DE DODENLIJST VAN ADRIAN MESSENGER Teveel zomer is ook geen pretje PRIEGELTJES GROTE REI! Maandenlange droogte teistert Noord-Italië PANDA EN DE MEESTER-OPHEFFER Polle u Uw nieuwe „geklede" schoentje mag spits of stomp zijn, maar een strik of vetertje moet er echt wel aanzitten Ons vervolgverhaal DONDERDAG 14 SEPTEMBER 1961 11 PHILIP MACDONALD Oorspronkelijke titel: The list of Adrian Messenger Katy O doodwaar is uw prikkel? 29. „Jij bent ook een slimmerd!", zegt Klaas tegen Polle, „Robinson Crusoë is er toch allang niet meer!" Dat is Polle teveel! Hij moet er verschrikkelijk van huilen! „Die arme Robinson!", roept hij uit, „wat is hem dan over komen?" „Luister nu eens!", zegt Klaas geschrokken, „hij leefde toch in een boek! Honderd jaar geleden, of zoiets!" „Maar ik hoor dat nu pas, en ik ben er nu van geschrokken!", zegt Polle, nog nasnikkend. C, v - 'f S - 35) Het moest dus angst zijn die maak te dat zij het gevoel had dat er ie mand vlak voor de deur was, enkele centimeters van haar vandaan. Ie mand, zo dichtbij, dat ze hem kon ho ren ademen Ze kreeg een idee. De telefoon! Er was er een op het tafeltje naast het hoofdeinde van haar bed Ergens in een afgelegen hoekje van haar hoofd verwonderde ze zich er over dat het op dit uur van de nacht in het Londense Westend zo absoluut en afschuwelijk stil kon zijn.. Toen, juist toen haar hand de telefoon be reikte, startte er ergens in de straat een auto Als haar vingers niet stijf van de kou waren geweest zou de krachtige plotselinge beweging van schrik die ze maakte, niet gegeven hebben. Nu echter viel de hoorn uit haar hand en sloeg tegen de tafelpoot met een klap, die in haar oren donderde. En niet alleen in het hare. Want de deur werd krachtig opengeworpen en een krachtige witte lichtstraal van een zaklantaarn stak in haar ogen, het maanlicht verdringend en haar af tekenend tegen de lambrizering. Een kreet welde op naar haar keel. om dan over te gaan in een verstikte snik toen het licht verdween en ze de verbaasde stem van Raoul hoorde. Hij zei iets verbaasds in verbaasd Fransen een golf van opluchting liet haar ziek en geschokt achter. Ze zwaaide en ging zwaar op de rand van het bed zitten. Een schakelaar klikte en het licht aan de zoldering begon te branden, zo dat ze Raoul in de deuropening zag staan. Plotseling voelde ze zich niet slap meer. Ze voelde zich sterk en erg, erg boos. Nog eens zo boos als voorheen. Ze zei: „Wel verduiveld, wat doe jij hier?" Hij stamelde iets in een mengeling van Frans en Engels. Het eerste woord dat ze werkelijk hoorde was Geth-ryn, maar daarna werd het haar duidelijk dat het Anthony Gethryn was die in haar flat had ingebroken omdat onmiddellijk actie nodig was en geen van hen aan de mogelijkheid had gedacht dat zij daar zou zijn. Plotseling werd ze zich zeer bewust van zichzelf en brak het gesprek af. Met een uitdrukkingloos gezicht, haar ogen op Raoul gericht, ging ze recht op staan, trok haar gapende pyjama jasje samen en knoopte het tot boven- aantoe dicht. „Zou je je misschien kunnen verwij deren terwijl ik iets aantrek?" vroeg ze. „Of is dat teveel gevraagd?" Een kwartier later treffen we An thony in de zitkamer van de flat midden in een uiteenzetting aan. „..toen ik dus ontdekt had dat het manuscript zeer belangrijk kon zijn," zei hij, „moest ik wel trachten het zo vlug mogelijk te vinden. Ik slaagde erin Leslie Orcotts telefoonnummer te pakken te krijgen en belde hem uit bed, alleen om te horen te krijgen dat het manuscript helemaal niet bij de