DE
GEHEUGEN VERLOOR
SLOT LOEVESTEIN'S GESCHIEDENIS
IS VOL VRAAGTEKENS EN VAAGHEDEN
WO BB O EN DE HOED
IPANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK
HENSEN
w
Pol Ie
1961
NAAR HET DUITS DOOR LILIAN AYE
DRIE PROVINCIES komen er aan te pas als een gezel- Schilderachtig mooi is het landschap langs de weg en hier
schap van enige omvang Loevestein wil bezichtigen. Men en in de Bommelerwaard schijnt men een voorliefde voor
stapt op de boot in Woudrichem, een juweel van een vesting- rode klimrozen te hebben. Ze bloeien nu overal en bijna elk
stadje in Noord-Brabant. De koffie, die men wenst te gebrui- huisje onder aan de dijk is er mee getooid; niet overdadig,
ken, komt uit Gorkum - Zuidholland dus. En het kasteel zelf maar wel zo dat men eraan afziet met hoeveel liefde ze wor-
staat op Gelderse grond, nog niet zo heel lang (pas sedert den verzorgd. Klimrozen mankeren ook niet op Loevestein;
1814), maar toch in Gelderland, bij de samenvloeiing van ze geven wat fleur aan het van-huis-uit nogal sombere sa-
Maas en Waal, die samen als Merwe verder stromen. menspel van verweerde baksteenmuren en hoge wallen.
df/tfY/. Si
De vrouwen van
grote mannen
Reuzenslak
's Werelds sterkste
magneet
Wekker in de
hondemand
spijkerbroeken
vanaf 8.40
tuinbroeken
vanaf 8.75
natuurlijk
PAARLAARSTEEG 1
Na duizend jaar
VROUWEN „VEROVEREN"
MOSLIM UNIVERSITEIT
6. Pollê is knap boos op de anderen! Zeg eens!, roept hij, jullie zouden
zolang oppassen, en wat is er nu gebeurd? Mooie hulp zijn jullie! En dat
wil dan nog meereizen ook! Ontsteld kijken ze allemaal naar de goede
„Mary", die gezonken is tot aan haar dek. Wat moeten ze doen, om haar
weer hoven water te krijgen? Wat een toestand!
S)
Ergens moet toch een aanwijzing te
vinden zijn, een brief of een tele
gram.Waarom is ze op reis ge
gaan? Waarom, waarom..?
Herbert liep door de lange zieken
huisgang. Hij moest achter de waar
heid komen. Opeens hoorde hij iemand
roepen: Mijnheer Littmann, uw
jas!" Hij draaide zich om. Hoofdzus
ter Maria kwam naar hem toe, ze
zwaaide met zijn regenjas.
„Hoe weet u, dat ik Littmann heet?"
vroeg Herbert verwonderd, toen ze
tegenover elkaar stonden.
„Ik heb een goede kijk op mensen,
ik weet altijd wie wie is," antwoord
de de verpleegster. -„Bovendien heb ik
al door de telefoon met u gesproken.
En de stem, die ik toen hoorde, past
bij u."
Herbert zei langzaam: „Dan weet
u dus ook, dat ik.." Hij hield op.
Ja, ik weet ook, dat jij er geen
idee van had, dat je vrouw naar
Frankfurt was vertrokken, dacht zus
ter Maria. En ik besef ook, dat 't
voor een echtgenoot niet prettig is, te
weten dat andéren zoiets ook weten
Daarom kunnen we er beter niet over
praten. .iHardop zei ze, zonder op zijn
niet-afgemaakte vraag in te gaan:
„Maar u weet nog helemaal niet, wie
ik ben! Ik ben hoofdzuster Maria. En
aangezien ik juist klaar ben met mijn
dienst en ze keek even op haar
armbandhorloge sinds drie minuten
een gewoon privé-persoon ben, zou ik
u een gewone privé-raad willen geven
stuurt u uw vrouw wat bloemen!
„Bloemen?"
„Ja. bloemen!"
Herbert staarde de hoofdzuster na,
toen deze zich met energieke schre
den verwijderde. Zijn gezicht was on
doorgrondelijk. Langzaam liep hij ver
der, de trappen af. De gedachte om
tot elke prijs achter de reden van Ka-
rin's reis te komen, was opeens vei -
dwenen.Bloemen.peinsde hij. Bloe
men heb ik haar eigenlijk alleen maar
in 't begin gestuurd.In 't begin.
