Kunst uit Zwedens Gouden Eeuw „Willem Beukelsz" terug na proeven met kikvorsman Concert van Anjerfonds Vakantietijd: drukke dagen voor beheerder van Kerbert-asiel Spapjaard sprong na ruzie met kapitein overboord VOOR AUTORIJLES Romantiek is voorbij in het reddingwezen Het vliegtuigincident op Curacao Stapelloop van Prins Bernhard's motorjacht Twee doden in het verkeer Drenkeling werd niet gevonden Provincie Utrecht doet beroep op de Kroon ZATERDAG 17 JUNI 1961 Bob Buys A. J. v. LENT's AUTOMOBIELBEDRIJVEN Piloten mogen terug naar Venezuela WEEKABONNEMENTEN „De ooievaar doet zijn best" INCIDENT OP NEDERLANDSE COASTER m m-< De kwestie-Soesterberg TOT 17 SEPTEMBER is in het Rijksmuseum „Kunst uit Zwedens gouden eeuw" te zien. Deze expositie kan beschouwd worden als een antwoord op de tentoonstellingen van Hollandse kunstnijverheid uit de 17e eeuw, die in 1959 te Stockholm gehouden werd. Zwedens gouden eeuw, dat is de 18de eeuw, voor de Zweden de eeuw van Carl von Linné. Von Linné is de Nederlanders beter bekend onder de naam Linnaeus, de natuurvorser, die te Harderwijk promoveerde en lange tijd in ons land werkte. Over Zwedens gouden eeuw vertelt dr. Gustaf Nasström ons een en ander in de catalogus van deze tentoonstelling. „Twee pistoolschoten omlijsten een tijdperk", schrijft hij. In het begin van de 18e eeuw was Zweden in oorlog met Noorwegen. Door een pistool schot viel koning Karei XII bij Frederikshald in Noorwegen. In 1792 werd koning Gustaaf III op het toneel van de opera te Stockholm door een pistoolschot getroffen. Aan het begin der eeuw stond een krijgsman, aan het eind een estheet, die wordt be schouwd als stichter van een toneeltraditie, waarop men in Zweden nog bouwt. Hij was nog maar net koning geworden, of hij zond Franse acteurs naar huis met het oog merk de Zweden zelf te laten optreden. Later bleken Franse artiesten toch nodig om de Zweden het vak te leren. GUSTAAF III deed echter meer dan or ganiseren. Hij ont wierp opera's en schreef toneelstuk ken. Prof. dr. A. G. K. 3eijer, hoofddirecteur van het theatermu seum te Drottning- holm vertelt in de ca talogus meer over Gustaafs activiteiten. Onder meer dat de koning zou gezegd hebben: „Er zijn maar twee personen met fantasie hier in 't land, ik zelf en Desprez". De archi tect en schilder Louis •Jean Desprez (1737- 1804) was door de ko ning naar Zweden ge roepen om decorateur aan de opera van Stockholm te worden. Deze Fransman is ook als architect in Zwe den opgetreden. Een der meest beziens waardige stukken van deze tentoonstelling is Desprez' decor voor het eerste bedrijf van Gustaaf Ill's en J. H. Kellgrens historische drama Koningin Christina, welke fi guur ook aanleiding werd tot een film zo veel later, waarin wij Greta Garbo in de hoofdrol ontmoetten. Het is moeilijk te spreken van een mooi decor. Onze opvat tingen veranderden. Maar het is een uit voerig gedetailleerd doek van een groot, feestelijk en verlicht exterieur van een pa leis, knap in elkaar gezet wat betreft teke ning. Een theaterminnaar mag hierom deze expositie niet missen. Van Desprez ontmoet men verder nog enkele ontwerpschetsen. ZWEDEN WAS in de 18e eeuw sterk op Frankrijk gericht. Men haalde Fransen naar eigen land, Zweedse artiesten stu deerden in Frankrijk, bleven daar zelfs werken. Gezien de expositie kan men zich dat een beetje voorstellen. Zweden gaan tegenwoordig trouwens nog graag naar Frankrijk. Want hoe geïnteresseerd men in Zweden ook