPOPPEN
EBHl
PIJ
m
Dammen
e
-4
ZATERDAG 10 JUNI 1961
Erbij
PAGINA VIER
Rg.pimuQpp: m.i hauthvoLr/
lp33pill
EU*
B. Dukel
H. W. Filarski
- 1
y* ik
Ferdinand Langen
Cor Beek
FRANKRIJK. Ter herdenking van
Franse acteurs zal op 10 juni een serie
van vijf postzegels worden uitgegeven.
De 0,20 fr. toont Marie Desmarès
Champmeslé (1641-1698) in de rol van
Roxane, de 0,30 fr. Frangois J. Talma
(1763-1826) als Oreste, de 0,30 fr. Rachel
(1820-1858) als Phèdre, de 0,50 fr. Jules
Raimu (1883-1946) als César en de 0,50
fr. Gérard Philippe (1922-1959) als Le
Cid. De zegels zijn ontworpen en ge
graveerd door Decaris en Durrens.
LUXEMBURG. In de serie met het
portret van groothertogin Charlotte in
profiel zijn drie nieuwe waarden ver
schenen. Het zijn een 10 c. (bruinrood),
een 20 c. (rood) en een 2 fr. (blauw).
De zegels zijn gedrukt bij de Zwitserse
drukkerij Courvoisier.
OPPER-VOLTA. Een postzegel van
25 fr. is uitgegeven ter gelegenheid van
de eerste wereld meteorologische dag.
De zegel laat tegen een achtergrond
van een wolk het embleem van de
ïfifc i *V" rrcutf. 2*.
S!om?jajü
wereld meteorologische organisatie, een
van de gespecialiseerde organisaties
van de Verenigde Naties zien met
daarnaast de zon en meteorologische
instrumenten.
OOST-DUITSLAND. Van 9 tot 20
augustus wordt in Erfurt de vierde
bijeenkomst van de communistische
jeugdorganisatie „Jonge pioniers" ge
houden, waarvoor een serie van drie
propagandazegels is uitgekomen: 10
5 pf. pioniers spelen volleybal, 20
10 pf. pioniers voeren volksdansen uit
en 25 10 pf. pioniers bouwen vlieg
tuigmodellen. De toeslag komt ten
goede aan de pioniersorganisatie „Ernst
Thalmann". De zegel van 25 pf. is een
„sperwaarde".
IERLAND. Het 25-jarig bestaan van
de Ierse luchtvaartmaatschappij Aer
Lingus zal onder meer worden her
dacht door de uitgifte (op 26 juni) van
twee postzegels. Het zijn een 6 d.
(blauw) en een 1 sh. 3 d. (groen). De
zegels vertonen het eerste type vlieg
tuig (een De Havilland), dat door de
maatschappij werd gebruikt en het nu
in gebruik zijnde type, een Boeing
straalvliegtuig, alsmede een deel van
het stationsgebouw van de luchthaven
van Dublin.
VERENIGDE STATEN. Als gevolg
van de op 1 juli ingaande verhoging
van de posttarieven zal de koerserende
zegel van 8 cents met de afbeelding
van het Vrijheidsbeeld en het opschrift
„In God we trust" in een nieuwe
waarde-aanduiding van 11 cents ver
schijnen. Ook de kleuren worden ge
wijzigd: het beeld nu in een blauwe
en de omlijsting in een rode kleur.
ITALIË. De Italiaanse posterijen
hebben een postzegel van 30 lire (bruin
en geel) het licht doen zien ter her
denking van de 1900ste geboortedag
van Gajus P. Caecilius Secundus Plinius
de Jongere (61-125 na Chr.), neef en
adoptief zoon van Plinius de Oudere.
Hij was stadhouder van Bithynië. Van
hem is o.a. een merkwaardige brief
wisseling met keizer Trajanus bewaard
gebleven. De zegel brengt een detail
van een beeldhouwwerk uit de dom
van Como in beeld, Plinius zittend
voorstellende.
