FILATELIE aêje-jvi. KNAPPE BRIDGEKNAAP MIES DE POES EN DE VOGELS Konijntje Knabbelgraag EXPOSITIE VAN KINDERBOEKEN je ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1961 Erbij PAGINA VIER baia* rt* wm. w(?/. Mr. Ed. Spanjaard B. Dükel <2> 0 Q Nonnie Wiemeyer AUSTRALIË. Ter herdenking van de honderdste geboortedag van Dame Nellie Melba (1861-1931), Australisch coloratuurzangeres, zal op 20 septem ber a.s. een postzegel van 5 d. (blauw) worden uitgegeven. De zegel vertoont het marmeren borstbeeld van Nellie Melba dat werd vervaardigd door Sir Bertram Mackennal en thans in de National Gallery van Victoria staat. POLEN. De Poolse posterijen heb ben een serie van zes waarden het licht doen zien, die gewijd is aan de scheeps- bouwindustrie: 60 gr. trawler 1250 ton, 1,55 zl. trawler 9800 ton, 2,50 zl. coaster 900 ton, 3,40 zl. vrachtboot 6000 ton, 4 zl. vrachtboot 10300 ton en 5,60 zl. tanker 19000 ton. De ontwerpen zijn van Jerzy Desselberger. ETHIOPIË. Keizer Haile Selassie van Ethiopië en keizerin Menen waren op 30 juli j.l. vijftig jaar getrouwd. Dit feit is onder meer gevierd door de uit gifte van drie driehoekige postzegels, 10 cents (groen), 50 c. (blauw) en 1 dol lar (rood), waarop het gouden bruids paar is afgebeeld. Het keizerlijk paar zit onder een vogel die twee trouw ringen draagt. De oplage bedraagt 60.000 complete series. PHILIPPIJNEN. Met toeslag ten bate van de tuberculosebestrijding zal op 19 augustus a.s. een postzegel van 6 5 centavo in omloop worden gebracht. Op de zegel is het Roxas-sanatorium afgebeeld. Er zijn drie miljoen exem plaren gedrukt. VATICAANSTAD. De officiële krant van het Vaticaan „Osservatore Romano" bestaat honderd jaar. Ter herinnering aan dit feit zijn drie postzegels ver krijgbaar gesteld. Het zijn een 40 lire met de titelpagina's van 1861 en 1961, een 70 lire met het gebouw van de krant en een 250 lire met een rotatie pers. VER. ARABISCHE REP. (EGYPTE). Ter herdenking van de negende ver jaardag van de revolutie van de 23ste juli 1952 is een serie van vijf zegels en een miniatuurvelletje verschenen die betrekking hebben op het tienjaren plan 1960-1970: 10 mills (kastanjebruin) transport en communicatie, 10 mills (rood) industrie en elektriciteit, 10 mills (blauw) huizenbouw, 35 mills (groen) landbouw en irrigatie, 35 mills (violet) openbare diensten. Het velletje, dat een waarde van 100 mills (licht- en don kerbruin) heeft, symboliseert de te ver wachten groei van het nationale in komen over 1960-1970. „ssasa»! MtKKfK» «fWSMCKO* F1DZJ1-E1LANDENOp deze eilanden, gelegen in Polynesïé, tussen de Nieuwe Hebriden en de Vriendschapseilanden, is de eerste waarde van een nieuwe serie frankeerzegels (acht stuks) in cir culatie gebracht. Op de zegel komen de hibicus-bloem en het ingezette por tret van koningin Elizabeth II voor. TOGO. In de loop van de maand september verschijnt een serie van zes zegels ter herdenking van de 20ste sterfdag van Lord Baden-Powell (1857- 1941) en Daniël C. Beard (1850-1941), de stichter van de padvindersbeweging in Amerika. De 0,50 fr. toont het por tret van Daniël C. Beard, de 