DE GEHEUGEN VERLOOR SLOT LOEVESTEIN'S GESCHIEDENIS IS VOL VRAAGTEKENS EN VAAGHEDEN WO BB O EN DE HOED IPANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK HENSEN w Pol Ie 1961 NAAR HET DUITS DOOR LILIAN AYE DRIE PROVINCIES komen er aan te pas als een gezel- Schilderachtig mooi is het landschap langs de weg en hier schap van enige omvang Loevestein wil bezichtigen. Men en in de Bommelerwaard schijnt men een voorliefde voor stapt op de boot in Woudrichem, een juweel van een vesting- rode klimrozen te hebben. Ze bloeien nu overal en bijna elk stadje in Noord-Brabant. De koffie, die men wenst te gebrui- huisje onder aan de dijk is er mee getooid; niet overdadig, ken, komt uit Gorkum - Zuidholland dus. En het kasteel zelf maar wel zo dat men eraan afziet met hoeveel liefde ze wor- staat op Gelderse grond, nog niet zo heel lang (pas sedert den verzorgd. Klimrozen mankeren ook niet op Loevestein; 1814), maar toch in Gelderland, bij de samenvloeiing van ze geven wat fleur aan het van-huis-uit nogal sombere sa- Maas en Waal, die samen als Merwe verder stromen. menspel van verweerde baksteenmuren en hoge wallen. df/tfY/. Si De vrouwen van grote mannen Reuzenslak 's Werelds sterkste magneet Wekker in de hondemand spijkerbroeken vanaf 8.40 tuinbroeken vanaf 8.75 natuurlijk PAARLAARSTEEG 1 Na duizend jaar VROUWEN „VEROVEREN" MOSLIM UNIVERSITEIT 6. Pollê is knap boos op de anderen! Zeg eens!, roept hij, jullie zouden zolang oppassen, en wat is er nu gebeurd? Mooie hulp zijn jullie! En dat wil dan nog meereizen ook! Ontsteld kijken ze allemaal naar de goede „Mary", die gezonken is tot aan haar dek. Wat moeten ze doen, om haar weer hoven water te krijgen? Wat een toestand! S) Ergens moet toch een aanwijzing te vinden zijn, een brief of een tele gram.Waarom is ze op reis ge gaan? Waarom, waarom..? Herbert liep door de lange zieken huisgang. Hij moest achter de waar heid komen. Opeens hoorde hij iemand roepen: Mijnheer Littmann, uw jas!" Hij draaide zich om. Hoofdzus ter Maria kwam naar hem toe, ze zwaaide met zijn regenjas. „Hoe weet u, dat ik Littmann heet?" vroeg Herbert verwonderd, toen ze tegenover elkaar stonden. „Ik heb een goede kijk op mensen, ik weet altijd wie wie is," antwoord de de verpleegster. -„Bovendien heb ik al door de telefoon met u gesproken. En de stem, die ik toen hoorde, past bij u." Herbert zei langzaam: „Dan weet u dus ook, dat ik.." Hij hield op. Ja, ik weet ook, dat jij er geen idee van had, dat je vrouw naar Frankfurt was vertrokken, dacht zus ter Maria. En ik besef ook, dat 't voor een echtgenoot niet prettig is, te weten dat andéren zoiets ook weten Daarom kunnen we er beter niet over praten. .iHardop zei ze, zonder op zijn niet-afgemaakte vraag in te gaan: „Maar u weet nog helemaal niet, wie ik ben! Ik ben hoofdzuster Maria. En aangezien ik juist klaar ben met mijn dienst en ze keek even op haar armbandhorloge sinds drie minuten een gewoon privé-persoon ben, zou ik u een gewone privé-raad willen geven stuurt u uw vrouw wat bloemen! „Bloemen?" „Ja. bloemen!" Herbert staarde de hoofdzuster na, toen deze zich met energieke schre den verwijderde. Zijn gezicht was on doorgrondelijk. Langzaam liep hij ver der, de trappen af. De gedachte om tot elke prijs achter de reden van Ka- rin's reis te komen, was opeens vei - dwenen.Bloemen.peinsde hij. Bloe men heb ik haar eigenlijk alleen maar in 't begin gestuurd.In 't begin. Overal uit de grote brede ramen van hotel „Frankfurter Hof" straalde licht naar buiten. Herbert stond op het punt om door de hotelingang naar bin nen te wandelen, toen zijn blik ge troffen werd door een dieprode sport auto, die bij het hotel geparkeerd stond. Hij kneep