FILATELIE m ►v *m A m Met slimme eendje 'HM Hl LE MOSTDOK 0.2Ö! A A w%. A Dammen M ZATERDAG 24 JUNI 1961 Erbij PAGINA VIJF 4'"" H M WW, W I "M m\ ww, WW: H. W. Filarski B. Dukel uit Belerein Cor Beek Ferdinand Langen Poes bij het concert Cor Beek 1* V WEST-DUITSLAND. Op 3 juli a.s. zullen twee postzegels, 10 pf. (groen en zwart) en 20 pf. (rood en zwart) in om loop worden gebracht. Die dag is het vijfenzeventig jaar geleden, dat de automobielen van Gottlieb Daimler en Carl Benz werden gepatenteerd, waar mee de motorisering van het verkeer begon. De zegels vertonen respectieve lijk de eerste automobielen van beide uitvinders en hun handtekeningen. Ze zijn ontworpen door Heinz Siegmund uit Stuttgart. De oplage van de 10 pf. bedraagt dertig miljoen en van de 20 pf. twintig miljoen exemplaren. FRANKRIJK. De Franse posterijen geven op 3 juli een nieuwe frankeer zegel van 0,20 fr. uit, die een gezicht geeft op de Mont-Dore, de grootste hoogte in Auvergne (1886 meter) met de kabelbaan; hierboven een sneeuwkris tal. De zegel is ontworpen en gegra veerd door J. Combet. ANDORRA (FRANS). Een nieuwe definitieve serie frankeerzegels is dezer dagen verschenen. De waarden zijn: S, 10, 15 en 20 c. wapen van Andorra; 25, 30, 45 en 50 c. Gothische Kruis te Meritxell; 65, 85 c. en 1 fr. Lac d'Engo- lasters te Encamp; 1, 2 en 3 fr. Vallée d'Inclès. De laatste drie waarden zijn luchtposten. VER. ARABISCHE REP. (EGYPTE). Ter gelegenheid van de Palestinadag is een zegel van 10 mills (groen) uitgeko men, die een Arabische vrouw met haar zoontje achter een prikkeldraadversper ring toont. Zij kijken verlangend naar de kaart van Israël, het land waaruit zij dertien jaar geleden werden ver dreven. De oplage bedraagt twee mil joen stuks. Voor het gebruik in de Gaza-strook is de zegel in een gewij zigde violette kleur uitgegeven in een oplage van 400.000 exemplaren. TSJECHOSLOWAKIJE. De vierhon derdste verjaardag van de hoogoven stad Kladno is filatelistisch gevierd door de uitgifte van een postzegel van 3 kr. (roodbruin). Afgebeeld zijn hoog ovens en moderne flatgebouwen van deze stad. Het ontwerp is van prof. Cyril Bouda en de gravure van Ladis- lav Jirka. ROEMENIË. Ook de Roemeense pos terijen hebben zich evenals vele andere landen achter het ijzeren gor dijn niet onbetuigd gelaten Joeri Gagarin filatelistisch te huldigen. Op een zegel van 1,35 lei ziet men Gagarins portret en op de 3,20 lei het ruimte schip „Wostok" met de ruimtevaarder achter zijn patrijspoort, alsmede de aardbol en de baan van het ruimte schip. ITALIË. De honderdste sterfdag van de Italiaanse schrijver Ippolito Nievo (1831-1861) is herdacht door de uitgifte van een postzegel van 30 lire (blauw en rood). De zegel vertoont zijn portret en zijn roman Confessioni di un Ita- liano", alsmede een uniformpet van kapitein van Garibaldi's leger. Nievo verdronk bij schipbreuk tijdens de terugkeer van Garibaldi's tocht der Duizend. ARGENTINIË. In een oplage van drie miljoen exemplaren zal op 17 juni een postzegel van 2 pesos (donker blauw) verschijnen ter ere van de Argentijnse vrijheidsheld Manuel Bel- grano. De zegel vertoont een detail van het Belgranomonument, dat in Buenos Aires werd opgericht. Hêctor A. Viola is de maker van het ontwerp. MODERN OPENEN. Ely Culbertson was de man die omstreeks boren en overleed enkele maanden geleden in Antwerpen. Al op jeugdige leeftijd ontwikkelde hij zich tot een sterk meester en zo omstreeks zijn 25-ste jaar naderde hij de top. Jaren- didaten