economie
Rotterdam
in
1
m
techniek in Delft
door prof. H. W. Lambers,
rector-magn ificus
„NU EN
STRAKS
...of aan ,,'s Lands oudste": LEIDEN!
door prof dr. C. Soetemati
Technische
n Hogeschool Delft:
Op groei gebouwd
door drs. R. van der Mast, studenten
decaan aan T.H. te Delft
DINSDAG 27 JUNI 1961
LAAT JE ZOON STUDEREN,, laat hem voor minister leren
Nederlandse universiteiten en hogescholen openen zich voor steeds meer jonge
mannen (en jonge vrouwen!), die na hun middelbare of voorbereidend hogere
studie ook een hogere opleiding willen volgen. Leiden, Delft, Rotterdam
Stafleden van de inrichtingen voor hoger onderwijs, mensen die dagelijks bij
de academische opleiding van jonge Nederlanders betrokken zijn, geven in
deze bijzondere bijlage hun (gezaghebbende) visie.
Telkens weer blijkt bij de inschrijving voor de hogere studies dat het aankomende
studenten ontbreekt aan de juiste voorlichting. Toch wordt die voldoende ge
boden, door de inrichtingen voor hoger onderwijs zelf niet op de laatste plaats!
Laat je zoon of dochter studeren, als het even kan, al hoeft dan het advies van
het Leids Studenten Cabaret wat de „studierichting" betreft onzentwege niet
opgevolgd te worden, - maar niet zonder een grondige kennisneming van de
mogelijkheden en moeilijkheden in zijn of haar toekomstige faculteit!
-
op
de
Examens
I
LAAT UW ZOON dochter!
STUDEREN!
De Nederlanclsche Economische Hoo-
geschool, in 1913 opgericht, is de oudste
instelling van economisch hoger onder
wijs in Nederland. Aan de hogeschool
studeren nu plm. 1800 studenten waar
onder 40 vrouwelijke dat is bijna de
helft van hen, die in Nederland econo
mie studeren. Ten einde een indruk te
geven van het aantal studenten in de
economie in verhouding tot dat in de
andere wetenschappen, vermeld ik, dat
1 op de 8 mannelijke studenten in Ne
derland economie studeert.
De studie-opbouw aan de hogeschool is
zo, dat in het eerste studiejaar het propae-
deutisch examen schriftelijk kan worden
afgelegd. Dit examen wordt in mei afgeno
men, terwijl in september de gelegenheid
bestaat, indien dit onverhoopt nodig is, in
een of meer vakken herexamen te doen.
Het omvat de vakken: algemene leer der
economie, geld-, krediet- en bankwezen,
bedrijfshuishoudkunóe, statistiek en wis
kunde.
Voordat de student met zijn kandidaats
tentamens kan beginnen, moet hij ook nog
een tentamen boekhouden hebben gedaan
met uitzonderig van hen, die op hun
eindexamen HBS-A ten minste een 7 voor
boekhouden haalden en 4 weken in de
praktijk werkzaam zijn geweest. Het nut
van deze stage ligt er vooral in, dat men
reeds tijdens zijn studie kennis maakt met
de gewoonten en de sfeer in het bedrijfs
leven.
Het kandidaatsexamen omvat de vakken:
staathuishoudkunde bedrijfshuishoudkun-
de burgerlijk recht en handelsrecht, econo
mische geschiedenis en economische aard
rijkskunde. Evenals het propaedeutisch
examen is het kandidaatsexamen voor alle
studenten gelijk. Hierop bestaat één uitzon
dering in de vorm van een iets gewijzigd
kandidaatsexamen voor hen. die voor hun
doctoraal examen de kwantitatief-econo
mische (mathematisch-economische) rich
ting willen volgen.
'Zowel tijdens de propaedeuse- als de
kandidaatsstudie worden voor de werkstu
denten des avonds een aantal speciale
oefencolleges gegeven. De toelating hiertoe
moet worden aangevraagd bij de studen
tendecaan.
