DE DODENLIJST VAN ADRIAN MESSENGER Het „witte goud" uit Carrara is een der pijlers van Italië's economie PRIEGELTJES GROTE REIS PANDA EN DE MEESTER-OPHEFFER f Groen Co Volgende Polle rnrr Walvistranen VRIJDAG 25 AUGUSTUS 1961 9 PHILIP MACDONALD Oorspronkelijke titel: The list of Adrian Messenger Karig bestaan Vele soorten Centrale Verwarming Oliestook-installaties 4 12. Een twee drie! daar vliegen de vriendjes omhoog en op het land. Einde lijk krijgen ze weer eens droge voeten. De twee vissen kijken tevreden toe, hoe dal afloopt. Niet iedereen is gewend, zomaui naar de wal geschoten te worden! „Dank jullie wel voor de hulp!", roepen de vriendjes dankbaar, „tot ziens, en als we wat voor jullie kunnen doen, moet je het maar zeggen, hoor!" 18) „Je bent onmogelijk!" Jocelyn pak te een sigaret en stak hem aan. Nu ze ervoor stond, wilde ze eigenlijk hele maal niets zeggen. Maar ze moest nu wel iets doen. Ze zei: „Het is alle maal de schuld van die arme Adrian, God-hebbe-zijn-ziel," terwijl ze haar geweten suste met de gedachte dat dat althans gedeeltelijk waar was. „Ach, het spijt me, liefje. Ik wilde niet grappig zijn.Was dat niet af schuwelijk?" Margaret rilde. „Geloof jij dat het een bom was?" „Ik denk niet dat ik dat geloof", zei Jocelyn. En toen herinnerde ze zich wie die veronderstelling het eerst ge opperd had en keek nadenkend in het vuur. „Wat bedoelde je, toen je zei dat het Adrian Messengers schuld was dat je van streek bent?" Margaret was ver baasd. „Ik weet dat hij een goede vriend van je was, maar ik geloof niet dat je jijn dood bedoelde. Of toch?" „Nee. Nee.." Jocelyn staarde nog steeds in het vuur. „Wat heeft hij dan gedaan? Je een paar miljoen -nagelaten?" „Nu weet ik dat je helderziend bent!" Jocelyn was van haar stuk gebracht. „Nee, het was geen geld. Dat zou hij nooit gedurfd hebben na wat ik eens tegen hem gezegd heb toen hij het voorstelde. Maar het is bijna hetzelfde, verdorie! Het is een huis. Een mooi oud achttiende-eeuws huis in Mayfair. In Whig Street. Adri an kocht het toen hij demobiliseerde. Het was veel te groot voor hem en daarom liet hij het en mooi ver bouwen in drie flats. Hij woonde in de bovenste en verhuurde de andere twee. Hij heeft mij het hele ding na gelaten, met inbegrip van alles van hem dat erin is." „Nu, dat was dan bijzonder aardig van hem." Margaret ging plotseling rechtop zitten en wees met een be schuldigende vinger. „Maar dit is al lemaal onzin! Dit is niet wat je dwars zit, en dat weet je best!" „Goed.goed." Jocelyn stond op. „Je bent erg knap." Ze stond onrus tig met een arm op de schoorsteen ge leund, neerkijkend op haar vriendin. „Het is iets dat de familie me heeft aangedaan. De Messengers bedoel ik. Ze hebben me naar de man die Adri ans leven probeerde te redden, ge stuurd." „Aha!" Margaret kwam weer over eind. „De Fransman. Sint-weet-ik- veel." „Saint-Denis. Ik kwam er achter dat hij in een ziekenhuis in Welbeck Street lag.." Jocelyn zweeg plotse ling. „Wat doe ik! Dit is belachelijk. Het lijken wel de Bekentenissen van een Bakvis.." Margaret stond op en begaf zich naar een tafel tegen de muur. Ze kwam terug met twee gevulde glazen, waarvan ze er een aan Jocelyn gaf. Daarna ging ze weer naar haar sofa. Ze zei: „Laat eens kijken, waar wa ren we?.O ja, je was in dat zieken huis om die monsieur Beaucair of hoe hij heten mag te bezoeken. Ik zie het voor me. Jij staat naast het bed en kijkt op hem neer. Vanuit zijn kus sens kijkt hij op naar jou. Je bent het mooiste wat hij ooit gezien heeft. Hij heeft smeulende donkere ogen en een snorretje. Zijn gezicht lijkt op dat van Byron, met een Frans accent. Jullie zijn allebei in eikaars ban, sprake loos Een zwakke blos kleurt zijn doodsbleke wangen.." „O, je bent gek!" Jocelyn nam een forse teug uit het glas. „Hij heeft al leen maar een paar gebroken ribben en ligt