1 fr. dat van Baden-Powell, de 10 fr. een Togo- lese voortrekker, de 25 fr. een Togo- lese verkenner, de 30 fr. drie (gestileer de) tenten die samen één tent vormen en een kampvuur en de 100 fr. drie handen van verschillend ras die de padvindersgroet brengen. De primus inter de Haarlemse schaak- pares Spinhoven heeft een opvallende vaardigheid in het ontwikkelen van zijn torens op een ongebruikelijke wijze. Uw redacteur werd daarmede reeds gecon fronteerd in 1949, Toen ontstond de vol gende stelling: Zwart: SPANJAARD cooooooocoocoooooccoocooooooocccccoocooccocooo De toernooien om het wereldkampioen schap dammen hebben duidelijk aange toond dat Russen en Amerikanen het sterkst zijn. Vóór de tweede wereldoorlog waren het de Franse en Nederlandse mees ters die elkaar de wereldtitel bestreden. Toch is ook het spel van de Fransen en Nederlanders goed vooruit gegaan. We geven hier eens een spel zoals werd gespeeld in het jaar 1909. Onderstaande stelling kwam voor in het internationaal toernooi te Parijs. BATTEFELD ppoooocoooooooooooocoooooocxD(X>cxx>ooooooooooooooooooooooo ooooooooooooooooooooooooocoooooooooooooooooooo Wit: SPINHOVEN (aan zet) Uw stadgenoot speelde hier de voor on dergetekende volkomen ondoorgrondelijke zet 13) Tal-a2 Pas circa 7 zetten later werd de bedoeling duidelijk. Er volgde: 13) Pf6-h5, 14) Pf3-g5 Ph5-f6, 15) h3-h4 h7-h6, 16) h4-h5 Pg6-e7, 17) Pg5-h3 Dd8-c8, 18) Ph3-gl Pf6-h7, 19) g3-g4!? Rd7xg4. 20) f2-f3 Rg4-d7, 21) Ta2-g2! en plotseling deed de toren mede aan een koningsaanval, welke compensatie bood tegen de geofferde pion. Na het vervolg: 21) Kg8-h8, 22) Pgl-e2 f7-f5. 23) Thl- gl enz. had wit een sterke torenbatterij langs de g-lijn. Bij het naspelen van enkele partijen van Spinhoven bleek ons, dat die merkwaar dige torenontwikkeling geen op zichzelf staand geval was. Zeer opvallend is dit in het volgende treffen: Wit: F. A. Spinhoven Zwart: mr. J. G. van Eybergen Caro-Kann 1) e2-e4 c7-c6, 2) d2-d4 d7-d5, 3) Pbl-c3 d5xe4. 4) Pc3xe4 Rc8-f5, 5) Pe4-g3 Rf5-g6, 6) Rfl-c4 e7-e6. Exacter is 6) Pf6, hetgeen aanstonds duidelijk wordt. 7) h2- h4 h7-h6, 8) Pgl-e2 Deze paardont- wikkeling biedt voordelen boven Pf3, om dat het paard nu naar f4 kan. waar het bijzonder sterk staat. Daarom had zwart op de zesde zet beter Pf6 kunnen spelen; dan toch zou na 7) h4 h6. 8) Pge2 krachtig e7-e5 mogelijk zijn (9) d5Ddl:f benevens Pg4 enz.) 8) Rf8-d6. 9) Pe2- f4 Rd6xf4. Deze afruil van de goede loper tegen een paard is geen aangenaam besluit voor zwart en vloeit voort uit bovenver melde onnauwkeurigheid. 10) Rclxf4 Pg8- f6. Het verschil met 6) Pf6 is nu wel zonneklaar. 11) c2-c3 Pb8-d7, 12) h4-h5 Rg6-h7. Zwart: VAN EYBERGEN ^pOOOOOOOOCOOOOCKXy^^-ooOOCOr^^OOOOOOCGO: 00000000c00000000000c)0000000000000000000000000000000c5000 FABRE Zwart: 8, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 21, 23, 24. Wit: 27, 28, 30, 32, 35, 37, 38, 39, 41, 48. Indien schijf 41 op 33 wordt geplaatst met wit aan zet, is het een Woldoubystand. Nu is het een echte klassieke stand waarin zwart tempinadeel heeft. De eerste zet van zwart 14-20 wijst in de richting van bewegingsvrijheid. 