Werkgroep Rotterdams Toneel met „Einer von uns" van Mansfeld Chefarine .4 1 N.Ph.O. gaf concert voor leden van de Stichtingsraad Stijn Streuvels negentig jaar 11 ENS KN nn Franz-Paul Decker dirigent van R.Ph.O. Streuvels begiftigd met hoogste onderscheiding van België Rijksgoedkeuring voor televisiestudiobouw Mousselinezoutloos blijspel van Louis Veilebij Studio Krachtige bestrijding va n p ij n of griep natuurlijk DINSDAG 3 OKTOBER 1961 7 T zonder de maag van streek te makent n t y Het Nederlandse chanson (Willy van Hemert gast regisseur bij de Vlaamse t.v. De radio geeft woensdag 7 elevisiefiror*rmnma HET STUK „EEN VAN ONS" (Einer von uns) dat de werkgroep van het Rotterdams Toneel dit weekeinde in het repetitielokaal van de Schouwburg te Rotterdam heeft uitgebracht, getuigt zoal niet van een volgroeid dramatisch talent dan toch in ieder geval van persoonlijke moed van de schrijver Michael Mansfeld. Want het is lang niet iedere Duitser gegeven om het gros van zijn landgenoten zo gevoelig op hun tenen te durven gaan staan. Mansfeld beschuldigt hen er namelijk van dat, zelfs als zij het Nationaal Socialisme niet actief steunden, zij toch meestal te laf waren om er zich eerlijk en openlijk tegen te keren, reden waarom ieder van hen dus eigenlijk mede-schuldige was. In een brief van deze jonge schrijver aan regisseur Onno Molen kamp vinden we dan ook de uitspraak: „Die Schuld, die Deutschland mit und wahrend des II Weltkrieges auf sich geladen hat und die in Deutschland zu wenige einsehen wollen, hat mich weitgehend von meinem Land entfernt". HET STUK SPEELT zich af in de wacht kamer en op het perron van een station in de buurt van de oostelijke grens van West Duitsland, waar een contingent krijgsge vangenen uit Rusland wordt terugver wacht. Twee ouders wachten er op hun zoon, een jonge vrouw op haar geliefde, een andere vrouw op haar man en een officier van Justitie op een oorlogsmisda diger die hij moet arresteren. En, o toe val, wanneer door een luidspreker het re gistratienummer van een terugkerende krijgsgevangene, die ziek geworden is, om geroepen wordt, blijken zij allen op de zelfde soldaat te wachten. Het onvergefe lijk schematische van deze opzet is hier mee al voldoende aangegeven, maar dat neemt niet weg, dat, als we deze gecon strueerde samenloop eenmaal accepteren, er een tweetal problemen op uiterst intel ligente wize in vorm blijken te hebben gekregen. Ten eerste dus de vraag naar de schuld van diegenen die op bevel van hun meer deren oorlogsmisdaden hebben uitgevoerd De schrijver neemt hier zonder meer stel ling voor de gedachte dat een goede óffi- cier speciaal dient te weten, welke beve len hij niet behoort op te volgen. Ten tweede blijken alle wachtenden een onder ling zo verschillend beeld bewaard te heb ben van degene op wie ze wachten, dat de schrijver Mansfeld, op het moment dat al deze verwachtingen op dezelfde persoon betrekking blijken te hebben, een soort gelijk effect bereikt als Pirandello in veel van zijn stukken (zoals b.v. „Wat is de waarheid" en „Zes Personages") n.l. het besef, dat we uit getuigenissen over iemands karakter, eerder de getuigen dan dat karakter leren kennen. IN EEN SERIE flash-backs wordt dan aangetoond dat alle personen uit zijn om geving de oorspronkelijk goedwillende sol daat hebben gemaakt tot wat hij uiteinde lijk is geworden: een oorlogsmisdadiger, waarmee dus ten duidelijkste ook de thuis wacht betrokken wordt in de collectieve schuld aan de oorlogsmisdaden. Het moet ons dus wel met voldoening vervullen uit het programma te vernemen dat „Einer von Uns" op het ogenblik in verschillende Westduitse theaters gespeeld wordt en daar grote indruk maakt op het publiek. Overigens delen de dialogen