Fn.ATFJ.IF. I (en de 2 C C TWEE VERGETEN SPEELGOEDPOPPEN EBHl PIJ m Dammen e -4 ZATERDAG 10 JUNI 1961 Erbij PAGINA VIER Rg.pimuQpp: m.i hauthvoLr/ lp33pill EU* B. Dukel H. W. Filarski - 1 y* ik Ferdinand Langen Cor Beek FRANKRIJK. Ter herdenking van Franse acteurs zal op 10 juni een serie van vijf postzegels worden uitgegeven. De 0,20 fr. toont Marie Desmarès Champmeslé (1641-1698) in de rol van Roxane, de 0,30 fr. Frangois J. Talma (1763-1826) als Oreste, de 0,30 fr. Rachel (1820-1858) als Phèdre, de 0,50 fr. Jules Raimu (1883-1946) als César en de 0,50 fr. Gérard Philippe (1922-1959) als Le Cid. De zegels zijn ontworpen en ge graveerd door Decaris en Durrens. LUXEMBURG. In de serie met het portret van groothertogin Charlotte in profiel zijn drie nieuwe waarden ver schenen. Het zijn een 10 c. (bruinrood), een 20 c. (rood) en een 2 fr. (blauw). De zegels zijn gedrukt bij de Zwitserse drukkerij Courvoisier. OPPER-VOLTA. Een postzegel van 25 fr. is uitgegeven ter gelegenheid van de eerste wereld meteorologische dag. De zegel laat tegen een achtergrond van een wolk het embleem van de ïfifc i *V" rrcutf. 2*. S!om?jajü wereld meteorologische organisatie, een van de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties zien met daarnaast de zon en meteorologische instrumenten. OOST-DUITSLAND. Van 9 tot 20 augustus wordt in Erfurt de vierde bijeenkomst van de communistische jeugdorganisatie „Jonge pioniers" ge houden, waarvoor een serie van drie propagandazegels is uitgekomen: 10 5 pf. pioniers spelen volleybal, 20 10 pf. pioniers voeren volksdansen uit en 25 10 pf. pioniers bouwen vlieg tuigmodellen. De toeslag komt ten goede aan de pioniersorganisatie „Ernst Thalmann". De zegel van 25 pf. is een „sperwaarde". IERLAND. Het 25-jarig bestaan van de Ierse luchtvaartmaatschappij Aer Lingus zal onder meer worden her dacht door de uitgifte (op 26 juni) van twee postzegels. Het zijn een 6 d. (blauw) en een 1 sh. 3 d. (groen). De zegels vertonen het eerste type vlieg tuig (een De Havilland), dat door de maatschappij werd gebruikt en het nu in gebruik zijnde type, een Boeing straalvliegtuig, alsmede een deel van het stationsgebouw van de luchthaven van Dublin. VERENIGDE STATEN. Als gevolg van de op 1 juli ingaande verhoging van de posttarieven zal de koerserende zegel van 8 cents met de afbeelding van het Vrijheidsbeeld en het opschrift „In God we trust" in een nieuwe waarde-aanduiding van 11 cents ver schijnen. Ook de kleuren worden ge wijzigd: het beeld nu in een blauwe en de omlijsting in een rode kleur. ITALIË. De Italiaanse posterijen hebben een postzegel van 30 lire (bruin en geel) het licht doen zien ter her denking van de 1900ste geboortedag van Gajus P. Caecilius Secundus Plinius de Jongere (61-125 na Chr.), neef en adoptief zoon van Plinius de Oudere. Hij was stadhouder van Bithynië. Van hem is o.a. een merkwaardige brief wisseling met keizer Trajanus bewaard gebleven. De zegel brengt een detail van een beeldhouwwerk uit de dom van Como in beeld, Plinius zittend voorstellende. ISRAËL. Op 10 juni a.s. zal een post zegel van 50 agorot (licht- en donker blauw) in circulatie worden gebracht ter gelegenheid van het tienjarig be staan van de nationale lening-actie. Op 3ï! rmVWw* De vorige maand is op 66-jarige leeftijd te Amsterdam overleden grootmeester J. H. Vos. De heer Vos werd op zijn 24ste jaar lid van Gezellig Samenzijn en hij bleef deze damvereniging trouw tot aan zijn dood. Tijdens zijn prachtige dammers loopbaan behaalde Vos reeds in 1920 de meestertitel; in 1948 verwierf hij de titel internationaal grootmeester. Vos speelde in totaal 25 keer mee om de nationale titel; hij behaalde zes keer de eerste, en negen keer de tweede plaats. Hij streed drie keer om de wereldtitel. Voor Gezellig Samenzijn kwam hij elk jaar uit in het eerste tiental van de hoofdklassecompetitie. Vos was een bescheiden figuur. Hij was ook een tempo- en positiespeler bij uit nemendheid, die juist in contactloze stan den met de opbouw buitengewoon gevaar lijk kon zijn. Dit fragment is uit het kampioenstoer- nooi 1928 Nederland. R. C. KELLER tegen Tan slap en in de 10de tegen Donner rondweg slecht. Curiositeitshalve laten wij deze twee partijen met enkele korte opmerkingen volgen. In de slotronde hervond Langeweg echter zichzelf in zijn voortreffelijke vorm waarmede hij bewees een schaker pur sang te zijn. Wito Tan Zwart: Langeweg Nimzo-Indisch 1 c2-c4 Pg8-f6, 2) Pbl-c3 e7-e6. 3) Pgl-f3 Ï?f8-b4, 4) Ddl-b3 Pb8-c6, 5) a2-a3 Rb4xc3: 6) Db3xc3 Men lette op het subtiele verschil met de gebruikelijke volgorde: 1) d4 Pf6, 2) c4 e6, 3) Pc3 Rb4, 4) Db3 Pc6, 5) Pf3 a5, 6) a3 en nu is de tussenzet a5-a4 mogelijk, waardoor het fianchetteren van Rel wordt bemoeilijkt. 6) a7-a5, 7) b2-b3 d7-d6, 8) d2-d4 Dd8-e7. Zwart moet e6-e5 doorzetten. 9) Rcl-b2 0-0, 10) e2-e3 Tf8-e8, 11) Rfl-e2 e6-e5, 12) 0-0 Rc8-g4, 13) d4-d5 Pc6-b8. 14) b3-b4 Pb8-d7, 15) Dc3-c2 Beter 14) Pe4. Om Pe4 tegen te gaan en eventueel e3-e4 te spelen. 15) Rg4-h5? Hier grijpt zwart mis. Deze loper heeft op h5 resp. g6 niets te zoeken. Beter was b.v. Pf8, om na e3-e4 het paard via g6 naar f4 te brengen en Rg4 op de diagonaal c8-h3 te handhaven. Ook e5-e4 kwam in aanmerking. 16) e3-e4! Pdl-f8, 17) h2-h3 Nu komt Rh5 niet meer in het spel. 17) Rh5-g6, 18) Re2-d3 Pf6-h5, 19) g2-g3 Indien de dameloper op b.v. d7 had gestaan, was deze zet niet mogelijk ge weest. 19) h7-h6, 20) Tfl-el Rg6-h7, 21) c4-c5 g7-g5. Een slag in de lucht; zwart heeft nergens de kans op een tegen actie. 22) Pf3-h2! Pf8-g6. 23) Ph2-g4 Kg8- g7, 24) Rb2-c3. Zwart: LANGEWEG (aan zet) ooooooorr* V locoooor. .-->oo«onooooC)OC rxxxxxw x^ooO de zegel ziet men het cijfer 10, dat ge vormd wordt door een gebouw in een steiger; op de voorgrond een boompje. Het ontwerp is van de gebroeders M. en G. Shamir uit Tel Aviv. Vier van de zes spelers van ons nationale bridgeteam, de heren Boender-Nieman met Kramer-Filarski speelden het vorige week einde in Spa mee aan een toernooi, waar aan 8 sterke teams onder andere de officiële landenteams van België en Duits land deelnamen. Feitelijk kon men moeilijk spreken over een toernooi, want het leek meer op een uitputtingsslag. Vrij dags speelde