DE DODENLIJ ST VAN
ADRIAN MESSENGER
Geen dwaze excessen in
|Max Heymans' herfstmode
Groen Co
Votg-ende uteek
Een te hoog levensritme
schaadt de gezondheid
PANDA EN DE MEESTER-OPHEFFER
PRIEGELTJES GROTE REIS!
Polle
Ons vervolgverhaal
Beste speurneus
A
PHILIP MACDONALD
Oorspronkelijke titel
The list of Adrian Messenger
VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1961
Centrale Verwarming
Oliestook-installaties
24. Wat smaakt de soep goed, na zoveel avonturen! Hun magen knorren
van plezier! Zeerob wordt er helemaal wakker van, en zal net eens een
avontuur uit de goeie ouwe tijd gaan vertellenals ze ineens
worden opgeschrikt door een vreemd geluid! Wat is dat?
30)
Flood dronk zijn „Beker van Gent"
leeg en zette hem neer. „Ik wed vijf
honderd tegen een dat jouw Dalton
familie is van brigade-commandant Sir
Hugo Dalton, die in 1943 gesneuveld
is. En het is duizend tegen een dat de
tien mannen op de lijst met Messen
ger onder Hugo Dalton gediend heb-
oen in een speciaal onderdeel dat hij
in India vormde en trainde om er in
1942 mee naar Birma te gaan. „Ope-
ratie-Dacoit" heette dat toen. Een
voorloper van de „Operatie-Chindits",
die later plaatsvond en meer bekend
werd".
Anthony sprong uit zijn stoel. „Dat
is het!" schreeuwde hij. En nogmaals:
„Dat is het!"
Hij pakte de telefoon
De man die hij aan de lijn trachtte
te krijgen was Guy Dennison. Guy
Dennison was werkzaam op het minis
terie van oorlog en Guy Dennison
stonl niet alleen bij Anthony Ruhten
Gethryn in het krijt, maar wist dat.
Hij was bovendien in staat voor de
antwoorden te zorgen op de vragen die
Anthony Ruthven Gethryn hem zo
graag wilde stellen.
Toen hij Guy Dennison na vijfen
twintig vergeefse pogingen tenslotte
aan de lijn had, was het bijna tien
uur. In antwoord op de eerste vraag
zei hij: „Dat komt in orde. Ik bel je
morgenochtend op", en in antwoord
op de tweede: „Dat zal langer duren.
Bel me dinsdag".
De telefoonzieke Anthony hield zo
doende nog net de tijd over om de
zondagavondrust van commissaris Ar
nold Pike te verstoren. Dat deed hij
dan ook, hij reed meteen via Fulham
naar de commissaris, die hij vond bij
een schaakspel met een vriend.
Tijdens een apartje van tien minu
ten met Pike in een kille en weinig ge
bruikte eetkamer verontschuldigde
Anthony zich, weigerde iets te drinken,
lichtte Pike in over de schakel met
Dalton en bracht het gesprek toen o-p
de antwoorden die de commissaris
op drie van zijn brieven aan plaatse
lijke hoofden van politie had gekre
gen. Hij kreeg, zoals Seymour al had
gezegd, te horen dat deze niets van
belang bevatten behalve de militaire
gegevens. Onder het hoofd „Ongeluk
ken" was het resultaat volledig nega
tief: er was, zo bleek, nimmer enige
verdenking gerezen dat iets anders
de dood zou veroorzaakt kunnen heb
ben dan wat schijnbaar daarvoor de
reden was.
En ik geloof eerlijk gezegd ook
niet", zei Pike, „dat de andere zeven
in dat opzicht wat zullen opleveren
Anthony stemde daarmee in. „Maar
we kunnen het ons niet veroorloven
het niet te proberen", zei hij en kwam
op het werkelijke doel van zijn bezoek.
