in wereldpremière te Salzburg Kerkelijk conflict over het werk onder de schippers Nieuw Westduits weekblad van „goed" rechtsen huize Het Nederlands Ballet oogst grote waardering in Venetië Boekenhoekje Scooterbestuurder rijdt op tegenligger in Jaarverslag van de Vereniging Rembrandt Oppositiegroep sticht centra in AmsterdamGroningen en Zwolle Ook plannen voor een varende sociëteit Misdadige topnazi's de Groot-Duitse misbruikten idealen" BEHEERSING VAN DRIE DANSSTIJLEN WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1961 6 «iï,. Carnegie Heldenfonds schonk Jeugdige redder ball-point Niet Hitier „DE KOPERMIJN VAN FALOEN" (Van onze correspondent) Ook dit jaar is het Salz- burgse Festival met een we reldpremière voor de dag ge komen, omdat men het bewijs wil leveren dat Salzburg niet alleen traditioneel is, maar ook op gepaste wijze modem kan zijn. Bovendien wordt een der gelijke première altijd in het midden van het festival ge plaatst om de spanning te ver hogen en de internationale be langstelling te trekken. Deze keer was de keuze gevallen op „De Kopermijn van Faloen", een symbolistisch drama van de Oostenrijker Hugo von Hof- mannsthal, waarvoor de mo derne Duitse componist Rudolf Wagner-Régeny de muziek heeft geschreven. Daags voor de opvoering gaven de provin ciale staten en het gemeente bestuur van Salzburg een receptie, waarop plotseling een kleine beweeglijke man een sympathieke toespraak hield in foutloos Duits, maar met een duidelijk Zweeds accent. Het was de burgemeester van het Zweedse mijnstadje Fa loen, die Salzburg heel harte lijk bedankte voor de eer, dat Faloen door deze opvoering ook een plaats zou krijgen in de geschiedenis van de mo derne opera. Hij vermeldde hierbij de volgende historische gebeurtenis, die zich 150 jaar geleden werkelijk in de koper mijn van Faloen heeft afge speeld. Anderhalve eeuw ge leden was namelijk een jonge mijnwerker acht dagen voor zijn huwelijk in de kopermijn afgedaald, doch daarna niet meer teruggekeerd. Jaar in, jaar uit wachtte zijn verloofde op zijn terugkomst, maar zij wachtte tevergeefs, totdat einde lijk vijftig jaar later zijn lichaam onge schonden in het vitrioolwater van de mijn werd gevonden. Niemand kon het lijk identificeren, behalve een vergrijsd oud vrouwtje, de vroegere verloofde van de mijnwerker. DEZE ENIGSZINS LUGUBERE geschie denis heeft haar sporen in de litteratuur achtergelaten, want Hebei, E. T. A. Hoff mann. Richard Wagner en Von Hofmanns- thal hebben dit gegeven overgenomen en litterair verwerkt. Vooral de Oosten rijker Von Hofmannsthal zag in deze ge schiedenis het symbool van de eeuwig on rustige mens, die naar het onbereikbare grote geluk streeft en daaraan ten gronde gaat. De hoofdpersoon bij Von Hofmanns thal is de visser Elis, die echter niet te vreden is met de visserij en zich tot het mijnbedrijf aangetrokken voelt. Daarom trekt hij naar Faloen en werkt in de mijn. Maar op een van zijn tochten in de mijn schacht ontmoet hij de bergkoningin, die hem onweerstaanbaar aantrekt. Intussen heeft Elis echter Anna, de dochter van de mijneigenaar, leren kennen en liefhebben. Hij woont als gast in hun huis en de liefde is wederkerig, zodat alles voor het aan staande huwelijk wordt voorbereid. Daags voor het huwelijk voelt Elis zich weer zo onweerstaanbaar door de mijn en de berg koningin aangetrokken, dat hij nog één keer in de diepte afdaalt, maar wanneer hij terugkeert is hij ten dode opgeschreven en sterft. Hij heeft zijn eigenlijke en diep ste liefde weliswaar gevonden, maar deze ervaring moet hij met zijn dood