DIE HAAR GEHEUGEN VERLOOR PRIEGELTJES GROTE REIS „Hulpmotor" voor elijk hart mens WEELDERIGE „APESTREKEN" VAN HOFCOUTURIER HARTNELL PANDA EN DE MEESTER-OPHEFFER 0 Polle, Pelli en Pin Ons vervolgverhaal a Elektronische gangmaker houdt patiënte in leven Wisselgeld NAAR HET DUITS DOOR LILIAN AYE DINSDAG 25 JULI 1961 i7 Belasting op brandbare kleding gevraagd Frans in negen weken Huishoudrobot „Feuille morte Elektronische jury 45. Kijk nou eens!, zeggen de vissen, hier heb je de „Mary", met niemand aan boord! Die is zeker losgeslagen! Wat zal Polle dat erg vinden! Alle maal een duwtje geven, jongens! Ze moet terug naar de wal, anders zijn Polle en zijn vriendjes doodongelukkig! Welja, en daar komt de goeie Zeerob ook aanzetten! Zou die zo slapend een wereldreis maken? Laten we hem vooral niet wekken! niiMimiiint -V. A 28) „Ik dank je", begon Sven op zachte toon, „dat mij de mogelijkheid wilt geven met je te praten". En alles, wat er in Sven was omgegaan sinds die dag, dat hi; in Frankfort tevergeefs op Karin hadgewacht, al die onuitgespro ken gedaciten, werden thans in woor den omge:et. „Ik we;t niet, wat je ervan denkt, dat ik je heb opgespoord, ik weet al leen, datik niet anders kón. Ik heb ge tracht, nijn verstand te laten spre ken, maa- het lukte me eenvoudig niet om alleen maar verstandig te zijn!" Zijn sten had een hese klank en het was duicelijk dat het hem veel moei te kostte om rustig en beheerst te spreken Het liefst had hij Karin on- middelljk in zijn armen genomen. Maar hij wist, dat zijn enige kans lag in :en kalme, afwachtende hou ding. Plotsding boog hij echter naar vo ren en greep haar handen, welke hij tegen .ijn gezicht drukte. „Karin ik moét e terug hebben. Ik zal alles in het wrk stellen, opdat 't mij gelukt! Ik wet, dat ik enkele mensen ver driet :al doen.." met opzet ver meed hij te zeggen: „je man en kind." maar ik kan niet anders. Missciien vind je me een egoist, maar ik ho<d nu eenmaal van je!" Hij kuste haar handen en zijn ogen glanden. „Karin", ging hij voort, „er moeten toch gevoelens bestaan, die zo intens zijn, dat iemand ze niet verge ten kin! Zeg me, dat 't ook met jou zo is. k weet toch heel zeker, dat on ze liéde geen vluchtig avontuurtje was „Ik wil uitstappen, laat me uitstap pen!" Svei kreeg een vreemd, benauwd gevoe'in zijn keel. Hij klopte op het glazen tussenschot. De taxichauffeur keek m. „Wit u stoppen?" zei Sven. De man hikte. Bu.en waren grauwe wolken aan de hemt en de naderende herfst was zicbfcaar aan de verkleurende bomen. Opce promenade langs de Rijn waren sïchts weinig mensen. Ze stapten bei- dn uit. Hun stappen maakten een knerpend pluid in het grind. „Karin, je wilde toch voor altijd bij nij komen!" „Ik weet 't, ik kwam daarachter door mijn afscheidsbrief aan Herbert te lezen, na het ongeval. „Karin, je moét bij mij komen!" „Dat ongeval moet een bepaalde zin gehad hebben. Ik heb veel tijd gehad om er over na te denken, waaróm het allemaal zó gelopen is. Er is een ver klaring. „Welke?" „Dat 't niet m*cht zijn". „Karin!" Sven bleef stil staan. Op zijn gezicht was een mengeling van wanhoop en vastbeslotenheid te lezen. Hij pakte haar bij de schouders en keek haar doordringend aan. „Je be hoort bij mij!" zei hij fel en dan kus te hij haar mond, hard en meedogen loos. Karin's weerstand verslapte. Ze vergaten beiden alles om zich heen. Helène Maertens parkeerde haar auto in de tuin van de Littmanns, naast de garage. Haastig liep ze