Jxial-twiia
K
De Twentsche Bank
Indische Nederlanders willen
weg uit Nieuw-Guinea
Eichmann zegt nooit bevel tot
doodschieten te hebben gegeven
OP EN OM HET BINNENHOF
R.-k. kerk in Heesch
door brand verwoest
Tekort aan over
heidspersoneel
Nasoetion voor de
t.v. geïnterviewd
Acht doden in
het verkeer
Oud en jong in 1961...
ZATERDAG 1 JULI 1961
4
Herbouw is niet
waarschijnlijk
Arts verdacht van
meineed
POLYGLOT
KEIZERSTAD
SEX
VRAAG
EFFECT
Band van genegenheid die samenhoudt
Een lente en herfst verenigd en vertrouwd
Wat is de hand die 't kind heeft aangeraakt?
Hem boeit het leven, tot de droom ontwaakt.
Blij rijpt het jonge wezen in één dag;
Hier wordt een oud man jong weer door een lach.
De bomen groenen en de tijd is heen:
Van toen naar nu, van nu naar toen is één.
VICTOR E. VAN VRIESLAND
Publikatie ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan
Ex-politieagent
veroordeeld
SPRITE CARAVANS
vanaf 2795.00—7500.00
v. EERDE, Leidsevaart 232-252 Tel. 10138
Aanspraken op
Nieuw-Guinea
Losgeld voor prof. Meijers werd niet geaccepteerd
Vrijdagmiddag is in Heesch (N.B.) de
uit 1869 daterende neo-gotische kerk
„Sint Petrus Banden" door brand voor
liet grootste gedeelte vernield. De scha
de is zo groot, dat het zelfs de vraag is
of de kerk weer opgebouwd zal worden.
Brandweerkorpsen uit Den Bosch,
Vught, Oss en van het vliegveld Volke
waren met veel materiaal in Heesch
aanwezig om assistentie te verlenen. Zij
konden niet voorkomen dat toren, dak
en gewelven door het vuur verwoest
werden. Alleen de zijmuren bleven
staan.
De brand ontstond 's middags om half
vier, waarschijnlijk in een kleine toren, die
door enkele arbeiders gesloopt werd. Het
torentje was namelijk in zodanige mate
door de boktor beschadigd dat het gevaar
voor instorten niet denkbeeldig was.
Op 't ogenblik dat de brand uitbrak leid
de één der parochiegeestelijken juist een
dienst voor een honderdtal ouden van da
gen'. De kapelaan beëindigde de dienst en
leidde de oude mensen kalm naar buiten.
In de kerk was toen van vuur en vlammen
nog niets te bespeuren. De brand woedde
onder het dak en in het droge hout vrat het
vuur snel verder en tastte ook de grote to-
ïen aan. In korte tijd brandde hij als een
fakkel. Intussen liep ook de aan de kerk be
lendende pastorie gevaar. Zij moest in al
lerijl ontruimd worden. Een uur na het uit
breken van de brand stortte de grote toren
in en sloeg door de gewelven. Omstreeks
half zes had het vuur zijn vernietigende
werk verricht. In de avonduren kon de
brandweer pas aan de nablussing beginnen.
De bisschop van Den Bosch, mgr. Bek
kers, kwam zich van de brand in de kerk
op de hoogte stellen.
Ofschoon de zijmuren overeind bleven
staan en de verzekering de schade dekt,
lijkt het onwaarschijnlijk dat tot herbouw
zal worden overgaan.
Venray
In de boerderij van landbouwer W. Voer-
mans te Leunen bij Venray brak vrijdag
avond door nog onbekende oorzaak brand
uit. Buren die te hulp kwamen konden te
gen de enorme vuurzee niets uitrichten.
Ook de brandweer kon niet verhinderen
dat de gehele boerderij met schuren en
en stallen uitbrandde. Van 60 varkens kwa
men er 30 in de vlammen om. Bij het blus
singswerk werden 3 brandweerlieden ge
wond door een ontploffende butagasketel.
