economie Rotterdam in 1 m techniek in Delft door prof. H. W. Lambers, rector-magn ificus „NU EN STRAKS ...of aan ,,'s Lands oudste": LEIDEN! door prof dr. C. Soetemati Technische n Hogeschool Delft: Op groei gebouwd door drs. R. van der Mast, studenten decaan aan T.H. te Delft DINSDAG 27 JUNI 1961 LAAT JE ZOON STUDEREN,, laat hem voor minister leren Nederlandse universiteiten en hogescholen openen zich voor steeds meer jonge mannen (en jonge vrouwen!), die na hun middelbare of voorbereidend hogere studie ook een hogere opleiding willen volgen. Leiden, Delft, Rotterdam Stafleden van de inrichtingen voor hoger onderwijs, mensen die dagelijks bij de academische opleiding van jonge Nederlanders betrokken zijn, geven in deze bijzondere bijlage hun (gezaghebbende) visie. Telkens weer blijkt bij de inschrijving voor de hogere studies dat het aankomende studenten ontbreekt aan de juiste voorlichting. Toch wordt die voldoende ge boden, door de inrichtingen voor hoger onderwijs zelf niet op de laatste plaats! Laat je zoon of dochter studeren, als het even kan, al hoeft dan het advies van het Leids Studenten Cabaret wat de „studierichting" betreft onzentwege niet opgevolgd te worden, - maar niet zonder een grondige kennisneming van de mogelijkheden en moeilijkheden in zijn of haar toekomstige faculteit! - op de Examens I LAAT UW ZOON dochter! STUDEREN! De Nederlanclsche Economische Hoo- geschool, in 1913 opgericht, is de oudste instelling van economisch hoger onder wijs in Nederland. Aan de hogeschool studeren nu plm. 1800 studenten waar onder 40 vrouwelijke dat is bijna de helft van hen, die in Nederland econo mie studeren. Ten einde een indruk te geven van het aantal studenten in de economie in verhouding tot dat in de andere wetenschappen, vermeld ik, dat 1 op de 8 mannelijke studenten in Ne derland economie studeert. De studie-opbouw aan de hogeschool is zo, dat in het eerste studiejaar het propae- deutisch examen schriftelijk kan worden afgelegd. Dit examen wordt in mei afgeno men, terwijl in september de gelegenheid bestaat, indien dit onverhoopt nodig is, in een of meer vakken herexamen te doen. Het omvat de vakken: algemene leer der economie, geld-, krediet- en bankwezen, bedrijfshuishoudkunóe, statistiek en wis kunde. Voordat de student met zijn kandidaats tentamens kan beginnen, moet hij ook nog een tentamen boekhouden hebben gedaan met uitzonderig van hen, die op hun eindexamen HBS-A ten minste een 7 voor boekhouden haalden en 4 weken in de praktijk werkzaam zijn geweest. Het nut van deze stage ligt er vooral in, dat men reeds tijdens zijn studie kennis maakt met de gewoonten en de sfeer in het bedrijfs leven. Het kandidaatsexamen omvat de vakken: staathuishoudkunde bedrijfshuishoudkun- de burgerlijk recht en handelsrecht, econo mische geschiedenis en economische aard rijkskunde. Evenals het propaedeutisch examen is het kandidaatsexamen voor alle studenten gelijk. Hierop bestaat één uitzon dering in de vorm van een iets gewijzigd kandidaatsexamen voor hen. die voor hun doctoraal examen de kwantitatief-econo mische (mathematisch-economische) rich ting willen volgen. 