GEHEUGEN VERLOOR WOBBO EN DE HOED o VOGELS ZINGEN TOPHITS OP DE GRAMMOFOONPLAAT Ook in de V.S. en Engeland nog geen vrije zaterdag voor allen PANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK De „vijfdaagse" in den vreemde (I) Polle Ons vervolgverhaal P Winkeliers beslissen zelf over openen of sluiten 15 - - j - NAAR HET DUITS DOOR LILIAN AYE DONDERDAG 13 JULI 1961 "4 UNIEKE REEKS PLAATJES VOOR NATUURVRIENDEN 20. Wat heeft u eigenlijk in die zakken, meneer Van Varken?, vraagt Polle nieuwsgierig. Je kunt nooit weten: heer Van Varken kijkt zo vrolijk! Beste vriend, zegt het varken, ik meende, dat jullie zouden gaan vertrekken en nu dacht ik over een afscheidspartijtjemoeite hebben we daar niet van, kijk maar: mijn ezeltje weet van afladen! Alleen mag die Pingo daar weieens uitkijken! --v - iv, ,v_\ :v>c V> 19) Fijngevoelig als hij soms was iets wat men hem uiterlijk stellig niet zou aanzien besefte hij, dat zijn werk gever door het een of ander van, zijn stuk gebracht moest zijn. En dat 't niet alléén dat verkeersongeval was, daarvan was hij overtuigd. Ze hadden onderweg immers al zo vaak derge lijke ongevallen gezien „Die vent daar in de verte schijnt met zijn gedachten óók ergens- anders te zijn", bromde Herbert ontstemd. De nadruk op „óók" duidde rhaéf 'al' te zeer op zijn eigen gemoedsgesteld heid. „Hij rijdt met al zijn grote lichten aanwel allemensen, hij kan toch dimmenIk zal 'm leren Met een driftige beweging zette Her- bert zijn eigen felle schijnwerper in werking. „Die vent moet stapelgek zijn", dacht Sven Toren op zijn.beurt, toen aan de andere kant van de autobaan het felle schijnwerperlicht opdoemde. Hij kneep zijn ogen halfdicht. „Ik zal 'm krijgenmompelde hij. Hij tastte naar de knop van zijn eigen schijnwerper, maar dan opeens be sefte hij, dat de fout bij hem zelf lag. Haastig dimde hij „Lieve hemel, ik ben zelf de idioot, die met grote lichten rijdt", mompel de Sven Toren, terwijl hij langs zijn voorhoofd streek. Even keek hij in de achteruitkijk-spiegel. Van de andere wagen was geen spoor meer te zien. Hij was door de duisternis opgeslokt, ,,'t Spijt me op recht, meneer" mompelde Sven To ren, „maar ik ben nu eenmaal' niet meer geheel toerekeningsvatbaar. sinds ik dat telegram heb gekre genDat nuchtere papiertje met slechts twee woorden erop: Karin ge vonden! Karin gevondenKarin gevon den, zoemde de motor van zijn rode sportwagen. Sven Toren keek even op zijn horlo ge. Het was twintig minuten over acht. Een goede drie uur geleden had hij het telegram ontvangen. „Er is een telegram voor u, me neer", had de goede oude Zenzi ge zegd, Zenzi, die voor het huis aan de Starnberger See zorgde en die hij met zijn opsporingspogingen inzake Karin bijna gek had gemaakt. v Sven verminderde zijn vaart In de verte doken rode lichten op. Nader- bijgekomen zag hij, hoe de politie be zig was met het opruimen van de wrakstukken van een verongelukte auto, waarvan het grootste deel al op zij van de weg lag. In hét "voorbij rijden kon hij vaag de omtrekken on derscheiden. Een opeenhoping van verkreukeld staalEven later schakelde hij weer op de vierde ver snelling. Zijn snelle wagen stoof ver der. Hij draaide aan de radio. Een populaire melodie weerklonk, „Three coins in the Fountain", een liedje, waarop Karin en hij gedanst hadden. En opeens kwam het allemaal in zijn herinnering terug: zijn eerste