in wereldpremière te Salzburg
Kerkelijk conflict over het
werk onder de schippers
Nieuw Westduits weekblad
van „goed" rechtsen huize
Het Nederlands Ballet oogst
grote waardering in Venetië
Boekenhoekje
Scooterbestuurder rijdt
op tegenligger in
Jaarverslag van de
Vereniging Rembrandt
Oppositiegroep sticht centra in
AmsterdamGroningen en Zwolle
Ook plannen voor een
varende sociëteit
Misdadige topnazi's
de Groot-Duitse
misbruikten
idealen"
BEHEERSING VAN DRIE DANSSTIJLEN
WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1961
6
«iï,.
Carnegie Heldenfonds
schonk Jeugdige redder
ball-point
Niet Hitier
„DE KOPERMIJN VAN FALOEN"
(Van onze correspondent)
Ook dit jaar is het Salz-
burgse Festival met een we
reldpremière voor de dag ge
komen, omdat men het bewijs
wil leveren dat Salzburg niet
alleen traditioneel is, maar ook
op gepaste wijze modem kan
zijn. Bovendien wordt een der
gelijke première altijd in het
midden van het festival ge
plaatst om de spanning te ver
hogen en de internationale be
langstelling te trekken. Deze
keer was de keuze gevallen op
„De Kopermijn van Faloen",
een symbolistisch drama van
de Oostenrijker Hugo von Hof-
mannsthal, waarvoor de mo
derne Duitse componist Rudolf
Wagner-Régeny de muziek
heeft geschreven. Daags voor
de opvoering gaven de provin
ciale staten en het gemeente
bestuur van Salzburg een
receptie, waarop plotseling een
kleine beweeglijke man een
sympathieke toespraak hield
in foutloos Duits, maar met
een duidelijk Zweeds accent.
Het was de burgemeester van
het Zweedse mijnstadje Fa
loen, die Salzburg heel harte
lijk bedankte voor de eer, dat
Faloen door deze opvoering
ook een plaats zou krijgen in
de geschiedenis van de mo
derne opera. Hij vermeldde
hierbij de volgende historische
gebeurtenis, die zich 150 jaar
geleden werkelijk in de koper
mijn van Faloen heeft afge
speeld. Anderhalve eeuw ge
leden was namelijk een jonge
mijnwerker acht dagen voor zijn huwelijk
in de kopermijn afgedaald, doch daarna
niet meer teruggekeerd. Jaar in, jaar uit
wachtte zijn verloofde op zijn terugkomst,
maar zij wachtte tevergeefs, totdat einde
lijk vijftig jaar later zijn lichaam onge
schonden in het vitrioolwater van de mijn
werd gevonden. Niemand kon het lijk
identificeren, behalve een vergrijsd oud
vrouwtje, de vroegere verloofde van de
mijnwerker.
DEZE ENIGSZINS LUGUBERE geschie
denis heeft haar sporen in de litteratuur
achtergelaten, want Hebei, E. T. A. Hoff
mann. Richard Wagner en Von Hofmanns-
thal hebben dit gegeven overgenomen en
litterair verwerkt. Vooral de Oosten
rijker Von Hofmannsthal zag in deze ge
schiedenis het symbool van de eeuwig on
rustige mens, die naar het onbereikbare
grote geluk streeft en daaraan ten gronde
gaat. De hoofdpersoon bij Von Hofmanns
thal is de visser Elis, die echter niet te
vreden is met de visserij en zich tot het
mijnbedrijf aangetrokken voelt. Daarom
trekt hij naar Faloen en werkt in de mijn.
Maar op een van zijn tochten in de mijn
schacht ontmoet hij de bergkoningin, die
hem onweerstaanbaar aantrekt. Intussen
heeft Elis echter Anna, de dochter van de
mijneigenaar, leren kennen en liefhebben.
Hij woont als gast in hun huis en de liefde
is wederkerig, zodat alles voor het aan
staande huwelijk wordt voorbereid. Daags
voor het huwelijk voelt Elis zich weer zo
onweerstaanbaar door de mijn en de berg
koningin aangetrokken, dat hij nog één
keer in de diepte afdaalt, maar wanneer
hij terugkeert is hij ten dode opgeschreven
en sterft. Hij heeft zijn eigenlijke en diep
ste liefde weliswaar gevonden, maar deze
ervaring moet hij met zijn dood betalen.
