DE VROUW DIE HAAR GEHEUGEN VERLOOR PRIEGELTJES GROTE REIS VROUWELIJKE AGENTEN MOETEN DE NOZEMS IN TOOM HOUDEN VoCgende week.. De vijfdaagsein den vreemde (IV) Scandinaviërs hechten meer waarde aan vrije tijd dan aan extra-geld PANDA EN DE PLASTIC PLASTIEK Folie Ons vervolgverhaal Politieprimeur in Chicago Lunchpauze onbekend Auto en bad 11 NAAR HET DUITS DOOR LILIAN AYE VRIJDAG 21 JULI 1961 -- /l 42. Kijk, zegt Pingo, hiermee kunnen we de „Mary" achterna. Jawel, jawel, zegt Zeerob, maar dat gaat niet vanzelf! Nou ik! Hij haalt uit Peilt s voorraad een lang touw, want nu heeft hij weer de beste inval. En hier h een tafelkleed, zegt Zeerob, dat kan een best zeiltje worden. Polle heeft hem al begrepen, en komt aandragen met een mast! 25) „Zenzi, ik bel je wel weer," zei hij ten slotte, en legde de hoorn neer. Als een bliksem was dat woord „stralend-blij" ingeslagen. Het wierp opeens een heel ander licht op alles. Sven had opeens het gevoel, dat hij aan de rand van een diepe afgrond stond.Alles scheen opeens op losse schroeven te staan. Weg was zijn ze kerheid. Als Karin, na alles wat ze had doorgemaakt, thans een rustig ge luk bij haar man had gevonden, mocht hij dan tussenbeide komen? Nee, want hij hield van Karin en wilde haar stellig niet uit haar evenwicht brengen en ongelukkig maken.Daar tegenover stond echter zijn liefde en verlangen. Dat woord „stralend-blij" scheen opeens alles voor hèm onmo gelijk te maken, als bestond er geen hoop meer. Sven draaide de badkraan open en baadde zich uitvoerig. Daarna kleed de hij zich weer aan en ging naar beneden. Bij de receptie vroeg hij: „Wilt u voor mij nakijken, wanneer er een trein of vliegtuig naar Frankfort gaat?" „Morgenochtend. „Vannacht nog." De employé liet even een verwon derde blik langs Sven glijden. Hij be gon de tabellen te raadplegen. „Het laatste toestel is al weg," zei hij, „maar., ja, een trein gaat er nog cm. „Sven!" Sven keek op. „Phil!" Phil Hausler pakte hem bij de schouders en barstte in een onstuimi ge woordenvloed los. „Allemensen, dat ik jou hier tegen het lijf moet lopen. ik dacht.." Sven had even moeite zich om te schakelen, maar dan overweldigde ook hem de vreugde over deze onverwach te ontmoeting. „Phil" stamelde hij, bijna ontroerd en sloeg zijn arm om de schouder van zijn oude kameraad, die hij in vele jaren niet meer gezien had. „Dat wij elkaar hier weerzien, ik kan er gewoon niet over uit," juichte Phil enthousiast, terwijl ze naar de bar van het hotel liepen. De receptie-employé zuchtte: „Dus geen trein naar Frankfort. „Cognac in waterglazen," bestelde Phil bij de barman. „M'n beste Sven, 't is als vanouds," gmg hij enthousiast verder, „je moét me vertellen, wat er intussen allemaal met jou gebeurd is. Je woonde des tijds in Frankfort.. Sven seheen, ondanks de pogingen, die hij daartoe aanwendde, niet in de juiste stemming te kunnen komen. Dit drong zelfs tot de enthousiast pra tende Phil door. „Wat is er met jou aan de hand?" vroeg hij opeens verwonderd. „Zit je ergens over in? Dan ben ik precies op het juiste moment gekomen om je er over heen te helpen. Gaat 't om een vrouw? Zet je er dan over heen. 't is toch nóóit de moeite waard!" Iets in Sven's gezicht deed hem ech ter ophouden, en even later mompel de hij: „Ik krijg de indruk, dat je 't werkelijk ernstig te pakken hebt." „Ja, zei Sven kortaf, „dat is ook zo." Met een bruusk gebaar zette hij zijn glas op tafel. „Neem je 't allemaal niet een beetje te tragisch?" vroeg Phil. Sven keek de ander aan. „De vrouw van wie ik oprecht houd, heeft door een ongeval een geheugen-stoornis ge kregen. Dat ongeval gebeurde juist op het moment, dat ze van haar man weg wilde gaan om naar mij toe te komen. Vind je dat niet een samen loop van omstandigheden om stapel gek van te worden?" Sven hield even op en vervolgde dan langzaam: „Je kunt je er geen voorstelling van ma