voor de wereldtitel. Enige staaltjes van zijn fantastisch com binatievermogen uit die goede tijd laten wij hier volgen. Geen schaakliefhebber kan zich aan de charme daarvan ont trekken. Zwart: RUBINSTEIN (aan zet) 1930 de bridgers voorhield, dat voor een lang jas hij een van de belangrijkste kan openingsbod „2V» a 3 honneurtrekken" nodig waren. Hij motiveerde dat door erop te wijzen, dat bridge niet alleen een spel is van „zelf spelen", maar ook van „tegen spelen"; opent men zónder voldoende verdedigende slagen, dan dreigt het gevaar dat bij het tegenMeden der tegenstanders de partner van de openingsbieder ontijdig doubleert, of verkeert tegenspel kiest. Tegenwoordig is „licht openen" dat wil zeggen openen op vrijwel uitsluitend wat speelslagen, in de mode. Er is ook geen bezwaar tegen, mits men maar weet hoe men dan handelen moet in de meer ge compliceerde situaties die kunnen ont staan. Eén der principes van licht openen is, dat men zulks moet aangeven op één der volgende wijzen: a) herhaling van de kleur op zo laag mogelijk niveau, of b) passen, wanneer een tussenbod der tegenpartij dit mogelijk maakt. Het volgende spel kwam voor in het viertallentoernooi, dat onlangs te St. Vin cent (Italië) werd gehouden: B 3 3 ÓHB95 •f» H V B 8 6 5 m, OOOOOOOCXXXV yvrvNor* jrr* yyyyv-vy >onoO00000000 5) Rd6-c5! en zwart gaf het op, daar hij óf Tg8, óf Pf2 moet verliezen. Zo schaakte Rubinstein in zijn glanstij d! Mr. Ed. Spanjaard De Koninklijke Nederlandse Dambond heeft onlangs een nieuw systeem vastge steld voor de clubkampioenschapswedstrij- den. De districten Nooidholland en Zuid-Hol land mogen elk twee clubs afvaardigen naar ae eindstrijd; de overige negen dis tricten spelen om de vier overige plaatsen. Na twee ronden hebben thans de Am sterdamse club Jozeph Blankenaar en het Haagse Residentie Damgenootschap de lei ding. De damclub IJmuiden behaalde tegen „Het Oosten" uit Rotterdam een 10-10 ge lijkspel. Van Excelsior uit 's-Hertogen- bosch werd met 14-6 gewonnen, zodat een spannende strijd tussen Jozeph Blanke naar, R- D. G.. Groningen en IJmuiden te wachten staat. Hieronder laten we een fraai spelverloop uit de wedstrijd Exeelsior-D C IJ volgen. SLUITER (Excelsior) OOOOOOCcr* nor* XXXX'' xv OIOOOOOOOC.)''» ïOOOOOOo ooooorx 1 '"OO H V 9 7 4 s? B 5 O V 8 6 3 4 A3 A 10 5 V V 8 6 2 O A 10 9 7 4 2 8 6 2 C A H 10 9 7 4 O 7 4 2 ■f» 10 Noord was gever, OW stonden kwets baar. Noord opende met 1 klaveren (moderne versie van een openingsbod), oost pasfce, zuid 1 harten, we-t L schoppen. De noord speler bood -ervolgens 2 klaveren en over trad daarmede het principe, dat in punt b) Wit: ROTLEWI De stelling in diagram 1 ontstond in het toernooi Lodz 1907 tegen Rotlewi. De zwarte stukken en wel vooral de beide lopers staan scherp gericht tegen de witte koning. Maar hoe kan zwart een beslissing forceren? Daartoe moet allereerst de dekking van Re4 worden ondermijnd. Zwart kan im mers met Rb7xe4 mat geven, als Pc3 en De2 niet meer meewerken. Dit verklaart de eerste zet: 1) Tc8xc3ü Nu volgt na 2) Rc3:? eenvoudig 2) Re4:f benevens mat op h2; de witte dame kan niet tegelijk e4 en h2 dekken. Het beste was misschien nog 2) Rb7: maar na 2)Tg3: blijft wit hopeloos staan: Van daar: 2) g3xh4 Td8-d2ü Een tweede verrassend offer, wederom gebaseerd op de omstandigheid dat Re4 TIELROOY (D C IJ) Zwart: 3 4 6 8 11 14 15 16 17 19 23 en 24. Wit: 26 27 28 32 37 38 39 41 43 44 45 en 48 Wit aan zet weet fraai te profiteren van zwart's laatste zet 12-17? 