FILATELIE
1
VAN EEN ONGEHOORZAAM
JONGETJE
Dammen
e
m
Lamm
Geachte kinderen
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961
Erbij
PAGINA V1}
mmm
t-mm»
ZWART
Hf ill ill Élf
H
mm 'mmWW* /rvfc
Mr. Ed. Spanjaard
Pockets voor de jeugd
]an Nelissen
Het schip van de woestijn
Cor Beek
WEST-DUITSLAND. In de nieuwe
serie frankeerzegels met portretten van
beroemde Duitsers zullen op 18 septem
ber a.s. drie verdere waarden verschij
nen: 5 pf. (olijfkleurig) Albertus Mag
nus, 15 pf. (lichtblauw) Martin Luther
en 1 dm. (blauwviolet) Anette von Dros-
te-Hiilshoff. Op dezelfde dag zullen de
Europapostzegels verkrijgbaar worden
gesteld. De waarden zijn: 10 pf. (groen)
er» 40 pf. (blauw). De zegels dragen
de tekening van onze landgenoot Theo
Kurpershoek (negentien duiven in
vlucht die samen één duif vormen).
PORTUGAL. In dit land zal op 18
september a.s. een serie Europazegels
met een eigen ontwerp uitkomen. Deze
tekening, vervaardigd door de Portugees
Manuel Rodrigues, bestaat uit vier in
elkaar grijpende (gestileerde) handen.
In de rechterbovenhoek is het embleem
van de Conférence Européenne des Ad
ministrations des Postes er des Télé-
communications (CEPT), ontworpen
door de Brit Michael Goaman, aange
bracht. De zegels verschijnen in de
waarden 1 esc. (blauw en lichtblauw),
1,50 esc. (groen en lichtgroen) en 3,50
esc. (rood en lichtrood).
EUROPA. In totaal zullen dertien lan
den (West-Duitsland, België, Spanje,
Griekenland, IJsland, Italië, Luxem
burg, Nederland, Zwitserland, Turkije,
Frankrijk, Engeland en Portugal) op 16
of 18 september een serie Europapost
zegels uitgeven. Behalve Engeland en
Portugal die met afwijkende tekeningen
komen, zullen de zegels het ontwerp
van Theo Kurpershoek uitbeelden. In
Oostenrijk zal waarschijnlijk op 28 no
vember a.s. een postzegel met een
Europees motief verschijnen ter gele
genheid van de Dag van de postzegel.
NOORWEGEN. Honderd jaar geleden
werd de Noorse ontdekkingsreiziger en
staatsman Fridtjof Nansen (1861-1930)
geboren. Dit feit zal onder meer wor
den herdacht door de uitgifte (op 10 ok-
Ffctwgé* mm*
tober a.s.) van een serie van twee post
zegels in de waarden 45 öre (rood) en
90 öre (blauw), beide met zijn por
tret. De zegels zijn ontworpen door Ar-
ne Johnson.
TSJECHOSLOWAKIJE. Ter gelegen
heid van de internationale jaarbeurs te
Brno, die van 10 tot 24 september in
Brno wordt gehouden is een serie van
drie zegels in circulatie gebracht. De
30 h. brengt een kaart van Europa in
beeld, de 60 h. een boormachine en de
1 kr. een atoom-voordracht. De ontwer
pen zijn van Frantisek Hudecek.
BELGlë. Van 14 tot 22 september a.s.
zal in Brussel de vijftigste conferentie
van de Interparlementaire Unie worden
gehouden. Naar aanleiding hiervan zal
op 14 september een serie van twee
waarden worden uitgegeven, die beide
in dezelfde tekening zijn uitgevoerd:
3 fr. en 6 fr.
POLEN. De Poolse posterijen hebben
een serie van drie stuks het licht doen
zien voor de 6e Europese kanokam
pioenschappen, gehouden in Posen: 40
gr. twee éénmanskano's bij de start,
60 gr. twee viermanskano's en 2,50 zl.
een peddel en een lint in de Poolse na
tionale kleuren. De zegels zijn ook on
getand verkrijgbaar gesteld.