betalen. Elis is het zinnebeeld van de mens, wiens aardse liefde door een eeuwig verlangen wordt gevoed, maar dit verlangen is dode lijk. De mens is hier op aarde slechts gast, zoals Elis gast is in het huis van Anna en haar vader, die hij tenslotte toch moet prijsgeven. TOEN VON HOFMANNSTHAL dit dra ma op 25-jarige leeftijd schreef, stond hij nog sterk onder de indruk van het symbo lisme, met het gevolg dat zijn werk hier van de overduidelijke sporen draagt. „De Kopermijn van Faloen" is het symbool van deze aarde ,waar de mens naar het grote onbereikbare geluk verlangt; wanneer hij het bereikt, dan treedt onherroepelijk het einde op, want leven, liefde en verlangen vinden hun diepste zin in de dood en de ondergang. De manier, waarop Von Hof mannsthal dit gegeven uitwerkt, is diep zinnig, dichterlijk en dikwijls zo mooi en aangrijpend, dat niemand minder dan Hans Carossa reeds in 1907 aan hem schreef: „Vanmorgen heb ik uw „Kopermijn van Faloen" gelezenSinds Goethe is er niemand geweest, die zo gemakkelijk, zo zonder een enkel spoor van krachtsinspan ning, toch zulke grootse, diepe en gewel dige dingen heeft kunnen zeggen". Ook al hebben wij op het ogenblik andere wijs gerige en artistieke opvattingen, toch moe ten wij ongetwijfeld toegeven, dat Caros- sa's oordeel juist is en dat Von Hofmanns thal in dit drama een prachtige en diep zinnige vertolking heeft gegeven van ons broze, vergankelijke bestaan. DAAROM KAN MEN ZICH ook voor stellen dat dit drama inspirerend zou kun nen werken op een begaafd componist. In dit geval is het de Duitser Rudolf Wagner- Régeny geweest, die in 1905 werd geboren. Hij komt uit de school van Krenek en heeft zodoende de verschillende episoden van dit drama met behulp van de moderne twaalf-tonenmuziek consequent vertolkt en geïllustreerd. Het resultaat is echter een grote teleurstelling geworden, omdat van het begin tot het einde duidelijk blijkt, dat de symbolistisch-impressionistische ondergrond van Von Hofmannsthal niet geschikt is voor de moderne dodekafonie met haar disharmonieën en het overmatige gebruik van geruis-instrumenten, die dik wijls een zo oorverdovend lawaai veroor zaken, dat de toehoorders er hoofdpijn van krijgt. Toch kan men beslist niet zeggen, dat het publiek in Salzburg niet „receptief' genoeg zou zijn geweest. Het was geens zins ouderwets of conventioneel, doch bleek op het „ergste" voorbereid te zijn en het wilde dit nieuwe werk echt een kans geven. Maar wat hier werd geboden, was naar zijn innerlijke kwaliteiten beoordeeld veel te arm, te zwak en te hol. Bij de rag fijne poëzie van Von Hofmannsthal past niet het lawaai van bekkens en trommels. Na het eerste bedrijf weerklok weliswaar een zwak applaus, waarmee men echter alleen de voortreffelijke zangers onder anderen Hermann Uhde, Max Lorenz en Elisabeth Schwarzenberg wilde bedan ken, maar na elk van de vijf tonelen van het tweede bedrijf bleef het doodstil in de zaal, ofschoon het gordijn telkens viel en er gelegenheid genoeg was om te applau disseren. ALLEEN OP HET EINDE hoorde men nog een beleefdheidsapplausje, voor de vertolkers, maar dit duurde hoogstens één minuut, zodat de componist nauwelijks kans kreeg om een buiging te maken en te constateren dat er toehoorders in een razende vlucht de zaal verlieten. Deze opvoering heeft na lange jaren van twijfel eindelijk het onomstotelijk bewijs geleverd dat het principe onjuist is, om ten koste van alles elk jaar tenminste een wereld première voor het voetlicht van Salzburg te brengen. De attractie van dit festival is niet gelegen in