IK KOSTTE DUIZEWb
GULDEN!
3ANEUIM
„Wild West" herleeft ie Canadees stadje
WOBBO EN DE HOED
Cowboykampioenen verdienen
kapitalen aan rodeofeesten
PANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK
Folie,
Pelli en
PieMo
v. Duivenboden
Ons vervolgverhaal
Enorm kijkspel
MEUBELSHOW
VRIJDAG 16 JUNI 1961
15
De levensroman van een Chinees meisje
door
,B uck-jumping'
BEZOEKT DE PERMANENTE
SPAARNE 11
De Japanners gelóófden dat
de Amerikanen de fabriek zouden aan
vallen, die zoals zij zeiden de
enige onbeschadigde was in heel het
door de Japanners bezette gebied. Wa-
kamatsu, die ik een lange tijd niet had
gezien, kwam me opzoeken omdat hij
binnenkort ging vertrekken. Toen wij
het over de oorlog kregen keek hij
bezorgd voor zich heen.
„Wakamatsu San, geeft U nu niet
toe dat jullie de oorlog verliezen?"
„Nee, U hebt het mis."
„Wij zijn vrienden en daarom durf
ik zo met u te spreken. Een jaar ge
leden waren er nauwelijks soldaten in
Indareong te bekennen en nu loopt het
hier vol soldaten. Jullie verwachten
een bombardement, is het niet? Ver
tel het me, alstublieft, want ik heb
geen zin om door de Amerikanen te
worden gedood."
„U moet wel een spionne zijn, want
u schijnt zoveel te weten."
„Ik wou dat ik er een was; een
spion is altijd iemand die erg knap is!"
Toen veranderde hij van onderwerp.
„Morgen ga ik weg en ik hoop dat
ik u nog een kaart kan sturen. Apro
pos kunt u eigenlijk wel Japans le
zen?"
„Waarschijnlijk zal dat wel luk
ken."
Hij vertelde me dat hij, als hij ge
vangen genomen werd, hara-kiri zou
plegen. Hij zei:
„Als ik door de vijand gevangen ge
nomen wordt zal dat een schande
voor mijn familie betekenen. Als de
Britten en Amerikanen worden vrij
gelaten voelen ze zich gelukkig om
dat ze thuis met open armen worden
ontvangen en hun land hen openlijk
zal eren, maar wij voelen ons overla
den met schande als wij moeten te
rugkeren."
Ik kreeg een kaart van hem toen hij
in Bukit Tinggi was aangekomen en
later hoorde ik dat hij ergens in de
buurt van Singapore was geïnter
neerd. Of hij ooit hara-kiri heeft ge
pleegd weet ik niet.
In augustus 1944 had ik een gesprek
met Morita San, de directeur van de
fabriek. Hij zei:
„Morgen is er op Bukit Tinggi een
oefening en jè zult dan ook massa's
Vliegtuigen zien. Ze komen misschien
zelfs over Indareong."
Er lag een trotse glimlach fond
zijn mond toen hij over de lucht
macht van zijn land sprak.
HOOFDSTUK X
DE OORLOG KOMT EN GAAT
augustus 1944-september 1945
Er stond voor de fabriek een groep
Japanners in gespannen aandacht
naar de lucht te kijken. Een van hen
zei glimlachend:
„Lim San, kijk eens naar onze
mooie vliegtuigen."
„Waar?"
„Daar," wees hij.
Ik verontschuldigde mij en haastte
me naar huis. Ik voelde me niet op
mijn gemak, want ik kende de vorm
en het geluid van Japanse vliegtuigen
en was er zeker van dat de toestellen
die ik had gezien en gehoord geen Ja
panse waren. Toch durfde ik niet in
een schuilkelder te kruipen want als
het inderdaad geallieerde vliegtuigen
zouden blijken te zijn zou ik ervan be
schuldigd worden een spion te zijn,
die tevoren op de hoogte was van de
vliegtuigbewegingen.
Vlug verkleedde ik mij en riep on
ze bediende om mijn ontbijt klaar te
maken. Ik was juist bezig mijn schoen
veters vast te maken, toen de eerste
bom viel. Ik dook de schuilkelder in
en onze bediende viel bovenop me.
