DE DODENLIJST VAN ADRIAN MESSENGER GUPA PAPOEA-POLITIESCHOOL KAN NOC NIET OP GROTE SUCCESSEN BOGEN PANDA EN DE MEESTER*OPHEFFER RODENT Het öeheïm van de vuurtoren KLOKKUKEN - EEN MOEILIJK VAK Nijpend tekort aan hoger kader nieuw \Ratten- MUIZsWi?^ vlokkenV,; ïïüf iiF brrlfiipn tijh Polle, Pellï PimMo llilï Ons vervotgverhaai DINSDAG 10 OKTOBER 1961 9 PHILIP MACDONALD Oorspronkelijke titel: The list of Adrian Messenger Armband overleefde twee „ijstijden" Stop met kneedbaar hout I van Ceta-Bever Melk in blokken ROEIT ZE GENADELOOS UIT 200 jaar geleden 51. „Goed zo, kleintjes! Trek maar stevig door, en je zult zien, hoeveel kokos- I jammer!" „Dat is nog het ergste niet! Maar het begint hier kokosnoten te regenen, noten jullie dat oplevert!" „Ach kijk nouT, daar breekt het touw! Wat is dat nu en daar kunnen we niet tegen! Laten we maar maken, dat we weg komen!" UIIIIQMUIIIII miiminniii 57) Hij ging achteruit zitten en sloeg de nieuwe uitdrukkingen van zijn toe hoorders gade: Lucas bezorgde, As- ton-Phibbs die steeds meer op een aristocratische kabeljauw leek nu hij zijn mond open liet hangen, en de hoofdcommissaris opgewonden. Aston-Phibbs herstelde zich het eerst. „Ingenieus," mompelde hij. „Het ruikt naar chicane natuurlijk, maar het is hoogst ingenieus." „Het is briljant," de hoofdcommis saris sloeg met een vuist op tafel. „Briljant! Zoiets moet slagen!" Hij keek verheugd naar Anthony. „Waar om ben je hier niet eerder mee ge komen?" Hij wreef zich de handen. „Als we dit goed aanpakken, kan het niet mislukken!" „Ja," zei Anthony. „Natuurlijk- Maar dan blijft er nog een vraag, en een heel belangrijke. Wat gaat u met hem doen als u hem hebt?" „Wat bedoel je nu in 's hemels naam?" Als hij gespannen was werd Duncan Outram steeds meer de vroe gere militair en steeds minder een politieman. „We arresteren hem, we laten hem terechtstaan en we hangen hem op!" „Dat arresteren lukt wel, denk ik." Anthony haalde zijn schouders op. „Maar ik ben bang dat u niet \fèr- der komt." Hij wees naar Lucas. „Kijk maar eens naar hem, hoofdcom missaris, hij begrijpt wat ik bedoel." Lucas knikte somber, maar Aston- Phipps vroeg: „Wat dan?" „Dat we die man niets ten laste kunnen leg gen," zei Anthony nadrukkelijk. „We hebben geen enkel bewijs tegen hem. Ik ben bang dat de officier van justi tie niets zou willen weten van een ver volging. We weten wat Swaab gedaan heeft en waarom hij het gedaan heeft, maar onze kennis is gebaseerd op waarschijnlijkheid. Werkelijk bewijs materiaal tegen hem hebben we niet. Er is in feite geen enkel bewijs dat al die doden niet het gevolg zijn ge weest van echte ongelukken... „Wacht nu eens eventjes!" Duncan Outram sloeg weer op zijn bureau, ■naar nu met nijdig opgetrokken wenk brauwen. „Wat de anderen betreft kun je gelijk hebben, maar hoe staat het met Gleneyre? En met dat klipzout? Wat dacht je daarvan? Dat is het duidelijke bewijs van de opzet tot moord zou ik zo zeggen! En als we dat plan van jou uitvoeren en die man bewegen te voorschijn te komen, kun nen we hem confronteren met alle mensen in Deyming die hem ontmoet hebben terwijl hij zichzelf Bronson noemde! Ik maak me sterk dat dan toch wel iemand hem zou herkennen, hoe hij zich ook vermomd mocht heb ben. En dan zouden... dan zouden ze..." Hij raakte buiten adem en begon te hoesten. Anthony maakte van de ge legenheid gebruik. „Natuurlijk heb ik klipzout op dat paard gevonden", zei hij, „en stellig was dat afkomstig uit een geweer. Maar kunnen we be wijzen wie dat geweer heeft afgescho ten? Of zelfs dat het schot gericht is geweest op dit paard?" Hij schudde zijn hoofd. „Dat kunnen we niet. Als we dus Swaab te pakken krijgen en emand vinden die hem identificeert als Bronson zou hij alleen maar hoeven toe te geven dat hij zich daarvoor had