Elis is het zinnebeeld van de mens, wiens
aardse liefde door een eeuwig verlangen
wordt gevoed, maar dit verlangen is dode
lijk. De mens is hier op aarde slechts gast,
zoals Elis gast is in het huis van Anna en
haar vader, die hij tenslotte toch moet
prijsgeven.
TOEN VON HOFMANNSTHAL dit dra
ma op 25-jarige leeftijd schreef, stond hij
nog sterk onder de indruk van het symbo
lisme, met het gevolg dat zijn werk hier
van de overduidelijke sporen draagt. „De
Kopermijn van Faloen" is het symbool van
deze aarde ,waar de mens naar het grote
onbereikbare geluk verlangt; wanneer hij
het bereikt, dan treedt onherroepelijk het
einde op, want leven, liefde en verlangen
vinden hun diepste zin in de dood en de
ondergang. De manier, waarop Von Hof
mannsthal dit gegeven uitwerkt, is diep
zinnig, dichterlijk en dikwijls zo mooi en
aangrijpend, dat niemand minder dan Hans
Carossa reeds in 1907 aan hem schreef:
„Vanmorgen heb ik uw „Kopermijn van
Faloen" gelezenSinds Goethe is er
niemand geweest, die zo gemakkelijk, zo
zonder een enkel spoor van krachtsinspan
ning, toch zulke grootse, diepe en gewel
dige dingen heeft kunnen zeggen". Ook al
hebben wij op het ogenblik andere wijs
gerige en artistieke opvattingen, toch moe
ten wij ongetwijfeld toegeven, dat Caros-
sa's oordeel juist is en dat Von Hofmanns
thal in dit drama een prachtige en diep
zinnige vertolking heeft gegeven van ons
broze, vergankelijke bestaan.
DAAROM KAN MEN ZICH ook voor
stellen dat dit drama inspirerend zou kun
nen werken op een begaafd componist. In
dit geval is het de Duitser Rudolf Wagner-
Régeny geweest, die in 1905 werd geboren.
Hij komt uit de school van Krenek en heeft
zodoende de verschillende episoden van
dit drama met behulp van de moderne
twaalf-tonenmuziek consequent vertolkt
en geïllustreerd. Het resultaat is echter
een grote teleurstelling geworden, omdat
van het begin tot het einde duidelijk blijkt,
dat de symbolistisch-impressionistische
ondergrond van Von Hofmannsthal niet
geschikt is voor de moderne dodekafonie
met haar disharmonieën en het overmatige
gebruik van geruis-instrumenten, die dik
wijls een zo oorverdovend lawaai veroor
zaken, dat de toehoorders er hoofdpijn van
krijgt. Toch kan men beslist niet zeggen,
dat het publiek in Salzburg niet „receptief'
genoeg zou zijn geweest. Het was geens
zins ouderwets of conventioneel, doch
bleek op het „ergste" voorbereid te zijn en
het wilde dit nieuwe werk echt een kans
geven. Maar wat hier werd geboden, was
naar zijn innerlijke kwaliteiten beoordeeld
veel te arm, te zwak en te hol. Bij de rag
fijne poëzie van Von Hofmannsthal past
niet het lawaai van bekkens en trommels.
Na het eerste bedrijf weerklok weliswaar
een zwak applaus, waarmee men echter
alleen de voortreffelijke zangers onder
anderen Hermann Uhde, Max Lorenz en
Elisabeth Schwarzenberg wilde bedan
ken, maar na elk van de vijf tonelen van
het tweede bedrijf bleef het doodstil in de
zaal, ofschoon het gordijn telkens viel en
er gelegenheid genoeg was om te applau
disseren.