van deze schrijver in het bezwaar van de bovenom schreven opbouw van het stuk: ze munten niet uit in waarschijnlijkheid of natuurlijk heid van toon. De personages in de wacht kamer blaffen elkaar telkens op een ake lig geforceerde manier aan en rennen dan naar een ander om die weer in het gezicht te schreeuwen dat „alles toch volkomen waanzin is." De regie van Onno Molen kamp had hieraan veel kunnen verhelpen door een schijn van spontane beweging in de mise-en-scéne te bewaren en vooral door de tekstregie erop te richten dat niet ieder een elkaar krampachtig en op topkracht zou blijven aanschreeuwen, hetgeen nu de indruk van ongeloofwaardigheid van dit to- neelgebeuren nog voortdurend kwam ver sterken. ONDANKS DEZE GEBREKEN in de re gie, die ook telkens voor te hoge tempi en verkeerde intonaties zorgde, zagen wij goe de rollen van Wim Grelinger als de vader, van Trees van der Donk als een mooie starre officiersdochter en van Sacco van der Made als een langzaam uit zijn rechts Advertentie leder tablet Chefarine „4" bevat 4 beroemde geneesmiddelen, die elk afzonderlijk in de hele wereld beroemd zijn geworden. Een van deze middelen is Chefarox en dient In het bijzonder om de maag te beschermen. Ook zij die een gevoelige maag hebben kunnen zonder be zwaar Chefarine „4" gebruiken. Het is een ideaal middel om pijn of griep snel en doel treffend te bestrijden. 4 BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN ÉÉN TABLET Bij pijn, griep of landerig" gevoel zorgt een enkel labiel, dat U met plezier Uw werk kunt doen! Kokera 20 tabletten f 0.80. Het bestuur van de stichting „Rotter dams Philharmonisch Orkest" heeft in overeenstemming met de heer Eduard Flipse besloten naast hem als dirigent van bet R.Ph.O. te benoemen de heer Franz- Paul Decker, die deze functie per 1 sep tember 1962 zal aanvaarden. Franz-Paul Decker, geboren in 1923. stu deerde na zijn eindexamen aan de staatshoge- school voor muziek te Keulen directie en compositie bij prof. Eugen Papst en prof. Philipp Jarnach en tegelijkertijd aan de Keul se universiteit muziekwetenschappen, peda gogie, psychologie en volkenkunde. Na het staatsexamen voor directie in het voorjaar van 1944 werd hij aangesteld als koor- en orkestdirigent bij het Staatstheater in Giessen. Na de oorlog volgde zijn aanstelling als diri gent bij de Keulse Opera en tevens als lei der van de beroemde Kölner Manner Gesang Verëin. In september 1946 werd hij uit 150 kandi daten gekozen om in Krefeld de leiding op zich te nemen van de symfonieconcerten, de opera en de volksmuziekschooi. In de herfst van 1950 werd hij eerste dirigent bij het Staatstheater in Wiesbaden, waarna hij in september 1953 werd benoemd tot vaste dirigent van het Stedelijk Orkest van die stad als opvolger van Carl Schuricht. Sedert september 1956 is Franz-Paul Decker eerste dirigent van het symfonie-orkest van Bcrchum, kundig evenwicht geslagen officier van Jus titie. John Lanting als de jonge soldaat sprak zijn hele tekst op dezelfde verbaasd- kinderlijke toon, zonder dat het duidelijk werd wat hij daarmee beoogde. Petra Verbeek en Jetty van Dijk-Riecker gaven hem wel wat erg stevig van katoen, wat juist in dit stuk, dat aangewezen was op een grote soberheid, zo slecht op zijn plaats was. De ontwerper van de stemmige strakgrijze decorstukken toonde voor de ze soberheid wel degelijk begrip. De voor stelling werd onofficieel bijgewoond door Prinses Irene, die hiermee weer eens blijk gaf van haar grote en oprechte belang stelling voor het toneel. Hans van den Bergh mm Maandagavond had in het gemeentelijk Concertgebouw het jaarlijkse concert plaats van het Noordhollands Philharmonisch Orkest voor leden van de Stich tingsraad van het orkest. De zaal