Kunst uit Zwedens Gouden Eeuw
„Willem Beukelsz" terug na
proeven met kikvorsman
Concert van Anjerfonds
Vakantietijd: drukke dagen voor
beheerder van Kerbert-asiel
Spapjaard sprong na ruzie
met kapitein overboord
VOOR AUTORIJLES
Romantiek is voorbij
in het reddingwezen
Het vliegtuigincident
op Curacao
Stapelloop van Prins
Bernhard's motorjacht
Twee doden in
het verkeer
Drenkeling werd
niet gevonden
Provincie Utrecht
doet beroep op
de Kroon
ZATERDAG 17 JUNI 1961
Bob Buys
A. J. v. LENT's
AUTOMOBIELBEDRIJVEN
Piloten mogen terug naar
Venezuela
WEEKABONNEMENTEN
„De ooievaar doet
zijn best"
INCIDENT OP NEDERLANDSE COASTER
m m-<
De kwestie-Soesterberg
TOT 17 SEPTEMBER is in het Rijksmuseum „Kunst uit Zwedens gouden eeuw" te
zien. Deze expositie kan beschouwd worden als een antwoord op de tentoonstellingen
van Hollandse kunstnijverheid uit de 17e eeuw, die in 1959 te Stockholm gehouden
werd. Zwedens gouden eeuw, dat is de 18de eeuw, voor de Zweden de eeuw van Carl
von Linné. Von Linné is de Nederlanders beter bekend onder de naam Linnaeus, de
natuurvorser, die te Harderwijk promoveerde en lange tijd in ons land werkte. Over
Zwedens gouden eeuw vertelt dr. Gustaf Nasström ons een en ander in de catalogus
van deze tentoonstelling. „Twee pistoolschoten omlijsten een tijdperk", schrijft hij. In
het begin van de 18e eeuw was Zweden in oorlog met Noorwegen. Door een pistool
schot viel koning Karei XII bij Frederikshald in Noorwegen. In 1792 werd koning
Gustaaf III op het toneel van de opera te Stockholm door een pistoolschot getroffen.
Aan het begin der eeuw stond een krijgsman, aan het eind een estheet, die wordt be
schouwd als stichter van een toneeltraditie, waarop men in Zweden nog bouwt. Hij
was nog maar net koning geworden, of hij zond Franse acteurs naar huis met het oog
merk de Zweden zelf te laten optreden. Later bleken Franse artiesten toch nodig om
de Zweden het vak te leren.
GUSTAAF III deed
echter meer dan or
ganiseren. Hij ont
wierp opera's en
schreef toneelstuk
ken. Prof. dr. A. G. K.
3eijer, hoofddirecteur
van het theatermu
seum te Drottning-
holm vertelt in de ca
talogus meer over
Gustaafs activiteiten.
Onder meer dat de
koning zou gezegd
hebben: „Er zijn
maar twee personen
met fantasie hier in
't land, ik zelf en
Desprez". De archi
tect en schilder Louis
•Jean Desprez (1737-
1804) was door de ko
ning naar Zweden ge
roepen om decorateur
aan de opera van
Stockholm te worden.
Deze Fransman is ook
als architect in Zwe
den opgetreden. Een
der meest beziens
waardige stukken van
deze tentoonstelling
is Desprez' decor voor
het eerste bedrijf van
Gustaaf Ill's en J. H.
Kellgrens historische
drama Koningin
Christina, welke fi
guur ook aanleiding werd tot een film zo
veel later, waarin wij Greta Garbo in de
hoofdrol ontmoetten. Het is moeilijk te
spreken van een mooi decor. Onze opvat
tingen veranderden. Maar het is een uit
voerig gedetailleerd doek van een groot,
feestelijk en verlicht exterieur van een pa
leis, knap in elkaar gezet wat betreft teke
ning. Een theaterminnaar mag hierom deze
expositie niet missen. Van Desprez ontmoet
men verder nog enkele ontwerpschetsen.