uitgevers was, omdat Messenger ge weigerd had er ook maar een deel van achter te laten nadat ze het gelezen hadden. Het moest dus haast wel hier zijn. Saint-Denis en ik gingen daarop naar uw huis om de sleutel te lenen. Er was daar echter niemand en ik heb daarop maar aangenomen dat u het ons onder de gegeven omstandig heden niet kwalijk zou nemen als we ons bepaalde vrijheden met het slot van de achterdeur veroorloofden. Dat slot moet u oveiigens vlug laten ver vangen: het laat zich veel te gemak kelijk openen." Hij pauzeerde met een berouwvolle glimlach. „Ik kan u alleen maar onze verontschuldigingen aanbieden en de hoop uitspreken dat we u niet erg hebben laten schrikken. Ik heb het gevoel en ik ben ervan overtuigd, Saint-Denis ook dat we op onze falie behoren te hebben dat we er geen ogenblik aan gedacht heb ben dat u hier zou kunnen zijn. Jocelyn viel hem in de rede. „Waar om zou u? Het was een plotseling op komend idee van me." Ze keek Raoul niet aan. „En natuurlijk moeten we het manuscript vinden." Ze stond op. „We kunnen het beste eerst eens in de werkkamer kijken," zei ze en liep langs Raoul naar de deur alsof hij er niet was, en ging voor door de gang naar de werkka mer. Ze knipte het licht aan en wachtte in het midden van de kamer waar Anthony rondkeek, terwijl Raoul wei felend bij de deur haar gadesloeg. Met haar glinsterende haar strak naar achteren, een witte sjaal om haar hals en een donkere kamerjas over haar zijden pyjama was ze zo mooi, dat zijn hart er pijn van deed. Ze zei plotseling: „Ik vraag me af en liep naar een gesloten vak in de grote boekenkast die de hele muur te genover het raam bedekte. „Ik denk het niet," zei Anthony. „Ik heb daar zaterdag al gekeken." „Maar ik herinner me dat ik een keer hier kwam op een middag toen Adrian net klaar was met zijn werk. De typiste borg hier iets op." Ze open de het deurtje, waardoor nette stapels papier zichtbaar werden. Ze keek eventjes en bukte zich vervolgens om twee dozen te voorschijn te halen, waarop stond „Clairmont N.V. eerste kwaliteit schrijfmachinepapier een Ze nam ze mee naar het bureau waar ze ze neerzette. „Ik weet het niet zeker," zei ze, „maar laten we eens kijkenDe eerste doos bleek honderdnegenenzeventig pagina's keu rig getypt papier te bevatten, onder het hoofd„Het enige Standpunt" door Adrian Messenger. De tweede doos bleek een doorslag van hetzelfde werk te bevatten. „Ik dacht het al," zei Jocelyn en Anthony keek stralend naar haar. „En u hebt niet eens „Eureka" ge roepen," zei hij. „Dit is prachtig." Zijn ogen glinsterden, en hun groen werd nog dieper toen hij de inhoud uit de twee dozen haalde en ze zorgvul dig doorzocht voor iets dat hij blijk baar niet kon vinden om zich dan ver volgens te concentreren op de laatste pagina's van het manuscript, die hij over het bureau geleund aandachtig las. Jocelyn wees op de bureaustoel. „Waarom gaat u niet zitten?" vroeg ze. „Of mogen speurders niet op hun gemak werken?" „Dank u," zei Anthony afwezig. Hij trok zijn overjas uit en liet zich in de stoel vallen zonder1' ook maar even zijn ogen van het manuscript te ne men. „En ik zal iets te drinken halen," zei Jocelyn. Bij het verlaten van de kamer scheen ze wederom Raoul niet te zien toen ze hem passeerde. Hij volgde haar. Door de gang naar een kleine, fraaie eetzaal. Op de chif fonnière stonden karaffen en glazen en Jocelyn die daarmee aan de gang ging, toonde zich zeer verrast toen ze achter zich een stem hoorde. „Kan ik misschien helpen?" vroeg hij. Zich omdraaiend