DE DODENLIJST VAN ADRIAN MESSENGER PRIEGELTJES GROTE REI! j Metz volgt, maar niet slaafs, de Parijse mode Volqende week..., Zakradio gaat „hartsgeheimen' van de spoorwegmannen peilen PANDA EN DE MEESTER-OPHEFFE imp Polle m m SÈiM VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1961 15 PHILIP MACDONALD Oorspronkelijke titel: The list of Adrian Messenger DWAZE RECORDS VAM DE WERELD 3 NOUVEAUTé BIJ DE N.S.: 36) „Nee. Nee, dat geloof ik niet." Ze dacht na. „Ik weet natuurlijk dat u hier zaterdag geweest bent. En de mensen van de Dienstverrichting ko men hier nog steeds twee keer in de week." Ze sperde haar ogen verder open. „Gelooft u dat er ingebroken is?" „Ik ben bang van wel." „Wie?" Raouls stem was scherp, doordringend. „Jouw., jouw., ik ben de Engelse naam vergeten Jean Blanc-Dubois?" „Smith Brown-Jones. Ja, waar schijnlijk gisteren." „Maar hoe kunt u dat weten?" De herinnering aan de angst die ze een half uur geleden gevoeld had maakte dat Jocelyn overeind kwam. „Kom maar hier, dan zal ik het je laten zien." Anthony haalde drie bladzijden uit de stapel en legde de rest terzijde. Hij gaf er Jocelyn twee van de drie. ..Bekijk deze eens," zei hij. „Bladzij den 38.. 101, willekeurig gekozen." Hij wachtte tot ze ze had geïnspec teerd en gaf haar toen de derde. „Kijk nu eens hiernaar: bladzijde 174." Hij lette op hoe ze het vel beT studeerde. „Zie je geen verschil?" Ze keek er weer naar, legde het dan naast de andere twee en vergeleek. Ze zei: „Ik zie niets.." kwam tot de ontdekking dat Raoul naast haar stond en ging opzij, welke beweging ze vervolgens verklaarde door terug te lopen naar het tafeltje en de glazen vol te schenken. Anthony pakte de twee eerste velle tjes weer en gaf ze aan de Fransman, die hij aan dezelfde proef onderwierp. Het was een poosje stil, tot Raoul plotseling zei: „O, ik zie het al!.Het verschil is dat op deze pagina sommi ge van de lettres majuscules o ja, de hoofdletters niet goed op hun plaats staan. Ze staan een beetje ho ger dan de andere letters, geloof ik." „Goed," Anthony knikte. „Maar het is niet sommige, het zijn ze allemaal. Wat, op zichzelf al, betekent dat blad zijde 174 niet door dezelfde hand is ge typt als de andere. Het letterbeeld is ■hetzelfde, waarschijnlijk dat van die schrijfmachine" hij wees op een machine die op een tafeltje bij het bu reau stond „maar de aanslag ver schilt." Jocelyn kwam terug, twee glazen dragend waarin het ijs tekte. Ze zette er een bij Anthony's elleboog. Ze zei: „Whisky-soda. Ik hoop dat het goed is.Wat bedoelde u met op zich zelf al? Is er nog iets behalve die hoofdletters?" Ze gaf het tweede glas aan Raoul zonder naar hem te kij ken. „Nog twee dingen," zei Anthony. „In de eerste plaats: op alle andere bladzijden van het manuscript staan zevenentwintig regels. Maar deze," hij hield het blad in de hoogte, „heeft er zesentwintig. En in de tweede plaats: op alle andere bladzijden wordt een puntkomma onveranderlijk gevolgd door twee spaties. Op deze echter komt alle drie de keren dat er een puntkomma op voorkomt er daar na maar een spatie. Raoul zei: „Kan Messenger het mis schien zelf getypt hebben?" Jocelyn zei: „Adrian haatte schrijf machines!" Ze keek naar Anthony, niet naar Raoul. „U bedoelt dat Smith Brown-Jones hier ingebroken moet hebhen, het manuscript gevon den heeft en er in alle rust een pagi na uitgehaald en opnieuw getypt heeft? Met wijzigingen!" Ze kon een huivering niet onderdrukken. Anthony zei: „Precies". Hij hield de valse bladzijde 174 weer op. „Jul lie hebben deze pagina allebei gezien en jullie weten dus dat er ergens hal verwege de namen van verscheidene mensen voorkomen, die we in deze zaak nog niet eerder gehoord hebben." Hij las ze voor. „Ik maak me sterk dat er op de originele pagina een an dere naam heeft gestaan: de werke lijke naam van Smith Brown-Jones." Hij wachtte even, terwijl hij van Jo celyn naar