'Zowel tijdens de propaedeuse- als de kandidaatsstudie worden voor de werkstu denten des avonds een aantal speciale oefencolleges gegeven. De toelating hiertoe moet worden aangevraagd bij de studen tendecaan. De mogelijkheid bestaat de studie na het kandidaatsexamen af te sluiten met het halen van het baccalaureaatsexamen. De Nederlandsche Economische Hoogeschool heeft als eerste in 1951/52 het baccalaureaat in de economische wetenschappen inge steld, mede op grond van besprekingen met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Met het oog op bepaalde functies is het na melijk voor het bedrijfsleven gewenst goed opgeleide economen op zo jeugdige leeftijd in dienst te nemen, dat zij zich in het be drijf verder kunnen bekwamen voor de hun toegedachte positie. Het onderwijs voor dit examen wordt gegeven in cursus sen, die plm. 14 jaar duren. Men krijgt pro blemen op te lossen, die aan de praktijk zijn ontleend, en waarbij men het tijdens de kandidaatsstudie geleerde toe kan passen. Voor de dictorale studie kan een keuze worden gedaan uit de volgende studie richtingen 1) de algemeen-economische; 2) de bedrijfseconomische; 3) de staatkundig-economische; 4) de sociologisch-economische; 5) de kwantitatief-economische; Benalve een aantal, voor elke richting verschillende, verplichte vakken, omvat het doctoraal examen 2 keuzevakken De student kan deze uit plm. 20 vakken kiezen. Zowel naar studieriphting, als naar keuze vakken, kan dus de student zijn doctorale studie afstemmen op zijn eigen interessen. Na het afleggen van het doctoraal exa- man bestaat de mogelijkheid om te promo veren- Tenslotte is er aan de hogeschool een postdoctorale opleiding voor accountants Wat zijn de mogelijkheden voor een economist Het is duidelijk, dat deze verschillend zijn voor de diverse studierichtingen In het algemeen is het zo, dat de economist zich de laatste decennia meer en meer een plaats heeft veroverd bij het bedrijfsleven, de overheid, het onderwijs, de journa listiek enz. Uit een artikel in „Economisch-Statis- tische Berichten" van 4 april 1956 blijkt, dat in dat jaar 39,6 van de afgestudeerde economen in het paiticuliere bedrijfsleven werkzaam was, terwijl 35,4 °/o werkte bp de overheid, organisaties en verenigingen, en 25 in het vrije beroep bij het onderwijs en overige. Enkele honderden van hen werken in het buitenland. Hoe lang duurt de studie? Belangrijker dan de gemiddelde studie duur is de „normaie" studieduur. Hier onder versta ik dan de tijd. waarin een stu dent. die geen werkstudent is iemand, die b.v. in de zomervakantie enkele maan den werkt, noem ik geen werkstudent en die tevens zijn studie niet in verband met de militaire dienst of om andere redenen behoeft te onderbreken, de studie kan vol brengen. Deze studieduur nu is plm. 5 iaar en 9 jaar, laat ons zeggen 6 jaar. Ik pee.m als voorbeeld iemand, die zich in oktober 1961 voor het eerst als student bij de Nederlandsche Economische Hooge school laat inschrijven Het volgende „nor male" studieprogramma staat mij dan voor ogen; le inschrijving oktober 1961 propaedeuse mei of september 1962 kandidaats vóór de zomervakantie 1964 d.w.z. uiterlijk begin juli) E doctoraal vóór de zomervakantie 1967. Het is duidelijk, dat ik bij het „normale" E studieprogramma niet ben uitgegaan van een student, wiens studententijd zich be- perkt tot college lopen en thuis studeren. Het is voor een student immers niet „nor- E maal" om alleen te studeren. Nog afgezien e ervan, dat iedereen nu eenmaal slechts een beperkt aantal uren per dag werkelijk ge- e concentreerd kan studeren, zou dit ook e geenszins- zijn- aan te bevelen.- Van een E academicus wordt immers gelukkig meer verwacht dan kennis van zijn eigen vakge- e bied alleen. Van hem wordt, o.a. ook verwacht, dat hij enigszins begrip heeft van andere as- pecten van onze cultuur. De hiertoe nood- E zakelijke kennis moet de student zich voor al zelf verwerven. De hogeschool helpt hem hierbij en spoort hem hiertoe aan door het organiseren van de voordrachten in het ka der van- het studium generale. Ik beveel elke student van harte aan deze voordrach ten bij te wonen. Van een academicus verwacht men ook i.'