was voor een goed deel bezet met vertegen woordigers van het provinciaal bestuur, de colleges van Burgemeester en Wet houders en leden van de raden der gemeenten welke deel uitmaken van de Stichtingsraad van het N.Ph.O. Burgemeester Cremers speldt de heer J. Eggelte, die veertig jaar violist is bij het N.Ph.O., brons verbonden Oranje-Nassau, op. de eremedaille in aan de Orde van GOETHE werd tweeëntachtia iaar. Biörnsterne Björnson achtenzeventig, Tolstoï tweeëntachtig, Knut Hamsun eenennegentig, Thomas Mann tachtig, en vandaag zal Stijn Streuvels de negentigjarige leeftijd bereiken. Wat is het. dat hen in deze patriarchale eerwaardigheid verbindt, dat hen met deze lange adem begiftigde die met een zo ontzagwekkend levensgeduld weerstand bood aan de tijd, aan de lasten van een hoge ouderdom, aan de dood? Het is de geest der epiek, die geen haast maakt met het leven, met de vertelling van het grote levensverhaal, elk seizoen zich vol trekken laat volgens de regelmaat van de natuur en bereid is zich krachtens een tijdeloze wetmatigheid te doen voltooien. Steeds, van de vroege tijden van het epos tot de moderne epische roman, was epiek verbonden met natuur. Tolstoï gunde de neerschietende havik zijn prooi, streelde een berkeboom en schreef „Oorlog en Vrede", waarin naar zijn zeggen „iets van de Ilias" zou zijn. En dat hij als grijsaard de indruk maakte van een natuurgod was niet door het profetendom van zijn Kreuzersonate-ethiek, maar door de homerische vertelkracht, de brede golfslag in zijn onmetelijke meesterwerken, waarin het tedere samengaat met meedogenloos oergeweld. Datgene wat Stijn Streuvels groot maakte was van eenzelfde oorsprong: het was natuur, en wie de pasteibakker Frank Lateur, die als Stijn Streuvels aan de Vlaamse taal de grote adem, de machtige branding van het epische schonk, een natuurtalent noemt, brengt hern de hulde die hem als een der groten van de letteren toekomt. IK SCHRIJF UIT DE herinnering, zon der zijn werken erop na te lezen: wat is mij uit het omvangrijke oeuvre van deze homerische negentigjarige bijgebleven wat is het beeld dat het in mij in de loop van veertig jaren heeft nagelaten? Streu veis is zo zie ik hem een boom, met zijn zwaar-geaderde -wortels één met de aarde, knoestig, gekerfd, verweerd Men kan uit zijn bemoste schors „De Vlaschaard" en „Het leven en de Dood in den Ast" woord voor woord aflezen. Elk werk is een tak, in elke zin van dat werk stroomt het mysterieuze levenssap, in de kroon zingen kinderstemmen in de wind en het geheel, het werk van zeventig le vensjaren, is mét en in de seizoenen ge groeid tot een epos van natuur-mens en mens-natuur. HET ZAL WEL DE INDRUK van mijn eerste kennismaking met dit gedreven pro za zijn, met „De Bomen" uit de bundel Najaar" (1909), die me deze vergelijking ingeeft. Dat jeugdwerk was, als men het zo noemen wil, nog impressionistische woordkunst, maar van een taalkracht al, die in „De Vlaschaard" een hoogtepunt zou bereiken en dan, twintig jaar later bij na, nóg één: in „Het Leven en de Dood in den Ast" groots werk, dat in een ge leidelijk rijpen tot stand was gekomen. Streuvels wilde niet gekweekt worden in de broeikas van de school, noch in die van de litteratuur. Hij wilde groeien, uit zich zelf, in zichzelf, met de heimelijke zeker heid dat er een innerlijke humus is, waar in een elementair talent als het zijne voed sel moet zoeken om tot wasdom te komen. De uitnodiging van Karei van de Woestij ne tot medewerking aan het baanbreken de tijdschrift „Van Nu en Straks" moet dat nog vage vertrouwen van de jonge schrijver van „November-idylle" zijn debuut bevestigd hebben. „LENTELEVEN", waarmee hij als achtentwintig-jarige zijn „officiële" entree maakte in de Vlaamse