DE DODENLIJST VAN ADRIAN MESSENGER PRIEGELTJES GROTE REIS Schutters zonder uniform PUZZEL NUMMER 3 PANDA EN DE MEESTER*OPHEFFER Polle, Pelli en Pïntfo Ons vervolgverhaal Haagse studenten boos op Defensie mmm Nieuwe snufjes op de Femina '61 '"Hoe is het ontstaan?^ mm ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961 11 IllBllliiiï 5. PHILIP MACDONALD Oorspronkelijke titel: The list of Adrian Messenger Plastic bouwstenen voor doe het zeivers Dit woord: NOZEM 31. „Pelli?", zegt Pingo, „weet jij eigenlijk het fijne van die Robinson Cru soe?" „Nou", zegt Pelli geleerd, „die wist eerst ook niet goed, wat hij nu doen moest, zo in zijn eentje!" „Dat is eigenlijk wel een griezelig idee!", zegt Pingo. „Nou ja", stelt Polle hem gerust, „wij zijn toch verstandig! Wij weten wel wat we gaan doen!" s 37) Hij was ernstig en vriendelijk en volledig geruststellend met een beet je opvallende hoffelijkheid. Ook was hij weer de executeur testamentaire van wijlen Adrian Messenger. Het speet hem bijzonder dat hij mejuf frouw LaDoll op dit uur moest storen, alleen een zeer ernstige aangelegen heid zoals deze kon dat verontschuldi gen. Mejuffrouw LaDoll, wat slaperig in het begin maar altijd bereid te hel pen, kon al gauw geen wijs meer uit de leugenachtige omslachtige uitleg over de aanleiding tot dit dringende gesprek. Maar ze was gewillig ge noeg om de vragen die haar gesteld werden te beantwoorden O ja, zei mejuffrouw LaDoll, zij had dat prachtige boek Het enige stand punt, voor zover het klaar was geko men, volledig voor die arme majoor Messenger uitgetypt. Ja, ze herin nerde zich nog dat de laatste bladzij de die ze getypt had honderdnegenen zeventig was. Beslist. Ze herinnerde het zich nog heel goed, want ze had een speciaal geheugen voor getallen Nee, ze had geen extra doorslag van het werk. Majoor Messenger liet al tijd maar één doorslag maken en die hield hij zelf.. Ja, ze had het werk voor majoor Messenger altijd in ma joor Messengers flat gedaan op ma joor Messengers eigen schrijfmachi ne, die een speciale elite-letter had Ja, ze werkte ook wel voor andere mensen natuurlijk, maar majoor Mes senger was jarenlang haar beste en prettigste klant geweest Toen ze zo ver waren, haalde de zelfbenoemde executeur testamentai re van majoor Messenger in stilte diep adem en greep de telefoon nog wat steviger vast om de belangrijkste vraag te stellen. „Nog één vraag, mejuffrouw La Doll," zei hij, nog vriendelijker en stropiger dan voorheen, „en dan ben ik klaar, behalve dat ik nog graag een afspraak zou maken dat u mij mor gen opzoekt. Een bezoek waarvoor ik u, zoals u mij hopelijk zult toestaan, zal belonen.Deze laatste vraag en hij is heel belangrijk betreft enke le foto's, die majoor Messenger naar ik vernam van plan was bij zijn nieu we werk te publiceren. Weet u daar iets van af?" „Ja.." de lichte nauwkeurige stem aarzelde even in Anthony's oor. „Het enige wat ik weet is dat er een grote gele enveloppe was waarop „foto's" stond, die majoor Messenger bij het manuscript bewaarde. Hij lag altijd in de eerste doos met de kopij. We bewaarden het manuscript altijd in dozen ziet u dozen waarin papier gezeten had en majoor Messenger had die enveloppe in de bovenste Nee, ik heb die foto's nooit gezien. De enveloppe was verzegeld ziet u. Trou wens als dat niet het geval was ge weest zou ik er toch niet in gekeken hebben.." En dat was werkelijk alles. Nu hij eenmaal had ontdekt dat de envelop pe met het opschrift „Foto's" in de doos had gezeten de laatste keer dat mejuffrouw LaDoll in de flat was ge weest (wat naar het scheen slechts enkele dagen voor Messengers dood was) bepaalde Anthony zich er nog steeds overvriendelijk toe met me juffrouw LaDoll af te spreken dat ze de volgende ochtend om elf uur in Stu- keley Gardens zou zijn, waarbij hij zich nogmaals verontschuldigde haar in haar slaap gestoord te hebben, haar voor het ogenblik vaarwel zei, en de hoorn zachtjes weer op de haak leg de. Hij