Overal uit de grote brede ramen van
hotel „Frankfurter Hof" straalde licht
naar buiten. Herbert stond op het
punt om door de hotelingang naar bin
nen te wandelen, toen zijn blik ge
troffen werd door een dieprode sport
auto, die bij het hotel geparkeerd
stond. Hij kneep zijn ogen enigszins
dicht om de wagen beter in zich op
te nemen. Allemensen, mompelde
hij, wat is de wereld toch klein, dat
moet diezelfde wagen zijn, die ik zo
pas vanuit het ziekenhuisraam heb ge
zien. Even later betrad hij de hotel-
hal, waar de roezemoezige drukte van
een groot internationaal hotel heerste.
Hij begaf zich naar de receptie. Voor
de mahoniekleurige balie stond een
man in een grijspak, die in gesprek
was met de chef-de-réception. Herbert
wachtte zijn beurt af.
„Het spijt me zeer, meneer Toren,
maar een mevrouw Hausler is hier
niet aangekomen." De chef-de-récep
tion hief zijn handen op in een ge
baar van spijt en even later bestu
deerde hij nogmaals het gastenboek.
„Ik begrijp 't niet", mompelde de
man voor de balie. Er was een blik
van onrust in zijn blauwe ogen. Zes
uur geleden heeft Karin me toch op
gebeld, hamerde 't in zij hooid, zes
uur geleden.'t is toch niet mogelijk,
dat ze om de een of andere reden weer
teruggevlogen is. .Dan zou ze me toch
stellig op de hoogte hebben gesteld
„Kan ik u nog ergens mee van
dienst zijn, meneer Toren?" vroeg
de hotel-beambte. Hij keek de man
tegenover hem vragend aan.
„ik ko mmorgen nog wel eens infor
meren".
,Als u zo vriendelijk wilt zijn, me
neer Toren", zei de chef-de-réception
beleefd. „Ik hoop, dat ik u dan een
bevredigender informatie kan geven
„Ja", zei Toren vaag en draaide
zich om, om naar de uitgang te wan
delen Bij deze beweging stootte hij
even tegen Herbert Littmann aan.
Pardon", zei deze beleefd.
Mijn verontschuldiging", mompel
de" Toren. Met lange passen liep hij
op de draaideur toe. Voordat hij naar
buiten ging, draaide hij zich nog een
maal om. Hij zag, hoe de man, tegen
wie hij was aangebotst, met de chet-
de-réception in gesprek was. Buiten
bleef Sven Toren even voor het ho
tel staan.
Hij staarde in het donker. Als ik
haar juiste naam ma§r wist, pieker
de hij vertwijfeld Dan zou 't allemaal
veel eenvoudiger zijn. Waarom wil
den vrouwen soms zo geheimzinnig
doenO, lieve hemel, zo iets kon
me ook alleen maar aan de Starnber-
ger See overkomen
Langzaam liep hij' de trap voor het
hotel af. Opeens bleef hij stil staan.
Hij voelde hoe zijn hart bonsde. Wat
als ze werkelijk teruggevlogen was,
als ze tenslotte toch tot een ander be
sluit was gekomen en naar haar man
terug was gegaan.
„Al weer terug meneer?" vroeg de
autobewaker verwonderd. Sven keek
even naar het vriendelijke gerimpel
de gezicht van de oude man.
„Ja", antwoordde hij afwezig en
schakelde in de eerste versnelling.
Ik ga nu alle hotels afzoeken, besloot
hij. Al duurt 't de hele nacht. Ik moét
haar vinden! Ook al"moest ik er voor
naar het einde van de wereld rijden.
„Ik zou graag even met Düsseldorf
bellen," zei Herbert Littmann in de
hal van het hotel tegen de chef-de-ré-
ception. Hij was tot de slotsopa geko
men, dat het beter zou zijn, Paschke,
zijn chauffeur, te laten komen.
„Wilt u de verbinding op uw ka
mer hebben of.
„Ja, dat lijkt me het beste," on
derbrak Herbert hem. „Het nummer
is.
Hij wilde zich verwijderen, maar
bleef dan opeens staan.
„Vertelt u mij eens," zei hij terwijl
hij zich opnieuw tot de hotel-employé
wendde, „naar wie vroeg die meneer
daarnet eigenlijk?"
De employé keek enigszins verwon
derd op. „Naar een mevrouw Hauser
of iets dergelijks.." antwoordde hij.
Herbert fronste. Opeens liep hij met
snelle passen op de draaideur toe.