AUSTRALISCH ANTARCTISCH GE
BIED. De vijftigste verjaardag van de
Australische Zuidpoolexpeditie van
19111914 wordt herdacht met een post
zegel van 5 d. (grijsgroen), waarop het
portret van Douglas Mawson, de leider
van de expeditie voorkomt. 18 oktober
is de eerste dag van uitgifte.
OOST-DUITSLAND. Het eerste deel
van een nieuwe definitieve serie fran
keerzegels met het portret van Walter
Ulbricht is dezer dagen uitgegeven:
pf. (grijs), 10 pf. (groen), 15 pf. (violet)
en 20 pf. (rood).
Op verzoek van enkele lezers verduide
lijken we hierbij de notatie.
WIT
De vijftig witte ruiten kunt u verwaar
lozen. Het spel .wordt gespeeld op de vijf
tig zwarte ruiten. Deze vijftig zwarte rui
ten zijn van 1 tot 50 genummerd. Wordt
een stuk van ruim één naar zeven gespeeld
of geslagen, dan luidt de notatie 1-7. De
lijn 5-46 is de lange lijn. De lijnen 1-45 en
6-50 noemen de dammers de tric-trac-
lijnen. Bij* zwart aan de tric-trac-lijnen
begint steeds de telling (dus ruit 1).
Nu de stukken in aanvangstelling. Wit
vangt aan en moet bijvoorbeeld met de
stukken 31, 32, 33, 34 of 35 openen. Wordt
met de eerste zet met stuk 31 naar ruit 26
of 27 gespeeld, dan noteert de speler op
het notatiebiljet 31-26 of 31-27.
Nu hebben wij, voor oefening, enkele
problemen met oplossing aan te bieden
van de bekende damproblemist J. J. H.
Scheyen te Kerkrade.
15 stukken wit: 8, 17, 18, 22, 23, 28, 29,
32, 33, 38, 42, 44, 48, 49, 50.
No 2 auteur J. J. H. Scheyen.
Zwart 13 stukken: 1, 6, 9, 10, 11, 13, 17,
20, 21, 24, 25, 32, 40, dam 48.
Wit 13 stukken op: 18, 22, 23, 28, 29, 31,
33, 37, 39, 41, 43, 47, 49.
Voor beide vraagstukken geldt: „wit
speelt en wint".
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur
(binnen acht dagen): B. Dukel, Wijk aan
Zeeërweg 125, IJmuiden.
Bridge in de bergen
Zwitserland, alwaar deze rubriek werd
geschreven, telt slechts weinig wedstrijd
bridgers; de kwaliteit van het spelpeil is
daaraan omgekeerd evenredig, want de
spelers die ik tot nu toe hier bezig zag
speelden gemiddeld zeer behoorlijk.
Het is ook al een genoegen een paren-
toernooi mee te spelen, alwaar niemand
zich bezondigt aan onzinnige klaver- en
slamconventies. De Zwitserse bridgespeler
laat een spel zien. dat gelijkenis vertoont
met vele andere zaken in dit bergland:
éénvoud en doeltreffendheid.
Een spel, waarin overmoed door kundig
tegenspel werd gestraft, gaf een Neder
lands paar een goede score tegen twee
Franse speelsters:
H 8
C V 10 7 3
O H 8 5
4» B 7 5 3
Hoewel zwart aan zet is en zijn koning
bovendien het dichtst bij de pionnen staat,
wint niettemin wit. Zie 1)Kd7; 2) Kb7
Kd8; 3) Kc6 Ke7; 4) Kc7! en zwart kan
het verlies van zijn pion niet voorkomen.
De verklaring is dat de witte koning
van achteren over twee aanvallende
velden (d6 en d7) beschikt, terwijl zwart
zijn pion slechts van een veld (f7) uit, kan
verdedigen en dus in tempodwang komt.
Van belang is voorts dat wit na verovering
van pion e6 altijd wint, ook als zwart na
Ke6: met Ke8 oppositie geeft. Men onder-
zoeke dit zelf.
Een poging van zwart, zelf achter de
witte pion te komen, faalt mits wit scherp
speelt. Zie: 1) Kf7; 2) Kb7 Kg6; 3)
Kc6 Kg5! (niet Kf5; 4) Kd6! en wint) 4)
Kd7! en wint. Onvoldoende ware 4) Kc5?