ZWEDEN WAS in de 18e eeuw sterk op
Frankrijk gericht. Men haalde Fransen
naar eigen land, Zweedse artiesten stu
deerden in Frankrijk, bleven daar zelfs
werken. Gezien de expositie kan men zich
dat een beetje voorstellen. Zweden gaan
tegenwoordig trouwens nog graag naar
Frankrijk. Want hoe geïnteresseerd men
in Zweden ook moge zijn in kunst, het
geestelijk klimaat moet moeilijk zijn
voor de beoefenaars der beeldende kuns
ten; misschien door het klimaat in bredere
zin, of mogelijk het licht, beter het gebrek
aan licht Een feit is dat wat betreft de
schilder- en beeldhouwkunst deze exposi
tie moeilijk een evenement genoemd kan
worden en het Rijksmuseum eigenlijk niet
waardig is. Men sprak trouwens van een
antwoord op een Nederlandse expositie en
niet van een ruil. Dr. Bo Wennberg van
het Zweedse „Nationalmuseum" heeft het
in de catalogus over het merkwaardige
feit, „dat de Zweedse kunst in de 18e
eeuw een rijke en veelzijdige bloei heeft
kunnen bereiken." Het zal wel waar zijn
voor Zweden, maar Nederlanders met de
resultaten van eigen gouden eeuw en met
ervaringen in het Louvre kunnen moeilijk
gegrepen zijn door de Zweedse beeldende
kunst.
Dr. A. van Schendel, hoofddirecteur van
het Rijksmuseum vermeldt in zijn voor
woord tot de catalogus dat wie een be
paald deel van de beeldende kunst in de
historie leerde minnen altijd gevoelig is
voor de doorwerking daarvan en blij ver
wonderd met variaties, die elders onder
die invloed ontstonden. Maar zc losge
maakt van het land van herkomst blijft
keek in Nederland het werk van Dou, Met-
su en Van Ostade. Hij is een kroniek
schilder van zijn tijd geweest. Hij schil
derde het interieur van mijnen en smede
rijen, en daarmee toonde deze realist zich
een andere figuur, die nochtans niet uit
steekt boven zijn confraters.
Een voor Zweden belangrijk beeldhou
wer is J. T. Sergei (1740-1814), die zich
steeds op de antieken heeft gericht. Men
ontkomt niet aan het gevoel, dat Sergei
meer op het uiterlijk van zijn door hem
bewonderde voorbeelden gericht was, dan
dat begrip werd getoond voor echte prin
cipes. Vergeleken met de Franse beeldhou
wer Houdon, een jaar later geboren, is hij
naar mijn smaak beslist vervelend te noe
men. Van hem ontmoeten we ook verschil
lende tekeningen, die misschien meer boei
en. Van een daarvan gaf men in de cata
logus geen nader commentaar. Ik ontkom
niet aan de indruk te doen te hebben met
.de buitenlander, die meent dat hij zich
in Frankrijk te buiten mag gaan aan grap
jes, die in eigen land niet tot de bon ton
behoren." Nu maakt zo een tekening deze
expositie wel levendig, omdat we kunnen
denken aan eigen remmen in ook een
Noordelijk land, ons eigen land.
HET IS MET DEZE Zweedse kunst als
met zoveel Nederlandse kunst van voor de
laatste wereldoorlog: of we bleven min of
meer provinciaal, of we moesten ons rich
ten op het beste van de „Ecole de Pa
ris", om te hopen mee te kunnen praten.
Wij hadden echter het voordeel van een
eigen gouden eeuw, wgarin we bestonden
op eigen kracht. Duidelijk is dat voor Zwe
den alles in de ontwikkeling van de beel
dende kunst moeilijker genoemd kan wor
den. Hier blijkt dat Zweden, ook om an
dere redenen dan zijn werk, een belang
rijk kunstenaar had in de schilder Anders
Zom, die de schenker is van Roslins por
tret van Vernet aan het Nationalmuseum.
Men moet deze expositie, waarop we ook
veel produkten van gebonden kunst ontmoe
ten, zien in verband met een algemene,
over de hele Westeuropese wereld strek
kende ontwikkeling. Dan is het een inte
ressante expositie. Wie uit is op de grootste
kwaliteit zal er minder bevrediging vinden.
