Sanovite IK KOSTTE DUlZEWt> GULDEW Polle» Pelli en PinMo DE Jong geleerd.... WOBBO EN DE HOED PLASTIC PLASTIEK Internationale controle op !d I PANDA EIS miEUIM COLUMBUS ONTTROOND ALS ONTDEKKER VAN AMERIKA? Ons vervolgverhaal rJnixaflex •lum,"lum v Ook ZOUTARM Handig om mee te nemen! Smakelijk! Uit volle tarwe. M#- M i 58. Met zijn drieën houden ze het touw vast, terwijl de arme Zeerob met zijn neus nog in de hutspot steekt! Nu komt er ook een grote, hrede plank naar heneden en de stem roept, dat die rare man met het ronde hoofd ook moet meehelpen. - Eindelijk slaapt Zeerob nu eens niet, zegt Polle en nu kan hij weer niet kijken! Daar gaat de „Mary" over de plank omhoog! De vriendjes hangen met zijn allen aan het touw en de arme Zeerob gaat zijn nieuwe avontuur tegemoet, zonder iets te zien! Sensationele opgravingen in Ecuador (Van onze correspondent) Arme Columbus! Reeds lang neemt men aan, dat de Vikingen hem vijfhon derd jaar voor zijn geweest bij de ont dekking van Amerika en thans lijkt het er op, dat Chinezen of waarschijnlijk nog Indochinezen, zelfs vijftienhonderd jaar vroeger naar Amerika gevaren zijn. Emi- lio Estrada, een zakenman-archeoloog uit Ecuador, heeft heel merkwaardige op gravingen gedaan nabij de kustplaats Bahia in zijn land. Conclusie van Europese studiecommissie v. DUIVENBODEN Wespen op de vlucht De levensroman van een Chinees meisje door 1 6 Copgnhtagtf [Hjllllüllllllllllllllllllllll 58-59. Koud en hongerig ontwaakte Wobbo de volgende morgen onder de boom. Hij stond op en rekte zich uit', hij moest maar weer verder. Veel moed had hij niet meer. De stad was tegengevallen en wat hij bij de grim mige boer had ondervonden was ook al niet erg opbeurend geweest. De arme jongen begon eraan te twijfe len, of zijn plan wel goed was geweest. Als het overal zo ging als de afgelopen dagen zou hij niet veel geld thuisbrengen... Met hangend hoofd stapte hij verder in het stille, eenzame bos. Van zijn goede voornemens was weinig overgebleven. De Washington Post heeft veel aandacht aan die opgravingen geschonken en wan neer, zoals het plan is, Estrada deze zo mer met een deel van zijn collectie naar de Verenigde Staten komt, zal er nog veel meer over zijn vondsten te doen zijn. Estrada was van huis uit geen archeo loog. Hij heeft in de stad Guayaquil succes geboekt als verkoper van Noordameri- kaanse auto's en wasmachines. Maar uit liefhebberij begon hij ook wat aan opgra vingen te doen en in 1953 vroeg hij advies aan deskundigen van het Smithonian In stitute te Washington. In 1956 had hij al zoveel zeldzame vondsten gedaan, dat hij besloot er, een museum mee te vullen in Guayaquil. Zo ontstond een van de beste particuliere collecties in Zuid-Amerika. Aziatische invloeden? In 1959 ontdekte hij bij de plaats Bahia bergen met „afval", die al dadelijk bij zonder belangrijke vondsten opleverden. Dit waren de vondsten die sterk het ver moeden wekken, dat er direct contact met Azië heeft bestaan zo omstreeks het begin van onze jaartelling. Estrada vond bijvoor- beeld hoofdsteunen, die bij het slapen werden gebruikt. Zulke hoofdsteunen heeft men op vele plaatsen in de wereld gevon den (het Britse Museum in Londen heeft er een interessante collectie van), maar in de „nieuwe wereld" waren zij niet be kend. Voorts vond hij figuurtjes, die met ge- kruisde benen in de bekende yogi-houding zitten. Nergens, behalve hier bij Bahia, heeft