Regering wil belastingverlaging nu doen beginnen op 1 juli 1962 Defensielasteti boven de de twee miljard gulden HET WEER f, Hammarskjoeld omgekomen bij vliegongeluk boven Rhodesië Enige overlevende gewaagt van explosies aan boord MILJOENENNOTA 1962 unmmm Goedkoop kip eten TROONREDE IN HET KORT Geen orgaan voor ontwikke ling aan Noordzeekanaal 'eforeijou fmy! NADELIG SALDO 11.160 SCHATTIGE JURKEN Krachtiger toom 46e JAARGANG NUMMER 269 DINSDAG 19 SEPTEMBER 1961 Kantoor: Lange Nieuwstraat 427, IJmuiden. Geopend van 9-12.30 en 2-5 uur. Zat 9-1 uur. Telef. a dm. 5437, chef bezorging tot 7 u. 7519. Telef. redactie 5389, na kantooruren 5080. Haarlem: hoofdred. en alle afd. Telef. 15295. DAGBLAD VOOR VELSEN-IJMÜIDEN, SANTPOORT, DRIEHUIS, BEVERWIJK EN OMGEVING Verschijnt dagelijks beh. zon- en feestdagen. Abonnement p. week 59 c., p. kwartaal 7,65, franco per post 8,15. Losse nummers 12 et Giro-rekening IJmuider Courant no. 129288. Advertentietarieven op aanvraag verkrijgbaar. Hoofdredacteur: Simon Koster Adj. Hoofdredacteur: Jos L. Lodewijks Redactiechef te IJmuiden: J. Kosak Uitgave: Grafische Bedrijven Damiata N.V, Grote Houtstraat 93, Haarlem Directie: P. W. Peereboom en Mr. H. C. van der Mije Warm DE UITGAVEN VOOR DEFENSIE Wrak in oerwoud Onderzoek REGEN- EN TWEEDJASSEN pwirciiHifflUit^^pli mi mMsmmmwam. 508 mmm W3 fesssaass wzmmmmmmmm, In de krant van heden: Zie de advertentie van M. KOELEMIJ op pagina 10 BORST Het woord is aan... IJmuider Courant De beloofde en reeds in de wet vastgelegde verlaging der tarieven van inkomsten- en loonbelasting zal op 1 juli 1962 in werking treden. Per 1 januari 1962 zal een speciale be lastingverlaging voor de werkende gehuwde vrouw worden voorgesteld. De in uitzicht gestelde verlaging van de ven nootschapsbelasting (thans 44 tot 47 percent) zal 1 januari 1963 in werking treden. Dan zal echter niet worden terug gekeerd tot het oude tarief van 40-43 percent. De vermin dering wordt gehalveerd. Als blijvend tarief wordt voor gesteld 42-45 percent. Dit laatste houdt verband met de verhoging der defensie-uitgaven, nodig door het aflopen van de Amerikaanse hulp. Het defensieplafond zal voor 1962 met 135 miljoen en voor 1963 wederom met 135 miljoen moeten worden verhoogd. Tot dekking van dit bedrag zal voorts (per 1 januari 1962) een bijzonder invoerrecht worden geheven op minerale oliën, met uitzondering van benzine (die reeds aan een bijzonder invoerrecht is onderworpen). De defensiepost op de rijksbegroting is thans gestegen tot boven de twee miljard gulden. Het basisbedrag van 1.985 miljoen moet worden verhoogd met 75 miljoen als gevolg van de na 1959 tot stand gekomen salaris- en pensioenver hogingen. Zo komt men op een totaal van 2.060 miljoen. Bij een woningbouwprogram voor 1962 van 90.000 woningen is in de begroting rekening gehouden met het subsidiëren van 35.000 woningwet- en 30.000 particuliere woningen. Voor de financiering van de woningwetbouw is 700 mil joen uitgetrokken. De regering wil door enkele huurver hogingen de huursubsidies verlagen en tenslotte grotendeels doen vervallen. De belastingvoorstellen, die tegelijk met de miljoenennota aan de Tweede Kamer zijn voorgelegd, kunnen worden verdeeld in twee groepen. De eerste groep bevat de maatregelen, door minister Zijlstra toege zegd in zijn nota van 16 mei: een defini tieve datum voor de inwerkingtreding van de verlaging der inkomsten- en loonbelas ting (1 juli 1962) en het tijdstip voor de beëindiging van de vennootschapsbelas ting (1 januari 1963). Naar men zich zal herinneren, zouden de nieuwe tarieven voor de inkomsten- en de loonbelasting aanvankelijk op 1 juli ingaan. De ver scherping van de conjunctuur noopte tot uitstel, en dit uitstel is dus als de Ka mers er mee akkoord gaan een vol jaar geworden. In hun toelichting op dit wetsontwerp wijzen minister Zijlstra en staatssecreta ris Van den Berge allereerst op de „hoge urgentie" van deze belastingverlichting. Voor deze urgentie worden zowel overwe gingen van structuurpolitiek