moge zijn in kunst, het geestelijk klimaat moet moeilijk zijn voor de beoefenaars der beeldende kuns ten; misschien door het klimaat in bredere zin, of mogelijk het licht, beter het gebrek aan licht Een feit is dat wat betreft de schilder- en beeldhouwkunst deze exposi tie moeilijk een evenement genoemd kan worden en het Rijksmuseum eigenlijk niet waardig is. Men sprak trouwens van een antwoord op een Nederlandse expositie en niet van een ruil. Dr. Bo Wennberg van het Zweedse „Nationalmuseum" heeft het in de catalogus over het merkwaardige feit, „dat de Zweedse kunst in de 18e eeuw een rijke en veelzijdige bloei heeft kunnen bereiken." Het zal wel waar zijn voor Zweden, maar Nederlanders met de resultaten van eigen gouden eeuw en met ervaringen in het Louvre kunnen moeilijk gegrepen zijn door de Zweedse beeldende kunst. Dr. A. van Schendel, hoofddirecteur van het Rijksmuseum vermeldt in zijn voor woord tot de catalogus dat wie een be paald deel van de beeldende kunst in de historie leerde minnen altijd gevoelig is voor de doorwerking daarvan en blij ver wonderd met variaties, die elders onder die invloed ontstonden. Maar zc losge maakt van het land van herkomst blijft keek in Nederland het werk van Dou, Met- su en Van Ostade. Hij is een kroniek schilder van zijn tijd geweest. Hij schil derde het interieur van mijnen en smede rijen, en daarmee toonde deze realist zich een andere figuur, die nochtans niet uit steekt boven zijn confraters. Een voor Zweden belangrijk beeldhou wer is J. T. Sergei (1740-1814), die zich steeds op de antieken heeft gericht. Men ontkomt niet aan het gevoel, dat Sergei meer op het uiterlijk van zijn door hem bewonderde voorbeelden gericht was, dan dat begrip werd getoond voor echte prin cipes. Vergeleken met de Franse beeldhou wer Houdon, een jaar later geboren, is hij naar mijn smaak beslist vervelend te noe men. Van hem ontmoeten we ook verschil lende tekeningen, die misschien meer boei en. Van een daarvan gaf men in de cata logus geen nader commentaar. Ik ontkom niet aan de indruk te doen te hebben met .de buitenlander, die meent dat hij zich in Frankrijk te buiten mag gaan aan grap jes, die in eigen land niet tot de bon ton behoren." Nu maakt zo een tekening deze expositie wel levendig, omdat we kunnen denken aan eigen remmen in ook een Noordelijk land, ons eigen land. HET IS MET DEZE Zweedse kunst als met zoveel Nederlandse kunst van voor de laatste wereldoorlog: of we bleven min of meer provinciaal, of we moesten ons rich ten op het beste van de „Ecole de Pa ris", om te hopen mee te kunnen praten. Wij hadden echter het voordeel van een eigen gouden eeuw, wgarin we bestonden op eigen kracht. Duidelijk is dat voor Zwe den alles in de ontwikkeling van de beel dende kunst moeilijker genoemd kan wor den. Hier blijkt dat Zweden, ook om an dere redenen dan zijn werk, een belang rijk kunstenaar had in de schilder Anders Zom, die de schenker is van Roslins por tret van Vernet aan het Nationalmuseum. Men moet deze expositie, waarop we ook veel produkten van gebonden kunst ontmoe ten, zien in verband met een algemene, over de hele Westeuropese wereld strek kende ontwikkeling. Dan is het een inte ressante expositie. Wie uit is op de grootste kwaliteit zal er minder bevrediging vinden. „De dame met de sluier' Zweed A. Roslin. van de Advertentie Wijk aan Zeeërweg 107 - Umuiden Tel. 4360 - 8210 Vondellaan 5 - Beverwijk Tel. 3223 - 5052 (02510) De zogenaamde