Kf4; 5) Kd4 Kf5 en de rollen zijn omge
keerd. Een voor de praktijk zeer leerzaam
voorbeeld. Niet altijd is het van achteren
benaderen van de opponerende pionnen
voldoende voor de winst. Wij zien dit in de
zeer moeilijke volgende studie van de
grootmeestercomponist op dit gebied, Gri-
goriew.
00000000OO00C000CX50000000000000C000O0OC0000O0C
A 5 4
O A B 4
O 10 9 4 3
4» V 9 8
W C
9 7 3 2
Q 8 5 2
O V 7 2
4» A 10 6
wW*: wmw. nmm. mmw.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOUluOOOOÓÖOOOOOOC
Zwart 7 stukken op: 7, 13, 14, 18, 23, 29.
Wit 7 stukken op: 17, 27, 31, 34, 37, 38, 44.
Zoals bekend, gaat meerslag voor alles.
Dam en schijfslag blijven vrije keuze. De
opgave „wit speelt en wint" voltrekt zich
als volgt: 1) 27-22 29x49, gedwongen voor
zwart. 2) 17-11 49x41 of 46 doch dit maakt
voor wit niets uit. Het beste is 49x46.
3) 11x2 18x27 of 36x27. 4) 2x16 nu pas de
stukken 13, 23, 27, weghalen. 18x27. 5) 16x5.
De slotstand, beiden hebben een dam op
de hoofdlijn. Maar zwart is aan zet, moet
de dam offeren en verliest.
Het tweede voorbeeld is veel moeilijker
te volgen.
yXOO ^CO
OcÓobaXOOOC^^^OO<X)O^^^XDOO(X^^SxxDOCX:^^^)OCX500^
Zwart 15 stukken op: 1, 8, 9, 10, 13, 18,
19, 23, 26, 29, 36, 38, 39, 43, 45.
Wit 15 stukken op: 7, 16, 17, 21, 22, 27,
28, 30, 32, 34, 37, 40, 47, 49, 50.
Wit speelt en wint.
Oplossing: 1) 17-11 26x6. 2) 37-31 1x12.
3) 50-44 39x50. 4 22-17 50x11. 5) 16x7 12x1.
6) 47-42 38x47. 7 49x38 47x33. 8) 32-28 23x21.
9) 34x5 45x25. 10) 5x16 36x27. 11) 16x2 met
een overbekend slotmotief. Stand 1, 6, 25.
Dam van wit op 2 wordt na 1-7 2x16
25-30 16-43-49 verkregen.
En nu, tot slot, een tweetal problemen
die de lezers zelf eens moeten oplossen.
Onder de goede inzenders van deze twee
problemen wordt een fraai damboek ver
loot, dat door de heer A. Douma te Haar
lem beschikbaar is gesteld.
No 1 auteur J. J. H. Scheyen te Kerkrade.
V B 10 6
C H 9 6
O A B 6
•f» H 4 2
West gever, allen kwetsbaar. Zuid opende
in de 4e hand met 1 Sansatout, waarop
•iedereen paste.
West kwam met ruiten 3 uit en zuid nam
oosts ruitenvrouw met het aas. De normale
spelwijze zou nu zijn de schoppens aan te
vallen, doch de Frangaise op de zuidplaats
was op groter wild uit. In slag 2 legde zij
harten 9 op tafel, met de kennelijke be
doeling op de hartenboer te gaan snijden.
West. van het gevaar beducht, speelde
direct de hartenboer bij en dit redde
de situatie, zoals later bleek. Noord won
de slag met hartenvrouw en vervolgde met
harten 3, zuids hartenheer^werd door west
genomen met hartenaas.
In slag 4 vervolgde west met een kleine
schoppen, hopende daarin enige kracht bij
oost te vinden; in noord werd de 8 ge
speeld, oost de 9 en zuid won de slag met
de 10 wat taktisch niet slim was (de
schoppenvrouw zou voor west veel minder
verduidelijkend zijn geweest).
