DE DODENLIJST VAN
ADRIAN MESSENGER
Geneesmiddelenindustrie in
V.S. nog steeds in opspraak
PANDA EN DE MEESTER-OPHEFFER
PRIEGELTJES GROTE REIS
Folie
léé
Hit iif bfrifiiFn fijh
DINSDAG 5 SEPTEMBER 1961
PHILIP MACDONALD
Oorspronkelijke titel:
The list of Adrian Messenger
Wetsonlwerp beoogt
scherper toezicht
ft;
I rotiwen en vleermuizen
Gemechaniseerde huis
vrouw is niet gelukkig"
Gekleurde eieren
zo van de kip
200 jaar
geleden
X tl
A,
21. Het is nog een geluk, dat Klaas een stevig schild op zijn rug heeft,
want hij krijgt de stoel met Zeerob in volle vaart eropen een
seconde later pbmpt Jolle naar beneden! Het water spat ervan op! Zij
krijgen echter ondanks alles de zaak voor elkaar, en Klaas is er zijn goede
humeur niet eens bij kwijtgeraakt. „Toch is dit een raar vrachtjer, zegt
hij opgewekt.
27)
Hij brak af. „Neem me mijn ge
juich niet kwalijk", zei hij. „Misschien
leidt het tot niets, maar het is ten
minste geen nieuwe tegenslag".
„Daar kunt u het niet bij laten!"
Jocelyn was verontwaardigd. „Wat is
ze? Wie is ze? Hoe weet u dat ze met
de zaak te maken heeft?"
Nu glimlachte Anthony niet meer.
Hij zei: „Mevrouw A. Koeroedzjian
was tot voor enkele dagen lady Pom-
fret. De weduwe van Sir Francis Pom-
fret is vijf jaar geleden bij een zeil-
ongeluk verdronken. Hij was de eer
ste van de lijst van Messenger die
omkwam.
HOOFDSTUK 5
De volgende dag was de achtste
sinds de dood van Adrian Messenger
en de derde sinds Anthony Gethryn
aan het diner met Lucas en Firth de
zaak officieel had geopend om meteen
de leiding van het onderzoek op zich
te nemen.
Het was ook een zondag, maar voor
degenen die bij het onderzoek betrok
ken waren was het zeker geen rust
dag. Op de criminele afdeling van
Scotland Yard is de zevende dag trou
wens altijd evenzeer gevuld met werk
als zijn voorgangers, maar Anthony
en zijn niet-officiële team waren op
hun verschillende manieren bijzonder
actief.
Na Flood was Raoul Saint-Denis
waarschijnlijk het minst in actie.
Maar ook hij had het druk: met pra
ten met zijn dokter, met het betalen
van zijn rekening, met het regelen
van zijn terugkeer naar de gehuurde
flat en het opnieuw in dienst nemen
van de dienstbode die erbij hoorde.
En dit alles was het directe resultaat
van zijn korte contact met Adrian
Messenger, Anthony Gethryn en Adri
an Messengers schoonzuster.
De laatste begon die dag waarschijn
lijk het vroegst want om zeven uur
's ochtends haalde ze haar auto al
uit de garage naast haar atelier op
weg naar het honderd kilometer ver
wijderde Deyming Abbey. Het werd
een rit door een grauwe winterdag,
met een overvloed van sneeuw en met
gladde wegen. Een rit_ die tegelijker
tijd vervelend en inspannend zou heb
ben moeten zijn, maar het op de een
of andere wijze niet was omdat ze
was vervuld van een nieuw en verruk
kelijk gevoel te leven.
Wat vroeg opstaan betreft kwam
Seymour heel kort na haar. Hij reed
ook en elke kilometer hing het hem
meer de keel uit en wel van Hamp
shire, in welk graafschap hij de nacht
nad doorgebracht, naar Mostyn-Under-
hill in Suffolk, waarbij hij trachtte
de enorme stad Londen te vermijden.
Om elf uur kwam het persknipsel
bureau Updyke en Wallace in het
beeld. En wel in de persoon van me
juffrouw Madeleine Bixby, een van
de beste en meest vertrouwde leden
van Updykes persoonlijke staf. De
kerkklokken luidden toen mejuffrouw
Bixby in het donkere maar praktische
kantoor van de firma aan Shaftesbu
ry Avenue arriveerde. Ze ging de pri-
védeur van Martin Updyke binnen,
ontdeed zich van hoed, jas en hand
schoenen en gooide ze op een vorme
loze hoop, pakte twee asperine-tablet-
ten en een groot glas water en ging
breeduit in de stoel van Martin Updy
ke zitten. Juffrouw Bixby, wier naam
voor dit verhaal niet van belang is,
maar wier lichamelijke conditie dat
wel doet, had last van een kater en
slaapgebrek. Ze had haar bed pas be
reikt bij het aanbreken van de dag
an ze was hier alleen uit loyaliteit voor
haar firma, uit verlangen naar de
belangrijke hoeveelheid overwerkgeld
die deze taak voor haar met zich zou
brengen en uit een altijd aanwezig
bewustzijn aan welke kant haar brood
gesmeerd was.