zijn ogen enigszins dicht om de wagen beter in zich op te nemen. Allemensen, mompelde hij, wat is de wereld toch klein, dat moet diezelfde wagen zijn, die ik zo pas vanuit het ziekenhuisraam heb ge zien. Even later betrad hij de hotel- hal, waar de roezemoezige drukte van een groot internationaal hotel heerste. Hij begaf zich naar de receptie. Voor de mahoniekleurige balie stond een man in een grijspak, die in gesprek was met de chef-de-réception. Herbert wachtte zijn beurt af. „Het spijt me zeer, meneer Toren, maar een mevrouw Hausler is hier niet aangekomen." De chef-de-récep tion hief zijn handen op in een ge baar van spijt en even later bestu deerde hij nogmaals het gastenboek. „Ik begrijp 't niet", mompelde de man voor de balie. Er was een blik van onrust in zijn blauwe ogen. Zes uur geleden heeft Karin me toch op gebeld, hamerde 't in zij hooid, zes uur geleden.'t is toch niet mogelijk, dat ze om de een of andere reden weer teruggevlogen is. .Dan zou ze me toch stellig op de hoogte hebben gesteld „Kan ik u nog ergens mee van dienst zijn, meneer Toren?" vroeg de hotel-beambte. Hij keek de man tegenover hem vragend aan. „ik ko mmorgen nog wel eens infor meren". ,Als u zo vriendelijk wilt zijn, me neer Toren", zei de chef-de-réception beleefd. „Ik hoop, dat ik u dan een bevredigender informatie kan geven „Ja", zei Toren vaag en draaide zich om, om naar de uitgang te wan delen Bij deze beweging stootte hij even tegen Herbert Littmann aan. Pardon", zei deze beleefd. Mijn verontschuldiging", mompel de" Toren. Met lange passen liep hij op de draaideur toe. Voordat hij naar buiten ging, draaide hij zich nog een maal om. Hij zag, hoe de man, tegen wie hij was aangebotst, met de chet- de-réception in gesprek was. Buiten bleef Sven Toren even voor het ho tel staan. Hij staarde in het donker. Als ik haar juiste naam ma§r wist, pieker de hij vertwijfeld Dan zou 't allemaal veel eenvoudiger zijn. Waarom wil den vrouwen soms zo geheimzinnig doenO, lieve hemel, zo iets kon me ook alleen maar aan de Starnber- ger See overkomen Langzaam liep hij' de trap voor het hotel af. Opeens bleef hij stil staan. Hij voelde hoe zijn hart bonsde. Wat als ze werkelijk teruggevlogen was, als ze tenslotte toch tot een ander be sluit was gekomen en naar haar man terug was gegaan. „Al weer terug meneer?" vroeg de autobewaker verwonderd. Sven keek even naar het vriendelijke gerimpel de gezicht van de oude man. „Ja", antwoordde hij afwezig en schakelde in de eerste versnelling. Ik ga nu alle hotels afzoeken, besloot hij. Al duurt 't de hele nacht. Ik moét haar vinden! Ook al"moest ik er voor naar het einde van de wereld rijden. „Ik zou graag even met Düsseldorf bellen," zei Herbert Littmann in de hal van het hotel tegen de chef-de-ré- ception. Hij was tot de slotsopa geko men, dat het beter zou zijn, Paschke, zijn chauffeur, te laten komen. „Wilt u de verbinding op uw ka mer hebben of. „Ja, dat lijkt me het beste," on derbrak Herbert hem. „Het nummer is. Hij wilde zich verwijderen, maar bleef dan opeens staan. „Vertelt u mij eens," zei hij terwijl hij zich opnieuw tot de hotel-employé wendde, „naar wie vroeg die meneer daarnet eigenlijk?" De employé keek enigszins verwon derd op. „Naar een mevrouw Hauser of iets dergelijks.." antwoordde hij. Herbert fronste. Opeens liep hij met snelle passen op de draaideur toe. Toen hij buiten kwam, zag hij alleen nog, hoe de andere man in de rode sportauto wegreed. Herbert haalde diep adem. Met zijn hand streek hij over zijn voorhoofd. „Ik schijn nu al spoken te zien." De zon weerkaatste in de glanzen de carosserie van de auto van Her- bert Littmann. Paschke, de chauffeur, wreef nogmaals met een