Zuid speelde in slag 5 de harten 6 en
toen west de 4 bijspeelde, stond zij voor de
keuze in noord de 10 of de 7 te leggen;
door het bijspelen van de hartenboer in
slag 2 door west. leek het alsof west de
harten Aas, Boer, 8, 4 had gehad in
welk geval hij juist de hartenboer op de 9
gespeeld zou hebben. Kortom zuid liep
in de val en sneed op tafel (noord) met de
harten 7, waardoor een dankbare oost zijn
harten 8 kon maken.
In slag 6 speelde oost ruiten 7 na. die op
tafel met ruitenheer werd genomen. Hierna
kon noord de harten 10 maken oost
gooide een ruiten, zuid een klaver en west
ook een klaver weg.
De 8e slag was voor de schoppenheer
want toen deze kaart werd gespeeld, liet
west deze slag wijselijk lopen.
In slag 9 kwam zuid door het spelen van
ruiten (van tafel) in eigen hand en
speelde in slag 10 de schoppenvrouw na,
die west met schoppenaas nam. De situatie
was nu:
5oóOttCQOooooooÊxx)ooooómLxxxx>oomÊxx>ooooo
Stelling 7. Wit houdt remise. Wie op
eigen kracht de finesses van dit eindspel
ontdekt, mag zich onder de kenners rang
schikken. We moeten met de hoofdvarian
ten volstaan. 1) Kg5 Ke4; 2) Kf6 Kd5; 3)
Ke7 Kc6. Na 3)b5 komt wit net op tijd:
4) Kd7 b4; 5) Kc7 Kc5; 6) Kb7 b3; 7) Ka6
Kb4; 8) Kb6 Kc4; 9) Ka5 remise. Men let
te op het subtiele verschil met de hierna
onder wit's 4de zet vermelden variant.
4) Ke6ü Het beslissende moment.
Onvoldoende voor wit is het, zijn heil aan
de achterzijde te blijven zoeken. Zie: 4)
Kd8? b5! 5) Kc8 b4! en zwart wint, daar
de witte koning nu net één veld verder
verwijderd is, b.v. 6) Kb8 Kb6 7) Kc8 b3
8) Kd7 Kc5; 9) Kc7 Kd4 enz. 4) b6!
Niet 4) b5? 5) b4! enz. 5) Ke5! Kc5;
6) Ke4 Kc4; 7) Ke3! b5! (Kb3 8) Kd4 is on
voldoende) 8) Kd2 Kb3; 9) Kcl Ka2; 10) b4ü
en het is remise omdat anders dan in
stelling 6 de pluspion niet wint, daar
deze niet op de 5de, doch op de 4de rij
staat. Zie 10) Kb3; 11) Kbl Kb4:; 12)
Kb2 Kc4 13) Kc2 b4; 14) Kb2 b3: 14) Kbl!
Kc3! Kc3; 15) Kcl! b2f; 16) Kbl Kb3 pat.
Deze manoeuvre gaat in stelling 6 niet op.
De gecompliceerdheid van het boven
staande kan men nauwelijks overschatten.
De finesses van stelling 8.
000000c^^cxxx)00(^^^)00000^^^0c>000<^000c^
B 7 5
B
H 4
10
•f» V 9
9
A
10
West incasseerde ruiten 10 en zuid
moest nog beslissen welke kaart wegge
gooid moest worden. Oost ruimde 10
op zuid nam deze laatste beslissing wel
juist, door 4 weg te gooien, doch had
slechts 8 slagen kunnen maken. De meer
derheid der NZ-paren had echter 3 SA ge
maakt (1 of 2 geboden).
Bridgevraag dezer week: In paren-wed-
strijdbridge is zuid gever. OW staan kwets
baar. Zuid heeft:
V62 H 7 3 <0 V 8 6 5 H 7 3
Het bieden gaat: zuid pas west pas
noord 1 schoppen oost pas. Wat moet
zuid thans bieden? Antwoord elders op
deze bladzijde.
oqoooocx^^x x ooogoppooooocroQQppooooop
15 stukken zwart: 1, 3, 6, 7, 9, 12, 14, 16,
19, 25, 31, 35, 36, 40, 41.
De op 2 sept. j.l. in zijn diverse varia
ties besproken Reti-manoeuvre is slechts
één van de talloze aspecten, welke zich
kunnen voordoen bij het gekozen mini
male materiaal: koning plus pion tegen
koning plus pion.
