DE VROUW DIE HAAR PRIEGELTJES GROTE REIS Hardwerkende Italianen wensen helemaal geen vrije zaterdag PANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK Polle De vijfdaagse in den vreemde III) 11 Ons vervolgverhaal NAAR HET DUITS DOOR LILIAN AYE Sprookjesach tige kleuren en 1 a TA1 fantastische Liever maken zij overuren éi DONDERDAG 20 JULI 1961 Maak 'n einde aan dat laaiend zuurbranden „Vertegen' bruid ,GUTSA" krasvrije vloerlak Rokken langer Wit wint 41. Al de vriendjes denken ernstig en diep na over een manier, om de „Mary" weer voor de wal te krijgen! Wat is dat moeilijk! Maar opeens krijgt Pingo een reuze inval! Wacht eens eventjes, jullie allemaal!, roept hij, weglopend, als ik wat bedenk dan bedenk ik wat goeds! Buiten adem komt hij terughollen met een houten wastobbe. k 24) Voor Karin betekende dit incident niet veel. In Herbert werden er ech ter allerlei gevoelens door wakker gemaakt: argwaan, jaloezie en wan trouwen. Hij was er zich van bewust, dat de Beierse bootsman zich niet had vergist. Toen hij zei: „en zeker verheugt meneer zich ook," was hij in zijn woorden blijven steken. Hij had niet op hem Herbert ge doeld. Maar op wie doelde hij wel? Overweldigend dook de schaduw van „de ander" weer op. Welke „ander" vroeg Herbert zich vol zelfkwelling af. Zijn er bewijzen? Nee! Welnu. Maar waarom was Karin dan naar Frankfort gegaan Dit incident met de Beierse boots man was de oorzaak van een niet meer tegen te houden crisis. Herbert voelde zich opeens leeg en lusteloos. Er was niéts meer, dat hem ertoe aanzette te vergeten. Hij kon zich niet meer verzetten tegen zijn gevoe lens van wantrouwen en jaloezie. Het kleinste, onbelangrijkste voorval zou thans de druppel kunnen zijn, die de emmer deed overlopen Karin stak haar arm door de zijne en wandelde opgewekt met hem voort. „Heerlijk is 't hier," zei ze. In haar stem was een klank van in nige tevredenheid. Herbert perste zijn lippen op el kaar. Hij dacht thans nog maar een ding: zo min mogelijk hier aan de Starnberger See rondhangen. „Wat zou je ervan zeggen," stelde hij kwasi-opgewekt voor, „om nu dadelijk te eten, daarna wat te rus ten, en vanavond naar München te rijden?" Karin stemde vol enthousiasme met het plannetje in. De Regina-bar in München was overvol. Tussen het stemgeroes, ge lach en het geluid van cocktailsha kers klonk de zachte muziek van een trio. Karin en Herbert dansten een slowfox temidden van vele andere paren. „Als je hier liever weg wilt, omdat 't je te vol is?" zei Herbert. Karin schudde haar hoofd. „Ik vind 't heerlijk met je te dansen," antwoordde ze. Ze hadden uitstekend gedineerd en champagne gedronken en het incident bij het botenhuis aan het meer leek Herbert nu niet zo belangrijk meer. De champagne hielp hem om de din gen rooskleuriger te zien. Hij voelde zich niet meer lusteloos en terneerge slagen. Ze liepen naar hun tafeltje te rug. Vele ogen volgden het knappe paar. Even later speelde de muziek: „Three coins in the fountain". Karin neuriede het wijsje dromerig mee en zei: „Daarop wil ik met je dansen." Herbert lachte en nam haar opnieuw in zijn armen. Ze dansten uitstekend samen en Karin genoot. Opeens was er een incident met een kleine dikke man, die kennelijk te veel had ge dronken. De man maakte lawaaierige opmerkingen en verschillende omstan ders lachten. Een van de barmannen trachtte de man, die hinderlijk werd, met een zacht lijntje uit de bar te leiden. „Laat me los," schreeuwde hij, toen een ober er bij kwam en hem bij de arm greep. En