Raoul keek. Toen ze niets zeiden ging hij verder: „Ik heb jullie verteld over de scha kel India-Birma-Dalton-Dacoit. Als :k daar nu aan toevoeg dat deze bladzij de 174'kennelijk het begin is van wat stellig was bedoeld als het deel van Messengers boek dat in India en Bir ma speelde, zullen jullie wel willen aannemen dat dit een heel gezonde basis aan mijn theorie geeft, zelfs zon der het aanwezige bewijsmateriaal." Jocelyn zei: „Even iets anders. Maakt u me nu niet nog banger, maar vertelt u me liever waarom u denkt dat Smith Brown-Jones hier waar schijnlijk gisteren geweest moet zijn? Ze huiverde weer. Anthony zei: „Ik versprak me. Ik had moeten zeggen dat het stellig gis teren is geweest.Toen ik Orcott gis teravond opbelde vertelde hij me dat ik de tweede persoon was die in de laatste twee dagen naar Messengers manuscript had gevraagd." Hij sprak nu alleen tegen Jocelyn. „Saint-Denis wist dat, want hij was erbij, maar ik was vergeten dat jij er niet bij was. De eerste man die opbelde, deed dat maandag. Zijn naam was zoiets als Swanson, zei Orcott, en het was een Amerikaan. Hij vertelde dat hij een vriend uit de frontjaren van Messen ger was en dat hij hem vorig jaar weer in Parijs had ontmoet. Messen ger had het toen over zijn boek gehad en hij had die mijnheer Zoiets-als- Swanson gevraagd of hij het deel dat betrekking had op wat deze ook had meegemaakt wilde nalopen. Nu had mijnheer Zoiets-als-Swanson gehoord van Messengers dood bij het vlieg tuigongeluk en dat had hem erg geschokt maar hij had ook het stukje in The World of Books gelezen, waarin gezegd werd dat Orcott en Has- kins Messengers boek misschien toch nog zouden uitgeven, ook al was het dan niet klaar gekomen. En hij had zich afgevraagd of het niet aardig zou zijn als hij het manuscript toch nog doorliep, bij wijze van een eerbewij- zing aan de nagedachtenis van zijn overleden vriend. Gratis natuurlijk! En daarom vroeg hij zich af of mijn heer Orcott hem misschien inzage in het manuscript kon verschaffen. Waarop mijnheer Orcott mijnheer Zoiets-als-Swanson vertelde dat hij op zakenreis in Engeland was en dat hij de komende week en misschien nog langer steeds op stap zou zijn, maar dat hij bij zijn terugkeer naar de En gelse hoofdstad onmiddellijk weer contact zou opnemen met mijnheer Orcott.Waarop mijnheer Zoiets-als- Swanson diep ademhaalde en afbelde om naar men wel mocht aannemen weer Smith Brown-Jones te worden. Maar nu een Smith Brown-Jones die vrijwel zeker*wist cfat het manuscript dat hij moest bekijken zich bevond in het huis waarin Adrian Messenger bij zijn dood woonde. Welk adres hij indien hij het al niet wist gemak kelijk te weten kon komen uit een te lefoonboek. Anthony brak zijn verhaal af Hij schoof de bureaustoel achteruit en haalde diep adem. Hij wreef zijn voor hoofd af en grinnikte plotseling tegen Jocelyn. „Vergeef me deze tirade," zei hij, „maar ik maakte het een stuk korter dan Leslie Orcott, dat ver- zëksr ik jg Raoul zei: „Stellig. Veel korter!" Ook hij glimlachte nu tegen J.ocelyn. Maar ze scheen niet gemerkt te heb ben dat hij iets zei. Ze bleef naar An thony staren, die weer met het ma nuscript bezig was en plotseling zei: „Jocelyn, je had het over een typis te van Messenger. Had hij altijd de zelfde?" Jocelyn zei: „Ja. Ze deed al zijn werk. Allebei de andere boeken ook." Anthony zei: „Het is waarschijnlijk te veel gevraagd te hopen dat je haar kent? Haar naam? Of waar ze woont? Jocelyn begon plotseling te lachen. „Denk niet dat ik hysterisch ben," zei ze. „U zult het begrijpen als ik het uitleg. Het is een schat van een oude vrijster. Ongeveer vijftig. Met blauw grijs haar. Ze is heel eerzaam en houdt kanaries. Ik weet haar adres niet, maar ik zou haar naam niet kun nen vergeten!" Ze begon weer te la chen. „Het is ongelooflijk! Ze heet Gwendolynne LaDoll!" Ze spelde het. Anthony keek vol bewondering naar