ont moeting met Karin. Haar aanblik had hem de adem benomen. Zij was als een raspaard, met lange, soepele le dematen, en ze had grote grijze ogen, die oneindig hulpeloos konden kijken. Hij moest opeens lachen, toen hij dacht aan 't incident, waarbij Karin in het oude baotje van de bootsman Franzi begon te zinken en waar bij zij hem woedend had toegeroepen: „Sta me toch niet zo aan te staren, maar help me liever! Hij was het meer ingedoken en had haar gered., en hoé Sindsdien draaide alles in zijn le ven om KarinEr kwam een zachte glans in zijn ogen en hij neu riede de melodie, welke de radio uit zond, mee. Twee uur later sloeg hij de afrit van de autobaan naar Frankfort in. Hij reed de hem zo bekende straten van de stad door en hield stil voor een huis in de Richard Straussallee, no. 7. Haastig sprong hij uit de wa gen. Hij bekommerde zich niet om zijn bagage, maar liep zo snel moge lijk naar de voordeur. Er was name lijk een fantastisch idee bij hem op gekomen: stel, dat Karin zélf dat tele gram had verzondenDit idee maakte hem opgewonden, hoewel hij het tegelijkertijd als té fantastisch verwierp. In zijn geagiteerdheid vergat hij, dat hij over een huissleutel beschikte en drukte op de bel. Er klonk een zoemend geluid en even later drukte Sven de huisdeur open. Stel je voor, dat Karin hier op hem zat te wach ten1 Zijn hart bonsde. Ik lijk wel een schooljongen bij zijn eerste afspraakje, hield hij zichzelf spottend voor. Een dienstmeisje kwam hem te gemoet. „Meneer Toren!" Het meis- - - je keek Sven aan alsof ze een spook verschijning zag. „U hier?" De verbazing van het dienstmeisje bracht Sven tot de werkelijkheid te rug. Het was overduidelijk, dat hij niet verwacht werd en dat er hier niemand op hem zat te wachten.... Weg was zijn illusie. Pe nuchtere werkelijkheid grijnsde hem aan. „Kun je mij misschien uitleggen, Carla, wat dat telegram dan te be tekenen had?" vroeg hij op scherpe toon. Hoewel het meisje het woordje „dan" niet begreep, was ze toch bij dehand genoeg om onmiddellijk te doorzien, dat er misschien een var band bestond tussen Sven Toren's plotselinge verschijnen hier en - het mysterieuze telefoontje, dat ze die middag beantwoord had „Zeg dan toch iets!" drong Sven met grote heftigheid aan. „Was 't een grapje of een misver stand of wét „Nee", stotterde Carla. „Wat dan? riep Sven, zich steeds meer opwindend, uit. Hij was intus sen zijn zitkamer binnengegaan en stak nerveus een sigaret op. „Er heeft een dame opgebeld", zei het meisje aarzelend. „Een dame?" Dus toch Karin, hamerde 't in Sven's hoofd. „Maar spreek dan toch verder, Carla!" drong hij aan. „Hoe heette die dame, wié was 't?" „Dat heeft ze mij niet gezegd". „Vanwaar belde zij op?" Carla schudde haar hoofd. „Dat heeft ze mij ook niet verteld". „Wat heeft ze dan gezegd? Ze moet toch iets gezegd hebben!" „Dat heeft ze ook", zei Carla. nog steeds aarzelend, „maar u laat me niet uitspreken Sven trachtte zich te beheersen. Zo kalm mogelijk zei hij: „Je hebt ge lijk. Vertel me nu dus wat die dame je gezegd heeft." „Ze was, geloof ik, erg teleurge steld, toen ik haar zei, dat u er niet was. „Was zij 't, die je dat telegram op gaf?" Carla knikte ztvijgend. „Ze zei, dat ze vanavond wéér zou opbellen. Ze scheen ervan overtuigd te zijn, dat u dan Op dat moment rinkelde de tele foon. Hard en indringend. Sven bleef Staan als was hij aan de