uitgegeven. Ik kan hem in gedachten horen: „Ja, ik heb in Deyming ge logeerd onder de naam Bronson. Een man kan zich noemen zoals hij wil, zolang hij dat niet doet om iets on wettigs te doen... Waarom ik dat ge daan heb? Omdat ik de voorvaderlij ke bezittingen eens wilde zien zonder op te vallen, en Swaab lijkt wat te veel op Swabborn... Ja, ik heb mijn hoofd kaalgeschoren. Er is toch geen wet die dat verbiedt? In het bijzonder niet als je een hoofdinfectie hebt gehad... Waarom ik anders loop en spreek? Waarom ik ouder leek? Ik wist niet dat ik dat deed, het moet gekomen zijn van die buikaandoening die ik van het water in Medeshire gekregen heb..." Anthony hield op. „Zo zou ik door kunnen gaan", zei hij, ad libitum et nauseam. Maar ik zal jullie sparen. Wel wil ik nog opmerken dat Bron son Deyming een week voor Gleney- re's dood verlaten heeft." Hij stond op om naar het bureau te lopen, waar hij zijn sigaret in een asbak deponeerde. „We moeten de feiten onder ogen zien," zei hij. „Tenzij we door ge luk of verstand werkelijk bewijsmate riaal te pakken kunnen krijgen kunnen we Swaab niets maken. Zoals de za ken er nu voor staan zal elke rechter hem vrijspreken bij gebrek aan be wijs. We kunnen nu eenmaal geen mensen gaan ophangen op basis van het feit dat ze iets waarschijnlijk ge daan hebben, dan zou onze recht spraak al zijn zin verliezen." Hij stopte en grinnikte verontschul digend. „Nu graag orgelmuziek," zei hij. Hij ging terug naar zijn stoel en wachtte tot iemand iets zou zeggen. Niemand zei echter iets. Ze wachten op hem en hij moest verder gaan. Hij zei: „Jullie weten wat onze grootste moeilijkheid is, niet? We heb ben te maken met iets heel nieuws. Iets dat je niet mogelijk zou achten behalve in sensatieverhalen, waarin je te maken krijgt met zulke lugubere fiburen als Dr. X of De Professor." Hij keek om zich heen. „Maar nu hebben we in werkelijkheid met zo'n figuur te maken." En hij voegde er langzaam aan toe: „Een massamoor denaar, die nooit fouten maakt!" Hij keek somber. „Een man," zo voegde hij eraan toe, „wiens schaduw wordt..." Hij haalde zijn schouders op. „En dat is alles," zei hij. „Iemand nog ideeën?" Sir Duncan Outram en Sir Egbert Lucas wisselden in stilte een blik. Maar Sir Ronald Aston-Phibbs schraapte zijn keel. „Ja," zei hij en nam het woord. Twee uur later vinden we hem weer aan het woord tijdens een lunch met de minister van binnenlandse zaken zelf, waarop ook een ander personage dat een belangrijke post bekleeddde op buitenlandse zaken, aanwezig was. Aston-Phibbs was bezig verslag uit te brengen over de bijeenkomst van die ochtend op Scotland Yard. „En dit acht ik het moment," zei hij juist, „te verklaren dat de analyse van Geth- ryn ongetwijfeld juist is. Welke be zwaren men ook kan hebben tegen het schoolmeesterachtige, intolerante en agressieve optreden van de man, toe gegeven moet worden dat hij dit soort vraagstukken bijzonder knap weet aan te pakken. Zijn gevolgtrekkingen kun nen zeker niet genegeerd worden." De minister van binnenlandse zaken plukte nadenkend aan zijn miezerige snorretje. „Begrijp ik," zei hij, „dat die gevolgtrekkingen bedoeld zijn om ons te weerhouden de jonge markies politiebewaking te geven? Ook al ziet het er naar uit dat hij ernstig gevaar loopt ver... vermoord te worden?" „Ja," zei Aston-Phibbs. „Maar er zijn nog andere factoren, die ik nog wilde vermelden. Factoren die het ge vaar van de toestand verminderen. Factoren, waarvoor wij zelf kunnen zorgen, zodat van een bepaald sy steem sprake is." Hij maakte een boog van zijn vingertoppen en keek zijn toehoorders onderzoekend aan. „Een systeem dat de instemming van de politie voor wat hen betreft, heeft gekregen en van Gethryn voor wat Lady Gleneyre betreft." Hij pauzeerde, niet zonder effect. „Ik