Dürrenmatt TONEEL IN HAARLEM OH En QEJ Internationale Barokweek geopend met concert in Frans Halsmuseum FRANK V van Friedrich Bob de Lange grandioos in „Het Prieelvan A. Coppel Nieuwe uitgaven Recital in Heemstede door Florence Soon'kin Wong De siegee Muzen „Meneer Topaze" van Marcel PagnoU Weinig overtuigende voorstelling door Nederlandse Comedie MA AND AG 18 SEPTEMBER 19 6< 4 Primeur met HANS TIEMEIJER in de titelrol Radiofonisch oratorium van Ton de Leeuw Golfbreker De radio geeft dinsdag 7 elevisie programma „Frank V" van Dürrenmatt bij de Nederlandse Comedie. Op de voor grond Henk van Ulsen; achter, van links naar rechts, Paul Cammermans, Ank van der Moer, Ko van Dijk en Johan Fiolet. Zondag is voor het eerst een kerkdienst uitgezonden tegelijkertijd voor radio- en televisie. Het was de dienst die gistermid dag werd gehouden in de Gereformeerde Kerk aan de Camplaan te Heemstede, waar ds. G. N. Lammens voorging. Deze dienst werd gehouden ter gelegenheid van de Jeugdzondag. De jeugd had een aan deel in de liturgie. Aan de uitzending ging een vraaggesprek vooraf met enkele ver tegenwoordigers van de Gereformeerde jeugd, die iets over de werkwijze en de organisatie van het kerkelijk jeugdwerk lil Heemstede vertelden. „Moderne architectuur" (uitg. G. van Saane, Hilversum). In een kleine „archi tectuurgids" voor Amsterdam zijn 116 ge bouwen en complexen uit deze eeuw afge beeld, naar aard gerubriceerd, met op gaaf van architecten, bouwjaar en adres, waarbij werd verwezen naar een tweekleu rige overzichtskaart met genummerde plaatsaanduidingen. Het voorwoord en de rubriekomschrijvingen zijn in vier talen afgedrukt. Deze gids is samengesteld in opdracht van de Bond van Nederlandse Architecten (B.N.A.) ten behoeve van al diegenen vakman en belangstellende die naast het historische ook het moderne Amster dam willen leren kennen. In het Huis met de Sleutels aan de Bron- steeweg ontving mevrouw Van Luin-Rie- mersma zaterdagavond ongeveer vijjtig muziekliefhebbers die gekomen waren om de Chinese pianiste Florence Soon'kin Wong te beluisteren. Het programma om vatte werken van Mozart, Brahms, Cho pin, Mendelssohn, Debussy en Prokofieff; een staalkaart van stijlen en tevens een visitekaartje zoals iedere pianist die zich internationaal presenteert heden dage moet kunnen overhandigen. Haar technisch niveau bleek vooral uit de voordracht van de volledige zesentwin tig variaties over een thema van Pagani- ni opus 35 van Brahms. De weerbarstige schrijfwijze die Brahms in dit opus toe past ging zij met grote zekerheid te lijf en, hoewel niet in alle opzichten overtui gend (de bezonken gedeeltes hadden ster ker het karakter van rustpunten kunnen hebben) was het geheel toch een respec tabele prestatie. Haar virtuoze vermogen was ook wèl gespendeerd aan de Tocca ta opus 11 van Prokofjef, die met ingehou den machinaal geweld tot klinken kwam. Ook het „Spinnerlied" van Mendelssohn met zijn perpetuum-mobile karakter was een kolfje naar haar hand. Indien in de genoemde voorkeuren een zekere reserve is opgesloten ten opzichte van het overige programma, dan ligt die op het terrein van de toonschakering en het cantabile. Hier hield mevrouw Wong's pianospel helaas geen gelijke tred met haar technische kwaliteiten. Wat haar ontbrak was met name een zin voor continuïteit, een logisch rubato dat de muziek welving en spanning ver leent en de toehoorder het gevoel geeft in het snel te worden opgenomen. Het was in een langzame variatie van Brahms op