op de voordeur toe en drukte op de bel. Ook al weet meneer Toren niets van dit bezoekje, dacht ze glimlachend, 't zal hoe dan ook de gang van zaken verhaasten. Liesbeth opende de voor deur. „U?" „Ja, ik!" antwoordde Helène, ter wijl ze doorliep. I» de garderobe haal de ze een kam uit haar tas en begon zorgvuldig haar haar op te kammen. „Waarom dien je mij niet aan, Lies beth?" vroeg Helène kortaf, de huis houdster in de spiegel een ongeduldi ge blik toewerpend. „Er is niemand thuis, mevrouw!" Helène leek even van haar stuk ge bracht. „En ik heb zo juist het kan toor opgebeld en hoorde, dat meneer I ittmann naar huis was gegaan! Ik heb hem iets zeer belangrijks mee te delen". Liesbeth had bijna spontaan ge vraagd: „Een belangrijke medede ling?" Ze wist zich echter nog net op tijd in te houden en zei: „Waarschijn lijk is meneer Littmann dan onderweg hierheen, mevrouw. Mevrouw Litt mann is nog niet aanwezig, zij is naar de kapper. Helène glimlachte en stak de kam weer in haar tas. „Ja, dat weet ik zei ze. „Ik zal dus maar even wach ten, hè?" ,,'t Zal stellig niet lang meer duren, voordat meneer of mevrouw terug is' zei de huishoudster. „Meneer Littmann is van kantoor natuurlijk zo hier, maar.." Helène maakte haar zin niet af. Ze had bijna gezegd: „maar wat mevrouw betreft, ben ik daar niet zo zeker van. Liesbeth opende de deur van de zit kamer. „Alstublieft, mevrouw, als u hier wilt wachten „Bedankt!" De huishoudster sloot de deur ach ter zich. Een belangrijke mededeling voor meneer Littmann Lies beth piekerde erover, wat Helène daarmee kon bedoelen. Opeens moest ze denken aan het telefoongesprek van gisteren. Ze had 't merkwaardig ge vonden, dat Helène daarbij slechts voor één ding belangstelling scheen te hebben: wanneer Karin naar de stad ging „Is er bezoek gekomen?" vroeg het dienstmeisje Lisa, toen de huishoud ster de keuken binnenkwam. Ze was bij de oven bezig. Liesbeth antwoordde niet op haar vraag. „Ik vroeg of er bezoek gekomen is", herhaalde het meisje. „Vraag toch niet altijd zoveel!" Er werd twee keer gebeld. Dat beteken de, dat Herbert was aangekomen. Liesbeth holde naar de voordeur. „Dat Liesbeth," zei Herbert goedge humeurd, en zich tot de chauffeur wendend, riep hij: „Paschke, jij gaat dus mevrouw bij de kapper halen?" „Ja meneer!" „Zo, Liesbeth, is het eten al klaar? Wil je deze bloemen in het water zet ten en naar de kamer van mevrouw brengen?" Liesbeth nam de in papier verpakte bloemen aan. „Mevrouw Maertens is hier", zei ze. Herbert keek de huishoudster ver wonderd aan. „Wat wil zij?" ontglipte hem. „Ik weet 't niet". „Goed, ik ga naar haar toe. Ver geet vooral niet, die bloemen in het water te zetten". Toen Liesbeth in de keuken ver dwenen was, haalde Herbert een klein fluwelen etui uit zijn zak te voor schijn en met een jongensachtige vreugde op zijn gezicht bekeek hij voor de zoveelste maal de fraaie bril janten clip, welke in het etui zat. „Daar zul je van opkijken, m'n lief ste", mompelde hij zachtjes. Dan knipte hij het etui weer dicht en liet het in zijn zak glijden. „Dag, Helène", zei hij even later, de zitkamer binnenkomend, „wat ver- schaft ons de eer van jouw onver- wacht bezoek?" Hij schudde haar de hand en liep op het huisbartje toe. „Wat kunnen wij voor je doen?" Helène slikte even. Het was haar niet ontgaan, dat hij „ons" had ge zegd, en „wij", en dit beviel haar allerminst. Ze liet zich echter niet van de wijs brengen. „Ik wilde eigen lijk