DE Het geheim van de vuurtoren DEDODENLIJST VAN ADRIAN MESSENGER Cel verkieslijker dan schandpaal AMERIKAANSE PUBLIEK KOOS SLECHTST GEKLEDE MANNEN PANDA EN EESTEK.43PHEFFER de Wie in de „stok" zat, was in de aap gelogeerd Ows vervolgverhaal DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1961 11 PHILIP MACDONALD Oorspronkelijke titel: The list of Adrian Messenger EREPALM VOOR KROESJTSJEV "ii t.,6 }- V v ,v i' A 'sOÈ$^ ',wv v - v 7tc jYvQffaf T -, 2—3. Dolf en Ben, twee schoolvrienden, waren in de zomervakantie met hun fami lie gelogeerd in het aardige, rustige vis sersdorpje Zeeduin. Daar beviel het hun best, hoor. De hele dag konden ze genie ten van de heerlijke zeelucht en de zon. En over huiswerk hoefden ze hun hoofd niet te breken, dat was er niet bij. Vervelen deden ze zich niet, o, nee, I hoor. Er was altijd wel iets voor hen te doen op het strand of in de duinen. Maar dat ze binnenkort een spannend avontuur zouden beleven dat wisten ze nog niet! 41) Maar waarom zou ze tante Mildred niet vragen Raoul uit te nodigen? Ja, waarom eigenlijk niet? Ze had den allemaal toch al de wens te ken nen gegeven Raoul te ontmoeten, niet waar? Ze ging achteruit zitten, stak een sigaret op, en lette op tante Mildred in afwachting van de gelegenheid om een gesprek te beginnen. De markiezin had net een brief uit New York opengemaakt. Ze zei: „O, deze is van Mary!" en doorliep het velletje nieuwsgierig. „Het schijnt dat ze zich nu veel beter voelt... O, en ze heeft wat ze noemt een heel charmante brief gehad van die ga lante Fransman." Ze keek naar Joce- lyn. „Tussen twee haakjes, lieveling, heb je nog wel eens iets van hem gehoord?" „Ja," zei Jocelyn. „Dat heb ik wel." Ze voelde dat ze bloosde, maar kon er niets aan doen. „En dat je hem nog wel eens zult ontmoeten?" De jonge ogen van de markiezin stonden zeer belangstel lend. „Ja, dat denk ik wel." Jocelyn bloosde nu niet meer. „Ik had u eigenlijk willen vragen, tante Mil dred, of u..." „Kijk eens!" zei de markies plotse ling. „Dat is ook toevallig!" Zijn ge bruinde gezicht met de witte snor kwam van achter The Daily Picture vandaan. „Daar zitten jullie te praten over die Saint-Denis en ik kijk onder wijl naar een portret van hem." Hij strak een lange arm uit en overhandig de de krant aan zijn vrouw. „Hij ziet er bijzonder goed uit ook. En dat is een bijzonder aardig meisje, waar hij mee is." „Hmmm..." Lady Gleneyre keek van Jocelyn naar de foto en toen weer naar Jocelyn. Ze gaf haar de krant zonder iets te zeggen. Jocelyn keek naar de foto en toen naar wat er onder stond. Het onder schrift luidde: „Tijdens een lunch in de Société de Paris hadden Raoul Saint-Denis en de Franse ballerina La Nicole, die op het ogenblik in Londen zoveel opzien baart, een apartje..." Weer een schaduw! Niet van het verleden dit keer, maar kennelijk van het heden. Jocelyn was in gedachten al bezig de nog niet voltooide brief in duizend stukken te scheuren. En dan, tenslotte, de keer dat Scot land Yard opbelde naar Stukeley Gar dens met het nieuws dat het jacht van Anton Koeroedzjian de haven van Southampton was binnengekopen. Vastberaden, maar zonder veel te verwachten, stond Anthony de volgen de ochtend heel vroeg op en reed naar Southampton. Het kostte hem weinig moeite te ontdekken dat zijn prooi in Hotel Majestic logeerde en tegen twaalven was hij in de suite van de Koeroedzjians, de man gelukkig afwe zig, en hij in een juist begonnen ge sprek met de vroegere lady Pomfret. Ze zag er veel meer uit en ge droeg zich veel meer als iemand die Pomfret heette dan als een Koeroed zjian. Ze was een typisch voorbeeld van dat verdwijnende soort waarvan men zegt: „Ze is van adel, weet je." Ze was lang, kennelijk zeer gezond en zat opvallend goed in elkaar. Te ruggekeerd van de zee had ze de va- kantiekleding van haar huwelijksreis verwisseld voor êen