men in Amerika zulke voor-Colum- biaanst beeldjes ontdekt. Zelden vindt men in de nieuwe wereld kleine, uit klei ge bakken, modellen van woningen, maar Estrada vond ze. Dat niet alleen: die huis jes geleken bijzonder veel op dergelijke modellen, die men in azië heeft gevon den. En nog iets: het draagjuk is onbekend in de Indiaanse culturen maar op een van Estrada's potten vindt men een afbeelding welke onmiskenbaar een mens voorstelt, die een grote vis aan een juk draagt. Met dit alles is natuurlijk niet bewezen, dat de Maya-cultuur (in het uiterste oosten van Mexico), invloed van Aziatische kunst heeft ondergaan, maar zij die dat veron derstellen, gevoelen zich toch in hun over tuiging gesterkt, nu Estrada met zijn vondsten voor de dag is gekomen. Zij die geloven aan vroeg scheepvaart contact tussen Azië en Amerika kunnen bovendien wijzen op een meer dan opper vlakkige overeenkomst tussen de scheeps modellen die thans nog in gebruik zijn in Formosa, Vietnam en die in Ecuador en Noord-Peru. Dr. Omar K Moore, socioloog aan de Amerikaanse universiteit van Yale, is een man die gelooft dat jonge kinderen vrij wel tegelijkertijd kunnen leren lezen, schrijven en praten. Om zijn theorie te bewijzen heeft Moore te New Haven een interessant experiment gehouden met 35 kinderen. Van de kinderen, die van twee tot vijf jaar oud waren, hadden slechts twee een intelligentiequotiënt dat boven normaal lag De rest had een gemiddeld i.q. Elk kind werd voor een elektrische schrijfmachine geplaatst en mocht er mee spelen zoals hij wilde. Elke keer als hij een toets aansloeg herhaalde een volwas sene die naast hem zat, hardop de naam van de letter of het cijfer die hij had aan geslagen. Alle kinderen konden al spoedig de let ters herkennen die zij hadden aangeslagen en waren al gauw de lerares voor om de letters en cijfers bij de naam te noemen. Het hele experiment werd als een spel letje beschouwd, in overeenstemming met dr. Moore's overtuiging dat het leerproces een spel kan zijn en dit ook behoort te zijn. Nadat de kinderen met de typemachines hadden gespeeld kregen ze stukjes krijt en mochten ze op een schoolbord tekenen. Het duurde niet lang of ze begonnen de let ters van het alfabet te tekenen zoals zij ze op hun schrijfmachine hadden gezien. Alle 35 kinderen hebben niet alleen le ren lezen en schrijven, maar ook typen. Amerika is niet uitsluitend bevolkt door mensen, wier voorvaderen er vanuit ande re werelddelen heengevaren zijn. Vrij al gemeen neemt men thans aan, dat om streeks 1500voor Christus reeds Aziaten via de Beringstraat naar Noord Amerika zijn gekomen. Geleidelijk zijn hun nako melingen afgezakt naar het Zuiden, waar bijzonder interessante indianenculturen zijn ontstaan. Vele kenners van de Maya cultuur en van andere hoogontwikkelde beschavingen zijn van mening, dat die cul turen autochtoon zijn geweest en dus on afhankelijk waren van de mensen die uit andere werelddelen naar Amerika kwa men. Er zijn echter ook steeds onderzoe kers geweest, die gewezen hebben op be paalde verwantschappen met Aziatische culturen en die de veronderstelling heb ben geopperd, dat er 1500 tot 2000 jaar geleden scheepvaartcontact bestaan zou hebben tussen bijvoorbeeld IndoChina en Midden- of Zuid-Amerika. Bewijzen kon men dat echter niet. Thans evenwel heb ben de opgravingen van Emilio Estrada, bij het plaatsje Bahia in Ecuador, belang rijke steun gegeven aan de stelling dat er al heel lang geleden rechtstreeks contact is geweest tussen Azië en Zuid-Amerika. 