GEHEUGEN VERLOOR
UITVINDER
BESTELLING LEVERT
GELD WISSEL AUTOMATEN VOOR P.T.T.
T.
i
PANDA en de plastic plastiek
u
WOBBO EN DE HOED
1
Straaljagers brengen miljoenen
vliegen naar Paeifie^eiland
Komplete
uitrustingen
Terlenka uniformen
Tropenkleding
Polle
's Werelds eerste automaat - anno
230 voor Christus - gaf wijwater!
Ons vervolgverhaal
DONDERDAG 22 JUNI 1961
NAAR HET DUITS DOOR LILIAN AYE
Ons nieuwe
feuilleton
Nederlandse camera voor
ruimtevaart-onderzoek
INWORP
KWARUes
ONVR UCHTBAAR RENDEZ- VOUS
Al bij de Grieken
Opmars der robots
V7
voor alle maatschappijen van
de koopvaardij en voor alle
zeevaartscholen
Zijlstraat 71
Haarlem
Kerk klokkenmuseum
Ooooo,
2. Ondanks de emmer koud water, vindt Polle's moeder hem wéér in slaap.
Dat komt van de vele pannekoeken! Jij bent me ook een wereldreiziger!,
zegt ze. - Wacht maar, Moekie, zegt Polle, ik zal eens eventjes uit gaan
zoeken, waar we nu weer heen kunnen gaan. Hij kijkt eens ernstig op de
wereldbol en ziet daar wel een massa lijnen op, maar erg duidelijk vindt hij
het niet! Eens even draaien.... Het draaien gaat wel goed, dat is een
duidelijke zaak voor Polle, alleen wordt hij er zelf een beetje duizelig van-
„Mevrouw Littmann", waarschuwde
een nasale stem door de luidspreker
van het vliegveld Düsseldorf, „wordt
verzocht zich naar het gereed staande
toestel te begeven. Ik herhaal
De jonge vrouw, in het grijsflanel
len mantelpak, die juist bezig was bij
de kiosk enige tijdschriften uit te zoe
ken, keek verschrikt op. Ze staarde
naar de plaats, waar de luidspreker
was aangebracht.
„Wenst u verder nog iets?" vroeg
de verkoopster achter de toonbank
vriendelijk.
Karin Littmann keek het meisje af
wezig aan.
„Nee, nee," antwoordde ze jachtig.
„Dat is alles."
Karin Littmann haalde haar porte
monnee te voorschijn. Ze wilde deze
open maken, maar haar handen tril
den zó dat 't haar niet gelukte. „Ik
krijg 'm niet open," mompelde ze, de
verkoopster met een hulpeloos lachje
aankijkend. „Misschien kunt u mij
helpen?"
„Natuurlijk, mevrouw," zei het
meisje beleefd. Met één beweging trok
ze de ritssluiting van de portemonnee
open en overhandigde hem lachend
aan Karin.
„O, wel bedankt." De jonge vrouw
lachte verlegen en betaalde. Hierna
klemde ze de tijdschriften onder haar
arm en pakte een kleine koffer op.
„Mag ik u verzoeken u te haasten,
mevrouw," zei de controleur, bij de
reisbiljettencontrole. „Het toestel voor
Frankfurt staat startklaar."
Karin begon te hollen. Haar hoge
hakken klikten op het plaveisel. De
machtige vleugels van het vliegtuig
glansden in het zonlicht.
„Dank u," zei Karin, toen de stewar
dess haar met een stevige greep op
ving en haar naar haar plaats bracht.
„Dank u wel.."
Langzaam rolde de zilveren reuzen
vogel naar de startbaan. Dan begon
hij vaart te ontwikkelen, bewoog zich
'met steeds toenemende snelheid over
de betonnen baan en een ogenblik la
ter verhief hij zich volkomen moeite
loos naar de blauwe, wolkenloze he
mel.
„Kan ik u nog ergens mee van
dienst zijn?" vroeg de stewardess
voorkomend. Ze had Karin's kleine
koffer in het bagagenet gezet en haar
geholpen met het losmaken van de
veiligheidsgordel.
„Nee, dank u. Ik wilde u alleen nog
iets vragen.."
