Dürrenmatt
TONEEL IN HAARLEM
OH En QEJ
Internationale Barokweek geopend
met concert in Frans Halsmuseum
FRANK V van Friedrich
Bob de Lange grandioos in
„Het Prieelvan A. Coppel
Nieuwe uitgaven
Recital in Heemstede door
Florence Soon'kin Wong
De siegee Muzen
„Meneer Topaze" van Marcel PagnoU
Weinig overtuigende voorstelling
door Nederlandse Comedie
MA AND AG 18 SEPTEMBER 19 6<
4
Primeur
met HANS TIEMEIJER in de titelrol
Radiofonisch oratorium
van Ton de Leeuw
Golfbreker
De radio geeft dinsdag
7 elevisie programma
„Frank V" van Dürrenmatt bij de
Nederlandse Comedie. Op de voor
grond Henk van Ulsen; achter, van
links naar rechts, Paul Cammermans,
Ank van der Moer, Ko van Dijk en
Johan Fiolet.
Zondag is voor het eerst een kerkdienst
uitgezonden tegelijkertijd voor radio- en
televisie. Het was de dienst die gistermid
dag werd gehouden in de Gereformeerde
Kerk aan de Camplaan te Heemstede,
waar ds. G. N. Lammens voorging. Deze
dienst werd gehouden ter gelegenheid van
de Jeugdzondag. De jeugd had een aan
deel in de liturgie. Aan de uitzending ging
een vraaggesprek vooraf met enkele ver
tegenwoordigers van de Gereformeerde
jeugd, die iets over de werkwijze en de
organisatie van het kerkelijk jeugdwerk lil
Heemstede vertelden.
„Moderne architectuur" (uitg. G. van
Saane, Hilversum). In een kleine „archi
tectuurgids" voor Amsterdam zijn 116 ge
bouwen en complexen uit deze eeuw afge
beeld, naar aard gerubriceerd, met op
gaaf van architecten, bouwjaar en adres,
waarbij werd verwezen naar een tweekleu
rige overzichtskaart met genummerde
plaatsaanduidingen. Het voorwoord en de
rubriekomschrijvingen zijn in vier talen
afgedrukt.
Deze gids is samengesteld in opdracht
van de Bond van Nederlandse Architecten
(B.N.A.) ten behoeve van al diegenen
vakman en belangstellende die naast
het historische ook het moderne Amster
dam willen leren kennen.
In het Huis met de Sleutels aan de Bron-
steeweg ontving mevrouw Van Luin-Rie-
mersma zaterdagavond ongeveer vijjtig
muziekliefhebbers die gekomen waren om
de Chinese pianiste Florence Soon'kin
Wong te beluisteren. Het programma om
vatte werken van Mozart, Brahms, Cho
pin, Mendelssohn, Debussy en Prokofieff;
een staalkaart van stijlen en tevens een
visitekaartje zoals iedere pianist die zich
internationaal presenteert heden dage moet
kunnen overhandigen.
Haar technisch niveau bleek vooral uit
de voordracht van de volledige zesentwin
tig variaties over een thema van Pagani-
ni opus 35 van Brahms. De weerbarstige
schrijfwijze die Brahms in dit opus toe
past ging zij met grote zekerheid te lijf
en, hoewel niet in alle opzichten overtui
gend (de bezonken gedeeltes hadden ster
ker het karakter van rustpunten kunnen
hebben) was het geheel toch een respec
tabele prestatie. Haar virtuoze vermogen
was ook wèl gespendeerd aan de Tocca
ta opus 11 van Prokofjef, die met ingehou
den machinaal geweld tot klinken kwam.
Ook het „Spinnerlied" van Mendelssohn
met zijn perpetuum-mobile karakter was
een kolfje naar haar hand.
Indien in de genoemde voorkeuren een
zekere reserve is opgesloten ten opzichte
van het overige programma, dan ligt die
op het terrein van de toonschakering en
het cantabile. Hier hield mevrouw Wong's
pianospel helaas geen gelijke tred met
haar technische kwaliteiten.