niets anders", zei ze quasi-verle- gen, „dan jou vragen, of wij samen niet ergens zouden kunnen gaan lun chen?" Herbert keek haar verbaasd aan en begon te lachen. „Wat heb jij soms toch een merkwaardig soort humor over je, Helène! Ik kan dat gevoel van humor van jou niet altijd hele maal volgen, maar Hij maakte zijn zin niet af, doch concentreerde zijn aandacht op het vullen van twee glazen. Hij liep op haar toe en over handigde haar een glas. „Je schijnt, geloof ik, te vergeten, dat ik ge trouwd ben!" voegde hij er op schert sende toon aan toe. „Ik kan nu een maal niet meer doen en laten wat ik wil!" Hij lachte even, een zonnig lachje. „Maar ik geloof, dat geen en kele echtgenoot met zoveel plezier ge trouwd is als ikLaten we daar op drinken! Proost! Herbert dronk zijn glas in één teug leeg. Helène roerde het hare niet aan. „Ik hoop, dat Karin zich ook op die manier getrouwd voelt", merkte ze op. Herbert keek haar ontnuchterd aan. „Helène, ik heb zo juist al vast gesteld, dat je er een merkwaardig soort humor op na houdt", zei hij, „maar een dergelijke opmerking is allesbehalve geestig!" „Zo was ze ook niet bedoeld". „Helène, wat bezielt je? Ben je hierheen gekomen om mijn goede stemming te bederven of wat? „Ik ben gekomen om eindelijk je ogen te openen! Op dit moment, waarop wij hier tegenover elkaar slaan, heeft Karin een ontmoeting rr.et de man, voor wie zij naar Frank fort vloog Wordt vervolgd) 11-12. Het was een lange tocht, door dat hete bos; maar ze zetten door en legden een grote afstand af Om hen heen, in het dichte groen, hoorden ze de geluiden van vogels en andere dieren. Bang voor roof dieren waren ze niet, want dr. Kanebit had een geweer over z'n Schouder hangen en hij was een goed schutter. Toch, al waren ze ongeduldig om de dwergstam te vinden, moesten ze nu en dan een poos rusten. De tocht was ver moeiend, want wegen waren hier niet. Dik wijls moesten ze het dichte gewirwar van groen weghakken, om een doortocht te ma ken. Op een ogenblik, dat ze rust namen en bij elkaar zaten, sprong professor Wiede- mors plotseling overeind. EEN AMERIKAANSE VROUW die een fatale hartkwaal had, leidt thans weer een normaal leven dank zij een elek tronische gangmaker voor haar hart, die in haar lichaam werd „ingebouwd". Deze „hartstimulator" die ontwikkeld werd door ingenieurs van het Amerikaanse General Electric- concern in samenwerking met een New Yorkse chirurg, levert kleine stroomstootjes die het hart in het juiste tempo doet kloppen. Het apparaat kan redding brengen in die ge vallen waarbij de hartslagregeling, die normaal geleverd wordt door het zenuwstelsel, is aangetast door de zogenaam de „ziekte van Adams-Stokes". De ontwikkeling van der gelijke apparaten begon ongeveer twee jaar geleden, toen Jerome J. Suran, hoofd van het General Electric-laborato- rium voor elektronica, een ontmoeting had met dr. Adrian Kantrowitz, hoofdchirurg van de afdeling hart- en vaat ziekten van het Maimonides-ziekenhuis in Brooklyn, New York. Suran had gehoord van de interessante proefnemingen die dr. Kan trowitz op het gebied van de medische elektronica had gedaan en vroeg zich af of zijn laboratorium hierbij misschien goede diensten zou kunnen bewijzen. Dr. Kantrowitz was zeer verheugd met deze technische hulp, zodat de ontmoe ting het begin werd van een nauwe en vruchtbare samenwerking. Suran vormde een groep ingenieurs en technici die zich gingen specialiseren in de problemen van de