men van 's middags 3 tot 's nachts 3, met één uur dinerpauze, des zaterdags begon men om 's ochtends half elf en des nachts om één uur was de twee daagse marathon van totaal 175 spellen ten einde. Bedenkt men, dat er clubs in Nederland zijn waar men op een clubavond niet verder komt dan 5 a 6 spellen per uur, dan zou men voor dit Belgische toe#- nooi gedurende 30 van de 34 beschikbare uren hebben moeten spelen. De overige 4 uren had men dan om te eten en te slapen. Het Nederlandse team werd nummer 2, een goede prestatie, die hoop geeft op goede verrichtingen bij de Europese kam pioenschappen die in september in Enge land zullen worden gehouden. In de laatste ronde van het toernooi te Spa speelde Nederland gelijk tegen België A (5451 in /Nederlands voordeel, wat nog juist een 33 gelijk spel betekende). Beide partijen misten in het volgende spel het juiste eindcontract wat ook inderdaad moeilijk te bereiken is, hoewel misschien niet met open kaarten. 10 6 5 9 A72 O 8 4 3 H V 10 5 J. H. VOS Zwart: 2, 3, 6, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 23. Wit: 26, 27, 32, 33, 34, 35, 38, 39, 47, 49, 50. Listig vervolgde Vos met 33-28 en toen Keiler 15-20? speelde, won Vos door 34-29 23x43. 28-23 19x37. 50-45 43x21. 26x10 en wit won. Een der fraaiste en mooiste partijen die ik met Vos heb gespeeld, is wel die uit de laatste ronde van het toernooi om het kam pioenschap van Nederland in 1934. B. Dukel: wit; J. H. Vos: zwart. 1) 32-28 18-23. 2) 33-29 23x32. 3) 37x28 20-25. 4) 41-37 12-18. 5) 39-33 7-12. 6) 44-39 1-7. 7) 46-41 19-23. 8) 28x19 14x23. 9) 50-44 10-14. 10) 35-30 14-20. 11) 37-32 13-10. Zo was het spel van Vos: dreigen, zonder zelf gevaar te lopen, en dan weer terug trekken en op onverwachte momenten weer hard toeslaan. 12) 40-35 9-13. 13) 41-37 20-24. 14) 29x20 25x14. 15) 44-40 16-21. 16) 30-25 21-26. 17) 34-29 23x34. 18) 40x29 17-22. 19) 29-24 19x30. 20) 25x34 5-10. 21) 49-44 14-19. 22) 44-40 10-14. 23)34-30 11-16. 24)30-25 7-11. 25)31-27 22x31. 26) 36x27 11-17. 27) 33-28 17-22. 28) 28x17 12x21. 29) 39-33 6-11. 30) 33-28 11-17. 31) 43-39 4-9. 32) 38-33 17-22. 33) 28x17 21x12. Vos verstond de kunst om in con tactloze stellingen leuk en goed verborgen combinaties uit te voeren. 34) 42-38 2-7. 35) 33-28 18-22. 36) 28x17 12x21. 37) 40-34 19-23. 38) 39-33 14-19. 39) 27-22. Met deze uitval naar veld 22 verraste ik Vos. Op 7-12 volgt fraai offer 22-18 13x22. 33-29 moet 12-18. 37-31 26x28 en na 38-33 de problema tische winst met 35x2 en 25-20 fraai. Na deze scherpe actie moest Vos wel in de verdediging, die als volgt verliep: J. H. VOS B. DUKEL Vos was in deze stand aan zet en hij ver volgde: 39) 15-20. 40) 25x14 19x10. 41) 33-29 8-12. 42) 29x18 12x23. 43) 38-33 3-8. 44) 47-41 7-11. Op 7-12 volgt 33-29 12-18 en de meerslag na 32-27 treedt op. 45) 35-30 11-17. 46) 22x11 16x7. 47) 30-24 21-27. 48) 32x21 26x17. 49) 33-28 23x32. 50) 37x28 7-12. 