FILATELIE
aêje-jvi.
KNAPPE
BRIDGEKNAAP
MIES DE POES EN DE VOGELS
Konijntje Knabbelgraag
EXPOSITIE VAN KINDERBOEKEN
je
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1961
Erbij
PAGINA VIER
baia* rt*
wm. w(?/.
Mr. Ed. Spanjaard
B. Dükel
<2>
0
Q
Nonnie Wiemeyer
AUSTRALIË. Ter herdenking van
de honderdste geboortedag van Dame
Nellie Melba (1861-1931), Australisch
coloratuurzangeres, zal op 20 septem
ber a.s. een postzegel van 5 d. (blauw)
worden uitgegeven. De zegel vertoont
het marmeren borstbeeld van Nellie
Melba dat werd vervaardigd door Sir
Bertram Mackennal en thans in de
National Gallery van Victoria staat.
POLEN. De Poolse posterijen heb
ben een serie van zes waarden het licht
doen zien, die gewijd is aan de scheeps-
bouwindustrie: 60 gr. trawler 1250 ton,
1,55 zl. trawler 9800 ton, 2,50 zl. coaster
900 ton, 3,40 zl. vrachtboot 6000 ton,
4 zl. vrachtboot 10300 ton en 5,60 zl.
tanker 19000 ton. De ontwerpen zijn van
Jerzy Desselberger.
ETHIOPIË. Keizer Haile Selassie van
Ethiopië en keizerin Menen waren op
30 juli j.l. vijftig jaar getrouwd. Dit
feit is onder meer gevierd door de uit
gifte van drie driehoekige postzegels,
10 cents (groen), 50 c. (blauw) en 1 dol
lar (rood), waarop het gouden bruids
paar is afgebeeld. Het keizerlijk paar
zit onder een vogel die twee trouw
ringen draagt. De oplage bedraagt
60.000 complete series.
PHILIPPIJNEN. Met toeslag ten bate
van de tuberculosebestrijding zal op
19 augustus a.s. een postzegel van 6
5 centavo in omloop worden gebracht.
Op de zegel is het Roxas-sanatorium
afgebeeld. Er zijn drie miljoen exem
plaren gedrukt.
VATICAANSTAD. De officiële krant
van het Vaticaan „Osservatore Romano"
bestaat honderd jaar. Ter herinnering
aan dit feit zijn drie postzegels ver
krijgbaar gesteld. Het zijn een 40 lire
met de titelpagina's van 1861 en 1961,
een 70 lire met het gebouw van de
krant en een 250 lire met een rotatie
pers.
VER. ARABISCHE REP. (EGYPTE).
Ter herdenking van de negende ver
jaardag van de revolutie van de 23ste
juli 1952 is een serie van vijf zegels
en een miniatuurvelletje verschenen
die betrekking hebben op het tienjaren
plan 1960-1970: 10 mills (kastanjebruin)
transport en communicatie, 10 mills
(rood) industrie en elektriciteit, 10 mills
(blauw) huizenbouw, 35 mills (groen)
landbouw en irrigatie, 35 mills (violet)
openbare diensten. Het velletje, dat een
waarde van 100 mills (licht- en don
kerbruin) heeft, symboliseert de te ver
wachten groei van het nationale in
komen over 1960-1970.
„ssasa»!
MtKKfK» «fWSMCKO*
F1DZJ1-E1LANDENOp deze eilanden,
gelegen in Polynesïé, tussen de Nieuwe
Hebriden en de Vriendschapseilanden,
is de eerste waarde van een nieuwe
serie frankeerzegels (acht stuks) in cir
culatie gebracht. Op de zegel komen
de hibicus-bloem en het ingezette por
tret van koningin Elizabeth II voor.
TOGO. In de loop van de maand
september verschijnt een serie van zes
zegels ter herdenking van de 20ste
sterfdag van Lord Baden-Powell (1857-
1941) en Daniël C. Beard (1850-1941),
de stichter van de padvindersbeweging
in Amerika. De 0,50 fr. toont het por
tret van Daniël C. Beard, de 1 fr. dat
van Baden-Powell, de 10 fr. een Togo-
lese voortrekker, de 25 fr. een Togo-
lese verkenner, de 30 fr. drie (gestileer
de) tenten die samen één tent vormen
en een kampvuur en de 100 fr. drie
handen van verschillend ras die de
padvindersgroet brengen.