even later riep hij naar Karin wijzend uit: „Daar danst mijn droommeisje! En nog altijd op die zelfde melodie! Maar ze danst met een ander! Waar is die mooie.Hij kon zijn zin niet afmaken, want Her- bert, die door het dronkemansgebral buiten zichzelf van woede was ge raakt, had hem zo'n vuistslag toege bracht, dat hij achterover tegen een tafeltje viel. Glazen vielen op de grond in scherven. „Maak dat je wegkomt!" oeet Herbert, die vaalbleek was ge worden, de dronken man toe. „Maak dat je weg komt!" Een barman trok de nog tegenstrib belende man mee naar buiten. Ieder een staarde naar Herbert en Karin. Later wist Herbert niet meer hoe hij met Karin naar buiten gekomen was. De koele avondlucht deed wel dadig aan na de benauwde atmosfeer van de bar. Herbert voelde zich volkomen uitge blust. Hij was opeens weer helemaal leeg binnen. Hij besefte dat het nu al lemaal geen zin meer had. Op datzelfde moment ongeveer betrad Sven Toren zijn hotel Breitenbacher Hof in Düsseldorf. Hij had de twee dagen, die hij in Düsseldorf had door gebracht, gebruikt om kennissen op te zoeken en enkele zakelijke aangelegen heden af te doen. Hij had getracht hierin afleiding te vinden, om niet te denken aan Karin, die met haar man op reis was gegaan. Ondanks het late avonduur was het in de hal van het grote hotel nog roezig en druk. „Mijn sleutel graag," zei hij. tot de receptie-employé, „kamer 23." „Meneer Toren, nietwaar? Er ligt hier een notitie voor u. Het betreft een telefoontje uit Frankfort." De em ployé overhandigde hem mét de sleu tel een briefje. „Juist," zei Sven. Hij voelde zich te leurgesteld, want hij had diep in zijn hart gehoopt, dat Hélène Maertens op gebeld had, om hem iets naders over Karin mee te delen. Hoe teleurgesteld hij was, besefte hij pas, toen hij zich in zijn kamer op zijn bed liet neer vallen. Lusteloos bekeek hij het brief je. Carla heeft mij opgebeld?" mom pelde hij, „en vraagt of ik terugbel? Wat wil die nu weer?" Apatisch trok hij het telefoontoestel, dat naast het bed stond, naar zich toe en vroeg de verbinding met Frank fort aan. Terwijl hij wachtte, stak hij een sigaret op. Hij trachtte een krant te lezen, maar zijn aandacht was er niet bij. Juist toen hij zijn badkamer wilde binnengaan, rinkelde de telefoon „Uw gesprek met Frankfort, me neer Toren," klonk een stem van de hotelcentrale. „Met het huis van meneer Toren," hoorde hij even later Carla's stem. „Je hebt mij opgebeld. Carla?" vroeg hij verveeld, terwijl hij gaapte. „Wat is er aan de hand?" „Vrouw Schmaderer uit Feldafing heeft hierheen opgebeld," klonk het enigszins opgewonden aan de andere kant, „en ze vroeg of ik u wilde over brengen. dat mevrouw Hausler in Feldafing is. „Wat?" schreeuwde Sven door het apparaat, terwijl de hoorn in zijn hand trilde. Hij voelde opeens geen lusteloosheid meer en zijn hart bons de. „Ik moest u vertellen, dat mevrouw Hausler in Feldafing was," herhaalde Carla. Haar stem leek veraf en was niet erg duidelijk. Karin in Feldafing! Sven trachtte dit feit snel te verwer ken. „Sinds wanneer weet je dit?" „Ik kan u haast niet verstaan," klaagde Carla aan de andere kant. „Wanneer heeft vrouw Schmaderer opgebeld?" Gisteravond tegen 7 uur." Sven verstijfde. Gisteravond tegen 7 uur. „Hallo, meneer Toren?" „Ja," Svens stem klonk opeens dof. Gisteravond.tegen 7. Hij maakte zich de heftigste verwij ten. Stel je voor, terwijl hij gister avond met vage kennissen had zitten converseren, was Karin in Feldafing geweest! „Wat heeft vrouw Schmaderer ver