mantelpakje van tweed, dat een uitstekende coupe had. Ze was verre van onaantrekkelijk, met haar zachte huid en haar een beetje vooruitstaande tanden, en ze Kon ook goed luisteren. Anthony's wat omslachtige introductie van zichzelf liet ze voorbijgaan zonder hem te on derbreken. Om vijf over twaalf was hij zodoen de zover dat hij terzake kon komen. Hij zei: „Waar het dus op neerkomt is dat zowel de uitgevers van Mes senger als zijn executeur testamen taire en dat ben ik proberen zo veel mogelijk gegevens te verzame len om zijn boek toch nog gepubli- ceerdte krijgen. Hij glimlachte ver ontschuldigend. „Ik hoop dat ik dui delijk ben." „Maar natuurlijk." Mevrouw Koe roedzjian liep over van behulpzaam heid. „Maar ik begrijp niet hoe ik u zou kunnen helpen. Francis kende majoor Messenger helemaal niet zo goed, ziet u. Ik bedoel, er bestond geen hechte vriendschap tussen hen of zo." „Dat weet ik." Anthony glimlachte. Het enige wat ik wil doen is u een paar vragen stellen. U moet weten dat we erg veel moeite hebben om overlevenden te vinden van de specia le episode uit de oorlog, waarin we geïnteresseerd zijn..." Hij hield plotseling op, in een prach tige voorstelling van iemand die plot seling iets ingevallen is. „Ik vraag me af," zei hij, „of Messenger zelf wel eens getracht heeft met u in con tact te komen?" baasd. „Nee, dat heeft hij niet ge daan. Hij zou me trouwens toch niet hebben kunnen vinden. Ik heb hem nooitontmoet, ziet u." „O,'op die manier." Anthony stond zich toe even een terneergeslagen in druk te maken. „Heeft Messenger dan misschien wel eens contact ge zocht met Sir Francis zelf? Na de oor log bedoel ik." Mevrouw Koeroedzjian dacht even n,a. „Ik geloof het niet", zei ze lang zaam. „Frank had het wel eens een enkele keer over hem, maar ik ben er zeker van dat ze niet bij elkaar geweest zijn. Dan zou ik het geweten hebben. Frank vertelde me altijd alles." „Mag ik dan aannemen, dat hij met u ook over zijn ervaringen uit de oor log heeft gesproken? In het bijzonder die uit Birma?" Ze knikte nadrukkelijk. „Dat mag u. Vooral over Hugo Dalton natuurlijk en over de Dacoits." „Dat is bijzonder interessant." An thony bedwong zijn stijgende opwin ding. „Dat was juist de operatie waar naar ik u had willen vragen." „Dan treft u een deskundige." Ze glimlachte teder, en Anthony kwam tot de ontdekking dat hij haar bij zonder aardig vond. Ze zei: „Die ar me Frank! Die eerste maanden na dat hij gewond naar huis was ge stuurd, kon hij over niets anders pra ten misschien omdat ze gevangen geweest waren „Gevangen geweest?" Anthony was een en al aandacht. „Ik wist niet dat er mensen van Dalton in gevangen schap geweest waren." Voor de tweede keer sinds hij deze zaak onderhanden had kreeg hij (en wederom door Sara PomfretKoe roedzjian) het gevoel iets belangrijks op het spoor te zijn. Hij hield van spanning zijn adem in. En juist dit ogenblik koos zij om zich bewust te worden als gastvrouw tekortgeschoten te zijn! En hij moest dus wachten tot zij wat rondgeschar reld had en voor hen beiden iets in geschonken had tot hij haar op het on derwerp terug kon brengen. Hij zei: „We hadden het over die mensen van Dalton, die gevangen ge nomen waren..." „O ja," ze ging op de leuning van een stoel zitten en nam een teugje uit haar glas. „Ze waren allemaal van de „Zwarte Ram"-colonne, dat was de afdeling van majoor Messen ger. Zwarte Ram was hun codenaam. Ze liepen allemaal in de val vlak voordat ze het radiostation dachten te bereiken, dat ze wilden uitschakelen. De meesten van hen werden gedood en de rest gevangen genomen. Ze za ten maar drie of vier dagen vast, maar op de een of andere manier bleef het in Franks gedachten. Ik denk dat het was omdat die gemene Ca nadese sergeant hen zo verraden had..." Ze dronk weer van haar sher ry. zich volkomen onbewust van de bom die ze had laten