zeemleren lap over het chroom, en vervolgens deed hij enkele passen achteruit om het resultaat van zijn werk critisch te bekijken. „En, Paschke? Alles in orde? Paschke keek op. „O, meneer bent u daar?" Hij keek Herbert enigszins verlegen aan. Sinds het ongeluk met Karin, wist hij niet goed zijn houding tegenover zijn werkgever te vinden. „Is alles thuis in orde?" vroeg Herbert. Paschke kreeg een kleur. „Dat had ik bijna vergeten," stotterde hij, ter wijl hij in de borstzak van zijn uni- 'ffen 'tastte, waaruit een klein licht blauw. briefje te voorschijn kwam. „Van uw dochter meneer," zei hij terwijl hij het aan Herbert overhan digde. „Van Monica?" vroeg Herbert ver rast Hij keek naar de grote, onregel matige letters. Er stonden slechts twee woorden op de enveloppe: voor Paps. Er kwam een glimlach op zijn ge zicht. Voorzichtig maakte hij de en veloppe open. Op keurig met potlood getrokken lijntjes stond geschreven: „Lieve Paps, wees maar niet be droef, dat Mammie ziek is. Wij zullen baar wel weer gezond maken. Veel zoentjes- van Monica." En als een post-scriptum was er aan toegevoegd: „Liesbeth heeft gezegd, dat ik aan jou moest schrijven. Mammie mag geen post hebben. Waarom? Het vertrouwen, dat zich sinds de vorige avond van Herbert had mees ter gemaakt, was opeens verdwenen. Het „waarom" scheen thans weer in volle omvang op hem af te komen. De professor heeft vastgesteld merkte hij zonder overgang op, „dat de hersens niét beschadigd zijn. Het gaat hier dus om een schok, welke door een andere schok opgeheven kan worden. Soms gebeurt dat snel, maar soms duurt 't ook Herbert maakte zijn zin met al, maar volgde de blik van zijn chauf feur Kijkt u daar eens, meneer, riep deze uit, met zijn vinger omhoog wijzend. Op een balkon van het zie kenhuis was naast de forse hoofdver pleegster Maria het tengere figuurtje van Karin te zien. Als ik mevrouw zo zie, vervolg de" de chauffeur, „dan vraag ik me af, wat er eigenlijk mis met haar 1S Ondanks alles moest Herbert lachen. Op zijn horloge kijkend, zei hij even later' „Ik ga nu weer naar boven, Faschk'e Over een kwartiertje kun nen we, denk ik, wel starten. (Wordt vervolgd) SLOTVOOGD mr. L. R. J. ridder van Rappard, burgemeester van Gorinchem, verzamelt zijn gasten het liefst in de openlucht, in de luwte van de wal len bij de kruittoren die los van het kasteel staat. Daar kan hij zich zonder buitensporige stemverhef fing het best verstaanbaar maken. Dat hoekje van het kasteelterrein is bij uitstek geschikt voor een openluchttheater, decor is er al, en wat voor een decor. Een van Nederlands mooiste kastelen, dat hier en daar nog wel wat restauratie nodig heeft, maar dat uiterlijk toch wel aan de gangbare ideeën omtrent een middeleeuwse burcht beantwoorden kan. „U staat hier op oer-Hollandse grond", zegt de heer Van Rappard, „maar in één ding moet ik u wel teleurstellen: dit kasteel is niet gebouwd door een roofridder, zoals veelal wordt beweerd. Een roofrid der zou het hier niet lang hebben uitgehouden, en een geschiedkundige zal u wel kunnen zeggen waar om". Als wat is het kasteel, waarvan wordt gezegd, dat de Noormannen het in eerste aanleg hebben ge sticht, dan wél gebouwd? „Als een bolwerk, een middeleeuws fort ter bescherming van het Hollandse grondgebied en van bepaalde rechten, o.a. van tol heffing op de waterwegen", verklaart de slotvoogd. „Aan het uiterlijk is duidelijk te zien, dat het geen woonkasteel is geweest, maar hoofdzakelijk op ver dediging was ingesteld." Onze ogen glijden over de zware muren met de onevenredig-kleine tralie raampjes in diepe nissen, dikke torens met blin kende leien daken, het gebouw op enkele hoeken verzwaard ter versterking