Karin hieldplotseling op. In het
gangetje tussen de zitplaatsen kwam
een klein meisje van ongeveer vier
jaar aangelopen. Ze had hoogrode
wangen en een overvloed van zachte
blonde krullen.
„Krijg ik weer van die lekkere
taartjes, mevrouw?" vroeg ze met
een hoog stemmetje aan de stewar-
cjess
„Natuurlijk, liefje," antwoordde de
stewardess, terwijl ze zich naar het
kleine meisje voorover boog. „Je
krijgt net zoveel taartjes als je wilt.
Maar natuurlijk alléén, wanneer je,
nét als de andere passagiers, rustig
op je plaats blijft zitten."
Als ik nu weer ga zitten, krijg ik
ze' dan?" hield het kind hardnekkig
vol.
„Ja, hoor!"
Op een drafje holde het meisje naar
haar plaats, ergens voor in het vlieg
tuig, terug. Karin staarde het kind na.
Ze gaat om de twee maanden met
ons mee," legde de stewardess uit.
„Haar ouders zijn gescheiden, de va-,
der woont in Düsseldorf en de moe
der in Frankfurt. En zo flekt het
kleine meisje op en neer.."
Ze keek Karin glimlachend aan.
„Maar., ik dacht dat u mij iets wil
de vragen..?"
„Ikeh't is me door t hoofd
gegaan. Ik weet 't niet meer, zei Ka
rin, terwijl ze het vermeed de ste
wardess aan te zien. Ze voegde er
aan toe: „Ik heb een dochtertje, dat
er net zó uitziet
Precies op tijd lsndde het vliegtuig
op het Rijn-vliegveld en kwam voor
het hoofdgebouw tot stilstand. Toen
Karin met grote letters de naam
Frankfurt ontwaarde, kwam er een ge
lukkige glimlach op haar gezicht. Ze
streek even over haar korte, wat ver
waaide, donkere haar, toen ze enkele
ogenblikken later de controle passeer-
de.
Zoekend keek ze om zich heen., maar
een moment later was ze in een te
lefooncel verdwenen. Toen ze deze
weer verliet, was ereen stralende uit
drukking op haar gezicht. Met rustige
schreden liep ze op de uitgang toe.
Een jonge vrouw wordt op het
moment dat zij een beslissende
stap in haar leven zal doen, aan
gereden door een auto, tengevolge
waarvan zij een ernstige geheu
genstoornis oploopt. Eigenlijk
herinnert zij zich niets meer van
haar leven tot dusverre en tal
rijke complicaties zijn hiervan het
gevolg. Geboeid zal de lezer haar
lotgevallen volgen, die op vlotte,
onderhoudende wijze zijn be
schreven.
Ondertussen haalde ze een brief uit
haar tas te voorschijn. Toen ze uit
het gebouw var. het vliegveld kwam
en de trap afliep, stond de zon hoog
aan de hemel. Karin bleef staan. Als
beschutting tegen het felle zonlicht
hield ze de brief boven haar ogen.
Aan de overkant van de weg, waar
de taxi's stonden, ontdekte ze een
brievenbus.
Karin begon thans snel de traptre
den af te lopen. Terwijl ze de weg
overstak, keek ze nog eens naar de
brief in haar hand.
Plotseling hoorde ze het brommen
van een motor, een felle claxon., ze
draaide zich omen op datzelfde mo
ment werd ze meegesleurd.
Even later snelde men van alle kan
ten toe naar de plaats van het onge
val. Voorbijgangers, taxichauffeurs en
employé's van het vliegveld, die het
ongeluk zagen gebeuren, vormden een
kring om de grote auto, die de jonge
vrouw had aangereden.
„Ik bel een ambulancewagen," riep
een employé van het vliegveld, toen
hij Karin bewegingloos zag liggen. Hij
holde de trap op en achterom kijkend
riep hij de omstanders toe: „Laat nie
mand haar aanraken! Wacht tot de
ambulanceauto komt."
„Hierheen," zei de hoofdzuster, een
resolute vijftigjarige, met verstandige
bruine ogen in een vriendelijk gezicht.
Oplettend sloeg ze de bewegingen ga
de, waarmee de mannen Karin be
hoedzaam van de brancard in het zie
kenhuisbed neervlijden.
„Zie zo, jullie kunnen nu wel gaan,"
zei ze ten slotte enigszins ongeduldig.