ALLEEN OP HET EINDE hoorde men
nog een beleefdheidsapplausje, voor de
vertolkers, maar dit duurde hoogstens één
minuut, zodat de componist nauwelijks
kans kreeg om een buiging te maken en
te constateren dat er toehoorders in een
razende vlucht de zaal verlieten. Deze
opvoering heeft na lange jaren van twijfel
eindelijk het onomstotelijk bewijs geleverd
dat het principe onjuist is, om ten koste
van alles elk jaar tenminste een wereld
première voor het voetlicht van Salzburg
te brengen. De attractie van dit festival
is niet gelegen in moderne sensaties,
maar in de rijkdom van Mozart, die ook
ifl Salzburg nog altijd de redder in de
nood is gebleven en wiens muziek ner
gens zo onvervalst, zo authentiek, aan
grijpend en overtuigend wordt uitgevoerd
als in deze stad, waar dit wonderkind werd
geboren.
Een 21-jarige kantoorbediende uit Haar
lem moest vanmorgen ernstig gewond in
het Grote Gasthuis worden opgenomen na
dat hij omstreeks tien voor halfnegen met
zijn scooter op het kruispunt Parklaan-
Kruisweg in aanrijding was gekomen met
een hem tegemoet rijdende lesauto. Het
ongeluk gebeurde toen hij met volle vaart
langs een file op de Kruisweg reed die
voor hem wachtte om het verkeer uit de
Parklaan voorrang te verlenen. Hij kwam
daarbij op de linker weghelft. Hij vloog
door de voorruit van de auto en liep een
zware hersenschudding, snijwonden aan
zijn gezicht en een versplinterd sleutel
been op. De inzittenden van de lesauto ble
ven ongedeerd. De scooter werd zwaar be
schadigd.
Een scène uit de wereldpremière van
„De Kopermijn van Faloen", tekst Von
Hofmannsthal, muziek van Wagner-
Régeny.
AMSTERDAM Voor de „Vereeniging
Rembrandt" die het behouden en vermeer
deren van het openbaar bezit aan kunst
schatten in Nederland tot doel heeft, is in
1960, blijkens het over dat jaar uitge
brachte jaarverslag, een nieuwe perspec
tief geopend. Het „Prins Bernhard Fonds"
heeft namelijk besloten, gelden ter be
schikking van de vereniging te stellen voor
de aankoop van beeldende kunst. Met het
fonds is nu een regeling getroffen, waar
bij alle aanvragen om steun voor beelden
de kunst worden verwezen naar de „Ver
eniging Rembrandt", die de aanvragen be
oordeelt en het „Prins Bernhard Fonds"
over de toewijzing adviseert. Volgens het
verslag zal dit een belangrijke uitbreiding
van de mogelijkheden der vereniging bete
kenen, terwijl de vereniging meer dan tot
dusver haar zorgen ook zal uitstrekken
over de moderne kunst. Reeds konden drie
belangrijke aankopen, schilderijen van Pie-
ter Claesz en Eugène Delacroix, resp.
voor het Mauritshuis en voor Boymans-
Van Beuningen en een wandtapijt door Ka-
rel van Mander voor het Rijksmuseum
met een bijdrage uit die gelden tot stand
komen. In het verslag wordt vermeld het
behoud voor Nederland van de collectie
van 326 Hindoe-Javaanse oudheden, be
kend als de collectie Meyer-Hessels. Deze
reeds sinds 1947 in bruikleen in het Ko
ninklijk Instituut voor de Tropen te Am
sterdam aanwezige verzameling dreigde
naar Amerika te worden verkocht.
Het eigen vermogen van de vereniging,
inclusief het nationaal fonds, bedroeg per
31 december 1960 ruim twee miljoen gul
den. De vereniging telt 1765 leden en 129
donateurs.
Het Carnegie Heldenfonds heeft met een
ball-point met inscriptie de 13-jarige
Haarlemse scholier A. M. A. F. Schouten
beloond. Hij redde op 25 maart 1960 onder
moeilijke omstandigheden een 4-jarig
meisje, dat bij het spelen in een haven bij
het Spaarne was geraakt.
Filmregisseur Federico Fellini, de ma
ker van „La dolce vita" zal de komende
herfst aan een nieuwe film beginnen „Een
vallei der schaduwen".