De mogelijkheid bestaat de studie na het
kandidaatsexamen af te sluiten met het
halen van het baccalaureaatsexamen. De
Nederlandsche Economische Hoogeschool
heeft als eerste in 1951/52 het baccalaureaat
in de economische wetenschappen inge
steld, mede op grond van besprekingen met
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
Met het oog op bepaalde functies is het na
melijk voor het bedrijfsleven gewenst goed
opgeleide economen op zo jeugdige leeftijd
in dienst te nemen, dat zij zich in het be
drijf verder kunnen bekwamen voor de
hun toegedachte positie. Het onderwijs
voor dit examen wordt gegeven in cursus
sen, die plm. 14 jaar duren. Men krijgt pro
blemen op te lossen, die aan de praktijk
zijn ontleend, en waarbij men het tijdens de
kandidaatsstudie geleerde toe kan passen.
Voor de dictorale studie kan een keuze
worden gedaan uit de volgende studie
richtingen
1) de algemeen-economische;
2) de bedrijfseconomische;
3) de staatkundig-economische;
4) de sociologisch-economische;
5) de kwantitatief-economische;
Benalve een aantal, voor elke richting
verschillende, verplichte vakken, omvat
het doctoraal examen 2 keuzevakken De
student kan deze uit plm. 20 vakken kiezen.
Zowel naar studieriphting, als naar keuze
vakken, kan dus de student zijn doctorale
studie afstemmen op zijn eigen interessen.
Na het afleggen van het doctoraal exa-
man bestaat de mogelijkheid om te promo
veren-
Tenslotte is er aan de hogeschool een
postdoctorale opleiding voor accountants
Wat zijn de mogelijkheden
voor een economist
Het is duidelijk, dat deze verschillend
zijn voor de diverse studierichtingen In
het algemeen is het zo, dat de economist
zich de laatste decennia meer en meer een
plaats heeft veroverd bij het bedrijfsleven,
de overheid, het onderwijs, de journa
listiek enz.
Uit een artikel in „Economisch-Statis-
tische Berichten" van 4 april 1956 blijkt,
dat in dat jaar 39,6 van de afgestudeerde
economen in het paiticuliere bedrijfsleven
werkzaam was, terwijl 35,4 °/o werkte bp de
overheid, organisaties en verenigingen, en
25 in het vrije beroep bij het onderwijs
en overige. Enkele honderden van hen
werken in het buitenland.
Hoe lang duurt de studie?
Belangrijker dan de gemiddelde studie
duur is de „normaie" studieduur. Hier
onder versta ik dan de tijd. waarin een stu
dent. die geen werkstudent is iemand,
die b.v. in de zomervakantie enkele maan
den werkt, noem ik geen werkstudent en
die tevens zijn studie niet in verband met
de militaire dienst of om andere redenen
behoeft te onderbreken, de studie kan vol
brengen. Deze studieduur nu is plm. 5 iaar
en 9 jaar, laat ons zeggen 6 jaar.
Ik pee.m als voorbeeld iemand, die zich
in oktober 1961 voor het eerst als student
bij de Nederlandsche Economische Hooge
school laat inschrijven Het volgende „nor
male" studieprogramma staat mij dan voor
ogen;
le inschrijving oktober 1961
propaedeuse mei of september 1962
kandidaats vóór de zomervakantie 1964
d.w.z. uiterlijk begin juli) E
doctoraal vóór de zomervakantie 1967.
Het is duidelijk, dat ik bij het „normale" E
studieprogramma niet ben uitgegaan van
een student, wiens studententijd zich be-
perkt tot college lopen en thuis studeren.
Het is voor een student immers niet „nor- E
maal" om alleen te studeren. Nog afgezien e
ervan, dat iedereen nu eenmaal slechts een
beperkt aantal uren per dag werkelijk ge- e
concentreerd kan studeren, zou dit ook e
geenszins- zijn- aan te bevelen.- Van een E
academicus wordt immers gelukkig meer
verwacht dan kennis van zijn eigen vakge- e
bied alleen.
Van hem wordt, o.a. ook verwacht, dat
hij enigszins begrip heeft van andere as-
pecten van onze cultuur. De hiertoe nood- E
zakelijke kennis moet de student zich voor
al zelf verwerven. De hogeschool helpt hem
hierbij en spoort hem hiertoe aan door het
organiseren van de voordrachten in het ka
der van- het studium generale. Ik beveel
elke student van harte aan deze voordrach
ten bij te wonen.