Wat haar ontbrak was met name een
zin voor continuïteit, een logisch rubato
dat de muziek welving en spanning ver
leent en de toehoorder het gevoel geeft
in het snel te worden opgenomen. Het was
in een langzame variatie van Brahms op
vallend dat zij aan het eind van iedere
maat (of groep van 2 maten) een vertra
ging maakte, die de „lijn" vertekende, ter
wijl zij evenmin de temposchommelingen
in Debussy's „L'Isle Joyeuse" in één har
monische beweging wist op te vangen. Het
is moeilijk te zeggen of haar techniek toch
tekorten had die de natuurlijke golfslag
van het musiceren afremden, of dat haar
innerlijke greep op de muziek voor deze
synthese niet sterk genoeg was. Het be
tere is de vijand van het goede, en tot
de topklasse bij wie iedere scheiding tus
sen het doel en de middelen is opgehe
ven, behoort mevrouw Wong mijns in
ziens niet. Hetgeen niet wegneemt dat zij
een goede pianiste is.
Sas Bunge
r
Antiekbeurs Florence. In het Floren
tijnse paleis Strozzi is zondag de tweede
internationale antiekbeurs geopend. Er zijn
181 deelnemers uit twaalf landen, waar
onder Nederland.
Gitaarwedstrijd. In de noordweste
lijke Spaanse stad Santiago de Compostela
is woensdag de eerste internationale wed
strijd voor gitaristen begonnen. In de jury
van beoordeling hebben onder meer zitting
de Spaanse meester Andres Segovia, de
Engelsman John Williams, de Columbiaan
Puayan, de Amerikaan Sofocles Papas en
de Zwitser Hans Hau.. De winnaar van de
wedstrijd krijgt een geldprijs van 400 dol
lar.
De toren van Babel herrijst. Binnen-
kgrt zal op de plaats van het oude Babyion,
toestand in Angola als „zo ernstig, dat dit
ten zuiden van Bagdad, een begin worden
gemaakt met de herbouw van de toren van
Babel, die in 479 vóór Christus door de
Perzen onder Xerxes werd verwoest. De
nieuwe toren. die een getrouwe nabootsing
moet worden, zal ruim honderd meter hoog
worden en een prachtig uitzicht bieden.
SLECHTS ééN DAG na de landelijke première in Arnhem heeft de Toneelgroep
„Theater" voor een vrij talrijk publiek in de Haarlemse Stadsschouwburg een ver
toning gegeven van „Meneer Topaze", een in 1928 geschreven komedie (al heet het
in het programma „toneelspel") van de Zuidfranse schrijver Marcel Pagnol. „Meneer
Topaze" was het derde toneelwerk van Pagnol, die vooral roem heeft geoogst met zijn
„Marius" (gevolgd door „Fanny" en veel later door „César" welke stukken met
„Marius" min of meer een trilogie vormen) maar die zioh sedert de oorlog voor
namelijk aan het maken van films heeft gewijd.
„MENEER TOPA- If I f
ZE" is dus drieën- SSBmI I
dertig jaar oud en die
leeftijd is het stuk
wel aan te zien. De
destijds nog jeugdige
en nog niet al te er
varen Pagnol maakte
bij het schrijven
ruimschoots gebruik
van tpneeltrucs en
toneeleffecten die nu
wel heel verouderd
aandoen, vooral om
dat zowel de hande
ling als de karakters
merkbaar geconstru
eerd zijn; de perso
nages zijn niet ge
schapen als levende
mensen maar als
poppekastfiguren die
moeten dienen om de
schrijver gelegenheid
te geven, ons op
spottende toon on
der het oog te bren
gen dat in onze maat
schappij de eerlijk
heid altijd aan het
kortste eind trekt en
alleen de óneerlijk-
heid de weg naar
succes en een alom
gerespecteerde posi
tie baant. Om deze
„moraliteit" tot stand
te brengen heeft
Pagnol alles in het
axtreme moeten trek
ken; zijn personages
zijn óf overdreven fatsoenlijk óf overdre
ven onfatsoenlijk. Welk een verschil met
„Marius", waarin de mensen alleen maar
menselijk zijn en dat daardoor (en door
de veel betere compositie) veel minder ver
ouderd is dan „Topaze", zoals het vorige
seizoen bij de opvoering door de Haagse
Comedie nog bleek.