51) 34-30? Sterker is 28-23. Stand van het eindspel na 50) 7-12. Zwart (Vos): 8, 9, 10, 11, 12, 17. Wit (Dukel): 24, 28, 34, 41, 45, 48. Dit eindspel speelde ik in 1934 onder hoog spanning, omdat ik bij winst kampioen van Nederland zou zijn. Ik durfde tegen de grote Vos niet de sterke zet 28-23, die veel beter was dan de gespeelde 34-30. Het spel werd als volgt remise: 51) 34-30 17-22. 52) 28x17 12x21. 53) 45-40 10-15. 54) 41-37 9-14. 55) 30-25 13-18. Het voordeel van wit is verdwenen. 56) 37-32 18-22. 57) 48-42 8-13. 58) 40-34 13-18. 59) 34-29 14-19. Remise gegeven. H V 4 9 H V 10 9 6 O H 10 #62 W O 9 8 3 2 9? B 8 5 4 O V 7 6 2 8 ooooouoootxxxx* A.JOOOOOOOOOOOOOOOOO Wit: TAN Wit staat overwegend, omdat zwart niets kan ondernemen. Langeweg verliest nu zijn geduld en offert een stuk, zonder dat daar reële kansen tegenover staan. Hij had beter gedaan maar eens af te wachten, hoe wit zijn voordeel dacht te realiseren. Vaak genoeg valt er dan nog in troebel water te vissen en zwart's noodsprong is dan ook kennelijk een reactie op de te grote span ningen, opgeroepen door de geweldige voorafgaande successen. 24) Ph5-f4? 25) g3xf4 g5xf4, 26) Kgl-hl Te8-g8, 27) Tel-gl De7-h4, 28) Rd3-fl Kg7-h8, 29) b4xa5 Tg8-g7. 30) f2-f3 Zwart heeft niets voor zijn stuk; ook de witte dame gaat nu meewerken aan de verdediging. 30) h6-h5. 31) Tal-bl Nog eenvoudiger was 31) Ph6. maar wit kan desnoods zijn paard offeren, daar hij vervolgens pion b7 verovert en op de dame-vleugel wint. 31) Pg6-e7, 32) Dc2-f2 Dh4xf2. Niet 32) Tg4: 33) Dh4: Th4: 34) Rel enz. 33) Pg4-f2 Tg7xglf 34) Khlxgl Pe7xd5, 35) Rc3-d2 Pd5-e3, 36) Pf2-dl f7-f5, 37) Rd2xe3 f4xe3, 38) e4xf5 Rh7xf5, 39) Tblx b7 Ta8-g8f 40) Kgl-h2 en zwart capitu leerde, daar de tijdcontrole voorbij was- Bijzonder teleurstellend was de beslis sende ontmoeting LangewegDonner, in welke de jeugdige „halve" meester twee klassen beneden zijn kracht speelde. Wit: Langeweg Zwart: Donner Siciliaans in de voorhand 1) c2-c4 e7-e5. 2) Pbl-c3 Pg8-f6, 3) g2- g3 d7-d5 4) c4xd5 Pf6xd5, 5) Rfl-g2 Pd5- b6, 6) d2-d3 Rf8-e7, 7) f2-f4 e5xf4, 8) Rel xf4 0-0, 9) Pgl-f3 Rc8-e6, 10) 0-0 c7-c5, 11) e2-e4? Een strategisch zeer slechte zet. Pion d3 wordt zwak, veld d4 komt in de macht van zwart en de diagonaal van Rg2 wordt versperd, zonder dat er iets tastbaars tegenover staat. 11) Pb8-c6, 12) Ddl-d2 Dd8-d7 13) Pf3-g5 Blijkbaar met de bedoeling het loperpaar te bemachtigen, maar dit faalt op een tac tisch grapje. 13)Re6-g4, 14) h2-h3? Consequent, doch geheel foutief. 14) Re7xg5! Met deze tussenzet wint zwart eenvoudig een pion en daarmee de partij. 15) h3xg4 Of 15) Rg5: Rh3: 15) Rg5xf4, 16) g3xf4 Of 16) Df4: Dd3: dan wel 16) Tf4: Pe5. 16) Dd7xg4, 17) Tfl-f3? Pc6-d4, 18) Tf3-f2 Ta8-d8 en wit gaf het op, hoewel hij nog wel enige tijd had kunnen doorvechten. Zwart: DONNER AB7 C> 3 O A B 9 4> AB 9 7 4 3 Zuid gever, allen kwetsbaar. Het dit jaar zo succesrijke Belgische paar Monk-Sil- berwasser bood de NZ-spellen tot 5 kla veren en ging één down (100 voor Neder land). Aan de andere tafel ging het bieden (NZ Filarski-mr. Kramer): zuid 1 klaveren - west doublet - noord red'oublet - oost 1 ruiten - zuid pas - west 1 harten - noord 2 klaveren - oost 2 harten - wat is nu zuids beste bod? Daar zuid feitelijk al op 6 slagen in kla