haar. „Prachtig!" zei hij. Zo kunnen er op deze aarde geen twee zijn!.. Waar is het telefoonboek?" Of hij nu gelijk had of niet: er was in elk geval maar een La Doll, Gwen dolynne in Londen. Ze woonde naar het bleek Fulham Road nummer veertien en minder dan drie minuten nadat hij haar naam had gehoord sprak Anthony met haar door de te lefoon. Wordt vervolgd) jK 101 101-102. Toen kwamen de professor en zijn assistent te voorschijn. Opeens sto ven de Kakoewoebimi verschrikt uiteen; want ze dachten, dat die reuzenmannen weer iemand van hen zouden vangen. Maar Priegelt je hield hen tegen. Boeboewa nga mibotoe wagoema! riep hij geruststellend. Wees niet bang, dit zijn onze vrienden.' Eerst waren de negertjes daar nog niet erg gerust op, maar toen professor Wiede mors hen vriendschappelijk de hand druk te en ze merkten dat hij geen kwaad in de zin had, trokken ze bij. IN HET RESTAURANT van het Am sterdamse Havengebouw, hoog boven het in zijn open auto handen drukt van kinde- hoofdstedelijke gewoel en gezwoeg, heeft Metz en Co thans zijn herfst- en winter collectie getoond. J.Baldasare uit New? York bleef ca.100 uur in het water zitten Met eensnetheid van ca Skmp.u.duwdt J.ThomosonuitSalis- burygédurendeluur C.Hunt uitNieuw.Zee land metselde opéén dag ca 2600stenen J.Garcia uitMelbourne een bed over straat aUQ8oesters incaluui C*) G.Mafrey uit Chicago huilde ca 4,5 uur aan één stuk J.Rogers uit Ohio trommelde ca. 81 o jr aan één stuk Stedelijk Museum. In de nieuwe vleu gel van het Stedelijk Museum te Amster dam wordt van 23 september tot en met 15 oktober tentoonstellingen gehouden van werken van leden van „Het Nederlands Kunstenaarsgenootschap" en „De Keer kring". In het kader der permanente ex positie „De vijf Generaties" wordt van 22 september tot 23 oktober een tentoonstel ling gehouden van schilderijen van Carei Willink. De ouverture, die bij Metz steeds ver rassend is, werd dit keer gevormd door een défilé van drie mannequins, die ge kleed waren in lange golvende gewaden van diverse tinten fluweel voorzien van een zijden sjerp. HET GEHELE thema van de nieuwe Parijse modelijn was in al haar facetten toegepast. Niet in een te opvallend moei lijk „draagbare" vorm zoals we in het verleden vaak van Metz zagen, maar in een mildere versie, die aantrekkelijk en vrouwelijk is. De shawls en stola's als verlenging van de kraag vormen naar achteren vaak een dubbel rugpand, dat nu eens in de taille of aan de zoom is vastgehecht, dan weer als een koninklijk gewaad wijd uitwaaiert. Veel modellen z-n in princesselijn, ook mantels, waardoor zij een enigszins ge tailleerd effect krijgen, geaccentueerd nog door de rok, die daaronder wijd uit springt in klokken of banen, welke in de zijbanen als splitten openvallen. De meer sportieve mantels van vaak drukke ruit- dessins, zijn zeer eenvoudig gehouden in een wijd cape-effect. Eijzondere chique waren de stijlvolle complets van mooi soepel materiaal, met als enige garnering een bies in contraste rende stof of een shawlkraagje en knopen van leer. Er waren daarentegen ook com binaties die zo gecompliceerd in elkaar Rjj de afbeeldingen van links naar rechts: Een typisch voorbeeld van een spor tieve capemantel, zeer wyd met steek- zakken, aangeknipte kraag, die dubbel op de schouder eindigt. Tailleur met aangezette kraag, die naar achteren in een dubbel rugpand uitloopt volgens de Parijse mode. Strapless avondjapon van wit satin met zwart gebrodeerde bloemen. Er overheen een zwart satijnen avond mantel met een kort voorlijfje en wijde zijpanden. zaten, dat we ons maar niet aan een be schrijving ervan zullen wagen. De rijke cocktailstoffen vielen op door hun drukke dessins, weelderige brocaatef- fecten en kant met opgewerkte kralen Geheel in stijl waren daarbij de eenvou dige verwerkingen. Voor het groot toilet winnen de lange avondtoiletten steeds meer terrein. Met wijde, vaak