De primus inter de Haarlemse schaak-
pares Spinhoven heeft een opvallende
vaardigheid in het ontwikkelen van zijn
torens op een ongebruikelijke wijze. Uw
redacteur werd daarmede reeds gecon
fronteerd in 1949, Toen ontstond de vol
gende stelling:
Zwart: SPANJAARD
cooooooocoocoooooccoocooooooocccccoocooccocooo
De toernooien om het wereldkampioen
schap dammen hebben duidelijk aange
toond dat Russen en Amerikanen het
sterkst zijn. Vóór de tweede wereldoorlog
waren het de Franse en Nederlandse mees
ters die elkaar de wereldtitel bestreden.
Toch is ook het spel van de Fransen en
Nederlanders goed vooruit gegaan.
We geven hier eens een spel zoals werd
gespeeld in het jaar 1909. Onderstaande
stelling kwam voor in het internationaal
toernooi te Parijs.
BATTEFELD
ppoooocoooooooooooocoooooocxD(X>cxx>ooooooooooooooooooooooo
ooooooooooooooooooooooooocoooooooooooooooooooo
Wit: SPINHOVEN (aan zet)
Uw stadgenoot speelde hier de voor on
dergetekende volkomen ondoorgrondelijke
zet 13) Tal-a2 Pas circa 7 zetten later
werd de bedoeling duidelijk. Er volgde:
13) Pf6-h5, 14) Pf3-g5 Ph5-f6, 15)
h3-h4 h7-h6, 16) h4-h5 Pg6-e7, 17) Pg5-h3
Dd8-c8, 18) Ph3-gl Pf6-h7, 19) g3-g4!?
Rd7xg4. 20) f2-f3 Rg4-d7, 21) Ta2-g2! en
plotseling deed de toren mede aan een
koningsaanval, welke compensatie bood
tegen de geofferde pion. Na het vervolg:
21) Kg8-h8, 22) Pgl-e2 f7-f5. 23) Thl-
gl enz. had wit een sterke torenbatterij
langs de g-lijn.
Bij het naspelen van enkele partijen van
Spinhoven bleek ons, dat die merkwaar
dige torenontwikkeling geen op zichzelf
staand geval was. Zeer opvallend is dit
in het volgende treffen:
Wit: F. A. Spinhoven
Zwart: mr. J. G. van Eybergen
Caro-Kann
1) e2-e4 c7-c6, 2) d2-d4 d7-d5, 3) Pbl-c3
d5xe4. 4) Pc3xe4 Rc8-f5, 5) Pe4-g3 Rf5-g6,
6) Rfl-c4 e7-e6. Exacter is 6) Pf6,
hetgeen aanstonds duidelijk wordt. 7) h2-
h4 h7-h6, 8) Pgl-e2 Deze paardont-
wikkeling biedt voordelen boven Pf3, om
dat het paard nu naar f4 kan. waar het
bijzonder sterk staat. Daarom had zwart
op de zesde zet beter Pf6 kunnen spelen;
dan toch zou na 7) h4 h6. 8) Pge2
krachtig e7-e5 mogelijk zijn (9) d5Ddl:f
benevens Pg4 enz.) 8) Rf8-d6. 9) Pe2-
f4 Rd6xf4. Deze afruil van de goede loper
tegen een paard is geen aangenaam besluit
voor zwart en vloeit voort uit bovenver
melde onnauwkeurigheid. 10) Rclxf4 Pg8-
f6. Het verschil met 6) Pf6 is nu wel
zonneklaar. 11) c2-c3 Pb8-d7, 12) h4-h5
Rg6-h7.
Zwart: VAN EYBERGEN
^pOOOOOOOOCOOOOCKXy^^-ooOOCOr^^OOOOOOCGO:
00000000c00000000000c)0000000000000000000000000000000c5000
FABRE
Zwart: 8, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 21, 23, 24.