als rechtvaar digheidsgronden aangevoerd. De totale belastingopbrengst, uitgedrukt in het nationale inkomen is van 1957 tot 1961 gestegen van 24,3 tot 27,3 percent. Aan de andere kant heeft men de con juncturele situatie zwaar laten wegen. Voor 1962 valt een voortduren, zo niet vergroten van de spanningen te voorzien. In dit verband wordt op het belang van een „spreiding in de tijd" gewezen van de verschillende economische impulsen. Zo is het met het oog op de vernieuwing van een groot aantal collectieve arbeidscon tracten omstreeks de jaarwisseling gebo den niet te spoedig na het begin van 1962 de tariefsverlaging in te voeren. Voor uitstel naar een wat later tijdstip pleit ook het feit, dat dan maatregelen tot afremming van de conjunctuur (zoals de beperking van de investeringsfaciliteiten en de beperkingen in de bouwsector) meer tot ontplooiing zijn gekomen. Koningin Juliana heeft vanmiddag bij de opening van de zitting der Staten-Ge- neraal de Troonrede uitgesproken. Enkele belangrijke punten daaruit zijn: Krachtige deelneming aan het samen werken tussen alle bondgenoten op poli tiek, militair en economisch terrein. Grotere financiële offers voor onze bij drage in de bondgenootschappelijke ver dediging. Deelneming aan de politieke en cultu rele samenwerking met de landen van de Europese gemeenschappen tot ver dere éénwording van Europa. Steun aan de economische en sociale ontwikkeling van Suriname en de Ne derlandse Antillen. Bijzondere aandacht aan sociaal-econo mische en culturele ontwikkeling van Nederlands Nieuw-Guinea. Zo spoedig mogelijk bekend maken van de conclusies der regering omtrent het overleg over het betrekken van de UNO bij ontwikkeling en toekomst van Nederlands Nieuw-Guinea. Toenemende waakzaamheid met het oog op de vergroting der economische span ningen. Verlaging van de inkomsten- en loon belasting op 1 juli 1962. Beperking van de verlaging der vennootschapsbelas ting per 1 januari 1963. Hoge activiteit op het gebied van de woningbouw in verhouding tot de an dere sectoren der bouwnijverheid. Beperking tot het uiterste van de om zetting van woeste gronden in land bouwgronden mede ter wille van na tuurbescherming en openluchtrecreatie, (Voor de volledige Troonrede zie pagina 3 Verwachting tot morgenavond: In de nacht en ochtend plaatse lijk mist. Overigens warm, zon nig en droog weer behoudens een kans op een bui. Zwakke tot ma tige wind tussen zuidoost en zuidwest. Volledige weerrapporten op pagina twee miljoen gulden 1956 '55 SB '57 '58 59 W '61 12 61907 VOELT Vandaar dat 1 juli van het volgend jaar is gekozen. Nu slechts voor de helft van dat jaar het nieuwe tarief van toepassing zal zijn, zal in 1962 inkomstenbelasting worden geheven aan de hand van een „tus- sentabel". De hierin op te nemen belas tingbedragen belopen het gemiddelde van het huidige en het nieuwe tarief. Voor de loonbelasting zullen nieuwe, op het in komstenbelastingtarief 1963 afgestemde ta bellen worden vastgesteld. Deze zullen di rect toepassing vinden voor de loontijd- vakken na 30 juni 1962. Vennootschapsbelasting. Hetzelfde wetsontwerp, dat de verlaging van de inkomstenbelasting en loonbelas ting op 1 juli 1962 wil invoeren, bepaalt de beëindiging van de tijdelijke verhoging der vennootschapsbelasting op 1 januari 1963. Op diezelfde datum zal dan de inves teringsaftrek (die reeds per 30 april bij beschikking werd teruggebracht van 2x8 pet. tot 2x5 pet.) ook in de wet op 2x5 pet. worden gesteld. Tevens zal dan de uitzon deringspositie voor schepen, waarvoor tij delijk nog een investeringsaftrek van 2x8 pet. geldt, een einde nemen. Voor vliegtui gen blijft echter de aftrek van 2x8 pet ook n a 1962 gehandhaafd. Intussen is een afzonderlijk wetsont werp, behorende tot de tweede groep be lastingmaatregelen, ingediend om niet te rug te keren tot het oude tarief van de vennootschapsbelasting (40-43pct.) maar het bestaande tarief (4447) slechts met twee punten te verlagen tot 4245. De verzwaring van de defensielasten wordt zo