toepassing der elek tronica op medisch gebied. Na verloop van enige tijd kwam van het Maimonides-ziekenhuis het bericht dat men een patiënte had die leed aan de ziekte van Adams-Stokes: er moest met spoed een apparaat worden gebouwd, dat de hartslag „op toeren" zou kunnen hou den, maar dat bij voorkeur in het lichaam zou kunnen worden geïnplanteerd. Een van de verschijnselen van de bedoelde hartziekte is, dat de polsslag terugloopt tot circa 2d slagen per minuut normaal is het gemiddelde 72 per minuut wat nau welijks genoeg is om de patiënt in leven te houden. De gebruikelijke procedure was in zulke gevallen, met de meeste spoed twee stalen elektroden in het hartweefsel aan te brengen die door middel van een buiten het lichaam staande elektronische apparatuur de elektrische stroomstootjes ontvingen welke het hart op gang zouden kunnen houden. De patiënt was evenwel altijd gebonden aan deze elektronische ap paratuur, die zelfs bij gunstige omstandig heden een ernstige belemmering vormt voor zijn bewegingsvrijheid. Men moest dus zien te bereiken dat de patiënt onaf hankelijk werd van enig hulpmiddel buiten zijn lichaam. Bovendien schreef dr. Kan trowitz voor, dat de hartslag moest kun nen worden opgevoerd bij inspannende werkzaamheden. Dit van buitenaf kunnen regelen van de polsslag bij een apparaat dat in het lichaam zou worden ingebouwd, vormde een probleem op zich. Een over weging ging echter boven alles: het appa raat moest volkomen betrouwbaar zijn, want van de goede werking hing een mensenleven af. Voor de werkgroep van ingenieurs was dit een extra stimulans. Ontwerpen en mo dellen werden gemaakt, gecontroleerd en weer gecontroleerd en uitsluitend materia len van de hoogst mogelijke betrouwbaar heid en duurzaamheid werden verwerkt in de verschillende onderdelen. Een gereed model werd gedurende enige weken getest op de juiste impulsen voor deze speciale patiënt. In deze proefperiode kwamen de twee definitieve apparaten gereed een voor de inplantatie en een als reserve en werden ze in een plastic massa ingegoten, waarvoor het lichaam ongevoelig is. Drie ingenieurs van General Electric waren in de operatiekamer aanwezig toen het kritieke moment aanbrak: het aan brengen van het apparaat in het lichaam van de patiënte. Het waren Adam Klisz, de specialist-instrumentmaker die geheel nieuwe technieken had ontwikkeld en ge reedschappen had ontworpen om de draad- verbindingen tot stand te brengen en de plastic isolatie af te sluiten; Heinz Rail- lard en John Schmidt, die nog tijdens de operatie de laatste elektrische metingen konden verrichten. De operatie werd met succes bekroond. De patiënte leidt nu een normaal leven en kan weer alles doen wat van een vrouw van haar leeftijd verwacht mag worden. De gangmaker voor haar hart werkt op een paar batterijen die pas over drie tot vijf jaar behoeven te worden Een der chirurgen van het ziekenhuis in Brooklyn toont hier de elektroni sche hartstimulator vóór de inplanta tie. Het apparaatje is nauwelijks gro ter dan een zakhorloge. vervangen. Hij is afgesteld op 65 pols slagen per minuut. Daarnaast heeft de vrouw nog een tweede apparaatje, dat uit wendig wordt gedragen en dat in actie komt wanneer het om een of andere reden nodig zou zijn het tempo van de hartslag te versnellen. Dit apparaat heeft een ge- calibreerde potentiometer die kan worden afgesteld op iedere polsslag tussen 70 en 125 slagen per minuut. Het heeft ongeveer de afmetingen