1) 14-20. 2) 41-36 23-29. Brengt leven in het spel. Op 30-25 volgt de plakker 18-22 25x34 22x44. 3) 28-22 21-26? Een blunder, waardoor zwart de partij kan verliezen. Het beste voor zwart was het offer 29-33 39x28 20-25. Na 22-17 kan wit stuk winnen, doch zwart heeft na 25x34 17x26 eerder voordeel dan nadeel. 4) 39-34 29x40. 5) 35x44 24x35. 6) 27-21 26x28. 7) 32x25 13-19. 8) 25-20 18-23. 9) 48-43 23-29. Dit eindspel liep tijdens het toernooi remise doch een hoofdklassespeler wint zonder veel moeite dit afspel. 10) 37-32 19-23. 11) 20-14 29-34. 12) 43-39 34x43. 13) 38x49 23-29. Stand van het eindspel: 8, 12, 16, 29, 35; wit: 14, 32, 36, 44, 49. X>0000000CO0000000CX30000000000000O00ro0rv-O0C'j0C Wit: SPINHOVEN (aan zet) Welke zetten komen nu in aanmerking? De doorsneeschaker zou hier kiezen tussen Dd2. De2. Df3 of 0-0. Niet aldus Spinhoven. Hij vervolgde met: 13) Pg3fl en tekent daarbij aan. dat zijn voornaamste over weging was het openen van de mogelijk heid. Thl na de korte rochade van zwart via h3 naar g3 te brengen Dus wederom een zeer merkwaardige wijze van activeren van de toren! 13) Pf6-d5. Beter was hier c6-c5 of Pd7-b6-d5. 14) Rc4xd5! c6xd5. 15) Thl-h3! Daar komt hij! 15) Dd8-b6. 16) Ddl-e2 Ta8-c8 Beide rochades stuiten op bezwaren; na 0-0 volgt Tg3; na 0-0-0 breekt wit met c3-c4 de damevleugel open 17) Th3g3 Th8-g8, 18) Pfl-e3 Dreigt reeds 19) Pd5:. een mogelijkheid met welke zwart in de komende phase =teeds rekening moet houden 18) Pd7- f6 19) Rf4-e5 Ke8-d7 Er dreigde Rf6:t Pd5: De zwarte situatie wordt precair. 20) Tg3-f3 Rh7-e4 21) Tf3-f4 Kd7-e7. 22) f2-f3 Pf6xh5. 23) Tf4-h4 Het einde van het originele torenmanoeuvre Thl-h3-g3-f3-f4- h4 en tevens het einde van de partij. Zwart kan n.l. stukverlies niet voorkomen wegens 23) Rg6. 24) g4-Pf6. 25) Rf6: Kf6: (gf6: 26) Pd5:t), 26) Pd5:t ed5: 27) De5 mat! en capituleerde derhalve. Volgende week een derde specimen van Spinhoven's torencapriolen. 000000000^^0000000000000000000000000000000000000000000000 Wit aan zet vervolgde met 44-40? en het spel werd remise. Vanuit de cijferstand is de winst vrij eenvoudig door op een overmachteindspel aan te sturen. Daarom moet 24-10 29-34 10-5 34-40 5-28 of 5-23 en de winst volgt. 13) 44-40 35x44. 14) 49-40 29-33. 15) 40-34 16-21. 16) 14-9 21-27. 17) 32x21 en remise gegeven. Stand 8, 12, 33. Wit 9, 21, 34, 36 met zwart aan zet welke 33-38 moet wordt na 21-16 38-43 9-3 43-49 door een bekwaam hoofd klassespeler tot winst gebracht. Tot slot een partij uit hetzelfde toernooi tussen reeds twee overleden oud-wereld kampioenen Fabre (wit)Weiss (zwart). 1) 31-27 17-22. 2) 37-31 19-23. 3) 31-26 22x31. 4) 26x37 14-19. 5) 36-31 10-14. 6) 34-29 23x34. 7) 39x30 20-25. 8) 44-39 25x34. 9) 39x30 15-20. 10) 30-25 18-23. 11) 32-28 23x32. 12) 37x28 20-24. 13) 41-37 12-18. 14) 37-32 11-17. 15) 46-41 18-23. 16) 41-37 5-10. 17) 50-44 10-15. 18) 44-39 8-12. 19) 31-27 12-18. 20) 47-41 7-12. 21) 41-36 2-8. 22) 39-34 6-11. 23) 43-39 1-6. 24) 49-43 14-20. 25) 25x14 9x20. 26) 34-29 23x34. 27) 40x29 17-22. 28) 28x17 11x31. 29) 36x27 20-25. 