Zij moesten zich in het ziekenhuis te Ven
ray onder geneeskundige behandeling stel
len.
Venlo
Door het achteloos wegwerpen van een
brandend sigarettenpeukje ontstond vrij
dagmiddag brand in de staalmeubelfabriek
„Hawi" te Venlo, op de étage waar zich
de lakspuiterij bevond. De Venlose brand
weer wist de brand te beperken tot deze
étage. De schade bedraagt ongeveer 15.000
gulden.
Elspeet
In Elspeet is de boerderij afgebrand van
de landbouwer Van der Steeg. De brand is
begonnen in 'n hooiberg. Even later vatten
de varkensstal en het woonhuis vlam. De
brandweer van Elspeet kon tegen de felle
vuurzee niet veel uitrichten, zodat het be
drijf geheel uitbrandde. De schade wordt
geschat op 30.000 gulden. De brand is ont
staan doordat kinderen bij de hooiberg met
lucifers hebben gespeeld.
De rechter-commissaris bij de rechtbank
in Maastricht heeft tegen een zenuwarts in
Den Haag een bevel tot bewaring afge
geven op vordering van de officier van
Justitie. In een echtscheidingsprocedure
had de arts verklaringen afgelegd over
een vrouw die de officier van Justitie in
strijd achtte met de waarheid. De arts is
in het Huis van Bewaring in Den Haag in
gesloten.
In Het Vaderland wordt te
huur aangeboden slechts 1200,-
per maand) een
„upholstered, or partly whole
furnished modem new house".
Van die 1200,- zouden dan een
paar tientjes per maand af kunnen
om de verhuurder Engelse les te
doen nemen.
Over een speciaal Nijmegen-num-
mer van het maandblad „Tussen
de Rails" schrijft De Volks
krant:
Vele bekwame pennen doen
ons geloven, in het fijne, in het
meeslepende, in het groteske, in
het artistieke van de aloude kei
zerstad".
Ik was er onlangs: Zo'n pen moet
al héél bekwaam zijn, om mij in het
groteske van deze grootse stad te
doen geloven.
„De gehele stad is in afwachting
van de terugkeer der premier"
meldde de Nieuwe Rotter
damse Courant uit Katanga.
Toen hij eenmaal terug was strekte
dit vooral tot grote vreugde des
premières, want het echtpaar was
gedurende enige maanden geschei
den geweest.
De Volkskrant schrijft:
„het verweer van de verdachten
doet dus echter een levensgrote
vraag rijzen".
Als ik De Volkskrant goed
begrijp was die (gerezen) vraag dus
even groot als een levende vraag.
IndeBiltse Peperbus zag ik
een advertentie voor een
„oplaatbare zaklantaarn".
Een aardig effect 's avonds, zo'n
verlicht ding tegen de donkere
hemel.
Talarius
Advertentie
Een eeuw De Twentsche Bank. Een goede grondslag voor de pioniersgeest van de jeugd,
gespiegeld aan het verdiept inzicht van de ouderdom. Een harmonisch samengaan van oud en
jong. Zoals op afgebeelde foto, waarbij een nederlands schrijver zijn impressies weergaf.
iooomc
In een nota over Nieuw-Guinea aan de
Tweede Kamer zeggen de minister en de
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
onder meer dat het onjuist zou zijn te ver
onderstellen, dat de meerderheid van de
bevolking pro-Nederlands zou zijn; zij is
pro-Papoea en wenst dat Nederland voor
alsnog zijn taak, de opvoeding van de Pa
poea tot zelfstandigheid, zal voortzetten
zolang de Papoea zulks nuttig of nodig, zal
oordelen. De bevolking wijst in overgrote
meerderheid de Indonesische aanspraken
af.