van een kleine transistor radio en is voorzien van een kleine cirkel vormige antenne. Dit succes is een gerede aanleiding ge- De arts Robert Hendry uit de stad Rug by in Engeland heeft gepleit voor een be lasting op brandbare kleding. In een rede voor een medische conferentie in Sheffield zei hij dat het „hoog tijd werd dat men de mensen gaat dwingen, af te zien van het onverantwoordelijk rondlopen in brandba re kleding." Collega-arts Reginald Liston viel Hendry bij, toen hij aan de hand van statistieken betoogde dat 80 percent van huishoudelij ke ongelukken die oudere kinderen over komen, te wijten was aan het in brand raken van kleding. Het voorstel van dr. Hendry is ter over weging voorgelegd aan de Britse Konink lijke maatschappij tot bevordering der ge neeskunst. Alles wat men, als Engelsman althans, nodig schijnt te hebben om in negen weken in het Frans te kunnen denken en spreken, is een Franse onderwijzeres zoals made moiselle M. G. Kellermann in de Engelse stad Leeds er een is. Negen weken lang heeft zij voor de klas gestaan in de Talbot Road School, waar ze zelfs de rekenklas in het Frans leidde ze zou overigens niet anders hebben kun nen doen, want ze kent geen woord Engels. „Na twee weken begrepen de leerlingen alles wat ik zei", aldus juffrouw Keller mann. „Ze maakten dezelfde fouten als de Franse kinderen zouden doen en denken nu, na negen weken, zelfs al in het Frans". Het experiment werd gefinancierd door de Nuffield-stichting. Professor Meredith Thring van de Uni versiteit van Sheffield in Engeland, heeft aan een aantal industriëlen een „huis houdrobot" getoond die hij heeft samen gesteld. De robot is „mrs. Mopp" ge doopt. Zij kan op het ogenblik weliswaar alleen nog maar kolen scheppen en vuur doven, maar haar geestelijke vader ziet de tijd niet ver meer dat „mevrouw Mopp" bedden opmaakt, vloeren schrobt en de ta fel dekt zoals de meest ideale huisvrouw. weest, de samenwerking van medische en elektronische experts breder op te zetten, in de verwachting dat de nieuwe ontwik kelingen op het gebied der elektronica mo gelijk ook op andere medische gebieden kunnen worden toegepast. NORMAN HARTNELL, de mode-ontwerper van koningin Elizabeth van Engeland, heeft zich tot de apen gewend om inspiratie op te doen voor zijn wintercollectie, die thans aan het publiek is voorgesteld. Een driedelig pakje voor overdag heet dan ook „apestreken". De drie onder delen waaruit dit ensemble is opgebouwd, zijn alle aan de onderzijde met apebont afgezet. Voor de onoplettende toeschouwer, die het toen allemaal nog niet had be grepen, liet Hartnell zijn mannequin bij de „apestreken" een sombrero-achtige hoed dragen, die aan het geheel het effect van een bananenboom verleende. 99 99 99 EEN ANDERE Hartnell-creatie die de naam „Rib van Adam" draagt zal de man nen meer plezier hebben gedaan. Het was een op een sarong gelijkend omhulsel van tafzijde, in verleidelijke diagonalen om het lichaam gewonden en slechts door één mi nuscuul bandje van taf op een schouder vastgehouden. In zijn avondkleding was Hartnell ook ditmaal niet afgeweken van zijn traditio nele voorliefde voor schitter-, flonker-, en fonkelversierinkjes. Een van zijn korte avondjaponnen droeg de passende bena ming „wisselgeld". Het was éen japonne tje geheel versierd met kleine goud- en zilverkleurige stukjes metaal, die bij elke beweging van de mannequin zachtjes tin kelden. De rokzoom bleef bij de meeste model len 42lh