En dat was uiteraard de zaak-Slatte-
ry en de ontdekking dat de „J" een
reeds overleden Joe had aangeduid en
niet de nog levende Jonathan. „Je
kunt nu dus Sir Egbert verblijden", zei
hij, „met de mededeling dat die zes
mensen van hun opdracht ontheven
kunnen wordenEen opdracht zo
voegde hij er bitter aan toe, „die nim
mer gegeven had hoeven te worden
En dat was alles voor die zondag
Maandagochtend om acht uur, toen
Anthony opstond, was het helder weer
maar koud, met een gele zonnebal in
een leigrijze hemel en 'n wind als een
scheermes. Bij de ochtendpost was
niets dat de moeite waard was, maar
tegen dat hij klaar was met zijn ont
bijt bracht White hem een grote dik
ke enveloppe van Updyke en Walla-
Hij nam hem mee naar zijn werk
kamer, ging achter zijn bureau zitten
en scheurde hem open. Er kwamen
twee stapeltjes kranteknipsels uit het
ene gemerkt „Ongelukken en het an
dere „Messenger".
Hij opende de tweede het eerst en
liet zijn oog langs de dertig of veertig
knipsals lopen, die ook bij vluchtige
beschouwing waardeloos leken. Dat
was, maar dat wist hij met, het ge
volg van de kater van juffrouw Made
leine Bixby. De inhoud van de onge
lukken-afdeling leek bij eerste be
schouwing al even waardeloos. Tot
hij de op een na laatste alinea van het
allerlaatste knipsel bereikte, afkomstig
uit een in de Schotse Hooglanden ver
schijnend weekblad, twee jaar tevoren
gedateerd, welk knipsel in feite een
hele pagina was, die handelde over
wat werd genoemd het „Glenquhilar-
spoorwegongeluk". Welk ongeluk, zo
als op de lijst van ongelukken bleek,
de dood had veroorzaakt van de derde
man op de lijst van Messenger, kapi
tein I. J. Dalkeith. Toen zijn aandacht
eenmaal getrokken was, las Anthony
het hele verhaal opnieuw. Langzaam
en nadenkend. Hij keek er nog steeds
naar toen Seymour een kwartier la
ter arriveerde.
Anthony gaf hem een stoel bij het
haardvuur en zei op hem neerkijkend:
„Je bent vroeg. Waarvoor mijn dank".
„Is er iets tevoorschijn gekomen,
mijnheer?" Seymour keek naar de pa
pierrommel op het bureau en het
knipsel in Anthony's hand.
„Ja. Twee dingen zelfs". Anthony
klopte zijn pijp uit en gaf een beknopt
verslag van de Slattery-affaire, waar
na hij zijn pijp weer vulde. „Ken je
Schotland?" vroeg hij. „De Hooglan
den?"
„Een beetje". Seymours ogen dwaal
den weer naar het knipsel, dat nu op
de schoorsteen lag.
„Goed. Daar moet je namelijk naar
toe. Zo vlug mogelijk. Of nog eerder".
„Het gaat toch niet over Dalkeith
en dat spoorwegongeluk?", vroeg Sey
mour verbaasd.
„Toch wel. Waarom zou het niet?
„Och, mijnheer.Seymour was niet
op zijn gemak maar hield vol„om
dat ik de hele tijd gedacht heb dat dit
waarschijnlijk het enige ongeluk was
dat echt was. De trein had drie rijtui
gen en daarin tweeëndertig passagiers,
herinner ik me. Op de een of andere
manier is hij op een berghelling in een
eenzame streek uit de rails gelopen.
Alle inzittenden werden gewond, de
meesten ernstig maar er waren maar
vijftien doden. Ik kan me niet inden-
kén dat iemand die zo degelijk werkt
als Smith Brown-Jones al het risico
verbonden aan het doen verongeluk
ken van een trein zou willen lopen
met zo'n kleine kans zijn doel te be
reiken."
„Wacht even", Anthony pakte het
knipsel. „Jij hebt dit kleine juweel uit
een Schots blad nog niet gezien. Tot
ik dat gelezen had, dacht ik er bijna
net zo over als jij. Maar nu.." Hij
eindigde de zin met een ophalen van
zijn schouders en overhandigde de
vergeelde pagina. „Kijk zelf maar
Hij vulde zijn pijp weer en lette op hoe
Seymour de drie kolommen doorliep
en tenslotte zijn hoofd schuddend op-
k0,?Het spijt mij, mijnheer", zei Sey
mour. „Ik ben bang dat ik met begrijp
wat u bedoelt".