romantische tijd van het reddingwezen is voor goed voorbij. Het is een technische perfect geoutilleerde orga nisatie geworden, die aan eisen moet vol doen, waarvan vroeger geen sprake kon zijn. Moed, zeemanschap en opofferingsge zindheid zijn echter voor de redders van deze tijd even onmisbaar als voorheen, zo staat in het jaarverslag over 1960 van de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij te lezen. De reddingboten en reddingstations kwa men het vorige jaar 104 maal in actie, waarvan elf maal na loos alarm. In 1960 werden de motorreddingboot „Carlot" en de motorreddingvlet „Oudendijk" aan de vloot toegevoegd. In het jaarverslag wordt voldoening uitgesproken over het feit dat de paraatheid van de «rganisatie aan ho ge eisen heeft voldaan. Het aantal zogenaamde „redders aan de wal" is gestegen tot 41.000. Men verheugt zich bovendien in een groeiende belang stelling van de jeugd. De totale opbrengst van de busjes en reddingbootjes bedroeg in 1960 ruim 20.000 gulden, waarvan ƒ4670 aan boord van Scheveningse vissersvloot en 4263 aan boord van de Katwijkse vis sersvloot, aldus het jaarverslag dat in het juni-nummer van het orgaan van de K N.Z H.R.M. „De Reddingboot" is versche nen. deze expositie een wat benauwde indruk maken. WIJ LEZEN DAN in de catalogus dat een belangrijk deel van de beste presta ties der Zweedse schilders in het buiten land ontstond. Frankrijk en Italië gaan hierin vooraan. Van de voor mij dan meest aantrekkelijke figuren noem ik G. Desma rées (1697-1776die aan verschillende Duit se hoven werkte en nog in Amsterdam werkzaam was. Hij is de auteur van een goed vrouweportret op deze tentoonstel ling. C. G. Pilo (1711-1793) is van grote invloed geweest in Denemarken. Hij moet opgeleid zijn in het schildersvak, maar wordt „overigens autodidact" genoemd(?) In enkele zijner portretten zat voor mij wel iets plezierigs, kan van vakbekwaam heid worden gesproken, maar toch is men geneigd tot enige 'critiek. En dan beséft mén het verschil van zo'n sC'hildër "mét tijdgenoten en directe voorgangers uit gro tere scholen in andere landen. A. Roslin (1718-1793), die in Frankrijk ge protegeerd werd door de Franse schilder Boucher, is waarlijk een grotere figuur, aan wie men zich mag refereren. Hij heeft nog gewerkt voor de als Christina van Zweden beroemde Catherina II van Rus land. Men moet zich op deze expositie los weten te maken van hetgeen men vóór Roslins werk bekeek. Dan erkent men prachtig schilderen in het portret van Ba rones de Neubourg-Cromière, waarin grij zen en roze's zich heerlijk afwisselen. Wel denkt men direct aan Velasquez (en dat is een compliment), die echter die kleu rencombinatie veel heerlijker schilderde. Dat Roslins „Dame met de sluier" een populair te noemen schilderij is, begrijpen we direct. Het mag onze waardering niet verminderen. Hier werd zeer stellig ge schilderd, zeer positief een kleurgeving ge steld. Het werk heeft in zijn manier van doen een zekere nuchterheid die tegen woordig verboden lijkt te zijn, maar naar mijn smaak een voorbeeld is van hoe bet toch eigenlijk zou moeten: streven naar de grootste zekerheid van uitdrukken met de hoop op wat men we! noemt „de god delijke vonk". Het pleit voor Roslin en het is te begrijpen, dat hij in de Franse schil der Claude Joseph Vernet (1714-1789) een vriend vond, van wie hij een portret mocht schilderen, dat tot het beste van de ze expositie behoort. ZIJN DE MEESTE der hier vertegen woordigde