De ervaren toernooispeler weet dat
wanneer de witte en zwarte pion pal
tegenover elkaar staan de koning bij
voorkeur achter de pionnen moet komen.
Treffend wordt dit geïllustreerd in
stelling 6.
OOOOOOOOOTOOCXXXXXbO' XX XOOOOOOOOC OOOOCXDOOOOCOOC
3000^000000^c
een compositie uit 1921 van Dedrle, be
rusten mede op het zojuist gesignaleerde
verschijnsel, dat de overgebleven pluspion
slechts onder bepaalde omstandigheden
wint.
Opgemerkt zij allereerst, dat de taak
wit wint niet wordt bereikt door het
voor de hand liggende 1) Kc3? Zwart ri
posteert dan met 1) a3! en bereikt
steeds remise. Na 2) ba3: snelt de zwarte
koning naar a8; na 2) b3 of b4 maakt
zwart zich de tijd, welke wit nodig heeft
om pion a3 te veroveren, ten nutte om zijn
koning zo dicht mogelijk voor de witte
pion, b.v. op b5, te plaatsen.
Toch kan wit in de diagramstelling win
nen en wel met 1) Kbl! a3! 2) b3ü
Dit kleine zetje is de verrassende pointe.
Na 2) b4? wordt het remise; zie 2)
Ke5; 3) Ka2 Kd5; 3) Ka3: Kc6; 4) Ka4 Kb6
en wit komt niet verder; 2) Ke5; 3)
Ka2 Kd5; 4) Ka3: Kc5; 5) Ka4 met een
voudige winst.
Dit alles is van een hartverkwikkende
fijnheid en nuancering voor iedere die zich
de moeite geeft, zich werkelijk in deze
materie te verdiepen. (Wordt vervolgd)
'uaiieui
ubm aqoueui uaa 'aaui iJBBMpmz azap jam
fiq jo 'geejA ap jaaz }aq st tjaaq uajund gi
pjoou S|b sjpz ua uCiz aj tjaoqaq paog
oz jatu ar)Bn}is azap ut Suiuado spjoou ;ep
'si RBBjp uio jBEUiane suaSuaAO ;aq jbbm
"jaaM aiooui )aq aSaMUBA jSl'UM
(uajund z) s£ud;sooa) uaa VS UBA poqjaAO
jaq tfiMja; '(ua^und g) uaqqaq aquatuap
}EA\ Ml uaddoqos z )aui 'oi snp VS I
jaa§ mi qpaoM uagaaqjaA pejiuoo P-iaaM-iaA
uaa }stnf Joopjecp )Bp 'SipjaaqMuap laiu
si jBBAaS ;aq uizuo uL'iz uaaaAEjM Z SIB
uaiina z I3M0Z 'jeeqMuap vs I uep poq
jajaq pMua uaag ja si qjaaq uajjBBM aSoq
ueb ua)und oi P!nz laMaon 'S! poq aMfn
-apaj agiua )aq jnojESUES I iep Mi JaaMaq
'uaf ftJM (EZ bui uaSa; ;uojj uaa ut aatq sta;
-jajuajund aRB m! 1bP 'tsaM Mi PMaou
:SBBj.\aSp|jq asMilPMaM do pjooMjuy
PIETJE PATAT wilde 's avonds nooit
meteen gaan slapen. Urenlang bleef hij
wakker liggen, tot groot verdriet van
zijn moeder, die steeds naar boven
moest rennen om Pietje toe te dekken,
als hij zich bloot getrapt had.
Je begrijpt, dat dat niet leuk was.
Papa Patat werd dan boos en mamma
Patat begon soms te huilen en dat alle
maal om dat nare Pietje.
En er was nóg iemand die kwaad
werd op Pietje Patat, dat was Klaas
Vaak! Het gebeurde soms, dat Klaas
Vaak, die toch al erg oud is, vier keer
in dezelfde nacht terug moest naar dat
ondeugend Pietje. Weet je wat Pietje
deed??
