FILATELIE 1 VAN EEN ONGEHOORZAAM JONGETJE Dammen e m Lamm Geachte kinderen ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961 Erbij PAGINA V1} mmm t-mm» ZWART Hf ill ill Élf H mm 'mmWW* /rvfc Mr. Ed. Spanjaard Pockets voor de jeugd ]an Nelissen Het schip van de woestijn Cor Beek WEST-DUITSLAND. In de nieuwe serie frankeerzegels met portretten van beroemde Duitsers zullen op 18 septem ber a.s. drie verdere waarden verschij nen: 5 pf. (olijfkleurig) Albertus Mag nus, 15 pf. (lichtblauw) Martin Luther en 1 dm. (blauwviolet) Anette von Dros- te-Hiilshoff. Op dezelfde dag zullen de Europapostzegels verkrijgbaar worden gesteld. De waarden zijn: 10 pf. (groen) er» 40 pf. (blauw). De zegels dragen de tekening van onze landgenoot Theo Kurpershoek (negentien duiven in vlucht die samen één duif vormen). PORTUGAL. In dit land zal op 18 september a.s. een serie Europazegels met een eigen ontwerp uitkomen. Deze tekening, vervaardigd door de Portugees Manuel Rodrigues, bestaat uit vier in elkaar grijpende (gestileerde) handen. In de rechterbovenhoek is het embleem van de Conférence Européenne des Ad ministrations des Postes er des Télé- communications (CEPT), ontworpen door de Brit Michael Goaman, aange bracht. De zegels verschijnen in de waarden 1 esc. (blauw en lichtblauw), 1,50 esc. (groen en lichtgroen) en 3,50 esc. (rood en lichtrood). EUROPA. In totaal zullen dertien lan den (West-Duitsland, België, Spanje, Griekenland, IJsland, Italië, Luxem burg, Nederland, Zwitserland, Turkije, Frankrijk, Engeland en Portugal) op 16 of 18 september een serie Europapost zegels uitgeven. Behalve Engeland en Portugal die met afwijkende tekeningen komen, zullen de zegels het ontwerp van Theo Kurpershoek uitbeelden. In Oostenrijk zal waarschijnlijk op 28 no vember a.s. een postzegel met een Europees motief verschijnen ter gele genheid van de Dag van de postzegel. NOORWEGEN. Honderd jaar geleden werd de Noorse ontdekkingsreiziger en staatsman Fridtjof Nansen (1861-1930) geboren. Dit feit zal onder meer wor den herdacht door de uitgifte (op 10 ok- Ffctwgé* mm* tober a.s.) van een serie van twee post zegels in de waarden 45 öre (rood) en 90 öre (blauw), beide met zijn por tret. De zegels zijn ontworpen door Ar- ne Johnson. TSJECHOSLOWAKIJE. Ter gelegen heid van de internationale jaarbeurs te Brno, die van 10 tot 24 september in Brno wordt gehouden is een serie van drie zegels in circulatie gebracht. De 30 h. brengt een kaart van Europa in beeld, de 60 h. een boormachine en de 1 kr. een atoom-voordracht. De ontwer pen zijn van Frantisek Hudecek. BELGlë. Van 14 tot 22 september a.s. zal in Brussel de vijftigste conferentie van de Interparlementaire Unie worden gehouden. Naar aanleiding hiervan zal op 14 september een serie van twee waarden worden uitgegeven, die beide in dezelfde tekening zijn uitgevoerd: 3 fr. en 6 fr. POLEN. De Poolse posterijen hebben een serie van drie stuks het licht doen zien voor de 6e Europese kanokam pioenschappen, gehouden in Posen: 40 gr. twee éénmanskano's bij de start, 60 gr. twee viermanskano's en 2,50 zl. een peddel en een lint in de Poolse na tionale kleuren. De zegels zijn ook on getand verkrijgbaar gesteld. AUSTRALISCH ANTARCTISCH GE BIED. De vijftigste verjaardag van de Australische Zuidpoolexpeditie van 19111914 wordt herdacht met een post zegel van 5 d. (grijsgroen), waarop het portret van Douglas Mawson, de leider van de expeditie voorkomt. 