gaf ze hem een brede glimlach, die ergens over zijn linkerschouder gericht was. „O graag," zei ze. „Er is een prachtige Amerikaanse ijskast in de keuken. Als je zo vriendelijk zoudt willen zijn daaruit wat van die prachtige Ameri kaanse ijsblokjes te halen zouden we alle luxe hebben." Toen hij terugkeerde na zijn op dracht uitgevoerd te hebben was het echter donker in de eetkamer. Ze was al weer terug in de werkkamer, waar ze het blad op een bijzettafeltje naast haar stoel had gezet. Ze lette op Geth ryn die het manuscript doorliep en ze lette zelfs zozeer op hem dat ze nau welijks scheen te merken dat Raoul de schaal met ijsblokjes zorgvuldig naast de karaffen op haar tafeltje zet- is. Hij wilde iets zeggen, maar voor hij daar de kans toe had leunde An thony plotseling achteruit en zei: „Mevrouw Messenger, toen u hier vanavond kwam, bent u toen de hele flat rondgeweest?" „Ja, min of meer wel," zei Jocelyn. „Waarom?" Ze glimlachte tegen hem en voegde eraan toe: „En u mag wel Jocelyn zeggen." „Het zal me een eer zijn." Anthony glimlachte even. „Heb je niet het ge voel gekregen de indruk misschien dat hier kort geleden iemand ge weest is?" 'Wordt vervolgd) (Van onze correspondent) TERUGGEKEERD IN ROME vin den wij een hele stapel kranten uit het vaderland. We zijn nog wel zulke goede Nederlanders gebleven, dat we in een krant ook belangstelling hebben voor het weerbericht, in een Nederlandse krant wel te verstaan. Italiaanse bladen publiceren ook wel weerberichten, maar 'ie worden weggestopt in een Iwekje, dat toevallig overschiet, want er is geen mens die ernaar kijkt en er is ook niets aan': als de zon schijnt, blijft hij schij nen, weken, maanden aan een stuk en als het regent zijn we te druk bezig met naar het plafond te kijken in de hoop, dat het niet zal instorten om ook nog tijd over te houden voor lectuur. Maar de weerberichten in onze vaderlandse bla den met die heerlijk-voorzichtige zin netjes: „plaatselijk kans op regen, wakke veranderlijke wind, kans op iets hogere middagtemperatuur", zijn een waar genot voor wie alleen maar uiter sten kent. Onze lezer zal ons misschien benijden om het Italiaanse klimaat. Goed, dat mag. Een Italiaanse zomer is heerlijk en het is stellig een rustgevend gevoel dat men al tijd afspraakjes kan maken voor 1 juli of 10 augustus of 5 september op dat of dat plein, van te voren wetend dat het dan natuurlijk goed weer is. Maar dit artikel heeft echt ten doel, u te troosten. In Ne derland was het een slechte zomer, in heel West-Europa was het een slechte zo mer. Laat ons dan de smart delen en zeg gen, dat het ook in Italië een slechte zo mer was: hoewel niet voor de vakantie' gangers of de stedelingen, maar des te meer voor de boeren. In Rome en ten zuiden daarvan zijn wij gewend aan een echte zomer met elke dag zon en tempe raturen boven de 30 graden, van half juni tot eind september. Die lange reeks zomerse dagen wordt 99-100. Dat was me daar opeens 'n herrie in het dorpje.De Kakoewoebimi ston den in 'n dichte kring om Priegeltje heen en allemaal lachten en riepen ze door el kaar. Maar jaze waren ook blij verrast nu ze daar hun makkertje gezond en wel terugzagen; ze hadden niet anders gedacht dan dat hij voor altijd door die blanke reuzen was weggehaald! Priegeltje had het druk. Hij stond vro lijk lachend midden in de kring en ver telde allerlei wonderlijke dingen: wat hij allemaal had gezien en meegemaakt in die verre wereld der blanke reuzen. De Kakoewoebimi luisterden met open monden. En achter de