grond ge- nageld. Hij voelde .hoe. ?ijn hart bons de. Heel langzaam Mep'Hij op' het toe stel toe. Hij nam de hoorn op. „To ren", zei hij. „Goedenavond, meneer Toren", zei Helène Maertens. „Met wie spreek ik?" vroeg Sven, terwijl zijn hand zich om de hoorn klemde. „Met een vriendin van Karin Haus- ler". En voordat Sven een woord had kunnen uitbrengen, klonk de stem aan de andere kant: „Kunt u in het „Frankfurter Hof" komen?" Sven wilde nog iets vragen, wilde meer weten, maar met een vreemde hese stem wist hij alleen maar uit te brengen: „Ik ben er binnen een kwar tier." Hij legde de hoorn neer en tussen zijn ogen kwam een strenge, zorge lijke rimpel. Wat betekende dit allemaal? Waar om stuurt een vriendin van Karin mij een telegram? Waarom belt zij mij op en wil mij spreken? Wat beteken de in dit verband de inhoud van het telegram: Karin gevonden Met een bruusk gebaar draaide hij zich om en zei op norse toon tegen het meisje: „Carla, leg een pak voor me klaar, met alles wat er bij hoort, hemd enz Het meisje verdween en als een robot haalde ze uit de kleerkast van naar werkgever een donkerblauw pak te voorschijn. Ze voelde zich nog als verstijfd van schrik en emotie. Ze kende de plotselinge buien van Sven' Toren heel goed, maar zo als nu was hij nog nooit opgetreden. Nog nooit had hij zich zo opgewonden, wanneer er een vrouw in het spel was Eerst had hij de chauffeur Frits gek gemaakt, door hem alle ziekenhuizen van de stad langs te laten rijden, en nu behandelde hij haar zoCar la voelde zich diep verontwaardigd, maar tegelijkertijd kwam er nieuws gierigheid in haar boven, en terwijl ze naar een geschikt paar schoenen bij het blauwe pak zocht, peinsde ze romantisch: stel je voor, al die op winding vanwege een vrouw (Wordt vervolgd) 110-111. Met de zak geld kwam Wobbo de kamer in. En terwijl de rentmeester en grootvader net grote ogen van verbazing toekeken, liet Wobbo de geldstukken op de tafel rollen. Alstublieft! lachte hij. Zeg maar hoe veel we betalen moeten! De rentmeester keek naar de stapel geld. Daar kunnen jullie het hele boerde rijtje wel voor kópen! zei hij. Dat was een idee... En vóór de rentmees ter zich zou kunnen bedenken, sloeg Wobbo toe. Goed! zei hij. Neem het geld, ik koop de boerderij! Even later verliet de rentmeester, nog een beetje onthutst, het huis, dat nu van eigenaar verwisseld was ZIJN ONZE GEVEDERDE primadonna's bezig, in letterlijke en figuurlijke zin Maria Callas en Renata Tebaldi te overvleugelen? Wie, zoals wij, de bijna plechtige zang van de merel, de klaterende coloraturen van de veldleeuwerik, de langgerekte rollers van de nachtegaal, de virtuoze nabootsingen door de spotvogel, het roffelen van de zwarte specht, de heldere schalmei van de wielewaal en de zang van nog tientallen andere vogels op grammofoonplaten horen, kan de stormen van geest drift begrijpen, die deze nieuwe, unieke vogelopnamen bij de natuurvrienden heb ben teweeggebracht. Want dit alles is tot stand gekomen „zonder trucs of dubbele bodem", in de vrije natuur en in de vertrouwde omgeving van de gevleugelde zangers zelf. Eindeloos geduld is er voor nodig geweest, dat wèl! En een goede dosis geluk. Zonder dit laatste zouden vele vogels hebben ontbroken die zelfs geoefende vogelkenners niet elke week ontmoeten. De bonte vliegenvanger bijvoorbeeld. HANS A. TRABER, vogelkenner bij uit stek en een