1) 27-21 16x27, 2) 32x12 8x17, 3) 39-33 23x32, 4) 38x27 3-8. Direct 27-21 wordt zie boven werd vastgelegd. Noord had moeten passen, om zijn partner dui- dekking behoeft, delijk te maken dat het openingsbod niet 3) geschikt was voor alle (ondermeer tegen- Of 3) Dg4: Re4rj 4) Tf3: Tf3: en de spel-)doeleinden. dreiging 5) Tfl (dubelschaak) beslist. Oost steunde töt 2 schoppen, zuid bood Evenmin baat 3) Rc3: Te2: met de niet nog eens 3 harten, west en noord pasten, tegelijk te pareren dreigingen Th2: mat en geremd door 8-13 en 13-18 5) 33-28 24-30? oost 3 schoppen. Wat moet zuid doen? Re4: mat- Meer verdediging geeft 8-12. 6) 27-21 17-22 Het was een wedstrijd die uit slechts 8 3) Rb7xe4t spellen bestond; elk gewonnen matchpunt 4) DÜ--92 ic3-n3.. kon doorslaggevend zijn. Zuid doubleerde De pointe van de gehele combinatie; kennende noords opening en herbieding, wit staat machteloos tegen 5) Th2. en uit het biedverloop zeker zijnde van 2 mat, zodat hij capituleerde. Zwart: CAPABLANCA hartenslagen, waagde hij die kans. Wel licht vindt u dat doublet (te) scherp), doch ik weet dat vele goede zuidspelers het in soortgelijke omstandigheden zouden doen Tegen 3 schoppen gedoubleerd, kwam noord met harten 3 uit, zuid nam met de heer en speelde zijn enkele klaveren na. West nam met •ï'Aas. haalde 3 malen troef en vervolgde met hartenboer waarna de winst door goede taxatie in ruiten niet meer moeilijk was. Na afloop werd beweerd, dat zuid met een kleine harten in slag 2 had moet ver volgen en dat noord dan veilig had kun nen introeven en 4»Heer had kunnen na spelen. Jammer voor NZ, maar dat tegen spel zou evenmin hebben geholpen de •?»9 van oost wordt dan namelijk een sleu- telkaart als west later klaver naspeelt. Het belangrijkste echter is, dat men zich realiseren moet dat OW volkomen kansloos in 3 schoppen geweest zouden zijn, als de noordspeler inderdaad beschikt had over een defensief-volwaardig openingsbod. Heeft hij dit wel (bij voorbeeld 4»Aas- WVYW.YWWYWTOOCOOOC Wit: RUBINSTEIN (aan zet) Veel verfijnder, zij het veel minder spec taculair, is de manoeuvre, dat Rubinstein in bovenstaand diagram toepaste te San Vrouw enz.), dan gaat 3 schoppen kansloos Sebastian 1911 tegen Capablanca. 1 of 2 down en dan zou niet doubleren Schijnbaar staat wit verloren, want Pd5 door NZ de gelegenheid op een fikse score is gepend en het valt niet te zien, hoe wit hebben gemist. stukverlies kan voorkomen. Toch is er een OPLOSSING PRAKTIJKPUZZEL. ^'^Ddl-cl!! De opgave publiceerden wij de vorige Een hoogst merkwaardige situatie. Nu week. Oplossing: In slag 4 moet noord een volgt na 1) Td5:? 2) Dh6: benevens 3) kleine klaver spelen oost de 10 en zuid Re6:f plus 4) Rd5: Hetzelfde geschiedt na de aas (speelt oost klein, zie onder 4A)) Nu i) Del: 2) Tacl: Td5: 3) Re6:f enz. (5 en 6) twee hoge troeven, waaronder de Vandaar: schoppenvrouw valt en in slag 7 naar i) e6xd5 noord gaan met kleine schoppen voor de 2) Dclxc5 en wit redde het stuk. Verrhel- tien. Vereist is nu, dat noord ruiten speelt den wij nog even kort het vervolg: 2) (slag 8) en zuid troeft in wests laatste Dd2 3) Db5! Pd4 4) Dd3! Dd3: 5) ed3: Tfe8 ruiten is nu weg. Zuid trekt in slag 9 nu 6) Rg4 en w't won dank zij zijn pluspion harten, west neemt (laten lopen heeft geen na nog circa 20 zetten, zin) en west moet hierna harten of klaver Tot slot een uitermate boeiende combi- spelen Speelt h.j harten, dan maakt noord natie uit het toernooi Mahrisch-Ostrau harten 9 en gemakkelijk zijn contract 1923. 