Wit: 27, 28, 30, 32, 35, 37, 38, 39, 41, 48.
Indien schijf 41 op 33 wordt geplaatst
met wit aan zet, is het een Woldoubystand.
Nu is het een echte klassieke stand waarin
zwart tempinadeel heeft. De eerste zet
van zwart 14-20 wijst in de richting van
bewegingsvrijheid.
1) 14-20. 2) 41-36 23-29. Brengt leven
in het spel. Op 30-25 volgt de plakker 18-22
25x34 22x44. 3) 28-22 21-26? Een blunder,
waardoor zwart de partij kan verliezen.
Het beste voor zwart was het offer 29-33
39x28 20-25. Na 22-17 kan wit stuk winnen,
doch zwart heeft na 25x34 17x26 eerder
voordeel dan nadeel. 4) 39-34 29x40. 5)
35x44 24x35. 6) 27-21 26x28. 7) 32x25 13-19.
8) 25-20 18-23. 9) 48-43 23-29. Dit eindspel
liep tijdens het toernooi remise doch een
hoofdklassespeler wint zonder veel moeite
dit afspel. 10) 37-32 19-23. 11) 20-14 29-34.
12) 43-39 34x43. 13) 38x49 23-29. Stand van
het eindspel: 8, 12, 16, 29, 35; wit: 14, 32,
36, 44, 49.
X>0000000CO0000000CX30000000000000O00ro0rv-O0C'j0C
Wit: SPINHOVEN (aan zet)
Welke zetten komen nu in aanmerking?
De doorsneeschaker zou hier kiezen tussen
Dd2. De2. Df3 of 0-0. Niet aldus Spinhoven.
Hij vervolgde met: 13) Pg3fl en tekent
daarbij aan. dat zijn voornaamste over
weging was het openen van de mogelijk
heid. Thl na de korte rochade van zwart
via h3 naar g3 te brengen Dus wederom
een zeer merkwaardige wijze van activeren
van de toren! 13) Pf6-d5. Beter was
hier c6-c5 of Pd7-b6-d5. 14) Rc4xd5! c6xd5.
15) Thl-h3! Daar komt hij! 15)
Dd8-b6. 16) Ddl-e2 Ta8-c8 Beide rochades
stuiten op bezwaren; na 0-0 volgt Tg3; na
0-0-0 breekt wit met c3-c4 de damevleugel
open 17) Th3g3 Th8-g8, 18) Pfl-e3
Dreigt reeds 19) Pd5:. een mogelijkheid
met welke zwart in de komende phase
=teeds rekening moet houden 18) Pd7-
f6 19) Rf4-e5 Ke8-d7 Er dreigde Rf6:t
Pd5: De zwarte situatie wordt precair. 20)
Tg3-f3 Rh7-e4 21) Tf3-f4 Kd7-e7. 22) f2-f3
Pf6xh5. 23) Tf4-h4 Het einde van het
originele torenmanoeuvre Thl-h3-g3-f3-f4-
h4 en tevens het einde van de partij. Zwart
kan n.l. stukverlies niet voorkomen wegens
23) Rg6. 24) g4-Pf6. 25) Rf6: Kf6:
(gf6: 26) Pd5:t), 26) Pd5:t ed5: 27) De5
mat! en capituleerde derhalve.
Volgende week een derde specimen van
Spinhoven's torencapriolen.
000000000^^0000000000000000000000000000000000000000000000
Wit aan zet vervolgde met 44-40? en het
spel werd remise.
Vanuit de cijferstand is de winst vrij
eenvoudig door op een overmachteindspel
aan te sturen. Daarom moet 24-10 29-34
10-5 34-40 5-28 of 5-23 en de winst volgt.
13) 44-40 35x44. 14) 49-40 29-33. 15) 40-34
16-21. 16) 14-9 21-27. 17) 32x21 en remise
gegeven.
Stand 8, 12, 33. Wit 9, 21, 34, 36 met zwart
aan zet welke 33-38 moet wordt na 21-16
38-43 9-3 43-49 door een bekwaam hoofd
klassespeler tot winst gebracht.