Van een academicus verwacht men ook
i.'^
1
sx;-"/A
ledereen ligt dit anders. Het is misschien Een krant vol raadgevingen:
wel zo, dat juist het vinden van een even- school- beroepenvoorlichting; aar
- Wppi^tnrip^t^nSMn'va^de^rootsteHpro^ble- universiteiten: voorlichtingsdagen. Dan:
Van een academicus verwacht men ook. veel studenten een van de grootste prome
dat hij verantwoordelijkheidsgevoel heeft men van hun studententijd is. Vooral voor inlichtingenboek]es in soorten, tolders,
en dat hij met mensen om kan gaan en hun de eerstejaars-studenten, die net van t H vfm afjvjRS wil]en dienen.
school komen, is hei wel moeilijk de grote
vrijheid, die de student heeft, te dragen.
Een groot voordeel van de studie-opbouw
aan de Nederlandscne Economische Hooge
school is daarom, dat de student reeds in
mei van zijn eerste iaar examen kan doen.
en dat hij met mensen om kan gaan en hun
leiding kan geven. Deze eigenschappen
kan men zich vooral verwerven door regel
matig contact met medestudenten- De ge
legenheid bij uitstek hiertoe geven de stu
dentenverenigingen. Het lidmaatschap van
een studentenvereniging is daarom aan te
bevelen. De verschillende Rotterdamse stu
dentenverenigingen maken het elke student
mogelijk een omgeving te vinden, waar hij
zich op zijn plaats voelt.
Het is dus nodig en ook mogelijk, dat een
student tijd voor andere zaken dan de eco
nomie overhoudt. Hoeveel tijd dit zal zijn,
is niet in een vast aantal uren, dat voor
iedereen zou gelden, weer te geven. Voor
Mocnt hij de balans te veel naar de luch
tige Kant van het studentenleven hebben
doen doorslaan, dan wordt hij hier door de
propaedeuse op attent gemaakt op een tijd
stip, waarop nog maar weinig tijd onher
roepelijk verloren is.
De studie in de economie is een vrij
zware studie; men moet er niet aan be
ginnen om voorlopig na het eindexema-
men weer een aantal jaren bezig te zijn.
Maar tegenover de zwaarte staat de
voorbereiding op een boeiend stuk van
het maatschappelijk leven. Ik ken niet
veel economen, die spijt van hun studie
hebben.
EEillE
mmm
instanties die van advies willen dienen.
Enzovoort. En dat alles ten dienste van
de jonge mensen die na het eindexamen
een voortgezette opleiding of een studie
aan de universiteit of hogeschool willen
ondernemen.
Leggen we ze niet in de watten? Ontne
men we hen niet het risico van eigen
keuzebepaling en daarmede de verant
woordelijkheid waaraan een jong mens
volwassen moet worden? Lijkt dit niet op
wat een collega student in de Verenigde
Staten hoorde noemen: „spoon-feeding",
„nose-wiping" en „diaperchanging"?
Deze vragen zijn niet retorisch bedoeld
en daarom volgt er geen pathetisch neen!
Het gevaar van verwenning kan erin zit
ten. Maar het hoeft niet. Dat hangt af van
de verwachtingen van degenen die de voor
lichting geven, én van hen die zich laten
voorlichten.
Er komt een student op mijn spreekuur
het is maart om mij te vertellen, dat
hij geen kans ziet om in mei aan het pro
paedeutisch examen mee te doen met alle
consequenties'daarvan voor zijn studietoe
lage. Uit ons gespi ek blijkt, dat hij be
hoort tot de categorie aan wie een zin
snede is gewijd op bladzijde 10 van ons
inlichtingenboekje dat hem het vorig iaar
volgans alle regelen der kunst is toegezon-
Hogeschool voor de aanstaande student
uit te tekenen, op te roepen. Maar ik moet
niet verwachten, dat hij die uit mijn woor
den net zo ziet als ik
Wat ik doe is niet meer dan een beschrij
ving geven van een stad. die ik ken maar
waar de ander nog aooit geweest is. Ik kan
een plattegrond ophangen en ik kan dia's
projecteren en de aandacht vestigen op dit
en op dat. De ander zal. wil ik aannemen,
geïnteresseerd luisteren en kijken. Maar
als hij nu z lf is opgenomen in het gewoel
van die stad, zal hij dan nog denken
aan wat ik hem heb meegegeven? Zal hij
eraan kunnen denken? En zal hij (of zij)
met zijn jonge ogen niet een heel andere
stad zien dan die de man van middelbare
leeftijd beschreef?