(Van onze Haagse redacteur)
Een theologisch meningsverschil (zijn
varenden op binnen- en rijnvaart gemeen
te of niet) is gerezen tussen de leiding der
Hervormde Kerk en een aantal in haar
dienst zijnde wika's. Dominees mengden
zich ook in het conflict dat reeds heeft
geleid tot de ontslag\erlening aan twee
kerkewerkers, de oprichting van een naast
de kerk werkende stichting, het vrijwil
lig ontslagnemen van een derde kerkewer
ker, de kritiek van twee hervormde bin
nenvaartpredikanten en de officiële kerke
lijke „veroordeling" van de ontslagen wi
ka's in de schipperspers.
Twee visies op het werk en op de aan
pak ervan leidden uiteindelijk tot dit con
flict dat door de Hervormde synode in een
nieuw stadium is gebracht door hoofd
jeugdwerkleider Wika Barel in Amsterdam
te ontslaan.
Met hem kreeg Wika Joustra uit Gro
ningen ontslag en een derde wika nam dit
vrijwillig. Ds. v d. Ree uit Amsterdam
en Ds. V. Lokhorst uit Zwolle steunen de
inzichten van de ex-wika's, wie van ker
kelijke zijde verweten wordt dat ze han
delden in strijd met het beleid der kerk
De kerk kan niet toestaan, zegt mej.
Bot van de Raad voor de Varende Ge
meente in Rotterdam, dat in haar dienst
en ook in haar tijd werkzame wika's
ijveren voor de oprichting van een alge
mene stichting die naast de kerk gaat wer
ken. Dat moet men toch begrijpen.
Wika Barel en zijn geestverwanten ach
ten het op dit tijdstip „niet opportuun na
der op de kwestie in te gaan."
Wat zijn de feiten en waarom moest het
tot een openlijk conflict komen, dat op
schudding veroorzaakte in vaderlandse
schipperskringen?
Reeds lang bleken er meningsverschillen
te bestaan tussen de kerkleiding in casu
de Raad van de Varende Gemeente, een
van de hervormde synodale organen van
(Van, onze correspondent)
BONN. De wekelijkse lectuur van talloze Westduitsers is het blad Der
Spiegel, dat op politiek terrein de schandalen niet schuwt, die dagbladen als
Bildzeitung en Abendpost dagelijks over- de argeloze Westduitser uitstorten op
het gebied van de particuliere levens van filmsterren of rampzaligen, wie het lot
een poets gebakken heeft. Der Spiegel is ook niet vies van een schandaal in
de particuliere sfeer, maar er moet ergens politiek in zitten om het echt groot
opgemaakt in dit Hamburgs weekblad aan te treffen. Gelukkig voor de redactie
van Der Spiegel, die overigens vaak primeurs heeft, alsmede boeiende reportages
en interviews, zijn er schandalen in de Westduitse samenleving genoeg. Als men
alleen al de omkopings- en spionagegevallen van de laatste jaren optelt ziet men
dat een weekblad met dergelijke belangstelling niet om kopij verlegen hoeft te
zitten. De politieke richting van Der Spiegel is moeilijk te bepalen. Alles wat
geruchtmakend is kan men er in aantreffen, of dit nu voor rechts of links van
voordeel is. Indien men echter met veel geduld een politieke richting uit de
nummers van het blad wil distilleren, komt men wel tot de conclusie dat men
zonder principiële voorkeur voor democratische methodes een vrij linkse positie
inneemt. Adenauer en zijn regering mogen zich zelden in de gunst van Defl
Spiegel verheugen. Ministers als Oberliinder, Seebohm, Strauss, Schroder en
Von Brentano kregen het geregeld zwaar te verduren in de Spiegelkolommen,
wat niet wegneemt dat de socialistische lijsttrekker Willy Brandt ook geen
honing om de mond werd gesmeerd. Hetzelfde kan men zeggen van de liberaal
Mende. Neen, Der Spiegel is ongetwijfeld onafhankelijk ingesteld, verder in de
eerste plaats negatief gericht op alles wat opzien baart en heilige huisjes afbreekt.