18 oktober is de eerste dag van uitgifte. OOST-DUITSLAND. Het eerste deel van een nieuwe definitieve serie fran keerzegels met het portret van Walter Ulbricht is dezer dagen uitgegeven: pf. (grijs), 10 pf. (groen), 15 pf. (violet) en 20 pf. (rood). Op verzoek van enkele lezers verduide lijken we hierbij de notatie. WIT De vijftig witte ruiten kunt u verwaar lozen. Het spel .wordt gespeeld op de vijf tig zwarte ruiten. Deze vijftig zwarte rui ten zijn van 1 tot 50 genummerd. Wordt een stuk van ruim één naar zeven gespeeld of geslagen, dan luidt de notatie 1-7. De lijn 5-46 is de lange lijn. De lijnen 1-45 en 6-50 noemen de dammers de tric-trac- lijnen. Bij* zwart aan de tric-trac-lijnen begint steeds de telling (dus ruit 1). Nu de stukken in aanvangstelling. Wit vangt aan en moet bijvoorbeeld met de stukken 31, 32, 33, 34 of 35 openen. Wordt met de eerste zet met stuk 31 naar ruit 26 of 27 gespeeld, dan noteert de speler op het notatiebiljet 31-26 of 31-27. Nu hebben wij, voor oefening, enkele problemen met oplossing aan te bieden van de bekende damproblemist J. J. H. Scheyen te Kerkrade. 15 stukken wit: 8, 17, 18, 22, 23, 28, 29, 32, 33, 38, 42, 44, 48, 49, 50. No 2 auteur J. J. H. Scheyen. Zwart 13 stukken: 1, 6, 9, 10, 11, 13, 17, 20, 21, 24, 25, 32, 40, dam 48. Wit 13 stukken op: 18, 22, 23, 28, 29, 31, 33, 37, 39, 41, 43, 47, 49. Voor beide vraagstukken geldt: „wit speelt en wint". Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur (binnen acht dagen): B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden. Bridge in de bergen Zwitserland, alwaar deze rubriek werd geschreven, telt slechts weinig wedstrijd bridgers; de kwaliteit van het spelpeil is daaraan omgekeerd evenredig, want de spelers die ik tot nu toe hier bezig zag speelden gemiddeld zeer behoorlijk. Het is ook al een genoegen een paren- toernooi mee te spelen, alwaar niemand zich bezondigt aan onzinnige klaver- en slamconventies. De Zwitserse bridgespeler laat een spel zien. dat gelijkenis vertoont met vele andere zaken in dit bergland: éénvoud en doeltreffendheid. Een spel, waarin overmoed door kundig tegenspel werd gestraft, gaf een Neder lands paar een goede score tegen twee Franse speelsters: H 8 C V 10 7 3 O H 8 5 4» B 7 5 3 Hoewel zwart aan zet is en zijn koning bovendien het dichtst bij de pionnen staat, wint niettemin wit. Zie 1)Kd7; 2) Kb7 Kd8; 3) Kc6 Ke7; 4) Kc7! en zwart kan het verlies van zijn pion niet voorkomen. De verklaring is dat de witte koning van achteren over twee aanvallende velden (d6 en d7) beschikt, terwijl zwart zijn pion slechts van een veld (f7) uit, kan verdedigen en dus in tempodwang komt. Van belang is voorts dat wit na verovering van pion e6 altijd wint, ook als zwart na Ke6: met Ke8 oppositie geeft. Men onder- zoeke dit zelf. Een poging van