ongeveer gelijk over de indirec te en de directe belastingen verdeeld. Zij willen geen verschuiving te weeg brengen in de verhouding tussen de druk van de indirecte en die van de directe belastingen. Oliebelasting Het overige terrein der indirecte belas tingen overziende, zijn de bewindslieden tot de slotsom gekomen, dat een bijzonde re belasting op minerale oliën (stookolie, gasolie, dieselolie enz.) nog het minst be zwaarlijk is. Vergeleken met de benzine zijn deze olieën in ons land totdusver zeer ontzien. Bovendien levert een dergelijke belasting reeds bij een laag tarief een be langrijke opbrengst, omdat olie in grote hoeveelheden door ondernemingen wordt gebruikt. De verhoging van de prijs spreidt zich daardoor ook over een breed vlak van produkten en diensten. Voorgesteld wordt, dat voor petroleum 1,40 per hl, voor gasolie f 1,10 per hl en voor stookolie, smeerolie en andere mine rale oliën 0,70 per 100 kg. aan bijzonder invoerrecht zal worden geheven. Om het directe effect van deze belasting voor par ticuliere huishoudingen zoveel mogelijk te beperken, is een vrijstelling opgenomen voor de minerale olie, die voor verwar- mings- en verlichtingsdoeleinden wordt gebruikt door particulieren voor zichzelf of hun gezin (dus niet voor hun onderne ming). Het bijzonder invoerrecht op minerale oliën zal ongeveer 65 miljoen opbrengen. Het nieuwe (blijvende) tarief van de ven nootschapsbelasting betekent een additio nele belastingopbrengst van ongeveer 70 miljoen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft a'fwijzend beslist op het verzoek van de gemeente Velsen (waaraan de ge meenteraden van Haarlem, Beverwijk, Heemskerk, Bloemendaal en Zandvoort adhesie hadden betuigd) om met betrek king tot de toekomstige ontwikkeling van het noordwestelijke gedeelte van de rand stad Holland in verband met de haven plannen der gemeente Amsterdam en de plannen van de Rijkswaterstaat ten aan zien van het Noordzeekanaal en de haven mond van IJmuiden, een orgaan in het leven te roepen, waarin naast vertegen woordigers der regering zitting zouden kunnen nemen bestuurderen van de pro vincie Noordholland en van de betrokken gemeenten en in welk orgaan het ter zake te voeren beleid aan de orde zou moeten komen. (Vervolg op pag. 7) De Indiër Chakravarthi Narassimhan, die genoemd wordt als mogelijk op volger van Hammarskjoeld in diens junctie van secretaris-generaal van de UNO. (Telefoto). Het wrak van het witgeschilderde UNO-vliegtuig, een DC-6-b, waarmee Hammarskjoeld en zijn gezelschap uit Leopoldstad waren vertrokken, ligt in de buurt van Moefoelira in Noord- Rhodesië (Telefoto). NDOLA (Noord-Rhodesië) (Reuter en AFP) De secretaris-generaal van de UNO, Dag Hammarskjoeld, is omge komen toen zijn vliegtuig zondagavond op enkele kilometers van het Noord- rhodesische plaatsje Ndola in de rimboe verongelukte. Twaalf anderen, onder wie zijn adviseurs, vonden eveneens de doood. Het uitgebrande wrak werd ont dekt door een Afrikaanse houtskool brander. De enige overlevende van het ongeluk bij Ndola heeft verklaard dat zich aan boord van het toestel explosies hebben voorgedaan. Deze overlevende, de Amerikaanse sergeant Harold Julian, is zwaar gewond en verkeert in ernstige toestand. Hij maakt deel uit van de internationale politiemacht. Julian vertelde dat toen het toestel bij Ndola kwam, Hammarskjoeld tot een andere bestemming besloot. Kort daar op deed zich een krachtige ontploffing voor, gevolgd door enkele zwakkere ex plosies. Daarop stortte het toestel neer. Een politieman uit Moefoelira, een plaatsje op 50 km van Ndola, heeft ver klaard lichtflitsen tegen de nachtelijke hemel te hebben gezien. Het vliegtuig, een DC-6, werd bestuurd door een Zweedse bemanning van vijf kop pen. Dit vliegtuig is twee dagen geleden boven Elisabethstad door machinegewe ren beschoten, waarbij een der vier moto ren werd beschadigd. Naar in Brazzaville verluidt werd deze motor in Leopoldstad „haastig" gerepareerd. De UNO zal een onderzoek instellen naar de omstandig