Er kwamen verscheidene vliegtuigen
over en wolken stof en cement vielen
op ons neer. Plotseling hoorde ik ie
mand roepen: „Nona Janet." Het
was de dochter van mijn buurman.
Haar moeder en jongste zusje waren
naar de markt en haar vader was
weg. Ik raapte het kleine beetje moed
dat me nog restte bij elkaar en ren
de de weg over naar het huis. Het
oudste meisje van twaalf was bezig
met het eten, het tweede kind zat in
het bad en het derde, een jongen van
vijf, lag nog in bed. Ik sleepte het he
le stel mee naar de schuilplaats. Het
bombardement duurde ongeveer tien
minuten. Daarna was er even een
pauze en vervolgens begon hét op
nieuw. Toen ik dacht dat alles weer
veilig was en weer naar buiten wilde
gaan, kreeg ik een stroom modder
over me heen. Half verdoofd strom- j
pelde ik naar de kliniek en trof voor- j
bereidingen om de gewonden te ont- j
vangen, die nu direct konden gaan ko-
men. Tegelijkertijd hoorde ik Doris j
roepen:
„Janet, leef je nog? Waar ben je?" j
„O, Doris, dank God dat je behou- j
den bent."
Er was geen tijd meer om verder j
te praten want de eerste gewonden j
kwamen al binnen. De hele staf van j
het kantoor bood ons zijn hulp aan.
Iedere centimeter van de vloer moest j
worden gebruikt en we moesten zelfs
gewonden buiten de kliniek neerleg- j
gen. We hadden niet genoeg verdoven- j
de middelen maar deden ons best. De
doden werden bij elkaar gelegd. La- I
ter kwamen twee militaire dokters
met verdovende middelen en een am-
bulance uit Padang en de patiënten
voor wie hoop op herstel aanwezig l
was, werden naar de stad overge-
bracht.
Afgezien van twee Japanse burgers
en twee Japanse soldaten waren alle
gewonden Maleise of Chinese koe-
lies. Toen de laatste slachtoffers wa- i
ren verzorgd, viel ik bijna flauw van i
moeheid. Tot mijn verbazing zag ik
op mijn horloge dat het ver in de mid
dag was. Ik besefte dat ik nog niet
had ontbeten. Uitgeput verliet ik de
kliniek maar kwam tot mijn schrik
tot de ontdekking dat er van mijn ka
mer niet veel meer over was. Zonder
een bed om op te rusten en zonder kle
ren om aan te trekken voelde ik mij
geneigd om in tranen uit te barsten.
De chef-kassier stond met een ver
drietig gezicht bij de deur. „Juffrouw
Lim, onze koe is door de Amerikanen
gedood". Doris schoot in een lach.
„Vertel me nu niet dat de Ameri
kanen helemaal hierheen gekomen
zijn om Uw koe te doden".
Kort tevoren had de chef-kassier
mij gevraagd of ik samen met hem
een koe wilde kopen omdat we zo moei
lijk aan melk konden komen. De koe
die hij op het oog had, kostte achthon
derd gulden en we legden met ons
vieren het geld bij elkaar. Toen on
ze koe kwam, genoot ze de eer door
een grote groep mensen op het terrein
van de fabriek te worden verwel
komd. Het dier zag er nogal wild en
venijnig uit en ik had me afgevraagd
of ik het wel baas zou kunnen blijven.
Het dier werd. ondergebracht in een
atap-hut achter de kliniek en om de
drie dagen was het mijn beurt haar te
laten grazen. Langzaam trokken de
koe en ik dan door het dorp en kwamen
soms ook voorbij het kantoor van de
fabriek. De Japanners staken dan
meestal hun hoofden buiten de ramen
terwijl de koelies riepen „cowgirl".
Maar daar gaf ik niet om, want ik
verkeerde in de mening dat ik gauw
melk zou krijgen van het dier. Helaas
de lang verwachte melk scheen nooit
te komen, ondanks de verzekeringen
van de verkoper. Ik kon mijn tranen
niet bedwingen nu de kassier me ver
telde dat de koe bij het bombardement
was omgekomen.