ISRAËL. Op 10 juni a.s. zal een post
zegel van 50 agorot (licht- en donker
blauw) in circulatie worden gebracht
ter gelegenheid van het tienjarig be
staan van de nationale lening-actie. Op
3ï! rmVWw*
De vorige maand is op 66-jarige leeftijd
te Amsterdam overleden grootmeester
J. H. Vos. De heer Vos werd op zijn 24ste
jaar lid van Gezellig Samenzijn en hij
bleef deze damvereniging trouw tot aan
zijn dood. Tijdens zijn prachtige dammers
loopbaan behaalde Vos reeds in 1920 de
meestertitel; in 1948 verwierf hij de titel
internationaal grootmeester. Vos speelde
in totaal 25 keer mee om de nationale
titel; hij behaalde zes keer de eerste, en
negen keer de tweede plaats. Hij streed
drie keer om de wereldtitel. Voor Gezellig
Samenzijn kwam hij elk jaar uit in het
eerste tiental van de hoofdklassecompetitie.
Vos was een bescheiden figuur. Hij was
ook een tempo- en positiespeler bij uit
nemendheid, die juist in contactloze stan
den met de opbouw buitengewoon gevaar
lijk kon zijn.
Dit fragment is uit het kampioenstoer-
nooi 1928 Nederland.
R. C. KELLER
tegen Tan slap en in de 10de tegen Donner
rondweg slecht.
Curiositeitshalve laten wij deze twee
partijen met enkele korte opmerkingen
volgen. In de slotronde hervond Langeweg
echter zichzelf in zijn voortreffelijke vorm
waarmede hij bewees een schaker pur sang
te zijn.
Wito Tan Zwart: Langeweg
Nimzo-Indisch
1 c2-c4 Pg8-f6, 2) Pbl-c3 e7-e6. 3) Pgl-f3
Ï?f8-b4, 4) Ddl-b3 Pb8-c6, 5) a2-a3 Rb4xc3:
6) Db3xc3 Men lette op het subtiele
verschil met de gebruikelijke volgorde: 1)
d4 Pf6, 2) c4 e6, 3) Pc3 Rb4, 4) Db3 Pc6,
5) Pf3 a5, 6) a3 en nu is de tussenzet a5-a4
mogelijk, waardoor het fianchetteren van
Rel wordt bemoeilijkt. 6) a7-a5, 7)
b2-b3 d7-d6, 8) d2-d4 Dd8-e7. Zwart moet
e6-e5 doorzetten. 9) Rcl-b2 0-0, 10) e2-e3
Tf8-e8, 11) Rfl-e2 e6-e5, 12) 0-0 Rc8-g4,
13) d4-d5 Pc6-b8. 14) b3-b4 Pb8-d7, 15)
Dc3-c2 Beter 14) Pe4. Om Pe4
tegen te gaan en eventueel e3-e4 te spelen.
15) Rg4-h5? Hier grijpt zwart mis.
Deze loper heeft op h5 resp. g6 niets te
zoeken. Beter was b.v. Pf8, om na e3-e4
het paard via g6 naar f4 te brengen en
Rg4 op de diagonaal c8-h3 te handhaven.
Ook e5-e4 kwam in aanmerking. 16) e3-e4!
Pdl-f8, 17) h2-h3
Nu komt Rh5 niet meer in het spel. 17)
Rh5-g6, 18) Re2-d3 Pf6-h5, 19) g2-g3
Indien de dameloper op b.v. d7 had
gestaan, was deze zet niet mogelijk ge
weest. 19) h7-h6, 20) Tfl-el Rg6-h7,
21) c4-c5 g7-g5. Een slag in de lucht;
zwart heeft nergens de kans op een tegen
actie. 22) Pf3-h2! Pf8-g6. 23) Ph2-g4 Kg8-
g7, 24) Rb2-c3.
Zwart: LANGEWEG (aan zet)
ooooooorr* V locoooor. .-->oo«onooooC)OC rxxxxxw x^ooO
de zegel ziet men het cijfer 10, dat ge
vormd wordt door een gebouw in een
steiger; op de voorgrond een boompje.
Het ontwerp is van de gebroeders M.
en G. Shamir uit Tel Aviv.