struiken keken pro lessor Wiedemors en doctor Kanebit lachend toe. In juli van dit jaar is deze struise 23- jarige Londense blondine, Susan Price, bij het zwemmen in zee bij Scheveningen bijna verdronken. Een Haagse politieman kon haar op het nippertje redden. Uit dankbaarheid heeft Susan nu, na overleg met de Haagse hoofdcommissaris, vijf politiemannen uit de residentie (waaronder natuurlijk haar koene reddervoor een week vakantie naar haar ouderlijk huis uitgenodigd. Het vijftal zal op 20 septem ber naar Londen vertrekken. Hier plakt Suzan de invitatiebrief dicht. dan even onderbroken zo omstreeks half augustus, wanneer een paar heftige on weersbuien („la rottura dei tempi", „het breken van het weer") er ons aan komen herinneren, dat er ook wolken en regen bestaan. Maar in Noord-Italië is dat an ders. Ook daar is de zomer natuurlijk warm, gewoonlijk zelfs veel warmer dan in Rome, omdat het in de Povlakte nooit waait en de lucht dus stagneert en steeds maar warmer wordt. Maar in het noorden heeft men ook midden in de zo mer regenbuien, soms zelfs twee, drie echte regendagen achter elkaar. En die zijn dit jaar geheel uitgebleven, zelfs in het Venetiaanse en in Piemonte, twee stre ken waar men normaal in juli en augus tus de paraplu nog wel eens nodig heeft, volgde dit jaar de enige zonnige dag op de andere, weken, neen, maanden achter elkaar. Daar is men in die streken niet op be rekend. In het zuiden verbouwt men ge wassen, die tegen droogte bestand zijn en' veelal ligt het land er, nadat in juni de tarwe is geoogst, tot eind oktober braak. Er is geen groen, er zijn geen bloemen en we weten van tevoren, dat de verse sla en de sappige groenten winterkost zijn. In het noorden is anders, omdat de weergrens van Centraal-Europa niet wordt gevormd, zoals men vaak denkt, door de Alpen, maar door de Appenijnen. Maar dit jaar heeft ook de Povlakte een echt- Italiaanse zomer gehad en de gevolgen zijn tragisch. Reeds wekenlang worden er kerkdiensten gehouden om regen af 'e smeken en processies trekken over de dorre velden in de hoop, dat er althans nog wat gras zal komen, omdat anders het hooi ontoereikend zal zijn voor de winter. /V ood slachtingen Het vee staat, ook in Noord-Italië (de alpenweiden uitgezonderd) ook 's zomers op stal, maar krijgt toch vers gras als voer. Dit jaar moest men in augustus al zijn toevlucht nemen tot hooi, omdat er geen gras meer wilde groeien en in vele gevallen moet men ertoe overgaan de die ren te slachten, omdat er nu al geen vee voer meer is en de toestand in de komen de maanden waarschijnlijk alleen maar slechter kan worden. Op drie september is er in Piemonte acht millimeter regen gevallen en de kranten, die daar hele blad zijden aan hebben gewijd (wie denkt er niet aan de eindeloze, droge zomer van 1959 in onze streken?) schreven, dat elke millimeter regen een waarde had van vele miljarden lire, daar er nu misschien nog iets gered zou kunnen worden van de maisoogst en ook van de druiven, die klein en onooglijk zijn. Maar het is voorlopg bij die ene regendag gebleven. Vlucht naar de stad Wat de druiven betreft, zijn het vooral de „tafelsodriën" die erg te lijden heb ben. Wijndruiven mogen gerust wat klei ner zijn. Het gevolg is dan minder wijn, maar van betere kwaliteit. Piemonte is een wijnland bij uitnemendheid, waar de beste wijnen, Barbera, Barolo, Asti van daan komen, maar het is ook een land van tuinders die groenten en fruit ver bouwen en voor hen is deze zomer noodlottig geweest. Meer nog dan in de afgelopen