Over heel Indareong lagen tallo
ze onontplofte bommen. Merkwaardi
gerwijs had de fabriek niet zo veel
schade opgelopen, hoewel toch nog
wel genoeg om enige weken stil te lig
gen. De haven had meer te lijden ge
had, want een schip, geladen met ce
ment, had een voltreffer gekregen
en daardoor waren er verscheidene
slachtoffers gevallen. Het bombarde
ment had ook de waterleiding in het
dorp vernietigd en tengevolge daar
van moesten we een hele tijd water
halen uit de stroompjes in de bergen.
De Japanners waren vastbesloten de
fabriek weer zo vlug mogelijk aan het
werk te brengen. In alle dorpjes in
de buurt zochten ze arbeiders op, zelfs
helemaal in Sawah-Loento, en na ver
loop van korte tijd werden er vierdui
zend koelies naar Indarong overge
bracht. Hun gezondheid liet veel te
wensen over, en velen van hen had
den over heel hun lichaam wonden
en zweren. Het was al moeilijk ge
noeg om deze schoon te houden, laat
staan om ze te genezen. Geleidelijk
werden de verwoeste leidingen en
huizen hersteld en de vrees voor een
tweede aanval scheen langzaam te
verdwijnen, maar Doris en ik hielden
wel degelijk rekening met deze moge
lijkheid, want naar onze mening zou
den de geallieerden vast en zeker te
rugkomen zodra ze wisten dat de fa
briek weer werkte. (Wordt vervolgd)
dan ook heel wat vaardigheid en stuur
manskunst aan te pas om botsingen te
vermijden. Hier wordt van mensen en die
ren werkelijk het uiterste gevergd en de
winnaar van de huifkarrenrace is dan ook
onbetwist de held van de dag.
JA, ZE ZIJN ER NOG, die ruiterfees
ten uit de tijd van het romantische Wilde
Westen, die iedere liefhebber van de on
sterfelijke cowboyfilms kent als de „ro
deos". De voornaamste indruk die men
als leek van deze mallemolen van ren
nend vee, gelopperende paarden en koe
ne ruiters krijgt, is er een van een enor
me stofwolk die als een dichte nevel
over-de vaak geïmproviseerde arena
hangt, waar deze Amerikaanse variant
van ons Europese concours hippique ge
houden wordt. Maar langzamerhand ac
commodeert het oog van de toeschouwer
ich en begint hij te onderscheiden, wat
er zich allemaal in en achter dit stof gor
dijn afspeelt en dat is heel wat. Eigen
lijk worden die rodeo's voornamelijk in
stand gehouden ten gerieve van de toe
risten, want zelfs in de uitgesproken
,veestaten' speelt het paard tegenwoor
dig geen hoofdrol meer in het boeren
bedrijf. Nochtans is juist in die gebieden
de rodeo meestal nog het belangrijkste
en kleurigste volksfeest van het jaar. al
hebben de meeste dan ook aanzienlijk
aan glans en omvang ingeboet.
EEN DER BEROEMDSTE rodeo's is die
van Calgary in de Canadese provincie Al
berta. Het evenement, dat in de zomer ge
houden wordt, heet daar overigens geen
rodeo maar „stampede" een woord dat
zoiets als vee-paniek betekent; een toom
paarden in volle rengalop, of een kudde
koeien die op hol slaat en in blinde razernij
blies omverloopt en vertrapt wat zij op
haar weg ontmoet. En dat is een prima
karakteristiek voor het feest van Calgary,
want ook daar holt en draaft alles wat
lopen en- r-ijden kan, zo hard mogelijk in
het rond: cowboys en Indianen, woeste
stieren en steigerende mustangs, huifkar
ren met twee Koppels paarden bespannen
CALGARY'S STAMPEDE duurt, met al
les wat erbij hoort en eromheen zit, een
week. Hij begint met een bijna vijf kilo
meter lange optocht van Indianen, cowboys
„mounties" (leden van Canada's befaamde
bereden politiekorps), diligences, mailcoa-
ches en show-wagens met tafrelen uit de
geschiedenis van de stad. Enige honder
den Indianen in volle oorlogsuitrusting
verlenen kleur aan de stoet en genieten
de bijzondere belangstelling van de toeris
ten; zij voeren zwaarddansen en spiegel
gevechten uit en er zijn vuurvreters en
goochelaars bij. Ook de bevolking van Cal
gary steekt zich in pioniers- en cowboy-
kledij en zo herleeft het beeld van de
goede oude tijd die ook wel eens een
roerige tijd geweest is. Alle bezoekers en
toeristen krijgen een gratis ontbijt. De
cowboys en Indiaanse meisjes bakken op
enorme ovens in de openlucht appelflap-
De climax van het feest vormt de
huifkarrenwedstrijd.