litteratuur, was be schrijvingskunst, vingeroefening, poging tot zelfbevestiging, zelfbevrijding van een door geen „Dorpslucht" te temmen onaf hankelijke geest, die in die jaren iets voor ogen moet hebben gestaan van een crea tie, zoals zijn grote voorbeelden een Hamsun, Tolstoi, Gorki aan de over macht van woorden hadden weten te on derwerpen. Er was in deze Deurnese jon geman, in deze banketbakker, een schrijf woede gaande, die hem in enkele jaren tijds het Vlaams-dialectische taalkoloriet met brede strepen deed uitsmeren in werk na werk, waarvan „De oogst" te vin den in de bundel „Zonnetij" van 1900 een overrompelend getuigenis werd van zijn kunnen. Jarenlang is dit felle, oerna- tuurlijke jeugdwerk representatief geble ven voor zijn schrijverschap, voor zijn fa talistische levensgevoel, dat stellig on der invloed van het naturalisme, maar meer nog krachtens eigen aandrift het kostbare mensenleven onderworpen voel de aan de macht van de elementen: zon, wind, regen,- aarde, duistere, vruchtbare, onverwoestbare, onverbiddelijke aarde, die doet groeien en sterven met dezelfde on aandoenlijke kracht. DE DOOD NAM in zijn jeugdgeschriften een grote plaats in de gewelddadige, noodlottige dood, overeenkomstig het gro teske, animaal-driftige primitivisme, dat zijn boerenvolk van zwoegers in de greep houdt. Ik denk aan „Langs de wegen", zijn eerste roman geloof ik, aan deze mens-op- de-akker; èn ik denk aan „Stille avonden" drie jaar later geschreven, nadat Streu vels de bakkerij vaarwel had gezegd en op zijn „Lijsternest" te Ingoyghem was neergestreken om het niet meer te verla ten. Er was een milde rust in hem geko men, waarin hij, zelfstandig nu, afscheid kon nemen van „zijn oude omgeving", zijn dorp, zijn huis, zijn kamertje, en een „in nige groet aan alles wat mij daar omringd heeft" bracht. Toen, in die overgangsja ren van „Het Lijsternest',' van zijn huwe lijk, werd hij vrij voor een epos als „De Vlaschaard". Ik herinner me uit een bun del, die kort hieraan voorafging „Het uitzicht der dingen" één schets in het bijzonder; de details ervan zijn me ont schoten, maar wel weet ik dat ik geen pro za ken. waarin het zo aanhoudend-door dringend regent, zo dicht mist en de mensverlatenheid van het landschap zo on verbiddelijk is als in die éne vertelling. Tot het innerlijk leven van de mens richtte Streuvels zich pas later, in „Dorps lucht" (1914), waarin het tweede deel zich alle tijd gunt om het zieleleven van het jonge meisje, dat naar Lourdes gaat, te ontplooien en te doen groeien, zoals een gewas groeit, blad voor blad niet boei end altijd, te gedetailleerd daarvoor, maar in zijn gestaagheid, in zijn menselijke na tuurlijkheid, van een stille overtuigende kracht. LANGZAAM RICHTTE de mens zich in .Streuvels' werk op, klein in zijn zwoegen, groot in zijn nietigheid. Maar evenmin als hij de natuur verfraaide tot lieflijk decor, verhief hij de mens boven diens duistere geaardheid van dierlijke drift en de eerste wereldoorlog stelde hem in het ge lijk. Wat hij in zijn dagboek „In oorlogs tijd" waarheidsgetrouw aantekende, onbe- invloed door de emotionele stromingen van zijn geteisterde land, werd hem door menigeen niet in dank afgenomen, en zo dook hij nog dieper weg in zijn lijsternest, in de beslotenheid van zijn gezin, om in de wereld van het kind, van zijn dochter .Prutske", de ongereptheid weer te vin den, die de ervaring hem beschamend ont nomen had. Streuvels heeft het kind won derwel verstaan zijn „Kerstekind" met de frêle stemmingstover van het gods dienstige is van een tederheid en een be grip waar ik met geen beschrijving aan zou willen raken. Plaats daarnaast „Het Leven en de Dood in den Ast", plaats Prutske tegenover de dode landloper