KORT NA de Parijse première is „To
paze" in ons land gespeeld door Cor Ruys,
die juist op het gebied van de fijne Fran
se komedie een grootmeester was. Nu is
dit zeer bepaald géén f ij n e komedie
daarvoor komen er teveel grove effecten
in voor maar Cor Ruys beschikte over
het uitzonderlijke talent, een stuk als dit
door zijn regie zowel als door zijn vertol
king van de hoofdrol te kunnen verfijnen.
Bij de huidige vertoning heeft Hans Tie-
meijer als hoofdrolspeler misschien nog
wel, maar Richard Flink als regisseur
klaarblijkelijk niet naar een dergelijke
verfijning gestreefd. Want juist die grove
effecten heeft Flink nog extra sterk aan
gezet en hier en daar heeft hij er zelfs nog
een overbodig schepje op gegooid (het
cocktailglaasje in de hoed, in II, en het
op handen en voeten langs het raam krui
pen, in III!). Daardoor is er een oneven
wichtig allegaartje tot stand gekomen, dat
weliswaar vele komische momenten be
vat, maar waarbij de dood-ernstige „be
kentenis" van Topaze tegen het slot toch
wel geheel uit de toon valt.
DEZE OPVATTING leidde ertoe dat
Hans Tiemeijer bijna de hele avond een
karikatuur speelde, een mannetje dat niet
alleen eerlijk en „weltfremd" is, maar ook
begriploos „bij het debiele af" (zoals zijn
corrupte tegenspeler zegt, een uitlating
welke regisseur en speler blijkbaar veel te
letterlijk hebben opgevat). Tiemeijer heeft
zoals gezegd, zijn rol wel een aantal fijne
trekjes gegeven, maar daarmee heeft hij
dat uitgangspunt de karikatuur toch
niet kunnen wegspelen. Daarvoor bleef
zijn vertolking trouwens ook te veel aan
de buitenkant.
IN HET ALGEMEEN werd er in deze
voorstelling nogal nonchalant gespeeld,
hetgeen bij „Theater" toch stellig niet de
gewoonte is. Lo van Hensbergen had niet
veel moeite met de rol van het corrupte
gemeenteraadslid: hij speelde eenvoudig
de figuur van Boorman uit „Lijmen" met
een andere tekst door. Rie Gilhuys liet
zich voornamelijk op haar onmiskenbare
charme en. haar respectabele techniek drij
ven. Guus Verstraete was voortreffelijk
als de schooldirecteur die het met het fat
soen niet al te nauw neemt, en Gerard
Hartkamp maakte een alleraardigst type
van de leraar die het fatsoen langer dan
Topaze maar toch ook niet tot het bit
tere einde trouw blijft. Winnifred Bos-
ooom, Fientje Berghegge, Ger Smit en
Ferd. Sterneberg vulden het ensemble
naar behoren aan. De overige rollen de
typistes en de schooljongens waren ver
Hans Tiemeijer als Monsieur Topaze
beneden peil. Dat men schooljongens, die
met hun studie nog niet verder zijn dan
zinnetjes als „de schapen lopen in de wei"
laat spelen door volwassenen die zelfs
achter in de zaal als zodanig herkenbaar
zijn, valt niet goed te praten.
Maar het publiek heeft wel veel ge
lachen en langdurig geapplaudisseerd en
men mag misschien danook wel aanne
men dat met deze opvoering de wens van
de Arnhemse Schouwburgcommissie, naar
toneel van een meer provinciaals karakter
dan de Toneelgroep „Theater" pleegt te
geven, in vervulling is gegaan.
Simon Koster
L Hlllll
A A nnOMD/G/HOEH rn BESCHOUW!flGEn
Het radiofonisch oratorium „Job" van
Ton de Leeuw, dat zondagmiddag door de
AVRO werd uitgezonden, behoort tot de
eerste werken, waarin de elektronisch ver
wekte klanken bewust als element wer
den opgenomen. Ton de Leeuw schreef dit
oratorium ongeveer vijf jaar geleden en
ontving in Italië voor dit werk een onder
scheiding.
„Job" is niet een puur elektronisch werk
geworden. Ook de traditionele klankme
dia van orkest, koor en zangsolist zijn in
het werk toegepast en bovendien nog twee
spreekstemmen.
