Kunst in de wolken
I:
Zesde Middelheimbiennale voor
de beeldhouwkunst
Vierhonderd jaar Romeinse bezetting
w$$m fc
-;v "4-
expositie in museum voor Oudheden
SfcrT!!: ™™lde" s,elde hl) prlls top- d"! S3U ït™. Smarten
Erbij if
'■f
Voorrecht voor inwoners van Leek en Marum,
maar niemand heeft het geld nodig
Albert Mol danst hoofdrol lijders zelfs die in niet te ernstige
in Amerikaanse film ,n aanmerking. Men heeft toch ai zoveel
DffitoTat'&'rlSiTSarS hei 1» ZuW-Mrika goe„ bahoe.te ba-
y w :;r-i
(Van onze corespondent te Brussel
DE ANTWERPSE BIENNALE voor beeldhouwkunst
heeft dit jaar te lijden gehad van de stakingen. Daarom is
men afgeweken van het oorspronkelijke plan, volgens welk
men een grote inzending zou wijden aan de sculptuur van
Noord- en Zuid-Amerika. De financiële middelen lieten
een dergelijke onderneming niet toe; evenmin gedoogden
zij dat, zoals in vorige jaren, de inrichters bezoeken brachten
aan de ateliers en werkplaatsen der beeldhouwers. Men
heeft zich dus beperkt tot de Europese beeldhouwkunst en
de inzendingen van de Beneluxlanden wat uitgebreider ge
maakt dan gewoonlijk. Spanje had men eveneens uitge
nodigd en een redelijk grote inzending schijnt toegezegd,
maar ze is tot nu toe nog niet gearriveerd. De catalogus
omvat ongeveer driehonderd nummers. Daarbij zijn on
geveer honderdvijftig sculpturen, die in de loop van de
vorige jaren het bezit van Middelheim zijn geworden. Wie
thans de gelegenheid te baat neemt om zo eens te zien en
te overwegen wat er is gekocht, komt alras tot de conclusie
dat er van die honderdvijftig werken slechts weinige be
neden de middelmaat zijn. Vandaar dat men hetgeen thans
als Biennale 1961 aan de permanente tentoonstelling in de
open lucht is toegevoegd, toch vooral moet zien als een
collectie, waaruit weer tien beelden kunnen worden ge
kozen. Die behoren dan representatief te zijn voor hetgeen
in de laatste tijd in Europa op plastisch gebied is ontstaan.
Nu, het wil ons voorkomen dat het helemaal niet moeilijk
valt, zo'n keuze te maken en dat er
danks de minder gelukkige Franse inzen
dingen, die er ook zijn.
Zo kan men dan toch weer doorgaan en
bijna vervalt men dan weer in het cijfer
tjes, aanprijzinkjes en aanmerkinkjes uit
delen. Van de Nederlandse inzending heb
ben wij Romijn en drie anderen hier
van reeds genoemd. Wessel Couzijn is ver
tegenwoordigd met „Afrika 1961", een bij
na drie meter hoog brons van een zeer
grote spanning. Het is bijna een pendant
van Zadkine's „Verwoeste stad" geworden,
een evocatie van alle krachten, die zich
in het zwarte werelddeel aan het evolueren
zijn. Jaap Mooy heeft n de stijl van César
een „generalissimo" gemaakt, een bijzon
der amusant geval. Over amusant geval
gesproken: dat is zeker ook de „Spoetnik
kijker" van prof. L. O. Wenckebach, die
daarmee een soort broer van het Manne
tje Jacques heeft gegeven. Wat wij alleen
vreemd vinden is dat die Spoetnikkijker
ook een hondje bij zich heeft en dat de
sculptuur daarvan oprijst uit een eigen,
kleinere voet, die naast de zijne staat.