7) 28x17 11x22, 8) 21-16 4-9, 9) 26-21 22-28, 10) 37-31 9-13. 11) 31-26 8-12, 12) 21-17 12x21, 13) 26x17 13-18. 14) 44-39 30-35. 5) 43-38 19-24, 16) 38-33 28-32. Stand na de 16de zet: wit: 16 17 33 39 41 45 en 48; zwart. 6 14 15 18 24 32 en 35. Hier offerde zwart een stuk na 16-11, waarna een fraai slot volgt: 17) 16-11 18-22. 18) 17x37 6x17, 19) 37-32 14-20, 20) 32-27 24-29. 21) 33x24 20x29. 22) 41-37 15-20 23) 37-32 29-34, 24) 39x30 35x24. 25) 48-43 20-25, 26) 43-39 24-30, 27) 39-33 30-34. 28) 32-28 25-30. 29) 28-23 30-35. 30) 23-19 en na 35-30 geeft wit op de zelfde wijze het stuk terug zoals dit met de 17de zet werd verkregen De twee om twee -dand is juist op tempo voor zwart verloren Het volgend boeiend fragment ontstond aan het derde bord in dezelfde wedstrijd. B DUKEL (D C IJ). VYVWv »»-*«».. 11 «X. 1 11 OV* <JÜ vrnmngnr* vYy-OOOOOOOOf speelt west zijn klaver 8, dan wordt met klaverboer in noord gedekt oost krijgt geen slag meer. 4A: Speelt oost in slag 1 een kleine kla ver, dan neemt zuid met klaver 9, 3 malen troef, een ruiten introeven. klaverheer spelen en vervolgens hartenvrouw na west neemt en heeft nog slechts hartens, zodat noord de harten 9 zal maken. Zwart: HROMADKA Het zojuist beëindigde I.B.M.-toernooi heeft ons weer eens geconfronteerd met een verschijnsel, dat voor een buitenstaan der wellicht onbegrijpelijk is: de achter uitgang in speelsterkte bij het klimmen van de jaren. Dr. Bernstein, eens een van w;t; RUBINSTEIN (aan zet) de sterkste spelers ter wereld, kwam met slechts één punt uit elf partijen hopeloos Wit staat fraai, maar zijn dame is aan- onderaan en dat, terwijl onder de overige gevallen; na een damzet kan zwart met deelnemers meerderen niet eens meester- Pgl: een belangrijk wit aanvalsstuk elimi- sterkte bezaten. neren. Tenminste, dat lijkt zo. Even zien. Voor insiders is dit niet verwonderlijk; 1) Df2-b6ü zij weten welk een snelheid en scherpte Zeer scherp berekend. Nu faalt 1) van denken nodig zijn en hoeveel er geëist ab6: op 2) ab6:t Ra7 3) Ta7:f Kb8 4) Tfb7:f wordt van de fysieke en psychische krach- Kc8 5) Ra6! en wint. ten, om een schaaktoernooi van niveau tot een redelijk einde te brengen. Wanneer iemand het schaken tot zijn beroep maakt, kan voornoemd verschijnsel bepaald een 1) Td8-d7 2) Rgl-c5ü Dit is de eigenlijke pointe van de vorige zet. De zwarte dame, die Td7 moet blijven tragisch aspect krijgen. Spelers, die in hun dekken, kan alleen naar c7, ma-ar daji volgt jonge jaren tot de wereldklasse behoorden, zakken langzaam maar zeker af en ge raken volkomen in het vergeetboek. Zij kunnen hun kc t niet meer verdienen en sterven in armoede, zonder dat hun over lijden bij het publiek nog enige aandacht op 4) ab6:f enz. trekt. 4) Db6xf2! Een sprekend voorbeeld van een derge- Niet 4) Kb3? Rd6: (dreigt ab6:) 5) De3 lijk ongelukkig lot is wel Akiba Rubinstein Tgf8 en zwart heeft zich gered, geweest. Hij werd in 1882 te Stawiski ge- 4) Ph3xf2 eenvoudig 3) Dc7: Tc7: 4) Tc7: Rc7: 5) Dus: 2) Td7xf7 3) Rc5xd6 Tf7-f2f Natuurlijk faalt 3) ab6:? nog steeds W, WW, WW, OOOOOOOOOOCXmvYyYicv*rinnrm o N. KOCKEN (Excelsior) Zwart: 3. 4. 6. 11 12, 13, 14, 16. 17, 18, 19, 23, 24. Wit: 27. 28. 30. 32, 33, 37. 38, 39. 42, 43. 44 en 48. Wit aan zet maakte een belangrijke posi- tiefout met 30-25 te spelen, waarna zwart onmiddellijk 8-12 liet volgen en de winst forceerde. 32) 30-25? 8-12. 33) 37-31. Op 44-40 3-8, 40-34 volgt de doorbraak na 17-22 en 24-29, na 23-28 de vrije door tocht via veld 40 naar dam. 33)3-8. 