Anthony stak zijn pijp aan. „Mis
schien begrijp je Smith Brown-Jones
niet zo goed als ik", zei hij tussen twee
trekken. „Denk nog eens aan je digen
citaat uit Coleridge van gisteren en
bekijk dan het slot van het verslag
nog eens". Hij wees op het knipsel.
„Het gedeelte over de moedige en
zelfverloochende automobilist, die zo
prachtig hielp bij het reddingswerk
Semour fronste zijn wenkbrauwen
en las nog eens wat er kwam na het
tussenkopje Barmhartige Samaritaan
om dan op te kijken met een stomver
baasde blik.
„Begrijp je het niet?" vroeg Antho
ny" „Het neemt je bezwaar volledig
weg. Smith Brown-Jones die zijn prooi
besluipt, komt, laten we zeggen een
week tevoren, te weten dat Dalkeith
op een bepaalde avond een bepaalde
trein in de Schotse Hooglanden zal ne
men. Hij gaat daar dus van tevoren
heen als een onschuldig toerist. Hij
verkent het terrein. Hij komt tot de
ontdekking dat het geschikt is voor zijn
doel: een eenzame plaats. En dan
treft hij zijn voorbereidingen voor het
spoorweg-,.ongeluk". Het enige wat hij
daarna nog hoeft te doen is toevallig
voorbijrijden, waarschijnlijk de enige
auto op 'n eenzame weg, op het ogen
blik dat de trein uit de rails loopt en
van de heuvel naar beneden tuimelt.
„Hoe is het mogelijk!" Seymour be
gon het te begrijpen.
„Begrijp je wat ik bedoel? Antho
ny sprak opzettelijk kalm. „Het en'"
ge wat Brown-Jones hoefde te doen
was tijdig op het toneel van het bloed
bad te verschijnen en vaststellen waar
Dalkeith was. Als Dalkeith dood bleek
te zijn: prachtig. Als hij dat niet was,
nu ja, dat valt te verhelpen. Alles heel
eenvoudig onder het mom van schijn
baar' Herculeswerk bij de redding".
fWordi vervolgd)
MAX HEYMANS bewijst in zijn nieuwe najaarscollectie
die hij woensdag bij Hirsch in Amsterdam toonde, weer eens
temeer dat hij over een rijk creatief talent beschikt. Hij zoekt
het echter niet in dwaze excessen en abnormale verschui
vingen van taille en!of bustelijn, maar plooit zijn soepele
stoffen tot modellen die echt vrouwelijk en elegant zijn.
Hij streeft er bewust naar, de vrouw „mooi" te maken en
die accenten te benadrukken waardoor zij nóg aantrekke
lijker wordt. De taille heeft haar normale plaats hervonden
en de rok geeft voldoende bewegingsvrijheid door ruimte
van onderen. De pakjes van grijze flanel, tweed of Shetland
hebben een volstrekt eigen stijl: de jasjes recht en koket,
met veel stiksels en tegen elkaar gestikte platte naden, die
zich in de rok voortzetten en even boven de zoom als een
smal spleetje uitspringen. De rok is schuin in trapezium
vorm geknipt of van voren wijd klokkend door losvallende
plooien. Zelfs de jassen vertonen deze uitspringende lijn,
die nog eens benadrukt wordt door ingestikte punten in de
zijnaden. Ook langs de zoom en overslag zien we vaak die
opvallende voorkeur voor stiksels. Hierdoor krijgt een klas
siek ontwerp juist een zeer persoonlijk
accent. Een originele variatie op het
rechte tailleurjasje was een model, dat
van voren onder de sluiting recht was
weggeknipt zodat de los gerimpelde
taille van de rok duidelijk zichtbaar
werd. Dit vlotte reispakje werd gecom
pleteerd met een stola en een bijpassen
de hoed in dezelfde mooi geruite stof,
afgezet met een rand van bont.
op de bloempot, maar dan een lang-uit-
gerekte, omgekeerde bloempot. Ze worden
iets over het voorhoofd getrokken of om
sluiten het gezicht met een brede rand.