Wanneer men zo'n (technisch) detail ziet,
vraagt men zich of de beeldhouwkunst toch
eigenlijk niet te ernstig genomen wil wor-
MET ONZE VIJF JAAR Duitse bezetting nog redelijk vers in het geheugen
is het misschien even vreemd te bedenken dat we eens oneindig veel langer
bezet zijn geweest; dat we vierhonderd jaar lang niet baas op eigen erf waren,
al had die bezetting dan wel een even andere vorm en waren de gevolgen ervan
oneindig veel ingrijpender. Die 400 jaar vreemde bezetting viel in de tijd dat
Rome oppermachtig was en voor de Lage Landen bracht die een kennismaking
mee met een cultuur, zoals men niet kende, noch ooit gekend had. In 55 voor
Christus bevond Julius Caesar zich in de buurt van Nijmegen, maar verder is
er over dit feit niets bekend. De eerste echte aanwijsbare sporen zijn afkomstig
van het jaar 12 v. Chr. Toen liet de veldheer Drusus zijn beroemde Drususgracht
graven en de bezetting was een voldongen feit geworden. Een paar jaar later
echter hadden de Romeinen tegenslag. Toen werd Varus verslagen bij de be
roemde slag in het Teutoburgerwoud en hierbij gingen drie complete Romeinse
legioenen ten onder. In het jaar 47 werd de Rijn de grens van het Romeinse rijk
en deze toestand bleef bestaan tot het jaar 402 toe.
w WAT GEBEURDE ER niet allemaal in vrede met de Romeinen en voegden zich
den voor zulke grapjes. Voorts is er het eerste plaats denken we bij het Romeinse rijk op beslist aangena-
nn,.olr«v.rv7on monnmont uan Man Ann TIPS- r
aan de opstand van Civilis. Echter wer- me voorwaarden. Zo werden ze onder an-
onvolprezen monument van Mari Andries
sen „Drie mannen in concentratiekamp".
DE DUITSERS en de Italianen zijn goed
vertegenwoordigd. Dat wil zeggen: ook
onder hen zijn zwakke broeders maar de
sterke zijn zo sterk, dat men van de in
zendingen als geheel toch een indruk be
houdt, die positief is. Zo is er een werk
van de te Düsseldorf levende beeldhouwer
Friedrich Werthmann: „Entelechie II",
een stalen bolvorm, waarin hij met lijnen
en vlakken heeft gespeeld op een wijze die
deze bol nu (plotseling?) tot een eigen
heelal heeft doen worden. Fritz Koenig
zond twee werken, een als een blok zo ge
sloten groep ruiters en een votief beeld,
dat weer de typisch Duitse genegenheid
voor de primitieve kunst van de Zuidzee-
eilanden verraadt. In stijl verwant aan
Koenig's ruiters zijn de „Hemelse Heer
scharen" van Georg Brenninger terwijl er
toch weer een grote afstand is tot Karl
WIJ VRAGEN ONS AF of dat niet voor jjartung's grote staande figuur, een bron-
w. Jn T.r. v, nil lnn4nn fï O O T
den de bewoners van het land er niet min
der van. In het jaar 70 sloten de Bataven
De beeldhouwer Gust Romijn bij zijn
sculptuur „Thermopylae".
eigenlijk nog wel meer is, dat de aan- gesteld. Twee bronzen, een reliëf van Ian
6 J. Pieters en een, we zouden willen zeg- de inzendingen van alle landen zo gaat. zen kmd van zacjkme en Kolbe, wanneer
dacht trekt. Men is als cntiserende be- gen „bijna-reliëf" van Piet Killaars, heb- De Fransen bijvoorbeeld zijn, zoals al- wij ons z0 wat gewrongen mogen uitdruk-
zoeker van zo'n expositie als de Ant- ben ons daar getroffen. „Reliëf met pijl," tijd. weer met een relatief veel te grote in- ken Het is overigens curieus dat de in-
heeft Pieters zijn compositie genoemd, een zending vertegenwoordigd. Maar wat doet vloed van Zadkine op de Europese sculp-
werpse tweejaarlijkse nogal gauw ge- bijzonder gevoelig, eigenlijk wel poëtisch, het ertoe wanneer daar sculpturen bij zijn tuur zo terugloopt. Nog geen tien, geen
neigd hier een vijf-plus, daar een zeven- zeer abstraherend brons, dat zonder te wil- als de ijzeren „Cenotaaf" van Jean Ipous- jaar geleden kwam men overal in de
u1 len behagen een eerlijke sierlijkheid bezit, teguy, een tombe, gebouwd uit brokstuk- beeldhouwkunst kleine Zadkine's tegen,