zwart, zelf achter de witte pion te komen, faalt mits wit scherp speelt. Zie: 1) Kf7; 2) Kb7 Kg6; 3) Kc6 Kg5! (niet Kf5; 4) Kd6! en wint) 4) Kd7! en wint. Onvoldoende ware 4) Kc5? Kf4; 5) Kd4 Kf5 en de rollen zijn omge keerd. Een voor de praktijk zeer leerzaam voorbeeld. Niet altijd is het van achteren benaderen van de opponerende pionnen voldoende voor de winst. Wij zien dit in de zeer moeilijke volgende studie van de grootmeestercomponist op dit gebied, Gri- goriew. 00000000OO00C000CX50000000000000C000O0OC0000O0C A 5 4 O A B 4 O 10 9 4 3 4» V 9 8 W C 9 7 3 2 Q 8 5 2 O V 7 2 4» A 10 6 wW*: wmw. nmm. mmw. OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOUluOOOOÓÖOOOOOOC Zwart 7 stukken op: 7, 13, 14, 18, 23, 29. Wit 7 stukken op: 17, 27, 31, 34, 37, 38, 44. Zoals bekend, gaat meerslag voor alles. Dam en schijfslag blijven vrije keuze. De opgave „wit speelt en wint" voltrekt zich als volgt: 1) 27-22 29x49, gedwongen voor zwart. 2) 17-11 49x41 of 46 doch dit maakt voor wit niets uit. Het beste is 49x46. 3) 11x2 18x27 of 36x27. 4) 2x16 nu pas de stukken 13, 23, 27, weghalen. 18x27. 5) 16x5. De slotstand, beiden hebben een dam op de hoofdlijn. Maar zwart is aan zet, moet de dam offeren en verliest. Het tweede voorbeeld is veel moeilijker te volgen. yXOO ^CO OcÓobaXOOOC^^^OO<X)O^^^XDOO(X^^SxxDOCX:^^^)OCX500^ Zwart 15 stukken op: 1, 8, 9, 10, 13, 18, 19, 23, 26, 29, 36, 38, 39, 43, 45. Wit 15 stukken op: 7, 16, 17, 21, 22, 27, 28, 30, 32, 34, 37, 40, 47, 49, 50. Wit speelt en wint. Oplossing: 1) 17-11 26x6. 2) 37-31 1x12. 3) 50-44 39x50. 4 22-17 50x11. 5) 16x7 12x1. 6) 47-42 38x47. 7 49x38 47x33. 8) 32-28 23x21. 9) 34x5 45x25. 10) 5x16 36x27. 11) 16x2 met een overbekend slotmotief. Stand 1, 6, 25. Dam van wit op 2 wordt na 1-7 2x16 25-30 16-43-49 verkregen. En nu, tot slot, een tweetal problemen die de lezers zelf eens moeten oplossen. Onder de goede inzenders van deze twee problemen wordt een fraai damboek ver loot, dat door de heer A. Douma te Haar lem beschikbaar is gesteld. No 1 auteur J. J. H. Scheyen te Kerkrade. V B 10 6 C H 9 6 O A B 6 •f» H 4 2 West gever, allen kwetsbaar. Zuid opende in de 4e hand met 1 Sansatout, waarop •iedereen paste. West kwam met ruiten 3 uit en zuid nam oosts ruitenvrouw met het aas. De normale spelwijze zou nu zijn de schoppens aan te vallen, doch de Frangaise op de zuidplaats was op groter wild uit. In slag 2 legde zij harten 9 op tafel, met de kennelijke be doeling op de hartenboer te gaan snijden. West. van het gevaar beducht, speelde direct de hartenboer bij en dit redde de situatie, zoals later bleek. Noord won de slag met hartenvrouw en vervolgde met harten 3, zuids hartenheer^werd door west genomen met hartenaas. In slag 4 vervolgde west met een kleine schoppen, hopende daarin enige kracht bij oost te vinden; in noord werd de 8 ge speeld, oost de 9 en zuid won de slag met de 10 wat taktisch niet slim was (de schoppenvrouw zou voor west veel minder verduidelijkend zijn geweest). Zuid speelde in slag 5 de harten 6 en toen west de 4 bijspeelde, stond zij voor de keuze in noord de 10 of de 7 te leggen; door het