Mijn doel zou bereikt zijn als hij eraan
dacht, dat er meer dan het stationsplein
en dat er een paar herkenningspunten in
zijn geheugen zouden zijn blijven hangen.Ik
zou mij hart vasthouden voor degene die
alleen aan de hand van aantekeningen van
mijn lezing de stad zou willen leren „ken
nen" Want zo zal het nooit zij n stad kun
nen worden
Met de univei sitane wereld is het net zo
het gezichtsveld zovee1 beperkter, de mo
gelijkheden zo oneindig veel kleiner wa
ren Worden ze inderdaad in de watten
ff gelegd? Ik geloof het niet. Ik vrees voor
het studiesucces van degenen die het al te
gemakkelijk (schijnen te) hebben en die
zich laten sturen door vader, moeder,
directeur of adviseur.
Want iedereen moet met de gegeven in
lichtingen zélf aan de gang om tot een
voorlopige keuze te komen, die straks her
haald en bevestigd moet worden. Dat moet
iedereen zelf „avonturen". Dit zou ik aan
de ouders en over hun hoofden heen aan
de abituriënten wel graag met nadruk
willen zeggen.
Geld en moeite zijn aan de voorlichting
goed besteed, omdat in elk geval een aan
tal grove vergissingen kunnen worden
voorkomen en een aantal besluiten bezon-
kener wordt genomen dan anders het ge
val zou zijn geweest.
Daarnaast is er een, misschien nog be
langrijker, indirecte uitwerking van de
voorlichting, die gedachten waar menig
een voorheen onwennig tegenover stond
tot gemeengoed maakt. Mag ik er ten be
sluite enkele noemen:
den. Daar staat zwart op wit: Op een T H
waait de studie niemand aan Iedereen
moet met inspanning zich door de stof
heenwerken om die te leren beheersen en
gebruiken. Herhaaldelijk blijken het de
„knappe jongens" van de H B S of het
Gymnasium te ziji die in Delft of Eind
hoven in het eerste iaar smadelijk falen".
Of hij dat toen niet gelezen heeft? Hij is
immers iemand wie het op de H.B.S. aan
waaide? Ja. maar Ik geloof dat Goethe
voor hem antwoordt: „wir können einen
Fehler nicht eher einsehen als bis wir ihn
los sind".
Wij Nederlanders zijn een moraliresend
volk.' Wij hechten veel waarde aan raadge
vingen. wenken, vermaningen. Te veel. zou
ik zeggen, als wii menen, dat de aanwij
zingen het leven zeR kunnen vervangen of
programmeren.
Ik kan proberen de wereld, die de rrüjne
is laten we zeggen die van de Technische
Die :s voor mij anders dan voor de jonge
mensen die er nog voor staan en die die
wereld kleuren met hun idealen en ver
wachtingen of ook met hun vrees.
Wij moeten de aanwijzingen, de voor
lichting. nemen voor wat ze zijn. niet meer
ook niet mindei N emand kan de wereld
nabii brengen, die men zelf moet maken.
Daarom enkele punten enkele dingen, die
de moeite van het onthouden waard zijn
en die straks te pas zullen komen.
AI was het alleen maar, dat een student
zich tijdig realiseert, dat hij bezig i- vast
te lopen En daarover dan liever niet pas
in maart komt praten als er van inhalen
geen sprake meer kar zijn.
Zouden de jonge mensen van nu het
werkelijk zoveel makkelijker hebben bij
hun studiekeuze dan die van vroeger, toen
dat er studietoelagen zijn voor de goede
leerlingen;
dat men dus „voor de goedkoopte" geen
studie behoeft te kiezen, omdat die dicht
bij huis kan worden volbracht;
dat het voor zoon of dochter (en ten
slotte ook voor de ouders) beter is, dat
een student niet thuis blijft wonen, wan
neer het bij voorbeeld met eui toe
lage anders kan, ook al is het niet
zo ver van zijn woonplaats naar Leiden,
Delft of Rotterdam;
dat er aansluiting moet zijn met eniger
lei studentengroepering om eenzijdigheid
en vereenzaming te voorkomen;
dat men als er nu of later vragen rijzen,
zijn licht kan gaan opsteken bij verschil
lende instanties; voor het gemak (van
de leerling!) zeg ik maar: bij voorbeeld
bij de studentendecanen;
en dat er met de studie een grote ver
andering gaat komen, een andere stad,
een nieuwe wereld. Wie weet denkt deze
of gene van daar uit straks nog eens
terug aan wat hij vandaag heeft gelezen
en begrijpt dan' wat er bedoeld werd.