figuren vooral ingesteld op de Rococo, een belangrijke uitzondering is Pehr Hilleström de Oude (1732-1816). Hij studeerde bij de Fransman Chardin en be- WILLEMSTAD (Curagao—UPI) Na overleg met leden van zijn kabinet, de Ne derlandse ambassadeur in Caracas dr. Boon, en de Venezolaanse consul in Wil lemstad, heeft de premier van de Neder landse Antillen, de heer Jonckheer, beslo ten dat de piloot en de tweede piloot van het op de Nederlandse Antillen tot landen gedwongen Venezolaanse vliegtuig, Chiri nos en Fuerte, naar huis kunnen terugke ren. Kapitein Carlos Tallardat, de man die op Antilliaans grondgebied een vuurwapen gebruikte, zal voorlopig in Willemstad moeten blijven, hangende het onderzoek Wat betreft de zeven ontsnapte gevange nen uit Venezuela, kan omtrent hun lot nog niets met zekerheid worden gezegd. De heer Jonckheer zei dat ze nog niet in vrij heid gesteld zouden worden. Op de protest nota die de regering van de Antillen heeft gezonden aan de regering in Caracas over de schietpartij op Antilliaanse bodem, is nog geen antwoord ontvangen. Tien doden. Gisteren zijn te Koemboergaz in Turkije tien personen om het leven gekomen toen de bus waarin zij reisden in botsing kwam met een vrachtwagen Tien anderen liepen verwondigen op. igtk. --VS De duiker, Gerard Takken, stapt met een zuur stof cylinder van boord. In besloten kring alleen de techni sche commissie en de bouwers zullen daar bij aanwezig zijn, zal 20 juni op de werf van de n.v. Nicolaas Witsen en Vis te Alkmaar het motorjacht, dat daar voor Prins Bernhard in aanbouw is, in zijn ele ment worden neergelaten. Enige plechtig heid zal daaraan niet verbonden zijn. De symbolische overdracht van dit geschenk van het Nederlandse bedrijfsleven zal ge schieden op de vijftigste verjaardag van de Prins op 29 juni. De werkelijke over dracht zal pas in juli, als het motorjacht geheel klaar is, plaats hebben. WITTE KRUIS HEEMSKERK. De Heemskerkse afdeling van Het Witte Kruis houdt maandag 19 juni in haar wijk- gebouw de jaarvergadering. Een belang rijk punt van de agenda voor de verkiezing van een voorzitter, wegens het vertrek van dr. J. F. Dikkenberg naar elders. Zoals U bekend is, viert op 29 juni Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bern hard zijn 50e verjaardag. Er is daar om ditmaal een bijzondere reden Uw aandacht te vragen voor de jaarlijkse actie van het Anjerfonds. Deze actie immers staat dit jaar geheel in het te ken van het kroonjaar, dat onze Prins bereikt. Het Prins Bernhard Fonds, waarvan de regionale Anjerfondsen deel uit maken, verkreeg na de oorlog een be langrijke culturele taak in ons land. Een culturele taak, waarbij beoogd werd de geestelijke weerbaarheid van ons volk te versterken. Dat hierbij de bij zondere aandacht valt op het eigene van land en gewest spreekt vanzelf en Js opk...gebleken uit de hulp, .welke in de jaren na de oorlog -op zo verschil lend terrein kon worden geboden. Wilt U voorbeelden? Het woord cultuur is immers zo algemeen Hier zijn er enkele: steun aan het werk in de dorpshuizen, aan manifestaties al of niet van meer dan plaatselijk belang op het gebied van muziek (o.a. aan het Orgelconcours te Haarlem), toneel en dans, bij de restauratie van gebouwen, terwijl daarnaast ook steun verleend werd bij de aankoop van speeltuinwerk- tuigen, enz. Bij dit alles staat de bevordering van de zelfwerkzaamheid voorop. In het kader van de Anjeractie 1961 zal op de verjaardag van de