vallend dat zij aan het eind van iedere maat (of groep van 2 maten) een vertra ging maakte, die de „lijn" vertekende, ter wijl zij evenmin de temposchommelingen in Debussy's „L'Isle Joyeuse" in één har monische beweging wist op te vangen. Het is moeilijk te zeggen of haar techniek toch tekorten had die de natuurlijke golfslag van het musiceren afremden, of dat haar innerlijke greep op de muziek voor deze synthese niet sterk genoeg was. Het be tere is de vijand van het goede, en tot de topklasse bij wie iedere scheiding tus sen het doel en de middelen is opgehe ven, behoort mevrouw Wong mijns in ziens niet. Hetgeen niet wegneemt dat zij een goede pianiste is. Sas Bunge r Antiekbeurs Florence. In het Floren tijnse paleis Strozzi is zondag de tweede internationale antiekbeurs geopend. Er zijn 181 deelnemers uit twaalf landen, waar onder Nederland. Gitaarwedstrijd. In de noordweste lijke Spaanse stad Santiago de Compostela is woensdag de eerste internationale wed strijd voor gitaristen begonnen. In de jury van beoordeling hebben onder meer zitting de Spaanse meester Andres Segovia, de Engelsman John Williams, de Columbiaan Puayan, de Amerikaan Sofocles Papas en de Zwitser Hans Hau.. De winnaar van de wedstrijd krijgt een geldprijs van 400 dol lar. De toren van Babel herrijst. Binnen- kgrt zal op de plaats van het oude Babyion, toestand in Angola als „zo ernstig, dat dit ten zuiden van Bagdad, een begin worden gemaakt met de herbouw van de toren van Babel, die in 479 vóór Christus door de Perzen onder Xerxes werd verwoest. De nieuwe toren. die een getrouwe nabootsing moet worden, zal ruim honderd meter hoog worden en een prachtig uitzicht bieden. SLECHTS ééN DAG na de landelijke première in Arnhem heeft de Toneelgroep „Theater" voor een vrij talrijk publiek in de Haarlemse Stadsschouwburg een ver toning gegeven van „Meneer Topaze", een in 1928 geschreven komedie (al heet het in het programma „toneelspel") van de Zuidfranse schrijver Marcel Pagnol. „Meneer Topaze" was het derde toneelwerk van Pagnol, die vooral roem heeft geoogst met zijn „Marius" (gevolgd door „Fanny" en veel later door „César" welke stukken met „Marius" min of meer een trilogie vormen) maar die zioh sedert de oorlog voor namelijk aan het maken van films heeft gewijd. „MENEER TOPA- If I f ZE" is dus drieën- SSBmI I dertig jaar oud en die leeftijd is het stuk wel aan te zien. De destijds nog jeugdige en nog niet al te er varen Pagnol maakte bij het schrijven ruimschoots gebruik van tpneeltrucs en toneeleffecten die nu wel heel verouderd aandoen, vooral om dat zowel de hande ling als de karakters merkbaar geconstru eerd zijn; de perso nages zijn niet ge schapen als levende mensen maar als poppekastfiguren die moeten dienen om de schrijver gelegenheid te geven, ons op spottende toon on der het oog te bren gen dat in onze maat schappij de eerlijk heid altijd aan het kortste eind trekt en alleen de óneerlijk- heid de weg naar succes en een alom gerespecteerde posi tie baant. Om deze „moraliteit" tot stand te brengen heeft Pagnol alles in het axtreme moeten trek ken; zijn personages zijn óf overdreven fatsoenlijk óf overdre ven onfatsoenlijk. Welk een verschil met „Marius", waarin de mensen alleen maar menselijk zijn en dat daardoor (en door de veel betere compositie) veel minder ver ouderd is dan „Topaze", zoals het vorige seizoen bij de opvoering door de Haagse Comedie nog bleek. KORT NA de Parijse première is „To paze" in ons land gespeeld door Cor Ruys, die