De mannen van de ambulance kenden
zuster Maria en wisten, dat ze het
ondanks haar kortaangebondenhei
goed meende. Ze grinnikten, terwijl
ze de kamer verlieten.
„Wat is hier aan de hand?" In de
deuropening verscheen de grote ge
stalte van dokter Geyer.
„Een ongeval, dokter," antwoordde
zuster Maria. „Die jonge vrouw werd
aangereden. Ze is nog niet tot bewust
zijn gekomen.
„Laat me eens kijken.." Dr. Geyer
begon Karin voorzichtig te betasten.
Even later vroeg hij: „Is haar familie
op de hoogte gesteld?"
„Nee, nog niet."
„Waarom niet?"
„Deze vrouw woont niet in Frank
furt. Uit haar pas blijkt, dat zij in
Düsseldorf thuis hoort."
„Hoe heet zij?"
„Karin Littmann, geboren Hausler.
In haar pas lag ook een visitekaartje:
De heer en mevrouw Herbert Litt
mann, met vermelding van straat en
telefoonnummer."
„Hebt u verder nog iets gevonden?"
„Ja." Zuster Maria keek naar een
witte enveloppe in haar hand. „Er is
nog een brief aan de heer Herbert
Littmann, in Düsseldorf, Cecilienallee
55."
„Welnu, dat is dus allemaal in or
de," merkte dr. Geyer op. „De naam
op de brief komt overeen met die op
het visitekaartje. Bel Düsseldorf op
en breng meneer Littmann op de
noogte".
Dr. Geyer liep naar de wastafel en
stroopte zijn mouwen op. „Die vrouw
mag wel van geluk spreken," merkte
hij op, terwijl hij zijn handen begon
te wassen, „ze heeft stellig een be
schermengel. Behalve wat schaafwon
den en een bloeduitstorting aan de
knie, is ze volkomen in orde. We moe
ten nu alleen nog afwachten, hoe lang
die bewusteloosheid duurt."
„Zal ik Düsseldorf nu direct opbel
len?"
„Ja, natuurlijk, waarom zouden we
wachten?"
Met kordate passen verliet de hoofd
zuster het vertrek. Ze liep naar de
administratie en liet een gesprek met
Düsseldorf aanvragen.
(Wordt vervolgd)
(Van onze Amsterdamse redacteur
EEN AANTAL POSTKANTOREN in ons land - namelijk die, welke gedeel
telijk worden geautomatiseerd - krijgt binnenkort geldwisselautomaten. Deze
apparaten kunnen bij inworp van een gulden drie kwartjes, 2 dubbeltjes en een
stuiver teruggeven, doch ook zo worden afgesteld, dat de gulden wordt gewis
seld in 1 kwartje, 7 dubbeltjes en 5 centen of welke andere combinatie dan ook.
Dit is mogelijk gemaakt door de uitvinder van dit type geldwisselautomaat, de
Amsterdammer F. B. van der Meer.
Deze heer heeft een volledige dagtaak gevonden in het ontwerpen op be
stelling van automaten, die een Amsterdamse firma op de markt brengt. Zo
construeerde hij voor het gemeentelijk vervoerbedrijf te Amsterdam een auto
maat, die niet alleen bij inworp van een gulden, maar ook van ieder denkbaar
guldensbedrag aan kwartjes, dubbeltjes, stuivers en centen een tramkaart terug
geeft.
HET UITDENKEN van
feilloos werkende automa
ten is van de heer Van der
Meer e enhobby, die tot
een fascinerend beroep is
uitgegroeid. In de show
room van zijn firma heeft
hij ons een blik gegund in
de ingewanden van tiental
len automaten, waar de
meest verrassende proces
sen plaats vinden, aan de
gang gebracht door enkele
geldstukken. Er staan auto
maten, die sigaretten, cro-
quetten, gevulde koeken,
nylonkousen of bloemen le
veren, maar ingewikkelder
zijn die, welke naar verkie-
dng soep, bouillon, koffie of
chocolademelk leveren.
Deze drankautomaten zijn
mogelijk geworden doordat
de grondstoffen van deze
dranken in poedervorm
verkrijgbaar zijn en iedere
beker dus op het moment,
dat op de knop wordt ge
drukt, vers wordt bereid.