De Indische Nederlanders voelen zich
als groep in hun economische bestaans
mogelijkheden bedreigd. Het stamland
idee hebben zij reeds opgegeven. Met de
voortschrijdende emancipatie van de Pa
poeabevolking bevinden velen van hen zich
in de kwetsbare positie van bekleders van
lagere en lagere middelbare functies bij
de overheid en bij het particuliere be
drijfsleven, welke functies het eerst wor
den bezet door nieuw opgeleide Papoea
werkkrachten.
Dit alles heeft ertoe geleid, dat er onder
deze groep grote aandrang bestaat om
naar Nederland te vertrekken, waar het
tekort aan arbeidskrachten vooralsnog
goede mogelijkheden biedt om zich een
nieuw bestaan te verwerven.
Dit wegtrekken van Indische Nederlan
ders uit functies bij de overheid en bij het
particuliere bedrijfsleven geschiedt op zo
danige schaal, dat de opengevallen plaat
sen niet tijdig bezet kunnen worden door
gelijkwaardig opgeleide Papoea's. Deze
laatsten komen in feite pas beschikbaar-
en dan in toenemende mate na 1962.
Deze situatie baart zorgen bij de overheid
en bij het particuliere bedrijfsleven, die
zich beramen op welke wijze voorzien zal
kunnen worden in de tijdelijke schaarste
aan lagere en lagere middelbare werk
krachten, zowel op administratief als op
technisch gebied.
Over de omvang van het personeelsver
loop van lokale krachten en niet-inheem-
sen in het algemeen kan worden meege
deeld, dat het verloop onder het middel
baar personeel in elf particuliere bedrij
ven in de eerste drie maanden van 1961
138 personen of 31.5 pet. van het daarin
werkzame personeel heeft bedragen.
De werving van bestuurs- en andere
ambtenaren wordt in hoge mate beïnvloed
door de schaarste op de Nederlandse ar
beidsmarkt. De grootste moeilijkheden
doen zich voor bij de aantrekking van ge
specialiseerde academisch opgeleide krach
ten van internationale bruikbaarheid en
ook bij de groep mulo-onderwijzers, waar
aan ook in Nederland een zeer grote en
niet te dekken behoefte bestaat.
De rechtbank in Den Bosch heeft een
ex-politieagent uit Geldrop veroordeeld tot
een maand gevangenisstraf voorwaardelijk
omdat hij een stratenmaker uit Geldrop
zonder noodzaak met zijn pistool in het
bovenbeen had geschoten en daarna het
procesverbaal zo vervalst had, dat daaruit
geconcludeerd kon worden dat de straten
maker hem ernstig bedreigd zou hebben.
Advertentie
Vrijdagavond is voor de Nederlandse te
levisie een interview uitgezonden van de
verslaggever Joop Simons in Parijs met
de Indonesische minister van defensie, Na
soetion. Daarin verklaarde minister Nasoe
tion, evenals op zijn persconferentie in
Bonn, dat nu de vraagstukken van 't wel
zijn van de Indonesische bevolking en de
nationale veiligheid nagenoeg opgelost zijn,
de aandacht ten volle op de kwestie Nieuw-
Guinea kan worden gericht.
Hij betoogde nogmaals, dat westelijk
Nieuw-Guinea altijd al tot Indonesië heeft
behoord. Volgens hem is men daar in alle
lagen van de Indonesische bevolking van
overtuigd.
Op de vraag of een vreedzame oplossing
van het geschil tussen Nederland en Indo
nesië mogelijk zou zijn antwoordde hij on
der meer de indruk te hebben dat in Neder
land onvoldoende geloof wordt gehecht „aan
het oprechte streven van Indonesië. Dit
heeft volgens hem in Indonesië veel kwaad
bloed gezet, waar zoals hij zei, „ook des
tructieve elementen" van geprofiteerd heb-
ben. Nederland maakte op hem de indruk,
een bepaalde wrok over de souvereiniteits-
overdracht niet te boven te zijn gekomen.