der nog gezegd?" vroeg hij. „Niets. Ze meende dat dat voldoen de voor u zou zijn?" antwoordde Car la. Allemensen, ja, dat was voldoende! Hij trachtte zich te beheersen. „Car la, Je hoort nog wel van mij." „Goed, meneer," zei Carla. Sven legde de hoorn op de haak en liet zich achterover op het bed vallen..Maar even later sprong hij op en vroeg opnieuw de hotelcentrale aan. „Ik wil een ijlgesprek met Fel dafing," zei hij tot de telefoniste, „nummer 216." Nerveus begon hij hierna door de kamer heen en weer te lopen. Allerlei gedachten kwamen in hem op. Ne gatieve en positieve gedachten, dwaze en niet-ter-zake-doende en tedere. Maar een gedachte schoof zich steeds weer op de voorgrond: Karin hoort bij mij! Ze houdt van mij! Ze moet van mij houden, anders zou ze niet in die paar dagen, dat wij samen waren, tot het besluit gekomen zijn, dat ze van haar man weg wilde.Ik ben er zéker van, dat ze 't zich allemaal op een goede dag weer herinneren zalen dan zal ze bij mij komen! De telefoon rinkelde. Sven nam de hoorn op. „Het huis van Toren," klonk Zenzi's slaperige stem. „Zenzi, word wakker!" schreeuwde Sven in de hoorn, „Wanneer heb je mevrouw Hausler gesproken?" Even bleef het stil aan de andere kant. Dan zei Zenzi: „Ik heb helemaal niet met haar ge sproken. Ik heb haar slechts gezien. In een auto met een meneer.." „Wanneer was dat?" „Gisteren." „Hoe zag zij er uit?" „Zoals altijd, stralend-blij Sven bleef doodstil staan. Hij tastte naar een sigaret. (Wordt vervolgd) 3-4. Het was erg heet daar, in het oer woud. Professor Wiedemors en z'n metge zel waren daar echter aan gewend. Ze trokken rustig voort onder de tropische bomen en struiken en gaven hun ogen de kost. Het doel van hun reis? Nu, dat is gauw gezegd: professor Wiedemors had geruch ten vernomen, dat er ergens in het hart van 't oerwoud een heel bijzondere dwerg- stam leefde. En omdat hij een geleerde was, wou hij daar het fijne van weten; en zo was hij met zijn assistent op weg. Maandenlang waren ze al op zoek, maar 't was ze nog niet gelukt, een spoor van de geheimzinnige dwergstam te ontdek ken. Capucci's „Paradijsvogellijn" is de sensatie van Morence spiralen De najaars- en wintercollectie van de Romeinse couturier ROBERTO CA- PUCC1, die thans in het Pitti-Paleis in Florence getoond is, lijkt de moderne vrouw te willen transformeren in een paradijsvogel. Capucci gebruikt kleuren, die men gewoonlijk slechts ter illustratie van sprookjes of in zijn dromen te zien krijgt. Hij drapeert de stoffen om zijn mannequins in grote spiralen, versierd met kantjes, veren en andere zeepbel-lichte materialen. Een van zijn avond japonnen, in rozenrood, bestond uit zo'n spiraalsgewijze gedrapeerde stoffen- waterval, eindigend in een sleep. Een andere mannequin was gekleed in een goudkleurig gewaad met harembroek, die van de knie af wijder werd en in een sleep van anderhalve meter uitliepIn deze fantastische collectie werden ook onzichtbareschoudermantels getoond, die over satijnen cocktailjaponnen werden gedragen. De mantels waren uitgevoerd in ragdunne doorzichtige zijde. De capes waren versierd met imitatie-juwelen en glinsterende steentjes. Bij de namiddagontwerpen was een der opvallendste creaties een wit nauwslui tend japonnetje, waarop een. zijden jas werd gedragen, afgezet met kleine witte veertjes. Een groen fluwelen cocktailja pon had een bijpassende jas afgezet met goudkleurige zijde. Een uitgaanstoilet van een gloeiend olijfgroen werd gedragen met een rose- kleurige bloeze, die de indruk