Betrekkelijk weinig heeft de componist
de elektronische klanken geheel zelfstan
dig toegepast (bij het optreden van Sa
tan). Meestal worden zij gecombineerd
met de klank van het orkest of de zang
stemmen van solist en koor, hetgeen tot
gevolg heeft, dat het oratorium, ondanks
de nieuwe klankelementen, een behoudend
karakter heeft gekregen. De sfeer is ro
mantisch en dramatisch, geheel passend
bij de eigen bewogenheid van het verhaal
van Job. De declamatorische gedeelten
maakten zelfs een verbleekte indruk.
De bas Guus Hoekman vertolkte Job met
een grote bewogenheid in zijn fraaie stem.
In zijn voordracht kwam een climax, dié
parallel verliep aan de ontwikkeling van
het lijdensdrama van Job. En als tref
fend contrast klonken daarnaast de stem
men van Jobs vrienden in de vlakke klank
van de „close-harmony"-zang.
Over het aandeel van het Omroepkamer-
koor, het Radiokamerorkest, het kwartet,
welke onder de bekwame leiding stonden
van Maurits van den Berg, kon men te
vreden zijn.
0
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
12.30 Nationaal progr. 13.45—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 9.55 Boekbespr. 10.00 Gram. 10.50 Voor de
kleuters. 11.00 Radio-Volksuniversiteit: Klassieke
Kunst I, door mevr. dr. H. E. s'Jacob. 11.30 Voor
de zieken. 12.00 Zang en piano. 12.20 Regerings-
uitz.: Voor de landbouw. Nationaal progr. 12.30
Nieuws en meded. voor land- en tuinbouw. 12.45
Gram. 12.55 Report, van de opening der Staten-
Generaal. 13.15 Troonrede door H.M. Koningin
Juliana in de Ridderzaal te 's-Gravenhage. AVRO:
13.45 Gram. 13.55 Beursber. 14.00 Blaaskwintet.
14.30 Gram. 14 40 Schoolradio. 15.00 Gram. 15.25
Nieuws. 15.30 Voordr. 15.45 Kamermuziek. 16.15
Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 Hammondorgel
spel. 18.00 Nieuws. 18.15 Pianospel. 18.30 Radio-
Volksuniversiteit: De ontwikkeling van de kern
energie voor de elektriciteitsproduktie I, door
prof. dr. J. J. Went. 19.00 Paris vous parle. 19.05
Lichte muz. 19.30 Gram. 20.00 Nieuws. 20.05 Herh.
van de Troonrede. 20.30 Lichte muz. 21.25 De
Miljoenennota, lezing. 21.40 Gram. 22.00 Kamer-
muz. 22.30 Nieuws, beursber. van New York en
meded. 22.45 Act. 23.00 Gram. 23.5524.00 Nws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 KRO. 12.30 Natio
naal programma. 13.4524.00 KRO.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.45 Morgengebed
en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor
de vrouw. 9.40 Schoolradio. 10.00 Voor de kinde
ren. 10.15 Lichtbaken, lezing. 10.25 Gram. 11.00
Voor de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Volaan.. voor
uit, lezing. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.04
Ben je zestig? Nationaal progr.: 12.30 Opening
der Staten-Generaal. KRO: 13.45 Gram. 14.00
Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Voor de platte
landsvrouwen. 14.45 Zaakwaarnemers, hoorspel.
15.30 Gram. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof.
17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Rege-
ringsuitz.: Reclassering, een zaak van ons allen,
dóór dr. J. van der Grient, hoofd afdeling Re
giem Directie Gevangeniswezen. 18.00 Lichte
muz. 18.20 Regeringsuitz.: Reisindrukken over
het onderwijs in de nieuwe staten van West-Afri-
ka (II), door mr. H. G. Quik, directeur van de
Stichting voor Internationale Samenwerking der
Nederlandse Universiteiten en Hogescholen
(NUFFIC). 18.30 Voor de jeugd. 19.00 Nieuws.
19.10 Act. 19.25 Gram. 20.30 Radio-filharm.ork.,
koor en sol. 21.40 De staatstheaters van Engeland,
lezing. 22.00 Gram. 22.25 Boekbespr. 22.30 Nieuws.