Toen hij buiten kwam, zag hij alleen
nog, hoe de andere man in de rode
sportauto wegreed.
Herbert haalde diep adem. Met zijn
hand streek hij over zijn voorhoofd.
„Ik schijn nu al spoken te zien."
De zon weerkaatste in de glanzen
de carosserie van de auto van Her-
bert Littmann. Paschke, de chauffeur,
wreef nogmaals met een zeemleren
lap over het chroom, en vervolgens
deed hij enkele passen achteruit om
het resultaat van zijn werk critisch te
bekijken.
„En, Paschke? Alles in orde?
Paschke keek op. „O, meneer bent
u daar?" Hij keek Herbert enigszins
verlegen aan. Sinds het ongeluk met
Karin, wist hij niet goed zijn houding
tegenover zijn werkgever te vinden.
„Is alles thuis in orde?" vroeg
Herbert.
Paschke kreeg een kleur. „Dat had
ik bijna vergeten," stotterde hij, ter
wijl hij in de borstzak van zijn uni-
'ffen 'tastte, waaruit een klein licht
blauw. briefje te voorschijn kwam.
„Van uw dochter meneer," zei hij
terwijl hij het aan Herbert overhan
digde.
„Van Monica?" vroeg Herbert ver
rast Hij keek naar de grote, onregel
matige letters. Er stonden slechts
twee woorden op de enveloppe: voor
Paps.
Er kwam een glimlach op zijn ge
zicht. Voorzichtig maakte hij de en
veloppe open. Op keurig met potlood
getrokken lijntjes stond geschreven:
„Lieve Paps, wees maar niet be
droef, dat Mammie ziek is. Wij zullen
baar wel weer gezond maken. Veel
zoentjes- van Monica."
En als een post-scriptum was er
aan toegevoegd:
„Liesbeth heeft gezegd, dat ik aan
jou moest schrijven. Mammie mag
geen post hebben. Waarom?
Het vertrouwen, dat zich sinds de
vorige avond van Herbert had mees
ter gemaakt, was opeens verdwenen.
Het „waarom" scheen thans weer in
volle omvang op hem af te komen.
De professor heeft vastgesteld
merkte hij zonder overgang op, „dat
de hersens niét beschadigd zijn. Het
gaat hier dus om een schok, welke
door een andere schok opgeheven kan
worden. Soms gebeurt dat snel, maar
soms duurt 't ook
Herbert maakte zijn zin met al,
maar volgde de blik van zijn chauf
feur Kijkt u daar eens, meneer,
riep deze uit, met zijn vinger omhoog
wijzend. Op een balkon van het zie
kenhuis was naast de forse hoofdver
pleegster Maria het tengere figuurtje
van Karin te zien.
Als ik mevrouw zo zie, vervolg
de" de chauffeur, „dan vraag ik me
af, wat er eigenlijk mis met haar
1S Ondanks alles moest Herbert lachen.
Op zijn horloge kijkend, zei hij even
later' „Ik ga nu weer naar boven,
Faschk'e Over een kwartiertje kun
nen we, denk ik, wel starten.
(Wordt vervolgd)
SLOTVOOGD mr. L. R. J. ridder van Rappard,
burgemeester van Gorinchem, verzamelt zijn gasten
het liefst in de openlucht, in de luwte van de wal
len bij de kruittoren die los van het kasteel staat.
Daar kan hij zich zonder buitensporige stemverhef
fing het best verstaanbaar maken. Dat hoekje van
het kasteelterrein is bij uitstek geschikt voor een
openluchttheater, decor is er al, en wat voor een
decor. Een van Nederlands mooiste kastelen, dat
hier en daar nog wel wat restauratie nodig heeft,
maar dat uiterlijk toch wel aan de gangbare ideeën
omtrent een middeleeuwse burcht beantwoorden
kan. „U staat hier op oer-Hollandse grond", zegt de
heer Van Rappard, „maar in één ding moet ik u wel
teleurstellen: dit kasteel is niet gebouwd door een
roofridder, zoals veelal wordt beweerd. Een roofrid
der zou het hier niet lang hebben uitgehouden, en
een geschiedkundige zal u wel kunnen zeggen waar
om". Als wat is het kasteel, waarvan wordt gezegd,
dat de Noormannen het in eerste aanleg hebben ge
sticht, dan wél gebouwd? „Als een bolwerk, een
middeleeuws fort ter bescherming van het Hollandse
grondgebied en van bepaalde rechten, o.a. van tol
heffing op de waterwegen", verklaart de slotvoogd.