wekte ge heel uit anjers te zijn vervaardigd. Bij de kleding voor overdag was het op vallendste verschijnsel de verhoogde tail le. De japonnen waren meestal opzij geslo ten met een paar uitzonderlijk grote kno pen. Deze knopen, soms vervaardigd van schildpad, werden ook gebruikt aan op staande kragen van ensembles en man tels. Een purperen wollen japon was afgezet en onderbroken door banen van tabaks bruine wol. De hoeden van capucci toonden een va ge overeenkomst met de koepel van de St. Pieter en met de minaretten uit het Oosten. Advertentie voor vandaag, voor morgen, voor altijd. Rennies nemen, bij de eerste aanwijzing. Niet wachten tot die snerpende zuurbrand, losbreekt en opstijgt tot hoog in uw keel. 'n Prettig middel en smakelijk óók - die Rennies. Gewoon maar laten smelten op de tong. Op 61-jarige leeftijd is in Londen overleden Mary London Baker, een vrouw die in de twintiger jaren we reldbekendheid kreeg door haar vele onvoltooide romances. Zij wees 60 aan zoeken af. Vele daarvan werden ge daan door hertogen, baronnen en modeschilders. Zesmaal liet zij de miljonair Alistair McCormick staan voor het altaar, nadat zij hem reeds het jawoord had gegeven. Soms ver scheen zij eenvoudig niet in de kerk, een enkele keer nam zij plaats ih het vliegtuig naar Parijs, in plaats van in de trouwkoets. Het duurde 30 jaar voordat Mary Baker in staat was uit te leggen dat zij „zo nerveus" was geweest en steeds het idee had gehad, dat „wij niet vol ledig bij elkaar pasten". Zij stierf als oude vrijster. Ik denk dat ik niet getrouwd ben omdat ik niet de juiste man op de juiste plaats op het juiste tijdstip heb ontmoet, was haar mening. Advertentie Ongewone kleurencombinaties waren lichtlila met terracotta en hardblauw met bleek-oranje. Een van de vele fraaie ontwerpen was een pakje vervaardigd van zwart water dicht leder met een kort jasje. Van een ontwerp cocktail japon was de rok be- stikt met brede stroken leer en zwarte crepe de chine. Het geheel deed denken aan het vlechtwerk van een rieten mand. Bijna alle mannequins van Capucci droe gen schoeisel met dikkere en lagere hak ken, plusminus 4 cm. hoog. Aan het eind van de show brachten de honderden inkopers en modejournalisten ontwerper Capucci een ovatie, die het Pa lazzo Pitti deed trillen op zijn historische grondvesten. Twee andere collecties waren die van het concurrerend mode-echtpaar FABIANI SIMONETTA en ook zij zorgden voor een kleine sensatie. Fabiani zelf toonde model len waarvan de rok ongeveer 12,5 centi meter onder de knie eindigde. In de japon nen bleek de bustelij n volkomen verdoe zeld te zijn. Zijn concurrente en echtgenote Simon et- ta liet eveneens de rokzoom lager ein digen, doch slechts 5 tot 7,5 cm. onder de knie. Ook de bustelijn van haar model len was weinig „vooruitstrevend." De schouderlijn was bij beide collec ties normaal, het middel werd slechts vaag aangeduid. Een ander nieuwtje van Simonetta ware de hoeden, die de ogen vrijwel geheel verborgen. Een mannequin droeg een hoed met hoge bol waarvan de rand was ver sierd met kleine zwarte gitten, in trosjes opgehangen, die de blikken van de draag ster aan het oog onttrokken. De winterjaponnen van Fabiani hadden vaak een verhoogde taille. Hij maakte een groot aantal mouwloze modellen en even eens mouwloze overgooiers die op wollen pakjes werden gedragen. Een van zijn fraaiste ontwerpen was een mantel gemaakt van Perzisch lam, die, omgekeerd een luipaardmantel weid. Een andere fraaie, maar kostbare, creatie was een