22.40 Gram. 23.0C Gram. 23.55—24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Nieuws 12.02 Gram. 12.30 Weerber. 12.35
Operettemuz. 12.50 Beursber. 13.00 Nieuws. 13.15
Kamermuziek. 14.00 Gram. 14.30 Bach-weken te
Ansbach 1961Koor en sol. 16.00 Beursber. 16.06
Duitse les. 16.21 Gram. 17.00 Nieuws. 17.15 Ka-
mermuz. 17.40 Boekbespr. 17.50 Voor de jeugd.
18.20 Voor de soldaten. 18.50 Gram. 19.00 Nieuws.
19.40 Gram. 19.50 Lezing. 20.00 Gram. 20.15 Gram.
21.00 Zangrecital 21 40 Jazzmuziek. 22.00 Nieuws.
22.15 Gram. 22.5523.00 Nieuws.
VOOR MAANDAG
NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. NCRV: 20 20
Memo. 20.35 Film. 21.00 Documentaire. 21.20 Jazz-
conc. 22.00 Bijeenkomst van Hervormde en Geref.
Kerken.
VOOR DINSDAG
NTS: 12.50—13.40 Opening Staten-Generaal.
20.00 Journaal. 20.20 Opening Staten-Generaal
(herhaling). 21.10 Speelfilm.
DE INTERNATIONALE BAROKWEEK van het Internationaal Toonkunstenaars
centrum „Eduard van Beinum" is zaterdagmiddag in het Woodbrookershuis te Bent
veld geopend door mevrouw Phia Berghout, die de twintig deelnemenden en ook de
hospitanten hartelijk verwelkomde. Muzikaal werd de week geopend met een concert
in het Frans Halsmuseum, waarvan onze muziekmedewerker de heer P. Zwaanswijk
hieronder verslag doet. Zondagavond heeft een der deelnemers aan de Barokweek, de
Duitse gambiste Veronica Hampe, die in Basel heeft gestudeerd, een viola da gamba
recital gegeven, daarbij consciëntieus op het clavecimbel begeleid door Anneke Uitten-
bosch. De heer Nikolaus Harnoncourt hield een interessant betoog over de ontwikke
ling van de oude strijkinstrumentenbouw, waarbij hij vooral aandacht wijdde aan de
viola da gamba, die dateert uit het begin van de zestiende eeuw.
Over het concert van zaterdag schrijft
onze muziekmedewerker de heer P.
Zwaanswijk het volgende:
DE BAROKWEEK heeft een zinrijke mu
zikale inleiding gekregen met het concert
dat door de clavecinist Gustav Leonhardt
in samenwerking met de blokfluitist Frans
Brüggen en de viola-da-gamba-bespeler
Nikolaus Harnoncourt in de Renaissance-
zaal van het Frans Halsmuseum gegeven
werd.
DE MUZIEK uit de barok-periode, met
name die van Georg Friedrich Handel,
heeft veel te lijden gehad van wanbegrip
over de uitvoeringspraktijk, die afgestemd
werd op de romantiek. Musicologen en
musici met musicologische speurzin heb
ben hierin verandering gebracht. Onze tijd
heeft een overrompelende renaissance van
barok-muziek opgeleverd. De werken van
Vivaldi zijn daarvan een treffend voor
beeld. De zaterdagavond bespeelde instru
menten: het clavecimbel, de viola da gam
ba en de blokfluit, waarvan het „Musika-
lisches Conversationslexicon" van Mendel
in 1872 vermeldde „thans alleen nog als
kinderinstrument bekend", werden met nog
vele andere „oude" instrumenten betrok
ken in deze muzikale wedergeboorte.
OPVALLEND GUNSTIG bleek de an
ders zo bedenkelijke akoestiek van de Re-
naissancezaal te zijn voor de klankwer
king der instrumenten. Een prachtige tim
bre-versmelting kwam er tot stand. In
verschillende combinaties werden de in
strumenten bespeeld bij de vertolkingen
van de Triosonate van Georg Philipp Te-
lemann, de Fluitsonate in d van Georg
Friedrich Handel, de Suite uit het „Se
cond livre de pièces de viole" van Martin
Marais en de Sonate in D voor viola da
gamba en clavecimbel van Johann Sebas
tian Bach. Een exquis-muzikale bekoring
had ook de uitvoering van acht „Préludes"
voor clavecimbel van Frangois Coupérin.