niet in bed. Hij is niet bleek ook. En hij is gladgeschoren. En zijn ogen smeulen niet.." „Goed, goed." Margaret giechelde weer. „Maar hoe stond het met die sprakeloze als met stomheid geslagen episoden? Dat klopte wel, niet?" „Ja, in zekere zin. Ik denk.ik be doel, er was wel zoiets." „Je bedoelt dat het maar al te dui delijk is wat er aan de hand is. Maar vertel me nu eens wat er in hemels naam op tegen is een aardige man te ontmoeten!" „Wel.." Jocelyn pakte haar glas weer op. „Om te beginnen ben ik erg onvriendelijk tegen hem geweest. Hij maakte me helemaal in de war. Ik ben gewoon afschuwelijk geweest.' „En wat deed hij dan? Heeft hij je een klap in het gezicht gegeven of zo? „Hij scheen niets in d e gaten te hebben. Hij vroeg me om mijn adres, maar ik heb het hem onder een of an der idioot voorwendsel niet gegeven En nu weet ik niet wat ik moet doen. Ik denk beslist dat het beter is dat ik hem niet meer zie. Maar ik vind het vervelend als hij denkt dat ik werke lijk zo'n mormel ben als ik geleken moet hebben." „Ach, praat toch geen nonsens over hem niet meer willen zien!" Marga ret sprak heel nadrukkelijk. „Ik zou wel weten wat ik deed. Zo vlug moge lijk contact met hem zoeken. Bel hem op met een of ander smoesje. Heb ik mijn notitieboekje misschien onder uw bed laten vallen? Kunt u mij het telefoonnummer van de Eiffeltoren misschien geven? Wat dan ook maar. „Dat zou prachtig zijn als het om jou ging." Jocelyn keek naar haar. „Jij bent klein en donker en erg aan trekkelijk. En je ziet er op de een of andere manier kans toe Joost mag weten hoe er uit te zien alsof je bescherming nodig hebt.Je weet niet hoe verschillend dat allemaal is als je zo bovenmaats bent als ik!" Margaret staarde haar aan. „Als je dat dan werkelijk wilt horen," zei ze, „dan mag je best weten dat ik er lie ver uit zou zien zoals jij dan als eni ge andere vrouw die ik ken." „Je bent lief, dank je." Jocelyn glimlachte vluchtig. „Maar je begrijpt het niet. Je moet bovenmaats zijn om het te begrijpen. Zie je, alleen al het idee dat een bovenmaats meisje ver liefd zou kunnen zijn is gek.." „Wat bedoel je toch allemaal?" Margaret zat nu met gefronst voor hoofd. „Is het een dwerg of zoiets?" „Een dwerg?" Jocelyn was veront waardigd. „Hij is groot! Groter dan ik ben, als je het geloven wilt!" „Nu, wat zijn er dan in hemels naam voor moeilijkheden?" Jocelyn begon te lachen. „Ik weet het niet," zei ze, en haar lach brak af. „Ik ge loof dat ik alleen maar bang ben. bang dat ik emotioneel in de war ge bracht zal worden of zoiets." Ze on derbrak zichzelf verschrikt. „Hoorde je dat? Ik lijk wel een schooljuf frouw!" Margaret keek nadenkend naar haar. „Je bent gek," zei ze. „Je moet ophouden met deze onzinnige zelfanalyse. Kind, schud die afschu welijke neuroses af! Zoek contact met die man als hij het niet met jou doet". Plosteling, zonder er iets aan te kun nen doen, begon ze weer te giechelen. „Je hoeft in elk geval niet bang te zijn dat hij te vlug te werk zal gaan. Niet met die ribben!" „Jij, jij bent een monster!" zei Jo celyn en sprong op toen de deur open ging en het gezicht van John Came ron in de opening verscheen. „Vrouwenpraat?" vroeg hij. „Of mag een man ook binnenkomen?" „Natuurlijk, John!" Jocelyn glim lachte tegen hem. „Ik stond toch al op het punt je hulp in te roepen." „Wat is de moeilijkheid, schoon heid?" Cameron liep naar haar toe om haar te bekijken. „Je wilt me toch niet wijsmaken dat je deze peu ter niet aankunt?" Hij keek neer op zijn vrouw. „Ik ben bang voor haar," zei Joce lyn. „Ze is helderziend of zoiets." „Natuurlijk. Maar je moet haar nu en dan bezweren en dan kan ze geen kwaad." Hij ging naast zijn vrouw zitten en stak zijn wijs- en kleine vin gers naar haar uit. „Ik dacht dat je aan het werk was," zei Margaret. „Wat is er aan de hand? Nog steeds het slot van het tweede