min, gmds weer een drie, misschien ook bQuwstelling weer met ar_ ken zou men zeggen, triest, somber in
wel een tien uitdelend, rond te gaan. beider*, die er werken Killaars is een na- het De totale indruk van deze zesde Anl-
turalist, hij geeft duidelijk herkenbare vor- ken vlakken en met de immense areiging
DAT IS NATUURLIJK verkeerd. Men men, die aan de realiteit zijn ontleend. Het van de dood? De bronzen „schuifuil van werpse biennale? Ogenschijnlijk met met
moet er zich van bewust blijven, dat men toeval wil dat Killaars en Pieters bijna Chana Orloff, de houten „Levensboom^ te veej zorg samengesteld en zeker niet
sculpturen bekijkt, die in dit rumoerige even oud zijn en dat de afmetingen van van Francois Stahly, de „Liggende vr°uw mef genoeg critische geest. Als wat slor-
Europa, en dan meer in het bijzonder aan beider werken elkander dekken. Het zijn van Volti de Eva ^cateloeuT^l^ oS- dige oogst echter in onderdelen nog wel
onze ziide van het nzeren gordijn, zijn echt wel te vergelijken sculpturen. Welnu, Tessier zijn blijkens de catalogus aue ont s in
ontstaan in len tïjd, die al even rumoerig wanneer er door de jonge beeldhouwers staan in de jaren 1960-'61. Vier werken die so boeiend dat men veel lelijks en on-
en vol spanningen is. in ons land nog zo wordt gecreëerd (ook qua opvatting onderling verschillen doch rijps vergeet. En - verheugend teken -
OM EEN VOORBEELD te geven: wij Romijn is even oud als Killaars) dan die alle vier het verhaal dreigt eento- Neclerland.se beeldhouwkunst kan
kunnen ons heel goed voorstellen dat Bern- neemt men graag de beelden, welke men nig te worden genoeg facetten van e j?m0pees gezelschap zéér wel
hard Heiliger (geboren in Stettin. 1915), in het geheel niet of minder waardeert op moderne Franse beeldhouwkunst tonen om
die te Berlijn woont en werkt, wel eens de koop toe. moed te doen houden voor de toekomst, on-
iets anders aan zijn hoafd heeft gehad dan
debeeldhouwkunst-om-de-beeldhouwkunst
toen hij in de jaren 1960-'61 zijn vijf me
ter hoge, bijna compleet-abstracte droom
heeft gemaakt; of dat de in Amsterdam
werkende Amerikaan van Japanse afkomst
Shinkichi Tajiti, terwijl hij zijn „schild
wacht" concipieerde, veel heeft nagedacht
over hetgeen onze wereld nog te wachten
staat. En wat bedoelde Gust Romijn met
zijn „Thermopylae"? Welke beelden vaiy-
een vreselijke strijd-tot-de-laatste-man.
speelden hem door zijn verbeelding?
MIDDELHEIM is een heerlijk negentien-
de-eeuws park met alle wat melancholi
sche bekoring vandien. Het staat er, dat
zal iedereen toegeven, wat „vol" met
sculpturen. Dat heeft echter ook een voor
deel: men ziet de slechte en de middel
matige niet meer omdat er altijd wel goe
de in de buurt staan, die uw aandacht
trekken.
Zo ging het mij bij voorbeeld in dat deel
van de tentoonstelling, dat men „het pa
viljoen" pleegt te noemen. Het is een wat
vreemdsoortig bouwsel van stenen wanden
en platen van gegolfd plastic en meer van
die dingen. Daar heeft men, behalve de
grote houten Karyatide van Hildo Krop die
het met barok verguldsel heel goed doet,
voor het merendeel kleine sculpturen op-
Bronzen kop van keizer Trajanus, op
gebaggerd uit de Waal, nu op de
expositie in het Rijksmuseum voor
Oudheden te Leiden.
dere volkomen vrijgesteld van belasting!
Uit deze tijd stammen heel wat over
blijfselen in Nederland. Het beroemde
tiende legioen, door Caesar opgericht,
had zijn legerplaatsen bij Nijmegen en
heeft daar heel wat sporen nagelaten.
Voor de eerste maal in de geschiedenis
maakte ons land toen kennis met een ech
te waterleiding van loden buizen, waar
van hele stukken teruggevonden zijn. Het
is aardig te bedenken, hoe lang het daar
na duurde eer Nederland weer een echte
waterleiding had! Uit die tijd stamt ook
de naam van een gestichte stad: Novio-
magus, de Nieuwe Stad, nu Nijmegen ge
heten.