Persianer, breitschwanz, grijs nertz en
marterbont zijn de meest geliefde materia
len waarvan Heymans zijn winterhoeden
modelleert.
Katy
DIE STOLA is onontbeerlijk in de mode
van Heymans: als shawl om de oren onder
een hoed van hetzelfde materiaal, als
warme, beschuttende col bij een kraagloze
mantel in fantasiestof of, bijvoorbeeld in
grijs nertz, als elegante stola op een stijlvol
flanellen jurkje. Zijn zwarte geklede ja
ponnetjes waren van een chique eenvoud,
die de vrouw alleen maar sieren kan. Een
kort even afstaand bolerootje van goud
of zilverbrocaat, maakte zo'n japonnetje
I voor velerlei doeleinden geschikt.
En tot slot nog iets over de hoeden, want
daarmee heeft Heymans tenslotte zijn en-
trée in de modewereld gemaakt. Hoog van
bol variëren ze van een dubbele bonnet
tot modellen die geïnspireerd lijken te zijn
Een strak om het hoofd sluitende
bonthoed van grijze nertz.
Advertentie
is het vijftig jaar geleden, dat in
Den Haag twintigduizend socialisten
ter gelegenheid van Prinsjesdag
naar het Binnenhof optrokken om
daar in een rumoerige demonstratie
algemeen kiesrecht te eisen.(19 sept
worden in het Belgische mandaat
gebied Oeroendi algemene verkiezin
gen gehouden ter voorbereiding van
de onafhankelijkheid, die dit gebied
tegen het eind van dit jaar zal ver
krijgen. (19 sept.)
- is het 25 jaar geleden dat op de
Westkust van IJsland het schip
„Pourquoi pas?" in een orkaan op
een klip te pletter sloeg, waarbij op
een na alle 43 opvarenden om het
even kwamen, onder wie de be
faamde Franse geleerde en pooivor
ser dr. Jean Charcot, wiens stoffe
lijk overschot in Frankrijk met na
tionale eer begraven werd en wiens
beeltenis voorkomt op twee series,
in 1938 en '39 uitgegeven Franse
postzegels. (16 sept.).
- wordt Sjah Mohammed Reza Pahle-
vi van Perzië in zijn land gehuldigd
ter herdenking van het feit dat hij
twintig jaar geleden de „Pauwen-
troon" besteeg (16 sept.).
- is het tweehonderd jaar geleden dat
de beroemde Nederlandse natuur
kundige prof. Pieter van Musschen-
broeck, een der grondleggers van
de elektriciteitsleer, in Leiden over
leed. Van Musschenbroeck's belang
rijkste vinding was de z.g. „Leidse
fles", de eerste condensator voor
statische elektriciteit, die door vele
van zijn tijdgenoten aanvankelijk
gezien en gebruikt werd als een mid
del om „verstoppingen der zenuwen,
lamheid, blindheid, doofheid en
stomheid, alsmede nog enkele ande
re kwalen ende gebreken te genezen
of te doen verdwijnen" (19 sept.).
BLOEMENDAAL
TELEFOON 54855
Eén van Heymans' bijzonder draag
bare pakjes. Let op de typische plat-
gestikte openspringende naden.
Sportief pakje met uitgesneden voor
kant; stola en hoed zijn van hetzelfde
ruitdessin.
Aan zijn goede neus heeft Kees-Utrechts
„gashond no. 1" het te danken dat hij bin
nenkort een goodwill-reis naar Denemar
ken gaat maken, of beter nog, een soort
werkbezoek. Kees is op weg een beroemd
heid te worden. Er is zelfs een filmpje
van zijn prestaties gemaakt, dat op een
internationaal congres van directeuren
van gasbedrijven veel belangstelling trok.