heden waaronder deze reparatie is uitge voerd. De vlucht van Leopoldstad naar Ndola 1800 km over sterk verschillend terrein stelde de piloten voor een op gave, omdat het luchtverkeer in Kongo het zonder radiobakens moet stellen. Het vliegtuig was het beste dat de UNO in Kon go ter beschikking stond. Het was met ra dar en instrumenten voor nachtvliegen uitgerust. De laatste veertien dagen is het onafgebroken in dienst geweest. Een UNO-woordvoerder in New York heeft ver klaard dat Hammarskjoeld juist met het oog op de activiteit van de „Fouga Ma gisters" van de Katangese luchtmacht 's nachts reisde. In Leopoldstad houdt men rekening met de mogelijkheid dat de pi loot met het oog op Katangese straal jagers een omweg over Angola heeft moeten maken en abnormaal veel brand stof heeft gebruikt en het niet ge wenst achtte gebruik te maken van zijn radiozender. De Zweedse raad voor de luchtvaart heeft meegedeeld dat een groep Zweedse deskundigen zo spoedig mogelijk naar Ndola zal vertrekken om deel te nemen Advertentie BARTELJORISSTR HAARLEM TEL 13439 LEIDSESTRAAT (BIJ KONINGSPLEIN) AMSTERDAM TEL 223596 Omzetbelasting Invoerrechten Accijnzen Overig Inkomstenbelasting Loonbelasting Vennootschapsbelasting 6i Overig Overige middelen Defensie :j:;| Cijfers in miljoen gulden T 1331, Politie en Justitie Onderwijs en Cultuur Waterstaat en Verkeer Handel-Kijverheid-Landbouw Sociale Voorzieningen Volkshuisvesting Nationale schuld Overige uitgaven V PELTltl»Q«t. aan het onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk. De Internationale Organisatie voor Bur gerluchtvaart (ICAO) in Montreal zal op verzoek van de UNO een onderzoek instel len. Twee deskundigen van de ICAO zijn naar Salisbury vertrokken. De Afrikaans-Aziatische groep in de UNO heeft de nadruk gelegd op „de dwin gende noodzaak van een onmiddellijk on derzoek". Premier Nehroe van India heeft de mogelijkheid aan sabotage geopperd. Ik weet niet of de dood van Hammar skjoeld een gevolg is van een ongeluk of van enige vorm van sabotage. De omstandig heden in Kongo zijn van dien aard dat al les mogelijk is", zo zegt Nehroe in een verklaring die maandag in New Delhi is gepubliceerd. (Vervolg op pag. 5) Weerrapporten 1, 2 begrotingen 1, 2, 3, 4 Agenda van IJmond en Haarlem 2 Uit het binnenland 2, 4 Van Dag tot Dag3 Op de Praatstoel 3 Miljoenennota en De Troonrede 3 Buitenlands nieuws 3, 5 Horen en Zien 9 Uit stad en omgeving7, 9 In de Vishal en op zee9 Panda en andere beeldverhalen.11 Feuilleton 11 Beurs 12 Scheepsberichten 12 Economisch nieuws12 Sport 13 De vaste rubrieken van pag. 3 treft de lezer vandaag aan op pag. 5. Dit nummer bestaat uit twintig pagina's Advertentie Advertentie In effen - streep of ruit 3U mouw. Ook in Tinneroy. Pletvrij. Vanaf 16.75 't Is betaalbaar bij ANEGANG 19 - HAARLEM La Fontaine: Wie teveel wil winnen, verliest alles. De vandaag door onze Koningin uitge sproken Troonrede bevat een ongewoon groot aantal belangwekkende en concrete verklaringen. Ze zijn niet alle even duide lijk geformuleerd uiteraard, want in een staatsstuk als dit kunnen nu eenmaal geen zware spijkers met koppen worden ge slagen omdat er alleen een grote lijn in dient te worden aangegeven maar men kan er toch wel veel informatiefs van al lerlei aard in vinden, zij het hier en daar tussen de regels door. De alinea waarnaar velen het nieuwsgie rigst zijn geweest die over Nieuw-Gui nea is hoogst belangrijk, belangrijker zelfs dan menigeên had verwacht (ook al moet juist met betrekking tot deze alinea sterk tussen de regels door worden gele zen). Van belang is in de eerste plaats de verklaring, dat „de bevolking van Ne derlands Nieuw-Guinea" waarmee dus, naar men mag aannemen, zowel leden van de Nieuw-Guinea-raad als andere Papoea's bedoeld zullen zijn „zich voor een ver antwoorde keuze omtrent eigen toekomst vrij en onbedreigd moet kunnen oriënte ren, overal waar zij dit wenst." Dus ook, bij voorbeeld in Djakarta; ook in Washing ton; ook in New Delhi en in andere plaat sen waar