en wat dies meer zij, alles begeleid door
een oorverdovend gestamp van hoeven en
gegil van geestdriftige toeschouwers en
deelnemers. Ja, dynamiek is er genoeg in
zo'n Stampede van Calgary en het is
dan ook geen wonder, dat dit gebeuren
telkenjare zo'n 25.000 kijkers trekt, die
van heinde en ver komen om het opwin
dende schouwspel mee te maken. Maan
den tevoren zijn alle beschikbare hotelka
mers, ruim 3000, dan ook al uitverkocht,
maar ook de burgerij stelt kamers beschik
baar. Het is Calgary's trots, dat men nog
nooit een bezoeker heeft moeten teleurstel
len, al hebben velen dan wel op een bil
jard of in een opgemaakte badkuip moeten
slapen!
UIT ALLE DELEN van Amerika ko
men de „cowhands" naar Calgary om deel
te nemen aan deze grote krachtmeting, die
drie hoofdattracties omvat: het lasseren
van rennende koeien, het stier- en „bron-
co"-rijden en de huifkarrenrace. De cow
boys stoere, geharde kerels voelen
zich pas gelukkig als zij een vurig paard
onder zich hebben. Dan vieren zij hun
energie en levenslust bot in snelle jachten
op een kudde rennende koeien, die eerst
met veel geloei en getoeter in een staat
van halve razernij gebracht zijn. De op
gaaf is dan, een zo groot mogelijk aantal
runderen in zo kort mogelijke tijd met de
lasso te vangen en te vloeren, een job
waar heel wat vakkennis en moed bij
komt kijken. Ter verhoging van de span
ning wordt er bovendien een aantal stie
ren tussen de kudde gedreven die soms
halt en front maken om hun belagers te
lijf te gaan. Man en paard moeten dus niet
bepaald voor een kleintje vervaard zijn om
aan deze opwindende sport deel te nemen.
Hoogtepunt van dit onderdeel is het stier
rijden. Op een gegeven ogenblik springt ee
cowboy van zijn paard over op de grootste
In volle rengalop lasseert een cowboy
een hollende koe.
J V
en wildste stier in de kudde, die hij te
voren een korte lasso om de horens ge
worpen heeft. De woedende stier doet alle
mogelijke moeite, zijn berijder af te wer
pen, maar de man klemt zijn sterke be
nen als een schroef om de stierenrug en
slaagt er meestal in, enkele minuten te
blijven zitten. Dan brengt hij zich met een
haastige sprong in veiligheid, want als het
dier hem afwerpt bestaat er alle kans dat
hij zijn belager daarna met de vlijmscher
pe horens gaat bewerken.
Ongelukken van die aard gebeuren er
echter zelden of nooit, zelfs niet met het
nog veel riskanter „buck-jumping" waar
bij de cowboy een „bronco" een jong,
ongetemd paard, een ongebreidelde „orgie
van wildheid" moet berijden en „bre
ken". Slaagt hij erin, op het bokkende
paard te blijven zitten, dan geeft het dier
meestal na een minuut of wat de strijd
op en berust in zijn lot. Maar voor het
zover is, heeft de man al menig benauwd
ogenblikje meegemaakt: de bronco springt
met alle vier de benen soms meters hoog
in de lucht en wringt zich daarbij in de
onmogelijkste bochten. Als apotheose komt
dan ten slotte de huifkarrenwedstrijd,
waarbij acht tot tien spannen de karren
elk met vier briesende paarden bespan
nen een aantal rondjes rijden om het
met tonnen afgebakende middenveld. Het
parkoers omvat, behalve de gewone boch
ten, altijd een of meer ingewikkelde acht-
bochten, waarbij de deelnemers dus in vol
le vaart eikaars pad kruisen. En er komt
34. „Ziezo," mompelde Carlos, nadat hij de bom onder
de stoel had geplaatst, „nu zal Xapotapetl worden ver
lost van de volksonderdrukker Fidelio. Over enkele tel
len barst de bom en zal er geen levend wezen meer in
deze hut zijn!1' Joris, die deze woorden opving, ontstel
de hevig, want hij was tenslotte ook een levend wezen
in de bedreigde hut! „Enkele tellen! Dat is krap!"