uit dit sterke, mannelijke proletariërsverhaal van „de Ast" en tussen deze beide polen van Streuvels' talent zullen de vonken overspringen van het innigst menselijke naar het oerkosmische, in een ruimte zo groot dat ze alleen van een eenzame hoog te af te overzien is. Raymond Herreman heeft naar aanleiding van de in 1948 verschenen roman „Beroering in het dorp" Streuvels een olympisch schrijver ge noemd, die onbewogen toeziet op het men- selijk-kleine, zonder te veroordelen, zonder zichzelf te verheffen, maar toch verheven boven het klein gedoe op deze in het heel al wentelende aarde. Het was niet gering schattend bedoeld, dit woord van Herre man over Streuvels' „olympische onbewo genheid", in tegendeel: men denkt aan Tolstoi, die op zijn ahorn-troon zat en neer zag op dit menselijk bedrijf. Men denkt aan Goethe's Prometheus, die mensen vormde, aan de slottaferelen in het twee de Faust-deel, aan al datgene wat alleen van het aards bestel verhaald kan worden in de brede golfslag van de zee, die zich in de taal herhaalt als epiek. Zo, als episch schrijver, staat Streuvels daar dan met zijn negentig jaren gewor teld in de Vlaamse aarde, onvermurw baar in de eenzaamheid van zijn hoge ouderdom, groots, in die grootsheid haast ongenaakbaar, als een boom, knoestig, gerimpeld, verweerd, door menselijkheid. En dit laatste is het grootste, het meest grootse in hem: de mens-natuur, die zich tot de kroon van zijn levenswerk vertakt heeft. Bij gelegenheid van zijn negentig ste verjaardag is de Vlaamse auteur Stijn Streuvels (pseudoniem van dr. Frank Lateur) heden door Koning Boudewijn begiftigd met de hoogste Belgische onderscheiding, het groot lint van de Leopoldsorde. In vrijwel alle Vlaamse bladen zijn heden en gisteren huldigingsartikelen versche nen, waarin de jarige door Vlaamse collega's wordt gelukgewenst. Onze litteraire medewerking C. J. E. Di- naux schrijft in het hiernaast afge drukte artikel over Streuvels' Beteke nis voor het Nederlandse taalgebied. De staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. Y. Scholten heeft aan de lunch, die gisteren is aangericht ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van de Nederlandse Te levisie Stichting, medegedeeld, dat de re gering goedkeuring heeft verleend voor de bouw van de eerste definitieve tele visiestudio in Hilversum. Dit eerste nieuwe televisiestudiocom plex zal worden gebouwd in het omroep- kwartier van Hilversum. Het vergt een investering van ongeveer 3,4 miljoen gul den. Het complex zal een grote decor- en montageloods omvatten, alsmede twee studio's elk met een vloeroppervlakte van 600 m2. Daarnaast zullén nog di verse ruimten worden ingericht benevens een kantine. LEZING VAN DR. MELCHIOR VOOR VOLKSUNIVERSITEIT UITGESTELD De lezing die dr. A. Melchior vrijdag 6 oktober, voor de Volksuniversiteit in het Minerva Theater te Heemstede, zou hou den over Oost-Afrika is wegens ziekte van de spreker voor onbepaalde tijd uit gesteld. DE VOORZITTER van het N.Ph.O., de heer W. Mensink, opende de avond; hij ging de oorzaak van deze telkenjare weer blijkende belangstelling na, en kwam tot de conclusie dat het vroegere stedelijke or< kest steeds meer een integrerend onderdeel van het provinciale culturele leven gaat uitmaken. Hij begroette op deze avond in het bijzonder de heer B. Wagemans van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer J. Daniskas, rijks inspecteur van het muziekonderwijs, en mr. dr. P. J. Witteman, voorzitter van de Raad voor de Kunst. De heer Mensink sprak er zijn vreugde over uit dat het orkest, mede door bijdragen der subsidie gevende gemeenten, thans tot eenenzeven tig leden is uitgebreid. Hij vestigde de aandacht op het 150-jarig bestaan van het orkest