31. Als de grote detective Pat O'Nozel eenmaal een spoor volgde, dan liet hij dat niet gauw los. En nu Pat tot de conclusie was gekomen, dat de baardige Fidelio op de een of andere manier het beeldje had laten ver dwijnen, begaf hij zich naar diens hut, om daar eens een onderzoek in te stellen. Langzaam opende hij de deur en stapte binnen. Tot zijn verrassing trof hij daar de verdachte, die hij zoeven nog op het dek had zien wandelen, roerloos op een stoel aan. Ook Joris was er aanwezig, hij was bezig uit alle macht aan een patrijs poort te rukken, die blijkbaar niet open wilde. „Help me even," verzocht hij, „vriend Fidelio heeft frisse lucht nodig. Hij is onwel geworden." „Hij is mijn vriend niet," antwoordde Pat korzelig, „want hij heeft het beeld gestolen. Ik kom zijn hut onderzoeken." „Ik kwam hier met dezelfde gedachte," antwoordde Joris, „maar toen Fidelio hoorde, dat ik hem van diefstal verdacht, trok hij het zich dermate aan, dat hij onwel werd. De hut heb ik bereids onderzocht zonder resul taat. We hebben Fidelio dus ten onrechte verdacht. Ge zijt hier dus op een verkeerd spoor." De meester- speurder hoorde niet graag, dat hij op een verkeerd spoor was. Mokkend bleef hij talmen, maar hij kon zo gauw geen nieuwe feiten ontdekken, waarmee hij Fidelio kon beschuldigen. Het beeldje was niet in de hut en Fidelio zelf moest wel hevig door de beschuldiging ge schokt zijn, want hij zat zo roerloos en keek zo glazig. Reeds wilde Pat heengaan, toen opeens zijn speurders- blik iets opmerkte, dat waarschijnlijk aan een minder scherpe blik zou zijn ontgaan. „Aha!" zei hij, „ik ben tóch op het goede spoor! Hier klopt iets niet!" 57) Op de zevenentwintigste juli 1942 verlieten we het huis van de president en vertrokken naar de fabriek. Het H was de eerste keer dat ik het gevoel had werkelijk vrij te zijn en met een =j opgewekt gemoed stapte ik in de wachtende auto. Enkele nieuwsgieri- ge mensen bleven staan kijken, en toen Hashimoto Tada, die de auto be- stuurde, ergens stopte om een doosje lucifers te kopen hoorde ik iemand fluisteren: „Kijk, daar zit Nona Singapore! Verbeeld je, nou gaat ze waarachtig H met de Japanners mee. Ik vraag me af wie dat andere meisje is, dat bij haar zit." Ik vond het naar om deze opmer- §j kingen te horen, en Lily vertelde me toen dat zelfs enkele geïnterneerden EE in het kamp ervan overtuigd waren dat ik met de Japanners leefde. Maar S ze troostte me door te zeggen: „Ik f§ geloof dat jij de strijd hebt gewonnen. Maak je dus geen zorgen over het- geen de mensen van je denken." Lily was altijd verstandig en zal vol goe- jE de ideeën, hoewel ze maar een paar jaar ouder was dan ik. i We stonden verbaasd te kijken toen EE Hashimoto Tada de deur van een leuk EE heusje voor ons opendeed. Blijkbaar i hadden onze klachten over de viezig- heid van de oude kliniek enig effect gehad. „Daar is de kliniek," zei hij terwijl hij naar een ander huis wees dat op een steenworpafstand van het j= onze stond. Toen hij bij ons was weg- gegaan om de fabriek te inspecteren gingen we onmiddellijk ons huisje be ll kijken. Het bevatte drie slaapkamers met veranda's er omheen. Een eetka- mer grensde aan de keuken en verder was er nog een ruime comfortabele zitkamer, van waaruit we de kliniek en het kantoor van de