juist op het gebied van de fijne Fran se komedie een grootmeester was. Nu is dit zeer bepaald géén f ij n e komedie daarvoor komen er teveel grove effecten in voor maar Cor Ruys beschikte over het uitzonderlijke talent, een stuk als dit door zijn regie zowel als door zijn vertol king van de hoofdrol te kunnen verfijnen. Bij de huidige vertoning heeft Hans Tie- meijer als hoofdrolspeler misschien nog wel, maar Richard Flink als regisseur klaarblijkelijk niet naar een dergelijke verfijning gestreefd. Want juist die grove effecten heeft Flink nog extra sterk aan gezet en hier en daar heeft hij er zelfs nog een overbodig schepje op gegooid (het cocktailglaasje in de hoed, in II, en het op handen en voeten langs het raam krui pen, in III!). Daardoor is er een oneven wichtig allegaartje tot stand gekomen, dat weliswaar vele komische momenten be vat, maar waarbij de dood-ernstige „be kentenis" van Topaze tegen het slot toch wel geheel uit de toon valt. DEZE OPVATTING leidde ertoe dat Hans Tiemeijer bijna de hele avond een karikatuur speelde, een mannetje dat niet alleen eerlijk en „weltfremd" is, maar ook begriploos „bij het debiele af" (zoals zijn corrupte tegenspeler zegt, een uitlating welke regisseur en speler blijkbaar veel te letterlijk hebben opgevat). Tiemeijer heeft zoals gezegd, zijn rol wel een aantal fijne trekjes gegeven, maar daarmee heeft hij dat uitgangspunt de karikatuur toch niet kunnen wegspelen. Daarvoor bleef zijn vertolking trouwens ook te veel aan de buitenkant. IN HET ALGEMEEN werd er in deze voorstelling nogal nonchalant gespeeld, hetgeen bij „Theater" toch stellig niet de gewoonte is. Lo van Hensbergen had niet veel moeite met de rol van het corrupte gemeenteraadslid: hij speelde eenvoudig de figuur van Boorman uit „Lijmen" met een andere tekst door. Rie Gilhuys liet zich voornamelijk op haar onmiskenbare charme en. haar respectabele techniek drij ven. Guus Verstraete was voortreffelijk als de schooldirecteur die het met het fat soen niet al te nauw neemt, en Gerard Hartkamp maakte een alleraardigst type van de leraar die het fatsoen langer dan Topaze maar toch ook niet tot het bit tere einde trouw blijft. Winnifred Bos- ooom, Fientje Berghegge, Ger Smit en Ferd. Sterneberg vulden het ensemble naar behoren aan. De overige rollen de typistes en de schooljongens waren ver Hans Tiemeijer als Monsieur Topaze beneden peil. Dat men schooljongens, die met hun studie nog niet verder zijn dan zinnetjes als „de schapen lopen in de wei" laat spelen door volwassenen die zelfs achter in de zaal als zodanig herkenbaar zijn, valt niet goed te praten. Maar het publiek heeft wel veel ge lachen en langdurig geapplaudisseerd en men mag misschien danook wel aanne men dat met deze opvoering de wens van de Arnhemse Schouwburgcommissie, naar toneel van een meer provinciaals karakter dan de Toneelgroep „Theater" pleegt te geven, in vervulling is gegaan. Simon Koster L Hlllll A A nnOMD/G/HOEH rn BESCHOUW!flGEn Het radiofonisch oratorium „Job" van Ton de Leeuw, dat zondagmiddag door de AVRO werd uitgezonden, behoort tot de eerste werken, waarin de elektronisch ver wekte klanken bewust als element wer den opgenomen. Ton de Leeuw schreef dit oratorium ongeveer vijf jaar geleden en ontving in Italië voor dit werk een onder scheiding. „Job" is niet een puur elektronisch werk geworden. Ook de traditionele klankme dia van orkest, koor en zangsolist zijn in het werk toegepast en bovendien nog twee spreekstemmen. Betrekkelijk weinig