dat in 1963 luister rijk gevierd zal worden. De burgemeester van Haarlem, mr. O. P. F. M. Cremers, betrad vervolgens het spreekgestoelte met een verrassing voor één der oudste or kestleden: hij kon de heer J. Eggelte, die veertig jaar als violist aan het orkest ver bonden is, mededelen dat het de Koningin had behaagd hem de ere-medaille in goud verbonden aan de orde van Oranje-Nassau toe te kennen. Hij roemde de heer Eggelte als een goed vakman en een algemeen ge- waardeerd collega. NADAT HET WILHELMUS geklonken had, begon het concert met „Passacaille et Cortège" van Matthijs Vermeulen, twee delen van een in 1930 gecomponeerde to neelmuziek bij het lustrumspel „De Vlie gende Hollander" van Martinus Nijhoff. Hierna volgde de Italiaanse Symfonie van Mendelssohn, terwijl na de pauze de Advertentie ZEEDUFFEL water afstotend winddicht kleurecht vanaf leeftijd 7 jaar ƒ35.- voor sportkleding PAARLAARSTEEG 1 HET ERBIJ-ARTIKEL OVER J. J. SLAUERHOF In het zaterdag jongstleden in Erbij ge publiceerde herdenkingsartikel van C. J. Kelk over J. J. Slauerhoff is van redactie wege de betiteling tandarts Van de in het artikel genoemde heer D. Hessels gewij zigd in tandtechnicus. De heer Hessels is echter tandheelkun dige. DE HEER LOUIS VELLE is een Frans man en een toneelspeler. Wat is dus na tuurlijker dan dat hij een paar blijspelen heeft gemaakt? De toneelgroep Studio is zo vriendelijk geweest er daarvan één, het kluchtig niemendalletje „Mousseline" op het repertoire te nemen. Bij de première door „Studio", zondagavond in het Amster damse Centraal Theater, vielen daarvan helaas voornamelijk de gebreken in het oog. Het begin mikte al direkt op een sfeer die men in Nederland „echt Frans" pleegt te noemen. Een jongen en een meis je geven elkaar ellenlange kussen en stoeien ondeugend rond op een sofa. On nodig te zeggen dat het oproepen van een dergelijke sfeer, waarin we geneigd zijn iedere gewaagde opmerking met een mil de glimlach te accepteren, geen garantie is voor een avond reëel vermaak. Er dient dan óók nog wel een poging ondernomen te worden om iets wezenlijks over de lief de en aanverwante zaken op te merken. Welnu daarvan was, bij de verwikkelin gen rondom het zoeken naar een geschikte partner voor het wel wat érg onbedorven meisje Mousseline, weinig te bespeuren. LOUIS VELLE heeft voor zijn mager gegeven links en rechts leentjebuur ge speeld bij Molière en Marivaux, maar kwam nergens tot de scherpte van karak ter- of situatietekening van de een, of de subtiele psychologie van de ander. Wat wij te zien kregen was eigenlijk een serie van steeds dezelfde, behoorlijk stompzin nige misverstanden: A praat met B over C maar B denkt dat A het over D heeft, waardoor de complicaties voor het grijpen liggen. Bovendien kon men bepaald niet in het uitgangspunt van de schrijver geloven: een goedwillende voogd wil zijn pupil niet met de eerste de beste imbeciel, in casu de neef van een schurkachtige vriend, la ten trouwen. Deze oliedomme neef werd overigens bijzonder vlot en grappig, zij het erg gechargeerd, gespeeld door Jack Horn, die er een parodistisch maar goed gelijkend portret van regisseur Johan Wal- hain van maakte. Deze zou als regisseur een beter resultaat hebben kunnen berei ken als hij uitzonderlijk veel gecoupeerd had. De vier bedrijven namen zeer veel tijd in beslag en schuimtaart is geen ge recht dat men uren achter elkaar kan eten. De wei wat erg „pakkerige en wijd lopige" regie werkte nog extra ver moeiend: de spelers klampten zich bij na genoeg iedere zin aan elkaar vast en lie pen teveel over het brede toneel heen en r, weer' wat geen bewegelijk maar een on- L. J. t. Uinaux rustig toneelbeeld in de hand werkte. Ad Noyons en Liesbeth Struppert