IJmuider Courant | 1961 | 1 juli 1961 | pagina 16

FILATELIE

Kunstbeoefening in Amerika

umim u&tmm

umm

Dammeo

Bridge

k

ZATERDAG 1 JULI 1961

Erbij

PAGINA VIER

B. Dukel

m

W. 'mm. mm Éil

Reinaert de Vos in
Veere's Grote Kerk

]an Nelissen

Drie dieren

"/'JT.

Cor Beek

SURINAME. Ter ere van de ruimte
vaarders Joeri Gagarin en Alan She-
pard geeft de postadministratie van
Suriname op 3 juli a.s. twee postzegels
uit. Op de 15 cent (rood, licht- en don
kerblauw en groenziet men Gagarin
in zijn ruimtecapsule en de wereldbol
en op de 20 cent (geel, rood, grijs en
licht- en donkerblauw) het portret van
Shepard, de Redstone Mercury-raket
en de wereldbol. De zegels zijn gedrukt
in twee miniatuurvelletjes, elk twaalf
zegels bevattend, die los voor franke
ring kunnen worden gebruikt. De vel
letjes dragen het opschrift „Man in
space Major Yuri Gagarin USSR, April
12, 1961 Commander Alan B. She
pard jr., USA, May 5, 1961." Voorts
komen erop voor Columbus' schip
Santa Maria", het eerste zweefvlieg
tuig, een Wright-tweedekker, de eerste
Ford-auto, Lindbergh's vliegtuig „Spi
rit of St. Louis", het atoomembleem en
de neuskegel van een raket.

ZUIDSLAVIE. De twintigste ver
jaardag van de nationale opstand zal
onder meer worden gevierd door de
uitgifte (op 3 juli a.s.) van een serie
van vijf waarden en een blokje. Op de
15 din. het monument van de nationale
held Stevan Filipovic, op de 20 din. het
reliëf van het monument van de natio
nale opstand, op de 25 din. het monu
ment voor de gefusilleerden, op de 60
din. het overwinningsmonument en op
de 100 din. het monument van de natio
nale revolutie (maarschalk Tito uit
beeldend). Het blokje heeft een waarde
van 500 din. (voorstelling als op de
zegel van 100 din.).

OOST-DUITSLAND. Voor het dui
zendjarig bestaan van de stad Halle
(Saaie) zijn twee postzegels in omloop
gebracht. De zegel van 10 pf. toont drie
zoutmijnwerkers tegen een achtergrond
van het kasteel Giebichenstein, die van
20 pf. („sperwaarde')' de vijf torens van
de stad met op de voorgrond een
chemicus.

GHANA. Ter gelegenheid van de
eerste verjaardag van de proclamatie
van de republiek zal op 1 juli een serie
van drie waarden verschijnen. Het zijn
een 3 d. met een zuil, waarop een ade
laar, een 1 sh. 3 d. met een bloem in
de nationale kleuren met de zwarte
ster in het midden en een blad en een
2 sh. met drie Ghanese vlaggen met de
zwarte ster in het midden.

POLEN. De Poolse posterijen hebben
een serie van twee waarden het licht
doen zien naar aanleiding van de der
tigste internationale jaarbeurs van
Poznan. Op een 40 groszy en een 1,50 zl.
komen het embleem van de beurs, be
staande uit een gevleugeldeletter P
met op de achtergrond het gestileerde
hoofddeksel van Hermes voor.

UNO. De postdienst van de UNO
geeft op 18 september a.s. twee post
zegels ter ere van de Economische
Commissie voor Latijns Amerika, een
van de vier regionale economische
commissies van de Verenigde Naties.
De waarden zijn 4 cents en 11 cents.
Afgebeeld zijn de kaart van zuid- en
midden Amerika en een tandrad. De
4 cents heeft een Engels en de 11 cents
een Spaans opschrift. De zegels zijn
ontworpen door de Fransman Robert
Perrot, werkzaam bij het bureau van
de Verenigde Naties.

VER. ARABISCHE REP. (SYRIË).
Met, toeslag ten bate van de blinden
zorg is een postzegel van 40 10 p.
Het ontwerp bestaat uit een oog, een
hand en Brailleschrift.