(Van onze Romeinse correspondent)
Venetie, Het hoogtepunt van de Vene-
tiaanse zomermanifestaties is gevormd
door de Diaghilev-herdenking in het thea
ter La Fenice, het onvergelijkelijke rocco-
cotheater der lagunenstad, waarschijnlijk
de mooiste schouwburg ter wereld. Die
herdenking werd in hoofdzaak verzorgd
door het Nederlands Ballet, waarschijn
lijk het enige balletgezelschap ter wereld,
dat in staat is zonder meer moeite dan
een paar repetities een programma sa
men te stellen met een keuze uit de beste
werken van de drie nog levende grote
choreografen, die voor Diaghilevs „Bal-
Iets Russes" hebben gewerkt, Massine,
Balanchine en Serge Lifar. De galavoor
stelling, voor een publiek, dat voor het
overgrote deel uit vreemdelingen, vooral
Amerikanen, bestond werd een ware tri
omf. De herdenkingsrede werd uitgespro
ken door Serge Lifar, die voor het een
voudige monument heeft gezorgd dat op
het eiland San Michele, de Venetiaanse
begraafplaats, de herinnering aan de gro
te vernieuwer der ballettraditie levendig
houdt. Lifar wees tevens op het feit, dat
dank zij het werk van Diaghilev thans
in vele landen het ballet weer een levende
kunst is geworden. Hij liet niet na te on
derstrepen, hoe het Nederlands Ballet,
slechts tien jaren oud, reeds thans een
vooraanstaande plaats inneemt naast die
van naties met veel groter traditie en een
groter aantal inwoners, waaruit dus ook
meer talenten kunnen voortkomen.
Het programma begon met „Présages"
van Massine op de vijfde symfonie van
Tsjaikovski. We hebben ons altijd erover
verwonderd, dat dit werk zo geheel ver
geten scheen, terwijl andere, veel minder
belangrijke werken van Massine nog ge
regeld worden uitgevoerd. En ziedaar:
het Nederlands Ballet blijkt als enig ge
zelschap in de hele wereld „Présages" in
zijn rijke repertorium te hebben opgeno
men. Zelden hebben wij zo muzikaal zien
dansen. Het genot werd nog verhoogd
doordat het voortreffelijke orkest (na dat
van de „Scala" is het orkest van de Feni
ce misschien wel het beste van heel Ita
lië) onder de bezielende leiding van André
Presser voor een begeleiding zorgde, zo
als ons nationaal ballet maar zelden deel
achtig wordt. De waardering der toe
schouwers ontlaadde zich in het ene „open
doekje" na het andere.
Er volgde wel in scherp contrast
een heel licht en erg Frans gevalletje
van Serge Lifar: „Entre deux rondes".
„Mirages", dat na de pauze volgde, leerde
ons gelukkig een heel wat belangrijker Li
far kennen. Een nieuw hoogtepunt, nauwe
lijks onderdoend voor „Présages" werd be
reikt met „Vier temperamenten" van Ba
lanchine op muziek van Hindemith. Hier
wachtte ons een nieuwe verbazing. Nadat
we het Nederlands ballet de verre van een
voudige neo-klassieke passen en standen
van Lifar hadden zien uitvoeren en ons
hadden kunnen overtuigen, dat het diens
hervorming met de „beweging in het on-
bewogene" en de zesde en zevende positie
onder de knie heeft, nadat wij het Massine
hadden zien dansen, een kunst die vrijwel
verloren is gegaan, bleek het ook Balan
chine te beheersen. Misschien is Balanchi
ne niet moeilijker dan Massine, maar de
verschillen in stijl zijn enorm. Als we de
namen niet hadden gelezen in het pro
gramma, zouden wij zonder meer hebben
geloofd het „New York City Ballet" voor
ons te zien. Het was af en het was voor
beeldig.
Terecht is deze glorieuze avond geëin
digd in een ware triomf voor het Neder
lands Ballet. Het was een avond waarover
men nog lang zal praten, in Venetië en
zeker ook bij het Nederlands Ballet.
Als concurrent voor Der Spiegel heeft
nu een nieuw ditmaal rechts georiënteerd
weekblad zijn beste beentje op de publi-
citeitsbühne van de bondsrepubliek voor
gezet. „Aktuell" verschijnt sinds vorige
maand als een fraai gedrukt, van veel
foto's voorzien weekblad, dat zich ten
doel stelt het nihilisme van de Duitse
pers in het algemeen, maar van Der
Spiegel in het bijzonder te bestrijden.