dacht hij. En in paniek stoof hij naar buiten. De schrik
gaf hem vleugels, zodat hij Carlos met een vaart voorbij
ging. De kleine vrijheidsstrijder keek verbaasd op toen
hij Joris uit de hut zag stuiven, waarin hij alleen Fidelio
waande. Het maakte hem ook wantrouwend. „Wat deed
jij in de hut van de volksonderdrukker?" vroeg hij,
achter Joris aanhollend. „Ik kwam er met hetzelfde
oogmerk als gij!" hijgde Joris. „Om ons geliefd Xapo
tapetl van de volksonderdrukker te bevrijden. Ik wilde
hem uit de patrijspoort werpen, maar Uw plannetje is
beter. Véél beter!"
De kampioen-buckjumper in actie op
een bokkende „bronco".
pen en „doughnuts" die zij, met grote kom
men dampende koffie, gratis aan het pu
bliek aanbieden.
DE VOLGENDE DAGEN is de stad vol
drukte en vertier: muziekkorpsen maken
rondgangen, de verklede inwoners dansen
op straten en pleinen met de toeristen,
amateur-cowboys tonen hun behendigheid
in lassowerpen, guitaarspel en hillbilly-
zang. Dat gaat zo door tot de grote dag
is aangebroken, de dag van de Stampede,
en het legt de Calgarians geen windeieren.
Men heeft berekend, dat de restaurants en
winkels in die week een omzet hebben,
gelijk aan twee maanden van hun norma
le verkopen.
OOK DE COWBOYS verdienen er een
aardig duitje aan. De meesten van hen
zijn echte „showmen" geworden, zij rei
zen van rodeo naar rodeo en dat is een
profitabele business: de kampioenen ma
ken zo'n tweehonderdduizend dollar per
jaar schoon! Sinds enkele jaren kunnen
deze rodeorijders nu ook opgenomen wor
den in de vakbond van koeienhoeders, die
de rechten en plichteif der cowboys om
schrijft en hun dokters- en ziekenhuis
rekeningen betaalt, als er iets met hen ge
beurt. De echte „showriders" evenwel zijn
veelal georganiseerd in het Theatre Guild,
de vakvereniging voor toneelspelers, film
acteurs e.d. En terecht, want op hun ma
nier zijn zij ook artiesten.
Advertentie
t.o. Damstr. en Teylermuseum
De keur-collectie op meubelgebied
wordt daar geëxposeerd.
KLASSIEK en MODERN- oa.:
ARTIFORT - FORMULE
COJA TESSI PROPOS
en vele andere
Eigen werkplaatsen
Allround service
Gemakkelijk parkeren
Complete Interieurverzorging
Ged. Oude Gracht 108-110
Telefoon 13608 17165
64-65 Wobbo stopte z'n eigen ouwe hoed
je in de tas en zette de gevonden hoed
op.
Nou, zei hij opgewekt. Daar gaan we
dan maar weer. Misschien zullen de men
sen nu wel naar mijn muziek luisteren, nu
ik er zo netjes uitzie.
En zo stapte Wobbo met nieuwe hoed
verder, het bos door. Hij had wel honger,
want alles, wat zijn grootmoeder hem had.
meegegeven, was op. Maar toch voelde hij
zich weer wat opgewekter; dat zou wel
komen door de mooie hoed.
Opeens bleef Wobbo staan, hij stak z'n
hand uit en keek omhoog. Ja, hij had het
goed gevoeldhet begon te regenen.
61. Halen jullie altijd iedere boot over de waterval heen? vraagt Volle, als
ze wegvaren, in ieder geval bedanken we jullie hartelijk! Ja maar, zeggen
Oli en Fant, eens hopen we het zover te hebben, dat het niet meer nodig is!
Kijk maar: we hogen de rivier op, met tobbes water! Als jullie hier over
heel veel jaartjes nog eens langs komen, dan loopt de rivier vast ook hier
boven!