heeft de componist de elektronische klanken geheel zelfstan dig toegepast (bij het optreden van Sa tan). Meestal worden zij gecombineerd met de klank van het orkest of de zang stemmen van solist en koor, hetgeen tot gevolg heeft, dat het oratorium, ondanks de nieuwe klankelementen, een behoudend karakter heeft gekregen. De sfeer is ro mantisch en dramatisch, geheel passend bij de eigen bewogenheid van het verhaal van Job. De declamatorische gedeelten maakten zelfs een verbleekte indruk. De bas Guus Hoekman vertolkte Job met een grote bewogenheid in zijn fraaie stem. In zijn voordracht kwam een climax, dié parallel verliep aan de ontwikkeling van het lijdensdrama van Job. En als tref fend contrast klonken daarnaast de stem men van Jobs vrienden in de vlakke klank van de „close-harmony"-zang. Over het aandeel van het Omroepkamer- koor, het Radiokamerorkest, het kwartet, welke onder de bekwame leiding stonden van Maurits van den Berg, kon men te vreden zijn. 0 HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 12.30 Nationaal progr. 13.45—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 9.55 Boekbespr. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Radio-Volksuniversiteit: Klassieke Kunst I, door mevr. dr. H. E. s'Jacob. 11.30 Voor de zieken. 12.00 Zang en piano. 12.20 Regerings- uitz.: Voor de landbouw. Nationaal progr. 12.30 Nieuws en meded. voor land- en tuinbouw. 12.45 Gram. 12.55 Report, van de opening der Staten- Generaal. 13.15 Troonrede door H.M. Koningin Juliana in de Ridderzaal te 's-Gravenhage. AVRO: 13.45 Gram. 13.55 Beursber. 14.00 Blaaskwintet. 14.30 Gram. 14 40 Schoolradio. 15.00 Gram. 15.25 Nieuws. 15.30 Voordr. 15.45 Kamermuziek. 16.15 Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 Hammondorgel spel. 18.00 Nieuws. 18.15 Pianospel. 18.30 Radio- Volksuniversiteit: De ontwikkeling van de kern energie voor de elektriciteitsproduktie I, door prof. dr. J. J. Went. 19.00 Paris vous parle. 19.05 Lichte muz. 19.30 Gram. 20.00 Nieuws. 20.05 Herh. van de Troonrede. 20.30 Lichte muz. 21.25 De Miljoenennota, lezing. 21.40 Gram. 22.00 Kamer- muz. 22.30 Nieuws, beursber. van New York en meded. 22.45 Act. 23.00 Gram. 23.5524.00 Nws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 KRO. 12.30 Natio naal programma. 13.4524.00 KRO. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.40 Schoolradio. 10.00 Voor de kinde ren. 10.15 Lichtbaken, lezing. 10.25 Gram. 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Volaan.. voor uit, lezing. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.04 Ben je zestig? Nationaal progr.: 12.30 Opening der Staten-Generaal. KRO: 13.45 Gram. 14.00 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Voor de platte landsvrouwen. 14.45 Zaakwaarnemers, hoorspel. 15.30 Gram. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Rege- ringsuitz.: Reclassering, een zaak van ons allen, dóór dr. J. van der Grient, hoofd afdeling Re giem Directie Gevangeniswezen. 18.00 Lichte muz. 18.20 Regeringsuitz.: Reisindrukken over het onderwijs in de nieuwe staten van West-Afri- ka (II), door mr. H. G. Quik, directeur van de Stichting voor Internationale Samenwerking der Nederlandse Universiteiten en Hogescholen (NUFFIC). 18.30 Voor de jeugd. 19.00 Nieuws. 19.10 Act. 19.25 Gram. 20.30 Radio-filharm.ork., koor en sol. 21.40 De staatstheaters van Engeland, lezing. 22.00 Gram. 22.25 Boekbespr. 22.30 Nieuws. 22.40 Gram. 23.0C Gram. 23.55—24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Nieuws 12.02 Gram. 12.30 Weerber. 