WEST-DU1TSLAND. In de serie
„Beroemde Duitsers" zullen op 28 juni
a.s. twee verdere waarden verschijnen,
n.l. een 20 pf. (rood) met het portret
van de componist Johann Sebastian
Bach (1685-1750) en een 40 pf. (blauw)
met dat van de dichter en schrijver
Gotthold Ephraim Lessing (1729-1787).
De zegels komen ook met het opschrift
„Deutsche Bundespost Berlin" uit.

In de Velsense sportweek hebben de
Velsense damverenigingen op 15 juni een
damavond georganiseerd. Er werd een
snelheidstoernooi gehouden met een speel-
tempo van 40 minuten over een gehele
partij. Door dit snelle tempo komen de
vreemdste stellingen op het bord voor.
Hieronder enkele fragmenten uit deze
wedstrijd.

H. SWIER (DCIJ)

3ö30QOÖCOOOC<OOCOOCCCCO<*OOOOCOCCOOOOOOOCOCOCCCOOOrObOODC>

0) 12-7 41-47. 10) 7-1 en de overmacht is
bereikt voor de winst.

De tweede winstgang is sneller en over
zichtelijker: 1) 1-18 26-31. Op 16-21 en 21-27
slaat wit naar ruit 25 en winst. 2) 18x20
31-37. 3) 20-47 16-21. 4) 22-18 met winst.

mant: 1) Pc6-d8 Rc7xd8 (d6), 2) e7-e8
Paard!! de pointe; zwart kan veld c7 niet
blijven dekken, zodat 3) Pe8-c7 mat volgt.

Heel wat moeilijker is de driezet, weer
gegeven in diagram II.

Zwart: Ke8, Tf4. pion c5 d5 e5 f5 f6 h3 h4.

ooooooooooococcooooooooooooooooooooooooooccooo

M. VISSER (Sportief)

Zwart: 2, 3, 4, 9, 11, 13, 16, 17, 18, 19, 21,
24, 25, 26. Wit: 27, 28, 30, 31, 32, 34, 35, 36,
37, 40, 41, 43, 44, 46.

Echt een stand waaruit is af te leiden
dat er snel moest worden beslist. Immers,
wit mist basisstukken op 45, 48, 49. Toch
komt de oppermachtig staande zwart-
speler bedrogen uit. 1) 24-29? Sterker
is 18-23 en 23-29. 2) 34x12 25x45. 3) 12-8
3x12. En nu kon wit problematisch winst
behalen door de offers 44-40, 84-39. 28-22.
32x3. 3x49. De dam met 16-21 wordt op-
32x3, 3x49. De dam met eindspel met twee
stukken voordeel voor wit is winst. In de
partij verloor wit door de klok na nog
4) 28-22 17x28. 5) 32x3 21x32. 6) 3x38 45-50.
7) 38-47 50x48. 8) 47-29. Toen viel de vlag
van wit en Swier werd winnaar in de
hoofdklasse.

In de eregroep was het spel door dit
snelle tempo niet zoveel beter. Een klas
sieke stand waarmee Laros in normale
omstandigheden weinig moeite zou hebben
om tot winst te komen werd nu remise.

H. LAROS

DRAMA OP RAMA

Het doen van een voorspelling over de
uitslag van één bridgespel is een hachelijke
zaak. Dit werd al menigmaal ondervonden
door de commentatoren, die de op een
bridge-rama gedemonstreerde partijen aan
het publiek uitlegden.

U zult wel van mij aannemen, dat de
commentatoren die in functie waren bij
het wereldkampioenschap in Buenos Aires
hun „vak" wel verstonden. Het zal u dan
net als mij wel genoegen doen te ver
nemen, dat ook deze experts soms door de
praktijk van het bridgespel danig in hun
hemd gezet kunnen worden. Ziet u maar.

In de match Frankrijk-Verenigde Staten
was in kamer I een spel voorgekomen,
waarin de Amerikanen op 2 harten waren
blijven staan en 9 slagen hadden gemaakt.
Een uurtje later kwam het spel in kamer
II, vanwaar uit de partijen op het rama
(elektrisch demonstratietableau) te zien
waren. Het spel dat de bijna 800 toeschou
wers te zien kregen, zag er als volgt uit:

A 9 7 5 3
9? B 6
V B 8 6
•f» A 6

H V 8 4 2
O 10 5 3
O A 10 4
H5

W O

10
9 V72
O H 9 7 5 2
B 10 7 3

epocaroooooooooc^^

dooo^^30ooooo^^ooooo^^^oooo(>^^Éooooo^^^oooo&*

B. DUKEL

Zwart: 6, 7, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 23, 24. 26.
Wit: 25. 27, 28, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 41, 43.