bijspelen van de hartenboer in slag 2 door west. leek het alsof west de harten Aas, Boer, 8, 4 had gehad in welk geval hij juist de hartenboer op de 9 gespeeld zou hebben. Kortom zuid liep in de val en sneed op tafel (noord) met de harten 7, waardoor een dankbare oost zijn harten 8 kon maken. In slag 6 speelde oost ruiten 7 na. die op tafel met ruitenheer werd genomen. Hierna kon noord de harten 10 maken oost gooide een ruiten, zuid een klaver en west ook een klaver weg. De 8e slag was voor de schoppenheer want toen deze kaart werd gespeeld, liet west deze slag wijselijk lopen. In slag 9 kwam zuid door het spelen van ruiten (van tafel) in eigen hand en speelde in slag 10 de schoppenvrouw na, die west met schoppenaas nam. De situatie was nu: 5oóOttCQOooooooÊxx)ooooómLxxxx>oomÊxx>ooooo Stelling 7. Wit houdt remise. Wie op eigen kracht de finesses van dit eindspel ontdekt, mag zich onder de kenners rang schikken. We moeten met de hoofdvarian ten volstaan. 1) Kg5 Ke4; 2) Kf6 Kd5; 3) Ke7 Kc6. Na 3)b5 komt wit net op tijd: 4) Kd7 b4; 5) Kc7 Kc5; 6) Kb7 b3; 7) Ka6 Kb4; 8) Kb6 Kc4; 9) Ka5 remise. Men let te op het subtiele verschil met de hierna onder wit's 4de zet vermelden variant. 4) Ke6ü Het beslissende moment. Onvoldoende voor wit is het, zijn heil aan de achterzijde te blijven zoeken. Zie: 4) Kd8? b5! 5) Kc8 b4! en zwart wint, daar de witte koning nu net één veld verder verwijderd is, b.v. 6) Kb8 Kb6 7) Kc8 b3 8) Kd7 Kc5; 9) Kc7 Kd4 enz. 4) b6! Niet 4) b5? 5) b4! enz. 5) Ke5! Kc5; 6) Ke4 Kc4; 7) Ke3! b5! (Kb3 8) Kd4 is on voldoende) 8) Kd2 Kb3; 9) Kcl Ka2; 10) b4ü en het is remise omdat anders dan in stelling 6 de pluspion niet wint, daar deze niet op de 5de, doch op de 4de rij staat. Zie 10) Kb3; 11) Kbl Kb4:; 12) Kb2 Kc4 13) Kc2 b4; 14) Kb2 b3: 14) Kbl! Kc3! Kc3; 15) Kcl! b2f; 16) Kbl Kb3 pat. Deze manoeuvre gaat in stelling 6 niet op. De gecompliceerdheid van het boven staande kan men nauwelijks overschatten. De finesses van stelling 8. 000000c^^cxxx)00(^^^)00000^^^0c>000<^000c^ B 7 5 B H 4 10 •f» V 9 9 A 10 West incasseerde ruiten 10 en zuid moest nog beslissen welke kaart wegge gooid moest worden. Oost ruimde 10 op zuid nam deze laatste beslissing wel juist, door 4 weg te gooien, doch had slechts 8 slagen kunnen maken. De meer derheid der NZ-paren had echter 3 SA ge maakt (1 of 2 geboden). Bridgevraag dezer week: In paren-wed- strijdbridge is zuid gever. OW staan kwets baar. Zuid heeft: V62 H 7 3 <0 V 8 6 5 H 7 3 Het bieden gaat: zuid pas west pas noord 1 schoppen oost pas. Wat moet zuid thans bieden? Antwoord elders op deze bladzijde. oqoooocx^^x x ooogoppooooocroQQppooooop 15 stukken zwart: 1, 3, 6, 7, 9, 12, 14, 16, 19, 25, 31, 35, 36, 40, 41. De op 2 sept. j.l. in zijn diverse varia ties besproken Reti-manoeuvre is slechts één van de talloze aspecten, welke zich kunnen voordoen bij het gekozen mini male materiaal: koning plus pion tegen koning plus pion. De ervaren toernooispeler weet dat wanneer de witte en zwarte pion pal tegenover elkaar staan de koning bij voorkeur achter de pionnen moet komen. Treffend wordt dit geïllustreerd in stelling 