„De dame met de sluier'
Zweed A. Roslin.
van de
Advertentie
Wijk aan Zeeërweg 107 - Umuiden
Tel. 4360 - 8210
Vondellaan 5 - Beverwijk
Tel. 3223 - 5052 (02510)
De zogenaamde romantische tijd van het
reddingwezen is voor goed voorbij. Het is
een technische perfect geoutilleerde orga
nisatie geworden, die aan eisen moet vol
doen, waarvan vroeger geen sprake kon
zijn. Moed, zeemanschap en opofferingsge
zindheid zijn echter voor de redders van
deze tijd even onmisbaar als voorheen, zo
staat in het jaarverslag over 1960 van de
Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche
Reddingmaatschappij te lezen.
De reddingboten en reddingstations kwa
men het vorige jaar 104 maal in actie,
waarvan elf maal na loos alarm. In 1960
werden de motorreddingboot „Carlot" en
de motorreddingvlet „Oudendijk" aan de
vloot toegevoegd. In het jaarverslag wordt
voldoening uitgesproken over het feit dat
de paraatheid van de «rganisatie aan ho
ge eisen heeft voldaan.
Het aantal zogenaamde „redders aan de
wal" is gestegen tot 41.000. Men verheugt
zich bovendien in een groeiende belang
stelling van de jeugd. De totale opbrengst
van de busjes en reddingbootjes bedroeg
in 1960 ruim 20.000 gulden, waarvan ƒ4670
aan boord van Scheveningse vissersvloot
en 4263 aan boord van de Katwijkse vis
sersvloot, aldus het jaarverslag dat in het
juni-nummer van het orgaan van de
K N.Z H.R.M. „De Reddingboot" is versche
nen.
deze expositie een wat benauwde indruk
maken.
WIJ LEZEN DAN in de catalogus dat
een belangrijk deel van de beste presta
ties der Zweedse schilders in het buiten
land ontstond. Frankrijk en Italië gaan
hierin vooraan. Van de voor mij dan meest
aantrekkelijke figuren noem ik G. Desma
rées (1697-1776die aan verschillende Duit
se hoven werkte en nog in Amsterdam
werkzaam was. Hij is de auteur van een
goed vrouweportret op deze tentoonstel
ling. C. G. Pilo (1711-1793) is van grote
invloed geweest in Denemarken. Hij moet
opgeleid zijn in het schildersvak, maar
wordt „overigens autodidact" genoemd(?)
In enkele zijner portretten zat voor mij
wel iets plezierigs, kan van vakbekwaam
heid worden gesproken, maar toch is men
geneigd tot enige 'critiek. En dan beséft
mén het verschil van zo'n sC'hildër "mét
tijdgenoten en directe voorgangers uit gro
tere scholen in andere landen.
A. Roslin (1718-1793), die in Frankrijk ge
protegeerd werd door de Franse schilder
Boucher, is waarlijk een grotere figuur,
aan wie men zich mag refereren. Hij heeft
nog gewerkt voor de als Christina van
Zweden beroemde Catherina II van Rus
land. Men moet zich op deze expositie los
weten te maken van hetgeen men vóór
Roslins werk bekeek. Dan erkent men
prachtig schilderen in het portret van Ba
rones de Neubourg-Cromière, waarin grij
zen en roze's zich heerlijk afwisselen. Wel
denkt men direct aan Velasquez (en dat
is een compliment), die echter die kleu
rencombinatie veel heerlijker schilderde.
Dat Roslins „Dame met de sluier" een
populair te noemen schilderij is, begrijpen
we direct. Het mag onze waardering niet
verminderen. Hier werd zeer stellig ge
schilderd, zeer positief een kleurgeving ge
steld. Het werk heeft in zijn manier van
doen een zekere nuchterheid die tegen
woordig verboden lijkt te zijn, maar naar
mijn smaak een voorbeeld is van hoe bet
toch eigenlijk zou moeten: streven naar
de grootste zekerheid van uitdrukken met
de hoop op wat men we! noemt „de god
delijke vonk". Het pleit voor Roslin en het
is te begrijpen, dat hij in de Franse schil
der Claude Joseph Vernet (1714-1789) een
vriend vond, van wie hij een portret
mocht schilderen, dat tot het beste van de
ze expositie behoort.