12.35 Operettemuz. 12.50 Beursber. 13.00 Nieuws. 13.15 Kamermuziek. 14.00 Gram. 14.30 Bach-weken te Ansbach 1961Koor en sol. 16.00 Beursber. 16.06 Duitse les. 16.21 Gram. 17.00 Nieuws. 17.15 Ka- mermuz. 17.40 Boekbespr. 17.50 Voor de jeugd. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Gram. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 19.50 Lezing. 20.00 Gram. 20.15 Gram. 21.00 Zangrecital 21 40 Jazzmuziek. 22.00 Nieuws. 22.15 Gram. 22.5523.00 Nieuws. VOOR MAANDAG NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. NCRV: 20 20 Memo. 20.35 Film. 21.00 Documentaire. 21.20 Jazz- conc. 22.00 Bijeenkomst van Hervormde en Geref. Kerken. VOOR DINSDAG NTS: 12.50—13.40 Opening Staten-Generaal. 20.00 Journaal. 20.20 Opening Staten-Generaal (herhaling). 21.10 Speelfilm. DE INTERNATIONALE BAROKWEEK van het Internationaal Toonkunstenaars centrum „Eduard van Beinum" is zaterdagmiddag in het Woodbrookershuis te Bent veld geopend door mevrouw Phia Berghout, die de twintig deelnemenden en ook de hospitanten hartelijk verwelkomde. Muzikaal werd de week geopend met een concert in het Frans Halsmuseum, waarvan onze muziekmedewerker de heer P. Zwaanswijk hieronder verslag doet. Zondagavond heeft een der deelnemers aan de Barokweek, de Duitse gambiste Veronica Hampe, die in Basel heeft gestudeerd, een viola da gamba recital gegeven, daarbij consciëntieus op het clavecimbel begeleid door Anneke Uitten- bosch. De heer Nikolaus Harnoncourt hield een interessant betoog over de ontwikke ling van de oude strijkinstrumentenbouw, waarbij hij vooral aandacht wijdde aan de viola da gamba, die dateert uit het begin van de zestiende eeuw. Over het concert van zaterdag schrijft onze muziekmedewerker de heer P. Zwaanswijk het volgende: DE BAROKWEEK heeft een zinrijke mu zikale inleiding gekregen met het concert dat door de clavecinist Gustav Leonhardt in samenwerking met de blokfluitist Frans Brüggen en de viola-da-gamba-bespeler Nikolaus Harnoncourt in de Renaissance- zaal van het Frans Halsmuseum gegeven werd. DE MUZIEK uit de barok-periode, met name die van Georg Friedrich Handel, heeft veel te lijden gehad van wanbegrip over de uitvoeringspraktijk, die afgestemd werd op de romantiek. Musicologen en musici met musicologische speurzin heb ben hierin verandering gebracht. Onze tijd heeft een overrompelende renaissance van barok-muziek opgeleverd. De werken van Vivaldi zijn daarvan een treffend voor beeld. De zaterdagavond bespeelde instru menten: het clavecimbel, de viola da gam ba en de blokfluit, waarvan het „Musika- lisches Conversationslexicon" van Mendel in 1872 vermeldde „thans alleen nog als kinderinstrument bekend", werden met nog vele andere „oude" instrumenten betrok ken in deze muzikale wedergeboorte. OPVALLEND GUNSTIG bleek de an ders zo bedenkelijke akoestiek van de Re- naissancezaal te zijn voor de klankwer king der instrumenten. Een prachtige tim bre-versmelting kwam er tot stand. In verschillende combinaties werden de in strumenten bespeeld bij de vertolkingen van de Triosonate van Georg Philipp Te- lemann, de Fluitsonate in d van Georg Friedrich Handel, de Suite uit het „Se cond livre de pièces de viole" van Martin Marais en de Sonate in D voor viola da gamba en clavecimbel van Johann Sebas tian Bach. Een exquis-muzikale bekoring had ook de uitvoering van acht „Préludes" voor clavecimbel van Frangois Coupérin. ELKE VERTOLKING werd gekenmerkt door een vootreffelijke technische