„Aan het uiterlijk is duidelijk te zien, dat het geen
woonkasteel is geweest, maar hoofdzakelijk op ver
dediging was ingesteld." Onze ogen glijden over de
zware muren met de onevenredig-kleine tralie
raampjes in diepe nissen, dikke torens met blin
kende leien daken, het gebouw op enkele hoeken
verzwaard ter versterking van de fundering tegen
het grachtwater rondom dat alles in de veilige
beschutting van zware wallen, met bomen bezet,
met hoog gras begroeid en nogal glibberig om te be
treden vanwege de schapen, die daar hun voedsel
vinden.
Fort en „reduite"
EEN FORT, dat is Loevestein tot in onze
dagen geweest. „Niet erg belangrijk", zegt
de slotvoogd, „maar toch militair terrein,
en tot 1947 stonden hier op de wallen dan
ook overal bordjes „Fotograferen verboden
Departement van Defensie". Nu niet
meer men kan er gerust op los foto-
graferen, onverschillig wat: de zware fort
muren van de vorige eeuw, de pittoreske
huisjes van het militaire personeel, de ste
nen neerslag van heel het militaire verle
den van Loevestein van de middel
eeuwen en de tachtigjarige oorlog tot en
met het vestingstelsel van de vorige
eeuwHet kasteel, waarvan het mid
deleeuwse aanzien in wezen onveranderd
is gebleven, was middelpunt van het fort,
een „reduite" de centrale wijkplaats,
de kelders tot kazematten omgebouwd.
Maar tientallen jaren reeds gold het fort
Loevestein in feite niet meer als een sterkte
I van oetekenis, want in de dreigende jaren
voor de tweede wereldoorlog, toen ver
schillende forten terdege werden versterkt,
gebeurde er met Loevestein niets, en dat
is wellicht ook het behoud van een van
Nederlands mooiste kastelen geweest.
En nu wandelen er ongestoord de velen
I (enkele tienduizenden per jaar), die per
boot uit Woulrichem of Gorkum, via de
sluis bij Giessën, of langs het'binnenweg
getje door de westpunt van de Bommeler
waard naar Loevestein komen kijken en
allicht een prentbriefkaart kopen van de
grootste bezienswaardigheid van het slot:
de kamer van Hugo de Groot, die hier twee
jaren van zijn levenslange gevangenisstraf
doorbracht en toen de wijk nam, dankzij
Elsje van Houweningen, een dappere
I vrouw zoals er zovelen door de eeuwen
heen zijn geweest. En voor Hugo was Ne
derland toen „vaderland in de verte", zoals
dr. Annie Romein-Verschoor haar boek
over deze door en door Nederlandse histo-
rische figuur zo treffend heeft genoemd.
Belegering
Buiten dat wel zeer bekende geschied-
I kundige feit van de boekenkist, Loevestein
als staatsgevangenis en als fort is er weinig
roemruchts te vermelden.ja, toch. Eén
belegering heeft het kasteel zeker moeten
doorstaan, en het staat zelfs nog zwart op
wit, dat het daar niet best van afgekomen
is.
Dat verhaal speelt in 1397, betrekkelijk
kort nadat Dirk Loef, graaf van Hoorne,
erfelijk opperjagermeester van de Duitse
keizer, (vermoedelijk) de burcht heeft doen
bouwen. Hertog Albrecht, graaf van Hol
land, zond in dat jaar zijn zoon, de graaf
van Oostervant, uit om zich meester te ma
ken van Loevestein.„ende dede dat
huus dagelix anstormen mit groote donre
bussen ende quetsede een toirne (toren) die
ant voirborch (voorburcht) stont so, dat hij
stortede ende daer viel een stuck van den
ringmuur mede neder so dat men beschei-
denlike doir dat gat van buten mochte sien
in dat voirborcht'. Tenslotte liet men, aldus
prof. dr. E. H. ter Kuile, die dit verhaal
aan de vergetelheid heeft ontrukt, „die ste-
debusse van Dordrecht" schieten, waardoor
het mogelijk werd „de voorburcht te be
rennen", en na een dag en een nacht gaven
de belegerden ook het „hoge huys" op.
Om misverstand te voorkomen zij opge
merkt, dat hier niet de stadsbus van Dor
drecht wordt bedoeld, maar stukken ge
schut, door de stad in bruikleen afgestaan.