bedrijf?" „Zoiets." Cameron schudde zijn hoofd. „De oude moeilijkheid, ik ben te lui." Hij keek naar Jocelyn, die nog steeds bij de schoorsteen stond. „Nu we het toch over werk hebben, wat doe jij op het ogenblik, Joss?" Ze haalde haar schouders op. „Niets bijzonders." Ze staarde weer in het vuur. Hij keek verbaasd naar haar. „Heb ik er vandaag niet iets over in de krant gezien? Ben je niet met de een of andere miniatuur bezig? Van ie mand met een moeilijke naam. O ja, ik weet het al weer: Swabborn. Is dat waar, Joss? Mag ik het eens zien?" (Wordt vervolgd) IN TEGENSTELLING tot de meeste andere Europese landen is Italië u>at bodemschatten betreft een zeer arm land. Belangrijke grondstoffen als kolen, olie, koper en dergelijke worden er vrij wel niet gevonden en op dit gebied is Italië dus afhankelijk van de import. Wel is Italië bijzonder rijk aan marmer. Het is het enige land ter wereld waar deze grondstof in zo'n grote mate wordt geëxploiteerd. Dit „witte goudT, ge wonnen in de uitgestrekte mijnen van Carrara, vergoedt zeer veel van het te kort aan primaire delfstoffen. ONGEVEER 1.100 mijnwerkers werken in de uitgestrekte marmermijnen in noordwest Toscane. Ruim 35.000 ton halen zij per jaar uit de grond of hakken zij uit de bergen. Na diverse bewerkingen wordt het produkt zowel in Italië als in vele andere landen over de gehele wereld ver werkt voor de vervaardiging van stand beelden, gebouwen en nog veel meer. Zo werden in 1956 de volgende aantallen tonnen marmer geëxporteerd naar de vol gende landen: Verenigde Staten 95, Groot- Brittannië en de Commonwealth 1146, Frankrijk en Franse gebieden 2700, West- Een doorkijkje vanuit een der mijn schachten in een der „marmer-oer wouden" van Piazza di Gioia, de grootste en rijkste marmergroeve van Italië. Duitsland 984, Zwitserland 33, overige lan den 11433. In Italië zelf wordt meer dan een derde deel van het gewonnen marmer verbruikt. Egypte, in het Nabije Oosten, was tot voor kort de grootste afnemer van Italiaans marmer. De grootste marmergroeven van Italië liggen in Toscane - Piazza di Gioia. Het heeft een oppervlakte van 7.000 vier kante meter. Het wordt in de wandeling het „marmer-oerwoud" van Italië ge noemd, want waar men ook kijkt, men ziet niets anders dan marmerrotsen. Hoeveel marmer er in dit deel der Ap- penijnen ligt? Dit is niet bekend en moei lijk te raden. Geen enkele vakman heeft het ooit aangedurfd een schatting te maken. TOT 1940 HEEFT Italië het marmer vrij wel alleen voor de export gebruikt. De staat verdiende er jaarlijks een slordige 100 miljoen lires mee; een zeer hoog be drag in de periode, dat de Italiaanse valuta toen nog stevig stond op de internationale geldmarkt. Het salaris van de arbeiders in de mar mermijnen is uiterst laag in vergelijking tot het gevaarlijke werk dat zij verrichten. Een normale arbeider in deze mijnen ver dient maandelijks gemiddeld 43.000 lire (ca. 260 gulden). Het grote percentage onge lukken in de marmermijnen, waar dikwijls nog op primitieve en oeroude wijze wordt gewerkt, bewijst dat de situatie van de arbeiders in deze mijnen nog verre van 65-66. Priegeltje was helemaal niet ver legen tegenover die zaal vol heren. Hij stond op de lessenaar en zwaaide lustig met z'n speertje, terwijl hij een dansje maakte. De ontdekkingsreiziger, die aan zijn be staan getwijfeld had, was naar voren ge komen en stond nu, nog altijd wat onge lovig, vlak naast de lessenaar. Hij staarde verstomd naar het kleine ne gertje en bekeek hem van alle kanten. „Het is niet te geloven.het kan toch niet! zei hij verbluft. Priegeltje keek met 'n brutaal snuitje te rug en deed, of hij met z'n wapen dreigde En de man kon nu niet anders dan toe geven, dat professor Wiemors de waarheid gesproken had. aangenaam genoemd kan worden. Sociale voorzieningen zijn er niet en wanneer dus een getrouwd