De Leidse universiteit, ,,'s lands oudste", is in 1575 door prins Willem van
Oranje gesticht. Groningen en Utrecht, de beide andere rijksuniversiteiten, volg
den in 1614 en 1636. Daarnaast en daarna zijn er in ons land, zoals men weet,
nog verscheidene andere instellingen van hoger onderwijs opgericht, en in de
komende jaren zal een verdere uitbreiding plaatsvinden.
Nu is ouderdom op zich zelf nog geen
reden tot trots, en 400 jaar is in de weten
schap en in de geschiedenis der universi
teiten geen hoge leeftijd; Italië, Frankrijk
en Duitsland bezitten universiteiten die
eeuwen ouder zijn dan de Nederlandse. En
ook een roemrijke reputatie is op zich zelf
wel aangenaam, maar tevens stemt zij tot
bescheidenheid en legt zij verplichtingen
op. De betekenis van een universiteit hangt
niet af van hen die er eens gedoceerd en
gestudeerd hebben, maar van ons die dat
thans doen, en van u die er straks gaat stu
deren Dat is geen reden tot onzekerheid en
twijfel, maar wel tot het inspannen van de
gehele werkkracht. Als dat uw voornemen
is, zijt ge hartelijk welkom,
Leiden biedt u vele mogelijkheden van
studie. Trouwens, die mogelijkheden zijn
aan de verschillende universiteiten in vér
gaande mate gelijk. Universitas, volledige
omvatting der wetenschappen, bepaalt hun
karakter. Toch zijn er verschillen. De Leid-
se universiteit heeft b.v. geen economische
faculteit; zij heeft die ook bij de jongste
uitbreiding van het wetenschappelijke on
derwijs niet gekregen, en economie is er in
Leiden voorlopig alleen als onderdeel van
de rechtenstudie.
Voor tandheelkunde en diergeneeskunde,
voor pers en politiek, voor aardrijkskunde
en Keltisch moet men naar een andere uni
versiteit. Daar staat echter een grote diffe
rentiatie in faculteiten als die der genees
kunde en der wiskunde en natuurweten
schappen tegenover, evenals het feit dat
b.v. in de faculteit der letteren een indruk
wekkend aantal talen en litteraturen en
culturen wordt gedoceerd, van Oud-IJs-
lands en Fries via de Balto-Slavische talen
tot Austronesische linguistiek, van Chinees,
Japans en Koreaans via Buddhologie en
Tibetaans, Sanskrit en Arabisch en Ban-
toeïstiek tot „Sociologie en cultuurkunde
van Suriname en de Nederlandse Antillen."
In deze faculteit bloeien met name nog
steeds de tradities waardoor zij groot is ge
lijke betrekkingen. Men kan door de uni
versitaire studie van alles „worden": arts,
theoloog, meester in de rechten, leraar,
psycholoog, socioloog enz. Het leraarsambt
en alweer spreekt hier eigen ervaring
bereikt men via de beide faculteiten waar
in talen en geschiedenis, respectievelijk
wis-, natuur- en scheikunde en biologie
worden gedoceerd; ook de theologische fa
culteit kent sinds kort het doctoraal-diplo-
ma met leraarsbevoegdheid (godsdienst
kennis, cultuurgeschiedenis van het Chris
tendom).
Schrijver stelt er prijs op een lans te bre
ken voor de studierichtingen die tot het
leraarsambt leiden ter correctie van recente
onnodig ontmoedigende voorlichting inzake
de toekomstmogelijkheden. Wie nü de stu-
nen ook de in september te houden „Eerste-
jaarsdagen". Het centrale punt waar men
inlichtingen kan vragen, is het Bureau Stu
dentenbelangen, Rapenburg 6, tel. 20968.
Ook wie van zijn studiekeuze nog niet ze
ker is, zal er goed aan doen, daar te gaan
informeren. U staat immers voor een be
langrijke overgang in uw leven, die gemar
keerd wordt door eind-examen en inschrij
ving als student Zorgt ervoor dat u zich
voor heide goed voorbereidt
worden: oriëntalistiek, klassieke talen, ge
schiedenis, kunstgeschiedenis en archeolo
gie, Nederlandse taal- en letterkunde, wijs
begeerte.