van de fundering tegen het grachtwater rondom dat alles in de veilige beschutting van zware wallen, met bomen bezet, met hoog gras begroeid en nogal glibberig om te be treden vanwege de schapen, die daar hun voedsel vinden. Fort en „reduite" EEN FORT, dat is Loevestein tot in onze dagen geweest. „Niet erg belangrijk", zegt de slotvoogd, „maar toch militair terrein, en tot 1947 stonden hier op de wallen dan ook overal bordjes „Fotograferen verboden Departement van Defensie". Nu niet meer men kan er gerust op los foto- graferen, onverschillig wat: de zware fort muren van de vorige eeuw, de pittoreske huisjes van het militaire personeel, de ste nen neerslag van heel het militaire verle den van Loevestein van de middel eeuwen en de tachtigjarige oorlog tot en met het vestingstelsel van de vorige eeuwHet kasteel, waarvan het mid deleeuwse aanzien in wezen onveranderd is gebleven, was middelpunt van het fort, een „reduite" de centrale wijkplaats, de kelders tot kazematten omgebouwd. Maar tientallen jaren reeds gold het fort Loevestein in feite niet meer als een sterkte I van oetekenis, want in de dreigende jaren voor de tweede wereldoorlog, toen ver schillende forten terdege werden versterkt, gebeurde er met Loevestein niets, en dat is wellicht ook het behoud van een van Nederlands mooiste kastelen geweest. En nu wandelen er ongestoord de velen I (enkele tienduizenden per jaar), die per boot uit Woulrichem of Gorkum, via de sluis bij Giessën, of langs het'binnenweg getje door de westpunt van de Bommeler waard naar Loevestein komen kijken en allicht een prentbriefkaart kopen van de grootste bezienswaardigheid van het slot: de kamer van Hugo de Groot, die hier twee jaren van zijn levenslange gevangenisstraf doorbracht en toen de wijk nam, dankzij Elsje van Houweningen, een dappere I vrouw zoals er zovelen door de eeuwen heen zijn geweest. En voor Hugo was Ne derland toen „vaderland in de verte", zoals dr. Annie Romein-Verschoor haar boek over deze door en door Nederlandse histo- rische figuur zo treffend heeft genoemd. Belegering Buiten dat wel zeer bekende geschied- I kundige feit van de boekenkist, Loevestein als staatsgevangenis en als fort is er weinig roemruchts te vermelden.ja, toch. Eén belegering heeft het kasteel zeker moeten doorstaan, en het staat zelfs nog zwart op wit, dat het daar niet best van afgekomen is. Dat verhaal speelt in 1397, betrekkelijk kort nadat Dirk Loef, graaf van Hoorne, erfelijk opperjagermeester van de Duitse keizer, (vermoedelijk) de burcht heeft doen bouwen. Hertog Albrecht, graaf van Hol land, zond in dat jaar zijn zoon, de graaf van Oostervant, uit om zich meester te ma ken van Loevestein.„ende dede dat huus dagelix anstormen mit groote donre bussen ende quetsede een toirne (toren) die ant voirborch (voorburcht) stont so, dat hij stortede ende daer viel een stuck van den ringmuur mede neder so dat men beschei- denlike doir dat gat van buten mochte sien in dat voirborcht'. Tenslotte liet men, aldus prof. dr. E. H. ter Kuile, die dit verhaal aan de vergetelheid heeft ontrukt, „die ste- debusse van Dordrecht" schieten, waardoor het mogelijk werd „de voorburcht te be rennen", en na een dag en een nacht gaven de belegerden ook het „hoge huys" op. Om misverstand te voorkomen zij opge merkt, dat hier niet de stadsbus van Dor drecht wordt bedoeld, maar stukken ge schut, door de stad in bruikleen afgestaan. Ook daar heeft men kennelijk iets tegen Loevestein en zijn bewoners gehad.... tegen de „stein" of stins, die Dirk Loef zou hebben laten bouwen en die derhalve zijn naam draagt wel een beetje twijfelach tige naamsafleiding, naar het ons voor komt, en echt iets uit die romantische