Men legt daar de Indonesische aanspraken
op westelijk Nieuw-Guinea uit als een ge
volg van anti-Nederlandse gevoelens, aldus
Nasoetion. Tevens merkte hij op, dat van
beide zijden uitlatingen zijn gedaan, die
beter achterwege hadden kunnen blijven.
Wat betreft de toekomst van de bevolking
van westelijk Nieuw-Guinea bij over
dracht van dit gebied aan Indonesië, ver
klaarde Nasoetion, „dat deze mensen als
landgenoten zullen worden beschouwd zo
als gebeurd is in Atjeh en zoals op Ambon
zal gebeuren".
Nasoetion besloot dit intervieuw met uiting
vrilnHecnvfan hoop' dat de normale, dus
vriendschappelijke betrekkingen zouden
worden hersteld. en
JERUZALEM (UPI) „Wanneer een
groep Joden uit een inrichting voor gees
teszieken naar een vernietigingskamp
moest worden gestuurd, was mijn taak het
zorgen voor het enig nodige: een trein"
aldus Adolf Eichmann, die vrijdag voor
de negende achtereenvolgende dag als
enige getuige a décharge in zijn proces
verklaringen aflegde.
Toen hij werd geconfronteerd met een
afschrift van een in 1941 door de hoogste
autoriteit in de Joodse afdeling van het
Duitse ministerie van Buitenlandse Za
ken, Frank Rademacher, gemaakt rapport,
waarin gewag werd gemaakt van de „sug
gestie" van zijn transport-officier „10.000
Servische Joden" te doen fusillèren, zei
Eichmann: „Dit is onwaar, Ik heb een
dergelijke suggestie niet gedaan. Ik
kan dit niet hebben gedaan, omdat een
dergelijk voorstel ver boven mijn bevoegd
heid zou hebben gelegen."
Ook toen een brief werd voorgelezen,
waarin cfe voormalige Rijkscommissaris
in Nederland, Seys Inquart, schreef dat
Eichmann het bevel hcgegeven tot
ontruiming van een inrichting voor gees
teszieken opdat er een sanatorium voor
de S.S. van gemaakt kon worden, beweer
de de verdachte dat dit ook op onwaarheid
berustte.
Het openbaar ministerie had documen
ten ingediend waarin verklaard wordt dat
de patiënten met de artsen en alle ver
pleegsters in Auschwitz-zijn vergast.
(REUTER) Eichmann heeft toegege-
van instructies te hebben doen uitgaan be
treffende censuur op brieven van Joden in
Nederland aan persoren in het buitenland.
Op een vraag van zijn verdediger dr. Ser-
vatius om een verklaring hiervan, gezien
het feit dat hij de dag tevoren alle ver
antwoordelijkheid voor dergelijke orders
betreffende Joden in het kamp Theresien-
stadt (Tsjechoslowak:je) had ontkend, zei
Eichmann dat het in dit geval ging om
een zaak van vitaal belang voor het Der-
Zelfbeschikkingsrecht
Een belangstellend lezer is er over ge
vallen, dat ik het gewaagd heb in twijfel
te trekken, of zolang Nederlands Nieuw
Guinea onder Nederlands beheer staat, ge
geven bovendien het ontwikkelingspeil der
bevolking in kwestie, inderdaad objectieve
toepassing van het zelfbeschikkingsrecht
mogelijk zou zijn.