slepende, rok, getailleerd en strapless zien we ze in goudstof, gebrodeerde satin en zwart witte imprirné: echt-vrouwelijk, „roman tisch" en vooral gedistingeerd, men kan er zo heerlijk elegant in „schrijden". Kafy is het veertig jaar geleden dat een aantal demonstranten in de Haagse Ridderzaal een enorm schandaal veroorzaakten door tijdens de voor lezing van de Troonrede door Koningin WiIhelmina op te staan en luidkeels vrijlating te eisen van de in het gevang zuchtende dienstwei geraar Herman Groenendaal. Deze demonstratie werd op de avond van diezelfde „Prinsjesdag" gevolgd door een rumoerige betoging van enkele honderden „linkse elementen en andere pacifisten" voor het Volks gebouw in Den Haag, waarbij het tot een ernstig handgemeen met de betogers kwam, dat pas luwde nadat de ordebewaarders verster king hadden gekregen en enkele tientallen „raddraaiers" gearre steerd waren. (20 sept.) is het driehonderd jaar geleden dat ons land zijn eerste confrontatie be leefde met een staaltje van geboek staafde paranormale vermogens. Op 23 sept. 1661 kreeg bootsman Hille- brandt aan boord van het schip Terschelling van de Verenigde Oost- indische Compagnie een „profeti sche droom", waarin hij de gruwe lijke ondergang van zijn schip en bemanning beleefde en welke droom hij de volgende ochtend tot in details verhaalde aan zijn scheepsgezel Frans Janszoon van der Heiden, die het ganse relaas opschreef en in het scheepsjournaal opborg. En ziet: enige dagen later gebeurde, wat de bootsman in zijn nachtmerrie had voorziende Terschelling liep in een hevige orkaan aan de grond in de Gangesdelta waarbij het schip goed deels vernield werd en de proviand- voorraad verloren ging. Dagenlang werden de schipbreukelingen ge kweld door een hevige hitte, een steeds nijpender honger en andere narigheden die tenslotte leidde tot wilde hallucinaties en uitbarstingen van waanzin. Velen stierven of wer den volgens de verhalen van de weinige overlevenden door hun krankzinnig geworden lotgenoten vermoord en opgegeten Slechts een handvol schepelingen werd later ge red, doch inplaats van de vrijheid wachtte hen gedwongen krijgsdienst in Bengalen, vanwaar slechts enke len later met het Compagnieschip Loosduinen naar het vaderland te ruggekeerd zijn. (Van een onzer redacteuren) VELE NEDERLANDSE spoormannen zullen binnen afzienbare tijd uitgerust worden met een elektronisch apparaatje, dat op bun geüniformeerde borst bevestigd wordt en vandaar radiografisch aanwijzingen omtrent de hartslag van de drager uitzendt. Medisch personeel van de N.S. kan dan in een ontvang station te allen tijde constateren of het hart van hijvoorbeeld een wagenvoerder of een seinhuiswachter wel naar behoren functioneert, of dat de man in kwestie tijdens zijn werk aan te grote spanningen of inspanningen is blootgesteld. Wel een bewijs, hoezeer het heil van het personeel de N.S.-directie „ter harte" gaat, maar ook meer dan dat: ook de veiligheid van het „reizend publiek" zal met deze nieuwe voorziening gebaat zijn, vooral als in de toekomst de rijsnelheid van de treinen verhoogd wordt. Dan immers kan hel geringste ogenblik van onoplettendheid van de treinbestuurder of seinhuishediende een ramp tengevolge hebben. En met de splinternieuwe hartslagcontroleur hoopt de N.S. nu dergelijke calamiteiten te kunnen verhinderen. HET APPARAATJE is ontwikkeld door I van de spoorwegen. Het bestaat uit drie het medisch-fysisch instituut T N O. in sa- kleine elektroden, die op de borst van de menwerking met de medische afdeling te onderzoeken persoon bevestigd worden 48. De portier was niet uit het veld te slaan en na de teleurstelling bij de wachtkamer bracht hij de beide vooraanstaande bezoekers rechtstreeks naar de presi dentskamer, waar hij hen verliet met de opmerking dat de president dadelijk bij hen zou komen. „Toch een raar genootschap", zei de heer Nagelbeen tot Jonker Henri. „Ik