ken, wat 't betekent te weten dat de vrouw, van wie je houdt, zich opeens niets meer van je bestaan herinnert!" „Woont zij in.. Düsseldorf?" Phil's hand klemde zich om zijn glas. „Ja," antwoordde Sven, „maar denk je eens in, ik weet niet eens haar juiste naam..!" „Ze heet Karin Littmann." Sven keek de ander verwonderd aan „Ze woont in de Cecilienallee, no. 55 ze is getrouwd met Herbert Litt mann, en haar meisjesnaam is Haus ler!" Phil dronk in één teug de rest van zijn glas leeg. „Wel allemachtig, Phil! Phil Haus ler!" „Je bent heel intelligent!" spotte de ander glimlachend. „Wilde je met haar trouwen? Sven keek op. Hij bespeurde opeens een andere klank in de stem van Phil Hausler. Dit was niet meer de stem van een vriend, met wie hij in de oorlog veel ellende had gedeeld, maar het was de stem van een vreemde. Sven was zich opeens bewust van een zeker gevaar. „Je antwoordt niet," zei Phil. Even later legde hij een hand op Sven's schouder en drong aan: „Kom mee, ouwe jongen, laten we vergeten, dat ik Hausler heet en toevallig een broer tje van Karin ben.anders zitten we verder de hele nacht met trieste ge zichten, terwijl ik juist ons weerzien zou willen vieren met een gezellig feestje!" Phil had op zijn wijze even snel ge reageerd, toen hij merkte, dat hij bij Sven wat Karin betreft niet verder zou komen. En hij was intelligent genoeg cm verder niet meer over haar te spreken. De volgende morgen werd Sven in zijn hotelkamer wakker door het drin gend gerinkel van de telefoon. „M'n beste, het is elf uur! Wat een langslaper!" klonk spottend de stem van Hélène Maertens. „Ik denk ech ter wel, dat u door mijn mededeling binnen de seconde helemaal klaar wakker zult zijn!" „Wat is er?" Sven zat meteen recht overeind. „Karin keert vanmiddag met haar man in Düsseldorf terug." „Hoe weet u dat?" „Ik heb mijn bronnen. Er schijnt iets gebeurd te zijn, waardoor ze eer der terugkomen dan het plan was. Wanneer kunnen wij elkaar ontmoe ten, om een en ander te bespreken?" „Ik ben over een kwartier beneden in de hal van het hotel." „Uitstekend!" Er was een zelfver zekerde klank in Hélène's stem. Liesbeth droeg Karin's koffer de trap op. Ze bracht de koffer niet de kamer binnen, maar zette hem naast de gesloten kamerdeur op het por taal. „Waarom mag ik niet naar Mam mie?" vroeg Monica met een onge lukkig stemmetje. Ze stond klein en verdrietig vóór de huishoudster. „Je moeder moet na die lange auto tocht rusten", antwoordde Liesbeth kortaf. „Maar waarom is Paps direct door gereden naar kantoor?" wilde Monica verder weten. „Daar zal hij wel zijn reden voor gehad hebben", zei Liesbeth, terwijl ze de trap weer afliep. Herbert Lift man was altijd al van zijn werk be zeten geweest, dacht ze, maar dit maal leek 't wel alsof hij zich er hals overkop in stortte, omdat hij onge lukkig was en vergeten wildeIk kén hem zo goed, peinsde Liesbeth. Wat wil hij vergetenDat kan toch alleen maar zijn Er werd gebeld. Liesbeth maakte de deur open. „Dag Liesbeth", groette Karin's moeder vriendelijk. Ze liep onmiddellijk door naar de garderobe, waar ze zich ont deed van hoed en mantel. Liesbeth keek ontstemd. „Waar is mijn dochter?" „Op haar kamer, mevrouw". Mevrouw Hausler liep de trap op en opende de deur van Karin's kamer. „Wat is er gebeurd?" vroeg ze zon der omwegen, terwijl ze op het bed toeliep, waarop Karin bleek en luste loos in een tijdschrift lag te kijken Haar moeder boog zich over haai heen en kuste haar liefdevol. Dan barstte ze los: „Ik belde vanmorgen op, om Liesbeth te vragen, hoe Moni ca het maakte, en stel je voor, daar kreeg ik te horen, dat jullie al weer terug bent. Zijn jullie nu helemaal stapel? Eerst verheugen jullie je op dat reisje en neemt zoveel bagage mee, dat jè er wel een wereldreis mee zou kunnen maken, en dan ben je na drie dagen weer thuis! Ik stond werkelijk perplex, toen ik 't hoorde." Even