Zwart aan zet kon een doorbraak naar
ruit 44 forceren door 24-29. 33x24 19x30.
28x17 7-11. 35x24 11x44 waarna 43-39 44x33.
24-20 het spel remise loopt. Spelverloop in
de partij: 1) 7-11. 2) 28-22 23-28. 3)
32x23 19x17. 4) 33-28 13-19? Voor de winst
moet 17-21. 5) 39-33 en nu moet zwart zich

wel in een meerslagstand spelen. 5)

18-23. 6) 25-20 23x21. 7) 20x9. Zwart kan
nu dam maken met 24-30 en 12-18 waarna
wit winst behaalt op 9-4. Daarom offerde
Laros in de partij eerst 26-31 37x26 en for
ceerde na 24-30 en 12-18 de remise.

In de wedstrijd om het clubkampioen
schap van Nederland 1961 kwam het vol
gend leerzaam eindspel voor:

JAN DALLINGA (DGZ)

fMOODOOOOOOOOOOOOOCO-XvrcOOCOOOOOOCXX^^

B6

9 A H 9 8 4

O 3

V 9 8 4 2

NZ was het Franse paar Bacherich (N)
Ghestem (Z). Zuid gever, niemand kwets
baar. Biedverloop: zuid 1 harten - west
1 schoppen - noord doublet - oost 1 Sans-
atout - zuid 2 klaveren - west pas - noord

3 harten - oost pas - zuid 4 harten.

De commentator legde het publiek uit
dat: a) een hoge kleur altijd een vijf kleur
bij dit Franse paar aangeeft; b) dat zuid
met een normaal openingsbod 1 Sansatout
van oost gedoubleerd zou hebben, zodat
zijn 2 klaverbod een vrij zwak twee-kleu
renspel aangaf; c) dat noord, wegens zijn
azen en aardige aansluiting in partners
kleuren, de aanmoediging tot 3 harten gaf.

Verder waren de commentatoren het er
over eens, dat het bereikte eindbod van

4 harten „onmogelijk" was, want NZ had
den immers in elke kleur tenminste één
slag te verliezen. Het werd een drama op
het rama, doch niet voor de geniale
Ghestem, doch voor de commentatoren

West, de Amerikaan Leventritt, meende
dat een troefuitkomst ongevaarlijk was en
speelde harten 3 voor - noord de 6 - oost
de hartenvrouw - zuid hartenaas. Zuid
vervolgde met ruiten 3 - noords ruitenboer
was voor ruitenheer van oost. Oost,
Amerika's vermaarde speler Howard
Schenken, vervolgde met schoppen 10,
zuid de boer - west de vrouw - noord
schoppenaas. Ruiten 6 werd nagespeeld,
zuid troefde - harten naar hartenboer -
en wéér een ruiten ingetroefd, waarop de
ruitenaas viel. Hierna een hoge troef - in
noord een schoppentje weg, de troeven bij
OW waren er nu uit. Zuid trok nu schop
pen 6 na - terecht speelde west laag, doch
noord maakte schoppen 7. Op ruitenvrouw
wierp zuid een klavertje af - en hierna
klaveraas en klaver na. West wierp de
klaverheer onder de aas - hopende dat
oost de vrouw had - doch het hielp alle
maal niets, en zuids klavervrouw maakte
de 10e slag. Harten was dus gemaakt.

Zó had de geniale Ghestem met dichte
kaarten een stunt verricht, die de com
mentatoren zelfs met open kaarten niet
voor mogelijk hadden gehouden!

Bridgevraag dezer week: West gever,
NZ kwetsbaar, vieUallenwedstrijd. Zuid
heeft:

B 10 9 8 6 2 <?- O 7 5 A V 10 9 7

Biedverloop: west 1 harten - noord past
- oost 4 harten - wat moet zuid doen?
Antwoord elders op deze bladzijde.

cooooooooooooooooooooooooocoooooocoooooooooooc

Wit: Ke6, Dal. De7. pion a3-h2.