Ook daar heeft men kennelijk iets tegen
Loevestein en zijn bewoners gehad....
tegen de „stein" of stins, die Dirk Loef zou
hebben laten bouwen en die derhalve zijn
naam draagt wel een beetje twijfelach
tige naamsafleiding, naar het ons voor
komt, en echt iets uit die romantische tij
den.
Maar goed, het „staatsmonument slot
Loevestein" is in elk geval een stevige rea
liteit, een massief blok steen aan een van
Nederlands drukste waterwegen. En in
slotvoogd mr. Van Rappard treft de bezoe
ker een prettige causeur, die veel van het
naar stoffige archieven en twijfelachtige
conclusies riekende verleden op charmante
en amusante wijze weet te verklaren.
Gevangenis
„Loevestein, zo bekend uit de vaderland
se geschiedenis, heeft in de middeleeuwen
geen rol van betekenis gespeeld. Het slot
lid van het geslacht Van Horne-g
is waarschijnlijk gesticht omstreeks 1360
door een lid van het geslacht Van Horne.
Zijn ligging bestemde het voor grensbevei-
Slot Loevestein in zijn tegenwoordige
staat.
liging, als vooruitgeschoven post van het
graafschap Holland tegen Gelre. Veel ge
denkwaardige feiten vallen er niet te ver
melden. De enige gebeurtenis van belang
is de belegering in 1397 door Hertog Al
brecht van Beieren, die zich te beklagen
had over het gedrag van zijn slotvoogd op
Loevestein, heer Brusten van Herwinen.
Vrij spoedig is het slot gevangenis gewor
den en als zodanig verwierf het dan ook
zijn bekendheid. Men zou het Nederlands
beroemdste gevangenis kunnen noemen!
Pas in de 19de eeuw legerde men er weer
een garnizoen, en werd het in staat van
verdediging gebracht.
De meest bekende gevangenen zijn Hugo
de Groot, die hier van 1619 tot 1621 ver
toefde en, in 1650, de zes leden van de Sta
ten van Holland, tegenstanders van Willem
III, onder wie Jacob de Witt, de vader van
Johan de Witt.
Bekend is ook de inneming van Loeve
stein door Herman de Ruyter, die het kort
daarop, in 1572, tegen de Spanjaarden
moest verdedigen.
Edward R. Murrow, directeur van het
United States Information Agency, heeft
in een dialoog met de actrice Maria
Schell, afgedrukt in het jongste nummer
van „Redbook Magazine", verklaard, dat
de vrouwen van de belangrijke mannen
die hij heeft gekend, sterkere persoonlijk
heden leken te zijn dan hun echtgenoten.
Murrow noemde bij name mevrouw
Bess Truman, Lady Clementine Churchill
en mevrouw Eleanor Roosevelt.
Mevrouw Truman liet zich nooit zien",
aldus Murrow, „maar zij was het die de
zaken in het Witte Huis regelde en van
wie grote invloed uitging op al Harry's
daden en beslissingen".
Hetzelfde gold volgens Murrow, voor La
dy Churchill, echtgenote van „een acht-
tiende-eeuwse verschijning die in zijn le
ven nimmer een telefoon heeft aangeraakt,
niet naar de radio heeft geluisterd en nooit
in de ondergrondse heeft gezeten". Lady
Clementine was volgens Murrow de vrouw
geweest die Churchill „de grond had ge
geven waarop hij lopen kon"
Over mevrouw Roosevelts persoonlijk
heid weidde Murrow niet uit.
Het aquarium in Ouwehands Dierenpark
is opnieuw verrijkt met een zeer zeldza
me bewoner, die afkomstig is uit de Mid
dellandse Zee en officieel de naam draagt
van „Tritonium Spec".
Het betreft hier een reuzeslak, die huist
in een grote, mooi gevormde schelp met
schitterende kleurschakeringen, van diep
rood tot hagelwit. Wanneer deze slak een
maal is gevangen is het grootste probleem
hem in leven te houden tot aan zijn nieuwe
verblijfplaats. Eenmaal daar aangekomen
overleeft de reuzeslak de overgang als re
gel wel. Het experiment in Ouwehands
Dierenpark is gelukt en dat, betekent nu
tevens, dat naar alle waarschijnlijkheid
deze slak de enige is, die in Europa in
een aquarium leeft.
Een andere nouveauté is gelijktijdig in
Ouwehand's aquarium: een mossel van
maar liefst een halve meter lang, uit de
Middellandse Zee opgehaald.
Het General Electric-concern heeft van
de Amerikaanse luchtmacht de opdracht
gekregen om wat het noemt 's werelds
sterkste magneet te bouwen.