die Papoea's stellig niet te horen zullen krijgen dat hun toekomstig heil in een blijvende band met Nederland ligt. Minstens even belangrijk is de verkla ring dat de regering „van haar zijde zal onderzoeken welke wijzigingen in statuut en grondwet nodig zijn." Dit zinnetje zegt misschien weinig, maar verraadt heel veel. Want waarvoor zouden er wijzigingen in statuut en grondwet nodig kunnen zijn? Voor het geval dat de bevolking van Nieuw Guinea over tien, twintig of meer jaren rijp zal zijn voor autonomie en dan ver anderingen in de verhouding tot Nederland zou kunnen wensen? Welnee, daar hoeft het huidige kabinet zich nog geen zorgen over te maken en de Troonrede loopt dan- ook nooit zó ver op de gebeurtenissen voor uit. Er is maar één omstandigheid denk baar waaronder het tegenwoordige kabi net het nuttig kan achten, de „noodzaak" van wijzigingen in statuut en grondwet te gaan onderzoeken: de omstandigheid na- mèlijk dat ér rèkêning wordt gehouden mét het losmaken van Nieuw-Guinea uit het Koninkrijk in de zeer nabije toekomst, dus lang vóórdat de Papoea's rijp voor zelfbe stuur zijn, wellicht zelfs nog tijdens de be windsperiode van het kabinet-De Quay. En als daarmee rekening wordt gehouden, betekent dit dat men ook in Den Haag niet meer zo vast gelooft in een door Ne derland te verzorgen en tot een goed einde te brengen opvoeding der Papoea's tot po litieke (en economische) zelfstandigheid. Dat is een evolutie van de grootste beteke nis. Wellicht is die tot stand gekomen als gevolg van de peilingen die de regering in de afgelopen maanden „in vele landen" heeft laten doen omtrent de mogelijkheid om de Verenigde Naties bij de kwestie- Nieuw-Guinea te betrekken, peilingen die ongetwijfeld aan het licht hebben gebracht dat het tot dusver door Nederland ingeno men standpunt inzake Nieuw-Guinea in de ogen van weinig (of geen) met ons be vriende mogendheden op den duur houd baar is. Maar hoe dit ook zij, het stemt tot voldoening in deze passage van de Troonrede een aanwijzing te vinden dat Den Haag nu bezig is, zijn al te starre opvattingen op dit punt los te laten of, op z'n minst, de wijziging ervan voor te be reiden. Iets vreemds schuilt er in de, overigens stilistisch nogal abrupte, aanhef van deze Troonrede. Dat nadruk zou worden gelegd op de noodzaak van hechte samenwerking tussen de Atlantische bondgenoten en op krachtige deelneming van Nederland aan die samenwerking, was bij de huidige in ternationale situatie te verwachten en met deze zinsneden zal danook elk demo- cratisch-denkend mens instemmen. Maar waarom onze vorstin de opmerking in de mond gelegd dat „de bereidheid van de Westelijke mogendheden om tot een vreedzame oplossing van het geschil (de Berlijnse crisis) te komen, niet aldus mag worden verstaan als zouden concessies kunnen worden bedongen die wezenlijke waarden in gevaar brengen?" Nederland is, gelukkig, niet rechtstreeks be trokken bij het geschil om Berlijn en als er straks aan Westelijke kant concessies (van welke aard ook) zouden worden ge daan, zijn het de drie bezettende machten Amerika, Engeland en Frankrijk die deze concessies doen. Zolang het Berlijn betreft, dus de positie van onze grote bondgenoten in Berlijn en op de toegangs wegen tot die stad, kan en mag men onder „de bereidheid van de Westelijke mogend heden" uitsluitend de bereidheid van de drie genoemde landen verstaan. Indien er al naar de Nederlandse bereidheid in dat opzicht wordt gevraagd, wat zeer te betwijfelen is zou dat hoogstens pro forma gebeuren, in de Noord-Atlantische Raad. Nederland heeft daarin geen veto recht en kan ook anderszins nauwelijks enige invloed uitoefenen op de politiek van de Grote Drie inzake Berlijn. Daarom kan men zich slechts verwonderd afvragen waarom het wenselijk is geoordeeld, in een Nederlandse Troonrede een opmer king op te nemen over de vraag, hoe de Westelijke houding betreffende Berlijn wel of niet „mag worden verstaan". (Vervolg op pag. 3)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 1