Hij haalt er Afrika bij, waar volgens
hem die toepassing aan de lopende band
zou zijn toegepast. Zonder dat er een an
der beheer dan dat van de ene besturende
mogendheid aan te pas kwam. Nu moet
ik voorop stellen, dat ook wat Afrika aan
gaat, zijn stelling niet blijkt op te gaan,
gelijk nog weer de jongste praktijk heeft
bewezen (kwestie-Kameroen). Er is ech
ter meer. Op de duur is steeds duidelijker
geworden, dat er tussen de theorie en de
praktijk van het recht van een bevolkings
groep om over eigen lot te mogen of te
kunnen beslissen in tal van gevallen een
hemelsbreed verschil bestaat. En zeker,
dat men de invloed op het stembusresul
taat van de alleen besturende of beheren
de mogendheid waarlijk niet kan veron
achtzamen, vooral niet, indien het om een
groep gaat, die geestelijk nog, laat ik het
zacht uitdrukken, dicht bij het stenen tijd
perk ligt.
De tijdsfactor
Niet te vergeten valt voorts, dat indien
de bewoners van een bepaald gebied de
nodige tijd xrijgen om tot voldoende rijp-
dom te komen, ten einde werkelijk te be
seffen wat in hun eigen belang is en met
hun eigen, tot ontwikkeling gekomen, wen
sen overeenstemt, er eerder sprake kan
zijn van zelfbeschikkingsrecht, dan wan
neer die factoren ontbreken. Alles nu
schijnt er op te wijzen, dat aan de inwo
ners van Nederlands Nieuw Guinea heus
niet de tijd zal worden gelaten om het
zelfbeschikkingsrecht een schijn zelf maar
van realisatie te doen krijgen.
Waarmee de regering in Den Haag
schermt is in mijn ogen. een vertoning en
niet meer dan dat.
Reeds daarom kan ik het in dit opzicht
door onze Regering voorgestane beleid
verre van bewonderen. Het geheel doet
mij te onoprecht aan.
Particulieren en de
kwestie Nieuw-Guinea
Grif erken ik, dat ook elders betoogd is,
dat particulieren zich met deze hele aan
gelegenheid niet hebben te bemoeien, want
dat eventueel overleg tussen de Nederland
se en de Indonesische Regering louter een
regeringszaak is. Dit nu meen ik te moe
ten ontkennen. Wat er met Nieuw-Guinea
zal gebeuren en hoe dat zal geschieden
gaat alle Nederlandse staatsburgers aan.
En wanneer er dan onder hen zijn, die
de kans menen te zien om datgene, wat-
ik schrijf dit met nadruk sinds 1949
door de Nederlandse overheid verkeerd is
aangepakt, alsnog, zij het helaas laat, te
helpen recht zetten, dan hebben zij moreel
het volste recht om hiertoe pogingen in
het werk te stellen. Dat nu is, wat ver
schillende personen, die in dit verband
met name, ook in de pers, genoemd zijn,
hebben geprobeerd. Nogmaals, ik zou
misschien minder geneigd zijn dit stand
punt in te nemen, indien ik voor mij zelf
de overtuiging had, dat onze regeerders
het in al de hier bedoelde jaren zo goed
hebben gedaan en de fout alleen zou liggen
bij de Indonesiërs. Dit is echter in mijn
ogen, en zulks reeds van 1949 af allesbe
halve het geval. Daarom wens ik geens
zins de staf te breken over die particulie
ren, welke nu nog doende zijn geweest om
tenslotte hun krachten in te spannen ten
einde van overheidswege begane fouten,
voor het helemaal te laat is, te helpen
herstellen. Hieraan wil ik nog wel toevoe
gen, dat in zulk een geval het tijdig in
lichten van de regeerders omtrent de stap
pen, die men beoogt te ondernemen, aan
beveling verdient. Heb ik het wel, dan is
dit ook gebeurd. En nooit is er nog ergens
aangetoond, dat enige minister bij voor
baat met min of meer klem tegen iets
dergelijks heeft gewaarschuwd.
Tot zover over Nieuw-Guinea om thans
terug te keren tot de jongste gebeurtenis
sen op het Binnenhof.
De algemene kinderbjjslagregeling
Daar kwam ten lange leste het zoëven
genoemde onderwerp aan de orde. Nog is
het debat niet afgelopen, want dinsdag
komt men pas aan de amendementen toe.