Prins, 29 juni a.s., te Haarlem des avonds te 20.15 uur een concert worden gegeven door het Noordhollands Philharmonisch Orkest. Aan dit concert, dat onder lei ding zal staan van Henri Arends, zal solistische medewerking worden ver leend door de beroemde pianist Eduar- do del Pueyo. Als bijzondere attractie wordt een speciale grammafoonplaat, de z.g. „Plaat van de Prins", met o.a. het pianoconcert van Tschaikowsky, dat op deze avond zal worden uitgevoerd, gratis aangeboden bij aankoop van 2 entreebewijzen, Gaarne beveel ik deze aantrekkelijke avond in ieders belangstelling aan. U kunt Uw waardering voor het werk van het Anjerfonds Noordholland tonen door oaar dit concert te gaan, waarvan de opbrengst .ten goede zal komen aan het Anjerfonds Noordholland. ..rk 9j De Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, voor zitter van het Anjerfonds Noord holland, Dr. M. J. Prinsen Wederom'is er een proef met een kik vorsman genomen in de Noordzee. Vrij dagavond om half zeven meerde de „Willem Beukelsz", het visserij-onder zoekingsvaartuig, langszij van het hospi taal-kerkschip „De Hoop" in de vissers haven. Een vermoeide duiker, de 26- jarige Gerard Takken van Wijnands Duikbedrijf te Amsterdam, stapte van boord. „Zeeziekte is maar beroerd" ont hulde hij, blij weer aan de wal te zijn. Takken had niet zo'n gemakkelijke mid dag achter de rug. Hij had aan een net moeten hangen, dat met een driemijlsvaart door het water werd gesleept, en dat had hij maar vijf minuten vol kunnen houden. Toen hadden zijn verkrampte vingers los moeten laten. „Het is nu wel duidelijk" zei dr. M. Roessingh van het visserijlaboratorium ons gisteren „het werken met een enkele duiker heeft geen zin meer." Het werken met normale snelheden blijkt voor een aan het net hangende duiker te veel te zijn. Men zal nu overgaan tot het werken met een onderwaterslede, waarop de duiker zich kan uitstrekken, en waarmee hij zich naar alle kanten kan begeven, zij het in de vaarrichting van het schip. Kikvorsman Takken, die eerder in Pa kistan had gedoken en daar bij een veel helderder licht dan hier meegeholpen had aan de afwerking van een haven, had veel gezien op de bodem van de zee. Hij zag hoe de platvissen schrokken van de nade ring van het net, omhoog zwommen maar tenslotte vermoeid raakten en dan in het net terecht kwamen. Maar het was hem wel opgevallen, dat de mazen van het net bijzonder sterk wer den samengetrokken, zodat men een haak nodig had om een opening te krijgen. Wat zijn de conclusies geweest van dr. Roessingh? „We hebben opnieuw kunnen constate ren" vertelde hij, „dat het Nederlandse kustgebied geschikt is voor kikvorsman nen. Het zicht en de bodemconditie zijn goed. Het werken met een alleenzwemmende duiker is echter eigenlijk niet verantwoord gebleken. Hij heeft vrijdagmiddag vijf mi nuten aan een net gehangen, dat op volle snelheid lag, maar langer hield hij het niet vol. We hadden een bouwplan voor een slee, die we dan eerst in een sleeptank zouden onderzoeken. Maar toen we daar mee be zig waren kregen we een rapport over Noorse duikers, die al met zo'n slee had den gewerkt en met succes. Met de Noor se slee kan de man een bepaald traject afzoeken. We wilden de slee nog hierheen halen, maar het was al te laat, omdat deze trip vast was gelegd. Volgende keer zullen we echter beslist met deze slee gaan wer ken. Het is ook opgevallen dat de hoeveel heid zand, die opwarrelt, enorm veel gro ter is bij hoge