30) 29x20 15x24. Tot zover is er goed ge speeld. In het volgende gedeelte maakt wit een fout, verloor een stuk en daarna de partij. 31) 32-28 18-23. 32) 37-32 12-17. 33) 42-37 17-21. Stand na de 33ste zet van zwart: Antwoord op wekelijkse bridgevraag: Elk spel is te goed om erop te passen, maar steeds is het de vraag of men er 1 Sansatout dan wel 2 harten op moet zeggen. Op spel a) is 1 SA het beste er is schoppendekking en de hartensteun is kort. Op spel b) kan men niets anders doen dan 2 harten bieden; het is niet juist om zónder dekking in de kleur der tegenpartij 1 SA te zeggen .Spel c) tenslotte heeft een vrij goede vierkaartsteun in troef en in zo'n geval heeft kleursteun de voorkeur boven 1 SA. Zou de partner over 2 harten nog verder bieden, dan kan zuid later eventueel nog een bod in Sansatout doen. Het toernooiboek, dat de American Con tract Bridge League zojuist heeft doen verschijnen (2 dollar 50 ct; 33 W. 60th. Str. New York N.Y.) toont de volledige be schrijving van een groot aantal spellen, gespeeld in april 1961 tussen Italië, de Ver enigde Staten, Frankrijk en Argentinië. Uit het vele leerzame en wetenswaardige van dit boek toon ik u één spel uit de match Frankrijk—Verenigde Staten een spel dat door elke wedstrijdbridger met gemengde gevoelens zal worden gadege slagen. B 2 <7 10 9 5 O H V B 8 6 4 A 4 10 7 6 5 H V 8 7 O 10 H V 8 2 W O A H A B 6 7 6 3 B 10 6 ooooooooooooooooooooooocoooooooooooooooooooooooooooooooo Zwart: 3, 4, 6, 8, 13, 16, 19, 21, 23, 24, 25. Wit: 27, 28, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 43, 45, 48. Het beste is voor wit 37-31. In de partij deed wit de uitval 34) 27-22 6-11. 35) 39-34? Het beste is 45-40-34. 35) 11-17. 36) 22x11 16x7. Nu dreigt 21-27. Op 37-31 volgt 24-30 en 21-26. Wit moest dus stuk offeren met 34-29 23x34 en verloor na 43-39 34x43 48x39 door 21-27 en 19-23. 3 2 V 9 8 4 3 V? 4 O A 9 5 9 7 5 3 Zuid was gever, OW waren kwetsbaar. Toen de Amerikanen de NZ-plaatsen be zetten, begonnen zuid en west te passen, noord opende met 3 ruiten. Ghestem, de Franse speler op de oostplaats, bood daar op 3 harten een zéér moedig bod, waar bij een zekere dosis geluk onontbeerlijk was. Want als wij de zuid- en westspellen eens omwisselen, had Ghestem zijn 3 har tenbod danig kunnen betreuren en was elk Frans eindcontract tenminste gedou bleerd 2 down gegaan, zonder dat er voor NZ een manchebod te maken was geweest. Nu echter ging het na 3 ruiten van noord en 3 harten van oost verder 5 rui ten bij zuid, tactisch een slim bod, dat west vrijwel dwong tot een bod van 5 harten. Ik veronderstel, dat Ghestem (oost) bij het horen van partners 5 hartenbod weinig verheugd was, doch hij kreeg precies de goede kaarten bij west mee en won het contract voor een score van 650 punten. Aan de tafel II pasten zuid en west ook, waarop de Fransman Trézel (noord) een „psychologisch" bod van 1 harten plaatste, oost paste, zuid 1 schoppen, west paste, noord 2 ruiten waarop oost en zuid pasten. West echter was terecht met deze gang van zaken niet erg tevreden en doubleerde, welk doublet men een uitge