Terecht, want de prestaties van de gas-
hond-filmster Kees mogen er zijn. Een op
„lekken zoeken" gespecialiseerde firma
heeft een deel van het Utrechts gasnet ge
controleerd, of beter gezegd, gecontro
leerd of Kees goed geroken had. De resul
taten stemden tot volle tevredenheid. Er
gaat geen neus boven Kees'neus.
„Ik gun me werkelijk een behoorlijke
nachtrust, maar toch voel ik me 's och
tends verre van fit. En als ik me niet
meteen dwing de benen „buiten boord
te steken, slaap ik enkele ogenblikken
later weer. Heb ik echter met de moed
der wanhoop eindelijk de motor weer
op gang gebracht en heel de ochtend
ceremonie van wassen, scheren, kleden,
etcetera achter de rug en ben ik daarna
nog eens een paar uur naarstig aan de
slag geweest, dan begint mijn energie in
de late voormiddag al weer af te take-
feflVO ?f
EEN DERGELIJKE klacht wordt tegen
woordig door tal van 35- tot 45-jarigen ge
uit. Men klaagt over een tanende vitali
teit, over lusteloosheid, over ongeïnteres
seerdheid en nog een aantal andere naar
geestige dingen en dat slaat dan niet alleen
op het beroep, dat men „vroeger" met zo
veel plezier uitoefende, maar evenzeer op
de ontspanning die men tegenwoordig al
omvattend met het woord vrijetijdsbeste
ding pleegt aan te duiden. Men heeft geen
zin meer, eens rustig „met een boekje in
een hoekje" te kruipen en als men nog
eens een avondje uit is, omdat vrouwlief
of vriend met een dergelijk voorstel op
de proppen komt, vraagt men zich af:
waarom eigenlijk? Een avondje naar de
club gaan? Nu. als je graag wilt, vooruit
dan maar, al heb ik er eigenlijk helemaal
geen zin in. Waar ik dan nog wel idee
in heb? Ja, dat mag Joost weten!
De initiatieflozen, die zo redeneren, zijn
42. „Ik sta verbaasd!" zei Mevrouw Knokkebies-van
Tutteren, na de bankier aangehoord te hebben. „Dat
heeft nog niemand me ooit verteld. Ik heb altijd ge
leerd dat breien het enige is, wat men voor de onder
ontwikkelde personen kan doen!" Graaf Bueno de Roth-
feller knikte begrijpend. „Dat is, als ik het zo uit
mag drukken, de klassieke opheffingsschool," zei hij be
schaafd. „Er zijn echter verrassende ontdekkingen ge
daan door de moderne psychologie, of personenkunde,
zoals wij deze wetenschap mogen noemen. Onderont
wikkelde personen komen tot verrassende graden van
opheffing zodra men hun de beschikking geeft over enig
geld. neemt u dat van mij aan! Mijn Krediet Bank zal
dit gaaAie voor u behandelen."
De heer Archibald Brauswasser, die met Panda dit
gesprek op enige afstand volgde, begon verrast op te
kijken. „Dit is de eerste keer dat ik iets modems hoor
dat niet oppervlakkig is," mompelde hij, „maar ik zou
nu ook wel eens opgeheven willen worden." „Als het
allemaal maar eerlijk blijft," sprak Panda zuinigjes.
Mevrouw Knokkebies-van Tutteren was inmiddels ech
ter geheel overtuigd geraakt en wendde zich tot Jonker
Henri. „Kom, Henri," sprak ze opgewekt, „je hoort wat
deze deskundige zegt Doe eens iets aan de opheffing
en schrijf een nette chèque voor een paar honderddui
zend." Jonker Henri was niet iemand die zich tegen
zo'n bevel verzette, maar hij mompelde wel: „Er zou
ook eens een genootschap moeten komen voor de op
heffing van gewone ontwikkelde personen, zoals ik.
dikwijls volstrekt niet blasé en ook spreken
zij niet zo uit verveling. Nee, een derge
lijke apathie constateert men doorgaans
juist bij lieden, die jarenlang veel pres
teerden en dikwijls zes, acht of tien jaar
van hard zwoegen achter de rug hebben.