fabriek konden EE zien. Onze veranda aan de achterzij- E de keek uit op een riviertje dat van de heuvels rond Indareong stroomde. Toen we in het huis het een en ander hadden opgeruimd, begonnen we de kliniek op te knappen. Er lagen nog twee huizen naast. Het ene was leeg en het andere werd bewoond door 1 een Chinees gezin, dat ons nieuwsgie- rig opnam en geen aanstalten maak- te om vriendschap met ons te sluiten. E Het lege huis trok mijn belangstelling "omdat" een magere, wild uitziende 1 hond de deur ervan bewaakte. Later hoorde ik dat de bewoners 's nachts waren weggehaald en dat de volgende E morgen de hond er treurig en ver- EE dwaasd had uitgezien. Het was een gewoonte van het dier om op een be- paald uur van de dag op zijn meester te wachten en toen zijn baas na we ll ken nog niet was teruggekomen begon hij te huilen. Ik probeerde hem wat eten te geven, maar hij beet naar me. 1 Vóór Hashimoto wegging gaven we hem een lijst van instrumenten en E geneesmiddelen, die we voor de kli- E niek nodig hadden. Hij nam maatre- gelen dat we een Maleier als assistent kregen. We zouden alle lichte geval- len behandelen en de mensen bezoe- ken die niet naar de kliniek konden komen. Alleen de gevallen, waar we EE niet tegen opgewassen waren, zouden naar het ziekenhuis in Padang worden gestuurd. Om beurten zouden wij 's nachts ter beschikking moeten staan. Eindelijk was de kliniek klaar en toen werd er uit veiligheidsoverwegin- gen een rood kruis op het dak geschil- 1 derd. De dag waarop de kliniek open- ging, kregen we een stroom van pa- tienten te verwerken. De meesten van E hen hadden gezwellen, etterende zwe- ren en steenpuisten. We stonden wel even verbaasd toen we hen zagen E ze droegen alleen maar wat lappen 1 die van hun middel hingen, hun bo- venlichamen waren meestal bloot en hun gezichten overdekt met cement. Behalve dat we hun wonden verzorg- den, trachten we hun ook hygiëne bi] te brengen, maar dat was een hope- E loze onderneming. Het duurde niet E lang of we kregen klachten te horen: er gingen te veel koelies naar de kli- I niek en het werk in de fabriek bleef E liggen! De mensen waren er allemaal 1 erg op gebrand om te zien wie we waren en hoe we eruit zagen. Sommigen zeiden dat we Japanners waren, anderen meenden dat wë spi- cnnen van de Japanners waren, maar I allen waren nogal gereserveerd te- genover ons. Zij deden op een af- stand en we ontdekten dat het erg De regeringen zouden er goed aan doen periodiek lijsten te publiceren van goed gekeurde kampeerterreinen. Als daarbij de kampen naar kwaliteit zouden worden in gedeeld, zou dit een prikkel kunnen zijn voor de minder goede kampen om ver beteringen aan te brengen. Dit is een van de conclusies waartoe vier vooraanstaande medici een Duitser, een Noor en twee Italianen gekomen zijn na ampele bestudering van vele kampeerter reinen in Nederland, België, Luxemburg, Oostenrijk, Griekenland, Zwitserland, Frankrijk, Zweden, Denemarken en Enge land. Het onderzoek is verricht met een speciale beurs van de Raad van Europa. De Italiaanse professor G. A. Canaperia heeft het onderzoek .geleid ep er een rap port over geschreven. Hij zegt dat de ter reinen voor alles voldoende zekerheid moeten bieden op hygiënisch gebied en doet daartoe een aantal aanbevelingen: Vergunningen aan kamphouders dienen alleen te worden verstrekt na goedkeuring van hun terrein door een arts van de open bare