6. OOOOOOOOOTOOCXXXXXbO' XX XOOOOOOOOC OOOOCXDOOOOCOOC 3000^000000^c een compositie uit 1921 van Dedrle, be rusten mede op het zojuist gesignaleerde verschijnsel, dat de overgebleven pluspion slechts onder bepaalde omstandigheden wint. Opgemerkt zij allereerst, dat de taak wit wint niet wordt bereikt door het voor de hand liggende 1) Kc3? Zwart ri posteert dan met 1) a3! en bereikt steeds remise. Na 2) ba3: snelt de zwarte koning naar a8; na 2) b3 of b4 maakt zwart zich de tijd, welke wit nodig heeft om pion a3 te veroveren, ten nutte om zijn koning zo dicht mogelijk voor de witte pion, b.v. op b5, te plaatsen. Toch kan wit in de diagramstelling win nen en wel met 1) Kbl! a3! 2) b3ü Dit kleine zetje is de verrassende pointe. Na 2) b4? wordt het remise; zie 2) Ke5; 3) Ka2 Kd5; 3) Ka3: Kc6; 4) Ka4 Kb6 en wit komt niet verder; 2) Ke5; 3) Ka2 Kd5; 4) Ka3: Kc5; 5) Ka4 met een voudige winst. Dit alles is van een hartverkwikkende fijnheid en nuancering voor iedere die zich de moeite geeft, zich werkelijk in deze materie te verdiepen. (Wordt vervolgd) 'uaiieui ubm aqoueui uaa 'aaui iJBBMpmz azap jam fiq jo 'geejA ap jaaz }aq st tjaaq uajund gi pjoou S|b sjpz ua uCiz aj tjaoqaq paog oz jatu ar)Bn}is azap ut Suiuado spjoou ;ep 'si RBBjp uio jBEUiane suaSuaAO ;aq jbbm "jaaM aiooui )aq aSaMUBA jSl'UM (uajund z) s£ud;sooa) uaa VS UBA poqjaAO jaq tfiMja; '(ua^und g) uaqqaq aquatuap }EA\ Ml uaddoqos z )aui 'oi snp VS I jaa§ mi qpaoM uagaaqjaA pejiuoo P-iaaM-iaA uaa }stnf Joopjecp )Bp 'SipjaaqMuap laiu si jBBAaS ;aq uizuo uL'iz uaaaAEjM Z SIB uaiina z I3M0Z 'jeeqMuap vs I uep poq jajaq pMua uaag ja si qjaaq uajjBBM aSoq ueb ua)und oi P!nz laMaon 'S! poq aMfn -apaj agiua )aq jnojESUES I iep Mi JaaMaq 'uaf ftJM (EZ bui uaSa; ;uojj uaa ut aatq sta; -jajuajund aRB m! 1bP 'tsaM Mi PMaou :SBBj.\aSp|jq asMilPMaM do pjooMjuy PIETJE PATAT wilde 's avonds nooit meteen gaan slapen. Urenlang bleef hij wakker liggen, tot groot verdriet van zijn moeder, die steeds naar boven moest rennen om Pietje toe te dekken, als hij zich bloot getrapt had. Je begrijpt, dat dat niet leuk was. Papa Patat werd dan boos en mamma Patat begon soms te huilen en dat alle maal om dat nare Pietje. En er was nóg iemand die kwaad werd op Pietje Patat, dat was Klaas Vaak! Het gebeurde soms, dat Klaas Vaak, die toch al erg oud is, vier keer in dezelfde nacht terug moest naar dat ondeugend Pietje. Weet je wat Pietje deed?? Pietje had een nieuw spelletje ont dekt; hij wachtte steeds tot hij voelde dat Klaas Vaak slaapzand in zijn ogen deed, dan veegde Pietje bliksemsnel het zand weer uit zijn ogen en dan moest Klaas Vaak terugkomen Dat vond Pietje nou leuk. Het was maar goed dat hij Klaas Vaak niet kon zien, dat kunnen mensen nu eenmaal niet, want Klaas Vaak keek heel erg kwaad! ,.Zo'n drommelse jongen", mopperde de oude man dan, „als die ondeugd nou steeds mijn kostbaar slaapzand blijft weggooien, dan krijgt ie niets meer van me". EN WERKELIJK, toen Klaas Vaak op een avond voor de zesde keer moest terugkomen naar dat vervelend Pietje, toen ging hij voor de laatste keer. „Ik dóé het niet meer. Ik ga nooit