Vier van de zes spelers van ons nationale
bridgeteam, de heren Boender-Nieman met
Kramer-Filarski speelden het vorige week
einde in Spa mee aan een toernooi, waar
aan 8 sterke teams onder andere de
officiële landenteams van België en Duits
land deelnamen. Feitelijk kon men
moeilijk spreken over een toernooi, want
het leek meer op een uitputtingsslag. Vrij
dags speelde men van 's middags 3 tot
's nachts 3, met één uur dinerpauze, des
zaterdags begon men om 's ochtends half
elf en des nachts om één uur was de twee
daagse marathon van totaal 175 spellen
ten einde. Bedenkt men, dat er clubs in
Nederland zijn waar men op een clubavond
niet verder komt dan 5 a 6 spellen per
uur, dan zou men voor dit Belgische toe#-
nooi gedurende 30 van de 34 beschikbare
uren hebben moeten spelen. De overige 4
uren had men dan om te eten en te
slapen.
Het Nederlandse team werd nummer 2,
een goede prestatie, die hoop geeft op
goede verrichtingen bij de Europese kam
pioenschappen die in september in Enge
land zullen worden gehouden.
In de laatste ronde van het toernooi te
Spa speelde Nederland gelijk tegen België
A (5451 in /Nederlands voordeel, wat nog
juist een 33 gelijk spel betekende). Beide
partijen misten in het volgende spel het
juiste eindcontract wat ook inderdaad
moeilijk te bereiken is, hoewel misschien
niet met open kaarten.
10 6 5
9 A72
O 8 4 3
H V 10 5
J. H. VOS
Zwart: 2, 3, 6, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 23.
Wit: 26, 27, 32, 33, 34, 35, 38, 39, 47, 49, 50.
Listig vervolgde Vos met 33-28 en toen
Keiler 15-20? speelde, won Vos door 34-29
23x43. 28-23 19x37. 50-45 43x21. 26x10 en
wit won.
Een der fraaiste en mooiste partijen die
ik met Vos heb gespeeld, is wel die uit de
laatste ronde van het toernooi om het kam
pioenschap van Nederland in 1934.
B. Dukel: wit; J. H. Vos: zwart. 1) 32-28
18-23. 2) 33-29 23x32. 3) 37x28 20-25. 4) 41-37
12-18. 5) 39-33 7-12. 6) 44-39 1-7. 7) 46-41
19-23. 8) 28x19 14x23. 9) 50-44 10-14. 10)
35-30 14-20. 11) 37-32 13-10.
Zo was het spel van Vos: dreigen, zonder
zelf gevaar te lopen, en dan weer terug
trekken en op onverwachte momenten
weer hard toeslaan.
12) 40-35 9-13. 13) 41-37 20-24. 14) 29x20
25x14. 15) 44-40 16-21. 16) 30-25 21-26. 17)
34-29 23x34. 18) 40x29 17-22. 19) 29-24 19x30.
20) 25x34 5-10. 21) 49-44 14-19. 22) 44-40
10-14. 23)34-30 11-16. 24)30-25 7-11. 25)31-27
22x31. 26) 36x27 11-17. 27) 33-28 17-22. 28)
28x17 12x21. 29) 39-33 6-11. 30) 33-28 11-17.
31) 43-39 4-9. 32) 38-33 17-22. 33) 28x17
21x12. Vos verstond de kunst om in con
tactloze stellingen leuk en goed verborgen
combinaties uit te voeren. 34) 42-38 2-7.
35) 33-28 18-22. 36) 28x17 12x21. 37) 40-34
19-23. 38) 39-33 14-19. 39) 27-22. Met deze
uitval naar veld 22 verraste ik Vos. Op 7-12
volgt fraai offer 22-18 13x22. 33-29 moet
12-18. 37-31 26x28 en na 38-33 de problema
tische winst met 35x2 en 25-20 fraai. Na
deze scherpe actie moest Vos wel in de
verdediging, die als volgt verliep:
J. H. VOS
B. DUKEL
Vos was in deze stand aan zet en hij ver
volgde: 39) 15-20. 40) 25x14 19x10. 41)
33-29 8-12. 42) 29x18 12x23. 43) 38-33 3-8.
44) 47-41 7-11. Op 7-12 volgt 33-29 12-18
en de meerslag na 32-27 treedt op. 45) 35-30
11-17. 46) 22x11 16x7. 47) 30-24 21-27. 48)
32x21 26x17. 49) 33-28 23x32. 50) 37x28 7-12.