later ging ze op de rand van Karin's bed zitten en streelde haar dochters handen. „Ik weet niet, wat er gebeurd is, lieve kind," zei ze op zachte toon, „maar dat er iets gebeurd is, dat voel ik En als ik jou aankijk, dan weet ik ook, dat ik 't niet mis heb. Je be hoeft mij niets te vertellen, als je dat niet wilt. Ik wil je alleen maar erg graag helpen!" Karin verborg haar gezicht in de handen van haar moeder. Aan het schokken van haar schouders merkte de oudere vrouw, dat ze huilde. (Wordt vervolgd 5-6. Op een dag kwamen de reizigers bij een negerdorp, dat tussen het dichte groen verscholen lag achter een palissade van palen. Er stonden zwarte wachters bij de in gang, die er met hun scherpe speren ge vaarlijk uitzagen. Maar professor Wiede- mors kende de negertalen en kon goed met de inboorlingen omgaan. En zo stond hij met 'n vriendelijke lach al spoedig bij de hut van het opperhoofd, in druk gesprek. Nee, bang uitgevallen was hij niet, de professor, net zo min als zijn assistent. Ze wisten, hoe ze met de negers praten moesten. Zo ging het ook nu, met de dikke hoofd man N'goemagoema. Zesenzestig jonge vrouwen hebben in Chicago na een strenge opleiding een aanstelling gekregen als auto-agenten. Getweeën patrouilleren zij sinds enkele dagen in politieauto's door de stad, waar zij overdag en 's nachts dezelfde taken zullen verrichten als hun manlijke collega's van de autosurveillancedienst, en dezelfde gevaren onder ogen moeten zien. Daartoe zijn zij bewapend met dienstpistolen, die in elegante schouder tasjes gedragen worden. Een van deze 66 vrouwelijke agenten is Jean Dominy, een Knappe, 24-jarige bru nette. Zij zegt, dat h>t publiek nog wel aan haar aanwezigheid wennen moet: „Telkens als wij een andere auto passeren, zien we de mond van de bestuurder in opperste verbazing openvallen. Maar we hebben ge leerd, strak en streng terug te kijken." De vrouwelijke agenten worden vooral gebruikt om het oog te houden op jeugdige delinquenten. Maar zij zijn in alle opzich ten gelijkgesteld aan haar mannelijke col lega's, behalve dat zij alleen een pistool dragen en geen gummistok. Kapitein Mi chael Delaney, chef van de afdeling, waar deze nieuwe agenten te werk zijn gesteld, zegt: „De meisjes kunnen even goed met een pistool omgaan als de mannen en de meesten zijn bovendien nog goed in judo." Eén autopatrouille legt per dienstbeurt ongeveer'taéhtig kilometer af. Haar taak omvat het zoeken naar vermiste personen, het escorteren van vrouwelijke gevange nen en het toezicht in die buurten waar de „nozems" zich concentreren. Toen zij de eerste avond dienst had van vier uur 's middags tot middernacht bracht agente Dominy een tweejarig meisje dat verdwaald was, terug bij haar ouders, las twee veertienjarige jongens de les, die de nacht buitenshuis hadden doorgebracht, en probeerde een huisvrouw op te sporen, die haar gezin plotseling in de steek had ge laten. Kapitein Delaney 's zeer ingenomen met zijn vrouwelijke staf. Hij had ook vroe ger wel vrouwelijke agenten onder zijn be vel, maar die werden doorgaans alleen ge bruikt voor het fouilleren en escorteren van vrouwelijke gevangenen. Hij hoopt dat „de meisjes" beter <n staat zullen zijn om de jeugdige losbandigheid binnen de per ken te houden dan de mannelijke politie agenten. Hij geeft toe, dat de vrouwelijke agenten misschien wat „zachter" zullen zijn dan haar mannelijke collega's, maar dat is juist wat we hebben moeten, zegt hij. „Wij moedigen een milde aanpak en wat vriendelijkheid aan wanneer het jonge mensen betreft." Bovendien meent Delaney, dat de vrou welijke agenten gemakkelijker zullen kun nen rekenen op hulp van omstanders, om dat men nu eenmaal gauwer geneigd is om een man in noodsituaties aan zijn lot over te laten dan een vrouw. „Het beeld van een De befaamde Parijse ontwerper Jean Patou heeft zijn hoedencollectie voor de komende