meer naar dat ventje toe', bromde Klaas Vaak in zijn baard. „Het kan me niets en ook geen klein beetje meer schelen. Dan slaapt die nare jongen maar niet meer!" Ja, nu was Klaas Vaak werke lijk heel erg boos en wat erger was. hij was al zijn geduld met Pietje kwijt- Zo kwam het, dat Pietje de volgende avond niet insliep. Toen de klok einde lijk elf uur sloeg, lag het jongetje nog wakker. Nu was dat helemaal niet zo bijzonder, want zo was het met Pietje iedere avond. Maar toen de klok einde lijk twaalf uur sloeg, lag Pietje Patat nóg te roepen om zijn moeder. Dat vond de vader van Pietje toch al te erg worden! Hij rende naar boven en. gaf het stoute Pietje midden in de nacht een geweldig pak op zijn broek! Het ging van klits, klats, kledder, klets. Allemaal op de «vamabroek van Pietje en die huilde tranen met tuiten, dat be grijp je! Nu wilde het kereltje werkelijk gaan slapen, want het zag wel, dat zijn va der erg boos was. Maar hij voelde maar geen slaapzand in zijn ogen ko men. De volgende dag moest Pietje op staan, maar hij was zo geweldig moe, dat zijn moeder er van schrok. „Wat zie je wit", zei ze, „ben je ziek?" „Ik kon niet slapen", zei Pietje en hij moest heel erg geeuwen. De volgende avond kon het kereltje weer niet slapen en de avond daarop wéér niet en de hele week niet. HIJ ZAG ER OP HET laatst heel ziek uit en zijn vader liet de dokter komen. Toen moest Pietje heel vieze drankjes drinken, zo vreselijk vies, dat hij aan de dokter vroeg: „Mag ik niet heel alstublieft mis schien een dropdrankje, dan word ik wel weer beter". Maar de dokter zei- „Nee ventje, dat helpt voor jou niet. Jij moet bittere drankjes drinken". Maar ook de bittere drankjes hielpen niet; Pietje kón niet meer slapen! Eindelijk werd hij zo ziek, dat er 's nachts een zuster moest komen die naast zijn bed ging zitten. De hele nacht moest het licht blijven branden voor het zieke ventje. Zo gebeurde het, dat Klaas Vaak eens langs het raam van Pietje kwam toen de zuster juist even een glaasje water aan het halen was voor het jon getje. Klaas Vaak zag licht branden en dacht: „Hé, wat raar daar brandt midden in de nacht nog licht". Maar ineens dacht Klaas Vaak eraan, dat achter dat raam het vervelend Pietje Patat woonde, die altijd het slaapzand uit. zijn ogen haalde. „Laat ik maar gauw doorlopen", zei Klaas Vaak, „naar dat verwende jon getje ga ik nooit meer". Bij uitgeverij Helmond verschenen de volgende Helinpochets: DE NACHT VAN DE MARIA CHRISTI NA door J. D. Degreef. Dit is de historie van het Noorse vrachtschip dat in 1939 verdween in de ijsvelden van de Poolzee. Slechts één man werd gered, maar bleek zijn geheugen te hebben verloren. Een jaar na de ramp ontdekte de zoon van de (Nederlandse) kapitein iets dat leidde tot de wonderlijkste redding uit de geschiede nis van de Poolvaart. (Voor jongens en meisjes van 11-16 jaar). STORM OVER TILLAMOOK ROCK door R. Ross. Een collectie spannende verhalen over mannen en vrouwen die in woedende stormen en huizenhoge golven als vuurto renwachters hun plicht doen. Stoere ver halen over de zee met vele staaltjes van moed, vriendschap, trouw