moderne sensaties, maar in de rijkdom van Mozart, die ook ifl Salzburg nog altijd de redder in de nood is gebleven en wiens muziek ner gens zo onvervalst, zo authentiek, aan grijpend en overtuigend wordt uitgevoerd als in deze stad, waar dit wonderkind werd geboren. Een 21-jarige kantoorbediende uit Haar lem moest vanmorgen ernstig gewond in het Grote Gasthuis worden opgenomen na dat hij omstreeks tien voor halfnegen met zijn scooter op het kruispunt Parklaan- Kruisweg in aanrijding was gekomen met een hem tegemoet rijdende lesauto. Het ongeluk gebeurde toen hij met volle vaart langs een file op de Kruisweg reed die voor hem wachtte om het verkeer uit de Parklaan voorrang te verlenen. Hij kwam daarbij op de linker weghelft. Hij vloog door de voorruit van de auto en liep een zware hersenschudding, snijwonden aan zijn gezicht en een versplinterd sleutel been op. De inzittenden van de lesauto ble ven ongedeerd. De scooter werd zwaar be schadigd. Een scène uit de wereldpremière van „De Kopermijn van Faloen", tekst Von Hofmannsthal, muziek van Wagner- Régeny. AMSTERDAM Voor de „Vereeniging Rembrandt" die het behouden en vermeer deren van het openbaar bezit aan kunst schatten in Nederland tot doel heeft, is in 1960, blijkens het over dat jaar uitge brachte jaarverslag, een nieuwe perspec tief geopend. Het „Prins Bernhard Fonds" heeft namelijk besloten, gelden ter be schikking van de vereniging te stellen voor de aankoop van beeldende kunst. Met het fonds is nu een regeling getroffen, waar bij alle aanvragen om steun voor beelden de kunst worden verwezen naar de „Ver eniging Rembrandt", die de aanvragen be oordeelt en het „Prins Bernhard Fonds" over de toewijzing adviseert. Volgens het verslag zal dit een belangrijke uitbreiding van de mogelijkheden der vereniging bete kenen, terwijl de vereniging meer dan tot dusver haar zorgen ook zal uitstrekken over de moderne kunst. Reeds konden drie belangrijke aankopen, schilderijen van Pie- ter Claesz en Eugène Delacroix, resp. voor het Mauritshuis en voor Boymans- Van Beuningen en een wandtapijt door Ka- rel van Mander voor het Rijksmuseum met een bijdrage uit die gelden tot stand komen. In het verslag wordt vermeld het behoud voor Nederland van de collectie van 326 Hindoe-Javaanse oudheden, be kend als de collectie Meyer-Hessels. Deze reeds sinds 1947 in bruikleen in het Ko ninklijk Instituut voor de Tropen te Am sterdam aanwezige verzameling dreigde naar Amerika te worden verkocht. Het eigen vermogen van de vereniging, inclusief het nationaal fonds, bedroeg per 31 december 1960 ruim twee miljoen gul den. De vereniging telt 1765 leden en 129 donateurs. Het Carnegie Heldenfonds heeft met een ball-point met inscriptie de 13-jarige Haarlemse scholier A. M. A. F. Schouten beloond. Hij redde op 25 maart 1960 onder moeilijke omstandigheden een 4-jarig meisje, dat bij het spelen in een haven bij het Spaarne was geraakt. Filmregisseur Federico Fellini, de ma ker van „La dolce vita" zal de komende herfst aan een nieuwe film beginnen „Een vallei der schaduwen". (Van onze Haagse redacteur) Een theologisch meningsverschil (zijn varenden op binnen- en rijnvaart gemeen te of niet) is gerezen tussen de leiding der Hervormde Kerk en een aantal in haar dienst zijnde wika's. Dominees mengden zich ook in het conflict dat reeds heeft geleid tot de ontslag\erlening aan twee kerkewerkers, de oprichting van een naast de kerk werkende stichting, het vrijwil lig ontslagnemen van een derde kerkewer ker, de kritiek van twee hervormde bin nenvaartpredikanten en de officiële kerke