Binnenkort komt echter een
koffieautomaat in de han
del, waarbij geen gebruik i
wordt gemaakt van poeder
koffie, maar waarin voor elke beker
„troost" de koffiebonen afzonderlijk wor
den gemalen.
De drankautomaten zijn vooral in trek
bij grote bedrijven, waar ze veelal in de
werkruimten worden opgesteld. De auto
maten, die flesjes limonade leveren zijn
reeds jaren bekend, maar nieuw is nu een
apparaat, waarin lege flessen kunnen wor
den geworpen, waarna het statiegeld auto
matisch wordt teruggegeven.
I nog in vele steden in gebruik in de vorm
van elektriciteits- en gasmuntmeters...
DE AUTOMAAT heeft zijn nut pas in
de laatste jaren kunnen bewijzen en kreeg
zelfs een werkelijk economische beteke
nis. De winkelier ging inzien, dat hij vele
I goederen op grote schaal kon verkopen
zonder dat er iemand bij behoefde te staan,
hetgeen dus arbeidsbesparend werkte, en
I dat de automaat hem in staat stelde ook
na sluitingstijd te verkopen.
In Duitsland, waar men langs de Auto
bahnen de zogenaamde Raststatten (cófé-
restaurants) kent, zal binnenkort in de
buurt van Bielefeld een geheel geautoma
tiseerde Raststatte worden ingericht, waar
zelfs diepgevroren maaltijden te krijgen
zullen zijn, die in 20 seconden tijds door
I elektronische verwarming worden verhit.
1 Het is nog een experiment, maar de Am
sterdamse firma verwacht, dat in de toe
komst ook langs de Nederlandse autowe
gen dergelijke automatenhallen zullen ver
rijzen.
Een röntgenapparatenfabriek te Delft
heeft een camera in ontwikkeling, die in
de ruimtevaart van grote betekenis kan
worden. Het is een hoge temperatuurca-
mera voor het onderzoek van materialen.
Met deze camera kan microstructuuron
derzoek worden gedaan, die van metalen
ed. speciaal van belang zijn voor de lucht
en ruimtevaart. Het apparaat is uitgerust
met een minitatuur-oventje, waarin men
een kubieke millimeter van een materiaal
bij 3000 graden celsius kan onderzoeken
op de afwijkingen in de structuur. De ca
mera verkeert thans in een vergevorder
de staat van ontwikkeling en zal, naar de
directie van het bedrijf ons meedeelde,
enig in de wereld zijn. Zelfs in Amerika
beschikt men voor de proeven met de ruim
tevaart nog niet over een dergelijke moge
lijkheid van materiaalonderzoek. Tot dus
ver moest men, proefondervindelijk het ge
drag van het materiaal bij een dergelijke
temperatuur vaststellen. Hoewel de came
ra nog niet in de handel is gebracht, be
staat er nu reeds grote belangstelling voor.
DE AUTOMAAT schijnt bij deze jachti
ge tijd te horen, maar is niettemin reeds
zeer oud. De Grieken kenden de automaat
reeds meer dan 2.000 jaar geleden. In het
jaar 230 voor Christus was er een appa
raat, dat na het overhalen van een han
del kleine puimsteenkogeltjes afgaf, welke
gebruikt werden voor het handenwassen.
En honderd jaar voor Christus werd door
Heronos van Alexandrië een toestel gecon
strueerd, dat na het inwerpen van een
munt wijwater verstrekte. De munten
moesten in een smalle opening worden ge
deponeerd, vielen dan op het lepelvormig
uiteinde van een hevel, die hierdoor een
ogenblik naar beneden werd gedrukt, waar
door aan het andere einde een ventiel werd
geopend en wijwater ter beschikking
kwam. Diezelfde Heronos maakte ook in
stallaties, met behulp waarvan tempeldeu
ren zich automatisch openden en sloten.
Het duurde tot de zeventiende eeuw
eer de automaat weer een opleving ver
toonde. Aan echte verkoopapparaten was
was men ook toen nog niet toe. De meeste
bestonden uit fluitende vogeltjes of dan
sende figuurtjes, die door een druk op de
knop in beweging kwamen.
De wisselautomaat die binnenkort in
vele postkantoren te zien zal zijn. Het
ingewikkelde apparaat bestaat uit een
duizendtal onderdelen en is volgens de
ontwerper volkomen „knoeiproof'.