De magneet, zal volgens het concern,
een magnetisch veld ontwikkelen dat
500.000 maal zo groot is als dat wat door
de aarde geproduceerd wordt. Hij zal ge
bruikt worden in het laboratorium van de
Technische Hogeschool van Massachusetts
in Cambridge. Met behulp van de magneet
wil men trachten nieuwe kennis op te doen
omtrent de gedragingen van atomen en
atoomdeeltjes.
Een veertienjarig meisje uit Roer
mond, leerlinge van he t plaatselijke
lyceum, heeft een hondje van zeven
weken leren slapen. Zij had de pup
cadeau gehad van haar vader, maar al
heel gauw bleek dat het diertje niet
kon slapen. Ook de dierenarts kon geen
uitkomst bieden, maar tenslotte vond
het meisje zelf een slaapmiddel. Ze
legde een warme kruik in de honde
mand en deponeerde onder het hoofd
kussen van haar vriendje een reis-
wekkertje. Het getik van de wekker
werd blijkbaar door het hondje ervaren
als de hartslag, de kruik als de
lichaamswarmte van de moederhond,
want nuQslaapt het als een roos.
Advertentie
45-67
43. Nijdig renden Pat en Panda de hut uit, om het
beeldje Pompo weer op te halen. „Weer allemaal last,
bekorrah!" gromde Pat, „waarom gooide dat rare dok
ter Pompo door de luchtkoker?! Een misselijke streekj
Bah!" „Dat is belediging van een medicus in functie!"
riep de dokter, „ik heb U reeds gezegd, dat de patiënt
frisse lucht nodig had. En waar kon hij die beter ver
krijgen dan in een luchtkoker?! Waar? ...zo vraag ik
u?!" Maar Pat en Panda gunden zich de tijd niet om op
die vraag te antwoorden of om uit te leggen, dat Pompo
geen patiënt, doch een beeldje was. Hals over kop ren
den zij de trap op, die naar het dek voerde, maar hoe
ze zich ook repten, toch kwamen ze te laat. Want toen
zij aan dek verschenen, was het beeldje, dat bij de
luchtkoker van hun hut had behoren te liggen, verdwe
nen. Rondkijkend, ontwaarde Panda de spion Carlos bij
de gehavende luchtkoker van Fidelio's hut. Het leek
wel, of hij daar iets in gooide. „Meneer Carlos!" riep
Panda, „heeft U soms een beeldje hier op het dek zien
liggen?!" „Niets gezien, kameraad," antwoordde de
spion. Maar dat was een leugen. Want daar beneden
schoot Fidelio in zijn gebarricadeerd bed overeind, toen
iets door zijn luchtkoker viel en verend over de vloer
huppelde. Het was het beeldje Pompo!
blauw - denim
en khaki voor
Heren en jongens
diverse tinten
met en zonder
bovenstuk, zowel
in kinder- als in
dames-maten
voor sportkleding
Vrouwen hebben ten langen leste een
bres geslagen in de grimmige muren van
de Al Azhar universiteit in Cairo, de oud
ste Moslimse wetenschappelijke instelling
ter wereld. Duizend jaar lang is Al Azhar
alleen voor mannelijke studenten geweest,
maar wanneer in oktober het nieuwe uni
versitaire jaar begint, zullen er ook vrou
wen worden toegelaten. Er is echter een
belangrijke voorwaarde: de vrouwelijke
studenten moeten elders reeds een univer
sitaire graad hebben behaald. Meisjes, die
nog beginnen moeten, komen er nog niet
aan te pas. Op de universiteit van Al Az
har wordt Moslimse philosophie en theolo
gie gedoceerd.
82-83. Wobbo wou nu toch wel graag iets
meer weten over dat tovergedoe.
Vertel me nou eens, hoe dit allemaal
in elkaar zit, verzocht hij. Ik begrijp er
geen snars van!
Ik zal het u uitleggen, meester, zei
de dienaar. Kijk, de hoed die u draagt,
is een Toverhoed, zoals ik al verteld heb
Wie in het bezit van die hoed is, die is
mijn meester en ik doe alles, wat hij ver
langt. Als u mij nodig hebt, hoeft u alleen
maar driemaal met de hoed te zwaaien,
en ik verschijn!
O! zei Wobbo. Zit het zo? Ja, ik heb
die hoed gezwaaid, om het regenwater er
af te slaan. Zozo, dan heb ik dus een kost
baar hoedje gevonden!