begrijp het niet. Wie wil er nu ontwikkelde perso nen opheffen?" Die vraag zou al spoedig opgelost wor den, rvant na korte tijd stapte er niemand minder bin nen dan de genootschapspresident, Professor Georg Vom Gutenblut. Zo Jonker Henri al enige gelijkenis dacht op te merken tussen deze wellevende geleerde en Graaf Giorgio Bueno de Rothfeller (of zelfs de portier), dan schreef hij deze toe aan hun gemeenschappelijke toe wijding voor het genootschapswezen. Het was de heer Nagelbeen die de prettige begroeting nogal abrupt af brak door om. nadere bijzonderheden over dit speciale genootschap te vragen. „Heerschappen", zei de presi dent fijntjes, „dat is een gans klare zaak. In onze he- dentijdige maatschapij is het immer de ontwikkelde per soon die zwaarstens te lijden heeft. Van hem wordt voor uitgezet dat hij zich voor den onderontwikkelden per soon onophoorlijk afmoeit en dat zal hem verderven. En zo is dat het glorievolle doel onzeres genootschaps den ontwikkelden persoon op te heffen tot den staat des onderontwikkelden persoons, en om dat doel te bereiken faalt ons slechts enig kapitaal". Het buitenlands accent van de president was wat hinderlijk, maar verder sprak hij heel meeslepend. en uit twee kleine doosjes, die in 's mans zakken geherbergd worden De drager kan nu rustig zijn gewone dagelijkse werk ver richten terwijl zijn hartslag door middel van een elders opgestelde ontvanger conti nu wordt opgetekend in een grafiek, die direct aangeeft wanneer de hartslag on regelmatig of te snel wordt: een zeker te ken dat er iets mis is met 's mans licha melijke of geestelijke conditie. DE STOOT TOT dit spoorwegnieuwtje werd gegeven door de bedrijfsarts van de N.S. te Nijmegen, die enige tijd geleden een nauwkeurig onderzoek verlangde naar de arbeidsinspanningen van een aantal spoonnannen in het seinhuis van het sta tion Nijmegen. Deze mensen hadden n.l. geklaagd, dat het overhalen van bepaalde wissels van hen een te grote lichamelijke inspanning vergde. OOK UIT ANDERE overwegingen had de medische afdeling van de spoorwegen interesse voor een hartslagcontroleur. Zo wilde men met name in verband met de invoering van de vijfdaagse werkweek on derzoeken aan welke fysieke en fysische spanningen b.v. een seinhuiswachter on derhevig is bij een lange diensttijd. Men zocht naar een systeem waarmee de be lastbaarheid van individuele personeelsle den kon worden gemeten, terwijl deze men sen toch in hun normale arbeid niet gè- hinderd mochten worden door het meevoe ren van meterslange draden of antennes. De N.S. verwacht van het nieuwe appa raat grote mogelijkheden, niet alleen als indicator van fysieke spanningen, maar ook als middel om de mentaal-zintuigelij- ke belasting van de werknemers te regis treren. Zo reageert het hart, en dus het instrument, onmiddellijk, wanneer de te onderzoeken persoon emotionele reacties vertoont bv. als gevolg van een „vervelend" telefoongesprek, het lange turen over de spoorbaan naar aankomende treinen en wat dies meer zij. OOK VAN DE zijde van andere grote bedrijven bestaat grote belangstelling voor dit nieuwe apparaat, dat in „hartszaken" bijna iedere gewenste opheldering kan ver schaffen. Behalve dan wellicht over de vraag, of het hart des werknemers wel warm genoeg klopt voor patroon of direc tie. Maar ook daarop vinden onze knappe koppen misschien nog wel eens wat. De T.N.O. staat voor niets! 30. Zeerob is alweer in slaap gesukkeld, en Klaas zal ook wat gaan rusten na alle belevenissen! Polle, Pelli en Pingo willen dan eens rond gaan kijken op het eiland, ondertussen. „Daag!", roept Polle, „we zullen goed oppassen, jullie hoeven niet ongerust te zijn! Kook maar wat lekkers ondertussen". Het kleine grut heeft elkaar gevonden. Die zullen helemaal wel zoet wezen, want Padje en Papegaai doen niets liever dan een spelletje!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15