herfst en winter ge toond. Drie modellen zijn hier afge beeld. Links: een sportieve creatie van zwart-wit geruite wol en rode jersey. Midden: een kapje van zwart wit geruite stof. Rechts: een kap- vormige sjaal van rode jersey afgezet met civetbmt. vrouw in uniform suggereert hulpvaardig heid, sociale zorg en begrip," aldus De laney, „ongeveer zoals de figuur van een wijkverpleegster dat doet. Als zodanig kan een vrouwelijke agent wellicht van meer nut zijn dan een man in vele moeilijke situaties." Delaney heeft zijn vrouwelijke staf ge adviseerd, om assistentie te vragen, wan neer het op schieten aankomt. „Wij wil len liever niet, dat zij op haar eentje aan het vechten raken, maar zij hebben natuur lijk evenveel recht om van vuurwapens gebruik te maken als de mannen in het korps." is het zestig jaar geleden dat op de toen nog niet gedempte Lindengracht in Amsterdam een relletje ontstond om een verboden volksvermaak het wrede „palingtrekken" dat uitgroeide tot het beruchte palingop roer in de Jordaan. Pas na twee da gen van uitermate bloedige straatge vechten gelukte het de politie, teza men met enkele compagnieën infan terie, huzaren en vestingartillerie, het oproer te bedwingen, maar niet dan nadat 23 Jordaners bij de gevechten het leven verloren hadden en enkele honderden meer of minder ernstig gewond waren. (25 juli). viert de bekende Nederlandse hoor spelacteur en illustrator Wam Hes- kes bij het grote publiek vooral po pulair door zijn vertolkingen van schertsfiguren als „juffrouw de Bonk" (1080 x), „De gewone man" (1616 xen „Koes Koen" (ontelbare malen) zijn zeventigste verjaardag (29 juli) evenals, zijne majesteit Haile Selassie, Negus Negusti, Leeuw van Juda en keizer van Ethiopië, die op 23 juli de zeven kruisjes passeert en die op 30 juli d.a.v. zijn vijftigjarige echtvereni ging met keizerin Woizero Menen zal herdenken. beginnen in Bayreuth de traditionele Wagner Festspiele, die op 23 juli ge opend worden met een uitvoering van de opera Tannhauser. vindt in Tiel onder leiding van, en met deskundige toelichting door de bekende jurist-pierementkampioen, mr. Romke de Waard, voorzitter van de Kring van Draaiorgelvrienden een nationaal draaiorgelconcours plaats, gevolgd door een technische draai- wedstrijd voor de plaatselijke nota belen (29 juli). worden op de Amsterdamse Bosbaan de nationale kampioenschappen wa terskiën gehouden, georganiseerd door de Speedboat Racing Club (22 en 23 juli). (Van onze correspondenten) GAAT IN ONS LAND de invoering van de vijfdaagse werkweek met vrij wat rumoer, moeite en gereken gepaard, is in Engeland en Amerika het weekeinde van twee dagen vrijwel algemeen voor kantoren en fabrieken, en piekert de Italiaan er niet over om per dag langer te gaan werken en des zaterdags niet, in Noorwegen is het lange weekeinde noch een feit, noch een wens, in Zweden kent men slechts gedurende vier maanden de vrije zaterdag, terwijl in Dene marken momenteel de vijfdaagse werkweek bedrijfsgewijze wordt ingevoerd. De Italiaanse omstandigheden vertonen wel enige overeenstemming met de Noor se en Zweedse. Dwingt de zon in Italië ge durende de middaguren de mens tot een zekere inertie, zodat kantoren zeer vroeg sluiten en winkels enkele uren dicht zijn, in het noorden van Europa profiteert men zo veel mogelijk van de dag: vroeg aan 't werk geen onderbrekingen en ook vroeg weer naar huis. In Noorwegen heeft men dan ook geen vrije zaterdag; de kwestie is er niet actu eel. Niet alleen kent men er de zomertijd, maar bovendien werkt men 's zomers kor ter, zodat de kantoren al om 3 uur sluiten (2 uur Nederlandse tijd), net als in Italië. Het internationale telefoonverkeer in de handelssector is hierdoor natuurlijk 's mid- ags als het ware geblokkeerd. De fa- hïiekspoorten gaan gemeenlijk om 4 uur (3 uur Nederlandse tijd) dicht. De arbeidsdag begint daarentegen om 7 of 