voetvrije avondjapon van breit- schwanz bont. Wit zal wel definitief de modekleur voor winterkleding worden tenminste bij de Ita liaanse ontwerpers. In alle collecties werd deze kleur het meest gebezigd. De favo riete kleur voor avondkleding is diep-pur- per. In elke show is tenminste een opval lend fraaie japon in deze kleur voorgeko men. Een herademing na al de bizarre overdaad, die de grootsten der Ita liaanse modehuizen deze week in Flo rence getoond hebben, was de show van de Romeinse couturier. Rapuano die meestal zeer draagbare ontwerpen brengt. Dat geld zeker voor dit een voudige, maar bijzonder smaakvolle namiddagcomplet van zwarte en kardinaalrode Chinese zijde (Van onze correspondenten) In Italië ligt het probleem van de vijfdaagse werkweek geheel anders dan in ons land of waar elders ook. Het pa troon van de werktijden vertoont namelijk nauwelijks enige elijkenis met dat in Noord-Europa of in Amerika, De Ita- [iaan dat mag in dit verband wel voorop gesteld worden is een onvermoeibaar, buitengewoon snel en handig werker, vooral in de middenmoot van Italië. Waar de onverdiende reputatie van luie dromers vandaan komt is dan ook een raadsel. In het noorden van het land gaat het met het werken wat langzamer, maar daarentegen weer meer systematisch. Niemand klaagt als er eens wat extra inspanning wordt verlangd en de arbeider is in het algemeen al zal hij dan wel communistisch stemmen tevreden als hij maar een enigszins redelijk bestaan heeft. De arbeid is voorts in Italië allemaal veel minder geregeld en gereglementeerd dan in ons land, al zijn de vakbonden er wel sterk. Aan een vijf daagse werkweek is men echter nog lang niet toe. En dan: men kent in Italië al heel veel vrije dagen: nationale feest dagen en heiligendagen. De Italiaanse fabrieksarbeiders zijn althans in het noorden van het land goed georganiseerd en werken, al naar de aard van het bedrijf, 45 of 48 uren per week. De vakbonden beginnen in de laat ste tijd echter te ijveren voor een 40-urige werkweek, maar denken daarbij toch meer aan een werkdag van zeven uur dan aan twee vrije dagen per week. Die veer- tigurige werkweek is hier en daar al wel reeds ingevoerd, maar meestal omdat de fabriek niet genoeg orders had, dus als noodmaatregel om geen personeel te hoe ven ontslaan. Er zijn ook fabrieken waar om dezelfde reden nóg korter wordt ge werkt. Daar de lonen per uur berekend worden, is de arbeider er natuurlijk aller minst happig op. Het is een offer dat hij brengt om te vermijden dat kameraden werkloos wordêh^Éfèf éfi daar kent men in enkele fabrieken wel reeds een vrije zaterdagmiddag, die een veertig jaar ge leden op zeer beperkte schaal werd inge voerd. Men sprak toen van een „Engelse zaterdag", een uitdrukking die later werd vervangen door „fascistische zaterdag". Kantoorpersoneel heeft in het noorden van het land steeds, in het midden en zuiden veelal op zaterdagmiddag vrijaf. Maaral is Italië dan een land met heel veel werkloosheid, het is ook een land, waar men graag overuren maakt, die doorgaans extra betaald worden. Het streven naar korter werken richt zich in Italië dus niet op een lang week einde, maar op minder arbeidsuren per dag. Ieder vogeltje zingt nu eenmaal zoals het gebekt is Van (gedeeltelijke) winkelsluiting op za terdag is in Italië helemaal geen sprake. Maar hierbij dient men goed in 't oog te houden dat de winkels geheel andere openingstijden kennen als bij ons gebrui kelijk en vastgelegd is. In Rome (voor andere steden gelden CO». MAfTEN