veren, alsmede op twee azen mag rekenen, zal het 3 Sansatout zijn als noord een dek king in harten heeft. Zuids beste bod is daarom: 3 harten - welke actie in dit sta dium van 't bieden vraagt om een hartan- dekking bij noord. Het is duidelijk, dat •noord nu zeker 3 SA zou hebben gelegd en dat 9 slagen voor het oprapen waren geweest. In werkelijkheid bood zuid echter 4 klaveren - geen onredelijk bod, maar toch niet goed genoeg. Noord paste en zuid maakte precies 10 slagen, voor een score van 130 voor Nederland; in totaal won Nederland op dit spel 230 punten 6 matchpunten (nieuwe telling). Ook het spelen van 4 klaveren is, bij hartenuitkomst, niet eenvoudig. Kramer won in noord met CAas, slag 2 een V) af getroefd, slag 3 troef voor noord, slag 4 weer afgetroefd, slag 5 troef voor noord, slag 6 ruiten, zuid 09 west •OIO; in 7 speelde west OHeer zuid woij en speelde in slag 8 -O na, oost aan slag. Oost moest nu spelen, zuid legde klein en west moest nu schoppen of in dubbelrenonce trekken. Zeer goed gespeeld1! Bridge vraag dezer week: Zuid opent 1 klaveren, OW passen, noord biedt 1 hartm, zuid verhoogt tot 2 harten, noord biedt dan 3 klaveren. Wat moet zuid nu doen met: #4 9AB6 <>H 10 83 A B 9 6 4 Antwoord elders op deze bladzijde. •piaqjjfqapjooM -1UBJ3A utiz jooa jaaqeg guiipppuaddoqos ap st uep ';no;esues tiq iSaz pM ftq IBM uanBuipn jbbui EUJaiq ;aoui pjoon qjaaqaaui ua;jsq ui iiBeqiaiA aqia;s uaag pinz uaa;aui pajjaA ua (uaddoips uoiarSuis) guijapjaA^BB^ ap paan^uaaos }aq uaqni g suBip si poq a;saq spmz •uapatq ua;aoux uaiaABjq z loaJTP J° uassed uajaoui ua; -jeq z do jo fiq peq UBp 'puBq aqqeMz cwa fiq jjaaH 'uajads aj uaiSABiq g jbbui uaapB gupaopaq uhz ;aiu si jaq uapaiq japjaA ;o; paaguBB suam ap poquajaAB[q g sjau^JBd ;bp 'uaja/A n laoui a;sjaa uax :>(33A\ jazap SeeiAaSpuq do pioo.wjuv Onze 24-jarige landgenoot Langeweg heeft met 9 uit 11 het I.B.M.-meestertoer- nooi gewonnen en bovendien de eerste stap gezet op de weg naar de internationale meestertitel, door de vereiste 6V2 punt ruimschoots te scoren. Hij startte met een welhaast verbijste rende 8 uit 8, een score welke wij in ons land sinds de jonge jaren van Euwe vrij wel niet meer gezien hebben- Daarna kwam de haast onvermijdelijke onder breking van de benodigde psychische krachtlijn; in de 9de ronde speelde hij Wit: LANGEWEG (aan zet) Slotstand Door deze capitulatie reserveerde Lan- weg voldoende krachten om in de laatste ronde Wade te verslaan en daarmede juist M> punt vóór Donner te eindigen. Onze gelukwensen! Mr. Ed. Spanjaard OP EEN DAG GING de bel van het huis waar Hubert woonde. Hubert ging zelf open doen. Op de stoep stond zijn grootmoeder. Zijn grootmoeder had een grote tas bij zich. Hubert droeg die tas voor zijn grootmoeder naar de kamer. Daar zou voor mij wel eens wat in kunnen zitten, dacht hij. En zo was het. Uit de tas kwam eerst een mooi geel zandemmertje, met schelpen er op geschilderd. Dat was voor Hubert. Toen kwam er uit de tas een mooie, roze strandbal. Die was óók voor Hubert. En toen kwam er uit die grote, grote tas nog een schep met een vuurrode