en doodsverach ting, terwijl ook de romantiek niet ont breekt. (Leeftijd 11-16 jaar). DROMEN VERBODEN door B. Keiler. Corrie Staal is pas van school en droomt van een mooi kantoor en een snelle, suc cesvolle carrière. Het gaat echter allemaal heel anders. Het leven blijkt vol verras singen te zijn, nare en prettige. Met aller lei mensen komt ze in contact en dat leidt tot teleurstellingen, maar ook tot vriend schappen. Zo komt Corrie langs een heel andere weg dan ze heeft gedroomd tot het werkelijke leven. (Voor meisjes van 12-16 jaar). MAAR KLAAS VAAK was toch wel een beetje nieuwsgierig en hij wilde graag weten waarom het licht steeds bleef branden in het kamertje van Pietje. Daarom sloop hij zacht door de dakgoot naar het raam en keek naar binnen. Wat schrok Klaas Vaak toen hij het doodzieke jongetje zag liggen. Hij kreeg zo'n geweldig medelijden, dat hij gauw naar binnen sloop en net als vroe ger weer slaapzand in de ogen van Pietje strooide. De wijze Klaas Vaak wist best wat de jongen scheelde Toen de zuster terug kwam met een glaasje water lag Pietje voor het eerst die maand te slapen als een roos. De volgende dag kwam Klaas Vaak terug en toen was Pietje al een hele boel beter. Ineens hoorde de kleine man een stem in zijn oor, de stem van Klaas Vaak: „Pietje", zei Klaas Vaak. „dat je ziek bent is je eigen schuld. Het was erg stout om steeds mijn dure slaap zand uit je ogen te halen. Als je belooft, voortaan meteen te gaan slapen, dan zal ik weer iedere nacht komen". Nu, dat beloofde Pietje graag en hij hield woord. Nu werd hij gauw beter en na een paar dagen zei de dokter tegen hem: „Zie je wel Piet, dat mijn vieze drank jes je weer beter hebben gemaakt?" Pietje zei niets, maar je begrijpt wel, wat hij dacht Hier is een brief in een envelop. Van wie zou die wel zijn? Van opa en oma of van meneer Knop Uit het winkelmagazijn? Of is hij soms van kleine Piet? Er is met inkt gespet. Van juf op school is hij zeker niet. Want die schrijft keurig net. Wie heeft, geachte kinders, er Die brief toch wel geschreven? Wie is nu toch de afzender? Kom, kijk nu toch eens even! 't Is circusdirecteur heer Kriek. Hij schrijft in fraaie zinnen: „Geachte kinderen, hoog publiek, Het circus gaat beginnen! Het circus staat vanavond klaar. Komt naar de voorstelling! Ik groet U allen bij elkaar. Met heel veel hoogachting." Dit is een nieuwtje van belang Hoera, zeg, dat wordt fijn. Wij willen heel de avond, lang „Geachte kinderen" zijn! Marjan van Beek Wie is er wel in een woestijn geweest? Niemand? Wat jammer, want daar woont zo'n leuk beest! Hij is wel erg kalm en nooit opgetogen, maar dat komt, hij heeft van die verstandige ogen Dat is de kameel met zijn bruinige haren en als j' op hem rijdt gaat het net als bij varen: je wiegt heen en weer en je voelt je héél klein. Net een schip op het droge, een „schip der woestijn"! Zo'n kameel komt soms hierheen, een enkele keer Dan moet hij natuurlijk wel wennen aan 't weer. Maar zodra hij door kou en door regen gehard is, dan kun je hem fijn gaan bekijken, in Artis!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 17