Hoofdredacteur van Aktuell is dr. Hans
Kapfinger, grote man achter de schermen
schijnt de publicist Kurt Ziesel te zijn,
namen die de ingewijde al duidelijk ma
ken uit welke hoek de wind waait.
Die hoek is namelijk onvervalst rechts,
hetgeen nu niet meteen wil zeggen Neo
Nazi, maar wat toch wel in nauw verband
staat met wat vele vroegere Nazi-partij
leden nu denken. Indien deze lieder, den
ken gaan zij er namelijk van uit dat zij
door Hitier en zijn vrienden bedrogen zijn,
dat hun idealen juist waren, dat hun vech
ten voor een groot Europa onder leiding
van een Germaanse elite misbruikt is voor
de misdadige doeleinden van de topna
zi's.
Mensen als Ziesel menen dat het tijd
wordt de waarheid te zeggen en op te hou
den met het naar beneden trappen van de
Duitsers en Duitsland. „Wij hebben dapper
gevochten voor hoge idealen, wij hebben
in het bolsjewisme de grote vijand gezien
van de westerse cultuur, wij hebben ons
met onze grote talenten ingezet tegen de
barbarij van het communisme en het mee
dogenloze kapitalisme van de Amerika
nen", zo redeneert Ziesel, en hij acht de
tijd nu gekomen openlijk de eer op te eisen
voor deze heldendaden, die door Hitier en
de zijnen weliswaar in verkeerde richting
zijn gestuwd, maar die in wezen goed wa
ren.
Niet Hitier, maar de Polen waren met
hun onderdrukking van de Duitse minder
heden de schuldigen aan het uitbreken van
de Tweede Wereldoorlog, zo betogen deze
rechtse kringen verder. Niet de Duitsers
maar de geallieerden zijn begonnen met
het bombarderen van de onschuldige be
volking in de steden. Weliswaar heeft Hit-
Ier na maanden wachten besloten terug
te slaan, maar toen hadden Britse vlie
geniers al talloze Duitse steden aangeval
len.
Degene, die bij het lezen van dergelij
ke thesen wat met de ogen staat te knip
peren, wordt dan voorgehouden dat het
Duitse bombarderen van Warschau. Rot
terdam, Coventry, etc. niet in strijd was
met het volkenrecht, maar dat het Brit
se bombardement van Mönchen-GIadbach
in de nacht van 10 op 11 mei 1940 dat wèl
was. Waarmee dan bewezen is, dat de
Engelsen met het bombarderen van onge
wapende bevolkingscentra begonnen zijn.
Een artikelenreeks over dit onderwerp
van een zekere dr. M. Czesany kan men
lezen in de Soldatenzeitung, een van de
weinige bladen tot nu toe, waarin men
onvervalst de mening kon lezen van al die
genen. die nog steeds „Groot-Duits" den
ken en alle schuld aan de afgelopen oor
log in geallieerde schoenen schuiven.
In deze Soldatenzeitung, waarin boven
genoemde Kurt Ziesel kort geleden een
groot artikel publiceerde, kon men enige
tijd geleden zelfs een redactionele prijs
vraag vinden, waarin op de vraag: „Wel
ke Amerikaanse president stuurde conse
quent op de Tweede Wereldoorlog aan,
betrok Japan in de oorlog en droeg de
medeverantwoordelijkheid voor de verdrij
ving en vermoording van miljoenen Duit
sers?" De naam Roosevelt moest worden
ingevuld.
Met het weekblad Aktuell hebben de
reactionaire kringen nu kans gezien meer
in het schijnwerperlicht van de publieke
belangstelling te komen. Het schandaal
schuwt het blad evenmin als Der Spiegel,
hetgeen wel bleek uit het feit, dat de eer
ste nummers meteen na verschijning ver
boden werden, ondermeer wegens de rond
uit kwalijke indiscreties over het particu
liere leven van het christen-democratische
parlementslid Bucerius.
Precies als bij Der Spiegel is het Ak
tuell evenwel niet begonnen om alkoof-
schandalen zonder meer. De bedoeling is
veel meer politieke tegenstanders, die zich
opwerpen als zedeprekers, oud-verzetslie
den en trouwe democraten aan de kaak te
stellen en te confronteren met hun verle
den, dat in veel gevallen niet zo vlekke
loos is als men wel zou menen.