gezondheidsdienst. De kampen zou den als regel niet groter dan 10 ha moeten zijn, met maximaal 2.000 kampeerders Per ha zou men niet meer dan 60 tenten, huisjes of kampeerwagens met in totaal 200 personen moeten toelaten. Sanitair De watervoorziening van kampeerter reinen dient op minimaal 30 liter per per soon per dag te worden gesteld. Waar open water met wasgelegenheid ontbreekt, zou men voor tien wasbakken per honderd kampeerders moeten zorgen. Voorts ver dient de installatie van drie douches en drie voetbaden per honderd man aanbe- veling. De vloer van de wasplaatsen dient van cement te zijn. Het aantal toiletten wordt op een per dertig kampeerders ge steld. Zij dienen 's nachts verlicht te zijn. Met uitzondering van zeer kleine kampen zou men moeten zorgen voor een waker per 200 kampeerders. In elk kamp dient voorts een eerste- hulppost te zijn en op terreinen die aan rivieren of plassen zijn gelegen zou men ook voor een apparaat voor kunstmatige ademhaling moeten zorgen. Het rapport pleit tenslotte voor invoe ring van officiële kampeerkaarten, uit te geven door bevoegde nationale of inter nationale organisaties, en regelmatige in spectie van de kampeerterreinen door autoriteiten van de gezondheidsdiensten. Advertentie l*IOUl«ên De beste service bij Ged. Oude Gracht 108 - 110 - Haarlem Telefoon 17165 Advertentie Ja, ze zijn er weer, die heerlijke sap pige meikersen, al is de prijs nog zo hoog dat dit meisje ze voorlopig maar als sieraden draagt. Overigens: goed koop zijn deze vruchten al in geen jaren meer geweest en ook dit jaar ziet het er niet naar uit dat zij over vloedig en billijk zullen worden. Het buitenland koopt namelijk grote hoe veelheden kersen op tegen zeer hoge prijzen en onder die omstandig heden komt er maar een klein gedeelte van de oogst voor de binnenlandse markt beschikbaar. moeilijk was vriendschap met hen te E sluiten. Al gauw kwamen we tot de conclu- e sie dat het niet doenlijk was de hele E dag in de kliniek te werken, onze eigen maaltijden klaar te maken en daarnaast nog andere karweitjes te E verrichten, en daarom besloten we E iemand in dienst te nemen. Iemand van het kantoor beval ons een Malei- se vrouw aan. We vroegen haar te ko- E men en Lily en ik zaten in de kamer toen zij haar opwachting kwam ma- ken. Ze kroop bijna op handen en E voeten naar binnen en toen ze in de E kamer was, knielde ze voor ons neer, terwijl haar handen op de grond rust- 1 ten. Ik zei haar dat ze op een stoel E kon gaan zitten, maar ze keek me aan E alsof ik niet goed bij mijn verstand E was. Toen we overeengekomen waren 1 dat ze bij ons zou komen werken, ging I ze weer weg door op dezelfde manier naar de deur te krabbelen als ze ge- E komen was. Ik liep haar vlug achter- na om haar wat meer van dichterbij te bekijken, omdat ik dacht dat ze op de een of andere manier misvormd was, maar ik was stomverbaasd toen ik haar heel gewoon zag weglopen. Ik i had nog nooit iemand bij me in dienst j gehad en wist niet wat ik van dat E vreemde gedrag moest denken. Toen j deze vrouw met haar werk begon ging ze opnieuw kruipend door het huis, en j dit ergerde me zo dat ik besloot haar weer te ontslaan. Later ontdekten we dat in deze streek alle bedienden ver- j plicht waren zich diep te buigen wan- j neer ze hun meesteres wilden aanspre- j ken, en achteruit lopend de kamer uit te gaan. I Op een dag hadden we vier gasten, een