vallen. „Dat lijkt me juist wat ik nodig heb." Anthony hield zichzelf uitste kend in bedwang. „Een Canadese ser geant zei u? Wat deed hij precies? Een ontsnappingsplan verraden of zo?" „Hoe hebt u dat zo geraden?" Me vrouw Koeroedzjian keek hem met onschuldige verbazing aan. „Dat was het inderdaad. Om zichzelf een bete re behandeling te verzekeren bracht hij de Jappen over welk plan Frank en majoor Messenger hadden opge steld om te ontsnappeen. En merk waardigerwijze was hij volgens Frank anders toch een uitstekend soldaat... Wederom was haar stem in de stil te ondergegaan en wederom moest Anthony zich in bedwang houden. „Ik vraag me af," zei hij, „of u zich zijn naam nog herinnert?" (Wordt vervolgd 35-19 35. „Eigenlijk vind ik het maar wat fijn, dat we weer gaan bouwen", zegt Pingo tegen zijn vriendjes, „hameren kan ik toch zo goed!" Als ze dan nog een lief klein meertje zien liggen zijn ze opgewonden van plezier! „Hier wonen, en dan 's morgens naar het water kijken, vanuit je bed!", zegt Polle. „Hoera!", roept Pingo, en maakt een luchtsprong, „dit wordt de plek! Hier zetten we een huisje neer!" Het woord „stokbewaarder" is nog wel I bewaard gebleven. Het is tot ons gekomen via de Bijbel (Hand. 16) en het woord spreekt voor zichzelf. En dan is er nog een andere soort „stok", ons beter bekend als de „schandpaal", waarin de gestrafte met de polsen geklonken werd. Wie kent niet de aardige reklameplaat voor rookta bak, waarop een in 17e-eeuwse kledij ge stoken gevangene in de schandpaal, mid den op het marktplein, ten aanschouwe van eenieder een trekje uit een lange gou wenaar mag nemen van een medelijdende I voorbijganger: „Van Rossums troost!" Natuurlijk waren bepaalde strafmetho- den internationaal. Dat keken de regeer ders van elkaar af. Zo kan men heden ten dage in Engeland I nog heel wat van die strafwerktuigen er- gens op straat of op een marktplein aan treffen. Enigeland is nu trots op zijn ver leden en spreidt de overblijfselen daarvan dan ook gaarne ten toon. Natuurlijk zal het niet iedere toerist op vallen, want zulke spectaculaire zaken zijn die geselpalen en stokken nu ook weer niet. Meestal kwam de veroordeelde op een bankje te zitten (natuurlijk zonder rugleu ning) en moest hij zijn benen dagenlang recht voorui+ gestrekt houden met de en kels in het blok. In de meeste blokken of stokken zitten vier gaten, om zo nodig twee veroordeelden tegelijkertijd te kunnen straffen. Een oude prent geeft er zelfs een weer, geschikt voor vier gestraften, doch op deze afbeelding zitten er slechts twee in opgesloten, een gerechtsdienaar in uni form ter bewaking naast hen. De beide boosdoeners zitten gezellig te kouten en een hunner rookt zelfs een kort stenen pijpje. De „pillory" was wat bij ons vroeger de „kaak" heette of ook wel „schand paal". Dus die van „Van Rossums Troost" met drie gaten respectievelijk voor het hoofd en de handen. Wanneer deze strafmethoden voor het eerst zijn toegepast weet men niet met ze kerheid. Wèl staat vast dat in Engeland EEN VERENIGING van Amerikaan se herenmodeontwerpers en maatkleer- makers, de „Man's apparel guild of Cali fornia" heeft de namen van de best- en de slechtst-geklede mannen-van-het-jaar bekendgemaakt. Vier prominenten delen de eer, tot de slechtst-geklede heren van 1961 verkozen te zijn: Nikita Kroesjtsjev, Adlai Stevenson en de filmacteurs Mar lon Brando en Jackie Gleason. De zes overige hekkesluiters zijn Fidel Castro, de hertog van Windsor, president Nas ser, Howard Hughes, de Italiaanse film producent Federico Fellini en de ex- filtnster Adolphe Menjou, die eens als het toonbeeld van de „perfect gentle man" gold. President Kennedy's kledij verwierf de hoogste lof: hij is tot de best- geklede man van 1961 uitgeroepen. DE HEER THORSON, directeur van het Guild, heeft verklaard dat deze resultaten verkregen zijn door middel