m „Mousseline" van Louis Veile- IN EEN WAT VAAL en kaal decortje zag men verder eigenlijk alleen meer dan middelmatig toneelspel van de beide ac trices, die vorig jaar eindexamen deden aan de Arnhemse toneelschool. Liesbeth Struppert nam de onwezenlijk zoete Mous seline voor haar rekening en maakte er iets heel charmants van en Anna-Marie Prins, die ook voor de opmerkèlijk vlotte vertaling had gezorgd, excelleerde met een mooi accent als de mallotige barones Nathalie. Een echte vrolijke voorstelling is het al met al niet geworden, hetgeen men Studio dus maar zeer gedeeltelijk kan aanreke nen: Louis Veile had geen echte mogelijk heden voor blij spel geschapen met zijn ook in de meest letterlijke zin stijlloze stuk, waarin de zouteloze humor zo nu en dan werd afgewisseld door morbide grap pen a la mode américaine (over de gruwe lijke jeugd van een der hoofdpersonen) en door sprookjesachtige toespelingen op het verleden van een knecht, die een prins „uit een heel ver land" blijkt te zijn. Mousseline zelf bleek een cocktail van niet bij elkaar passende ingrediënten, die wel Frans smaakte 'maar écht niet wilde mous seren. Hans van den Bergh Spaans-Belgische pianist Eduardo del Pue- yo solist was in het tweede Pianoconcert van Franz Liszt (in A). Het concert werd besloten met het symfonisch gedicht „Till Eulenspiegel" van Richard Strauss. Aan gezien dit programma gelijk is aan dat hetwelk hedenavond als opening van het abonnementsseizoen wordt uitgevoerd, zal er gelegenheid zijn nader op het gebodene terug te komen. Na afloop van het concert gaven B. en W. van Haarlem een receptie in de Gra- venzaal van het stadhuis. A A riKOND/G/NGEfï n BESCHOUW!fiGEN Bestaat er zoiets als het Nederlandse chanson? En zo ja, waar is het dan? De V.P.R.O. had er gisteravond een televisie uitzending voor over om te weten te ko men of de Nederlandse toon- en tekstdich ters in staat zijn een eigen Nederlands gen re te produceren, dat enigszins waard is om met bepaalde buitenlandse specialitei ten te concurreren. Wat eruit gekomen is, mag nog niet als een eindresultaat worden gezien, omdat dit kleine „festival" in twee delen is gesplitst en pas over zes weken zijn tweede deel beleeft. De eerste op brengst was erg mager. We zullen 'de „vo calisten" zwijgend voorbijgaan, en ons tot de liederen zelf bepalen, want daar ging het ten slotte om. Hier en daar viel een oorspronkelijk fragmentje, zowel in toon als in woord, te beluisteren, doch een „schlager" kwam nergens te voorschijn en het was en bleef zoals het ook in het ver leden altijd geweest is: zoet, flauw, klein tjes. Een vreemde keus deed een groot deel van de jury door het „Lekker lig ger-epos als het beste te betitelen. „Lek ker liggen" had weliswaar een grotere een heid tussen muziek en tekst dan de andere liedjes, doch een eenheid die naar onze mening bereikt was door zowel muziek als tekst uit de niemendalletjesbron te putten. We noemen geen namen, doch de enige deskundige deed een betere keus! Het pu bliek moest met de „applausmeter" zijn voorkeur uiten een instrument dat geen enkele waarde voor de kwaliteit van het subject heeft en eigenlijk niets anders dan een variété-aardigheidje is. De kijkers thuis kunnen nog per briefkaart hun voor keur laten weten en daar komt dan mis schien nog iets betrouwbaars uit, althans: voor zover de smaak van het grote pu bliek een graadmeter voor kwaliteit kan zijn. Beeldschermer BRUSSEL De Nederlandse regisseur Willy van Hemert zal voor de Vlaamse televisie het stuk „Biedermann en de Brandstichters" van Max Frisch regisse ren in een van de studio's van de Vlaamse televisie. Van Hemert is daar dezer dagen het terrein reeds gaan verkennen. Hij heeft toen tegen een Vlaamse journalist ge zegd, dat hij toekomst ziet in werk voor de Duitse en eventueel de Vlaamse tele visie. „Ik weet niet of ik in Nederland nog voor de televisie zal kunnen werken. Ik word daar door de omroepverenigingen nog altijd een beetje als man van de VARA beschouwd. Eigenlijk is dat voor een t.v.