jaren trekken de boeren naar de stad, om industrie-arbeider te worden en precies als in Frankrijk kent ook Italië al een aantal dorpen, die geheel verlaten liggen of waar hoogstens nog wat oude mensen zijn achtergebleven. Die ontvol king van het platte land was al heel sterk (het gaat om plm. 300.000 mensen per jaar) en deze moordend-warme, eindeloze en door geen druppel regen opgefriste zo mer zal voor velen het toüh altijd moei lijke besluit om een volkomen nieuw leven te beginnen, lichter maken. De grond is in vele gevallen gescheurd, vaak is hij steenhard geworden en de boeren hebben de grootste moeite bij het zaaien van hun winterkoren. Zij hebben te kampen met moeilijkheden waaraan zij niet zijn ge wend. De Povlakte is van nature het meest vruchtbare gebied van Europa, een rijk en gemakkelijk te bewerken land, dat overvloedig vrucht draagt. Thans ziet het land er verschroeid en dor uit als in het binnenland van Sicilië, maar de bewoners zijn niet als Sicilianen met die droogte vertrouwd en hun landbouwmethoden zijn er niet tegen opgewassen. Helaas wijst niets erop, dat het geteisterde land binnen kort de regen zal krijgen, waaraan het zo'n behoefte heeft. Veeleer is er kans, dat als het heuvelwater eenmaal komt, het heftige plasregens zullen zijn, die dagen en dagen aanhouden, de nu uitgedroogde bergstromen doen zwellen en tezamen met de humus ook het zaad zullen wegspoelen dat men in arren moede toch maar heeft gezaaid. t «S8SS8» x IN DE SCHOENMODE is tegenwoordig wat meer coördinatie dan in de textiel- couture. Er bestaat zelfs een Westeuro pees modecentrum dat onder meer, in overleg met de diverse nationale vertegen woordigers van de branche, ieder halfjaar een of meer kleuren tot dè schoenenmo- dekleuren-van-het-s.eizoen uitroept. Voor het komende najaar zijn dat de „Euro modekleuren" moresco (donkerbruin) en palissander (ongeveer Bordeaurood) ge worden, twee tinten die toonaangevend zullen éijti van Itali! tot en met Finittnd en uj^es wat daartussen ligt. DIT, EN WAT er verder nieuw is in het damesschoeisel voor de a.s. herfst en winter, is in het Carltonhotel te Amster dam getoond door het Modecentrum vcpr de schoenen- en lederbranche, een geza menlijk propaganda-orgaan, waarbij de voornaamste Nederlandse schoenfabrikan ten zijn aangesloten. Op deze najaarsshow bleek de tendens van Parijs, Rome en Flo rence zich voortgezet te hebben: de pump met de spitse neus is langzamerhand aan het verdwijnen en zijn plaats wordt al goeddeels ingenomen door het ronde of recht-afgeknotte neusje. Voor de hogere hakken blijft de afgeronde slanke leest en vogue, de sportievere schoenen hebben la^ gere hakjes en een bredere, meer vier- 47. Het was een inspannend karwei geweest om de Krediet Bank af te breken, de bouwstukken twee straten verder te dragen en daar het kantoor van het Genoot schap tot Opheffing van Ontwikkelde Personen te bou wen; de heer Brauswasser en Panda waren dan ook zowel moe als hongerig. Zij zetten zich aan de achter zijde van het bouwsel neer. en genoten daar van rust en verversingen, ook al noodde de omgeving daar niet bijzonder toe. „Je hebt flink gewerkt, jongeman!" sprak de decorverhuurder prijzend. „Ik merk met genoegen dat je niet modern en oppervlakkig bent. Nu hoop ik alleen, dat onze huurder vlug gaat betalen, want ik krijg trek in mijn licht-opwekkende drank Welnu; in het binnenste van het bouwwerk begonnen de zaken op gang te komen. Jonker Henri en de heer Nagelbeen waren gearriveerd om inlichtingen over het