ELKE VERTOLKING werd gekenmerkt
door een vootreffelijke technische beheer
sing en een nobele muzikaliteit, die door
de drie kunstenaars op een voortdurend
hoog niveau dienstbaar gemaakt kon wor
den aan juwelen van muzikale schoonheid
uit vroeger eeuwen. Langdurig en harte
lijk was de bijval, waarmede de toehoor
ders, onder wie zich ook de gezant van
Spanje in Nederland bevond, hun waar
dering tot uitdrukking brachten.
P. Zwaanswijk
UIT HEI IETWAT OPGESCHROEFDE nawoord bij de Duitse uitgave van
zijn „Frank de Vijfde" kan de volhardende lezer opmaken dat Friedrich Dürren
matt niet aan bepaalde uitspraken in zijn tekst gehouden wil worden, als zouden
die fundamentele waarheden over de ons omringende wereld onthullen. Volgens
hem geeft een schrijver als Brecht ons eigenlijk de Natuurkunde van onze maat
schappij. In zijn werk worden de onveranderlijke wetten aan de kaak gesteld
waaraan onze samenleving gehoorzaamt. Wat Dürrenmatt bedrijft is dan eerder
een soort Wiskunde, een stelsel dat weliswaar een in zich zelf besloten, logische
eenheid vormt, maar dat geen nauwe relatie met de ons vertrouwde wereld hoeft
te onderhouden. Ieder mag voor zichzelf uitmaken wat hij er voor algemeen
geldende waarheden in wil ontdekken.
DEZE UITSPRAKEN karakteriseren
„Frank de vijfde" al dadelijk als het
„spel" dat het is. Een spel met ideeën,
mogelijkheden, theorieën die wel vaak
rauw en scherp zijn, maar waaraan we
ons toch niet kunnen snijden, omdat het
zich allemaal in een absurde wereld af
speelt, waarin we helemaal niet gedwon
gen worden de onze te herkennen. Deze we
reld is de wereld van een gangsterbank:
Een grote financiële onderneming, vijf ge
neraties lang geleid door de familie Frank,
maar uitsluitend steunend op, en winst pu
rend uit misdaad en bedrog.
HET IS OPVALLEND, dat het stuk bi]
lezing een zoveel sterkere indruk maakt,
dan zaterdagavond bij de première in de
Amsterdamse schouwburg het geval was.
De opvoering bleek het „spel"-karakter
nog meer naar voren te halen, waardoor
wat op papier serieus leek en het over
denken waard, op het toneel voornamelijk
dwaas werd, wel spiritueel, maar toch
niet meer dan dat. Eventuele bedoelingen
worden maar half uitgesproken en blijven
daardoor veelal in de lucht hangen en de
leringen die men er gemakkelijk uit kan
trekken („de aardse gerechtigheid treft
slechts de kleine zondaars, terwijl de gro
ten vrijuit gaan" en „wie zich aan het
kwaad heeft overgeleverd, kan er niet ge
makkelijk meer mee ophouden" etc.) lij
ken dan weer te weinig subtiel en te on
genuanceerd.
Het toneel is voor Dürrenmatt een in
strument dat hij wil bespelen en niemand
zal willen ontkennen dat hij het dikwijls
virtuoos bespeelt. Wanneer men zijn ge
wild onzinnige uitgangspunten eenmaal
heeft aanvaard, krijgt men veelal onge
meen boeiend theater te zien, werelden
waar men volkomen in kan geloven. In het
meesterlijke „Bezoek van een oude dame"
was dat de wereld van de Ongebreidelde
Wraakzucht en in „het Huwelijk van de
heer Mississipi" (dat in '52 door Amster
damse studenten met succes werd opge
voerd en dit jaar in het speelplan van het
Rotterdams Toneel is opgenomen) is het
de wereld van de Nietsontziende Recht
vaardigheid. In dit stuk, waarin we wor
den geconfronteerd met de Ongelimiteer
de Schurkachtigheid kunnen we minder
meeleven met Dürrenmatt's opzet, vooral
door zijn ditmaal gekozen vorm, een mu-
sical-achtige „Opera van een Bank".