beheer sing en een nobele muzikaliteit, die door de drie kunstenaars op een voortdurend hoog niveau dienstbaar gemaakt kon wor den aan juwelen van muzikale schoonheid uit vroeger eeuwen. Langdurig en harte lijk was de bijval, waarmede de toehoor ders, onder wie zich ook de gezant van Spanje in Nederland bevond, hun waar dering tot uitdrukking brachten. P. Zwaanswijk UIT HEI IETWAT OPGESCHROEFDE nawoord bij de Duitse uitgave van zijn „Frank de Vijfde" kan de volhardende lezer opmaken dat Friedrich Dürren matt niet aan bepaalde uitspraken in zijn tekst gehouden wil worden, als zouden die fundamentele waarheden over de ons omringende wereld onthullen. Volgens hem geeft een schrijver als Brecht ons eigenlijk de Natuurkunde van onze maat schappij. In zijn werk worden de onveranderlijke wetten aan de kaak gesteld waaraan onze samenleving gehoorzaamt. Wat Dürrenmatt bedrijft is dan eerder een soort Wiskunde, een stelsel dat weliswaar een in zich zelf besloten, logische eenheid vormt, maar dat geen nauwe relatie met de ons vertrouwde wereld hoeft te onderhouden. Ieder mag voor zichzelf uitmaken wat hij er voor algemeen geldende waarheden in wil ontdekken. DEZE UITSPRAKEN karakteriseren „Frank de vijfde" al dadelijk als het „spel" dat het is. Een spel met ideeën, mogelijkheden, theorieën die wel vaak rauw en scherp zijn, maar waaraan we ons toch niet kunnen snijden, omdat het zich allemaal in een absurde wereld af speelt, waarin we helemaal niet gedwon gen worden de onze te herkennen. Deze we reld is de wereld van een gangsterbank: Een grote financiële onderneming, vijf ge neraties lang geleid door de familie Frank, maar uitsluitend steunend op, en winst pu rend uit misdaad en bedrog. HET IS OPVALLEND, dat het stuk bi] lezing een zoveel sterkere indruk maakt, dan zaterdagavond bij de première in de Amsterdamse schouwburg het geval was. De opvoering bleek het „spel"-karakter nog meer naar voren te halen, waardoor wat op papier serieus leek en het over denken waard, op het toneel voornamelijk dwaas werd, wel spiritueel, maar toch niet meer dan dat. Eventuele bedoelingen worden maar half uitgesproken en blijven daardoor veelal in de lucht hangen en de leringen die men er gemakkelijk uit kan trekken („de aardse gerechtigheid treft slechts de kleine zondaars, terwijl de gro ten vrijuit gaan" en „wie zich aan het kwaad heeft overgeleverd, kan er niet ge makkelijk meer mee ophouden" etc.) lij ken dan weer te weinig subtiel en te on genuanceerd. Het toneel is voor Dürrenmatt een in strument dat hij wil bespelen en niemand zal willen ontkennen dat hij het dikwijls virtuoos bespeelt. Wanneer men zijn ge wild onzinnige uitgangspunten eenmaal heeft aanvaard, krijgt men veelal onge meen boeiend theater te zien, werelden waar men volkomen in kan geloven. In het meesterlijke „Bezoek van een oude dame" was dat de wereld van de Ongebreidelde Wraakzucht en in „het Huwelijk van de heer Mississipi" (dat in '52 door Amster damse studenten met succes werd opge voerd en dit jaar in het speelplan van het Rotterdams Toneel is opgenomen) is het de wereld van de Nietsontziende Recht vaardigheid. In dit stuk, waarin we wor den geconfronteerd met de Ongelimiteer de Schurkachtigheid kunnen we minder meeleven met Dürrenmatt's opzet, vooral door zijn ditmaal gekozen vorm, een mu- sical-achtige „Opera van een Bank". DE VEERTIEN TAFERELEN, met de clamatorische tussenteksten en talrijke songs, maken het geheel te fragmentarisch en versterken de indruk van een