steel. En op het handvat zat een zilveren ster. Die was óók nog voor Hubert. Die schep vond Hubert het mooiste. Daar kan ik fijn mee gaan graven, dacht hij. En misschien, wie weet, is het wel een wonderschep. Misschien graaf ik er wel een schat mee op. En daar kan ik dan meteen een onderzeeër voor kopen. Want dat leek hem machtig HIJ SLOEG DE schep over zijn schou der en liep er mee naar het strand. Maar eerst kwam hij voorbij het tuintje van juffrouw Blazer. Dat tuintje zag er uit alsof het wel eens omgespit mocht worden. Ik kan hier best mijn wonder schep alvast eens gaan proberen, dacht Hubert. Hij trok zijn jasje uit en begon te spitten in de tuin van juffrouw Blazer. Maar het duurde niet lang of juffrouw Blazer begon boos tegen het raam te tikken. „Ben je helemaal mal jongen", riep ze. „Je spit al mijn graszaad on der. Wil je wel eens maken dat je wegkomt! „Ik heb daar net gezaaid voor een nieuw gazon." Ook goed, dacht Hubert. Hij trok zijn jasje weer aan, sloeg de wonderschep weer over zijn schouder en liep verder. Na een poosje kwam hij voorbij de kolenman. Die was juist bezig kolen in een grote zak te scheppen. Misschien kan ik hem helpen met mijn wonder schep, dacht Hubert. Hij zette zijn schep óók in een hoop kolen en gooide de kolen in de zak. Maar de kolenman werd erg kwaad. „Wat doe je nou, kwa jongen", riep hij, „je gooit allemaal eierkolen door mijn antraciet. Wil je wel eens gauw maken dat je wegkomt!" Nou ook goed, dacht Hubert. Hij sloeg zijn schep weer over zijn schou der en liep het dorp uit en sloeg de weg naar zee in. Bij de boerderij van boer Krekelveld hield hij zijn pas in. Wat een prach tig stuk land had boer Krekelveld toch. En wat zou hij nog graag even zijn wonderschep willen proberen. Boer Kre kelveld zal heus niet kwaad worden als ik hem even een handje help, dacht hij. Hij had bovendien juist de boer met wagen en paard weg zien rijden. Hij begon dus rustig te scheppen. Maar al heel gauw kwam de hond van boer Krekelveld nijdig aangerend. „Wat woel je daar de grond om", blafte de hond, „weet je dan niet dat de boer daar juist zijn winterzaad heeft ge zaaid." „Kalm, kalm maar", zei Hubert, „ik ben al weg hoor!" En hij rende het zeepad af naar de zee. Hij rende net zo lang tot hij op 't strand stond. Want hij mocht die hond van boer Krekel veld helemaal niet erg graag. OP HET STRAND ZOCHT hij 'n fijn plaatsje uit. Dicht bij zee, maar toch ook weer niet zó dicht dat bij elke schep die je deed water in de kuil stroomde. Hij groef een minuut of tien en toen kwam Jan de matroos langs. „Wat doe je daar Hubert", vroeg Jan de matroos. „Ik graaf een verborgen schat op", zei Hubert, „met mijn wonderschep." „Dat is fijn," zei Jan de matroos, „en wat ga je dan doen met die schat?" „Daar koop ik een onderzeeboot van," zei Hubert, „en misschien kom jij dan bij mij in dienst. Want je weet natuur lijk alles van onderzeeboten af en ik wel veel, maar nog niet helemaal alles". „Natuurlijk doe ik dat," zei Jan de matroos, „dan gaan we samen onder zee varen. Dat lijkt mij een leuk idee." Jan de matroos liep fluitend door en