RUIM EEN EEUW ging alles best in
Nederland. De bevolking liet zich rustig
romaniseren en werd daar beslist niet
minder van, integendeel! Er kwamen dor
pen en industrieën. Zo werden bijvoor
beeld alle dakpannen voor alle kazernes
en legerplaatsen van het Neder-Germaan-
se leger allemaal in de buurt van Berg
en Dal bij de Duitse grens gemaakt en
netjes gestempeld met de woorden: EX
GER INF (Exercitus Germanicus Infe
rior).
De derde eeuw bracht de grote volks
verhuizing en daarmee onrustige en on
aangename tijden voor iedereen. Om
streeks 270 trokken de Germanen over de
grens. Bovendien waren er abnormaal ho
ge waterstanden en ten gevolge daarvan
verschrikkelijke overstromingen. Geen
wonder dat de bevolking zich terugtrok
op hoger gelegen terreinen, maar de han
delslieden wisten van geen wijken. Die
woonden, of liever die bleven wonen op
de oever van de Waal, waar zich nu nog
de Waalkade bevindt. Op het huidige Valk
hof bevond zich een fort om een en ander
te verdedigen.
TOT HET JAAR 402 duurde het Ro
meins gezag voort. Toen kwam Amerika
en de Romeinse troepen werden naar 't zui
den gecommandeerd om die verschrikkelij
ke vijand tegen te houden. De Franken ten
slotte maakten 'n definitief einde aan al
les wat aan Rome en zijn wereldmacht
herinnerde. Ze stichtten een geweldig
Germaans rijk, dat sindsdien Frankrijk
heette. Een nieuwe historische fase brak
baan.
DIT IS HEEL in het kort wat er ge
beurde in die vier eeuwen durende bezet
ting. In het Rijksmuseum voor Oudheden
aan het Rapenburg in Leiden is nu een
tentoonstelling (een kleintje, maar een
uitermate instructieve) van wat er uit die
tijd gevonden is in de bodem van ons
land Dat is heel wat! Het is vaak ook
verbijsterend „modern". Wat de Romei-
ADRfANUS SIMMELINK is op 26 september 1934 in Kaapstad overleden, maar
tweemaal per jaar doet hij nog van zich spreken. Op 20 maart en 6 augustus van
ieder jaar verschijnt er in het „Nieuwsblad van het Noorden" en in de „Leekster
Courant" een advertentie met de volgende tekst: „Ter voldoening aan de bepalin
gen van het legaat van wijlen de heer Adriaan Simmelink maken wij het volgende
bekend: uit de rente van dit legaat kan aan onbemiddelde Nederlanders van goed
gedrag, bij voorkeur personen uit de gemeenten Leek en Marum (Gron.) afkom
stig, bijstand verleend worden om zich in Zuid-Afrika te vestigen". De advertentie
wordt geplaatst door de vereeniging Zuid-Afrikaanse Voorschotkas te Amsterdam,
aan welke vereniging in 1934 het legaat werd vermaakt en waar thans de Adriaan
Simmelink-stichting is ondergebracht.
getuige het kapitaal, dat hij naliet, bijzon
der voor de wind gegaan. Adriaan Simme
link moet veel hebben gereisd en in tien
tallen landen recitals hebben gegeven. Uit
de merkwaardige samenstelling van zijn
effectenbezit is het vermoeden ontstaan,
dat hij in ieder land, dat hij bezocht als
DE HEER SIMMELINK heeft dat zo plaatsing. En zelfs heeft hij de tekst op- souvenler aandelen uit dat betreffende
bepaald. Hij moet een consciëntieus man gesteld, waarin aanvankelijk trouwens ook jand kocht. Nie* minder dan achttien ne-
zijn geweest, want hij heeft in zijn tes- stond, dat „degenen, die borst- respectie- yen.en _ntehten werden door Adm^
gratiewens op. Uit het feit, dat hij in zijn NEDERLANDERS, die naar Zuid-Afri-
testament in het bijzonder aan borst- en ka emigreren, behoeven thans aan eigen
longlijders heeft gedacht, kan men aflei- middelen niet meer te bezitten dan een ngn geduTende de regering van tientallen
den, dat hijzelf vermoedelijk dergelijke ge- bedrag, dat gelijk staat aan tweemaal de keizers, goede en kwade, hier in de bo-
zondheidsklachten heeft gehad en derhalve belastingaanslag van het voorgaande jaar. dem achterlieten staat nu keurig in ui-
een gunstig klimaat zocht. Waar het meestal om grote gezinnen gaat ^in^^Tr^niet^f Scherven werken
TN 1914 SCHFFPTE de heer Simmelink betreft het duS 0ver het algemeen kleine merkwaardig slaapverwekkend op het
IN 1914 scheer li. ae neer simmei n bedragen. De rest wordt van staatswege meeste publiek, maar gave voorwerpen
tie iaar"later'ITreeg"een Groninger nota- bijgepast. Extra steunverlening komt prikkelen de nieuwsgierigheid en de ver-
S qCf dafZr,Tn/?or8Adria% hoogst zelden voor. He, fonds van Adria- Sett nTal's
Simmelink in Kaapstad op zestigjarige nus (ook Adriaan) Simmelink groeit dus wijr en zeo, zulke dakpannen vind je
leeftijd was overleden. De opening van .gar tQt jgar Misschien komt er nog 00k in het zuiden van Europa."