8 uur. En omdat er geen lunchpauze ge houden wordt, bereikt men toch een nor maal aantal werkuren per week. De winkels gaan op de zesde dag van de week al om twee uur 's middags dicht, ge heel in tegenstelling dus met wat in Enge land en Amerika op ruime schaal gebrui kelijk is en wel totaal verschillend met ons land, waar eigenlijk niemand eerder durft te sluiten! Zweden kent geen zomertijd, maar gedurende de maanden mei, juni, juli en augustus is er de vrije zaterdag. De overi ge acht maanden van het jaar wordt er normaal zes dagen per week gewerkt, be houdens op de kantoren van buitenlandse 64. „Hoe kom jij hier?" herhaalde Panda, Joris aan boord hijsend. „Geen tijd pfff voor uitleg," hijgde Joris. „Vlug, volle kracht vooruit. De hele ma rine zit pfff achter me aan!" Een schot, dat op de kruiser gelost werd, onderstreepte Joris' woorden. Het was een aansporing voor Panda, om met topsnel heid weg te varen. „Wat had de marine tegen je?" vroeg hij, toen ze het oorlogsschip veilig achter zich gelaten hadden. „Een eh meningsverschil tus sen Fidelio en mij," antwoordde Joris ontwijkend. „Net wat ik dacht!" riep Pat. „Fidelio was kwaad, omdat hij Pompo niet kreeg! Ik heb hem van het begin af ge wantrouwd!" „Erg gemeen van hem om dan op iemand te gaan schieten en nog wel met zulke grote kanonnen!" zei Panda verontwaardigd. „Maar toen hij honderd blauwtjes voor Pompo bood en daarna „Wat?!" viel Joris hem in de rede. „Honderd blauw tjes?! Weet je, dat een blauwtje een biljet van tien duizend florijnen is?Dus hij bood er een miljoen voor!! Waarom heb je me dat niet eerder verteld?" „Ik wist niet dat een blauwtje zoveel waard, was," ant woordde Panda, „en bovendien .heb je zélf steeds ge zegd, dat je het beeldje voor geen miljoen wilde mis sen!" Met een grom keerde Joris hem de rug toe. „Een miljoen zuchtte hij. „Terwijl ik me afbeul de voor een uitkering van de verzekering, had ik Pom po eenvoudig voor dat bedrag kunnen verkopen! Dat ik dit pas moet horen, nu Pompo voorgoed verloren is Helaas, in dit avontuur heb ik weinig geluk gehad!" EINDE ondernemingen, ook de Nederlandse. De scholen kennen geen vrije zater dag. Winkels zijn 's zomers in Stockholm des zaterdags tot twee uur 's middags geopend ,in kléinere steden tot drie uur. Gedurende de overige maanden sluiten zij om vier uur. Geen bijverdiensten Geen mens in Noorwegen en Zweden denkt er overigens aan, in zijn vrije tijd wat karweitjes voor anderen te verrichten. Vrije tijd is de Scandinaviërs veel meer waard dan geld! Kom daar bijvoorbeeld in Italië en ons land eens om! Problemen schept de vrije tijd vrijwel niet. Men weet hoe die te besteden valt. Honderdduizenden gezinnen bezitten ,een zomerhuisje en honderdduizend mensen beschikken over een motorboot. Denemarken laat een ander patroon zien. Hier wordt namelijk momenteel de vijf daagse werkweek bedrijfsgewijze inge voerd. Kent het ene bedrijf al het lange weekeinde, het andere zal binnenkort vol gen. De internationale concerns fungeren hierbij als koplopers. De winkels sluiten des zaterdags zo wel in de zomer als 's winters om twee uur 's middags of eerder. En ook in dit land voelt men er niets voor om in zijn vrije tijd voor anderen al lerlei werkjes op te knappen of bijver diensten te zoeken. Advertentie De inwoners van Wenen kunnen het des noods zonder een badkamer stellen, maar een auto zullen en moeten zij hebben. Vol gens statistieken van de Oostenrijkse Ar beidsraad heeft 54 procent van de gezin nen in de hoofdstad een auto en 43 procent een televisie-toestel, terwijl slechts 42 pro cent over een badkamer of douchecel be schikt. Slechts 76 procent van de woningen in Wenen heeft stromend water en slechts 61 procent beschikt over eigen toiletgele genheden. De Oostenrijkse hoofdstad heeft een be volking van 1.627.034 zielen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 11