TOONDE! &Ó-Ó7 63. Het oude doelschip was niet lang bestand tegen het bombardement en tenslotte deed een directe treffer het in roestige onderdelen uit elkaar barsten. „Bekor- rah! We hadden geen minuut later moeten weggaan!" hijgde Pat. „Dan hadden we al die bommens en gra- natens op onze hoofdens gehad!" „Maar het beeldje Pompo is voorgoed verloren," zei Panda verdrietig, „dus we hebben onze opdracht om het te bewaken ten slotte toch niet goed uitgevoerd!" „Wel waar!" riep Pat. „We moesten het bewaken tot klokslag twaalf, want dan liep de verzekering af!" Triomfantelijk wees hij op de klok en vervolgde: „Twee minutens over twaalf is dat schip met Pompo in de golvens verdwe nen. De verzekering hoeft dus niets uit te betalen". „Dan hebben we hier niets meer te zoeken," zei Panda. „La ten we er maar gauw vandoor gaan, voor ze op óns gaan schieten. Ik heb genoeg van dit land met zijn schietgrage marine!" Maar toen Panda naar de open zee koerste, rees daar plotseling een marinier uit de golven op. Hij stak zijn duim op als een lifter en sprak benauwd: „BIub blieb bloeb!" „Joris!" riep Panda uit. Hoe kom jij hier!" andere voorschriften) zijn de winkels in de wintermaanden open van 's morgens negen tot 's middags half een en dan weer van half vier tot half acht. Winkels waar levensmiddelen worden verkocht, zijn van half- negen tot een uur, en van vier tot acht uur geopend. Des zomers wordt het openings- en het sluitingsuur voor de na middagen een half uur verlaat. Dan gaan dus kledingsmagazijnen, boekwinkels en zo om acht uur, levensmiddelenbedrij ven om half negen dicht. Hoewel dit veel pro test uitlokt, is er een actie gaande om alle winkels nog een half uur later te doen sluiten. In Napels sluiten bakkers, slagers en andere levensmiddelenzaken niet vóór elf uur 's avonds. Het winkel personeel werkt dus, voor zover het bak kers, slagers, e.d. betreft, meer dan acht uur per dag. In de zomermaanden zijn bovendien die winkels, die aan bederf onderhevige goederen verkopen (slagers in de eerste plaats) ook op zondag open tot een uur. Bij bijzondere gelegenheden, b.v. aan de vooravond van feesten als Kerstmis, Nieuwjaar, Driekoningen, Pa sen, Maria hemelvaart en dergelijke zijn heel veel winkels (levensmiddelen en al les wat met de geschenkenhandel te ma ken heeft) twee tot drie uur langer open zonder dat het personeel daar iets meer voor ontvangt. Zij zijn dan ook op zondag open, waarvoor wél een extra beloning ge geven wordt. „Dertiende maand" Daarentegen kent men in Italië voor alle loontrekkenden de „dertiende maand" (een maand extra-loon) met Kerstmis. Het personeel van banken (gewoonlijk voor het publiek in de voormiddag open en nog gedurende een uur in de namid dag) werkt acht uur per dag, doch heeft de zaterdagmiddag vrij. Het heeft boven dien recht op een „veertiende maand" (een tweede maand extra) half augustus en op een volle maand vakantie. De ambtenaren van rijk en gemeente tenslotte (in Rome de helft van de wer kende bevolking) kennen een „ononder broken werkdag", die duurt van negen uur (soms half negen) 's morgens tot twee uur 's middags, ook des zaterdags. Dit afwijkende arbeidsritme is er wel in hoofdzaak debet aan, dat het streven naar arbeidstijdverkorting zich in Italië niet richt op een tweede vrije dag, doch op iedere dag iets korter werken. Het middagdutje, wat flaneren en een bijbaan tje zijn de Italianen trouwens meer dan heilig Copyright P. I. 8. Be» 6 Copenhagen' i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 11