Ze kwam moeizaam overeind, dronk
nog meer water om nog meer asperi-
ne door te spoelen, en pakte de twee
mappen met het opschrift: „A. R.
Gethryn-Dringend" en ging aan het
werk.
Precies terzelfdertijd beëindigde An
thony Ruthven Gethryn de onschuldi
ge veroorzaker van haar werk, plicht
matige brieven aan zijn vrouw en
zoon en begon in zijn werkkamer heen
en weer te lopen van deur naar tuin-
raam, verloren in gedachten en wol
ken rook.
Een half uur later belde hij Whit
en na aan die uitermate bekwame
persoon gevraagd te hebben te zor
gen voor iets waar niemand anders
op een zondagmorgen in Londen voor
had kunnen zorgen, ging hij achter
zijn schrijfbureau zitten. Het was bij
na één uur toen White terugkeerde
waar vandaan bleef onbekend met
bij zich een groot met groen laken
bedekt aanplakboord en een hoeveel
heid punaises..
In Birmingham was het precies
half drie toen mijnheer David Bron-
son uit Vancouver in de trein stapte
die hem het eerste deel van zijn reis
naar Deyming in Medeshire moest
vervoeren. Het was een zondagse boe
mel en volgens de dienstregeling zou
deze trein om drie uur veertig in Dor-
minster aankomen, waar Bronson
moest overstappen op de trein naar
Deyming. Daarna zou de reis nog an
derhalf uur duren, wat het vooruit
zicht opende van onvermijdelijke ver
veling, zodat Bronson een stapel van
de nieuwste tijdschriften had gekocht.
Hij zat alleen in het eerste klas-rij
tuig, dat wat kil was maar overigens
comfortabel genoeg, en liep zijn aan
kopen door. Daarbij stuitte hij op een
dun en onopvallend exemplaar dat
„The World of Books" heette.
Hij was al van plan het terzijde te
leggen voor „Country Life" toen zijn
aandacht werd getrokken door de eer
ste alinea's van een pagina, die de ti
tel „Uit de uitgeverswereld" droeg,
welke pagina verzorgd was door een
of meer personen die verborgen gin
gen onder het pseudoniem Henrietta
Street
Toen ik gisteren Leslie Orcott (van
Orcott en Haskins) sprak, bracht ik
het gesprek op het tragische einde
van Adrian Messenger en de vraag
of hij nog ongepubliceerd materiaal
had achtergelaten
Hij vertelde me dat de briljante
jonge romanschrijver voor zijn dood
bezig was geweest met een werk van
andere aard, dat betrekkingen had
op zijn ervaringen gedurende de twee
de Wereldoorlog. De titel van het boek
was voorlopig bepaald op „Hét enige
standpunt" en het zou, naar Leslie
me verzekerde. Messengers belangrijk
ste bijdrage voor de letterkunde ge
worden zijn. „En dat oordeel", zei
Leslie, „geef ik zonder aarzeling, ook
al is het boek pas half klaar!"
Volgens Leslie is „Het enige stand
punt" zelfs in zijn huidige vorm be
slist superieur aan alle andere boe
ken met herinneringen aan de laatste
oorlog die tot op heden verschenen
zijn. „Zelfs dit half voleindigde ma
nuscript", verzekerde hij, „betekent
voor de lezer een belevenis voor ge
voel en geest. We denken er dan ook
hard over het in zijn huidige onvolle
dige vorm toch nog te publiceren".
Dit alledaagse stukje literair ge
praat had op mijnheer Bronson een
uitwerking die omgekeerd evenredig
was aan de rust ervan. Voor een ogen
blik, dat hij zich niet zou hebben toe
gestaan als hij niet alleen in de afde
ling was geweest, veranderde zijn
hele houding. Het was een subtiel ver
schil, maar daarom des te meer op
vallend.