34) 42-37 17-22. 35) 28x17 11x22. Er dreigt nu dam door 16-21 24-30 en 23-28 naar 49. 36) 44-40 of? 4-10. 37) 40-34 24-30. 38) 35x24 19x30. Stand na de 38-ste zet van zwart: 6. 8. 10, 12, 13, 14, 16, 18. 22, 23, 30; wit: 25, 27, 31, 32, 34, 37. 38, 39 43. 48. Ondanks de elf om elf stand staat wit verloren. In de partii verliep het spel: 30) 33-29 10-15. 40) 48-42 6-11. 41) 31-26? Op 38-33 12-17, en winst op 42-38 8-12; wit heeft geen zet. Op 38-33 12-17 43-38? 14-20 25x14. 8-12 34x25, 23x43 38x47 en de problematische winst na 13-19. 41)22x31. 42) 26-21 16x27. 43) 37x-26 11-16. - 44) 32x21 16x27. 45) 38-33 14-20. 46) 25x14 27-32. 47) 34x25 23x34 48) 39x30 13-19, 49) 14x23 18x49. In de onderlinge DCIJ-competitie 1961 kwam tussen J. de Boer (wit) en A. W Beukema (zwart) de volgende stand voor zwart: 14, 17. 20, 22 23. 26; wit: 30, 32. 34. 36, 37. 40. Wit aan zet offerde met 32-28 23x41 36x47 14-19? 34-29 waarna zwart remise aanbood. Toch had zwart door moeten spelen met 20-25 en met uitstekende winstkansen. Bv, 20-25 40-34. 22-27 29-24 14-19. 34-29 23x34 30x39 en zwart moet de winst proberen op te bouwen in een overmachtseindspel. Hè, WAT JAMMER! De zon ging sla pen. En de muggetjes. die de hele dag in de zonnestralen hadden gedanst, gin gen toen ook maar slapen. En de wa tertorretjes ook. En zelfs de dikkopjes deden hun oogjes dicht. „Hè, wat jam mer", zuchtten zes kleine, piepkleine eendjes, „wat jammer, nou is de dag alweer om en 't was net zo'n mooie.." „Ja, ja", snaterde moeder eend, „maar morgen komt er wéér een dag hoor! En jullie moeten nou allemaal gauw naar je bedje toe. Gauw, gauw! Want anders zijn julli<- morgen te .noe om te zwemmen, te moe om torretjes te hap pen, te moe om in 't water kopje te dui kelen, te moeJa, ja, ik weet precies hoe dat gaat. Vlug naar bed nu!" Moeder eend had in het riet zes kleine, maar prachtige, héél prachtige bedjes gemaakt voor haar kleine kwakerde- kwaakjes. Bedjes van lekker verend gras, opgevuld met een heleboel zacht groen kroos. „Hup, kwaker-de-kwaak één, jij in 't eerste bedje", snaterde moeder de eend verder. Én het eerste eendje spet terde nog even met wat water, kroop toen vlug in zijn bedje en..sliep. „Hup, kwaker-de-kwaak twee, jij in 't tweede bedje", zei moeder eend. En het tweede eendje spetterde óók nog even met wat water en. .sliep toen ook. „Hup, kwaker-de-kwaak drie, jij in 't derde bedje". Het derde eendje kroop in zijn bedje en sliep ook meteen, zon der zelfs met water te spetteren. „Hup, kwaker-de-kwaak vier, jij in 't vierde bedje. Hup, kwaker-de-kwaak vijf, jij in 't vijfde bedje", ging moe der eend door. En toen zei ze: „Hup, kwaker-de- kwaak zes, jij in 't zesde bedje". En toen., en toen keek ze verbaasd om zich heen. Er was helemaal geen kwa- ker-de-kwaak zes! ■j' - r h r 1 int firnrw WAT WAS DAS? Géén kwaker-de- kwaak zes? Nee! Moeder eend telde nog even na. Misschien had ze zich ver gist. Een, twee, drie, vier, vijf.. Nee, kwaker-de-kwaak zes was écht weg. Waar kon hij zijn? Had hij zich mis schien in 't riet verstopt? Of was hij stiekum nog een eindje om gaan zwem men? „Kwaak", riep moeder eend, „kwaak, waar zit je!" Ze keek tussen de rietstengels. Maar daar was hij niet. Ze keek in 'n klomp je, dat juist aan kwam drijven, en dat een klein jongetje misschien had verlo ren.. Maar ook daar zat hij niet in. Ze zwom wat verder de sloot op naar de grote dotterbloemen. Maar daar zat hij ook niet