zekere studentikósiteit. De situaties worden on voldoende voorbereid en lijken daardoor niet zo onontkoombaar dat men ook in de ze „herwaardering van alle waarden" zou kunnen gaan geloven. Dürrenmatt wil ons weliswaar de les niet lezen, maar ver zuimt ditmaal ook ons te overtuigen. De wetten van deze gangsterwereld lijken te speels en te gemoedelijk en tegen die ach tergrond gaat zelfs schurkachtigheid ons op den duur tegenstaan op het toneel, hoe goed die-het daar meestal ook doet (van de Dreigroschenoper af tot Irma la dou ce toe). O ja, ook in stukken van Shake speare worden gruweldaden bij de vleet bedreven, maar dan in dienst van een daarmee contrasterende en zelfs daardoor opgeroepen moraal. En een dergelijke strekking werd in deze gezellige vertoning van boosaardigheid, waarschijnlijk over eenkomstig 's heren Dürrenmatts opzet, maar tot onze teleurstelling, nergens voel baar. HIERMEE WIL VOLSTREKT niet ge zegd zijn, dat „Frank V" een mislukt stuk zou zijn. Er valt heel veel en vooral veel geestigs te genieten. De meesterlijke mu ziek van de Zwitserse componist Paul Burkhard herinnert aan, maar is toch veelzijdiger dan die van Kurt Weill en treft telkens precies de verlangde atmos feer. De decors van Wim Vesseur zijn fraai maar eigenlijk tè uitgewerkt, waar door de brokkelige indruk van het geheel, ook door de lange duur der changemen ten, nog in de hand werd gewerkt. De op voering van de Nederlandse Comedie maakte trouwens voortdurend de indruk, dat men kanonnen had laten aanrukken om een relletje te bezweren. Men zag top figuren van ons toneel als Ank van der Moer en Loes Hensen zichzelf en hun kunst geweld aandoen om de hier vereis te vederlichte toon te treffen. Het was soms bijna gênant om belangrijke actri ces van wie men het grote artistieke ver mogen kent en waardeert, zich te zien wij den aan het métier van chansonnière en cabaretière dat ze eenvoudig niet beheer sen. De mannen brachten het er over het algemeen béter af. Ko van Dijk als de topschurk Frank de Vijfde had zich het uiterlijk van een goedige Koning Hollewijn aangemeten en zijn rol opgebouwd uit een arsenaal van prachtige schijnheilige trek jes. Hij bleek bovendien te beschikken over een welluidende zangstem, maar zo wel bij hem als bij de meeste anderen liet de verstaanbaarheid van de liedteksten, die hier toch zo belangrijk zijn, veel 'e wensen over. Véruit de beste prestatie werd geleverd door Henk van Ulsen, die danook zijn sporen in het cabaret-vak heeft verdiend. Paul Cammermans die eveneens verdienstelijk zong, zette zijn rol toch, voor een zware hartpatiënt, wat al te uitbundig en met teveel zuidelijk vuur op. Bijzonder mooi was weer Johan Fiolet als de maaglijder-procuratiehouder Böck- mann, tenminste daar waar hij het par lando mocht doen. In twee sterk-constras- terende rollen werd voorts een bewonde renswaardige prestatie geleverd door Pe ter Oosthoek, die hiermee naar onze smaak zijn meesterproef als acteur heeft afge legd. WAT MEN VAN DE VERTALING van Alexander Pola kon verstaan maakte een voortreffelijke indruk en de muzikale lei ding was in de geroutineerde handen van Cor Lemaire. De danspasjes, ingestudeerd onder leiding van Albert Mol maakten nog een wat opgeplakte indruk. Men kon waar dering hebben voor de poging van regis seur Han Bentz van den Berg om zijn mensen ook eens hun krachten te laten be proeven op dit genre, maar men vraagt zich toch af wat er bereikt had kunnen worden wanneer men al deze moeite en al dit talent