Nu hij gespannen was leek het wel
of het lichaam van de man zijn bij
een middelbare leeftijd behorende
slapte had verloren: het werd stevig
en krachtig en tien jaar jonger. De
ogen achter de hoornen brillenglazen
waren hun vriendelijkheid en 'n beet
je vreemde rust kwijt en keken nu
met 'n hartstochtelijk geladen wreed
heid. De vriendelijke mond was ver
nauwd tot een spleet met magere lip
pen, en de onderkaak stak vooruit,
wat het hele gezicht een aanblik van
roekeloosheid gaf. De enige gelijkenis
die overbleef met de heer David Bron
son die in de trein was gestapt, was
het trillende spiertje bij het rechter
oog, een kleine aandoening waarvan
hij (evenals mijnheer Lovett uit To
ronto en mijnheer Hoag uit Detroit)
alleen last had als hij onder psycholo
gische spanning stond
(Wordt vervolgd)
De recente onthullingen over de prijs
vorming en de misleidende reclame-prak
tijken in de Amerikaanse geneesmiddelen
industrie, hier reeds eerder gesignaleerd,
hebben geleid tot de indiening van een
wetsontwerp dat beoogi de monopolie-vor
ming in deze industrie tegen te gaan en
het toezicht op de samenstelling en de
eigenschappen van in de handel gebrachte
geneesmiddelen drastisch te verscherpen.
Wordt het ontwerp wet, dan zal het mi
nisterie van Gezondheid zeer verstrekken
de bevoegdheden krijgen in het toezicht
op en de regeling van de vervaardiging
van geneesmiddelen en pijnstillende mid
delen van allerlei aard.
HET WERD hoog tijd. Het winstbejag
heeft ook in deze industrie tot toestanden
geleid die ten hemel schreien. De senaats
commissie die de toestand grondig onder
zocht, achtte dit onduldbaar. Het gebruik
van pijnstillende middelen en geneesmid-
delen is in de afgelopen jaren in de V.S.
ontzaglijk toegenomen In 1960 gaven de
Amerikanen ongeveer 5,3 miljard dollar
aan deze middelen uit, ongeveer een
kwart van wat het volk aan medische hulp
en gezondheidszorg van allerhande aard
besteedde, bijna even veel als het uitgaf
aan doktershulp (5,4 miljard) en meer dan
80 percent van het bedrag dat aan zieken-
huisverpleging werd besteed (6 miljard
dollar).
De vijftiger jaren brachten talrijke
nieuwe „wondermiddelen" en z.g. miracu
leuze pijnstillers. Geen andere industrie
bombardeerde de bevolking op het Ameri
kaanse televisiescherm zo luidruchtig en
voortdurend met het aanprijzen van haar
artikelen als de farmaceutische. Een hand
vol maatschappijen beheerst in de V.S. de
geneesmiddelenmarkt, waarin vele mil
jarden dollars omgaan.
Deze maatschappijen besteden elk jaar
honderden miljoenen dollars om doktoren
en publiek te beïnvloeden. Zij die ziek
zijn of pijn lijden zijn nu eenmaal vatbaar
voor het aanprijzen van elk nieuw „ge
neesmiddel" dat hen verlichting belooft ts
brengen.
De reclames zijn vaak uiterst rnislei
dend. Als voorbeeld rapporteerde een com
missie uit het Huis van Afgevaardigden in
1958 dat de Amerikaanse verbruikers elk
jaar ongeveer 100 miljoen dollar ontfut
seld wordt alleen al voor volkomen nutte
loze middelen tot vermagering. In deze
scherp-concurrerende maatschappij, waar
in niemand voor zijn buren wil onderdoen,
zijn de „tranquilizers" (kalmeringspillen),
een gewild artikel. Ondanks de ernstige
waarschuwingen van de Amerikaanse ver
eniging van psychiaters steeg het gebruik
van deze pillen dankzij de vernuftige re
clamepraktijken, van 50 miljoen dollar in
1956 tot 300 miljoen dollar in 1959.
Woekerwinsten
De winstmarges zijn exorbitant. Er zijn
kalmeringspillen die door de fabrikanten
aan de apothekers verkocht worden voor
6,5 Amerikaanse centen per stuk, terwijl
de verbruiker er 10 cents voor betaalt.
Maar de vervaardigingskosten bedragen
niet meer dan 0,7 cent per tablet! De
commissie van onderzoek ontdekte dat de
fabrikanten van deze middelen aldus van
hun monopolistische positie op de eigen
Amerikaanse markt een schromelijk mis
bruik maken.
Dat ze hun waren winstgevend tegen la
gere prijs verkopen kunnen, blijkt onder
meer uit het feit dat men in Argentinië
vijftig tabletten van een bekend kalme
rend middel voor 46 Amerikaanse centen
kopen kan, terwijl men in de V.S.
(waar het ontdekt en vervaardigd werd)
tussen de 3,85 dollar en 4,25 dollar voor
dezelfde hoeveelheid betalen moet!