keek naar zijn toehoorders: Jo- celyn in een stoel aan zijn rechter hand, Raoul staande aan zijn linker zijde. Hij zei: „Jullie hebben het ge hoord, niet? De foto's waren in de doos." Hij tikte er met een wijsvinger op. „En nu zijn ze er niet meer." Een diepe frons verscheen op zijn voorhoofd. „Jullie zullen niet begrij pen wat ik bedoel en het is te gecom pliceerd om nu uit te leggen, maar neem me niet kwalijk als ik verwen singen uit aan het adres van een be koorlijke jongedame die naar de naam Bixby luistert." Plotseling slóeg hij met zijn vuist op tafel. „Zonder die vervloekte meid," zei hij, „zou ik hier gisteren misschien mijnheer Smith Brown-Jones ontmoet hebben. Hier, in deze kamer!" Hij zweeg plotseling. „Neem me niet kwalijk. Ik schijn op mijn oude dag last te krijgen met mijn hu meur." Hij pakte het glas dat hij nog niet aangekeken had en nam er een grote slok uit. Een hele tijd zei niemand iets. Toen verbrak Jocelyn de stilte. Ze sprak te gen Anthony, naar Raoul keek ze nog steeds niet. Ze zei, niet al te vast: „Hij., hij is enig in zijn soort, niet? Uw afschuwelijke Niemand?, ik be doel. „Ik hoop het van harte," zei Antho ny. Raoul zei: „Ook al heeft die man hier gedaan wat hij wilde doen om er daarna vandoor te gaan, blijft er niet toch een mogelijkheid dat hij terug komt? Misschien om een andere re den, die later bij hem opkomt?" Hij keek naar Anthony terwijl hij sprak, zijn gezicht strak, de ogen samenge knepen. Anthony bedacht voor de tweede keer in drie dagen dat hij blij was dat dit geen tegenstander van hem was. Hij haalde zijn schouders op terwijl hij antwoordde. „Het is mogelijk dat hij terugkomt, denk ik. Niet waar schijnlijk, maar .wel mogelijk." Raoul richtte zich nu tot Jocelyn. Hij zei: Eén ding is duidelijk, je moet hier niet blijven." Nu keek ze naar hem. Met een soort onpersoonlijke koelheid. En ze gaf hem nogmaals een van die onper soonlijke glimlachjes over zijn schou der. Ze zei: „Als ik een uitdrukking van Margaret Cameron mag gebrui ken: dat moet je mij vertellen!" Ze keek naar Anthony: „Geef me drie minuten, dan ben ik klaar." Raoul zei: „Gethryn zal met dit ma nuscript vlug naar huis willen, zodat hij het verder kan bestuderen. Ik zal een taxi roepen. Jocelyn stopte op haar weg naar de deur. Ze keek om naar hem met weer een van die glimlachen. Ze zei: „O, ik ben er zeker van dat Anthony er geen bezwaar tegen zal hebben ons te rijden. We kunnen jou afzetten op weg naar mijn huis.." En zo werd Raoul dus bij zijn flat afgezet, precies om vijf minuten over drie. En Jocelyn in Whistiers Walk drie minuten later Anthony, die terugraasde door ver laten- straten lag om kwart voor vier in bed. De oostenwind blies nog steeds en behalve aan de einder was de lucht vrij van wolken, met schitteren de sterren aan het firmament, die een prachtige dag schenen te beloven. Een half uur later ging de wind echter volledig liggen. De wolken slo ten weer aaneen, in een laag en dicht dek, en daaronder kwam de rivier- mist op, die zich vermengde met de rook uit de slapende stad tot de at mosfeer geheel geel-zwart werd, steeds dikker en donkerder in de nog steeds koude lucht. Zodoende werd het die woensdag geen dag. Een eenvoudige frase, die ruikt naar science-fiction en de verschik kingen van verhalen over de inval van de Marsmannetjes of het verdwijnen van de zon. Behalve voor wie in Lon den woont. Voor hem betekent het ge woon de komst van een nieuwe portie van de beruchte Londense mist. Zo was het ook nu, en het was zelfs bijzonder erg. Mejuffrouw Gwendolyn ne LaDoll (haar vrienden noemden haar Dolly) kon zich geen ergere her inneren. Ze had haar wekker een half uur later dan anders gezet om de verlo ren slaap in te kunnen halen. Maar toen ze bij het vertrouwde rinkelen haar ogen opendeed en tot de ontdek king kwam, dat het nog donker was terwijl haar oren een merkwaardige gedempte stilte hoorden, wist ze wat er aan de hand was. Om haar ver moeden bevestigd