steld informatiedoublet zou kunnen noe men. Noord bood nog eens 3 ruiten, maar oost voelde nu nattigheid en zei 3 harten, zuid paste en west maakte er 4 harten van. Nog was de biedstrijd niet ten einde^ want noord besloot een redbod te doen van 5 ruiten gedoubleerd door oost en ieder een paste. Oost kwam met troef uit, noord won en speelde schoppen 2 na, die oost won. Oost vervolgde met klaverenboer, noord won met de aas. Noord speelde toen harten, oost nam en hierna probeerden OW twee slagen in klaveren te maken noord troefde de tweede echter af. Noord kon nu een hartentje in zuid troeven en trok toen schoppen na, genomen door oost; oost speelde troef en NZ waren dus 3 down gedoubleerd gegaan. De Amerikanen won nen dus slechts 500 punten terug en in totaal bleef er voor Frankrijk 150 over 4 nieuwe matchpunten. Toch hebben naar mijn mening de Fran sen wel zéér grote risico's genomen om deze kleine winst te boeken. De uit '44 spellen bestaande wedstrijd werd tenslotte met 262236 door de Ver enigde Staten gewonnen. Bridgevraag dezer week: Noord gever, niemand kwetsbaar. Noord opent 1 harten oost biedt 1 schoppen wat moet zuid bieden met elk der volgende spellen? a) A 10 3 C H 8 4 0752 B 8 6 3 b) 4» 7 5 2 C H 8 4 OA 10 3 B 8 6 3 c) A 10 3 CB863 OH84 *752 Antwoorden elders op deze bladzijde. MARK LEAKE, zes jaar oud, heeft met Kerstmis verleden jaar bridgen geleerd. Verleden week speelde hij in Washington. Er werden een paar boeken op een stoel gestapeld, zodat de knaap plaats kon ne men aan de bridgetafel. Hij glimlachte te gen de man aan de overkant die zijn part ner zou zijn. Met moeite de dertien kaar ten in zijn kleine handen houdend, zei hij na enig fronsen: „Eén ruit." DE SPELER aan zijn linkerhand paste, waarna Mark's partner „één schoppen" bood. Mark maakte er twee harten van en zijn partner verhoogde het bod tot vier harten. De twee andere spelers pasten, waarop het spel begon. Een schoppenkaart werd op tafel gelegd. Mark won de slag van tafel. Hij won de volgende twee met azen uit zijn hand, en troefde over en weer schoppen en ruiten tot hij de nodige tien slagen had gewonnen. Zijn partner hielp hem slechts één maal. TOEN HET SPEL UIT was glimlachte de man en zei dat mark nog steeds zijn beste partner was. Mark's partner was Charles Goren, erkend meester op het gebied van contract bridge in Amerika. Mark, een jon gen uit Memphis, Tennessee, is het jong ste lid van de American Contract Bridge League. Hij heeft bij bridgen slechts één probleem en dat zijn zijn handen. Die zijn nog niet groot genoeg om de kaarten goed vast te houden. ALLE VOGELS UIT DE buurt wa ren geweldig van streek. Geen wonder, want Mies de poes had misschien wel voor de dertigste keer een vogeltje op gegeten. Geen vogel durfde er 's nachts nog te gaan slapen, want ze waren bang dat dan Mies zou komen om ze te pak ken. Doordat de vogels niet meer sliepen werden ze mopperig en ontevreden; de lijster zong niet meer, de mus wilde niet meer tsjilpen en de zwaluw was verhuisd. „Waarom doet de burgemeester niets?" zeiden de vogels, „waarom hebben we een