^ 1 sx;-"/A ledereen ligt dit anders. Het is misschien Een krant vol raadgevingen: wel zo, dat juist het vinden van een even- school- beroepenvoorlichting; aar - Wppi^tnrip^t^nSMn'va^de^rootsteHpro^ble- universiteiten: voorlichtingsdagen. Dan: Van een academicus verwacht men ook. veel studenten een van de grootste prome dat hij verantwoordelijkheidsgevoel heeft men van hun studententijd is. Vooral voor inlichtingenboek]es in soorten, tolders, en dat hij met mensen om kan gaan en hun de eerstejaars-studenten, die net van t H vfm afjvjRS wil]en dienen. school komen, is hei wel moeilijk de grote vrijheid, die de student heeft, te dragen. Een groot voordeel van de studie-opbouw aan de Nederlandscne Economische Hooge school is daarom, dat de student reeds in mei van zijn eerste iaar examen kan doen. en dat hij met mensen om kan gaan en hun leiding kan geven. Deze eigenschappen kan men zich vooral verwerven door regel matig contact met medestudenten- De ge legenheid bij uitstek hiertoe geven de stu dentenverenigingen. Het lidmaatschap van een studentenvereniging is daarom aan te bevelen. De verschillende Rotterdamse stu dentenverenigingen maken het elke student mogelijk een omgeving te vinden, waar hij zich op zijn plaats voelt. Het is dus nodig en ook mogelijk, dat een student tijd voor andere zaken dan de eco nomie overhoudt. Hoeveel tijd dit zal zijn, is niet in een vast aantal uren, dat voor iedereen zou gelden, weer te geven. Voor Mocnt hij de balans te veel naar de luch tige Kant van het studentenleven hebben doen doorslaan, dan wordt hij hier door de propaedeuse op attent gemaakt op een tijd stip, waarop nog maar weinig tijd onher roepelijk verloren is. De studie in de economie is een vrij zware studie; men moet er niet aan be ginnen om voorlopig na het eindexema- men weer een aantal jaren bezig te zijn. Maar tegenover de zwaarte staat de voorbereiding op een boeiend stuk van het maatschappelijk leven. Ik ken niet veel economen, die spijt van hun studie hebben. EEillE mmm instanties die van advies willen dienen. Enzovoort. En dat alles ten dienste van de jonge mensen die na het eindexamen een voortgezette opleiding of een studie aan de universiteit of hogeschool willen ondernemen. Leggen we ze niet in de watten? Ontne men we hen niet het risico van eigen keuzebepaling en daarmede de verant woordelijkheid waaraan een jong mens volwassen moet worden? Lijkt dit niet op wat een collega student in de Verenigde Staten hoorde noemen: „spoon-feeding", „nose-wiping" en „diaperchanging"? Deze vragen zijn niet retorisch bedoeld en daarom volgt er geen pathetisch neen! Het gevaar van verwenning kan erin zit ten. Maar het hoeft niet. Dat hangt af van de verwachtingen van degenen die de voor lichting geven, én van hen die zich laten voorlichten. Er komt een student op mijn spreekuur het is maart om mij te vertellen, dat hij geen kans ziet om in mei aan het pro paedeutisch examen mee te doen met alle consequenties'daarvan voor zijn studietoe lage. Uit ons gespi ek blijkt, dat hij be hoort tot de categorie aan wie een zin snede is gewijd op bladzijde 10 van ons inlichtingenboekje dat hem het vorig iaar volgans alle regelen der kunst is toegezon- Hogeschool voor de aanstaande student uit te tekenen, op te roepen. Maar ik moet niet verwachten, dat hij die uit mijn woor den net zo ziet als ik Wat ik doe is niet meer dan een beschrij ving geven van een stad. die ik ken maar waar de ander nog aooit geweest is. Ik kan een plattegrond ophangen en ik kan dia's projecteren en de aandacht vestigen op dit en op dat. De ander zal. wil ik aannemen, geïnteresseerd luisteren en kijken. Maar als hij nu z lf is opgenomen