testament was een verrassing. Twin g zoveel geld zal zijn, Ik zou zeggen, gaat u eens kijken in
jaar lang had de musicus niets van zich eens een tija. aat er zoveei geia /.ai zijn, yy y hesfisf waard'
laten horen hij had trouwens geen dat heel Tolbert naar Zuid-Afrika kan
ouders meer en geen broers of zuster. worcjen overgebrachtoporry
Maar in die twintig jaar was het hem,
tament niet alleen de bladen, waarin de velijk longlijdend zijn in niet te ernstige Adriaanjjjp
In Italië, het land van de eeuwenoude machines hangen tegenwoordig moderne
En de 19de bevoorrechte was de Vereni- cultuur, heeft de kunst thans ook letter- schilderijen van de zesentwintig bekend-
advententie moet worden geplaatst, met mate" voorrang dienen te hebben bij de gjng Zuid-Afrikaansche Voorschotkas met lijk „een hoge vlucht genomen". Schilde- ste Italiaanse kunstschilders, twaalf schil-
name genoemd, maar ook de data van steunverlening. Het stichtingsbestuur heeft een legaat, waarschijnlijk uit dank voor rijenminnaars kunnen er op grote hoogte derijen in^ieder vliegtuig. Onder^ hen zijn
migratiebepalingen komen borst- en long-
4 -i fimate niet voor vestiging in Zuid-Afrika
die zinsnede maar eigenmachtig ge- de inlichtingen, die in 1913 zijn verschaft, keuze maken uit een keurcollectie van Giuseppe Capogrossi, Renato Guttuso. Ma-
„„„I ,-r. riovo tüH van atrenffp im- Het legaat vertegenwoordigde in 1934 een werken, afkomstig van moderne Italiaan- rio Mafai, Giovanni Ommiccioli, Ottone
schrapt, want m deze tijd vjm strenge^im 5Q 0Q0 se schüders. Kunst en luchtvaart hebben Rosai en Gino Severini.
elkaar namelijk gevonden bij „Al Italia
de Italiaanse luchtvaartmaatschappij.
IEDERE PASSAGIER, die in de wolken
zou raken over een der geëxposeerde
De Italiaanse schilders hebben in het schilderijen, kan dit tijdens zijn luchtreis
Na ziin hoofdrol in „De zaak M.P." memm. iviacn getuige uci icgooi wi* ecu
heeft mimekunstenaar Albert Mol opnieuw ten profiteren. Serieuze emigran J- mensijevende man> die na een spaarzaam
een hoofdrol in een film gekregen; een gen namelijk reeds volop staatssteun en jeven de mensen uit zijn geboortestreek
Amerikaanse film ditmaal, die in Amster- de agrarische dorpen Leek en Marum en met name degenen, wier gezondheid
HIJ WAS EEN EENZAAM, gesloten interieur van de grote straalmachines een bij de stewardess bestellen. De prijzen va-
moeite om mensen van het legaat te la- mens^ deze^voortreffelijke, permanente expositieruim- riëren van circa 500 tot 3400. Het schil-
melink. Maar getuige het legaat ook een
te gevonden en de luchtvaartmaatschappij derij wordt hem ten spoedigste thuis be
is blij met de gratis wandversiering, die zorgd. De netto-opbrengst gaat geheel naar
zij op deze wijze heeft verkregen. In de de schilders.