DE VEERTIEN TAFERELEN, met de
clamatorische tussenteksten en talrijke
songs, maken het geheel te fragmentarisch
en versterken de indruk van een zekere
studentikósiteit. De situaties worden on
voldoende voorbereid en lijken daardoor
niet zo onontkoombaar dat men ook in de
ze „herwaardering van alle waarden" zou
kunnen gaan geloven. Dürrenmatt wil ons
weliswaar de les niet lezen, maar ver
zuimt ditmaal ook ons te overtuigen. De
wetten van deze gangsterwereld lijken te
speels en te gemoedelijk en tegen die ach
tergrond gaat zelfs schurkachtigheid ons
op den duur tegenstaan op het toneel, hoe
goed die-het daar meestal ook doet (van
de Dreigroschenoper af tot Irma la dou
ce toe). O ja, ook in stukken van Shake
speare worden gruweldaden bij de vleet
bedreven, maar dan in dienst van een
daarmee contrasterende en zelfs daardoor
opgeroepen moraal. En een dergelijke
strekking werd in deze gezellige vertoning
van boosaardigheid, waarschijnlijk over
eenkomstig 's heren Dürrenmatts opzet,
maar tot onze teleurstelling, nergens voel
baar.
HIERMEE WIL VOLSTREKT niet ge
zegd zijn, dat „Frank V" een mislukt stuk
zou zijn. Er valt heel veel en vooral veel
geestigs te genieten. De meesterlijke mu
ziek van de Zwitserse componist Paul
Burkhard herinnert aan, maar is toch
veelzijdiger dan die van Kurt Weill en
treft telkens precies de verlangde atmos
feer. De decors van Wim Vesseur zijn
fraai maar eigenlijk tè uitgewerkt, waar
door de brokkelige indruk van het geheel,
ook door de lange duur der changemen
ten, nog in de hand werd gewerkt. De op
voering van de Nederlandse Comedie
maakte trouwens voortdurend de indruk,
dat men kanonnen had laten aanrukken
om een relletje te bezweren. Men zag top
figuren van ons toneel als Ank van der
Moer en Loes Hensen zichzelf en hun
kunst geweld aandoen om de hier vereis
te vederlichte toon te treffen. Het was
soms bijna gênant om belangrijke actri
ces van wie men het grote artistieke ver
mogen kent en waardeert, zich te zien wij
den aan het métier van chansonnière en
cabaretière dat ze eenvoudig niet beheer
sen. De mannen brachten het er over het
algemeen béter af. Ko van Dijk als de
topschurk Frank de Vijfde had zich het
uiterlijk van een goedige Koning Hollewijn
aangemeten en zijn rol opgebouwd uit een
arsenaal van prachtige schijnheilige trek
jes. Hij bleek bovendien te beschikken
over een welluidende zangstem, maar zo
wel bij hem als bij de meeste anderen liet
de verstaanbaarheid van de liedteksten,
die hier toch zo belangrijk zijn, veel 'e
wensen over. Véruit de beste prestatie
werd geleverd door Henk van Ulsen, die
danook zijn sporen in het cabaret-vak
heeft verdiend. Paul Cammermans die
eveneens verdienstelijk zong, zette zijn rol
toch, voor een zware hartpatiënt, wat al
te uitbundig en met teveel zuidelijk vuur
op. Bijzonder mooi was weer Johan Fiolet
als de maaglijder-procuratiehouder Böck-
mann, tenminste daar waar hij het par
lando mocht doen. In twee sterk-constras-
terende rollen werd voorts een bewonde
renswaardige prestatie geleverd door Pe
ter Oosthoek, die hiermee naar onze smaak
zijn meesterproef als acteur heeft afge
legd.
WAT MEN VAN DE VERTALING van
Alexander Pola kon verstaan maakte een
voortreffelijke indruk en de muzikale lei
ding was in de geroutineerde handen van
Cor Lemaire. De danspasjes, ingestudeerd
onder leiding van Albert Mol maakten nog
een wat opgeplakte indruk. Men kon waar
dering hebben voor de poging van regis
seur Han Bentz van den Berg om zijn
mensen ook eens hun krachten te laten be
proeven op dit genre, maar men vraagt
zich toch af wat er bereikt had kunnen
worden wanneer men al deze moeite en al
dit talent had ingezet voor een voorstel
ling, die meer binnen het bereik, én meer
op het niveau van het „eerste gezelschap
des lands" ligt en men eën opvoering van
Frank V bijvoorbeeld aan studenten had
overgelaten, voor wie het, qua speeltech-
niek en sfeer, bepaald geschikter was ge
weest.