te krijgen ging ze naar het raam en keek naar buiten. Ze mompelde: „O hemeltje!" in de voorgeschreven toon van afkeer, maar was in het geheim ergens opge wonden over deze afwijking van het normale: zoals trouwens veel meer Londenaars dat zijn dan men wel zou denken. Wordt vervolgd) 103-104. Door de verhalen van Priegel- tje en de vriendschappelijke houding van de professor en doctor Kanebit waren de negertjes eindelijk gerustgesteld. Ziezo, zei professor Wiedemors. Nou zullen we onze geschenken eens gaan uit delen! Hij maakte één van de koffers open en begon daaruit allerlei moois en lekkers te pakken. Hier, Priegeltje, zei hij. Laat je mak kers maar eens zien, hoe men in blanken land in auto's rijdt! Hij zette een mooi speelgoedautootje op de grond, en Priegeltje stapte daarin. Met. grote ogen zagen z'n kameraadjes hoe hij handig het wagentje op gang bracht en keurig 'n paar rondjes reed. MOET HET vooroorlogse uniformverbod dat gericht was tegen Mussert's W.A.- mannen, thans op ons toegepast worden? Waarom wil men ons rechten onthouden die studiegenoten elders wel krijgen? Dat vragen verbitterde Haagse studen ten, die niet kunnen inzien waarom hun aanvraag voor galauniformen voor het Haagse Studenten Schutters Korps" (HSSK) moet worden afgewezen. Welis waar is officieel nog niet afwijzend be schikt op een aanvraag daartoe, maar de HSSK verwacht dezer dagen toch een defi nitief „neen" van Defensie te horen, en dat formeel op grond van twee vooroorlogse wetsartikelen. Eind november 1959 werd HSSK .Pro Libertate" opgericht. Wel ontving men van het departement allerlei facili teiten, die ook aan schietverenigingen verleend worden, maar de schuttersstuden- ten moesten ook uniformen dragen, waar door hun korps officieel naar buiten zou kunnen optreden. Via de Haagse burgemeester ging een verzoek daartoe naar het departement van Defensie. Dit ministerie aldus HSSK- kringen, vroeg echter geen advies bij de overkoepelende Nederlandse Studenten raad, maar bij de algemene senatenver- gadering, het orgaan der diverse corpora, waarbij de Haagsche studentenvereniging en haar onder-afdelingen uiteraard niet zijn aangesloten. HSSK zegt te weten dat van corpora- zijde negatief advies is verstrekt aan het departement. Hierover toont men zich zeer gegriefd. „De corpora zijn in het geheel niet (meer) representatief voor de vader landse studentenwereld" zegt men, er daarbij tevens op wijzend dat het percen tage corpsleden van studenten-weerbaar heidscorpsen elders lager ligt dan in Den Haag. Ook tegen het argument van over- heidszijde dat de bestaande weerbaarheids verenigingen kunnen bogen op een rijke historie komt men in het geweer. Zo werd aan het jonge Groningse „Tyr" in 1958 wel vergunning verleend („Tyr" is wel erkend door de corpora). Op het departement ziet men Tyr- Groningen als een voortzetting van een in 1888 bestaande studentencompagnie! Een fraai winter ensemble uit Enge land, dat zowel „gekleed" als sportief is. De met heerlijk zacht bont gevoerde mantel is, evenals de rok, vervaardigd van gemêleerde grijze, beige en witte wol. De witte jumper zorgt voor een vrolijke contrastwerking. Ook onjuist, meen HSSK, zoals men het onbillijk acht dat alleen de erkende cor pora het recht zouden bezitten eveneens geüniformeerd op te treden. Men verwijt het departement discriminatie, vindt de houding der corpora anti-democratisch en een weinig dictatoriaal". Het is vrees die de corpora aanzet tot deze houding, waardoor het departement zich (ten on rechte) laat beïnvloeden, aldus de Haag se studenten: „Men vreest dat het verle nen van toestemming tot het dragen van gala-uniform zal betekenen dat de corpora niet langer het alleen recht hebben, ere wachten te vormen". Ook kreeg men te horen: „Den Haag is nu eenmaal geen universiteitsstad". „Is dat ons besluit?", vragen Haagse studen ten en moeten jongelui die noodgewdon- gen elders studeren, maar in Den Haag blijven wonen, daar dan onder