lijke „veroordeling" van de ontslagen wi ka's in de schipperspers. Twee visies op het werk en op de aan pak ervan leidden uiteindelijk tot dit con flict dat door de Hervormde synode in een nieuw stadium is gebracht door hoofd jeugdwerkleider Wika Barel in Amsterdam te ontslaan. Met hem kreeg Wika Joustra uit Gro ningen ontslag en een derde wika nam dit vrijwillig. Ds. v d. Ree uit Amsterdam en Ds. V. Lokhorst uit Zwolle steunen de inzichten van de ex-wika's, wie van ker kelijke zijde verweten wordt dat ze han delden in strijd met het beleid der kerk De kerk kan niet toestaan, zegt mej. Bot van de Raad voor de Varende Ge meente in Rotterdam, dat in haar dienst en ook in haar tijd werkzame wika's ijveren voor de oprichting van een alge mene stichting die naast de kerk gaat wer ken. Dat moet men toch begrijpen. Wika Barel en zijn geestverwanten ach ten het op dit tijdstip „niet opportuun na der op de kwestie in te gaan." Wat zijn de feiten en waarom moest het tot een openlijk conflict komen, dat op schudding veroorzaakte in vaderlandse schipperskringen? Reeds lang bleken er meningsverschillen te bestaan tussen de kerkleiding in casu de Raad van de Varende Gemeente, een van de hervormde synodale organen van (Van, onze correspondent) BONN. De wekelijkse lectuur van talloze Westduitsers is het blad Der Spiegel, dat op politiek terrein de schandalen niet schuwt, die dagbladen als Bildzeitung en Abendpost dagelijks over- de argeloze Westduitser uitstorten op het gebied van de particuliere levens van filmsterren of rampzaligen, wie het lot een poets gebakken heeft. Der Spiegel is ook niet vies van een schandaal in de particuliere sfeer, maar er moet ergens politiek in zitten om het echt groot opgemaakt in dit Hamburgs weekblad aan te treffen. Gelukkig voor de redactie van Der Spiegel, die overigens vaak primeurs heeft, alsmede boeiende reportages en interviews, zijn er schandalen in de Westduitse samenleving genoeg. Als men alleen al de omkopings- en spionagegevallen van de laatste jaren optelt ziet men dat een weekblad met dergelijke belangstelling niet om kopij verlegen hoeft te zitten. De politieke richting van Der Spiegel is moeilijk te bepalen. Alles wat geruchtmakend is kan men er in aantreffen, of dit nu voor rechts of links van voordeel is. Indien men echter met veel geduld een politieke richting uit de nummers van het blad wil distilleren, komt men wel tot de conclusie dat men zonder principiële voorkeur voor democratische methodes een vrij linkse positie inneemt. Adenauer en zijn regering mogen zich zelden in de gunst van Defl Spiegel verheugen. Ministers als Oberliinder, Seebohm, Strauss, Schroder en Von Brentano kregen het geregeld zwaar te verduren in de Spiegelkolommen, wat niet wegneemt dat de socialistische lijsttrekker Willy Brandt ook geen honing om de mond werd gesmeerd. Hetzelfde kan men zeggen van de liberaal Mende. Neen, Der Spiegel is ongetwijfeld onafhankelijk ingesteld, verder in de eerste plaats negatief gericht op alles wat opzien baart en heilige huisjes afbreekt. (Van onze Romeinse correspondent) Venetie, Het hoogtepunt van de Vene- tiaanse zomermanifestaties is gevormd door de Diaghilev-herdenking in het thea ter La Fenice, het onvergelijkelijke rocco- cotheater der lagunenstad, waarschijnlijk de mooiste schouwburg ter wereld. Die herdenking werd in hoofdzaak verzorgd door het Nederlands Ballet, waarschijn lijk het enige balletgezelschap ter wereld, dat in staat is zonder meer moeite dan een paar repetities een programma sa men te stellen met een keuze uit de beste