Dat laatste nu is niet verwonderlijk,
want in 't derde rijk heeft bijna elke poli
ticus, elke journalist of schrijver, die niet
tijdig geëmigreerd is, zich gecompromit
teerd Het snuffelen in nazi-couranten le
vert de Aktuell-redactie dan ook zeker de
volgende jaren steeds wat op, wat de be
treffende „democraat" nu niet welgeval
lig is.
Men moet evenwel niet denken dat de
kringen rondom Soldatenzeitung en Aktu
ell deze vroegere nazistische activiteiten
van huidige prominenten verwerpen.
Geenszins! Het is er hun alleen maar om
te doen om te kunnen zeggen: „Jij hebt
geen recht van spreken, want je hebt dat
en dat gedaan, gezegd of geschreven", of
„Jij bent een hypocriet, want nu doe je
je voor als een democraat in hart en nie
ren, maar jij hebt net zo gefaald als
Oberlander, Globke en vele anderen".
Het mag merkwaardig klinken, maar toch
is er iets goeds aan het verschijnen van
een dergelijk blad,, het dient namelijk de
discussie die onder de Westduitsers
nog maar nauwelijks aan de gang is en
die voor een democratische samenleving
onontbeerlijk is. Tot nu toe bestond er een
soort mode van anti-nazistische uitlatin
gen, die verhulde dat er achter deze fa-
gade nog heel wat leefde in de donkere
Duitse woningen, dat in 1945 niet van de
ene dag op de andere is gedoofd.
Gezond is het zeker dat vooral vele poli
tici en journalisten in het huidige West-
Duitsland, die nu een grote mond hebben
over het derde rijk en iedereen met een
onzuiver verleden, eens geconfronteerd
worden met hun eigen schrifturen uit die
tijd. De doelstelling van bladen als Aktu
ell mag niet fris zijn, haar effect kan heil
zaam zijn in de strijd om een democrati
sche samenleving.
bijstand, en enkele in dienst der kerk
werkzame functionarissen voor het schip-
perswerk.
Dit kerkewerk draagt een sterk vereni
gingskarakter. In enkele havenplaatsen
ontvangt- men op de kerkelijke centra de
binnengelopen schippers, die dan zelf ac
tief betrokken worden bij het gebodene.
Maar willen de bezoekers dat wel?
Neen, zeiden de thans ontslagen wika's.
Recreatie en amusement moeten de
hoofdfactoren zijn, menen zij, en er moe
ten in alle havens centra komen, waar het
schipperspubliek zich kan ontspannen. En
dan, vroegen zij verder, waarom moeten
het uitsluitend hervormde tehuizen zijn?
Het resultaat was dat zij gingen ijveren
voor „veralgemening" van kerkewerk en
voor een heel nieuwe (zogenoemde „open)
benadering ervan.
Bevoogding
En dan was er ook het verwijt van „be
voogding". Doordat men de varenden op
binnen- en Rijnvaart als een gemeente
beschouwt, komt het daartoe, aldus deze
mening. Een zekere leiding is hier nood
zakelijk; het werk van de varenden brengt
nu eenmaal mee dat zij niet bij het ker
kewerk aan de wal kunnen worden inge
schakeld en dat zij als groep als eigen ge
meente moeten worden beschouwd.
Zo zegt men het in Rotterdam bij de va
rende gemeente.
En omdat de standpunten niet tot elkaar
kwamen en de kerk weigerde genoegen te
nemen met de plaats die voorstanders van
een algemene aanpak haar overlieten,
werd het duidelijk dat van een verzoening
geen sprake kon zijn.
Van de kerk uit handhaafde men het
standpunt dat in de tehuizen, als voorge
staan door de „algemene visie", onvol
doende gelegenheid en te weinig sfeer zou
zijn voor pastorale activiteit. De raad zei
„nee" op de voorgestane scheiding van
pastoraat en recreatie en wees een rege
ling (apart schipperspastoraat als bij de
zeevarenden) van de hand. Het totale
werk moet vanuit de kerk geschieden, zei
men hier.