in het gewoel van die stad, zal hij dan nog denken aan wat ik hem heb meegegeven? Zal hij eraan kunnen denken? En zal hij (of zij) met zijn jonge ogen niet een heel andere stad zien dan die de man van middelbare leeftijd beschreef? Mijn doel zou bereikt zijn als hij eraan dacht, dat er meer dan het stationsplein en dat er een paar herkenningspunten in zijn geheugen zouden zijn blijven hangen.Ik zou mij hart vasthouden voor degene die alleen aan de hand van aantekeningen van mijn lezing de stad zou willen leren „ken nen" Want zo zal het nooit zij n stad kun nen worden Met de univei sitane wereld is het net zo het gezichtsveld zovee1 beperkter, de mo gelijkheden zo oneindig veel kleiner wa ren Worden ze inderdaad in de watten ff gelegd? Ik geloof het niet. Ik vrees voor het studiesucces van degenen die het al te gemakkelijk (schijnen te) hebben en die zich laten sturen door vader, moeder, directeur of adviseur. Want iedereen moet met de gegeven in lichtingen zélf aan de gang om tot een voorlopige keuze te komen, die straks her haald en bevestigd moet worden. Dat moet iedereen zelf „avonturen". Dit zou ik aan de ouders en over hun hoofden heen aan de abituriënten wel graag met nadruk willen zeggen. Geld en moeite zijn aan de voorlichting goed besteed, omdat in elk geval een aan tal grove vergissingen kunnen worden voorkomen en een aantal besluiten bezon- kener wordt genomen dan anders het ge val zou zijn geweest. Daarnaast is er een, misschien nog be langrijker, indirecte uitwerking van de voorlichting, die gedachten waar menig een voorheen onwennig tegenover stond tot gemeengoed maakt. Mag ik er ten be sluite enkele noemen: den. Daar staat zwart op wit: Op een T H waait de studie niemand aan Iedereen moet met inspanning zich door de stof heenwerken om die te leren beheersen en gebruiken. Herhaaldelijk blijken het de „knappe jongens" van de H B S of het Gymnasium te ziji die in Delft of Eind hoven in het eerste iaar smadelijk falen". Of hij dat toen niet gelezen heeft? Hij is immers iemand wie het op de H.B.S. aan waaide? Ja. maar Ik geloof dat Goethe voor hem antwoordt: „wir können einen Fehler nicht eher einsehen als bis wir ihn los sind". Wij Nederlanders zijn een moraliresend volk.' Wij hechten veel waarde aan raadge vingen. wenken, vermaningen. Te veel. zou ik zeggen, als wii menen, dat de aanwij zingen het leven zeR kunnen vervangen of programmeren. Ik kan proberen de wereld, die de rrüjne is laten we zeggen die van de Technische Die :s voor mij anders dan voor de jonge mensen die er nog voor staan en die die wereld kleuren met hun idealen en ver wachtingen of ook met hun vrees. Wij moeten de aanwijzingen, de voor lichting. nemen voor wat ze zijn. niet meer ook niet mindei N emand kan de wereld nabii brengen, die men zelf moet maken. Daarom enkele punten enkele dingen, die de moeite van het onthouden waard zijn en die straks te pas zullen komen. AI was het alleen maar, dat een student zich tijdig realiseert, dat hij bezig i- vast te lopen En daarover dan liever niet pas in maart komt praten als er van inhalen geen sprake meer kar zijn. Zouden de jonge mensen van nu het werkelijk zoveel makkelijker hebben bij hun studiekeuze dan die van vroeger, toen dat er studietoelagen zijn voor de goede leerlingen; dat men dus „voor de goedkoopte" geen studie behoeft te kiezen, omdat die dicht bij huis kan worden volbracht; dat het voor zoon of dochter (en ten slotte ook voor de ouders) beter is, dat een student niet thuis blijft wonen, wan neer het bij voorbeeld met eui toe lage anders kan, ook al is het niet zo ver van zijn woonplaats naar Leiden, Delft of Rotterdam; dat er aansluiting moet