Wanneer de witte dame schaak kan
geven op de achtste lijn, dan wel op de
diagonalen a4-e8 of h5-e8, is het met zwart
gedaan. Maar hoe valt dit doel in drie
zetten te bereiken? Zie b.v- 1) Dbl Tb4, 2)
Df5: Tg4, 3) Dh5t Tg6 en het duurt vier
zetten. Of 1) Ddl Tg4 en wit heeft geen
tempozet, daar hij met 2) a3-a4 het toe-
gangsveld a4 voor zijn dame blokkeert.

Doorziet men deze finesse, dan is men op
het iuiste spoor, te weten: 1) Dal-gl! Tf4-
g4, 2) Dgl-dlü De merkwaardige
pointe is nu, dat zwart geen van zijn
pionnen kan opspelen zonder de dekking
van veld a4 prijs te geven. En de zwarte
toren kan niet tegelijkertijd Da4 mat en
Dh5 mat pareren.

Tenslotte een vierzet met een staartje uit
de keuken van de probleem-componist-

Zwart: Ka6. Rb5-b6 pion a7 b7 c4 f7.

ooooocx>ocooocooooooo(^3ooooDoooooooooaToooooopg

WW/ V/WW. WW W/WW/

wt/df WWW/ W/W www>.

Eindelijk is het zomer en met het stijgen
van de temperatuur verkoelt bij de meeste
schakers de bereidheid tot het opbrengen
van de grote inspanningen, welke het wed
strijdspel vereist- Maar de liefde voor het
schaken zelf blijft onverflauwd en richt
zich op lichtere aspecten van Caïssa's on
uitputtelijk terrein.

Daarom ditmaal een drietal specimens uit
de problematiek, bekoorlijk door hun fijne
humor en vindingrijkheid. De ware lief
hebber poogt natuurlijk eerst de oplossin
gen zelf te vinden.

Zwart: Ka8, Da7, Ta6-b8. Rc7-c8; pion:
a5, b6 b7 d7 e5.

«30000000cxx000000c00000000000(x500000000000c»0(x)000c)0000c

LEO BINKHORST (DCIJ)

Zwart vijf stukken op 13, 14, 16, 19, 26.
Wit dam op 1, stukken op 22, 30, 35.

Wit aan zet vervolgde: 1) 22-17 26-31.

2) 17-11? 16x7. 3) 1x20 31-37. 4) 20-47 19-23.

5) 30-24 23-28. 6) 24-20 28-32. 7) 20-15 37-41
en remise. In dit eindspel verzuimde Leo
twee keer de winst. Het gaat er om dat
wit steeds moet trachten tenminste vier
stukken op het bord te houden om alsnog
tot een overmachtseindspel te komen en
daarmede winst af te dwingen. Wordt er
eenmaal een stuk weggeruild dan moet in
alle varianten de winst verzekerd zijn.

lste winstgang: 1) 22-17 26-31 of? 2) 30-25
dwingt tot 19-23. op 31-37 of 36 volgt offer
25-20 en 17-11 met winst op de lange lijn.

3) 1x29 31-37 4) 29-47 13-18. 5) 47-36 18-23.

6) 36-47 14-19. 7) 17-12 19-24. 8) 47x15 37-41.

OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOCKXXXXXXXXXJOOOOOO

Wit: Ke4, Pc6; pion: a4 b5 d6 e7

Wit geeft mat in drie zetten- Natuurlijk
moet hij daarbij gebruik maken van de
opsluiting van de zwarte koning. Maar
het is zaak. deze niet pat te zetten, wat b.v.
na f) Pd8 Rd8: 2) ed8: het geval zou zijn.

De oplossing is e?en eenvoudig als char-

Wit: Kc3, Dd6. Rfl. pion b4.

De auteursoplossing berust voornamelijk
op de omstandigheid dat zwart in tempo-
dwang wordt gebracht De sleutelzet 1)
Dd6-f6 blokkeert pion f7, terwijl de dame
bovendien veld fl bestrijkt. Waarom dit
nodig is, blijkt uit het verdere verloop.
1) Rb5-c6. 2) Rflxc4t Rc6-b5, 3) Rc4-
flü De pointe is nu, dat Rb5 moet
spelen, waarna 4) Rc4: (resp. d3 of e2) dan
wel 4) Dfl: mat volgt.