had ingezet voor een voorstel ling, die meer binnen het bereik, én meer op het niveau van het „eerste gezelschap des lands" ligt en men eën opvoering van Frank V bijvoorbeeld aan studenten had overgelaten, voor wie het, qua speeltech- niek en sfeer, bepaald geschikter was ge weest. DE DOOR EEN BEENBLESSURE van Bob de Lange uitgestelde première van „Het Prieel" door de Haagse Comedie is in het afgelopen weekeinde in de Konink lijke Schouwburg in Den Haag een tril- omf voor deze onvolprezen blijspel-acteur geworden. Hij had het stuk vertaald, ge regisseerd en speelde er de hoofdrol in en toch geeft deze serie kwalificaties nog maar een zwak beeld van zijn aandeel in wat hier gepresteerd werd: dit prieel bleek een lustoord geworden van acteerkunst, ontketend door zijn inspirerende regie, die een werkelijke eenheid van stijl op hoog niveau tot stand had gebracht, en onder steund door zijn verbazingwekkend vin dingrijk en geducht komediespelen, waar door de tweede voorstelling die wij zon dagmiddag bijwoonden al een volkomen ingespeelde indruk maakte en vooral de acteurs op elkaar ingespeeld bleken. GEDURENDE DE hele voorstelling was Bob de Lange op het toneel en de hele voorstelling was ook eigenlijk Bob de Lan ge, vooral ook omdat in een groot deel van het eerste bedrijf hij letterlijk alleen op het toneel is en dat vult met een niet af latende stroom van heerlijke malle vond sten en vondstjes vrijwel zonder een woord tekst! Sinds de dood van Cor Ruys hebben we eigenlijk niet meer deze oer drift van bezeten komediespelen op ons toneel gezien. Wie zich van toneel of film de eerste ling van Alec Coppel herinnert, namelijk „Ik heb de graaf vermoord", zal iets kun nen bevroeden van de onvoorstelbaar dwa ze complicaties op het gebied van moord en speurdersromantiek die hem ook in „Het Prieel" (the Gazebo) te wachten slaan. Een schrijver van detectivespelen wordt gechanteerd of toch net niet ge chanteerd, vermoordt de dader of toch net niet, en wordt door zijn politie-vriend ge arresteerd, of toch.nèt niet? In een on gelofelijk mooi decor, ontworpen door Reece Pemberton overvallen hem en ons als rijpe pruimen de moeilijkheden met lijken die verdwijnen moeten, pistolen en spaden die onvindbaar blijken en vrienden en vijanden die net op de verkeerde mo menten binnenkomen of wegblijven. DE HOLLYWOODPRODUKTIE DIE men naar dit gegeven heeft vervaardigd, is een pure griezelfilm geworden, maar U kunt van ons aannemen dat er onder han den van Bob de Lange met de sensatie snel wordt afgerekend en dat zelfs de meest gevoelige ziel er niet dan huilend van het lachen vandaan kan komen. Ook Annie de Lange en Eric van Ingen, als respectievelijk vrouw en vriend van de hoofdrol, werden meegesleept en opgetild tot hetzelfde hoge peil van tegelijk ver fijnde èn trefzekere humor-die-er-wezen- mag. Het stuk was trouwens tot in de kleinste rollen voortreffelijk bezet. Ieder die van toneel houdt, ook wanneer het niet om be langrijke gedachten maar om een fantas tisch knappe compositie en geraffineerd gedoseerde effecten van spanning en hu mor gaat, moet deze voorstelling gaan zien en zal alleen al beloond worden door de, (ondanks zijn nog duidelijk hinderlijke been), waterviugge, totaal verzenuwde grandioze creatie van Bob de Lange, die hiermee opnieuw bewezen heeft tot de al lergrootsten van ons toneel te behoren. Hans van den Bergh Bob de Lange in een scène met zijn naamgenote Annie de Lange.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 4