Het kalmeringsmiddel thorozine koopt
men in Frankrijk tegen 17 percent van de
prijs die men in Amerika betalen moet.
Equinil kost in Duitsland, Oostenrijk en
Engeland minder dan de helft van wat
men in de V. S. zelf betalen moet.
Wetsvacuüm
Het Amerikaanse departement van Ge
zondheid heeft op het ogenblik bitter wei
nig wettelijke bevoegdheden op dit terrein
Het mist het recht, nutteloze produkten te
verbieden. Het kan evenmin eisen dat nieu
Op een tentoonstelling van knutsel-
niewtjes in Londen is een tropisch
aquarium te zien, dat ingebouwd kan
worden in een doe-het-zelf-open haard
Wie dit typisch Engelse open hout
vuur uit eigen ervaring kent, moet
ernstig vrezen dat de arme tropische
visjes wel van kou zullen omkomen,
dan wel gerookt zullen worden.
Een warwinkel van kabels, meet
apparaten en andere elektronische in
strumenten omringt de voorlopig nog
experimentele „fotoscoop" van de jon
ge Italiaanse amateur-uitvinder Bo-
nassola uit het dorp Lurano bij Milaan.
Onder grote belangstelling heeft hij
zijn vinding, waarmee hij alle nog
in de ruimte zwevende Russische en
Amerikaanse kunstmaan zegt te kun
nen fotograferen, dezer dagen voor de
journalisten gedemonstreerd. Rechts de
camera-telescoop-combinatie. Daar
naast, in wit overhemd, de uitvinder
achter zijn „richtmiddelen".
we geneesmiddelen of pijnstillende midde
len behoorlijk getest worden voor ze op
de markt worden gebracht. Het mist ook
de bevoegdheid toezicht op de kwaliteit
van de middelen uit te oefenen.
De doktoren zelf hebben niet de tijd de
beweringen van de fabrikanten over de
doeltreffendheid van hun nieuwe genees
middelen op hun betrouwbaarheid te on
derzoeken. Ze moeten zich vaak verlaten
op de bijzonderheden die hen door de fa
brikanten worden verstrekt.
Niet objectief?
De Amerikaanse artsenvereniging, be
kend om haar conservatieve instelling,
gaat tegen de voorstellen van de parle
mentaire commissie te keer. Ze schaart
zich aan de zijde van de industrie onder
het motto dat de doktoren vrij moeten blij
ven in de keuze van hun geneesmiddelen.
Ze is steeds tegen elke overheidsinmenging
op gezondheidsgebied. Men verdenkt de
vereniging ervan dat ze niet geheel objec
tief is. De helft van haar jaarlijks inko
men van 16 miljoen dollar ontleent ze aan
de advertenties die de geneesmiddelen-in
dustrie in haar officiële orgaan plaatst.
Op de jaarvergadering van de Britse
„vereniging ter bevordering der weten
schap", heeft de graaf van Cranbrook ver
klaard dat vleermuizen niet onweerstaan
baar door het hoofdhaar van het zwakke
geslacht wordt aangetrokken „zoals nog
algemeen wordt geloofd."
„Met behulp van vier jonge vrouwen
drie blondines, een brunette en vijf
verschillende soorten vleermuizen, heb ik
aangetoond, dat het inderdaad een onge
fundeerd bijgeloof is," aldus de graaf.
Maar hij voegde eraan toe: „Ondanks mijn
bevindingen zullen de vrouwen toch wel
blijven gillen, wanneer zij een vleermuis
in het donker tegenkomen".
39. „Ja maar," zei Panda, die geduldig naar Joris
Goedbloed had geluisterd, „het is tóch onzin.' Ik heb nog
nooit gehoord van een Krediet Bank die van karton ge
bouwd is en die geen geld in huis heeft! Je hebt niets
anders dan de oude rekeningen van meneer Brauswas-
ser en daar ben je misschien niet eens eerlijk aangeko
men. „Tut, tut, kereltje," riep Joris hier tegen.
„Hebt gij nog nooit van dergelijke banken gehoord? Dat
bewijst dan eens temeer hoe gebrekkig uw kennis is!
Deze bank verschilt slechts weinig van andere; het eni
ge wat mij ontbreekt zijn de klanten! Ik heb een inspi
ratie nodig, een helder ogenblik, een ingeving, om me
te wijzen hoe ik de Grote Geldgevers binnen mijn poor
ten krijg.Nog nauwelijks had hij dit gezegd, of het
geluid van een aantal stemmen in de hal trok zijn aan
dacht. „Hoe nu?" riep hij verheugd. „Cliënten? Bezoek?