Inmiddels is wel gebleken, dat het hier een
materie betreft, waaromtrent er tussen de
vier met het kabinet-De Quay meest ver
wante groepen, te weten, de K.V.P. de
A.R., de C. H. en de V.V.D., allesbehalve
overeenstemming bestaat.
De beide eerstgenoemde groepen willen
inderdaad algemene kinderbijslag, dat wil
zeggen van het eerste kind af. Bij de
Christelijk-Historischen is het nog niet he
lemaal duidelijk wat zij wensen en van de
V.V.D. staat wel vast, dat zij niets voelen
voor een kinderbijslag van af het eerste
kind, ten dele mede te bekostigen uit de
algemene Rijksmiddelen.
Nu hebben de K.V.P.-ers er evenmin als
de overgrote meerderheid van de anti-re
volutionairen er geen geheim van gemaakt
dat zij in feite niets voelen voor discri
minatie tussen loontrekkenden en zelfstan
dige, standpunt insgelijks door de Partij
van de Arbeid ingenomen. Maar minister
van Rooy heeft te dien opzichte het on
aanvaardbaar laten horen. Ofschoon er
niets met zekerheid te voorspellen valt,
schijnt de kans, dat een hiertoe strekken
de amenderingspoging op een mislukking
zal uitlopen, aangezien de fractie van de
K.V.P. er tegen op schijnt te zien, daar
voor te stemmen, en vermoedelijk ook
zeer vele antirevolutionairen als zeker de
V.V.D. afgevaardigden (nog daargelaten,
wat de C.H. zullen doen) het „tegen" zul
len laten horen.
Houding van de P.v.d.A.
Mochten de socialisten in dat geval het
wetsontwerp, zoals het nu ter tafel ligt.
willen verwerpen, dan is de kans groot,
dat zij in dit opzicht een voor de regering
ongunstige doorslag zouden geven. Met an
dere woorden, dat het ontwerp het niet
zal halen, tenzij een gedeelte van de frac
tie van de P.v.d.A. er de voorkeur aan
mocht geven, toch maar met het mindere
J(ccoord te gaan.
Het compromis achter de schermen
Onder normale omstandigheden zou de
nederlaag van het Kabinet op zulk een
punt een kabinetscrisis tengevolge hebben.
Maarde omstandigheden zijn niet
normaal, want vooral is er van de zijde
van prof. Oud betoogd, dat het hier een
vrije kwestie betreft. Men zou dan in ge
val van afwijzing van dit wetsontwerp een
achter de schermen reeds voorbereid com
promis willen aanvaarden, waarbij de
V.V.D. in het bijzonder toch wel wat wa
ter in haar wijn zou willen doen, door ac-
coord te gaan met een afzondelijke, aan
merkelijk beperktere regeling, nl. ten
gunste van wat zij dan omschrijven als
de „kleine zelfstandigen".
In beginsel acht ik zulk een gang van
zaken zeker niet zonder bedenking. Het is
immers een inbreuk op de gewone regel,
dat een Kabinet hoort te staan voor of
te vallen met een bij de volksvertegen
woordiging aanhangig gemaakt wetsont
werp van zoveel betekenis. Intussen
in dit opzicht gaat dan herleven de theorie,
dat we geen parlementair, doch een extra
parlementair kabinet hebben en op die
grond kan iets dergelijks misschien nog
wel door de beugel, al leert het meteen
weer, hoe bezwaarlijk het hele gescherm
met extra-parlementaire kabinetten is.
Dr. E. van Raalte
de Rijk. Nederlands verhouding tot de toen
malige vijand Groot-Brittannië rechtvaar
digde dergelijke preventieve maatregelen.
De geheime dienst had de zaak naar
Eichmann c.s. verwezen en zij hadden
daarop maatregelen moeten nemen.