Tot slot een partij uit hetzelfde toernooi
tussen reeds twee overleden oud-wereld
kampioenen Fabre (wit)Weiss (zwart).
1) 31-27 17-22. 2) 37-31 19-23. 3) 31-26
22x31. 4) 26x37 14-19. 5) 36-31 10-14. 6)
34-29 23x34. 7) 39x30 20-25. 8) 44-39 25x34.
9) 39x30 15-20. 10) 30-25 18-23. 11) 32-28
23x32. 12) 37x28 20-24. 13) 41-37 12-18.
14) 37-32 11-17. 15) 46-41 18-23. 16) 41-37
5-10. 17) 50-44 10-15. 18) 44-39 8-12. 19)
31-27 12-18. 20) 47-41 7-12. 21) 41-36 2-8.
22) 39-34 6-11. 23) 43-39 1-6. 24) 49-43 14-20.
25) 25x14 9x20. 26) 34-29 23x34. 27) 40x29
17-22. 28) 28x17 11x31. 29) 36x27 20-25.
30) 29x20 15x24. Tot zover is er goed ge
speeld. In het volgende gedeelte maakt
wit een fout, verloor een stuk en daarna
de partij. 31) 32-28 18-23. 32) 37-32 12-17.
33) 42-37 17-21.
Stand na de 33ste zet van zwart:
Antwoord op wekelijkse bridgevraag:
Elk spel is te goed om erop te passen,
maar steeds is het de vraag of men er
1 Sansatout dan wel 2 harten op moet
zeggen. Op spel a) is 1 SA het beste er
is schoppendekking en de hartensteun is
kort. Op spel b) kan men niets anders doen
dan 2 harten bieden; het is niet juist om
zónder dekking in de kleur der tegenpartij
1 SA te zeggen .Spel c) tenslotte heeft een
vrij goede vierkaartsteun in troef en in
zo'n geval heeft kleursteun de voorkeur
boven 1 SA. Zou de partner over 2 harten
nog verder bieden, dan kan zuid later
eventueel nog een bod in Sansatout doen.
Het toernooiboek, dat de American Con
tract Bridge League zojuist heeft doen
verschijnen (2 dollar 50 ct; 33 W. 60th. Str.
New York N.Y.) toont de volledige be
schrijving van een groot aantal spellen,
gespeeld in april 1961 tussen Italië, de Ver
enigde Staten, Frankrijk en Argentinië.
Uit het vele leerzame en wetenswaardige
van dit boek toon ik u één spel uit de
match Frankrijk—Verenigde Staten een
spel dat door elke wedstrijdbridger met
gemengde gevoelens zal worden gadege
slagen.
B 2
<7 10 9 5
O H V B 8 6 4
A 4
10
7 6 5
H
V 8 7
O
10
H
V 8 2
W O
A
H
A
B 6
7
6 3
B
10 6
ooooooooooooooooooooooocoooooooooooooooooooooooooooooooo
Zwart: 3, 4, 6, 8, 13, 16, 19, 21, 23, 24, 25.
Wit: 27, 28, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 43, 45, 48.
Het beste is voor wit 37-31. In de partij
deed wit de uitval 34) 27-22 6-11. 35) 39-34?
Het beste is 45-40-34. 35) 11-17. 36)
22x11 16x7. Nu dreigt 21-27. Op 37-31 volgt
24-30 en 21-26. Wit moest dus stuk offeren
met 34-29 23x34 en verloor na 43-39 34x43
48x39 door 21-27 en 19-23.
3 2
V 9 8 4 3
V? 4
O A 9 5
9 7 5 3
Zuid was gever, OW waren kwetsbaar.
Toen de Amerikanen de NZ-plaatsen be
zetten, begonnen zuid en west te passen,
noord opende met 3 ruiten. Ghestem, de
Franse speler op de oostplaats, bood daar
op 3 harten een zéér moedig bod, waar
bij een zekere dosis geluk onontbeerlijk
was. Want als wij de zuid- en westspellen
eens omwisselen, had Ghestem zijn 3 har
tenbod danig kunnen betreuren en was
elk Frans eindcontract tenminste gedou
bleerd 2 down gegaan, zonder dat er voor
NZ een manchebod te maken was geweest.