De Raad voor de Varende Gemeente
meent: de varenden zelf zijn ontevreden
over de gang van zaken, veroorzaakt door
de wika's. Men wil niet altijd alleen maar
dansen in de havencentra, en verlangt te
rug naar de oude sfeer, die beslist niet
muf behoeft te zijn. De wika's stellen:
amusement voorop, en wanneer gewenst,
pastoraat. Het is duidelijk dat de kerk hier
moest ingrijpen, aldus de raad en dat ge
beurde door het ontslag van betrokkenen.
Spoedig zal een nieuwe hoofdjeugdwerk-
leider worden benoemd en meer benoe
mingen zullen volgen.
Inmiddels heeft de „oppositie" niet stil
gezeten en in Amsterdam, Zwolle en Gro
ningen eigen centra gesticht. In Rotter
dam is men daarmee nog bezig. Dan is
er het plan een varende sociëteit in de
kleinere havens als Utrecht, Middelburg
en Amersfoort zonder eigen centrum
te stationeren. Die zal de naam „The
Neighbour" gaan dragen, het eerste grote
project van de naast het kerkewerk op
gerichte stichting Algemene Maatschappij
voor varenden (A.M.V.V.). Daarmee wil
men onder meer het eigen bestaansrecht
onderwijzen.
In kringen van de hervormde Raad voor
de Varende Gemeente verwacht men ove
rigens dat de A.M.V.V. geen lang leven
beschoren zal zijn. De meerderheid van
de schippers wil dit niet, zegt men. Ge
ruchten als zouden door grote giften van
schippers de uitgaven van de A.M.V.V. ge
dekt worden, worden hier „zeer onwaar
schijnlijk" genoemd.
Naar verluidt hebben de betrokken wi
ka's bij de kerkelijke commissie voor be
zwaren en geschillen beroep aangetekend
tegen het hen door de kerk verleende ont
slag.
Ondertussen gaan zowel de kerkelijke
activiteiten als die van de jonge stichting
door. Verwacht wordt dat het A.M.V.V.-
schip „the Neighbour", een omgebouwde
rondvaartboot, nog dit najaar in de vaart
komt. Het kerkelijk werk vindt eveneens
voortgang. De meerderheid der varenden
aldus de varende gemeente, wil het zo en
niet anders. Inmiddels is er ook contact
tussen de kerkleiding en de twee „afwij
kende" schipperspredikanten. Geruchten
als zouden tegen hen ook maatregelen op
handen zijn, kon men de Raad voor de
Varende Gemeente niet bevestigen.
ONTMOETINGEN MET HET OUDE
HELLAS door drs. J. P. Doedens, uitg.
NV Kosmos, Amsterdam-Antwerpen.
Tussen de talloze publikaties die de
laatste tijd het licht zien over de cultuur
van de Klassieke Oudheid, valt dit boek
op door een bijzonder karakter. De Grie
ken hebben de fundamenten gelegd voor
de schatkamers der Europese cultuur.
Voor velen is het niet meer duidelijk waar
wèl en v/aar niet Griekse invloed aan te
wijzen zijn. Voor velen is een doolhof ont
staan, waarin de auteur de weg wil wij
zen. Als de bezoeker van Griekenland zich
bij alles wat hij ziet, rekenschap wil ge
ven van de achtergronden van de Helleen
se cultuur, als hij zich de banden bewust
wil maken die het Griekendom met onze
eigen tijd verbinden dan kan hij zich
in dit werkje uitstekend oriënteren. Maar
het wil ook niet meer zijn dan een schets
matig getekend patroon, waarop de lezer
door zijn eigen bezoek aan het land en
door het lezen van meer gedetailleerde
lectuur kan voortborduren. De schrijver is
erin geslaagd boeiend en in vlotte stijl de
historie, de cultuur en de mythologie van
het oude Hellas te doen herleven. Een
tabel van de Olympische godenfamilie, een
vergelijkend historisch overzicht en een
namenregister besluiten deze populaire
gids.
Nieuw clubhuis. Het Verenigd Haar
lems Schaakgenootschap, dat half augustus
zijn clublokaal in het gebouw Cultura heeft
verlaten, heeft een nieuw onderdak gevon
den in het doopsgezind jeugdhuis „Dei
ning" aan de Ripperdastraat. De speel
avond blijft ongewijzigd dinsdagavond 8
uur.