snelheid. De bedoeling was om ook de haring- trawl te proberen, maar de viermijlssnel- heid, die daarbij nodig is, zou te gevaar lijk zijn geweest. Volgend jaar. met de slee, zal dat ongetwijfeld wel gebeuren."' Bij Roermond op de rijksweg naar Horn is een personenwagen uit Vlaardingen bij een inhaalmanoeuvre in frontale botsing gekomen met een Duitse vrachtauto uit Düsselforf. De 34-jarige bestuurder van de personenwagen C. Lichtendahl uit Vlaar dingen, was op slag dood. Zijn wagen werd volkomen vernield. De Duitse vracht autochauffeur had de tegenligger zien aan komen en remde nog uit alle macht, maar kon de botsing niet voorkomen. Daarbij kwam de zware wagen met aanhanger op de linkerkant van de weg waar hij kantel de. De bestuurder, de heer S. uit Düssel- dorf, werd licht gewond, evenals zijn bij rijder. Het stoffelijk overschot van het slachtoffer en beide gewonden zijn naar het ziekenhuis te Roermond overgebracht. Op de Roermondse weg te Meyel is de 75-jarige mevrouw J. van Heugten uit Meyel bij het oversteken door een auto bus overreden en op slag gedood. ooooooooooooexsoooooooooooooooooooooooooooesooooooooooco dienen uiterlijk op woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op donder dag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE cboooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooö „Liefe oppasser, wilt u dit briefje geven aan de swarte ooievaar? Ik wil zo graag een swart broertje hebben." Zo schreef „Bobbie, 6 jaar" aan de Diergaarde in Rotterdam. Het gebeurt nogal eens dat de ooievaars in „Blij- dorp" post krijgen. Liefe ooievaar, schreef „Mary-Ann", „ik ben gauw jarig. Ik wil zo graag een zusje hebben. Ik heb al vier kleer tjes voor ons babytje. Anne-Marie moet het heten De secretaresse van de diergaarde schrijft alle gegadigden trouw terug: We hebben het doorgegeven aan de ooievaar. HU kan niets beloven, maar zal z'n best doen Een Spaanse opvarende van de 500 ton metende Delizijlse coaster „Markab" is donderdag na een woordenwisseling met kapitein Oortwijn voor de Deense kunst over boord gesprongen. Hij had een mes getrokken. „Geef mij dat mes maar," be val de gezagvoerder. „Nooit" antwoordde de Spanjaard „ik spring liever over boord". Hij draaide zich om en sprong inderdaad... Ka'pitein Oortwijn liet onmiddellijk de coaster bijdraaien, zond een noodsein over zijn radio uit kreeg assistentie van ande re schepen en bleef uren zoeken naar de matroos Manuel Vladrez-Outon. Later werd zelfs nog een vliegtuig ingeschakeld bij de Voor de asielbeheerder, de heer A. Kruis wijk in IJmuiden-Oost is de drukke tijd nu al aangebroken. De mensen die met va kantie gaan geven hem voor hun vertrek de huisvriend: poes of hond. Meneer Kruiswijk verzorgt de dieren dan terwijl ergens in het zonnige zuiden pa en moe aan 't pot verteren zijn. De beheerder van het Velsense Kerbert- asiel aan de Heerenduiriweg heeft het er in ieder geval heel druk mee. De honden hokken zitten vol en buiten, binnen de af rastering, blaffen de honden iemand ge woon doof. De mannetjeshonden zijn ge scheiden van de vrouwtjes, dat wel, maar ze kunnen elkaar heel goed zien en horen. Als er een begint is dat het teken tot het dagelijks „hondenconcert". Dat klinkt niet bepaald lieflijk. De bees ten zelf zijn ook niet altijd even vriende lijk tegen elkaar. Soms ontstaat er een vechtpartij en dan is het zaak dat meneer Kruiswijk ingrijpt. Dat doet hij dan ook. Hij pakt de onrustzaaier op een