tij den. Maar goed, het „staatsmonument slot Loevestein" is in elk geval een stevige rea liteit, een massief blok steen aan een van Nederlands drukste waterwegen. En in slotvoogd mr. Van Rappard treft de bezoe ker een prettige causeur, die veel van het naar stoffige archieven en twijfelachtige conclusies riekende verleden op charmante en amusante wijze weet te verklaren. Gevangenis „Loevestein, zo bekend uit de vaderland se geschiedenis, heeft in de middeleeuwen geen rol van betekenis gespeeld. Het slot lid van het geslacht Van Horne-g is waarschijnlijk gesticht omstreeks 1360 door een lid van het geslacht Van Horne. Zijn ligging bestemde het voor grensbevei- Slot Loevestein in zijn tegenwoordige staat. liging, als vooruitgeschoven post van het graafschap Holland tegen Gelre. Veel ge denkwaardige feiten vallen er niet te ver melden. De enige gebeurtenis van belang is de belegering in 1397 door Hertog Al brecht van Beieren, die zich te beklagen had over het gedrag van zijn slotvoogd op Loevestein, heer Brusten van Herwinen. Vrij spoedig is het slot gevangenis gewor den en als zodanig verwierf het dan ook zijn bekendheid. Men zou het Nederlands beroemdste gevangenis kunnen noemen! Pas in de 19de eeuw legerde men er weer een garnizoen, en werd het in staat van verdediging gebracht. De meest bekende gevangenen zijn Hugo de Groot, die hier van 1619 tot 1621 ver toefde en, in 1650, de zes leden van de Sta ten van Holland, tegenstanders van Willem III, onder wie Jacob de Witt, de vader van Johan de Witt. Bekend is ook de inneming van Loeve stein door Herman de Ruyter, die het kort daarop, in 1572, tegen de Spanjaarden moest verdedigen. Edward R. Murrow, directeur van het United States Information Agency, heeft in een dialoog met de actrice Maria Schell, afgedrukt in het jongste nummer van „Redbook Magazine", verklaard, dat de vrouwen van de belangrijke mannen die hij heeft gekend, sterkere persoonlijk heden leken te zijn dan hun echtgenoten. Murrow noemde bij name mevrouw Bess Truman, Lady Clementine Churchill en mevrouw Eleanor Roosevelt. Mevrouw Truman liet zich nooit zien", aldus Murrow, „maar zij was het die de zaken in het Witte Huis regelde en van wie grote invloed uitging op al Harry's daden en beslissingen". Hetzelfde gold volgens Murrow, voor La dy Churchill, echtgenote van „een acht- tiende-eeuwse verschijning die in zijn le ven nimmer een telefoon heeft aangeraakt, niet naar de radio heeft geluisterd en nooit in de ondergrondse heeft gezeten". Lady Clementine was volgens Murrow de vrouw geweest die Churchill „de grond had ge geven waarop hij lopen kon" Over mevrouw Roosevelts persoonlijk heid weidde Murrow niet uit. Het aquarium in Ouwehands Dierenpark is opnieuw verrijkt met een zeer zeldza me bewoner, die afkomstig is uit de Mid dellandse Zee en officieel de naam draagt van „Tritonium Spec". Het betreft hier een reuzeslak, die huist in een grote, mooi gevormde schelp met schitterende kleurschakeringen, van diep rood tot hagelwit. Wanneer deze slak een maal is gevangen is het grootste probleem hem in leven te houden tot aan zijn nieuwe verblijfplaats. Eenmaal daar aangekomen overleeft de reuzeslak de overgang als re gel wel. Het experiment in Ouwehands Dierenpark is gelukt en dat, betekent nu tevens, dat naar alle waarschijnlijkheid deze slak de enige is, die in Europa in een aquarium leeft. Een andere nouveauté is gelijktijdig in Ouwehand's aquarium: een mossel van maar liefst een halve meter lang, uit de Middellandse Zee opgehaald. Het General Electric-concern heeft van de Amerikaanse luchtmacht de opdracht gekregen om wat het noemt 's werelds sterkste magneet te bouwen. De magneet, zal