Groot opzien baarde destijds de schaak
automaat van Von Kempelen, die een ro
bot bezat, van wie niemand ooit een school-
partij kon winnen. Jarenlang was dit appa
raat een sensatie tot op zekere dag aan
het licht kwam, dat alles op bedrog berust
te. Het „mechanisme" bestond uit een „in
gebouwde" (echte) liliputter, die uitste
kend schaak speelde. Het manneke hield
via een spiegel het bord in de gaten en
regelde vanuit het binnenwerk de zetten
van de robot.
TEGEN HET EIND van de vorige eeuw
was de verkoopautomaat al gemeengoed
geworden. In 1890 kon men in het maand
blad „De Natuur" lezen: „Wie tegenwoor
dig zijn gewicht kennen, zijn portret ge
maakt of zijn toekomst voorspeld wil zien,
een reispolis van levensverzekering, een
spaarbankbriefje, een courant, een pakje
bonbons of chocolade, ja zelfs een straal
tje reukwater op zijn zakdoek wenst, be
hoeft niet meer dan een stuiver op zak te
hebben. Door dit geldstuk in een der vele
automaten te steken die op verschillende
plaatsen zijn neergezet, kan men een de
zer goede zaken op gemakkelijke wijze
deelachtig worden. Er is nu ook een toe
stel uitgedacht, waarmee men voor dezelf
de geringe som een half uur lang elektri
sche verlichting kan bekomen."
Dat laatste toestel is nu, 70 jaar later,
ENORME AANTALLEN in laborato
ria gekweekte vliegen maken tegenwoor
dig hun eerste grote reis niet op eigen
I vleugels, doch op die van de straalvlieg
tuigen der Pan American World Airways.
Zij vormen een vitaalmaar gesterili
seerd" onderdeel van een campagne, die
door het Entomologisch Laboratorium
van het Amerikaanse departement van
Landbouw wordt uitgevoerd in de be
strijding van een bepaald soort vliegen,
die grote schade toebrengen aan het
fruit.
Röntgen-bestraling, vervoer per straal-
machine, „droppings" uit militaire vlieg
tuigen, een klein vulcanisch eiland in de
Grote Oceaan, een vliegenfabriek en vijf
miljoen vliegjes per week komen aan dit
belangrijke wetenschappelijke experiment
te pas.
Op het kleine eiland Rota poogt men na
melijk de uit de Oriënt stammende fruit
vlieg en de meloenvlieg, die zeer veel scha
de aan de boomgaarden toebrengen, uit te
roeien. Als het daar slaagt, zal het ook el-
ers in de wereld kunnen, waardoor de
levensstandaard van miljoenen mensen er
verhoogd kan worden.
De Rota-campagne is het resultaat van
jarenlange arbeid van een groep entomo
logen van het genoemde Amerikaanse mi
nisterie. Deze hebben een methode ontwor
pen, waarbij gepoogd wordt, het voortbe
staan van de schadelijke vliegen onmoge
lijk te maken door massale introductie
van gesteriliseerde exemplaren. Deze ste
riele vliegen paren dan met de schadelij
ke exemplaren zonder dat dit enig resul
taat oplevert. Bij de voorgenomen „drop
pings" van steriele vliegen hoopt men niet
alleen dat het aantal schadelijke vliegen
zal verminderen, doch zelfs dat deze geheel
zullen uitsterven.
„Vliegen-fabrtek
zijn er bij iedere vlucht 5 miljoen. Indien
de insecten de reis met conventionele vlieg
tuigen moesten maken zou dit minstens
20 uur duren, hetgeen de vliegen niet zou
den overleven.
Op Guam worden de insecten overgela
den in dozen voor het laatste transport per
vliegtuig van de Amerikaanse marine. Ter
wijl de insecten zich reeds van poppen ont
wikkelen tot echte vliegen, worden de
dozen overal boven het eiland Rota
afgeworpen. Nog in de lucht openen de
dozen zich automatisch, waarbij de jonge
vliegjes dus hun vrijheid krijgen en de
wilde vliegen op het eiland voor hun on
vruchtbare rendez-vous kunnen opzoeken.