DE DOOR EEN BEENBLESSURE van
Bob de Lange uitgestelde première van
„Het Prieel" door de Haagse Comedie is
in het afgelopen weekeinde in de Konink
lijke Schouwburg in Den Haag een tril-
omf voor deze onvolprezen blijspel-acteur
geworden. Hij had het stuk vertaald, ge
regisseerd en speelde er de hoofdrol in
en toch geeft deze serie kwalificaties nog
maar een zwak beeld van zijn aandeel in
wat hier gepresteerd werd: dit prieel bleek
een lustoord geworden van acteerkunst,
ontketend door zijn inspirerende regie, die
een werkelijke eenheid van stijl op hoog
niveau tot stand had gebracht, en onder
steund door zijn verbazingwekkend vin
dingrijk en geducht komediespelen, waar
door de tweede voorstelling die wij zon
dagmiddag bijwoonden al een volkomen
ingespeelde indruk maakte en vooral de
acteurs op elkaar ingespeeld bleken.
GEDURENDE DE hele voorstelling was
Bob de Lange op het toneel en de hele
voorstelling was ook eigenlijk Bob de Lan
ge, vooral ook omdat in een groot deel van
het eerste bedrijf hij letterlijk alleen op
het toneel is en dat vult met een niet af
latende stroom van heerlijke malle vond
sten en vondstjes vrijwel zonder een
woord tekst! Sinds de dood van Cor Ruys
hebben we eigenlijk niet meer deze oer
drift van bezeten komediespelen op ons
toneel gezien.
Wie zich van toneel of film de eerste
ling van Alec Coppel herinnert, namelijk
„Ik heb de graaf vermoord", zal iets kun
nen bevroeden van de onvoorstelbaar dwa
ze complicaties op het gebied van moord
en speurdersromantiek die hem ook in
„Het Prieel" (the Gazebo) te wachten
slaan. Een schrijver van detectivespelen
wordt gechanteerd of toch net niet ge
chanteerd, vermoordt de dader of toch net
niet, en wordt door zijn politie-vriend ge
arresteerd, of toch.nèt niet? In een on
gelofelijk mooi decor, ontworpen door
Reece Pemberton overvallen hem en ons
als rijpe pruimen de moeilijkheden met
lijken die verdwijnen moeten, pistolen en
spaden die onvindbaar blijken en vrienden
en vijanden die net op de verkeerde mo
menten binnenkomen of wegblijven.
DE HOLLYWOODPRODUKTIE DIE
men naar dit gegeven heeft vervaardigd,
is een pure griezelfilm geworden, maar U
kunt van ons aannemen dat er onder han
den van Bob de Lange met de sensatie
snel wordt afgerekend en dat zelfs de
meest gevoelige ziel er niet dan huilend
van het lachen vandaan kan komen. Ook
Annie de Lange en Eric van Ingen, als
respectievelijk vrouw en vriend van de
hoofdrol, werden meegesleept en opgetild
tot hetzelfde hoge peil van tegelijk ver
fijnde èn trefzekere humor-die-er-wezen-
mag.
Het stuk was trouwens tot in de kleinste
rollen voortreffelijk bezet. Ieder die van
toneel houdt, ook wanneer het niet om be
langrijke gedachten maar om een fantas
tisch knappe compositie en geraffineerd
gedoseerde effecten van spanning en hu
mor gaat, moet deze voorstelling gaan
zien en zal alleen al beloond worden door
de, (ondanks zijn nog duidelijk hinderlijke
been), waterviugge, totaal verzenuwde
grandioze creatie van Bob de Lange, die
hiermee opnieuw bewezen heeft tot de al
lergrootsten van ons toneel te behoren.
Hans van den Bergh
Bob de Lange in een scène met zijn
naamgenote Annie de Lange.