cm. van de grond, de taille was veelal verlaagd tot heuphoogte en bij zijn ontwerpen in satijn en chiffon had Hart nell zich uitgeleefd in bloezende achterpan den, die tot onder het middel doorliepen en zich vaak met een boog naar de voor zijde voortzetten. Fluweel was zowel voor ochtend-, mid dag-, als avondjaponnen gebruikt, soms als garnering, een andere keer als onder grond voor diagonale zijsplitten. Het eenvoudige zwarte japonnetje, dat vaak alle „grotere" toiletten in de scha duw stelt, was evenmin vergeten. Een van Hartnell's scheppingen was een pakje van ruige zwartwollen stof, afgezet met bever bont. Een ander model in deze groep droeg de naam „diabolo". Het was ver vaardigd van tafzijde met een wijduit- staande, op een sleep gelijkende, overrok. De door Hartnell gebezigde kleuren va rieerden van het schreeuwerig blauw en rood van reclameverlichting tot stemmi ger bruinen. Een opmerkelijk ontwerp was zijn crea tie „herfstbladeren", gemaakt uit geplooid chiffon, dat om de draagster warrelde als een dorrend blad. De algemene indruk was er een van luxe. Er was veel mink gebruikt voor sim pele garnering zowel als in een aan beide zijden te dragen jasje van zwart en wit bont. M /J^tC'dd(fUU9c/i. 3. Toen Panda de advertenties met de aangeboden betrekkingen inkeek, werd het hem nog banger te moe de. Er werd wel van allerlei aangeboden; schitterende posities stonden open; maar de personen waar het be drijfsleven behoefte aan had, moesten allemaal in genieur, doctor of meester zijn, of in enkele gevallen boekhouder-met acte, of op zijn minst houder van het middenstandsdiploma en ook dat had Panda niet. „Daar kun je aan zien dat het de hoogste tijd wordt dat ik iets ga leren," dacht hij mismoedig. „Maar hoe? En waar? En wie zal mijn studie bekostigen?" Maar juist toen hij begon te vertwijfelen, viel zijn oog op een be scheiden advertentie, die hem precies scheen te bieden wat hij zocht. „Daar moet ik op af!" riep hij uit, en hij repte zich met grote spoed naar het opgegeven adres. Het bleek een bedrukt kantoortje in een weinig weelde rige omgeving te zijn; meer ervaren personen zouden daardoor misschien weifelmoedig geworden zijn, maar Panda niet. Hij had slechts oog voor het opschrift hetzelfde dat hij ook in de krant had gezien „Verdien geld met een encyclopaedic." Dat was precies wat hij zocht, want hij moest geld verdienen en hij moest (vond hij) een encyclopaedic lezen, want omdat daar alles in staat, zou hij dan alles weten en het ver kunnen brengen. A Norman Hartnell's pakje met apen haardecoraties, dat „Monkey Tricks" gedoopt is. Het is mogelijk, dat binnen afzienbare tijd de jury, die „Miss Universe" pleegt te kiezen, op straat gezet zal worden om dat men liever gebruik maakt van het on partijdig oordeel van een elektronisch brein. Alle statistische gegevens over de deel neemsters van de jongste Miss Universe- verkiezing in Amerika werden ingebracht in een middelzware elektronische reken machine. Het resultaat was het volgende: de gemiddelde Mejuffrouw Universum meet circa 1,69 cm. en weegt bijna 90 pond. Zij heeft donkerbruin haar, hazel- nootkleurige ogen en moet komen uit een gebied ergens tussen Azië en het Noord- Amerikaanse continent. Van de 51 kandidaten, die onlangs in Miami geparadeerd hebben komen enkele dames heel dicht bij de eisen van de ma chine: Jaqueline Oroi uit België en Elfie Klein uit Luxemburg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 7