Nu echter ging het na 3 ruiten van
noord en 3 harten van oost verder 5 rui
ten bij zuid, tactisch een slim bod, dat west
vrijwel dwong tot een bod van 5 harten.
Ik veronderstel, dat Ghestem (oost) bij het
horen van partners 5 hartenbod weinig
verheugd was, doch hij kreeg precies de
goede kaarten bij west mee en won het
contract voor een score van 650 punten.
Aan de tafel II pasten zuid en west ook,
waarop de Fransman Trézel (noord) een
„psychologisch" bod van 1 harten plaatste,
oost paste, zuid 1 schoppen, west paste,
noord 2 ruiten waarop oost en zuid
pasten. West echter was terecht met
deze gang van zaken niet erg tevreden en
doubleerde, welk doublet men een uitge
steld informatiedoublet zou kunnen noe
men. Noord bood nog eens 3 ruiten, maar
oost voelde nu nattigheid en zei 3 harten,
zuid paste en west maakte er 4 harten van.
Nog was de biedstrijd niet ten einde^
want noord besloot een redbod te doen van
5 ruiten gedoubleerd door oost en ieder
een paste.
Oost kwam met troef uit, noord won en
speelde schoppen 2 na, die oost won. Oost
vervolgde met klaverenboer, noord won
met de aas. Noord speelde toen harten,
oost nam en hierna probeerden OW twee
slagen in klaveren te maken noord
troefde de tweede echter af. Noord kon nu
een hartentje in zuid troeven en trok toen
schoppen na, genomen door oost; oost
speelde troef en NZ waren dus 3 down
gedoubleerd gegaan. De Amerikanen won
nen dus slechts 500 punten terug en in
totaal bleef er voor Frankrijk 150 over
4 nieuwe matchpunten.
Toch hebben naar mijn mening de Fran
sen wel zéér grote risico's genomen om
deze kleine winst te boeken.
De uit '44 spellen bestaande wedstrijd
werd tenslotte met 262236 door de Ver
enigde Staten gewonnen.
Bridgevraag dezer week: Noord gever,
niemand kwetsbaar. Noord opent 1 harten
oost biedt 1 schoppen wat moet zuid
bieden met elk der volgende spellen?
a) A 10 3 C H 8 4 0752 B 8 6 3
b) 4» 7 5 2 C H 8 4 OA 10 3 B 8 6 3
c) A 10 3 CB863 OH84 *752
Antwoorden elders op deze bladzijde.
MARK LEAKE, zes jaar oud, heeft met
Kerstmis verleden jaar bridgen geleerd.
Verleden week speelde hij in Washington.
Er werden een paar boeken op een stoel
gestapeld, zodat de knaap plaats kon ne
men aan de bridgetafel. Hij glimlachte te
gen de man aan de overkant die zijn part
ner zou zijn. Met moeite de dertien kaar
ten in zijn kleine handen houdend, zei hij
na enig fronsen: „Eén ruit."
DE SPELER aan zijn linkerhand paste,
waarna Mark's partner „één schoppen"
bood. Mark maakte er twee harten van en
zijn partner verhoogde het bod tot vier
harten. De twee andere spelers pasten,
waarop het spel begon. Een schoppenkaart
werd op tafel gelegd. Mark won de slag
van tafel. Hij won de volgende twee met
azen uit zijn hand, en troefde over en
weer schoppen en ruiten tot hij de nodige
tien slagen had gewonnen. Zijn partner
hielp hem slechts één maal.
TOEN HET SPEL UIT was glimlachte de
man en zei dat mark nog steeds zijn beste
partner was. Mark's partner was Charles
Goren, erkend meester op het gebied van
contract bridge in Amerika. Mark, een jon
gen uit Memphis, Tennessee, is het jong
ste lid van de American Contract Bridge
League. Hij heeft bij bridgen slechts één
probleem en dat zijn zijn handen. Die zijn
nog niet groot genoeg om de kaarten goed
vast te houden.