Alles heel aardig maar het probleem is
te chaisch incorrect daar het een neven
oplossing verbergt en wel:

1) Rc4:! Rc4: (of a). 2) Kc4: f6, 3) b5t
Ka5, 4) Da3 mat.

a. 1) f6. 2) Rb5:t Kb5:, 3) Dd7t
Ka6. 41 Dd3 mat-

Jammer van des componisten vondst.
Valt deze te redden? Ja; als men de witte
koning van c3 naar a3 verplaatst! Dan is
voormelde nevenoplossing uitgeschakeld,
daar 4) Da3 mat niel meer gaat. Bovendien
wordt het probleem dan nog met de vol
gende variant verrijkt: 1) Dd6-f6 c4-c3. 2)
Ka3-b3! c3-c2. 3) Df6-alt en mat op de
volgende zet.

Zo moet er aan een probleem heel wat
worden geschaafd en gevijld, alvorens de
juiste vorm is gevonden. Het hebben van
een idee op het schaakbord is niet vol
doende; naast deze inspiratie is er nog
90 transpiratie nodig om het te per
fectioneren. Is het in het leven niet net zo?

Mr. Ed. Spanjaard

'09 sed - OOI uaddoqos :jeepueA
•uassed ;aui uep 'ja;oj3 'uaqia-iaq af uapaiq
iaui sjai sueq ap si qooj, qsoq 008 1° 009
uaddoqos f fep ua }ee§ u/AOt~ uaj-ieq f iep
qfqagoui isaq si ;ag •aneaidsut uba aijsaMq
uaa jaM qooi qpo }aq si suaguaAO ua -
uauiau uaA-inp icoui uaui s.ooisu a;o.i§ aoq
'laiz uapi Ég-g-8-JaaquajaAe-[5i ua g-jaoq
-jaaquaiinu 'sua^ueq agoq f 'suaddoqas
suiapi aaMi peq jajadsisaM ap s g z
9 6 V O S S 9 V 6 S A IN puoA aairued
utiz hg qads oq aiqeeui ua pjaajqnop
-a§ pjaA\ - uaddoqos pooq oqarV.CI ueeq
-en aa 'qCiJqueug3II®TI uaddeqosuaoid
-uieqppjaAV ap ui jooa uteMq iads tan
:qaaM jazap SeejAaZpuq do pjooAViuy

Ter gelegenheid van het eerste lustrum
van de vereniging „Vrienden van Veere"
zal vanavond in de grote kerk te Veere
het middeleeuwse epos van Reinaert de
Vos worden opgevoerd, dat een klassiek
voorbeeld is van de triomf der sluwheid
over het bruut geweld en over de domheid.
Het spel wordt ten tonele gebracht in de
bewerking van Pol de Mont.

De opvoering geschiedt door de Camere
van Rhetorica „De Transfiguratie" uit
Hulst.

Op zondag 18 juni laatstleden heeft de
Camere van Rhetorica e Transfiguratie"
Reinaert de Vos als openluchtspel in Hulst
opgevoerd in combinatie met „St. Jan ten
Steene" uit St. Jansteen. Voor de uitvoe
ring trok een fleurige stoet van vierhon
derd deelnemers in fluwelen en satijnen
kostuums door de straten. Door onder
andere een subsidie van het ministerie van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
had men een Vlaamse regisseur kunnen
aantrekken, namelijk de heer Antoon van
der Plaetse uit Kortrijk.

Het ligt in de bedoeling om in de toe
komst meer van dergelijke opvoeringen in
Veere te gaan geven.

t.h

KLEERMAKER LAPPER had op een
dag geen zin meer om kleren te ma
ken. Hij smeet de jas die hij aan het
naaien was, op de grond, pakte zijn vis
hengel, een pakje boterhammen en zijn
pet en ging op stap.

„Ik zal eens een lekker maaltje vis
gaan vangen", zei het kleermakertje,
„het is vandaag veel te mooi weer om
binnen te zitten".

Hij wandelde op zijn gemak naar een
beek en genoot van het zingen van de
vogeltjes, het geuren van de bloemen
en het duurde dan ook niet lang, of de
dobber van de kleermaker lag in de
beek.