Bij al dat geploeter hebben ze echter al
tijd één ding vergeten: zichzelf en vaak
nog hun naaste medemensen.
Vakantie nemen ze soms helemaal niet,
hoewel een paar weken „eruit breken" hen
weer flink hadden kunnen opkalefateren.
En gingen ze wél uit, omdat de gezinsle
den hun rechten opeisten, dan volgde
meestal een reis in hetzelfde jachtige tem
po als de dagtaak, zodat er veeleer van in-
dan van ontspanning sprake was. Er moes
ten zoveel indrukken in zo korte tijd op
gedaan worden, dat de vakantiereis soms
nog meer van de krachten vergde dan het
zware werk van alle dag. Na de reis wor
den dan nog eens de foto's tevoorschijn
gehaald en soms weet men amper meer
waar ze gemaakt zijn, of men mompelt:
„Ach ja, dat is waar ook, daar zijn we
óók geweest!"
HET LEVEN kan echter niet alleen een
aaneenschakeling van hard werken zijn.
Lichaam en geest hebben verpozing, rust
en evenwichtigheid nodig. Wie de fatale
streep, tot hier en niet verder!" evenwel
niet uit eigen waarneming wil of kan on
derkennen, wordt er, eerder dan hem lief
is, aan herinnerd door het wekkertje in
zijn body. Niet altijd is het echter het hart
of het zenuwstelsel, dat een einde maakt
aan de illusie van „onverslijtbaarheid".
Soms is er helemaal geen medisch te con
stateren storing van het organisme.
Maar is deze harde werker gezond?
Geen sprake van. Op onverstandig, rus
teloos zwoegen volgen onherroepelijk de
jaren van vermoeidheid, waarvan wij
hierboven de uitingen hebben gekenschetst.
Ze zijn het typische gevolg van een lan
ge periode van „boven zijn krachten wer
ken". Zoals ieder „te" (behalve tevreden
heid) zich wreekt, zo wordt door een te
veel aan arbeid een vroegtijdige slijtage
van het lichaam veroorzaakt. Dat kan
zich op drieërlei wijzen uiten: in een
slaap die niet meer verkwikt, maar soms
nog landeriger doet opstaan; in een con
stant gevoel van onbehagen dat meestal
tot een of andere kwaal leidt, of in een
gevoel van voortijdige veroudering.
IN HET EERSTE stadium is er nog een
vrij gemakkelijke terugkeer mogelijk voor
hen die deze noodseinen tijdig weten te
verstaan. Al de 35- tot 45-jarige mannen
(en hetzelfde geldt ook voor een grote ca
tegorie der vrouwen) die ondanks een vol-
I doende nachtrust onuitgeslapen opstaan,
kunnen op korte termijn een verkwikken
de nachtrust terugwinnen als ze hun le-
vensritsme maar met het verstand willen
I bepalen.
Dat betekent: de beroepsbezigheden
iaat kalmer uitoefenen en meer tijd voor
1 ontspanning nemen. Probeer de dagelijkse
zorgen uit te bannen door een vrije avond,
1 door andere mensen te ontmoeten, door
sport of andere lichaamsbeweging, maar
1 liever niet door een hobby binnenshuis.
Een verkwikkende nachtrust vereist doel
matige voorbereiding. Geef u daar terdege
rekenschap van als u verval Van krachten
I bij uzelf vreest of constateert.
89-90. Het was voor Priegeltje een won
derlijke reisDoctor Kanebit zorgde de
hele reis goed voor hem en liet hem uit
het raampje naar beneden kijken.
Weldra vloog de machine boven palmen
en andere tropische planten; ze waren bo
ven Afrika. Ze landden op een vliegveld
en daarmee was het eerste deel van de
reis volbracht.
We komen al in de buurt, Priegeltje!
lachte professor Wiedemors. Over enkele
weken kun jij je vriendjes vertellen over
je grote avontuur!
De tocht ging nu te voet verder naar I
het binnenland en het oerwoud. Professor
Wiedemors had gidsen en dragers ge-
huurd voor de bagage.