lijden? Hebben zij geen recht zich te organiseren aan het studentenleven deel te nemen en voor hun schutterskorps dezelfde aanspra ken te doen gelden als bewonders van een universiteitsstad? Bittere vragen, waarop totnutoe geen antwoord gekomen is. „Diverse adviseren de instanties behoren tot een voorbije ge neratie" meent men in HSSK-kringen en dan denkt men aan de woorden van de Prins: „Studentenweerbaarheden hebben tot taak het onderling begrip tussen stu dent en gewapende macht te versterken". En daarmee bedoelde Prins Bernhard be slist niet alleen corpsleden!, zeggen de verontwaardigde Haagse studenten. Een Britse onderneming is aan de markt gekomen met plastic „stenen", die onder andere metselstenen bij de bouw van wo ningen zouden kunnen vervangen en bo vendien een langere levensduur zouden hebben. De stenen zijn vervaardigd van een vuurvaste polyestervezel met een iso lerende stof van losse kernstructuur. Aan genomen wordt, dat het gebruik van dit nieuwe bouwmateriaal de kosten van een huis niet of nauwelijks zal beïnvloeden. De verwarmingskosten van zo'n huis zullen echter beslist lager Zijn dan van een nor male sténen woning dankzij de isolerende werking van het plastic. Elektrische leidin gen en waterbuizen kunnen in het plastic worden verwerkt. De fabriek ziet de mo gelijkheid onder ogen om doe-het-zelf-pak- ketten van deze plastic bouwstenen in de handel te brengen ten behoeve van hen, die hun eigen huis willen bouwen. s Wie durft, in het aangezicht van deze feiten, nog vol te houden dat de winter- mannenmode saai is? Herencouturier Hardy Amies (midden) uit Londen be wees op zijn deze week gehouden show het tegendeel. Twee mannenmanne- quins tonen hier enkele van zijn creaties: links een kwiek raglanul- stertje in zwartwit-geblokte tweed, rechts een lichtbeige autocoat uit het zelfde materiaal, die gedragen wordt over een soort fantasie-bakkersbroek. Het bijbehorende schoeisel is onver anderlijk suède. Op elke horizontale rij staan in het midden twee woorden aan elkaar gekoppeld. De laatste letter van elk woord is telkens de beginletter van het tweede woord. Bij juiste invulling van de gevraagde woorden ontstaat op de verticale rij in het midden de naam van een plaats in N.H. 1. bankroet van een bank vlaskam 2. slaapziekte karakter 3. It. alpenmeer op de Tiroolse grens de gezamenlijke hoeveelheid 4. een lastig werk vet der melk 5. monster fdiul^le 6. gindse i............ nobel 7. tent .»...Apatroon 8. venster hemellichaam 9. stok afzonderlijk 10. tweetal soort van kraai 11. kan men op zittensoort sleutel 12. aardsoort honigbij 13. troep brandverf 14. korf koffiedik 15. troep ongeordende krijgers vertrouwelijk OPLOSSING PUZZEL NO. 2 Horizontaal: 1. opstoken (8), 5. rotsig (6), 10. vergiet (7), 11. Pardoes (7), 12. soep borden (10), 13. akta (4), 15. drilt (5), 16. kersepit (8), 19. verwerpt (8), 21. roept (5), 25. rade (4), 26. ploeteraar (10), 28. over zee (7), 29. ratelen (7), 30. patent (6), 31. spartelt (8). Verticaal: 1. onvast (6), 2. sorteer (7), 3. oliebollen (10), 4. ettert (6), 6. oord (4), 7. stomkop (7), 8. gestalte (8), 9. spleten (7), 14. ijscoventer (10), 17. overloop (8), 18. spelden (7), 20. reddert (7), 22. praaide (7), 23. betrap (6), 24. fronst (6), 27. azen (4). Prijswinnaars: A. Maasland, Dennen straat 1, IJmuiden 7,50; G. v. Heerden, Schoterveenstraat 7, Haarlem 5; Mevr. A. Hildebrand, Oude Posthuisstraat 50, Heemstede 2,50. LO* MAHEft lüOWfcE* 49. Het doel van dit genootschap was Jonker Henri nu heel duidelijk. Alle ontwikkelde personen opheffen tot onderontwikkelde personen! Aangezien hij altijd al graag een onderontwikkeld persoon had willen zijn, aarzelde hij geen ogenblik; hij greep zijn boekje en schreef een chèque uit voor een aanzienlijk bedrag om dit streven te steunen. De heer Nagelbeen bleef echter aarzelen, en toen de president hem rechtstreeks vroeg of hij tot de strijd voor de ontwikkelde personen wilde bijdragen, antwoordde