51) 34-30? Sterker is 28-23. Stand van het
eindspel na 50) 7-12. Zwart (Vos): 8, 9, 10,
11, 12, 17. Wit (Dukel): 24, 28, 34, 41, 45, 48.
Dit eindspel speelde ik in 1934 onder hoog
spanning, omdat ik bij winst kampioen
van Nederland zou zijn. Ik durfde tegen
de grote Vos niet de sterke zet 28-23, die
veel beter was dan de gespeelde 34-30. Het
spel werd als volgt remise: 51) 34-30 17-22.
52) 28x17 12x21. 53) 45-40 10-15. 54) 41-37
9-14. 55) 30-25 13-18. Het voordeel van wit
is verdwenen. 56) 37-32 18-22. 57) 48-42
8-13. 58) 40-34 13-18. 59) 34-29 14-19. Remise
gegeven.
H V 4
9 H V 10 9 6
O H 10
#62
W O
9 8 3 2
9? B 8 5 4
O V 7 6 2
8
ooooouoootxxxx*
A.JOOOOOOOOOOOOOOOOO
Wit: TAN
Wit staat overwegend, omdat zwart niets
kan ondernemen. Langeweg verliest nu
zijn geduld en offert een stuk, zonder dat
daar reële kansen tegenover staan. Hij had
beter gedaan maar eens af te wachten, hoe
wit zijn voordeel dacht te realiseren. Vaak
genoeg valt er dan nog in troebel water
te vissen en zwart's noodsprong is dan ook
kennelijk een reactie op de te grote span
ningen, opgeroepen door de geweldige
voorafgaande successen.
24) Ph5-f4? 25) g3xf4 g5xf4, 26)
Kgl-hl Te8-g8, 27) Tel-gl De7-h4, 28)
Rd3-fl Kg7-h8, 29) b4xa5 Tg8-g7. 30) f2-f3
Zwart heeft niets voor zijn stuk; ook
de witte dame gaat nu meewerken aan de
verdediging. 30) h6-h5. 31) Tal-bl
Nog eenvoudiger was 31) Ph6. maar wit
kan desnoods zijn paard offeren, daar hij
vervolgens pion b7 verovert en op de
dame-vleugel wint. 31) Pg6-e7, 32)
Dc2-f2 Dh4xf2. Niet 32) Tg4: 33) Dh4:
Th4: 34) Rel enz.
33) Pg4-f2 Tg7xglf 34) Khlxgl Pe7xd5,
35) Rc3-d2 Pd5-e3, 36) Pf2-dl f7-f5, 37)
Rd2xe3 f4xe3, 38) e4xf5 Rh7xf5, 39) Tblx
b7 Ta8-g8f 40) Kgl-h2 en zwart capitu
leerde, daar de tijdcontrole voorbij was-
Bijzonder teleurstellend was de beslis
sende ontmoeting LangewegDonner, in
welke de jeugdige „halve" meester twee
klassen beneden zijn kracht speelde.
Wit: Langeweg Zwart: Donner
Siciliaans in de voorhand
1) c2-c4 e7-e5. 2) Pbl-c3 Pg8-f6, 3) g2-
g3 d7-d5 4) c4xd5 Pf6xd5, 5) Rfl-g2 Pd5-
b6, 6) d2-d3 Rf8-e7, 7) f2-f4 e5xf4, 8) Rel
xf4 0-0, 9) Pgl-f3 Rc8-e6, 10) 0-0 c7-c5,
11) e2-e4? Een strategisch zeer slechte
zet. Pion d3 wordt zwak, veld d4 komt in
de macht van zwart en de diagonaal van
Rg2 wordt versperd, zonder dat er iets
tastbaars tegenover staat. 11) Pb8-c6,
12) Ddl-d2 Dd8-d7 13) Pf3-g5
Blijkbaar met de bedoeling het loperpaar
te bemachtigen, maar dit faalt op een tac
tisch grapje. 13)Re6-g4, 14) h2-h3?
Consequent, doch geheel foutief. 14)
Re7xg5! Met deze tussenzet wint zwart
eenvoudig een pion en daarmee de partij.
15) h3xg4 Of 15) Rg5: Rh3: 15)
Rg5xf4, 16) g3xf4 Of 16) Df4: Dd3:
dan wel 16) Tf4: Pe5. 16) Dd7xg4, 17)
Tfl-f3? Pc6-d4, 18) Tf3-f2 Ta8-d8 en wit
gaf het op, hoewel hij nog wel enige tijd
had kunnen doorvechten.