ALLE VOGELS UIT DE buurt wa
ren geweldig van streek. Geen wonder,
want Mies de poes had misschien wel
voor de dertigste keer een vogeltje op
gegeten. Geen vogel durfde er 's nachts
nog te gaan slapen, want ze waren bang
dat dan Mies zou komen om ze te pak
ken.
Doordat de vogels niet meer sliepen
werden ze mopperig en ontevreden; de
lijster zong niet meer, de mus wilde
niet meer tsjilpen en de zwaluw was
verhuisd.
„Waarom doet de burgemeester
niets?" zeiden de vogels, „waarom
hebben we een burgemeester? Toch ze
ker om te zorgen dat wij rustig kunnen
leven! De burgemeester wil wel iedere
week een lekkere wurm belasting heb
ben, maar hij doet er niets voor!"
Ja, de dieren waren werkelijk erg
kwaad op burgemeester Swartpack.
Swartpack was een deftige kraai, die
burgemeester was geworden omdat al
le vogels vonden dat hij er het beste
geschikt voor was. Hij had immers al
een deftig zwart pak aan en dan daar
bij, hij was sterk en slim!
De kraai had het best gevonden dat
de dieren hem als burgemeester geko
zen hadden, maar dan wilde hij iedere
week een vette pier beloning hebben.
Nu, dat betaalden de vogels hem graag.
Toen had de burgemeester zijn naam
een beetje deftiger gemaakt. Vroeger
heette hij gewoon Gerrit Zwartpak maar
dat had hij veranderd in Gérard Swart
pack, omdat dat mooier en deftiger
klonk. Maar wat hadden de vogels aan
een burgemeester met een deftige naam
als die niet eens kon zorgen dat ze
rustig konden gaan slapen? Iedere nacht
waren ze bang dat ze in de buik van
Mies de poes wakker zouden worden.
Op een dag vonden de vogels dat het
nu welletjes was en ze gingen met hon
derden naar Swartpack.
ALLE DIEREN begonnen de burge
meester te roepen en eindelijk kwam
hij uit de schoorsteen te voorschijn.
„Wat willen jullie?" vroeg de burge
meester knorrig, want hij wilde juist
gaan slapen.
„Wij willen dat u zorgt dat we rustig
kunnen slapen!" riepen de vogels.
„Haal de kat weg!" schreeuwde de
ekster, die zelf burgemeester had wil
len worden.
„Ik doe mijn best al," loog de bur
gemeester, want hij had nog helemaal
niets gedaan. „Ik doe mijn best, maar
ik heb te weinig politievogels." Daar
had de burgemeester gelijk ih, want hij
had er maar twee; een kauw met één
poot en een spreeuw die veel te dik en
te vet was om te vliegen.
„Dat kan ons niets schelen," riepen
de boos geworden vogels weer. „Dan
moet u zelf de kat maar gaan wegja
gen."
„Ik beloof jullie dat ik ernstig over
de kat zal nadenken," riep de burge
meester. Maar dat was niet waar, de
burgemeester wilde alleen maar gaan
slapen en daarom ging hij weer in zijn
schoorsteen, waar de kat toch niet kon
komen.
Nu waren de vogels nóg niet gehol
pen, maar opeens kwam het kleine
roodborstje met een goed plan;
„Luister eens," zei het mooie vogel
tje, „ik heb eens heel goed nagedacht
en nu weet ik, hoe het komt dat die
poes steeds maar vogeltjes kan van
gen."
Verbaasd en ongelovig keken de an
dere vogels naar het kleine roodborstje.
Wie had dat van dat kleine ding ge
dacht!"
„Hoe komt dat dan?" vroeg een mus
nieuwsgierig.
„Dat komt omdat die poes zo zacht
loopt dat we hem niet horen aanko
men," zei het roodborstje.
Nu werden de andere vogels een beet
je kwaad. „Dat wisten we allang dom
merik," riepen ze. Maar het roodborstje
werd helemaal niet verlegen en zei:
„Maar als we dan zorgen dat we hem
wél horen komen, dan kunnen we ten
minste rustig slapen."