heb persoonlijk het gevoel," ver volgde hij, „dat het vinden van be wijsmateriaal tegen George Swaab al leen maar een kwestie van tijd kan zijn. Onze politie, die zo bijzonder volhardend is, moet zoiets stellig voor elkaar kunnen krijgen als zij voldoen de tijd tot haar beschikking heeft, en als ze in die periode niet belemmerd wordt door de druk, die een bedrei ging van de jonge Gleneyre zou in houden. Zo'n periode wordt verkregen als Lady Gleneyre met haar kleinzoon kort na Kerstmis Engeland verlaat, zoals we van Gethryn hoorden dat de bedoeling is. Voor een reis bovendien, die wel enige maanden zal duren." „Wat bedoelde u met dat „bepaal de systeem" waar u het over had?" vroeg de man van buitenlandse zaken. „En mag ik ook vragen wat buiten landse zaken met dit alles te maken heeft?" (Wordt vervolgd) Een verkoopster in Almelo, mejuffrouw A. Otten, stelde dezer dagen vast, dat een cliënte een gouden armband droeg die pre cies geleek op het sieraad dat zij zelf twee jaar geleden bij het schaatsen op de ijs baan in Bornerbroek had verloren. Het was een schakelarmband, gemaakt uit een ou de horlogeketting. Mejuffrouw Otten ver telde dit aan haar cliënte, die toen zonder meer de armband af deed en zei: „Dan is dat uw armband'. Het bleek, dat de armband de afgelopen winter door een broertje van de klant (die merkwaardiger wijze ook de naam Otten draagt, maar in Bornerbroek woont) in het ijs van de baan was gevonden. Men deed aangifte bij de po litie, maar toen niemand zich als de ver liezer meldde, besloot de vrouw het sie raad maar zelf te dragen. De armband heeft dus een jaar in het 's winters als ijsbaan dienende boerenland gelegen en is daarna weer in het ijs terecht gekomen, waar hij eindelijk werd gevonden. Advertentie In Amerika kunnen de huisvrouwen sinds kort bevroren melk van hun melk- slijters kopen. Het „blok" melk wordt in met plastic versterkt papier verpakt. Men levert de diepvriesmelk eens per 14 dagen af bij klanten die een koelkast hebben. Deze methode betekent een grote bespa ring op de bezorgkosten. - (Consu) ALSOF HET EEN demonstratiepeloton in Nederland is, zo correct exerceert op het terrein van de politieschool in Hollandia de afdeling Papoea-politie agenten tijdens de dagelijkse vlaggeparade. De mannen dragen de groene pakken van de Nederlandse soldaat, compleet met de (eeuwig verfomfaaide) vechtpet en zijn uitgerust met Mausergeweren, die veel te zwaar voor hen zijn. Maar de opleiding vordert. Men is nu reeds zover dat met de Papoeanisering van de hogere rangen een begin is gemaakt. Velen menen dat dat eerder had moeten gebeuren, want de onderbezetting is huiveringwekkend groot. HET OPLEIDEN van het Papoepolitie- korps is echter niet eenvoudig. Vele leer lingen kennen, als zij op de cursus komen, lezen noch schrijven. De accenten vallen bij de opleiding soms ook op onderwerpen waar men in Nederland gedachteloos aan voorbijgaat: klokkijken bijvoorbeeld. Een van de vreemde aspecten van de oorspronkelijke papoeamaatschappij is, dat deze nauwe lijks een tijdsrekening heeft, noch in uren, noch in jaren. Toen de burgerlijke stand van de Papoea's moest worden opgesteld, kon vrijwel geen enkele papoea zijn leef tijd opgeven. Volkenkundigen moesten mee met de ambtenaren van de burgerlijke stand om de leeftijden te taxeren. Een idee van tijd beperkt zich tot zulke vaagheden als nacht, dag en avond. Ronden van tien dagen... DAARENTEGEN is een van de gevrees de instructie-onderdelen in Nederland, de zogenaamde stormbaan, voor de Papoea's kinderspel. Hij is een geoefend rimboelo per als hij op de opleiding komt. Langs hoge rekken klimmen, over boomstam men balanceren en onder lage ëekken doorkruipen is voor hem heel gewoon.Het feit dat hij het nu met schoenen van een kilo aan zijn voeten moet