werken van de drie nog levende grote choreografen, die voor Diaghilevs „Bal- Iets Russes" hebben gewerkt, Massine, Balanchine en Serge Lifar. De galavoor stelling, voor een publiek, dat voor het overgrote deel uit vreemdelingen, vooral Amerikanen, bestond werd een ware tri omf. De herdenkingsrede werd uitgespro ken door Serge Lifar, die voor het een voudige monument heeft gezorgd dat op het eiland San Michele, de Venetiaanse begraafplaats, de herinnering aan de gro te vernieuwer der ballettraditie levendig houdt. Lifar wees tevens op het feit, dat dank zij het werk van Diaghilev thans in vele landen het ballet weer een levende kunst is geworden. Hij liet niet na te on derstrepen, hoe het Nederlands Ballet, slechts tien jaren oud, reeds thans een vooraanstaande plaats inneemt naast die van naties met veel groter traditie en een groter aantal inwoners, waaruit dus ook meer talenten kunnen voortkomen. Het programma begon met „Présages" van Massine op de vijfde symfonie van Tsjaikovski. We hebben ons altijd erover verwonderd, dat dit werk zo geheel ver geten scheen, terwijl andere, veel minder belangrijke werken van Massine nog ge regeld worden uitgevoerd. En ziedaar: het Nederlands Ballet blijkt als enig ge zelschap in de hele wereld „Présages" in zijn rijke repertorium te hebben opgeno men. Zelden hebben wij zo muzikaal zien dansen. Het genot werd nog verhoogd doordat het voortreffelijke orkest (na dat van de „Scala" is het orkest van de Feni ce misschien wel het beste van heel Ita lië) onder de bezielende leiding van André Presser voor een begeleiding zorgde, zo als ons nationaal ballet maar zelden deel achtig wordt. De waardering der toe schouwers ontlaadde zich in het ene „open doekje" na het andere. Er volgde wel in scherp contrast een heel licht en erg Frans gevalletje van Serge Lifar: „Entre deux rondes". „Mirages", dat na de pauze volgde, leerde ons gelukkig een heel wat belangrijker Li far kennen. Een nieuw hoogtepunt, nauwe lijks onderdoend voor „Présages" werd be reikt met „Vier temperamenten" van Ba lanchine op muziek van Hindemith. Hier wachtte ons een nieuwe verbazing. Nadat we het Nederlands ballet de verre van een voudige neo-klassieke passen en standen van Lifar hadden zien uitvoeren en ons hadden kunnen overtuigen, dat het diens hervorming met de „beweging in het on- bewogene" en de zesde en zevende positie onder de knie heeft, nadat wij het Massine hadden zien dansen, een kunst die vrijwel verloren is gegaan, bleek het ook Balan chine te beheersen. Misschien is Balanchi ne niet moeilijker dan Massine, maar de verschillen in stijl zijn enorm. Als we de namen niet hadden gelezen in het pro gramma, zouden wij zonder meer hebben geloofd het „New York City Ballet" voor ons te zien. Het was af en het was voor beeldig. Terecht is deze glorieuze avond geëin digd in een ware triomf voor het Neder lands Ballet. Het was een avond waarover men nog lang zal praten, in Venetië en zeker ook bij het Nederlands Ballet. Als concurrent voor Der Spiegel heeft nu een nieuw ditmaal rechts georiënteerd weekblad zijn beste beentje op de publi- citeitsbühne van de bondsrepubliek voor gezet. „Aktuell" verschijnt sinds vorige maand als een fraai gedrukt, van veel foto's voorzien weekblad, dat zich ten doel stelt het nihilisme van de Duitse pers in het algemeen, maar van Der Spiegel in het bijzonder te bestrijden. Hoofdredacteur van Aktuell is dr. Hans Kapfinger, grote man achter de schermen schijnt de publicist Kurt Ziesel te zijn, namen die de ingewijde al duidelijk ma ken uit welke hoek de wind