ZIJN DE MEESTE der hier vertegen
woordigde figuren vooral ingesteld op de
Rococo, een belangrijke uitzondering is
Pehr Hilleström de Oude (1732-1816). Hij
studeerde bij de Fransman Chardin en be-
WILLEMSTAD (Curagao—UPI) Na
overleg met leden van zijn kabinet, de Ne
derlandse ambassadeur in Caracas dr.
Boon, en de Venezolaanse consul in Wil
lemstad, heeft de premier van de Neder
landse Antillen, de heer Jonckheer, beslo
ten dat de piloot en de tweede piloot van
het op de Nederlandse Antillen tot landen
gedwongen Venezolaanse vliegtuig, Chiri
nos en Fuerte, naar huis kunnen terugke
ren. Kapitein Carlos Tallardat, de man die
op Antilliaans grondgebied een vuurwapen
gebruikte, zal voorlopig in Willemstad
moeten blijven, hangende het onderzoek
Wat betreft de zeven ontsnapte gevange
nen uit Venezuela, kan omtrent hun lot nog
niets met zekerheid worden gezegd. De
heer Jonckheer zei dat ze nog niet in vrij
heid gesteld zouden worden. Op de protest
nota die de regering van de Antillen heeft
gezonden aan de regering in Caracas over
de schietpartij op Antilliaanse bodem, is
nog geen antwoord ontvangen.
Tien doden. Gisteren zijn te Koemboergaz
in Turkije tien personen om het leven
gekomen toen de bus waarin zij reisden in
botsing kwam met een vrachtwagen
Tien anderen liepen verwondigen op.
igtk.
--VS
De duiker, Gerard Takken, stapt met
een zuur stof cylinder van boord.
In besloten kring alleen de techni
sche commissie en de bouwers zullen daar
bij aanwezig zijn, zal 20 juni op de
werf van de n.v. Nicolaas Witsen en Vis
te Alkmaar het motorjacht, dat daar voor
Prins Bernhard in aanbouw is, in zijn ele
ment worden neergelaten. Enige plechtig
heid zal daaraan niet verbonden zijn. De
symbolische overdracht van dit geschenk
van het Nederlandse bedrijfsleven zal ge
schieden op de vijftigste verjaardag van
de Prins op 29 juni. De werkelijke over
dracht zal pas in juli, als het motorjacht
geheel klaar is, plaats hebben.
WITTE KRUIS HEEMSKERK.
De Heemskerkse afdeling van Het Witte
Kruis houdt maandag 19 juni in haar wijk-
gebouw de jaarvergadering. Een belang
rijk punt van de agenda voor de verkiezing
van een voorzitter, wegens het vertrek van
dr. J. F. Dikkenberg naar elders.
Zoals U bekend is, viert op 29 juni
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bern
hard zijn 50e verjaardag. Er is daar
om ditmaal een bijzondere reden Uw
aandacht te vragen voor de jaarlijkse
actie van het Anjerfonds. Deze actie
immers staat dit jaar geheel in het te
ken van het kroonjaar, dat onze Prins
bereikt.
Het Prins Bernhard Fonds, waarvan
de regionale Anjerfondsen deel uit
maken, verkreeg na de oorlog een be
langrijke culturele taak in ons land. Een
culturele taak, waarbij beoogd werd
de geestelijke weerbaarheid van ons
volk te versterken. Dat hierbij de bij
zondere aandacht valt op het eigene
van land en gewest spreekt vanzelf en
Js opk...gebleken uit de hulp, .welke in
de jaren na de oorlog -op zo verschil
lend terrein kon worden geboden.
Wilt U voorbeelden? Het woord
cultuur is immers zo algemeen Hier
zijn er enkele: steun aan het werk in
de dorpshuizen, aan manifestaties al
of niet van meer dan plaatselijk belang
op het gebied van muziek (o.a. aan het
Orgelconcours te Haarlem), toneel en
dans, bij de restauratie van gebouwen,
terwijl daarnaast ook steun verleend
werd bij de aankoop van speeltuinwerk-
tuigen, enz.