even later kwam de haringkoopman met zijn kar langs. „Zo", zei de haringkoopman, „ben je bezig een fort te bouwen." „Nee", zei Hubert, „ik graaf naar een schat met mijn wonderschep. En als ik die schat gevonden heb, koop ik een onderzeeër. En dan blijft er misschien nog wel genoeg over om een hele haringkar leeg te kopen. Want ik heb een reuzetrek in een haring." „Weet je wat", zei de haringman, „ik zal je nu alvast een haring geven. Als je die schat hebt gevonden, en mijn hele kar leeg koopt, betaal je er deze nog maar bij." „Dat is goed," zei Hubert. Hij at de haring lekker op en juist toen hij weer verder met graven wou gaan, kwam een agent een kijkje ne men. „Zo zo Hubert", zei de agent, „wat maak je daar?" „O niets," zei Hubert, ,ik graaf al leen maar een schat op met mijn won derschep." „Zo zo", zei de agent weer, „maar weet je dat je die schat dan eerst naar 't politiebureau moet brengen?" „Natuurlijk", zei Hubert, „dat doe ik ook." NA NOG EEN HALF UUR graven en nadat Hubert heel moe was gewor den en al blaren in zijn had kreeg, stoote zijn schep plotseling op iets hards „Daar is ie dan eindelijk!" riep Hu- bert. Voorzichtig, héél voorzichtig groef hij de schat uit. Het was een prachti ge, mooie, oude autoband. Hubert hing de schat om zijn nek en liep er mee naar het politiebureau. Pre cies wat de agent tegen hem had ge zegd wat hij moest doen. Op het politiebureau legde Hubert de prachtig mooie oude autoband op de tafel voor de agent neer. „Astublieft", zei Hubert, „daar is de schat dan die ik heb opgegraven". Zo zo", zei de agent, „zo zo. Wacht eens even. Daar moet ik even de com missaris bij halen". De commissaris kwam, bekeek de prachtige mooie oude autoband, dacht een hele tijd diep na en zei toen: „Hu- bert, hierbij benoem ik je tot groot-schat bewaarder. En als alle groot-schat-be- waarders mag je alle grote schatten zelf bewaren. Vooruit, neem die band maar mee naar huis!" En daar hangt die autoband nu in 't schuurtje bij Huberts huis. En elke mor gen gaat Hubert er naar kijken. En el ke morgen voelt hij zich weer een trot se groot-schat-bewaarder. Marleentje en Tim zijn de speelgoedpoppen, ze kijken heel boos en dat menen ze vast, want Liesbeth en Lente, de poppenmoeders kijken alleen maar naar de poppenkast! „Katrijn en Jan Klaassen, zijn die zoveel leuker?" vraagt Tim, „zijn ze leuker dan wij, Marleen?" Marleentje zegt niets, maar kijkt kwaad naar Liesbeth: die houdt haar gedachteloos vast bij één teen „En straks maar weer zoet met ons laten spelen!" bromt Tim ontevreden, maar dan wordt hij stil, er schiet hem een schitterend plan te binnen en hij vraagt aan Marleen of ze helpen wil. Dat spreken ze af. En nét als Jan Klaassen een klap moet de koekepan krijgt van Katrijn, dan voelen ook Liesbeth en Lenie een tikje en schrikken, al doet het natuurlijk geen pijn. Ze kijken vlug om, zien Tim op zijn knieën en Marleentje in 't zand met haar hand en haar hoed. Dan schamen de meisjes zich toch wel een beetje, gaan naar huis, mét hun poppen. Dan is alles weer goed!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 16