deskundi ge manier beet en draagt hem (of haar, ofschoon vrouwtjes zich rustiger gedragen dan mannetjes) naar het hok om daar even af te koelen. In het Kerbert-asiel verblijven thans heel wat pension-gasten, zoals de huisdie ren worden genoemd die hier verblijven tijdens de vakantie van hun baas. Er zijn ook zwervers bij. De katten gedragen zich heel wat rustiger dan de honden. Ze zitten te dutten in het zonnetje achter het gaas, spelen wat met elkaar en blijken goede maatjes te zijn met een jong hondje. Hier geen haat en nijd gelukkig. De asielbeheerder heeft de wind eron der. Als de honden steeds maar blijven blaffen, schreeuwt hij één keer en het is meteen stil. Maar na een tijdje beginnen ze natuurlijk weer, klimmen op de hok ken en blaffen kwispelstaartend, in allebij de kampen. Want een mannetje is maar een mannetje en een vrouwtje maar een vrouwtje reddingsactie, die echter geen succes had, aldus de reder van de Markab. Kapitein Oortwijn besloot, de haven Trel- leborg in Zuid-Zweden aan te doen, omdat inmiddels twee andere Spaanse beman ningsleden ook een vreemde houding be gonnen aan te nemen. Een van hen dreig de eveneens van boord te springen. In Trelleborg heeft de gezagvoerder beide matrozen overgegeven aan de politie. Het tweetal diende toen plotseling een klacht in tegen de kapitein. Hij zou hun landgenoot Manuel over boord gegooid hebben. De Spanjaarden hadden dit welis waar niet gezien, maar hielden hardnekkig aan hun verklaring vast. Ooggetuigen be vestigden daarentegen dat Manuel zelf over de railing gedoken was. De Spanjaard, aldus de Delfzijlse reder van de „Markab" had een dag tevoren al ruzie gemaakt met de kapitein en ande re bemanningsleden. Men had hem op dracht gegeven zich te verschonen, omdat Manuel zich als een eerste klas „vuil poets" gedroeg. De Spanjaard beschouwde die opdracht als een belediging en trok een mes. Men wist hem te ontwapenen waarna Manuel de wal opging. De coaster lag op dat moment in de haven van Cas- trup bij Kopenhagen. Door de politie werd de dolleman weer aan boord gebracht van de Markab. Hij hield zich toen voorlopig rustig, maar trok donderdag de coaster was inmiddels uitgevaren opnieuw een mes, dat hij vermoedelijk uit de kombuis ontvreemd had. Kapitein Oortwijn wilde hem opnieuw ontwapenen. Toen sprong Manuel... De ka pitein heeft in Trelleborg rapport uitge bracht aan de politie. Gedeputeerde staten van Utrecht zullen in beroep gaan bij de Kroon tegen de be slissing van de staatssecretaris van Defen sie, waarbij vliegveld Soesterberg opnieuw als militair luchtvaartterrein is aange wezen. In een brief aan de provinciale staten herinneren Gedeputeerden aan het advies van de commissie ad hoe, waarin de mi nister werd ontraden, Soesterberg opnieuw aan te wijzen als militair luchtvaartter rein. Ook zou, volgens de commissie terzake contact moeten worden opgenomen met de minister van Sociale Zaken en Volksge zondheid en met de raad voor de ruimte lijke ordening uit de ministerraad. Het blijkt nu, dat Defensie geen contact heeft opgenomen met de minister van So ciale Zaken en Volksgezondheid, evenmin als met de raad voor de ruimtelijke orde ning. Een beslissing in deze zaak, aldus Ge deputeerde Staten, is van te groot belang, dan dat zou kunnen worden volstaan met het inzicht van de staatssecretaris van De fensie. Reeds hierom achten Gedeputeer den een beroep op de kroon urgent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 7