NU WAREN DE ANDERE vogels stil
van verbazing, want daar had nog nie
mand aan gedacht.
„Kijk", zei het roodborstje, „als de
ekster nou eens op zoek gaat naar een
bel. Dat kan hij best denk ik."
„Natuurlijk," riep de ekster trots,
„laat dat maar aan mij over. Wacht
maar ik kom gauw terug."
En werkelijk, de ekster kwam al spoe
dig terug/fnet een mooi, rond belletje,
dat helder tingelde.
„Mooi," zei het roodborstje, „als de
poes slaapt, dan moeten twee spreeu
wen de bel om de nek van de kat bin
den. Spreeuwen zijn daar brutaal ge
noeg voor."
De spreeuwen vondep het eigenlijk
niets leuk, want ze waren een beetje
erg bang, maar dat wilden ze niet la
ten merken.
De lijster zou gaan kijken of de kat
al sliep. En ja hoor, na een tijdje kwam
zij zeggen dat Mies de poes heerlijk lag
te dromen in een tuintje. Nu gingen de
spreeuwen naar Mies toe, ze hadden van
een waslijn een touwtje meegenomen.
Heel voorzichtig bonden ze nu het bel
letje om de nek van de poes, die rustig
door bleef slapen.
EINDELIJK WAREN de twee spreeu
wen klaar. Alle vogels gingen nu op de
schutting van het tuintje zitten en be
gonnen heel hard te roepen. Daar werd
de kat wakker van. Langzaam rekte hij
zich uit en meteen hoorden de vogels
het belletje rinkelen. De poes keek heel
verbaasd naar dat gekke ding om zijn
nek, en probeerde het af te doen, maar
dat lukte niet.
Wat waren de vogels blij. Ze zochten
gauw een lekker slaapplaatsje uit en
gingen meteen slapen.
Nu kon de kat geen vogeltjes meer
vangen, want als hij er aankwam dan
riepen alle vogels: „Mies de poes, Mies
de poes" en dan vloog alles weg.
En de burgemeester?
Die kreeg nooit meer een wurm, want
hij werkte er niet voor. Als de vogels
voortaan raad nodig hadden, gingen ze
naar het roodborstje..
Jan Nelissen
Klein konijntje „Knabbelgraag",
Wat heb jij gedaan vandaag?...
Jij sloop van je hoge duin,
En sprong stiekum in mijn tuin
En wat deed je daar schavuit?...
Kattekwaad voerde je uit
Loerend keek je in het rond,
Tot je fijn wat lekkers vond...,
Klaverblaadjes, sappig-groen
Gulzigaard, wat dééd je toen?
Knabbel knabbel alles kaal,
En toen... ging je aan de haal...!"
„Zeg konijntje „Knabbelgraag"
Heb je al genoeg vandaag?
Kom gerust nóg maar een keer,
In mijn tuintje staat nog meer:
Wortels, kropsla, rond en vet,
„Knabbelgraagje", opgelet
Ik zet een bakje voor je klaar
En dan stouterd smullen maar
Eet je buik maar dik en rond,
Maar maak het niet al te bont
Want dan... spring ik in mijn tuin,
En verjaag je naar je duin!
OP HET OGENBLIK wordt in een
bibliotheek te Birmingham een ten
toonstelling van kinderboeken ge
houden. De tentoonstelling duurt tot
4 september a.s. en ze laat zien, dat
kinderen in de gehele wereld een
grote overeenkomst vertonen. Rus
sische kinderen bijvoorbeeld lezen
met plezier „The Three Bears", ter
wijl Franse kinderen de vreugde van
het bouwen van het huis van stro
leren door Jiet lezen van „The Three
Little Pigs In feite is het enige ver
schil in kinderboeken de wijze, waar
op ze worden uitgegeven. Illustraties
in boeken uit Oost-Duitsland bijvoor
beeld vertonen overeenkomst met il
lustraties, zoals die dertig jaar ge
leden in Engelse kinderboeken voor
kwamen, terwijl illustraties in West-
duitse kinderboeken duidelijk een
Amerikaanse invloed hebben onder
gaan.
4