hij: „Laat ik u maar precies zeg gen hoe het is, professor die ontwikkelde en onder ontwikkelde personen interesseren me eigenlijk geen klap. Weet u wat mij interesseert? Mijn zaak! Ik ben in de handel, moet u weten. En als we het nu over ontwikkeling hebben, dan zou ik zeggen dat mijn zaak overontwikkeld is. Mijnheer! Ik kan er niet van slapen! Ik moet er voor naar de dokter! Ik moet steeds met va kantie voor mijn inzinkingen. „Ah inzinkingen!" kreet de professor, die van geestdrift zijn buitenlands accent vergat. „Maar waarde heer wat goed dat ge uw gemoed eens uitstort! Ik weet precies het genoot schap dat in uw behoeften voorziet! Hier twee straten verder, de andere kant op, bevindt zich het Genootschap tot Opheffing van Overontwikkelde Zaken, en de voor zitter daarvan is een heel goede vriend van me. Als u zich daar over twee of drie uurtjes nu eens even meldt" Nu, daar had de heer Nagelbeen wel oren naar; en aan gezien intussen Jonker Henri zijn chèque geschreven had was nu iedereen tevreden. Op de „Femina 1961" in Rotterdam, die vrijdag door mevrouw mr. J. M. van Wal- sum-Quispel, echtgenote van Rotterdams burgemeester, is geopend, worden enkele nieuwe huishoudelijke snufjes getoond. Veel belangstelling trekt een verplaats baar manusje-van-alles, dat kan dienen als wastafel, toilettafel, douche, voetbad, kinderbad, aankleedtafel, wasmachine en centrifuge. Het is een geval dat, 110 cm. lang, 73 cm. breed en 85 cm. hoog is met een flink open blad. Zittend op dat blad of staande in de kom kan men met de hand- sproeier een douche nemen. Wordt dit veel zijdige stuk sanitair als kinderbad ge bruikt, dan kan het bovenblad dienst doen als aankleedtafel. Combineert men was- beweger en centrifuge, dan kan het appa raat gebruikt worden als was- en droog- combinatie. Voorts is er een Italiaanse naaimachine, die door een „derde bewe ging" borduur- en siersteken tot 17 milli meter breedte kan maken. De maximum breedte bedroeg tót nu toe 5 millimeter. Behalve aan praktische hulpmiddelen is Ook veel aandacht besteed aan het meer versierende element in de woning. Zo 's een nieuw en zeer speels element in het interieur, de kamerfontein, die in Enge land zo bijzonder in trek is. Vooral in de moderne woning zal zo'n waterversiering het zeker goed doen. Schoenpoetsen wordt over het algemeen niet zo'n leuk werkje gevonden. Geen zor gen meer: de femina toont naast elektri sche koffiemolens, mixers, vruchtenper sen, bordenwasmachines, ook een elektri sche schoenpoetser. Men behoeft maar op het knopje te drukken en in een oogwenk zijn de schoenen zo blinkend als een spie gel. Strijken behoeft beslist geen zwaar karwei meer te zijn. Er zijn strijkappara- ten, die nog slechts enkele honderden grammen wegen. Een bijzondere plaats op deze Femina zal de gedekte tafel innemen. Nederland, Duitsland, Zweden, Noorwegen, Engeland, Zwitserland, Frankrijk en Spanje tonen er hoe men in deze landen de tafel voor de verschillende maaltijden opmaakt, waar bij een weelde aan tafellinnen, porselein, zilver en bloemen gebruikt is. Er zijn zeker al tien verklaringen ge geven van het woord nozem, de ene al onwaarschijnlijker dan de andere. Uit een vrij omvangrijk onderzoek is wel gebleken dat het woord oorspronkelijk het tweede deel ener samenstelling was: men sprak een jaar of tien geleden van swingnozems of jazznozems voor door swing of jazz bezeten jonge lui. Uit deze samenstelling is dan het tweede deel losgemaakt en als zelf standig woord gebruikt in allerlei be tekenissen, die kunnen worden samen gevat als: opgeschoten jongen die zich opvallend kleedt en zich dikwijls pro vocerend gedraagt. Het is waarschijn lijk dat dit woord nozem voortge komen is uit het Bargoense nootsura voor: snotneus, gromtje. Dit stemt ge heel overeen met wat men onder jazz nozems verstond: „onmondige kinderen die niets van jazz begrepen, maar die heel jazzerig deden." 3M9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 11