Bij dit alles staat de bevordering van
de zelfwerkzaamheid voorop.
In het kader van de Anjeractie 1961
zal op de verjaardag van de Prins, 29
juni a.s., te Haarlem des avonds te
20.15 uur een concert worden gegeven
door het Noordhollands Philharmonisch
Orkest. Aan dit concert, dat onder lei
ding zal staan van Henri Arends, zal
solistische medewerking worden ver
leend door de beroemde pianist Eduar-
do del Pueyo. Als bijzondere attractie
wordt een speciale grammafoonplaat,
de z.g. „Plaat van de Prins", met o.a.
het pianoconcert van Tschaikowsky, dat
op deze avond zal worden uitgevoerd,
gratis aangeboden bij aankoop van 2
entreebewijzen,
Gaarne beveel ik deze aantrekkelijke
avond in ieders belangstelling aan. U
kunt Uw waardering voor het werk van
het Anjerfonds Noordholland tonen door
oaar dit concert te gaan, waarvan de
opbrengst .ten goede zal komen aan het
Anjerfonds Noordholland. ..rk 9j
De Commissaris der Koningin in
de provincie Noordholland, voor
zitter van het Anjerfonds Noord
holland,
Dr. M. J. Prinsen
Wederom'is er een proef met een kik
vorsman genomen in de Noordzee. Vrij
dagavond om half zeven meerde de
„Willem Beukelsz", het visserij-onder
zoekingsvaartuig, langszij van het hospi
taal-kerkschip „De Hoop" in de vissers
haven. Een vermoeide duiker, de 26-
jarige Gerard Takken van Wijnands
Duikbedrijf te Amsterdam, stapte van
boord. „Zeeziekte is maar beroerd" ont
hulde hij, blij weer aan de wal te zijn.
Takken had niet zo'n gemakkelijke mid
dag achter de rug. Hij had aan een net
moeten hangen, dat met een driemijlsvaart
door het water werd gesleept, en dat had
hij maar vijf minuten vol kunnen houden.
Toen hadden zijn verkrampte vingers los
moeten laten.
„Het is nu wel duidelijk" zei dr. M.
Roessingh van het visserijlaboratorium
ons gisteren „het werken met een enkele
duiker heeft geen zin meer." Het werken
met normale snelheden blijkt voor een aan
het net hangende duiker te veel te zijn.
Men zal nu overgaan tot het werken met
een onderwaterslede, waarop de duiker
zich kan uitstrekken, en waarmee hij zich
naar alle kanten kan begeven, zij het in
de vaarrichting van het schip.
Kikvorsman Takken, die eerder in Pa
kistan had gedoken en daar bij een veel
helderder licht dan hier meegeholpen had
aan de afwerking van een haven, had veel
gezien op de bodem van de zee. Hij zag
hoe de platvissen schrokken van de nade
ring van het net, omhoog zwommen maar
tenslotte vermoeid raakten en dan in het
net terecht kwamen.
Maar het was hem wel opgevallen, dat
de mazen van het net bijzonder sterk wer
den samengetrokken, zodat men een haak
nodig had om een opening te krijgen.
Wat zijn de conclusies geweest van dr.
Roessingh?
„We hebben opnieuw kunnen constate
ren" vertelde hij, „dat het Nederlandse
kustgebied geschikt is voor kikvorsman
nen. Het zicht en de bodemconditie zijn
goed.
Het werken met een alleenzwemmende
duiker is echter eigenlijk niet verantwoord
gebleken. Hij heeft vrijdagmiddag vijf mi
nuten aan een net gehangen, dat op volle
snelheid lag, maar langer hield hij het
niet vol.
We hadden een bouwplan voor een slee,
die we dan eerst in een sleeptank zouden
onderzoeken. Maar toen we daar mee be
zig waren kregen we een rapport over
Noorse duikers, die al met zo'n slee had
den gewerkt en met succes. Met de Noor
se slee kan de man een bepaald traject
afzoeken. We wilden de slee nog hierheen
halen, maar het was al te laat, omdat deze
trip vast was gelegd. Volgende keer zullen
we echter beslist met deze slee gaan wer
ken.