van een opinie peiling die zes maanden gevergd heeft. De ondervraagden, gewoon voorbijgangers op straat, kwamen tot het volgende oordeel: Kroestjev: een dikkerd met een broek en een colbert die hem als zakken om het lijf hangen; Stevenson: loopt met gaten in zijn schoenen; Brando: hij moest weten dat de tijd van de opzettelijke verwaarlozing van het uiterlijk voorbij is. Gleason: een regenboog van kleuren combinaties die een terging voor het oog heid gelegen herbergen en kroegen binnen te gaan en iedereen die zij daar aantrof fen in de stok te sluiten. Een strafwerk tuig vlak in de buurt van de tempel was in zulke gevallen wel gemakkelijk... Knoeiende kooplieden werden op gelijke wijze gestraft, hetgeen het voordeel had dat de marktbezoekers (en dat waren vrij wel alle dorps- en stadsbewoners) nu goed gelegenheid hadden des bedriegers uiter lijk in zich op te nemen. Vandaar dat op sommige plaatsen schandpalen en stokken op of nabij de markt zijn geplaatst. Dat men ook in vroegere eeuwen het be grip rationalisatie reeds kende moge blij ken uit het feit, dat er zelfs mobiele stok ken bestonden. Men verreed doodeenvou dig dergelijke gevallen naar de plaats waar men ze nodig had. Vindingrijke geesten bedachten vele va riaties op het thema „stok", want de mens heeft altijd gehouden van iets nieuws. In Ashby-de-la-Zouch in Leicester shire is een horizontaal schandblok te zien, waarin de vingers van een veroor deelde konden worden vast geklemd. Hij kon dan evenmin ontsnappen als wanneer zijn benen, handen of hoofd ingesloten waren. PRESIDENT KENNEDY verwierf zijn uitverkiezing aan het feit dat hij volgens het publiek „echt-Amerikaans, keurig en conservatief" gekleed gaat. De andere bestgeklede 1961-ers zijn, oud president Eisenhower (de nonchalante zwier van een landgoedbezitter); de film ster Cary Grant, de honkballer Roger Ma- ris (een „voorbeeld voor de jeugd"), ex- premier Eden van Engeland, de Ameri kaanse diplomaten Averell Harriman en Henry Cabot Lodge, honkbaltrainer Leo Durocher, de acteur Craig Stevens en de makelaar Daniel Reeves. Het Man's apparel guild" zal in oktober in Palm Springs, California, de prijzen aan de best geklede mannen uitreiken, als ze komen willen tenminste ONZE VOLKSTAAL kent een ontelbaar aantal uitdrukkingen voor de ge vangenis, bijna evenveel als voor het borreltje. Een man heeft „gebromd", een aantal jaren „opgeknapt", in de bajes, de lik, de nor, de petoet of de doop fezeten en zo kunt u nog een hele tijd doorgaan. Maar één uitdrukking voor iet gedwongen verblijf achter de tralies is in het vergeetboek geraakt: de „stok". Zo zei men vroeger van iemand, dat hij „in de stok gezeten had" een term die ontleend was aan het gelijknamige strafwerktuig de stok of het „blok" waarmee in zekere zin de humanisering van onze strafrechtpleging begonnen is. Het was een houten blok met uitsparingen, waarin de misdadigers tot straf met hun benen ingesloten, en dan publiekelijk te kijk gesteld werden. Dat was, in die verre tijden, een heel milde straf in vergelijking tot het radbraken, de geseling en talloze andere martelingen die toen bij de rechtspraak aan de orde van de dag waren. Maar de „stok" was ook een heilzame straf, want niemand wordt gaarne in het openbaar bespot of verguisd en dat was het lot van degeen die „tot den stok" veroordeeld werd. Daarom ging er van die straf ook een niet geringe preventieve werking uit; meer wellicht dan van alle vrijheids straffen die in afzondering uitgediend moesten worden. Velen zullen inderdaad de eenzame opsluiting in een donkere cel verkozen hebben boven de publieke schande van blok of stok. zijn; Castro: een harige verschijning in een khaki-werkpak; Nasser: zijn sombere kleren roepen herinneringen op aan de bendeleden uit de tijd van Damon Ronyon (de geestige be schrijver van de Amerikaanse onderwe reld