vogelfotograaf uit duizenden (getuige ook de sublieme vogelfoto's die de hoesjes van zijn platen met vogel geluiden sieren, is e% keer op keer, seizoen na seizoen, met een bandrecorder op uit getrokken- Uit de door hem verzamelde omvangrijke hoeveelheid opnamen heeft hij de beste en boeiendste gekozen, zinvol gerangschikt en van gedrukte commen taren en uitmuntende tekeningen der ge vederde zangers voorzien. Zo kan de na tuurvriend al die tientallen vogels nu op elk gewenst ogenblik in zijn huiskamer horen en hun zang vergelijken met wat hij zelf hoort in bos en veld. Geen storend gesproken commentaar ontsiert deze in de letterlijke zin van het woord „natuurlijke" opnamen. Wel ziln od de welverzorgde hoesjes alle gewenste verklaringen en toelichtingen bijeen gebracht. DE UITGAVE van deze kostelijke vogel reeks is mogelijk geworden door de samen werking van de Royal Society for the Pro tection of Birds in Engeland, de Neder landse Vereniging tot Bescherming van Vogels en de Europese Fono-Club. Op een onlangs voorzichtig gelanceerde, maar al dadelijk grott weerklank vindende eerste reeks van drie plaatjes, is thans een tweede reeks van drie 3;i-toerenplaatjes gevolgd. Ieder Plaatje omvat acht tot tien unieke klank,ichilderijtjes De commentaren op de hoesjes zijn in he: Engels en in het Neder lands afgedrukt. De veelzeggende ver zameltitel luidt .Listen to the birds „Hoor de vogels". VELE VOGELVRIENDEN zullen de hele reeks van zes plaatjes (die minder kosten Dit zijn enkele afbeeldingen van de zangvogels, die thans hun dis.odebuut gemaakt hebben. Hierboven (van bo ven naar beneden): vuurgoudhaantje, goudhaantje, zwarte mees. glanskop- mees en koolmees. Op de andere te kening (van boven naar beneden): tuinfluiter, zwartkop, winterkoninkje, fluiter en tjiftjaf. dan de gangbare EP's met klassieke- of amusementsmuziek) willen bezitten. Maar voor wie het orh een paar vogels in het bijzonder te doen is. zijn de plaatjes ook afzonderlijk beschikbaar. Daarom vermel den wii even. welke vogels op elk plaatje te horen zijn: Op plaat no 1: merel, zanglijster, grote lijster, wielewaal, roodborstje, koekoek, boomKlever. houtduif en Vlaamse gaai. Op plaat 2: tuinfluiter. zwartkop, win terkoning, fluiter, tjiftjaf, vuurgoudhaantje goudhaantje, zwarte mees, gl^nskopmees en koolmees. Op plaat 3: nachtegaal, fitis. grasmus, spotvogel, grote karekiet. kleine karekiet, bosrietzanger en sonnkhaanrietzanger Op Dlaat 4: bosuil steenuil, dwergooruil, ransuil, kerkuil, draaihals. groene specht, griiskoospecht. grote, bonte specht en zwar te specht. Op plaat 5: veldleeuwerik, boomleeuwe rik. boompieper, hop. gekraagde en zwarte roodstaart, boerenzwaluw en oeverzwaluw. Op plaat 6: spreeuw, bonte vliegenvan ger. Europese kanarie, grauwe klauwier, paapje, rietgors, nachtzwaluw en to,rtelduif. Al deze platen zijn verkrijgbaar bij de boekhandel (dus niet in de grammofoon- platenhandel). Ze zijn een dankbaar hulp middel bij het onderwijs, op de lagere zowel als op de middelbare scholen Maar ze vormen ook de ultramoderne, „klinken de" aanvulling op heel de (tot dusverre in alle vogeltalen zwijgende) ornithologische literatuur, determ.neerboeken. en wat dies meer zii. En voor de individuele natuur- liefhepber en vogelkenner zijn ze een ein deloze bron van verrukking. ZOWEL DE wetenschappelijke waarde van deze vogelnlaten als de persoonlijke