waait. Die hoek is namelijk onvervalst rechts, hetgeen nu niet meteen wil zeggen Neo Nazi, maar wat toch wel in nauw verband staat met wat vele vroegere Nazi-partij leden nu denken. Indien deze lieder, den ken gaan zij er namelijk van uit dat zij door Hitier en zijn vrienden bedrogen zijn, dat hun idealen juist waren, dat hun vech ten voor een groot Europa onder leiding van een Germaanse elite misbruikt is voor de misdadige doeleinden van de topna zi's. Mensen als Ziesel menen dat het tijd wordt de waarheid te zeggen en op te hou den met het naar beneden trappen van de Duitsers en Duitsland. „Wij hebben dapper gevochten voor hoge idealen, wij hebben in het bolsjewisme de grote vijand gezien van de westerse cultuur, wij hebben ons met onze grote talenten ingezet tegen de barbarij van het communisme en het mee dogenloze kapitalisme van de Amerika nen", zo redeneert Ziesel, en hij acht de tijd nu gekomen openlijk de eer op te eisen voor deze heldendaden, die door Hitier en de zijnen weliswaar in verkeerde richting zijn gestuwd, maar die in wezen goed wa ren. Niet Hitier, maar de Polen waren met hun onderdrukking van de Duitse minder heden de schuldigen aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, zo betogen deze rechtse kringen verder. Niet de Duitsers maar de geallieerden zijn begonnen met het bombarderen van de onschuldige be volking in de steden. Weliswaar heeft Hit- Ier na maanden wachten besloten terug te slaan, maar toen hadden Britse vlie geniers al talloze Duitse steden aangeval len. Degene, die bij het lezen van dergelij ke thesen wat met de ogen staat te knip peren, wordt dan voorgehouden dat het Duitse bombarderen van Warschau. Rot terdam, Coventry, etc. niet in strijd was met het volkenrecht, maar dat het Brit se bombardement van Mönchen-GIadbach in de nacht van 10 op 11 mei 1940 dat wèl was. Waarmee dan bewezen is, dat de Engelsen met het bombarderen van onge wapende bevolkingscentra begonnen zijn. Een artikelenreeks over dit onderwerp van een zekere dr. M. Czesany kan men lezen in de Soldatenzeitung, een van de weinige bladen tot nu toe, waarin men onvervalst de mening kon lezen van al die genen. die nog steeds „Groot-Duits" den ken en alle schuld aan de afgelopen oor log in geallieerde schoenen schuiven. In deze Soldatenzeitung, waarin boven genoemde Kurt Ziesel kort geleden een groot artikel publiceerde, kon men enige tijd geleden zelfs een redactionele prijs vraag vinden, waarin op de vraag: „Wel ke Amerikaanse president stuurde conse quent op de Tweede Wereldoorlog aan, betrok Japan in de oorlog en droeg de medeverantwoordelijkheid voor de verdrij ving en vermoording van miljoenen Duit sers?" De naam Roosevelt moest worden ingevuld. Met het weekblad Aktuell hebben de reactionaire kringen nu kans gezien meer in het schijnwerperlicht van de publieke belangstelling te komen. Het schandaal schuwt het blad evenmin als Der Spiegel, hetgeen wel bleek uit het feit, dat de eer ste nummers meteen na verschijning ver boden werden, ondermeer wegens de rond uit kwalijke indiscreties over het particu liere leven van het christen-democratische parlementslid Bucerius. Precies als bij Der Spiegel is het Ak tuell evenwel niet begonnen om alkoof- schandalen zonder meer. De bedoeling is veel meer politieke tegenstanders, die zich opwerpen als zedeprekers, oud-verzetslie den en trouwe democraten aan de kaak te stellen en te confronteren met hun verle den, dat in veel gevallen niet zo vlekke loos is als men wel zou menen. Dat laatste nu is niet verwonderlijk, want in 't derde rijk heeft