in de jaren '20 en '30); De hertog van Windsor: de mo de die hij draagt, was gisteren al oud nieuws; Hughes: zijn loshangende kleren en zijn eeuwige gymnastiekschoenen doen ver wachten dat hij gekleed en wel naar bed gaat; Fellini: de keuze van zijn kleding be ledigt het o:e evenzeer als sommige van zijn films; Menjou: een voormalig leider op mo degebied. Zijn huidige keuze is oudbakken. zeggen, „en er moet natuurlijk nodig iets voor de ophef fing van overontwikkelde zaken gedaan worden, maar ik weet niet of het wel helemaal te vertrouwen is en daarom heb ik u meegenomen. U bent zo'n scherp opmerker, nietwaar?" Op dat ogenblik kregen de heren het nieuwe genootschapsgebouw in het oog, en deur waarder Wrongelsma hield verrast de pas in. „Maar dat is opmerkelijk!" riep hij uit. „Ik ken dat gebouw. dat wil zeggen, niet het gebouw, maar de plaats waar het staat! Hier placht zich een bijzonder insolvente de corver huur derij te bevinden, waar de laatste tijd nogal bedenkelijke praktijken werden bedreven. Héé dit geeft te denken!" Er was geen woord van het gespro kene dat Panda en Brauswasser ontging. door koning Edward III reeds in 1350 werd bevolen, dat elke stad een stok moest aanschaffen en dat 26 jaar later het zelfde voor alle dorpen gold. Geen wonder dus, dat in Engeland nog vrij veel van deze strafwerktuigen te vinden zijn. Soms had men ter bezuiniging één der opstaande posten iets langer gemaakt dan nodig was. Die paal deed dan tevens dienst als geselpaal. Soms zijn de stokken van ijzer, metalen beugels in de vorm van een bril, onder welke naam ze dan ook in Engeland plaatselijk bekend staan („spec tacles"). Opvallend is dat vele schandpalen en stokken vlak bij het kerkhof staan. Dat had ook alweer een reden. In vroegere tij den was in Engeland het verzuimen van een kerkdienst namelijk een strafbaar fe:t tenzij een aanvaardbare reden kon worden opgegeven. De kerkwachters hadden tot taak om tijdens de dienst de in de nabij- In Bilton, Warwickshire, toont men de be zoekers een mobiele stok waarin twee boosdoeners tegelijk gesloten konden worden. 53. Op het zien van de twee naderende wandelaars zocht de heer Brauswasser snel dekking, waarbij hij de verbaasde Panda met zich meesleepte. „Wat moet dat?" vroeg Panda. „Is er soms iets?" „Ssst!" siste de decor-verhuurder. „Als die ondeugdelijke persooon mij herkent, zal hij bij voorbaat alle genot bederven dat mijn licht-opwekkende drank mij kan bieden.Intus sen waren de beide anderen nu zo dicht genaderd, dat ook Panda hem herkende. De ene was de heer Nagel been en daar uias dus niets merkwaardigs aan; maar de andere was de vriend die hij beloofd had mee te ne men bij zijn bezoek aan het Genoorschap tot Opheffing van Overontwikkelde Zaken, en dat was niemand min der dan deurwaarder Wrongelsma! „Het is een heel in teressant genootschap," hoorden zij de heer Nagelbeen Links: Een combinatie van geselpaal en „stok" die in het plaatsje Coles Hill in Warwickshire (Engeland) te zien is. Het geval was hoog aan een gevel bevestigd, opdat iedereen de veroordeelde in zijn schande kon aanschouwen. Zij is voor het laatst gebruikt in 1863. Hierboven: In Ashby-de-la-Zouch in Leicester shire, bewaart men nog een oude „vingerstok". Dat deze strafmiddelen dikwijls in goe de staat aan ons zijn overgeleverd is mis schien ook wel een gevolg van een oude Engelse wet, die bepaalde, dat verwaarlo zing van de strafwerktuigen kon leiden tot het ontnemen van het marktrecht aan het dorp of de stad in kwestie. Voor een stad was het mogen houden van markten na tuurlijk van onschatbare betekenis, zodat men wel zal gezorgd hebben, dat de stok ken en schandpalen behoorlijk onderhou den en tijdig vernieuwd werden. Voor het laatst werd in Engeland van de stok ge bruik gemaakt in 1865 in Rugby. k

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 11