Eichmann verklaarde dat aan een zeke
re professor Meyers een vergunning voor
emigratie uit Nederland werd geweigerd
ofschoon deze had aangeboden 150.000
Zwitserse frank te betalen inplaats van de
gebruikelijke 100.000 omdat hij een in
tellectueel was. Op de vragen van rech-
tef Halevi ontweek Eichmann een recht
streeks antwoord. Hij zei alleen te veron
derstellen dat de autoriteiten bang waren
dat de „geestelijke bekwaamheden" van
deze professor in het buitenland gebruikt
zouden kunnen worden voor actie tegen
Duitsland.
„Natuurlijk kon ik in dit geval niet
op eigen gelegenheid een besluit nemen.
Ik moest het aan mijn superieuren voor
leggen, die de aanvrage afwezen," aldus
voegde Eichmann er aan toe.
De beschuldigde noemde voorts een do
cument uit november 1941, waarin hij als
een „grote fanaticus" ten aanzien van de
raszuiverheid van het bloed werd beschre
ven, onwaar. Dit document werd door
zijn verdediger aangehaald in verband met
de anti-Joodse campage in Nederland. Vol
gens Eichmann was er iets vreemds aan
dit document en bevatte het vele onnauw
keurigheden.
De zitting werd tot maandagochtend
verdaagd.
Het echtpaar Jongsma uit Ede is vrij
dagmiddag om het leven gekomen toen de
motor, waarop het echtpaar reed, in bot
sing kwam met een militaire vrachtauto.
Het ongeluk gebeurde op de rijksweg tus
sen Utrecht en Arnhem bij Ede. De mili
taire vrachtauto, bestuurd door een wacht
meester van de marechaussee uit het de
pot Apeldoorn, sloeg linksaf de Otterlose-
weg in. De heer Jongsma zag zich daar
door plotseling de weg versperd, waarna
een botsing volgde, die hem en zijn echt
genote het leven kostte
Vrijdagmiddag werd op de provinciale
weg Veendam-Borgercompagnie bij Veen-
dam de 58-jarige mevrouw A. M. G. Vene-
ma-Koopman uit Groningen door een per
sonenauto aangereden, toen zij met haar
bromfiets deze weg wilde oversteken. Zij
was vrijwel op slag dood.
In Hengelo is het 3-jarig jongetje G. F.
M. Maathuis bij een verkeersongeluk om
het leven gekomen. Het knaapje speelde
bij zijn ouderlijke woning en liep plotse
ling de rijweg op, vlak voor een bestel
auto. De chauffeur kon een aanrijding niet
meer voorkomen.
Een dergelijk ongeluk gebeurde in Ernst
bij Epe, waar het 5-jarige zoontje van de
familie G. van Zuuk door een personen
auto werd overreden, toen het met zijn
fietsje de weg wilde oversteken. Het jon
getje was vrijwel direct dood.
In Amsterdam is de 49-jarige cartonna-
gewerker S. C. Wolffraum, die op zijn
bromfiets op de Weteringschans rechtsaf
wilde slaan daarbij door een eveneens
rechtsafslaande vrachtauto aangereden. Hij
werd ernstig gewond en is in een zieken
huis overleden.
Bij een ongeluk in Oldebroek is de 50-
jarige heer W. A. uit Utrecht om het leven
gekomen. De heer A., die per fiets de Zui
derzeestraatweg wilde oversteken, kwam in
botsing met een melkauto. De heer A., die
met vakantie in Heerde verbleef, was op
slag dood.
In Enschede had een aanrijding plaats
tussen een personenauto uit Enschede en
de 55-jarige motorrijder O. Gorter uit Gla-
nerbrug. De automobilist verleende bij het
afslaan naar links geen voorrang aan de
hem tegemoetkomende G., die na de bot
sing zwaar gewond naar een ziekenhuis
vervoerd werd, waar hij is overleden.