Het is ook opgevallen dat de hoeveel
heid zand, die opwarrelt, enorm veel gro
ter is bij hoge snelheid.
De bedoeling was om ook de haring-
trawl te proberen, maar de viermijlssnel-
heid, die daarbij nodig is, zou te gevaar
lijk zijn geweest. Volgend jaar. met de
slee, zal dat ongetwijfeld wel gebeuren."'
Bij Roermond op de rijksweg naar Horn
is een personenwagen uit Vlaardingen bij
een inhaalmanoeuvre in frontale botsing
gekomen met een Duitse vrachtauto uit
Düsselforf. De 34-jarige bestuurder van de
personenwagen C. Lichtendahl uit Vlaar
dingen, was op slag dood. Zijn wagen
werd volkomen vernield. De Duitse vracht
autochauffeur had de tegenligger zien aan
komen en remde nog uit alle macht, maar
kon de botsing niet voorkomen. Daarbij
kwam de zware wagen met aanhanger op
de linkerkant van de weg waar hij kantel
de. De bestuurder, de heer S. uit Düssel-
dorf, werd licht gewond, evenals zijn bij
rijder. Het stoffelijk overschot van het
slachtoffer en beide gewonden zijn naar
het ziekenhuis te Roermond overgebracht.
Op de Roermondse weg te Meyel is de
75-jarige mevrouw J. van Heugten uit
Meyel bij het oversteken door een auto
bus overreden en op slag gedood.
ooooooooooooexsoooooooooooooooooooooooooooesooooooooooco
dienen uiterlijk op woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
cboooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooö
„Liefe oppasser, wilt u dit briefje
geven aan de swarte ooievaar? Ik wil
zo graag een swart broertje hebben."
Zo schreef „Bobbie, 6 jaar" aan de
Diergaarde in Rotterdam. Het gebeurt
nogal eens dat de ooievaars in „Blij-
dorp" post krijgen.
Liefe ooievaar, schreef „Mary-Ann",
„ik ben gauw jarig. Ik wil zo graag
een zusje hebben. Ik heb al vier kleer
tjes voor ons babytje. Anne-Marie moet
het heten
De secretaresse van de diergaarde
schrijft alle gegadigden trouw terug:
We hebben het doorgegeven aan de
ooievaar. HU kan niets beloven, maar
zal z'n best doen
Een Spaanse opvarende van de 500 ton
metende Delizijlse coaster „Markab" is
donderdag na een woordenwisseling met
kapitein Oortwijn voor de Deense kunst
over boord gesprongen. Hij had een mes
getrokken. „Geef mij dat mes maar," be
val de gezagvoerder. „Nooit" antwoordde
de Spanjaard „ik spring liever over boord".
Hij draaide zich om en sprong inderdaad...
Ka'pitein Oortwijn liet onmiddellijk de
coaster bijdraaien, zond een noodsein over
zijn radio uit kreeg assistentie van ande
re schepen en bleef uren zoeken naar de
matroos Manuel Vladrez-Outon. Later werd
zelfs nog een vliegtuig ingeschakeld bij de
Voor de asielbeheerder, de heer A. Kruis
wijk in IJmuiden-Oost is de drukke tijd nu
al aangebroken. De mensen die met va
kantie gaan geven hem voor hun vertrek
de huisvriend: poes of hond. Meneer
Kruiswijk verzorgt de dieren dan terwijl
ergens in het zonnige zuiden pa en moe
aan 't pot verteren zijn.
De beheerder van het Velsense Kerbert-
asiel aan de Heerenduiriweg heeft het er
in ieder geval heel druk mee. De honden
hokken zitten vol en buiten, binnen de af
rastering, blaffen de honden iemand ge
woon doof. De mannetjeshonden zijn ge
scheiden van de vrouwtjes, dat wel, maar
ze kunnen elkaar heel goed zien en horen.
Als er een begint is dat het teken tot het
dagelijks „hondenconcert".
Dat klinkt niet bepaald lieflijk. De bees
ten zelf zijn ook niet altijd even vriende
lijk tegen elkaar. Soms ontstaat er een
vechtpartij en dan is het zaak dat meneer
Kruiswijk ingrijpt. Dat doet hij dan ook.