bijna elke poli ticus, elke journalist of schrijver, die niet tijdig geëmigreerd is, zich gecompromit teerd Het snuffelen in nazi-couranten le vert de Aktuell-redactie dan ook zeker de volgende jaren steeds wat op, wat de be treffende „democraat" nu niet welgeval lig is. Men moet evenwel niet denken dat de kringen rondom Soldatenzeitung en Aktu ell deze vroegere nazistische activiteiten van huidige prominenten verwerpen. Geenszins! Het is er hun alleen maar om te doen om te kunnen zeggen: „Jij hebt geen recht van spreken, want je hebt dat en dat gedaan, gezegd of geschreven", of „Jij bent een hypocriet, want nu doe je je voor als een democraat in hart en nie ren, maar jij hebt net zo gefaald als Oberlander, Globke en vele anderen". Het mag merkwaardig klinken, maar toch is er iets goeds aan het verschijnen van een dergelijk blad,, het dient namelijk de discussie die onder de Westduitsers nog maar nauwelijks aan de gang is en die voor een democratische samenleving onontbeerlijk is. Tot nu toe bestond er een soort mode van anti-nazistische uitlatin gen, die verhulde dat er achter deze fa- gade nog heel wat leefde in de donkere Duitse woningen, dat in 1945 niet van de ene dag op de andere is gedoofd. Gezond is het zeker dat vooral vele poli tici en journalisten in het huidige West- Duitsland, die nu een grote mond hebben over het derde rijk en iedereen met een onzuiver verleden, eens geconfronteerd worden met hun eigen schrifturen uit die tijd. De doelstelling van bladen als Aktu ell mag niet fris zijn, haar effect kan heil zaam zijn in de strijd om een democrati sche samenleving. bijstand, en enkele in dienst der kerk werkzame functionarissen voor het schip- perswerk. Dit kerkewerk draagt een sterk vereni gingskarakter. In enkele havenplaatsen ontvangt- men op de kerkelijke centra de binnengelopen schippers, die dan zelf ac tief betrokken worden bij het gebodene. Maar willen de bezoekers dat wel? Neen, zeiden de thans ontslagen wika's. Recreatie en amusement moeten de hoofdfactoren zijn, menen zij, en er moe ten in alle havens centra komen, waar het schipperspubliek zich kan ontspannen. En dan, vroegen zij verder, waarom moeten het uitsluitend hervormde tehuizen zijn? Het resultaat was dat zij gingen ijveren voor „veralgemening" van kerkewerk en voor een heel nieuwe (zogenoemde „open) benadering ervan. Bevoogding En dan was er ook het verwijt van „be voogding". Doordat men de varenden op binnen- en Rijnvaart als een gemeente beschouwt, komt het daartoe, aldus deze mening. Een zekere leiding is hier nood zakelijk; het werk van de varenden brengt nu eenmaal mee dat zij niet bij het ker kewerk aan de wal kunnen worden inge schakeld en dat zij als groep als eigen ge meente moeten worden beschouwd. Zo zegt men het in Rotterdam bij de va rende gemeente. En omdat de standpunten niet tot elkaar kwamen en de kerk weigerde genoegen te nemen met de plaats die voorstanders van een algemene aanpak haar overlieten, werd het duidelijk dat van een verzoening geen sprake kon zijn. Van de kerk uit handhaafde men het standpunt dat in de tehuizen, als voorge staan door de „algemene visie", onvol doende gelegenheid en te weinig sfeer zou zijn voor pastorale activiteit. De raad zei „nee" op de voorgestane scheiding van pastoraat en recreatie en wees een rege ling (apart schipperspastoraat als bij de zeevarenden) van de hand. Het totale werk moet vanuit de kerk geschieden, zei men hier. De Raad voor de Varende Gemeente meent: de varenden zelf zijn ontevreden over de gang van zaken, veroorzaakt door de wika's. Men