Een onderzoek van directiewege lijkt mij geboden!" En
met die woorden repte hij zich naar de herkomst van
het geluid. Nu, de zaak was heel eenvoudig. Daar waren
wel cliënten, maar niet voor hem doch voor de heer
Brauswasser. Het bezoek bestond uit Mevrouw Knokke-
bies-van Tutteren met haar broer, Jonker Henri, en en
kele dames van haar Genootschap tot Opheffing van
Onderontwikkelde Personen en zij kwamen allemaal kij
ken naar het Griekse decor dat zij bij het zeggen van
verzen dachten te gebruiken. Archibald Brauswasser
wilde graag van dienst zijn, en hoopte dat er enig con
tant geld op over zou schieten.
In het Britse artsenblad „Medical
Press" wordt betoogd, dat de medici veel
te weinig aandacht schenken aan „de
symptomen die voortvloeien uit de aanwe
zigheid van teveel teèhnische hulpmidde
len in de moderne keuken." De schrijver
van het artikel, dr. M. N. Pai, zegt dat
vele psychiaters reeds patiënten hebben
die er zich over beklagen dat ze voort
durend beducht zijn voor de gevaren van
het gebruik van hun wasmachines, koel
kasten, haardroogmachines en elektrische
mixers, en daardoor 's nachts de slaap
niet kunnen vatten.
Dr. Pai schrijft dat de arbeidbesparen-
de technische hulpmiddelen die op de
markt worden gebracht om het leven van
de huisvrouw gemakkelijker te maken,
„gedrukte gebruiksaanwijzingen hebben
die niet zijn op te volgen en desastreuze
konsekwenties hebben". „Tegen de tijd
dat de huisvrouwen hun nieuwe aanwinst
hebben leren bedienen, als zij eindelijk
die dingen de baas zijn, aldus dr. Pai,
zijn er inmiddels weer nieuwere modél
len verschenen."
Pai noemt televisie een andere oorzaak
van slapeloosheid. Vele tv-kijkers' hebben
geklaagd dat ze na het zien van bepaalde
films en andere opwindende tv-program-
ma's niet konden slapen, uit vrees gek te
worden.
Professor Herre in Kiel (West-Duits-
land) heeft kippen gefokt, die groene
eieren leggen. Op een sherrykleurig
ontbijtlaken kunnen zulke eieren, zo
meent hij, bijzonder attractief staan.
Professor Herre is verbonden aan het
Duitse „Instituut voor bestudering van
huisdieren". Op een reis door Zuid-
Amerika ontdekte hij, dat Arauka kip
pen blauwe eieren leggen. Hij nam wat
broedeieren mee naar zijn instituut en
kruiste de hennetjes met Europese
hanen. Het resultaat bleef niet uit:
zacht groene eieren, zo van de kip.
Dooier en wit hebben uiteraard de ge
bruikelijke tinten. Professor Herre zal
zijn eierkleurengamma nog proberen
uit te breiden, met het oog op de a.s.
Pasen.
Oprechte Dingsdagse Haerlemse Courant
den eersten September 1761
DUYNKERKEN den 25 Augusti, „Eergiste
ren nacht, tusschen den 23
en 24 deezer, is door twee
Booten van de Engelse
Oorlog-Scheepen van onze
Rheede geligt de Franse
Caper, gevoerd by Capi-
teyn Juin, gemonteerd met
10 Stukken en 70 Man
Equipage; de Capiteyn bevond zig binnen
deeze Stad, om alles tot zynen Kruys-
tocht in gereedheyd te brengen, en 's ande
rendaags uyt te loopen. De Engelsen, het
Volk in slaap vindende, hadden de Luyken
toegenageld, de Cabel gekapt en de Buyt
gerustelyk weggesleept."
83-84. Straat in straat uit renden de pro
fessor en zijn assistent. Ze keken naar
alle kanten, of ze ergens het kleine neger
tje in 't oog konden krijgen, maar die leek
wel helemaal verdwenen te zijn.
Professor Wiedemors werd hoe langer
hoe wanhopiger. Hij zou Priegeltje voor
geen geld ter wereld kwijt willen zijn,
want hij voelde zich verantwoordelijk voor
't ventje.
En toen.
Daar is-ieü riep doctor Kanebit op
eens.
Ja, daar was Priegeltje.Hij holde op
z'n korte beentjes voort wat hij kon. Maar
tegen de lange benen van doctor Kane
bit kon hij niet op.
Priegeltje! zei die. Wat ga je doen?
Kom eens gauw hier?
Hij pakte Priegeltje op en hield hem op
z'n handen, terwijl de professor hijgend
kwam aangehold.