Hij pakt de onrustzaaier op een deskundi
ge manier beet en draagt hem (of haar,
ofschoon vrouwtjes zich rustiger gedragen
dan mannetjes) naar het hok om daar
even af te koelen.
In het Kerbert-asiel verblijven thans
heel wat pension-gasten, zoals de huisdie
ren worden genoemd die hier verblijven
tijdens de vakantie van hun baas. Er zijn
ook zwervers bij. De katten gedragen zich
heel wat rustiger dan de honden. Ze zitten
te dutten in het zonnetje achter het gaas,
spelen wat met elkaar en blijken goede
maatjes te zijn met een jong hondje. Hier
geen haat en nijd gelukkig.
De asielbeheerder heeft de wind eron
der. Als de honden steeds maar blijven
blaffen, schreeuwt hij één keer en het is
meteen stil. Maar na een tijdje beginnen
ze natuurlijk weer, klimmen op de hok
ken en blaffen kwispelstaartend, in allebij
de kampen. Want een mannetje is maar
een mannetje en een vrouwtje maar een
vrouwtje
reddingsactie, die echter geen succes had,
aldus de reder van de Markab.
Kapitein Oortwijn besloot, de haven Trel-
leborg in Zuid-Zweden aan te doen, omdat
inmiddels twee andere Spaanse beman
ningsleden ook een vreemde houding be
gonnen aan te nemen. Een van hen dreig
de eveneens van boord te springen. In
Trelleborg heeft de gezagvoerder beide
matrozen overgegeven aan de politie.
Het tweetal diende toen plotseling een
klacht in tegen de kapitein. Hij zou hun
landgenoot Manuel over boord gegooid
hebben. De Spanjaarden hadden dit welis
waar niet gezien, maar hielden hardnekkig
aan hun verklaring vast. Ooggetuigen be
vestigden daarentegen dat Manuel zelf over
de railing gedoken was.
De Spanjaard, aldus de Delfzijlse reder
van de „Markab" had een dag tevoren
al ruzie gemaakt met de kapitein en ande
re bemanningsleden. Men had hem op
dracht gegeven zich te verschonen, omdat
Manuel zich als een eerste klas „vuil
poets" gedroeg. De Spanjaard beschouwde
die opdracht als een belediging en trok
een mes. Men wist hem te ontwapenen
waarna Manuel de wal opging. De coaster
lag op dat moment in de haven van Cas-
trup bij Kopenhagen. Door de politie werd
de dolleman weer aan boord gebracht van
de Markab. Hij hield zich toen voorlopig
rustig, maar trok donderdag de coaster
was inmiddels uitgevaren opnieuw een
mes, dat hij vermoedelijk uit de kombuis
ontvreemd had.
Kapitein Oortwijn wilde hem opnieuw
ontwapenen. Toen sprong Manuel... De ka
pitein heeft in Trelleborg rapport uitge
bracht aan de politie.
Gedeputeerde staten van Utrecht zullen
in beroep gaan bij de Kroon tegen de be
slissing van de staatssecretaris van Defen
sie, waarbij vliegveld Soesterberg opnieuw
als militair luchtvaartterrein is aange
wezen.
In een brief aan de provinciale staten
herinneren Gedeputeerden aan het advies
van de commissie ad hoe, waarin de mi
nister werd ontraden, Soesterberg opnieuw
aan te wijzen als militair luchtvaartter
rein.
Ook zou, volgens de commissie terzake
contact moeten worden opgenomen met de
minister van Sociale Zaken en Volksge
zondheid en met de raad voor de ruimte
lijke ordening uit de ministerraad.
Het blijkt nu, dat Defensie geen contact
heeft opgenomen met de minister van So
ciale Zaken en Volksgezondheid, evenmin
als met de raad voor de ruimtelijke orde
ning.
Een beslissing in deze zaak, aldus Ge
deputeerde Staten, is van te groot belang,
dan dat zou kunnen worden volstaan met
het inzicht van de staatssecretaris van De
fensie. Reeds hierom achten Gedeputeer
den een beroep op de kroon urgent.