belevenis wordt ten zeerste versterkt door heit feit dat deze „ingeblikte" vogel geluiden niets syntnetisch hebben. Wij horen elke vogel in zijn eigen sfeer en in een zeer bepaalde, in de gedrukte toelich ting verduidelijkte situatie. En heel vaak vallen zeldzame en boeiende details te be luisteren. Zo bijvoorbeeld bij de koolmees, tijdens wiens lied wij zelfs de hongerige iongen in het nest horen roepen Zo gaaf zijn de opnamen, dat hier en daar zelfs zoemende biien en gonzende vliegen hoor baar zijn! Dit alles verklaart de grote geestdrift van de kenners voor de serie „Hoor de vogels" Dank zij de moderne techniek en de geduldige arbeid van Hans Traber zongen onze vogels tophits op de plaat waartegen alle Europese Songfesti- fals der mensen het moeten afleggen! De discussies in ons land over de vijfdaagse werkweek worden Van dag tot dag gecompliceerder, de problemen, die er uit voortvloeien, steeds moei lijker oplosbaai Daarom zullen wij op deze plaats in enkele beschouwingen een beeld geven van de vijfdaagse werkweek zoals die zich ii< het buitenland mani festeert, met name in de Verenigde Staten, Australië, Engeland, Italië, Frankrijk Oostenrijk, België, Noor wegen, Zweden Denemarken en Duits land. De feiten werden verzameld door onze correspondenten. Het eerste artikel gaat hiernevens. AMERIKA EN ENGELAND mogen dan de bakermat heten van de vijfdaagse werkweek, algemeen is het „lange weekeinde" daar toch ook nog niet. Daarbij detxken wij natuurlijk niet aan continu-fabrieken, openbare nutsbedrijven, dienstenverlenende ondernemingen, en dergelijke sec toren van het economisch leven, maar aan de winkelstand. Zowel in de Verenigde Staten als in Engeland zijn des zaterdags de meeste winkels namelijk open, hoewel de warenhuizen en vele grote magazijnen in het centrum van Londen al jarenlang om één uur des middags sluiten. Zeer opvallend is het in dit verband, dat in ons land juist de grootwinkelbedrijven zich net alle macht verzetten tegen de vrije zaterdagmiddag, terwijl daarentegen vele representanten van de nering doende middenstand die zaterdagmiddagsluiting (al of niet gekoppeld aan een koopavondonontkoombaar noemen. DIT UITEENLOPEN der meningen bin nen en buiten onze grenzen vindt, voor wat ons land betreft, misschien wel zijn oorzaak in de huidige (zeer) .overspannen arbeidsmarkt, waardoor men de grootste moeite moet doen om opengevallen ar beidsplaatsen te bezetten, zodat men het personeel vele faciliteiten moet bieden. Zonder meer zijn de toestanden hier dan ook niet met die in den vreerpdc te ver gelijken, hoewel er natuurlijk legio raak vlakken overblijven. IN LONDEN experimenteren momen teel reeds een groot kruideniersbedrijf met vele filialen en een warenhuisconcern, dat vestigingen in de Londense voorsteden heeft, met de vijfdaagse werkweek. Het kruideniersbedrijf doet dit door sluiting op maandag, een erkend slechte koop dag. Algehele sluiting van de winkels op de zesde dag van de week wil men in Engeland echter trachten te voorkomen, omdat er dan een wérkelijke „dubbele zondag" zou ontstaan met een niet meer verwerkbare drukte op de wegen en on ontwarbare verkeersopstoppingen. Univer seel is in Engeland de vijfdaagse werk week dan ook bepaald niet. Ongeveer de helft van de werkende bevolking valt er CO». MAlUN TOONOU IllllUlIm 57. Groot was de schrik van Pat en Panda, toen het schip, waarin