Pietje had een nieuw spelletje ont
dekt; hij wachtte steeds tot hij voelde
dat Klaas Vaak slaapzand in zijn ogen
deed, dan veegde Pietje bliksemsnel
het zand weer uit zijn ogen en dan
moest Klaas Vaak terugkomen Dat
vond Pietje nou leuk. Het was maar
goed dat hij Klaas Vaak niet kon zien,
dat kunnen mensen nu eenmaal niet,
want Klaas Vaak keek heel erg kwaad!
,.Zo'n drommelse jongen", mopperde
de oude man dan, „als die ondeugd nou
steeds mijn kostbaar slaapzand blijft
weggooien, dan krijgt ie niets meer
van me".
EN WERKELIJK, toen Klaas Vaak
op een avond voor de zesde keer moest
terugkomen naar dat vervelend Pietje,
toen ging hij voor de laatste keer. „Ik
dóé het niet meer. Ik ga nooit meer
naar dat ventje toe', bromde Klaas
Vaak in zijn baard. „Het kan me niets
en ook geen klein beetje meer schelen.
Dan slaapt die nare jongen maar niet
meer!" Ja, nu was Klaas Vaak werke
lijk heel erg boos en wat erger was.
hij was al zijn geduld met Pietje kwijt-
Zo kwam het, dat Pietje de volgende
avond niet insliep. Toen de klok einde
lijk elf uur sloeg, lag het jongetje nog
wakker. Nu was dat helemaal niet zo
bijzonder, want zo was het met Pietje
iedere avond. Maar toen de klok einde
lijk twaalf uur sloeg, lag Pietje Patat
nóg te roepen om zijn moeder. Dat
vond de vader van Pietje toch al te
erg worden! Hij rende naar boven en.
gaf het stoute Pietje midden in de
nacht een geweldig pak op zijn broek!
Het ging van klits, klats, kledder, klets.
Allemaal op de «vamabroek van Pietje
en die huilde tranen met tuiten, dat be
grijp je!
Nu wilde het kereltje werkelijk gaan
slapen, want het zag wel, dat zijn va
der erg boos was. Maar hij voelde
maar geen slaapzand in zijn ogen ko
men.
De volgende dag moest Pietje op
staan, maar hij was zo geweldig moe,
dat zijn moeder er van schrok.
„Wat zie je wit", zei ze, „ben je
ziek?"
„Ik kon niet slapen", zei Pietje en hij
moest heel erg geeuwen.
De volgende avond kon het kereltje
weer niet slapen en de avond daarop
wéér niet en de hele week niet.
HIJ ZAG ER OP HET laatst heel
ziek uit en zijn vader liet de dokter
komen. Toen moest Pietje heel vieze
drankjes drinken, zo vreselijk vies, dat
hij aan de dokter vroeg:
„Mag ik niet heel alstublieft mis
schien een dropdrankje, dan word ik
wel weer beter".
Maar de dokter zei- „Nee ventje, dat
helpt voor jou niet. Jij moet bittere
drankjes drinken".
Maar ook de bittere drankjes hielpen
niet; Pietje kón niet meer slapen!
Eindelijk werd hij zo ziek, dat er
's nachts een zuster moest komen die
naast zijn bed ging zitten. De hele
nacht moest het licht blijven branden
voor het zieke ventje.
Zo gebeurde het, dat Klaas Vaak
eens langs het raam van Pietje kwam
toen de zuster juist even een glaasje
water aan het halen was voor het jon
getje.
Klaas Vaak zag licht branden en
dacht: „Hé, wat raar daar brandt
midden in de nacht nog licht". Maar
ineens dacht Klaas Vaak eraan, dat
achter dat raam het vervelend Pietje
Patat woonde, die altijd het slaapzand
uit. zijn ogen haalde.
„Laat ik maar gauw doorlopen", zei
Klaas Vaak, „naar dat verwende jon
getje ga ik nooit meer".
Bij uitgeverij Helmond verschenen de
volgende Helinpochets:
DE NACHT VAN DE MARIA CHRISTI
NA door J. D. Degreef. Dit is de historie
van het Noorse vrachtschip dat in 1939
verdween in de ijsvelden van de Poolzee.
Slechts één man werd gered, maar bleek
zijn geheugen te hebben verloren. Een
jaar na de ramp ontdekte de zoon van de
(Nederlandse) kapitein iets dat leidde tot
de wonderlijkste redding uit de geschiede
nis van de Poolvaart. (Voor jongens en
meisjes van 11-16 jaar).