Nu was de kleermaker een ongedul
dig man en toen hij na een uurtje nog
steeds niets gevangen had, werd hij
kwaad en schreeuwde:

„Ik ben niet van plan om de hele
dag te wachten op een paar vissen, dat
is zonde van mijn tijd".

Ineens stond er een klein mannetje
naast hem, dat sprak:

„U roept zo geweldig hard, dat ik er
wakker van geworden ben. Mag ik mis
schien weten wat er aan scheelt?"

„Wie bent U eigenlijk?", vroeg de
kleermaker kwaad
„Ik ben kabouter Vrolijk".

„Bent U een echte kabouter, zo een
die toveren kan?"

„Ach ja" antwoordde Vrolijk, „zo af
en toe tover ik ook wel eens, zo maar
voor de aardigheid".

„Nou", mopperde kleermaker Lap-
per, „dan wou ik, dat U die vissen eens
voor me uit het water toverde, ik kan
ze maar niet te pakken krijgen".

De kabouter lachte geheimzinnig.
„Ik zou U wel kunnen helpen, maar de
ene dienst is de andere waard. Ik zal
zorgen dat U de vissen heel gemakke
lijk kan pakken en U bovendien nog
iets leren waar U Uw hele leven wat
aan heeft. In ruil daarvoor wil ik dat U
voor mij een heel mooi pak maakt van
rood fluweel, met een rand van goud
draad en knopen van parelmoer. Als U
daar vandaag meteen aan begint, kunt
U morgen best klaar zijn en dan zal
ik U morgen de beloning geven".

KLEERMAKER LAPPER vond het
een schitterend voorstel en hij nam
meteen de maat van de kabouter. Daar
na ging hij op een holletje naar huis
terug. De hele dag werkte hij aan het
pak van de kabouter en 's nachts om
een uur of twaalf was hij klaar. Het
pak was in een woord schitterend!

De volgende morgen al heel vroeg
ging de kleermaker weer naar het vis
water. Het kaboutertje stond al op hem
te wachten. Vrolijk was reuze in zijn
schik met het mooie pak

„Dat gaat zo maar niet", lachte
maker ongeduldig. „Haal eens snel een
stuk of wat vissen voor me uit het
water."

„DMat gaat zo maar niet", lachtte
de kabouter, „U moet ze zelf pakken,
maar ik zal U in een grote vis om
toveren en dan zal ik zorgen dan U
over een uurtje weer in een mens ver
anderd wordt. In dat uur moet U zo
veel mogelijk vissen in de staart bijten.
Al de vissen die U bijt, vliegen vanzelf
op de walkant" Dat vond kleermaker
Lapper prachtig. De kabouter mompel
de een p .ar toverwoorden en daar
zwom Lapper al als een vis in het wa
ter. O, wat vond hij het daar leuk. Hij
schoot tussen de waterplanten door, als
hij maar eventjes met zijn staart
zwaaide. Hij zag allerlei vissen zwem
men, maar geen enkele was zo groot
als hijzelf. Nu ging Lapper proberen
de andere vissen in de staart te bijten.
Maar dat viel niet mee, die vissen ver
stopten zich in de wortels van het riet
en tussen de waterplanten. Lapper
kreeg het er warm van. Hij had kramp
in zijn staart van het harde zwemmen
en kon bijna geen adem meer halen.
Ineens kronkelde er een lekkere vette
worm in het water.

„Hé", dacht de omgetoverde kleer
maker, „zoo'n lekkere vette pier wil
ik ook wel eens proberen te eten".
Hij zwom op de worm af en vergat
helemaal op vissen te jagen. Hij beet

in de kronkelende pier en„Au,

au, au", gilde de kleermaker, want in
de worm zat een vishaakje verscholen.
De kleermaker rukte en trok. Gelukkig
brak het lijntje dat aan de haak vast
zat. Maar het haakje zelf bleef in zijn
lip zitten. Wat had de kleermaker een
pijn! Hij had helemaal geen zin meer
om te vissen en was blij toen het uur
om was en hij weer naast kabouter
Vrolijk op de walkant stond.

„Hé", zei Vrolijk, „wat kijk jij zuur.
En hoe komt het dat er geeneen vis op
de walkant terecht is gekomen?"