het beeldje Pompo zich bevond, aan een sleepboot werd vastgemaakt en weggesleept. Maar nie mand lette op hun opgewonden kreten, allen keken met spanning naar het schip, dat naar het midden van de baai werd versleept, om daar verankerd te worden. Het was duidelijk, dat er iets belangrijks ging gebeuren. Op de kruiser begaf een matroos zich naar de admiraal, salueerde stram en meldde: „Het doelschip ligt op zijn plaats, admiraal". „Mooi", zei de admiraal, „dan zullen we het eens onder vuur nemen. Klaar maken om uit te varen! Zijn alle mannen op hun post?" „De hoofd-ka- nonnier ontbreekt nog, admiraal", zei de matroos. „We kunnen niet op hem wachten", bromde de admiraal, „vóór twaalf uur moet het doel tot zinken zijn gebracht, anders slaat de marine een figuur. Dus trossen los!" Maar juist toen de matrozen de loopplank wilden in halen, kwam de hoofdkanonnier op een holletje aan rennen. „Vergeef me, dat ik mij een weinig heb ver laat", hijgde hij, „doch hier ben ik dan om mij vreugde vol van mijn taak te kwijten en er zorg voor te dragen, dat het doelwit voor twaalven iwde golven verdwijnt! Joho! Het anker los en op naar de vrije zee, ad mare libertas, zoals wij mariniers zeggen!" onder arbeidsovereenkomsten, die een vijf daagse werkweek voorschrijven. Een eer biedwaardige traditie heeft de vijfdaagse werkweek aan gene zijde van de Noord zee overigens nog niet. Het is immers nog slechts enkele tientallen jaren geleden, te weten op 1 januari 1922, dat de verkorte werkweek voor het eerst werd ingevoerd, en wel bij een aantal Londense drukkerij- 44 en die werkten volgens het electrotype- en stereotype-principe. Geleidelijk aan werd vervolgens de vijfdaagse werkweek ingevoerd op de meeste kantoren voor namelijk als gevolg van het feit dat het personeel veelal ver van de kantoren woont, zodat het heen en weer trekken tussen woon- en werkplaats veel tijd vergt —terwijl ook de ambtenaren des zater dags hun bureaus onbezet konden laten. OOK IN DE Verenigde Staten is de vijf daagse werkweek niet een sinds onheuglij ke tijden bestaande instelling. Het week einde-van-twee-dagen, is er eigenlijk pas sedert 1934 vrijwel algemeen. Alleen in bedrijven waar abosluut moet worden door gewerkt, kent men 'geen vrije zaterdag, terwijl ook verreweg de meeste winkels openblijven. De zelfstandige winkelier kan zijn zaak namelijk des zaterdags naar be lieven" openhouden of sluiten. De praktijk wijst echter uit dat men de zaken op de zesde dag van de week het liefst maar openhoudt, omdat de zaterdag juist de dag is waarop de meeste mensen tijd hebben om inkopen te doen. Het personeel van betrokken zaken heeft dan in de meeste gevallen compensatie door een vrije door deweekse dag. IN NEW YORK zijn gedurende de zo mermaanden echter vrij veel grote win kels des zaterdags dicht. Het zijn in hoofd zaak bedrijven, gelegen in het centrum van Manhattan. Des winters daarentegen wordt de stad op zaterdag overstroomd door kopers. Dan worden allerwegen goede zaken gedaan. Daar bepalen dus fret eigen inzicht en initiatief van de individuele winkelier of men des zaterdags de zaak open of gesloten houdt. Een principe, dat men in ons land eigenlijk niet durft te aanvaarden. Waarom eigenlijk niet? Is men nu werkelijk zo bang voor „de con currentie"? 20"TQ CapyT'9M P 1 8 Bei 6 Cooeohog*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15