STORM OVER TILLAMOOK ROCK door
R. Ross. Een collectie spannende verhalen
over mannen en vrouwen die in woedende
stormen en huizenhoge golven als vuurto
renwachters hun plicht doen. Stoere ver
halen over de zee met vele staaltjes van
moed, vriendschap, trouw en doodsverach
ting, terwijl ook de romantiek niet ont
breekt. (Leeftijd 11-16 jaar).
DROMEN VERBODEN door B. Keiler.
Corrie Staal is pas van school en droomt
van een mooi kantoor en een snelle, suc
cesvolle carrière. Het gaat echter allemaal
heel anders. Het leven blijkt vol verras
singen te zijn, nare en prettige. Met aller
lei mensen komt ze in contact en dat leidt
tot teleurstellingen, maar ook tot vriend
schappen. Zo komt Corrie langs een heel
andere weg dan ze heeft gedroomd tot
het werkelijke leven. (Voor meisjes van
12-16 jaar).
MAAR KLAAS VAAK was toch wel
een beetje nieuwsgierig en hij wilde
graag weten waarom het licht steeds
bleef branden in het kamertje van
Pietje. Daarom sloop hij zacht door de
dakgoot naar het raam en keek naar
binnen. Wat schrok Klaas Vaak toen hij
het doodzieke jongetje zag liggen. Hij
kreeg zo'n geweldig medelijden, dat hij
gauw naar binnen sloop en net als vroe
ger weer slaapzand in de ogen van
Pietje strooide. De wijze Klaas Vaak
wist best wat de jongen scheelde Toen
de zuster terug kwam met een glaasje
water lag Pietje voor het eerst die
maand te slapen als een roos.
De volgende dag kwam Klaas Vaak
terug en toen was Pietje al een hele
boel beter.
Ineens hoorde de kleine man een
stem in zijn oor, de stem van Klaas
Vaak: „Pietje", zei Klaas Vaak. „dat
je ziek bent is je eigen schuld. Het was
erg stout om steeds mijn dure slaap
zand uit je ogen te halen.
Als je belooft, voortaan meteen te
gaan slapen, dan zal ik weer iedere
nacht komen".
Nu, dat beloofde Pietje graag en hij
hield woord.
Nu werd hij gauw beter en na een
paar dagen zei de dokter tegen hem:
„Zie je wel Piet, dat mijn vieze drank
jes je weer beter hebben gemaakt?"
Pietje zei niets, maar je begrijpt wel,
wat hij dacht
Hier is een brief in een envelop.
Van wie zou die wel zijn?
Van opa en oma of van meneer Knop
Uit het winkelmagazijn?
Of is hij soms van kleine Piet?
Er is met inkt gespet.
Van juf op school is hij zeker niet.
Want die schrijft keurig net.
Wie heeft, geachte kinders, er
Die brief toch wel geschreven?
Wie is nu toch de afzender?
Kom, kijk nu toch eens even!
't Is circusdirecteur heer Kriek.
Hij schrijft in fraaie zinnen:
„Geachte kinderen, hoog publiek,
Het circus gaat beginnen!
Het circus staat vanavond klaar.
Komt naar de voorstelling!
Ik groet U allen bij elkaar.
Met heel veel hoogachting."
Dit is een nieuwtje van belang
Hoera, zeg, dat wordt fijn.
Wij willen heel de avond, lang
„Geachte kinderen" zijn!
Marjan van Beek
Wie is er wel in een woestijn geweest?
Niemand? Wat jammer, want daar
woont zo'n leuk beest!
Hij is wel erg kalm en nooit opgetogen,
maar dat komt, hij heeft van die
verstandige ogen
Dat is de kameel met zijn bruinige
haren
en als j' op hem rijdt gaat het net
als bij varen:
je wiegt heen en weer en je voelt
je héél klein.
Net een schip op het droge, een
„schip der woestijn"!
Zo'n kameel komt soms hierheen, een
enkele keer
Dan moet hij natuurlijk wel wennen
aan 't weer.
Maar zodra hij door kou en door
regen gehard is,
dan kun je hem fijn gaan bekijken,
in Artis!