man bij een instorting in een mijnschacht of op een andere wijze tijdens zijn werk om het leven komt, ontvangen zijn nabestaanden geen cent vergoeding. Ook op ander sociaal gebied bestaan er geen voorzieningen. De arbeiders die er werken (zij komen meestal uit de binnen landen van Italië) zijn dan ook dikwijls arm. Een uitzondering maken drie van de tien marmermijnen, waar de toestanden momenteel op een iets meer moderne leest geschoeid zijn. In 1804 is men in Italië met het georga niseerde delven van marmer begonnen. Voor die tijd trachtten slechts enkele adellijke grootgrondbezitters in wier lan derijen marmer voorkomt, op primitieve wijze de kostbare grondstof uit de bodem te halen. Het produkt werd dan meestal uitsluitend gebruikt voor de verfraaiing van eigen kasteel of landgoederen. De meest bekende en uitgestrekte mar mermijnen in Italië zijn: Monte Lorano, Canal Grande, Torrione, Tecchione, Fossa- cava, Carrara, Massa, Fiorino, Doganella, Piazza di Gioia (de grootste van alle) en Serravezza (de meest beroemde). Er zijn vele soorten marmer, alle met een zeer specifieke kleur en structuur. In de eerste plaats wordt de zogenaamde „marmo bianco statuario" gevonden. De naam spreekt eigenlijk voor zichzelf. Dit :s het glinsterende witte marmer dat voor monumenten gebruikt wordt. Deze soort kan alleen worden gevonden op de top van de „Monte Altissimo". Voorts vindt men er de zogeriaamde „bianco chiaro", een witte marmersoort met een Hemelsblauwe nerf. Een derde be roemde soort is het zogenaamde „Bardo- glio"-marmer, dat een diepblauwe kleur heeft, glinstert en een groot aantal fijne nerven bezit, verlopend als een fijn net werk. Heel bijzonder, en uiteraard zeer kostbaar, is het zogenaamde „Serravezza"- marmer, genoemd naar de plaats waar het gewonnen wordt. Deze variëteit is een samenstelling van diverse marmersoorten, zodat men er diverse kleuren in kan zien. Slechts met de grootste moeite kan deze soort gewonnen worden. Bovendien is het zeer schaars. In de middeleeuwen vervaar digde men er menige pilaar van de rijke Venetiaanse gebouwen van. „Persichino" is een ander soort marmer, daj alleenhoog in de heuvels gevonden wordt en nooit in warmere en lagerge legen gebieden. Tenslotte vinden we in de Italiaanse marmermijnen nog. het „Cipol- lino"-marmer, dat zeer kostbaar is, van wege de fijne groene en rode nerven die door deze witte marmersoort lopen. Toen de export van marmer grotere vormen begon aan te nemen, besloot men om speciale marmerhavens te gaan aan leggen aan de Ligurische kust. Hier vindt men tegenwoordig de havens Marina di Carrara en Massa di Carrara, vanwaar dagelijks scheepsladingen marmer naar bestemmingen over-, de gehele wereld ver- trekk.en. Marmer wordt tegenwoordig voor de meest uiteenlopende doeleinden gebruikt. Overal ter wereld kan men Italiaans mar mer verwerkt zien in voorgevels, stand beelden, kerken, graven, etc. De Italianen zelf is er trots op, dat dit kostbare produkt in zijn land gevonden wordt. Ook de Ita liaanse schatkist vaart er wel bij Wouter Slob Advertentie BLOEMENDAAL CO». MAltlK TOONDtt 30. Het was een bedrukte en peinzende Panda, die nu de terugweg naar de decorverhuurderij insloeg. Hij werd door bittere twijfel aangeknaagd. Misschien, zo dacht hij bij zichzelf, was hij werkelijk wel te wan trouwend. Het kón toch wel zijn, dat Joris Goedbloed zich verbeterd had en dat hij nu eens de waarheid sprak? En als dat zo was, dan toonde Panda zich toch wel van de lelijkste kant door hem zo te wantrouwen! Neen misschien moest hij nu toch wel eens aannemen dat alles in orde was en niet meteen met verdachtmakin gen aankomen! Terwijl hij zo peinsde, lette hij niet goed op waar hij liep.en ineens drong het tot hem door dat hij al lang op ztjn bestemming had moeten zijn. Dat was de straat, ja hier hoorde de decorverhuur derij