doen geeft wel problemen (en ook blaren), maar de aan passing aan zulke nieuwigheden verloopt snel. Als een 'agent in Holland een wijkje loopt behoeft hij in de regel slechts een jas aan te trekken, want over enkele uren is hij weer terug. De agenten in Nieuw-Guinea echter, moeten, als zij hun rondje gaan lopen, rekenen op een afwe zigheid van een week tot tien dagen. In die tijd moeten zij eten, slapen, drinken en dergelijke en wat daarvoor nodig is. wordt door de man zelf gedragen: ruim 30 kilogram! Hoewel men op basis van de kleu rige Tarzanverhalen en films zou ver onderstellen, dat een Papoea-agent, zich rap slingerend van liaan naar liaan voortbeweegt, ziet de werkelijkheid er an ders uit. Want wel komen er in de wilder nis van Nieuw-Guinea lianen en luchtwor tels voor, maar de begroeiing is daar zo, dat er voor fraaie zweefvluchten geen ruimte bestaat. Op de schietbaan is gebleken, dat de Mausergeweren waarmee de Papoe-politie bewapend is te zwaar zijn. Daarom be staan er plannen om ze te vervangen door de lichtere Belgische „FN" karabijnen, waarmee ook de rijkspolitie in Nederland is uitgerust, terwijl voorts reeds schiet oefeningen wordt gegeven met het uitste kende Israëlische machinepistool, de „Oezzi" (waarmee dus de Papoea-agent een slag voor ligt op de Nederlandse sol daat). Op de politieschool, die onder leiding staat van de heer R. W. Schmidt, houdt men streng de hand aan discipline. De grondgedachte is, dat aangezien de agen ten later orde en rust zullen moeten hand haven, zij eerst zelf een goed begrip moe ten ontwikkelen voor orde in de politieële zin van dat woord. Daarnaast moet veel tijd besteed worden aan lezen, schrijven, rekenen, e.h.b.o., hygiëne en overbrenging van berichten. Verder komen aan de orde specifieke politievakken als strafrecht,ver keersregels koken (in de rimboe) en rap porten schrijven. De laagste rang in dit korps is veld wachter tweede klas. Deze functionarissen zijn dikwijls nog ongeschoold en analfa beet. Hun inkomen bedraagt 33 gulden per maand plus een voedselpakket ter waarde van 60 gulden, vrije huisvesting, gas, water, licht en kleding. Een veld wachter eerste klas verdient 67 per maand plus de genoemde emolumenten. Dan klimmen de rangen op: politieagent tweede klas, politieagent eerste lkas, post,- huiscommandant, inspecteursrangen. Ho ger dan hoofdagent eerste klas is echter nog geen papoea geklommen. Legio open plaatsen De papoeanisering van de hogere rangen is een urgent probleem. Door de uittocht van teleurgestelde Indische Nederlanders dreigt een groot gebrek aan politie-inspec- teurs. Het waren in hoofdzaak deze uit Indonesië geboortige inspecteurs, die het politiecorps van Nieuw Guinea de laatste jaren leidden. De kansen om hen te ver vangen door Papoea's met een voldoende vooropleiding zijn gering. De Osiba (oplei- 69. Toen Panda eindelijk door de dienders Douwe en Drukker naar buiten werd gevoerd, wachtte hem daar de droeve aanblik van de gereedstaande boevenwagen met voorin de keurig geüniformeerde bestuurder. „Aha," sprak deze goedkeurend. „Ik zie dat gij de arrestant goed in bedwang hebt, collegae! Werp hem in de laad ruimte van dit voertuig, dan zal ik hem naar zijn grim mige bestemming rijden!" Dit hoefde hij tot de vaklie den Douwe en Drukker nauwelijks te zeggen, want die verstonden hun werk: en zo kwam Panda dus op onzach te wijze in het voor wetbrekers bestemde gedeelte van de wagen terecht. Onmiddellijk daarna werd de motor ingeschakeld en daar ging hij! Douwe en Drukker keken hem na. „Ziezo," sprak eerstgenoemde, „dat zit er weer op. We gaan ons weer bij de inspecteur melden en meedoen aan de jacht op de hoofddader. Dat is ene Joris Goedbloed, heb ik gehoord.Hier werd hij on derbroken door een klagende stem, die enigszins ondui delijk