De campagne is in december begonnen
en zal gedurende dit hele jaar worden
voortgezet. De geleerden menen, dat men
pas na een jaar zal kunnen vaststellen of
het experiment succes heeft.
De vliegen, die door deze uitroeiings
invasie worden gebruikt, worden gepro
duceerd in een „vliegenfabriek" op Ha
waii. In het eerste stadium van hun be
staan worden ze daar blootgesteld aan ra
dioactief kobalt- en röntgenbestraling,
waardoor zowel de manlijke als de vrou
welijke exemplaren steriel worden.
Vervolgens worden ze zo snel mogelijk
van het vliegveld Honoloeloe in straalma-
chines van Pan American naar het bijna
acht uur vliegen verder gelegen vliegveld
bij Agana Field op Guam vervoerd. Het
CC*. MAKTEN TOONDE»
39. Toen Panda druipend aan boord kwam, werd hij
zachtjes aangeroepen door Pat O'Nozel. „Psst Panda,
luister even," fluisterde de grote detective, zich uit een
patrijspoort buigend, „kijk uit voor Fidelio, hij weet
meer van de aanslag op het beeldje Pompo. Wees dus
voorzichtig en laat het niet in zijn handens vallen. Ik
ga nieuwe bewijzens tegen hem verzamelen!" Schouder
ophalend vervolgde Panda zijn weg naar de hut. „Als
Pat eenmaal iemand verdenkt, is hij er moeilijk van
af te brengen," dacht hij. „En al gebeuren er wel rare
dingbn op dit schip met al die ontploffingen en zo,
dan wil dat nog niet zeggen, dat Fidelio er achter zit.
Bovendien heb ik helemaal niet gemerkt, dat hij Pompo
wil hebben." Maar al gauw faerkte hij, dat de grote
detective de plank niet ver kon hebben misgeslagen,
want ik de gang stoof plotseling Fidelio op hem af
en greep gretig naar het beeldje. „Geef mij die pop,"
riep hij, „dan krijg je een blauwtje". „Ik wil geen
blauwtje," zei Panda, „en die pop krijgt u niet. Het
is trouwens geen pop, maar een waardevol beeld!"
„Tien blauwtjes!" riep Fidelio, „veel geld! Hier die
pop!" „Nee!" riep Panda, „voor geen honderd blauw
tjes, wat dat ook is! Laat los! En die pop is geen pop!"
Honderd blauwtjes!" riep Fidelio hardnekkig, terwijl
'hij begon te trekken, „hoge prijs! Hier die pop!" „Nee!
Nee! Dat heb ik toch al gezegd!" riep Panda, „Laat
los! U krijgt Pompo niet!"
Advertentie
U niformspecialisten
Een merkwaardig museum is gevestigd
in het Palais du Roure in de Franse stad
Avignon. De collectie van dit museum om
vat uitsluitend torenklokken afkomstig
zowel uit Frankrijk als uit het Verre
Oosten. Men kan er enorme exemplaren
zien, die eens zongen in de torens van
trotse kathedralen en kleine, ranke klokjes,
gered uit vervallen kapelletjes of uit tot
de ondergang gedoemde kloosters.
Overal in dit stemmige museum zijn
klokken opgehangen, langs de buitenge
vels, aan de zoldering en boven de trap
pen. Op de binnenplaats hebben de fraai
ste exemplaren daterend uit de 15de, 16de
en 18de eeuw een plaats gekregen. Men be
waart er onder meer de klok, die angst
aanjagend klepelde tijdens de pestepide
mie van 1580 in de stad Aix-en-Provence.
In een vitrine kan men de alleroudste
klokken van de collectie bewonderen en
een gehele zaal is gevuld met klokken uit
het Verre Oosten. Het museum is dagelijks
geopend.
74-75 Ja, meester, zei de dienaar. De
hoed, die u daar draagt, is- een Toverhoed.
U mag iets wensen, meesterdan zal ik
het uitvoeren!
Iets wensen? zei Wobbo. Iets, wat ik
graag zou willen?
Jawel, meester!
Wobbo dacht na. Hij vond het een
vreemd geval, maar hij wou het toch wel-
eens proberen. Jawat zou hij wensen?
Toen wist hij 't opeens.
Nou, als dat dan kanIk heb hon
ger. Tover maar wat eten voor me, daar
?oii ik best trek in hebben!
De verschijning knikte.