ergens te zijn, maar hij zag hem nergens! Hij stond ernstig te twijfelen en was al van plan een voor bijganger aan te spreken en om inlichtingen te vragen, toen hij plotseling een zware bekende stem hoorde: „Kom, kom, jongeling! Hoe suffend sta je daar! Besef je niet dat de plicht je roept? Maak voort!" Het was zijn patroon, Archibald Props Brauswasser, de decor verhuurder! De grijsaard stond op het bordes van een monumentaal bankgebouw, en alleen de scherpste op- merkers zullen onderscheiden, dat dit trotse stuk archi tectuur geheel uit toneel-decors was opgetrokken. CRE- DIET BANK, stond er met grote letters boven. Geen wonder, dat Panda er aan voorbij u>as gelopen zonder het te herkennen. TELEFOON 54855 Een kunstenaar hakt uit een enorm blok wit marmer een madonnabeeld in een der vele Italiaanse ateliers waar dit kostbare materiaal verwerkt wordt. Gebrek aan opdrachten is er nooit - is het 60 jaar geleden dat de Engel se ingenieur Hubert Cecil Booth pa tent verkreeg op de door hem ont worpen „vacuum cleaner", waar mee 's werelds eerste stofzuiger ge boren was. Booth' helse machine be stond uit een motorwagen, weinig minder omvangrijk dan een hand kar, waaraan een meterslange slang verbonden was en maakte zo'n enorm lawaai, dat geen fabrikant het aandurfde, het geval te gaan produceren. Pas in 1905 verscheen de eerste variant van deze oerstof- zuiger, die voldoende handzaam en geluidloos was voor gebruik in par ticuliere woningen. (30 augustus). - is het honderd jaar geleden dat de 26-jarige Maximiliaan graaf Spaur und Flavon, attaché van de Oosten rijks-Hongaarse legatie in Den Haag, die speciaal naar ons land gekomen was om, zoals hij zei, een „stein- reiche Hollanderin" te trouwen, op het landgoed „De Hartekamp" in Heemstede onder liefhebbend toe zicht van zijn mama de twintigjari ge Mathilde van Verschuer schaak te, wier moeder Anna Maria van Verschuer-Brandts, goed was voor eev slordjge twee miljoen gulden. Mathilde's vader had echter over wegende bezwaren tegen de buiten gewoon losbandige Maximiliaan en dus moest het jonge paar na de geruchtmakende schaking vluchten naar Engeland, waar het enkele maanden later in de echt verbonden werd. Het huwelijk liep op een vol komen mislukking uit en Maximi liaan hield er geen cent aan over, daar hij nog vóór zijn beide schoon ouders kwam te overlijden. (1 sept). - is het 75 jaar geleden dat in Scheve- ningen het toenmalige, van 1855 da terende Kurhaus een krullerige schepping van de architecten Henken- haff en Ebert door het omvallen van een spirituslampje op een der gastenkamers in brand raakte en geheel verwoest werd. Vrijwel on middellijk na de ramp werd begon nen met de herbouw volgens dezelf de plannen, zodat het nieuwe Kur haus reeds bij de aanvang van het nieuwe badseizoen kon worden ge opend (1 sept.) - zal de bekende Nederlandse musi cus dr. C. L. Walther Boer, oud dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel en oud-inspecteur van 't mu ziekonderwijs, in Lochem zijn zeven tigste verjaardag vieren (2 sept.). De gemeente Dordrecht heeft geruime tijd geleden van de directie van een olie- bedrijf twee enorme walviskaken ten ge schenke gekregen met de bedoeling daar een bank van te maken, te plaatsen aan de waterkant. Die bank is er nog steeds niet, omdat de kaken een onuitputtelijke hoeveelheid traan blijken te bevatten. Ze zijn in een grote ketel gekookt en daarna in de open lucht gedroogd. Nog steeds echter zijn de kaken vettig. Een cadeau, dat wel wat hoofdbrekens kost. RENE JOUGLET OVERLEDEN De Franse schrijver René Jouglet is donderdag op 66-jarige leeftijd in Mon- trouge bij Parijs overleden. Jouglet heeft een dertigtal werken geschreven, romans, zedencritieken en reisverhalen. Hij heeft ook enkele gedichtenbundels gepubliceerd. <a-i9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 9