„Ik heb een vishaakje in mijn mond
gekregen", mopperde Lapper. „Ik kreeg
trek in een wurm toen ik vis was, maar
er zat een haakje aan vast". Hij deed
met een zuur gezicht zijn mond open
en toen kon Vrolijk het haakje zien zit
ten eneruit trekken.

„Ja, kleermakertje", zei de kabouter,
je hebt wel pech, maar nu merk je wel
dat het voor een vis geen pretje is om
door een visser gevangen te worden".
De kleermaker zei niets en keek alleen
maar spinnijdig.

„Afijn je zou nóg iets van me krij
gen", zei Vrolijk, „ik had je beloofd
iets te leren waar je altijd iets aan zou
hebben. Luister! Als je een mooi pak
of een schitterende jas moet maken,
dan moet je zeggen:

„Kabouter, kabouter, kaboutertje klein,
zorg dat dit pak morgen klaar zal zijn".

TOEN VROLIJK DIT gezegd had,
was hij eensklaps in de grond verdwe
nen. Kleermaker Lapper stond ver
baasd te kijken, maar ging toen hij de
kabouter nergens meer zag, weer naar
huis terug. Hij was benieuwd of Vrolijk
werkelijk zou zorgen dat zijn pakken en
jassen gemaakt zouden worden. En ja
hoor, steeds als de kleermaker de to
verspreuk zei, lag er de volgende dag
een schitterend pak op zijn kleerma
kerstafel.

De mensen vonden het werk van de
kleermaker nu zo mooi, dat zelfs kei
zers en koningen hun kleren bij kleer
maker Lapper lieten maken. Die werd
daardoor erg rijk en omdat de kabou
ters al het werk voor hem deden, had
hij een heleboel tijd over. Maar die
tijd gebruikte hij niet meer om te vis
sen, want dat was hij afgeleerd

Kijk eens hoe ik te water ga,
mijn kaken op elkander sla?

Ik ben heel flink, zegt mijn mama.
Ik ben een eigenwijs, zegt pa.

Ik heb een eigen willetje,

ik ben een krokodilletje!

Kijk eens hoe ik, hoog boven 't dak,
op één been sta, op mijn gemak?
Ik. ben een waaghals, zegt papa.
Ik ben een malle, zegt mama.
Ik heb een keurig staartje,
.ik ben een ooievaartje!

Maar mij, mij zie je lekker niet!
Zoek maar in 't water, tussen 't riet,
zoek op de straten, in de tuinen,
zoek in de bomen, in de duinen,
ik blijf tóch in mijn holletje,
.ik ben een héél slim molletje!

MUZIEK is een terrein, waarop zeer
vele Amerikanen zich actief bewegen: er
zijn thans 32 miljoen amateur-musici in de
V.S. tegen 19 miljoen tien jaar geleden. In
1960 beliep de verkoop aan muziekinstru
menten een waarde van 590 miljoen dollar
dubbel zoveel als in 1950. Ook de ver
koop van bladmuziek is enorm gestegen,
niet het minst dank zij de 48.000 school-
bandjes, de 25.000 schoolorkesten en de
ruim 1200 symfonie-orkesten, samenge
steld uit amateurs.

DE BELANGSTELLING in schilderen
neemt eveneens nog steeds toe: in het
vorige jaar spendeerden amateurs onge
veer 75 miljoen dollar aan schilderbeno
digdheden. Het is prettig te constateren,
dat deze kunst door amateurs op serieuzer
wijze en op hoger peil wordt beoefend dan
een tiental jarr.i geleden. Het naschilderen

van voorbeelden aan de hand van een
handleiding komt gelukkig nauwelijks
meer voor.

GROTE BELANGSTELLING trekt ook
het amateurtoneel: er zijn thans naar
schatting in de V.S. 5.000 rotere en klei
nere schouwburgen, die jaarlijks een 100
miljoen bezoekers trekken. Ook ballet, ge
heel verzorgd door amateurs, verheugt
zich in een grote populariteit: er zijn zeker
125 amateurgezelschappm over het gehele
land verspreid.

DEZE paar cijfers willen slechts een in
druk geven. Bovendien moet daarbij in
aanmerking worden genomen dat deze
muziekbeoefenaren een dwarsdoorsnede
geven van het gehele volk, want oud en
jong en hoog en laag doen met hetzelfde
enthousiasme mee.