burgemeester? Toch ze ker om te zorgen dat wij rustig kunnen leven! De burgemeester wil wel iedere week een lekkere wurm belasting heb ben, maar hij doet er niets voor!" Ja, de dieren waren werkelijk erg kwaad op burgemeester Swartpack. Swartpack was een deftige kraai, die burgemeester was geworden omdat al le vogels vonden dat hij er het beste geschikt voor was. Hij had immers al een deftig zwart pak aan en dan daar bij, hij was sterk en slim! De kraai had het best gevonden dat de dieren hem als burgemeester geko zen hadden, maar dan wilde hij iedere week een vette pier beloning hebben. Nu, dat betaalden de vogels hem graag. Toen had de burgemeester zijn naam een beetje deftiger gemaakt. Vroeger heette hij gewoon Gerrit Zwartpak maar dat had hij veranderd in Gérard Swart pack, omdat dat mooier en deftiger klonk. Maar wat hadden de vogels aan een burgemeester met een deftige naam als die niet eens kon zorgen dat ze rustig konden gaan slapen? Iedere nacht waren ze bang dat ze in de buik van Mies de poes wakker zouden worden. Op een dag vonden de vogels dat het nu welletjes was en ze gingen met hon derden naar Swartpack. ALLE DIEREN begonnen de burge meester te roepen en eindelijk kwam hij uit de schoorsteen te voorschijn. „Wat willen jullie?" vroeg de burge meester knorrig, want hij wilde juist gaan slapen. „Wij willen dat u zorgt dat we rustig kunnen slapen!" riepen de vogels. „Haal de kat weg!" schreeuwde de ekster, die zelf burgemeester had wil len worden. „Ik doe mijn best al," loog de bur gemeester, want hij had nog helemaal niets gedaan. „Ik doe mijn best, maar ik heb te weinig politievogels." Daar had de burgemeester gelijk ih, want hij had er maar twee; een kauw met één poot en een spreeuw die veel te dik en te vet was om te vliegen. „Dat kan ons niets schelen," riepen de boos geworden vogels weer. „Dan moet u zelf de kat maar gaan wegja gen." „Ik beloof jullie dat ik ernstig over de kat zal nadenken," riep de burge meester. Maar dat was niet waar, de burgemeester wilde alleen maar gaan slapen en daarom ging hij weer in zijn schoorsteen, waar de kat toch niet kon komen. Nu waren de vogels nóg niet gehol pen, maar opeens kwam het kleine roodborstje met een goed plan; „Luister eens," zei het mooie vogel tje, „ik heb eens heel goed nagedacht en nu weet ik, hoe het komt dat die poes steeds maar vogeltjes kan van gen." Verbaasd en ongelovig keken de an dere vogels naar het kleine roodborstje. Wie had dat van dat kleine ding ge dacht!" „Hoe komt dat dan?" vroeg een mus nieuwsgierig. „Dat komt omdat die poes zo zacht loopt dat we hem niet horen aanko men," zei het roodborstje. Nu werden de andere vogels een beet je kwaad. „Dat wisten we allang dom merik," riepen ze. Maar het roodborstje werd helemaal niet verlegen en zei: „Maar als we dan zorgen dat we hem wél horen komen, dan kunnen we ten minste rustig slapen." NU WAREN DE ANDERE vogels stil van verbazing, want daar had nog nie mand aan gedacht. „Kijk", zei het roodborstje, „als de ekster nou eens op zoek gaat naar een bel. Dat kan hij best denk ik." „Natuurlijk," riep de ekster trots, „laat