Genootschap in te winnen en ze werden in de hal keurig ontvangen door een bejaarde portier. „Goeden middag, heren", zei de trouwe oudgediende. „Ik geloof, dat mijnheer de president u verwacht. Hij is over enkele minuten tot uw beschikking. Als u zo vriendelijk wilt zijn even in de wachtkamer plaats te nemen?" Met deze gedienstige, maar niet onderdanige woorden opende de voorkomende genootschapsbeambte de deur, die geacht werd naar de wachtkamer te leiden. Het deed de bezoekers (die niet met de eigenaardigheden van deze bouwstijl op de hoogte waren) misschien wat grillig aan om door de ontstane opening een vuilnis belt met rustende decorbouwers te zien, maar de erva ren portier was geen ogenblik uit het veld geslagen. „Excuseer", zei hij kalm. „Déze wachtkamer schijnt al bezet te zijn. Dat kan met de drukke toeloop naar het Genootschap soms gebeuren. Volgt u mij maar naar elders". kante leest. De hakken bereiken nog slechts in enkele modellen een hoogte van centimeter. De voorkeur gaat meer uit naar een wat platter en breder hakje, waarvan de met zoolleer omtrokken hou ten exemplaren sterk favoriet zijn, omdat ze licht in gewicht en toch solide zijn. Voor de „ballerina" en de flatjes zag men veelal een hakje van anderhalf tot twee centimeter hoogte, dat iets naar voren in springt en dat de tiener bepaald zal flat teren. Hdewcl de gebruikte materialen dezelf de bleven heeft men door een bepaalde finishing toch vaak een origineel effect gekregen. Een typisch voorbeeld is de shadow-finishing, waardoor het leer een zekere schaduwwerking krijgt die veel ge lijkenis vertoont met het effect dat ver kregen wordt als men b.v. rode schoenen poetst met een zwarte crème! Toch zal het procédé wel wat ingewikkelder zijn. Het kurksuède met geschuurde nerf, in diverse tinten geverfd, is vooral voor molières zeer geschikt, terwijl het heel soepele chagrinleer een pump bepaald siert. DE GEKLEDE elegante schoen met hoge hak doet dit seizoen beslist overda dig aan. Perforaties van klein tot heel groot, siervetertjes, strikjes en zeer brede wreefbanden vormen de meest opvallende garneringen. Lakleer in zwart of moresco bepalen het karakter van de geklede pump. Vaak zien we dit materiaal in com binatie met een randje van veulen, een leren palissander wreefband, een bruin suède neusje of een satijnen voorblad met strik. Het geeft een aardig en apart effect en vermindert de kwetsbaarheid van het materiaal. De aankondiging van zijn overlijden was de druppel die de emmer deed overlopen voor de 57-jarige Charles Sydney England uit Londen toen zijn vrouw hem kwam vertellen dat hij officieel dood heette te zijn en men zijn werkgever had verzocht, 's mans belastingen te willen regelen. „O dood waar is uw prikkel?" was de aanhef van de brief die Charles aan de ontvanger der belastingen zond. „Het venijn zit klaarblijkelijk in de staart van Harer Majesteits belastingont vanger. Na mij meedogenloos vele lange jaren achtereen uitgezogen te hebben, tracht hij nog een paar armzalige drup pels bloed uit mijn rampzalig lijk te puren. Maar ik vergeef u, u verzekerend dat mijn hart, hoewel bloedend, standvastig is ge bleven. Ik heb mij schrap gezet om de wrede slagen te weerstaan die de fiscus verder op mij zal laten neerkomen." Van de zijde der belastingen werd ver klaard: „Het is mogelijk dat een ambte naar in de pers een overlijdensbericht ge lezen heeft, en verkeerd geïnterpreteerd. Dit is een zelden voorkomende vergissing."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 11