Maleier met zijn Japanse vrouw met wie hij al voor de oorlog ge- j trouwd was, en twee Japanse officie- ren. Hoewel ze niet uitgenodigd waren j maakten zij het zich in ons huis al vast gemakkelijk, terwijl een van hen ons uit de kliniek kwam roepen. Toen j we onze huiskamer binnenkwamen vroeg de Maleier ons thee te serve- ren omdat zij belangrijke gasten wa- j ren. „Het spijt ons, maar we hebben al- leen maar water in dit huis. We heb- j ben ons salaris nog niet ontvangen. De Maleier en zijn Japanse vrouw werden toen kwaad op ons en ver- tangden te weten waarom wij zo'n prachtig huis hadden gekregen. „Jullie zijn weggelopen Engelse honden en jullie horen in een inter neringskamp thuis," riep de Japanse vrouw uit. Ze wilde al ons meubilair uit het huis laten weghalen, maar ik gaf haar de raad om voor ze iets dergelijks zou gaan ondernemen eerst Hashimo to Tada te raadplegen. Intussen za ten de twee Japanse officieren die geen Maleis spraken, tamelijk ver veeld voor zich heen te kijken en ten slotte gaven ze het echtpaar te ver staan dat dit beter kon weggaan. De avond daarop kwamen Waka- rnatsu en Hashimoto Tada voor het eerst op bezoek. Wij vertelden hun wat er de dag tevoren gebeurd was. „Maakt U zich geen zorgen over dat echtpaar, die twee zijn gek. Die vrouw werd door de Nederlanders ge ïnterneerd; ze heeft niets te beteke nen, maar omdat de Japanners de oorlog hebben gewonnen, denkt ze dat ze erg belangrijk is geworden," zei Hashimoto Tada. „Maar de oorlog is nog niet voor bij." „Binnenkort hebben we ook Austra lië Australië is erg groot." „De Australiërs zullen toch wel vechten?" „U weet toch wel hoe gemakkelijk wij Singapore veroverden, hoewel de Engelsen veel meer mannen hadden dan wij." „Hashimoto, ik dacht dat U mij ver teld had dat U in Singapore een ge wone burger was?" „Ja, ik ben ondergedoken en die domme Engelsen hebben mij nooit ge vonden. Toen de Japanners in Singa pore aan land gingen heb ik me bij hen aangesloten." Het werd me duidelijk dat Hashimo to Tada voor de oorlog een spion was geweest. We vonden het heerlijk toen we aan het eind van de maand ieder ons sa laris van zeventig gulden van de fa briek ontvingen. Daarvan betaalden we tweeëneenhalve gulden inkomsten- Weldra zitten wij weer dat hopen we althans weer achter een verkwikkend drankje op een zonnig terras, of liggen we heerlijk ontspannen te zonnen op een kam peerterrein. Dat is een prettig vooruitzicht. Met óén schaduwzijde echter: die hinder lijke vliegen muggen, horzels en vooral die wespen, die ook zo graag iets uit je glas willen-meedrinken of die-per se op je blote rug willen zitten. Jarenlang is er naarstig maar nog ver geefs gezocht naar een middel dat ons zou kunnen bevrijden van die akelige insecten. In Amerika zou men er thans in geslaagd zijn een middel te vinden, dat alle insecten onmiddellijk op de vlucht jaagt. Het is niet insectendodend dat zou trouwens nog niet veel helpen maar insectenwerend Het preparaat zit in een spuitbus en wordt in enkele druppels op de kleding of op de huid aangebracht. Voor de kleren behoeft men niet bevreesd te zijn, want vlekken doet het beslist niet Dankzij de geur, die het verspreidt, heeft het een men zou haast zeggen klamboe-achtige werking, iets waaraan het ook zijn naam ontleent In ons land is het nieuwe preparaat ook reeds verkrijgbaar. belasting. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 9