niet te best was, in staat wilde stellen een
nieuw bestaan op te bouwen in het land,
waar hij het kennelijk zeer naar de zin
heeft gehad. Maar Adriaan Simmelink kon
bij het opmaken van zijn testament niet
weten, dat er een tijd zou komen, dat
emigratie vanuit Nederland op grote
„Aartsengel" van Marcello Mascherini.
dam zal worden opgenomen. De eerste brengen voornamelijk landbouwers voort,
Italiaanse toneel in de zeventiende eeuw, staat,
optreden in het moderne Amsterdam. Een
zwart-wit film, die een hali uur zal duren bpV,japn Adria-
en het verhaal vertelt zonder tekst of dia- SLECHTS WEINIGEN hebben Adria
loog, doch uitsluitend met beeld en bewe- nus (ook Adriaan) Simmelink gekend. De scbaal, met overheidssteun, maar ook met
ging. toevoeging „ook Adriaan" heeft hij zijn strenge bepalingen zou plaatsvinden. Het
Albert Mol is door de Amerikaanse re- ieven consequent op officiële stukken laten bestuur van de Adriaan Simmelink-stich-
guur De rol van Colombine wordt uitge- hlJ °P deze W13ze m zlJn testament werd deze mensen immers krijgen geen toe
beeld door danseres Milly Gramberg. Een genoemd. Hij is geboren op 3 augustus stemming zich in Zuid-Afrika te vestigen,
derde rol wordt gedanst door Hans van jg74 in Tolbert (gem. Marum) en uit de Toen ondanks de tweemaal per jaar ver-
Manen, die ook de choreografie schreef. eerste 39 jaren van zijn leven is niet meer schijnende advertentie geen inwoners van
De film begint met Pierrot te tonen in 1Q1„ Leek of Marum steun vroegen om naar
zijn eigen sfeer en omgeving, namelijk bekend dan hetgeen hij in 1913 Zuid-Afrika te gaan (in de 26 jaar van
die van de zeventiende eeuw, voor welk de op een formulier van de Vereniging bestaan deed zich slechts één geval
decor Meyer in Amsterdam niet lang be- Zuid-Afrikaansche Voorschotkas, waarop voor) heeft men zich een tweede vrijheid
hoefde te zoeken. Zijn keus is gevallen op hji iniichtingen vroeg over vestigingsmo- gepermitteerd. In de jaren rond 1950, toen
de tuin van een oud grachtenhuis. Ver- de emigratie van Nederlanders naar Zuid
volgens wordt Pierrot geprojecteerd in on- gelijkheden in Zuid-Afrika. Nee, hij g Afnka een hoogtepunt meemaakte en de
ze tijd. Hij is weer de man, die de klap- geen voorschot geen cent. Hij wilde fondsen van de Vereniging Zuid-Afrikaan
pen krijgt in de vorm van een verbijste- weten of er voor hem een kans van slagen sche Voorschotkas ontoereikend bleken,
rende verwarring, die zich van hem mees- wag in dat verre iand_ heeft men, overigens zonder het stam-
ter maakt als hij verloren raakt in het kapitaal aan te tasten, in vele gevallen
leven -an de twintigste eeuw. A^s beroep gaf hij op „musicus m met de dankzij de heer Simmelink verkre-
Omdat de film tekstloos wordt, zal hij de omschrijving, dat hij thuis was op de gen financiën steun verleend. Om zoveel
over de gehele wereld kunnen worden ver- viool, op de piano, op slag- en op blaas- mogelijk aan de bepalingen van het testa-
toond. De regisseur kwam twee jaar ge- instrumenten. De vereniging liet weten, ment tegemoet te komen werd uitsluitend
leden naar Amsterdam als assistent-pro- d t dereeliik veelziidig musicus V0<Jrschc't verschaft aan Groningers. De
iimrtioloirinr hii rie nnnamen van een aan- aergenjK veeizijaig musicus emigranfeni dle van het fonds profiteerden
tal Amerikaanse reclamefilms in de Cine- >n Zuid-Afrika wel plaats was. Adriaan hebben de gelden inmiddels weer aange-
tone-studio's. Simmelink gaf geen reden voor zijn emi- zuiverd.