zijn met eniger lei studentengroepering om eenzijdigheid en vereenzaming te voorkomen; dat men als er nu of later vragen rijzen, zijn licht kan gaan opsteken bij verschil lende instanties; voor het gemak (van de leerling!) zeg ik maar: bij voorbeeld bij de studentendecanen; en dat er met de studie een grote ver andering gaat komen, een andere stad, een nieuwe wereld. Wie weet denkt deze of gene van daar uit straks nog eens terug aan wat hij vandaag heeft gelezen en begrijpt dan' wat er bedoeld werd. De Leidse universiteit, ,,'s lands oudste", is in 1575 door prins Willem van Oranje gesticht. Groningen en Utrecht, de beide andere rijksuniversiteiten, volg den in 1614 en 1636. Daarnaast en daarna zijn er in ons land, zoals men weet, nog verscheidene andere instellingen van hoger onderwijs opgericht, en in de komende jaren zal een verdere uitbreiding plaatsvinden. Nu is ouderdom op zich zelf nog geen reden tot trots, en 400 jaar is in de weten schap en in de geschiedenis der universi teiten geen hoge leeftijd; Italië, Frankrijk en Duitsland bezitten universiteiten die eeuwen ouder zijn dan de Nederlandse. En ook een roemrijke reputatie is op zich zelf wel aangenaam, maar tevens stemt zij tot bescheidenheid en legt zij verplichtingen op. De betekenis van een universiteit hangt niet af van hen die er eens gedoceerd en gestudeerd hebben, maar van ons die dat thans doen, en van u die er straks gaat stu deren Dat is geen reden tot onzekerheid en twijfel, maar wel tot het inspannen van de gehele werkkracht. Als dat uw voornemen is, zijt ge hartelijk welkom, Leiden biedt u vele mogelijkheden van studie. Trouwens, die mogelijkheden zijn aan de verschillende universiteiten in vér gaande mate gelijk. Universitas, volledige omvatting der wetenschappen, bepaalt hun karakter. Toch zijn er verschillen. De Leid- se universiteit heeft b.v. geen economische faculteit; zij heeft die ook bij de jongste uitbreiding van het wetenschappelijke on derwijs niet gekregen, en economie is er in Leiden voorlopig alleen als onderdeel van de rechtenstudie. Voor tandheelkunde en diergeneeskunde, voor pers en politiek, voor aardrijkskunde en Keltisch moet men naar een andere uni versiteit. Daar staat echter een grote diffe rentiatie in faculteiten als die der genees kunde en der wiskunde en natuurweten schappen tegenover, evenals het feit dat b.v. in de faculteit der letteren een indruk wekkend aantal talen en litteraturen en culturen wordt gedoceerd, van Oud-IJs- lands en Fries via de Balto-Slavische talen tot Austronesische linguistiek, van Chinees, Japans en Koreaans via Buddhologie en Tibetaans, Sanskrit en Arabisch en Ban- toeïstiek tot „Sociologie en cultuurkunde van Suriname en de Nederlandse Antillen." In deze faculteit bloeien met name nog steeds de tradities waardoor zij groot is ge lijke betrekkingen. Men kan door de uni versitaire studie van alles „worden": arts, theoloog, meester in de rechten, leraar, psycholoog, socioloog enz. Het leraarsambt en alweer spreekt hier eigen ervaring bereikt men via de beide faculteiten waar in talen en geschiedenis, respectievelijk wis-, natuur- en scheikunde en biologie worden gedoceerd; ook de theologische fa culteit kent sinds kort het doctoraal-diplo- ma met leraarsbevoegdheid (godsdienst kennis, cultuurgeschiedenis van het Chris tendom). Schrijver stelt er prijs op een lans te bre ken voor de studierichtingen die tot het leraarsambt leiden ter correctie van recente onnodig ontmoedigende voorlichting inzake de toekomstmogelijkheden. Wie nü de stu- nen ook de in september te houden „Eerste- jaarsdagen". Het centrale punt waar men inlichtingen kan vragen, is het Bureau