- regisseur idioot. Ik kan toch „De Dood van een Handelsreiziger" niet gaan regis seren in naam van de Partij van de Ar beid? HILVERSUM I. 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. VARA- 19 30 VPRO. 20.00-24.00 VaRA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.20 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw 9.10 Kookpraatje. 9.15 Gram. (9.35—9.40 Waterst VPRO: 10.00 Schoolradio. VARA: 10,20 Voor de huisvrouw. 11.00 Lichte muz. 11.30 Gevar. progr dansmuziek. 12.30 Land- en tuinbouwmeded 12.33 Voor het platteland. 12.38 Pianoduo. 13.00 Nieuws. 13.15 Hammondorgel en zang 13 45 Van Icarus tot X 15, lezing. 14.00 Gram. 15.00 Waarom doen wij aan politiek?,, toespraak. 15.10 Voor de t 00- Hamm°ndorgelspeI. 17.20 Lichte muz. 17.50 Regermgsuitz.: Het emigratiepraatje van H A. van Luyk. 18.00 Nieuws en comm. 18.20 Me- 5o°,Pn0l^;°^- 1850 Act' 19 00 Voor de kinderen. 19.10 VARA-varia en gram. 19.20 Een woord voor goede verstaanders, lezing. VPRO: 19.30 Voor de J®"ldu.VARA: 2c-00 Nieuws. 20.05 Lichte muziek. zu.35 Aestig jaar levenservaring, lezing. 20.50 De man met het hamertje, hoorspel. 21.55 Het puik 99 An Za +e kelen muzikale lezing. 22.30 Nieuws. 22.40 Actual, problemen. 22 55 Pianorecital. 23 25 Jazzmagazme. 23.55—24.00 Nieuws II. 298 m. 7.00—24.00 NCRV. 7 02. Nleuws- 710 Gram. 7.30 Gewijde m.u,z' 7 50 M®dttatie. 8.00 Nieuws 8.15 Radiokrant, .55 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9 55 Gram 9 40 X.°« o? Vr0UW 1010 Gram' 1(1 15 Morgendienst. 10.45 Pionier van het leven, hoorspel. (3). 11.55 urnmu Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Meisjeskoor en instrumentaal kwintet 12 53 ac(v 13 00 Nieuws. 13 15 Lichte muziek. 13.45 Gram. 15.00 Jeugdconcert. 15.45 Progr. over hobby's. 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Gram. 18.00 Regeringsuitz.Plaats en functie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Drs. J. B. van Hall, hoofd van de Cen trale Boekerij, spreekt over: Ervaringen in de Centrale Boekerij van het Koninklijk Instituut voor de Tropen. 18.10 Kamerkoor. 18,30 Het spek- trum, lezingen. 18.45 Gram. 19.00 Nieuws en weer- wtn.L PP d,eft21a£ af' PraatJe 19 Leger des Heilskwartier. 19.30 Radiokrant. 19 50 Gram 20.10 Vocaal ens. en Bach-orkest m.m.v. sol. 21 00 De ie~dse Geloofsbelijdenis, lezing 2120 Mil. ork. 21.50 Achter de voorpagina, rep. 22 00 Strijk- 2-Mtïpi t 8 Nieuws. 22 40 Avondoverdenking nDUc^ïenr„I.euws' 23 55-24.00 Nieuws. dKUIsSÉiL. 324 m. 12.00 Nieuws 12.02 Gram. 12 30 Weerber. 12.35 ,i nn uUr?beI' 13 00 Nieuws. 13.15 Klass. muz. 14.00 Schoolradio. 15.00 Ork.concert 16 03 PveYv^in is'1? ®"ge,se les 16-25 Orkestconcert (verv.l. 16.45 Lichte muziek. 17.00 Nieuws. 17 15 Kamermuz. 17.50 Boekbespr. 18.00 Gram 18 10 h„eninor?1al en. (i'osofie. 18.30 Voor de soldaten. 18.50 Sportkroniek. 19.00 Nieuws. 19 25 Voetbal- rep (Om 20.15 Kiankb.). 21.20 Lichte muz 2130 Lichte muz 22 00 Nieuws. 22 15 Volksmuz. 22.55 Nieuws. 23.00 Voor de zeelieden. VOOR DINSDAG NJ?Lj:9.3f! agrarisch nieuws. 20 00 Journ 20.20 Officiële manifestatie t.g.v. het 10-jarjg be staan v. d. NTS. 20.30 Iphigeneia in Aulis, opera. VOOR WOENSDAG NTS 17.00 Jeugdjourn. KRO: 17.10—17.40 Voor (fn' NTS: 20.00 Journ. en weeroverzicht YiSn1 2?n2 £ct NTS: 20 35 Onbekend talent VARA: 21.05 Document, film. NTS- 21.50 Ame rikaanse volksliederen, balladen en spirituals.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 7