Zwart: DONNER
AB7
C> 3
O A B 9
4> AB 9 7 4 3
Zuid gever, allen kwetsbaar. Het dit jaar
zo succesrijke Belgische paar Monk-Sil-
berwasser bood de NZ-spellen tot 5 kla
veren en ging één down (100 voor Neder
land).
Aan de andere tafel ging het bieden (NZ
Filarski-mr. Kramer): zuid 1 klaveren -
west doublet - noord red'oublet - oost 1
ruiten - zuid pas - west 1 harten - noord
2 klaveren - oost 2 harten - wat is nu
zuids beste bod?
Daar zuid feitelijk al op 6 slagen in kla
veren, alsmede op twee azen mag rekenen,
zal het 3 Sansatout zijn als noord een dek
king in harten heeft. Zuids beste bod is
daarom: 3 harten - welke actie in dit sta
dium van 't bieden vraagt om een hartan-
dekking bij noord. Het is duidelijk, dat
•noord nu zeker 3 SA zou hebben gelegd
en dat 9 slagen voor het oprapen waren
geweest.
In werkelijkheid bood zuid echter 4
klaveren - geen onredelijk bod, maar toch
niet goed genoeg. Noord paste en zuid
maakte precies 10 slagen, voor een score
van 130 voor Nederland; in totaal won
Nederland op dit spel 230 punten 6
matchpunten (nieuwe telling).
Ook het spelen van 4 klaveren is, bij
hartenuitkomst, niet eenvoudig. Kramer
won in noord met CAas, slag 2 een V) af
getroefd, slag 3 troef voor noord, slag 4
weer afgetroefd, slag 5 troef voor noord,
slag 6 ruiten, zuid 09 west •OIO; in 7
speelde west OHeer zuid woij en speelde
in slag 8 -O na, oost aan slag. Oost moest
nu spelen, zuid legde klein en west
moest nu schoppen of in dubbelrenonce
trekken. Zeer goed gespeeld1!
Bridge vraag dezer week: Zuid opent 1
klaveren, OW passen, noord biedt 1 hartm,
zuid verhoogt tot 2 harten, noord biedt
dan 3 klaveren. Wat moet zuid nu doen
met:
#4 9AB6 <>H 10 83 A B 9 6 4
Antwoord elders op deze bladzijde.
•piaqjjfqapjooM
-1UBJ3A utiz jooa jaaqeg guiipppuaddoqos
ap st uep ';no;esues tiq iSaz pM
ftq IBM uanBuipn jbbui EUJaiq ;aoui pjoon
qjaaqaaui ua;jsq ui iiBeqiaiA aqia;s
uaag pinz uaa;aui pajjaA ua (uaddoips
uoiarSuis) guijapjaA^BB^ ap paan^uaaos
}aq uaqni g suBip si poq a;saq spmz
•uapatq ua;aoux
uaiaABjq z loaJTP J° uassed uajaoui ua;
-jeq z do jo fiq peq UBp 'puBq aqqeMz
cwa fiq jjaaH 'uajads aj uaiSABiq g jbbui
uaapB gupaopaq uhz ;aiu si jaq uapaiq
japjaA ;o; paaguBB suam ap poquajaAB[q
g sjau^JBd ;bp 'uaja/A n laoui a;sjaa uax
:>(33A\ jazap SeeiAaSpuq do pioo.wjuv
Onze 24-jarige landgenoot Langeweg
heeft met 9 uit 11 het I.B.M.-meestertoer-
nooi gewonnen en bovendien de eerste stap
gezet op de weg naar de internationale
meestertitel, door de vereiste 6V2 punt
ruimschoots te scoren.
Hij startte met een welhaast verbijste
rende 8 uit 8, een score welke wij in ons
land sinds de jonge jaren van Euwe vrij
wel niet meer gezien hebben- Daarna
kwam de haast onvermijdelijke onder
breking van de benodigde psychische
krachtlijn; in de 9de ronde speelde hij
Wit: LANGEWEG (aan zet)
Slotstand
Door deze capitulatie reserveerde Lan-
weg voldoende krachten om in de laatste
ronde Wade te verslaan en daarmede juist
M> punt vóór Donner te eindigen.