Stu dentenbelangen, Rapenburg 6, tel. 20968. Ook wie van zijn studiekeuze nog niet ze ker is, zal er goed aan doen, daar te gaan informeren. U staat immers voor een be langrijke overgang in uw leven, die gemar keerd wordt door eind-examen en inschrij ving als student Zorgt ervoor dat u zich voor heide goed voorbereidt worden: oriëntalistiek, klassieke talen, ge schiedenis, kunstgeschiedenis en archeolo gie, Nederlandse taal- en letterkunde, wijs begeerte. In andere richtingen heeft de Leidse fa culteit der letteren, waarvan schrijver dezes het beste op de hoogte is, zich in de laatste decennia opmerkelijk verjongd; psychologie, pedagogiek, sociologie (die alle drie ten dele onder deze faculteit ressorte ren) en de vreemde moderne talen Frans, Duits en Engels zijn nu in volledige bezet ting aan de Leidse universiteit vertegen woordigd. De vermelding van deze vakken brengt ons de tweeledige taak der universiteit in herinnering, de vorming tot zelfstandige beoefening der wetenschap én de voorbe reiding tot het bekleden van maatschappe- die gaat beginnen, kan zeker afstuderen vóór het tijdstip waarop misschien alle docentenplaatsen door bevoegde lera ren zijn bezet. Bovendien is een doctoraal diploma een aanbeveling bij iedere sollici tatie, zowel in leraarsvacatures als bij be trekkingen buiten het onderwijs, die voor de „bêta"-vakken talrijk en voor de „al- pha"-vakken veel minder talrijk zijn, maar ook daar niet geheel ontbreken. Dat ook het studenteleven in Leiden rijk geschakeerd is, spreekt vanzelf. De neutra le gezelligheidsverenigingen, de gezel schappen op levensbeschouwelijke basis en de studieclubs bieden elk wat wils. Nie mand behoeft zich In de universitaire sa menleving verloren te gevoelen Wel is het gewenst dat men zich tevoren goed oriën teert. Daartoe was de onlangs gehouden „Voorlichtingsdag" bestemd, daartoe die- Haarlem. Aan het Christelijk lyceum „Mar- nix van St. Aldegonde" te Haarlem zijn ge slaagd voor Let eindexamen HB.S.-B.: Ben Bakker; Menzo Barendregt; Bert Beekhuis; Frits Clausen; Jan Demmink; Martin Haak; Kees Hesse; Jan Hoogepdorp; Jan van Huis; Frans Nieuwenhof; Rob Pieke; Bert Roden burg- Chris Seijmonsbergen vr.; Maarten Spaargaren; Dick Quik; Rinus Uijl; Jopie van de Werff, vr.; Wim van Arkel; Rudi van de Berg; Peter Bleijerveld; Klaas Blok; Betty van Dijk, vr.; Ben Gomes; Henk Goos; Govert Hazenberg; Henk de Jong; Harm Kamstra; Wim de Kool; Arie Kraaijeveld; Jan de Kruijf; Jan Lamsma; Wim de Leeuw v. Weenen; Emmy Teeuwen. vr.; Edu van Tongeren. Haarlem. Voor het eindexamen HB.S.-A slaagden aan het Mendel-College in Haarlem: S. J M Ackermans, Velsen; C. W. M. van Alphen. Bloemendaal; J. G. A. Berendonk, Haarlem; J. G. M. van den Berg, Haarlem; F. J. Besselink, Haarlem; A. J. Bolder, Haar- H. M. Breed, Haarlem; F. W. T. Feh- Amsterdam; J. C. S. Franken, Haar- C. M Hak, Haarlem; J Hooftman, Haar- A. T. M. Kaasenbrood, Santpoort; S. Th. Kuipers. Driehuis; D. J. A. Lambert, Haar lem; H. J. Leemreize. Haarlem; L. W. M. Snijders, Haarlem; J. H. van Straten, Haar lem; G. Vosse, IJmuiden; J P J Ter Weijde, Haarlem. Afgewezen: 1 kandidaat. Haarlem. Aan het Coornhertlyceum te Haar lem zijn geslaagd voor het eindexamen H.B.S.-A: de dames: E. H. Andreae, B. J. G. Brants; M. E. Koks; C. van Roode; J. E. M. dc Ru; A. de Wreede; de heren: E. p. H. Brussé; H. J. Crietee; P. J. Hofman; F. H. N. Hogeveen; E. J. Nederkoorn; J. Pot; J. F. H. Ridder van Rappard; G. E. Ruseler. Twee kandidaten zijn afgewezen. Utrecht. Geslaagd voor het doctoraal exa men rechtsgeleerdheid K. Mesdag, Bloemen daal. lem; mers. lem; lem;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 7