achter. Toen werd de moeder eend héél erg ongerust. Want er waren hele gemene ratten in de sloot, wist ze, en hele ge mene snoeken en hele gemene andere beesten ook. En al die gemene beesten konden haar kleine kwaker-de-kwaak wel 's.Ze durfde er helemaal niet aan te denken. Maar als ze dat wèl gedurfd had, had ze gedacht: gewoon opeten. Ze vroeg aan het stekelbaarsje, dat juist langs kwam, of die kwaker-de- kwaak zes ook gezien had. Ze vroeg het aan de kikker, die precies voor haar snavel in 't water plonsde. Ze vroeg 't aan de reiger, die een eindje verder op in de sloot stond. Maar niemand, nie mand had het zesde eendje gezien. Zelfs zijn donzig staartje niet. TOEN INEENS ZAG moeder eend wat. Wel drie meter van de sloot, zo maar in 't weiland. Ja, daar zat kwa- ker-de-kwaak zes. En wat deed hij daar? Pikken! En waar pikte hij met zijn snaveltje in? Nou nog mooier. In een stéén! Moeder eend vloog op hem af. „Wat heeft dat te betekenen", snaterde ze, „wat doe je daar toch, waarom lig je niet in je bed, je had allang in je bed moeten liggen". „O", zei het zesde eendje, „ik had nog zo'n honger, zo'n verschrikkelijke honger, en toen ben ik nog ev.en een eindje om gaan zwem men en toen vond ik ineens dat stuk brood hier.maar 't is zulk hard brood!" „Brood!" riep moeder eend, brood! Maar zie je dan niet dat 't een stuk steen is. O, wat ben je'toch een eend! Nou, klim maar gauw op mijn rug dan breng ik je snel naar je bedje.." En zo gebeurde het. Maar niet voordat kwaker-de-kwaak zes nog minstens zes extra lekkere watertorretjes van zijn moeder had gekregen, omdat hij toch zo'n verschrikkelijke honger had. En als je toen in zijn oogjes had kunnen kijken, dan had je vast en zeker ge zien dat hij hele ondeugende pretlicht jes in zijn oogjes had. Ja, een eend was hij natuurlijk wel, maar dan toch een heel slim eendje, begrijp je. Rrring ging de bel bij de juwelier en hij keek eens voorzichtig door een kier. Toen deed hij de deur gauw open, want op de stoep stond een klant: de GOUDfazant. Rrring ging de bel bij de juwelier. Hij dronk net gezellig een glaasje bier, toch kwam hij al gauw met zijn sleutelbos, want hij wist wie er was: de ZILVERvos. Rrring ging de bel bij de juwelier. Hij was allang dicht, al wel een kwartier. In hemdsmouwen kwam hij toch opendoen, want buiten daar wachtte het PARELhoen. Rrringging de bel bij de juwelier. Hij slofte naar voren, keek door de kier Maar tóen liet hij bellen, wel 'n keer of vier, want nu was er toch zó'n ordinair dier Verbeeld je, een kip, met een snavel, een kam, aan zó een verdien je geen boterham! Het duur niet lang of de kip ging maar weg, de juwelier keek haar na, hoe ze liep langs de heg Maar al tuitte hij trots en tevreden zijn lippen, zijn béste klant had hij zich laten ontglippen De juwelier was de beste uit héél Hoog-Beieren, maar de kip... was de Kip Met De Gouden Eieren! Wat moet dat daar? Wat moet dat nou Daar loopt een poesje aan een touw, een poes met zwarte haartjes en witte snorrebaardjes en aan het touw tien belletjes Wie loopt ernaast? Truus van der Ley! Waarom laat Truus haar poes niet vrij? Die poes zo mooi, zo glimmend en vaak gezellig spinnend? Zij brengt hem naar 't concertgebouw! 't Concertgebouw Miauw! Daar zit hij dan, daar pronkt hij dan en Truus ernaast, en trots ervan, want zij won met haar lieveling op de kattententoonstelling van katten wit, zwart, rood en grijs de allerhoogste, éérste prijs! 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 17