Onze gelukwensen!
Mr. Ed. Spanjaard
OP EEN DAG GING de bel van het
huis waar Hubert woonde. Hubert ging
zelf open doen. Op de stoep stond zijn
grootmoeder. Zijn grootmoeder had een
grote tas bij zich. Hubert droeg die tas
voor zijn grootmoeder naar de kamer.
Daar zou voor mij wel eens wat in
kunnen zitten, dacht hij.
En zo was het. Uit de tas kwam
eerst een mooi geel zandemmertje, met
schelpen er op geschilderd. Dat was
voor Hubert. Toen kwam er uit de tas
een mooie, roze strandbal. Die was óók
voor Hubert. En toen kwam er uit die
grote, grote tas nog een schep met een
vuurrode steel. En op het handvat zat
een zilveren ster. Die was óók nog voor
Hubert.
Die schep vond Hubert het mooiste.
Daar kan ik fijn mee gaan graven,
dacht hij. En misschien, wie weet, is
het wel een wonderschep. Misschien
graaf ik er wel een schat mee op. En
daar kan ik dan meteen een onderzeeër
voor kopen. Want dat leek hem machtig
HIJ SLOEG DE schep over zijn schou
der en liep er mee naar het strand.
Maar eerst kwam hij voorbij het tuintje
van juffrouw Blazer. Dat tuintje zag er
uit alsof het wel eens omgespit mocht
worden. Ik kan hier best mijn wonder
schep alvast eens gaan proberen, dacht
Hubert.
Hij trok zijn jasje uit en begon te
spitten in de tuin van juffrouw Blazer.
Maar het duurde niet lang of juffrouw
Blazer begon boos tegen het raam te
tikken. „Ben je helemaal mal jongen",
riep ze. „Je spit al mijn graszaad on
der. Wil je wel eens maken dat je
wegkomt! „Ik heb daar net gezaaid
voor een nieuw gazon."
Ook goed, dacht Hubert. Hij trok zijn
jasje weer aan, sloeg de wonderschep
weer over zijn schouder en liep verder.
Na een poosje kwam hij voorbij de
kolenman. Die was juist bezig kolen in
een grote zak te scheppen. Misschien
kan ik hem helpen met mijn wonder
schep, dacht Hubert. Hij zette zijn schep
óók in een hoop kolen en gooide de
kolen in de zak. Maar de kolenman
werd erg kwaad. „Wat doe je nou, kwa
jongen", riep hij, „je gooit allemaal
eierkolen door mijn antraciet. Wil je
wel eens gauw maken dat je wegkomt!"
Nou ook goed, dacht Hubert. Hij
sloeg zijn schep weer over zijn schou
der en liep het dorp uit en sloeg de
weg naar zee in.
Bij de boerderij van boer Krekelveld
hield hij zijn pas in. Wat een prach
tig stuk land had boer Krekelveld toch.
En wat zou hij nog graag even zijn
wonderschep willen proberen. Boer Kre
kelveld zal heus niet kwaad worden als
ik hem even een handje help, dacht
hij. Hij had bovendien juist de boer
met wagen en paard weg zien rijden.
Hij begon dus rustig te scheppen.
Maar al heel gauw kwam de hond van
boer Krekelveld nijdig aangerend. „Wat
woel je daar de grond om", blafte
de hond, „weet je dan niet dat de boer
daar juist zijn winterzaad heeft ge
zaaid."
„Kalm, kalm maar", zei Hubert, „ik
ben al weg hoor!" En hij rende het
zeepad af naar de zee. Hij rende net
zo lang tot hij op 't strand stond. Want
hij mocht die hond van boer Krekel
veld helemaal niet erg graag.
OP HET STRAND ZOCHT hij 'n fijn
plaatsje uit. Dicht bij zee, maar toch
ook weer niet zó dicht dat bij elke
schep die je deed water in de kuil
stroomde. Hij groef een minuut of tien
en toen kwam Jan de matroos langs.
„Wat doe je daar Hubert", vroeg Jan
de matroos.
„Ik graaf een verborgen schat op",
zei Hubert, „met mijn wonderschep."