opmerkte: „Zeg heren dat is nu allemaal goed en wel, maar wat is dat voor een moderne ovvervlak- kigheid dat politie-agenten hier met mijn mooie, eigen toneelboom staan?" De spreker was de heer Archibald Brauswasser, die huiswaarts keerde na het nuttigen van zijn zacht-opwekkende dranken,en die met zijn woor den bewees dat hij nog steeds een scherp opmerker was. Het Amerikaanse General Electric- concern heeft de ontwerptekeningen gepubliceerd van een door deze fa briek te bouwen raket, waarvan de neuskegel tijdens zijn vlucht door de ruimte getransformeerd kan wor den tot een vliegtuig, dat dan in staat zou zijn, heelhuids op aarde terug te keren. De tekeningen ge ven een beeld van dit proces: Links boven: de neuskegel op de top van de startraket voor de lancering. Vier vinnen liggen gevouwen langs het lichaam van de kegel. Daar naast: de kegel vouwt zich open. Links onder: een der vinnen wordt afgeworpen. Rechts onder: de meta morfose tot glijvliegtuig is voltooid. De drie resterende vinnen vormen nu een compleet stel vleugels met roeren en remkleppen, die het vliegtuig en zijn bemanning veilig door de dampkring naar de aarde kunnen terugloodsen. dingsschool voor Inheemse bestuursambte naren) levert dit jaar slechts negen leer lingen af. Tientallen door Indische Neder landers verlaten bestuursposten in tal van overheidssectoren zullen door hen ver vuld moeten worden, maar hun aantal is daartoe veel te gering, terwijl verlaging der eisen evenmin mogelijk geacht wordt.. De heer N. J. Bonzet, hoofd van de al gemene politie illustreert het tekort aan hoger kader in dq.y.ojgende vergelijking. Een commissaris moet in Nederland vijf" jaar hbs en drie jaar politieschool in Hil versum hebben. In nieuw Guinea kan men commissaris worden via de inspecteurs die open staat voor mannen met PMS (ge lijk aan twee jaar mulo) en een summiere vakopleiding. Behalve het vertrek van de Indische Ne derlanders is ook de onlangs van kracht geworden verlofregeling een bron van zorg voor de politieautoriteiten op Nieuw- Guinea. Vele goede krachten zullen met verlof gaan en dat zal tot gevolg hebben dat het toch al onderbezette apparaat met moeite kan blijven functioneren. Advertentie Oprechte Saturdagse Haerlemse Courant den 10 October 1761 GRONINGEN den 3 October, Den 2 deezer zyn wederom opnieuw 800 Man Franse Troupen in de Stad Embden gekomen; De Vrees die de Inwo.onders dier Stad bevangen had dat er gelyke onordelykheden zouden voorvallen, als by den eerste Inrukking, ver oorzaakte dat het vluchten van Menschen met hunnen Goederen op gemelden Dag onbeschrijfelyk groot was, doch 's namiddags om drie Uuren zyn bovengemelde Fransen in zeer goede Orde in de Stad getrokken. Hierop wierd de Burger Trommel geroerd en afgekondigd dat men aan die Franse Troupen niets anders behoefde te geeven als Huysves- ting, Vuur, Zout en Zuur en dat een yder die gevlugt was, met zyne goederen zon der eenig leed konde wederomkomen en in geval zy niet binnen 2 x 24 Uuren we- derquamen, dat zy dan de militaire Exe cutie zouden moeten doorstaan. 3435. Kom, we kunnen nou wel gaan, er zal vannacht niets gebeuren! klonk de mannenstem. Hier in die ouwe keet is niets te beleven! Er klonken voetstappen, die zich van de schuur verwijderden. Hoorde je dat? fluisterde Ben ont daan. Ja, zei Dolf. Ik geloof, dat ze iets tegen meneer Blok in de zin hebben. Wie zouden het kunnen zijn? Ze waren in het hok hiernaast! Hij liep naar de deur en duwde die voor zichtig op een kier, zodat hij naar buiten kon kijken. Toen gaf hij een onderdrukte kreet pan verrassing. Wat is er? fluisterde Ben. Kijk 'es gauw! zei Dolf opgewonden. Bu.iten liepen twee mannen tegen de storm in. Eén van hen was de man met de zwarte baard!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 9