dat maar aan mij over. Wacht maar ik kom gauw terug." En werkelijk, de ekster kwam al spoe dig terug/fnet een mooi, rond belletje, dat helder tingelde. „Mooi," zei het roodborstje, „als de poes slaapt, dan moeten twee spreeu wen de bel om de nek van de kat bin den. Spreeuwen zijn daar brutaal ge noeg voor." De spreeuwen vondep het eigenlijk niets leuk, want ze waren een beetje erg bang, maar dat wilden ze niet la ten merken. De lijster zou gaan kijken of de kat al sliep. En ja hoor, na een tijdje kwam zij zeggen dat Mies de poes heerlijk lag te dromen in een tuintje. Nu gingen de spreeuwen naar Mies toe, ze hadden van een waslijn een touwtje meegenomen. Heel voorzichtig bonden ze nu het bel letje om de nek van de poes, die rustig door bleef slapen. EINDELIJK WAREN de twee spreeu wen klaar. Alle vogels gingen nu op de schutting van het tuintje zitten en be gonnen heel hard te roepen. Daar werd de kat wakker van. Langzaam rekte hij zich uit en meteen hoorden de vogels het belletje rinkelen. De poes keek heel verbaasd naar dat gekke ding om zijn nek, en probeerde het af te doen, maar dat lukte niet. Wat waren de vogels blij. Ze zochten gauw een lekker slaapplaatsje uit en gingen meteen slapen. Nu kon de kat geen vogeltjes meer vangen, want als hij er aankwam dan riepen alle vogels: „Mies de poes, Mies de poes" en dan vloog alles weg. En de burgemeester? Die kreeg nooit meer een wurm, want hij werkte er niet voor. Als de vogels voortaan raad nodig hadden, gingen ze naar het roodborstje.. Jan Nelissen Klein konijntje „Knabbelgraag", Wat heb jij gedaan vandaag?... Jij sloop van je hoge duin, En sprong stiekum in mijn tuin En wat deed je daar schavuit?... Kattekwaad voerde je uit Loerend keek je in het rond, Tot je fijn wat lekkers vond..., Klaverblaadjes, sappig-groen Gulzigaard, wat dééd je toen? Knabbel knabbel alles kaal, En toen... ging je aan de haal...!" „Zeg konijntje „Knabbelgraag" Heb je al genoeg vandaag? Kom gerust nóg maar een keer, In mijn tuintje staat nog meer: Wortels, kropsla, rond en vet, „Knabbelgraagje", opgelet Ik zet een bakje voor je klaar En dan stouterd smullen maar Eet je buik maar dik en rond, Maar maak het niet al te bont Want dan... spring ik in mijn tuin, En verjaag je naar je duin! OP HET OGENBLIK wordt in een bibliotheek te Birmingham een ten toonstelling van kinderboeken ge houden. De tentoonstelling duurt tot 4 september a.s. en ze laat zien, dat kinderen in de gehele wereld een grote overeenkomst vertonen. Rus sische kinderen bijvoorbeeld lezen met plezier „The Three Bears", ter wijl Franse kinderen de vreugde van het bouwen van het huis van stro leren door Jiet lezen van „The Three Little Pigs In feite is het enige ver schil in kinderboeken de wijze, waar op ze worden uitgegeven. Illustraties in boeken uit Oost-Duitsland bijvoor beeld vertonen overeenkomst met il lustraties, zoals die dertig jaar ge leden in Engelse kinderboeken voor kwamen, terwijl illustraties in West- duitse kinderboeken duidelijk een Amerikaanse invloed hebben onder gaan. 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 14