In andere richtingen heeft de Leidse fa
culteit der letteren, waarvan schrijver
dezes het beste op de hoogte is, zich in de
laatste decennia opmerkelijk verjongd;
psychologie, pedagogiek, sociologie (die alle
drie ten dele onder deze faculteit ressorte
ren) en de vreemde moderne talen Frans,
Duits en Engels zijn nu in volledige bezet
ting aan de Leidse universiteit vertegen
woordigd.
De vermelding van deze vakken brengt
ons de tweeledige taak der universiteit in
herinnering, de vorming tot zelfstandige
beoefening der wetenschap én de voorbe
reiding tot het bekleden van maatschappe-
die gaat beginnen, kan zeker afstuderen
vóór het tijdstip waarop misschien
alle docentenplaatsen door bevoegde lera
ren zijn bezet. Bovendien is een doctoraal
diploma een aanbeveling bij iedere sollici
tatie, zowel in leraarsvacatures als bij be
trekkingen buiten het onderwijs, die voor
de „bêta"-vakken talrijk en voor de „al-
pha"-vakken veel minder talrijk zijn, maar
ook daar niet geheel ontbreken.
Dat ook het studenteleven in Leiden rijk
geschakeerd is, spreekt vanzelf. De neutra
le gezelligheidsverenigingen, de gezel
schappen op levensbeschouwelijke basis en
de studieclubs bieden elk wat wils. Nie
mand behoeft zich In de universitaire sa
menleving verloren te gevoelen Wel is het
gewenst dat men zich tevoren goed oriën
teert. Daartoe was de onlangs gehouden
„Voorlichtingsdag" bestemd, daartoe die-
Haarlem. Aan het Christelijk lyceum „Mar-
nix van St. Aldegonde" te Haarlem zijn ge
slaagd voor Let eindexamen HB.S.-B.: Ben
Bakker; Menzo Barendregt; Bert Beekhuis;
Frits Clausen; Jan Demmink; Martin Haak;
Kees Hesse; Jan Hoogepdorp; Jan van Huis;
Frans Nieuwenhof; Rob Pieke; Bert Roden
burg- Chris Seijmonsbergen vr.; Maarten
Spaargaren; Dick Quik; Rinus Uijl; Jopie van
de Werff, vr.; Wim van Arkel; Rudi van de
Berg; Peter Bleijerveld; Klaas Blok; Betty
van Dijk, vr.; Ben Gomes; Henk Goos; Govert
Hazenberg; Henk de Jong; Harm Kamstra;
Wim de Kool; Arie Kraaijeveld; Jan de Kruijf;
Jan Lamsma; Wim de Leeuw v. Weenen;
Emmy Teeuwen. vr.; Edu van Tongeren.
Haarlem. Voor het eindexamen HB.S.-A
slaagden aan het Mendel-College in Haarlem:
S. J M Ackermans, Velsen; C. W. M. van
Alphen. Bloemendaal; J. G. A. Berendonk,
Haarlem; J. G. M. van den Berg, Haarlem;
F. J. Besselink, Haarlem; A. J. Bolder, Haar-
H. M. Breed, Haarlem; F. W. T. Feh-
Amsterdam; J. C. S. Franken, Haar-
C. M Hak, Haarlem; J Hooftman, Haar-
A. T. M. Kaasenbrood, Santpoort; S. Th.
Kuipers. Driehuis; D. J. A. Lambert, Haar
lem; H. J. Leemreize. Haarlem; L. W. M.
Snijders, Haarlem; J. H. van Straten, Haar
lem; G. Vosse, IJmuiden; J P J Ter Weijde,
Haarlem. Afgewezen: 1 kandidaat.
Haarlem. Aan het Coornhertlyceum te Haar
lem zijn geslaagd voor het eindexamen
H.B.S.-A: de dames: E. H. Andreae, B. J. G.
Brants; M. E. Koks; C. van Roode; J. E. M.
dc Ru; A. de Wreede; de heren: E. p. H.
Brussé; H. J. Crietee; P. J. Hofman; F. H. N.
Hogeveen; E. J. Nederkoorn; J. Pot; J. F. H.
Ridder van Rappard; G. E. Ruseler. Twee
kandidaten zijn afgewezen.
Utrecht. Geslaagd voor het doctoraal exa
men rechtsgeleerdheid K. Mesdag, Bloemen
daal.
lem;
mers.
lem;
lem;