volgens het concern, een magnetisch veld ontwikkelen dat 500.000 maal zo groot is als dat wat door de aarde geproduceerd wordt. Hij zal ge bruikt worden in het laboratorium van de Technische Hogeschool van Massachusetts in Cambridge. Met behulp van de magneet wil men trachten nieuwe kennis op te doen omtrent de gedragingen van atomen en atoomdeeltjes. Een veertienjarig meisje uit Roer mond, leerlinge van he t plaatselijke lyceum, heeft een hondje van zeven weken leren slapen. Zij had de pup cadeau gehad van haar vader, maar al heel gauw bleek dat het diertje niet kon slapen. Ook de dierenarts kon geen uitkomst bieden, maar tenslotte vond het meisje zelf een slaapmiddel. Ze legde een warme kruik in de honde mand en deponeerde onder het hoofd kussen van haar vriendje een reis- wekkertje. Het getik van de wekker werd blijkbaar door het hondje ervaren als de hartslag, de kruik als de lichaamswarmte van de moederhond, want nuQslaapt het als een roos. Advertentie 45-67 43. Nijdig renden Pat en Panda de hut uit, om het beeldje Pompo weer op te halen. „Weer allemaal last, bekorrah!" gromde Pat, „waarom gooide dat rare dok ter Pompo door de luchtkoker?! Een misselijke streekj Bah!" „Dat is belediging van een medicus in functie!" riep de dokter, „ik heb U reeds gezegd, dat de patiënt frisse lucht nodig had. En waar kon hij die beter ver krijgen dan in een luchtkoker?! Waar? ...zo vraag ik u?!" Maar Pat en Panda gunden zich de tijd niet om op die vraag te antwoorden of om uit te leggen, dat Pompo geen patiënt, doch een beeldje was. Hals over kop ren den zij de trap op, die naar het dek voerde, maar hoe ze zich ook repten, toch kwamen ze te laat. Want toen zij aan dek verschenen, was het beeldje, dat bij de luchtkoker van hun hut had behoren te liggen, verdwe nen. Rondkijkend, ontwaarde Panda de spion Carlos bij de gehavende luchtkoker van Fidelio's hut. Het leek wel, of hij daar iets in gooide. „Meneer Carlos!" riep Panda, „heeft U soms een beeldje hier op het dek zien liggen?!" „Niets gezien, kameraad," antwoordde de spion. Maar dat was een leugen. Want daar beneden schoot Fidelio in zijn gebarricadeerd bed overeind, toen iets door zijn luchtkoker viel en verend over de vloer huppelde. Het was het beeldje Pompo! blauw - denim en khaki voor Heren en jongens diverse tinten met en zonder bovenstuk, zowel in kinder- als in dames-maten voor sportkleding Vrouwen hebben ten langen leste een bres geslagen in de grimmige muren van de Al Azhar universiteit in Cairo, de oud ste Moslimse wetenschappelijke instelling ter wereld. Duizend jaar lang is Al Azhar alleen voor mannelijke studenten geweest, maar wanneer in oktober het nieuwe uni versitaire jaar begint, zullen er ook vrou wen worden toegelaten. Er is echter een belangrijke voorwaarde: de vrouwelijke studenten moeten elders reeds een univer sitaire graad hebben behaald. Meisjes, die nog beginnen moeten, komen er nog niet aan te pas. Op de universiteit van Al Az har wordt Moslimse philosophie en theolo gie gedoceerd. 82-83. Wobbo wou nu toch wel graag iets meer weten over dat tovergedoe. Vertel me nou eens, hoe dit allemaal in elkaar zit, verzocht hij. Ik begrijp er geen snars van! Ik zal het u uitleggen, meester, zei de dienaar. Kijk, de hoed die u draagt, is een Toverhoed, zoals ik al verteld heb Wie in het bezit van die hoed is, die is mijn meester en ik doe alles, wat hij ver langt. Als u mij nodig hebt, hoeft u alleen maar driemaal met de hoed te zwaaien, en ik verschijn! O! zei Wobbo. Zit het zo? Ja, ik heb die hoed gezwaaid, om het regenwater er af te slaan. Zozo, dan heb ik dus een kost baar hoedje gevonden!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 9