„Dat is fijn," zei Jan de matroos,
„en wat ga je dan doen met die schat?"
„Daar koop ik een onderzeeboot van,"
zei Hubert, „en misschien kom jij dan
bij mij in dienst. Want je weet natuur
lijk alles van onderzeeboten af en ik wel
veel, maar nog niet helemaal alles".
„Natuurlijk doe ik dat," zei Jan de
matroos, „dan gaan we samen onder
zee varen. Dat lijkt mij een leuk idee."
Jan de matroos liep fluitend door en
even later kwam de haringkoopman met
zijn kar langs.
„Zo", zei de haringkoopman, „ben je
bezig een fort te bouwen."
„Nee", zei Hubert, „ik graaf naar
een schat met mijn wonderschep. En
als ik die schat gevonden heb, koop
ik een onderzeeër. En dan blijft er
misschien nog wel genoeg over om een
hele haringkar leeg te kopen. Want ik
heb een reuzetrek in een haring."
„Weet je wat", zei de haringman, „ik
zal je nu alvast een haring geven. Als
je die schat hebt gevonden, en mijn
hele kar leeg koopt, betaal je er deze nog
maar bij."
„Dat is goed," zei Hubert.
Hij at de haring lekker op en juist
toen hij weer verder met graven wou
gaan, kwam een agent een kijkje ne
men.
„Zo zo Hubert", zei de agent, „wat
maak je daar?"
„O niets," zei Hubert, ,ik graaf al
leen maar een schat op met mijn won
derschep."
„Zo zo", zei de agent weer, „maar
weet je dat je die schat dan eerst
naar 't politiebureau moet brengen?"
„Natuurlijk", zei Hubert, „dat doe ik
ook."
NA NOG EEN HALF UUR graven
en nadat Hubert heel moe was gewor
den en al blaren in zijn had kreeg,
stoote zijn schep plotseling op iets hards
„Daar is ie dan eindelijk!" riep Hu-
bert. Voorzichtig, héél voorzichtig groef
hij de schat uit. Het was een prachti
ge, mooie, oude autoband.
Hubert hing de schat om zijn nek en
liep er mee naar het politiebureau. Pre
cies wat de agent tegen hem had ge
zegd wat hij moest doen.
Op het politiebureau legde Hubert de
prachtig mooie oude autoband op de
tafel voor de agent neer.
„Astublieft", zei Hubert, „daar is de
schat dan die ik heb opgegraven".
Zo zo", zei de agent, „zo zo. Wacht
eens even. Daar moet ik even de com
missaris bij halen".
De commissaris kwam, bekeek de
prachtige mooie oude autoband, dacht
een hele tijd diep na en zei toen: „Hu-
bert, hierbij benoem ik je tot groot-schat
bewaarder. En als alle groot-schat-be-
waarders mag je alle grote schatten
zelf bewaren. Vooruit, neem die band
maar mee naar huis!"
En daar hangt die autoband nu in 't
schuurtje bij Huberts huis. En elke mor
gen gaat Hubert er naar kijken. En el
ke morgen voelt hij zich weer een trot
se groot-schat-bewaarder.
Marleentje en Tim zijn de speelgoedpoppen,
ze kijken heel boos en dat menen ze vast,
want Liesbeth en Lente, de poppenmoeders
kijken alleen maar naar de poppenkast!
„Katrijn en Jan Klaassen, zijn die zoveel leuker?"
vraagt Tim, „zijn ze leuker dan wij, Marleen?"
Marleentje zegt niets, maar kijkt kwaad naar Liesbeth:
die houdt haar gedachteloos vast bij één teen
„En straks maar weer zoet met ons laten spelen!"
bromt Tim ontevreden, maar dan wordt hij stil,
er schiet hem een schitterend plan te binnen
en hij vraagt aan Marleen of ze helpen wil.
Dat spreken ze af. En nét als Jan Klaassen
een klap moet de koekepan krijgt van Katrijn,
dan voelen ook Liesbeth en Lenie een tikje
en schrikken, al doet het natuurlijk geen pijn.
Ze kijken vlug om, zien Tim op zijn knieën
en Marleentje in 't zand met haar hand en haar hoed.
Dan schamen de meisjes zich toch wel een beetje,
gaan naar huis, mét hun poppen. Dan is alles weer goed!