wil niet altijd alleen maar dansen in de havencentra, en verlangt te rug naar de oude sfeer, die beslist niet muf behoeft te zijn. De wika's stellen: amusement voorop, en wanneer gewenst, pastoraat. Het is duidelijk dat de kerk hier moest ingrijpen, aldus de raad en dat ge beurde door het ontslag van betrokkenen. Spoedig zal een nieuwe hoofdjeugdwerk- leider worden benoemd en meer benoe mingen zullen volgen. Inmiddels heeft de „oppositie" niet stil gezeten en in Amsterdam, Zwolle en Gro ningen eigen centra gesticht. In Rotter dam is men daarmee nog bezig. Dan is er het plan een varende sociëteit in de kleinere havens als Utrecht, Middelburg en Amersfoort zonder eigen centrum te stationeren. Die zal de naam „The Neighbour" gaan dragen, het eerste grote project van de naast het kerkewerk op gerichte stichting Algemene Maatschappij voor varenden (A.M.V.V.). Daarmee wil men onder meer het eigen bestaansrecht onderwijzen. In kringen van de hervormde Raad voor de Varende Gemeente verwacht men ove rigens dat de A.M.V.V. geen lang leven beschoren zal zijn. De meerderheid van de schippers wil dit niet, zegt men. Ge ruchten als zouden door grote giften van schippers de uitgaven van de A.M.V.V. ge dekt worden, worden hier „zeer onwaar schijnlijk" genoemd. Naar verluidt hebben de betrokken wi ka's bij de kerkelijke commissie voor be zwaren en geschillen beroep aangetekend tegen het hen door de kerk verleende ont slag. Ondertussen gaan zowel de kerkelijke activiteiten als die van de jonge stichting door. Verwacht wordt dat het A.M.V.V.- schip „the Neighbour", een omgebouwde rondvaartboot, nog dit najaar in de vaart komt. Het kerkelijk werk vindt eveneens voortgang. De meerderheid der varenden aldus de varende gemeente, wil het zo en niet anders. Inmiddels is er ook contact tussen de kerkleiding en de twee „afwij kende" schipperspredikanten. Geruchten als zouden tegen hen ook maatregelen op handen zijn, kon men de Raad voor de Varende Gemeente niet bevestigen. ONTMOETINGEN MET HET OUDE HELLAS door drs. J. P. Doedens, uitg. NV Kosmos, Amsterdam-Antwerpen. Tussen de talloze publikaties die de laatste tijd het licht zien over de cultuur van de Klassieke Oudheid, valt dit boek op door een bijzonder karakter. De Grie ken hebben de fundamenten gelegd voor de schatkamers der Europese cultuur. Voor velen is het niet meer duidelijk waar wèl en v/aar niet Griekse invloed aan te wijzen zijn. Voor velen is een doolhof ont staan, waarin de auteur de weg wil wij zen. Als de bezoeker van Griekenland zich bij alles wat hij ziet, rekenschap wil ge ven van de achtergronden van de Helleen se cultuur, als hij zich de banden bewust wil maken die het Griekendom met onze eigen tijd verbinden dan kan hij zich in dit werkje uitstekend oriënteren. Maar het wil ook niet meer zijn dan een schets matig getekend patroon, waarop de lezer door zijn eigen bezoek aan het land en door het lezen van meer gedetailleerde lectuur kan voortborduren. De schrijver is erin geslaagd boeiend en in vlotte stijl de historie, de cultuur en de mythologie van het oude Hellas te doen herleven. Een tabel van de Olympische godenfamilie, een vergelijkend historisch overzicht en een namenregister besluiten deze populaire gids. Nieuw clubhuis. Het Verenigd Haar lems Schaakgenootschap, dat half augustus zijn clublokaal in het gebouw Cultura heeft verlaten, heeft een nieuw onderdak gevon den in het doopsgezind jeugdhuis „Dei ning" aan de Ripperdastraat. De speel avond blijft ongewijzigd dinsdagavond 8 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 6