DE DODENLIJST VAN
ADRIAN MESSENGER
Hoe keizer Wenceslaus de Luiaard
jarenlang „bij verstek" regeerde
Vorstelijk gemakzucht leidde
tot een nuttige uitvinding
KLM-stewardess Riet Kremer
(15.000 vlieguren) met pensioen
PANDA EN DE MEESTER*OPHEFFER
Polle
<~Hoe is het ontstaan?">
Pin
Ons vervolgverhaal
AsMsMMWj. "M1
WOENSDAG 11 OKTOBER 1961
PHILIP MACDONALD
Oorspronkelijke titel:
The list of Adrian Messenger
VEEL GOEDS is er over Wenceslaus
IV, vierde koning van Bohemen, eigen
lijk niet te vertellen. Reeds als knaap
(hij aanschouwde het levenslicht in 1339)
was hij een pretmaker en luiaard van de
eerste grootte. Als jonkman ontwikkelde
hij een grote liefde voor de wijn. Hij
hleef deze liefde zijn leven lang trouw,
zodat hij in de geschiedenis voortleeft
als Wenceslaus de Dronkaard en als
Wenceslaus de Luiaard. De jacht, feest
gelagen en toernooien boeiden hem
ook nadat hij in 1378 koning van Bo
hemen en keizer van het Duitse Rijk
was geworden veel meer dan de zaken
GEEN „BEVLIEGING"
TERWIJL U DIT LEEST winkelt
K.L.M.-stewardess Riet Kremer in Mon
treal. Morgen vliegt zij door naar Mexi
co, waar zij een oud-collega hoopt te
ontmoeten en bij leven en welzijn zit zij
twee dagen nadien weer op hetzelfde
Schipholterras, waar wij vrijdagavond
een praatje met deze oudste dochter van
een bekende Groningse fabrikant maak
ten. Op haar blauwe uniform glansde de
gouden speld die zij een dezer dagen uit
handen van haar hoogste baas, presi
dent-directeur drs. E. H. van den Beugel,
had ontvangen ten teken van 15.000 vol
brachte vlieguren (om precies te zijn:
15.594 uur en 36 minuten op 1 septem
ber j.l).
van staat. Hij was bovendien een bijzon
der wreed man, die onder andere in een
conflict met de aartsbisschop van Praag
diens vicaris, Johannes Pomtik op gruwe
lijke wijze liet doodmartelen. Geen won
der dus, dat hij vooral onder adel en
geestelijkheid veel tegenstanders en
vijanden had. Zijn broeder Sigismund en
een zijner neven zetten Wenceslaus de
Luiaard in 1394 zelfs gevangen in een
burcht. Wel werd hij na enige tijd weer
in vrijheid gesteld, doch in 1400 werd
hem de keizerlijke waardigheid ont
nomen. Hij bleef toen nog slechts koning
van Bohemen.
Msg
OVERIGENS: die geheimstempelaar
was een bijzonder handige knaap. Hij
trok door Duitsland, naar de Zuidelijke
Nederlanden waar hij zich in Gent ves
tigde. Daar nam hij een paar jonge am
bachtslieden in dienst die onder zijn
leiding de eerste stempelfabriek van
Europa stichtten. Al spoedig regende het
opdrachten en binnen enkele jaren was
de Tsjech een rijk tnan. Op zijn riante
buitengoed in de omgeving van Gent zal
hij nog menigmaal met dankbaarheid
aan zijn luie koning teruggedacht
hebben.
N.V.O.
Dit woord:
SCHUILEVINKJE
52. „Dat is me een aardig stapeltje!", zegt Zeerob, „dat kon ons weieens goed
smaken ook!" Maar het stapeltje loopt lelijk gevaar, als de slokop erbij komt.
„Pas op!", zegt Zeerob, „je verslikt je nog!" Zometeen heb je de hele noot in
het verkeerde keelgat ook!" De slokop weet er echter zo goed weg mee, dat de
kleintjes amper aan één noot te pakken krijgen! Zeerob kümt bij Klaas bovenop
en zo gaan ze verder het eiland rond.
mMCtMIIIIMH
S' w m- m
58)
„Daar wilde ik het juist over heb
ben." Aston-Phibbs bekeek de man
met een ijskoude blik. „Waar ik op
doelde was, dat na het vertrek van
de Gleneyres scherpe controle moet
worden uitgeoefend op de paspoorten
van alle mensen met Amerikaanse of
Canadese achtergrond, die het land
willen verlaten. Ongeacht waar ze
heen gaan of waarom."
„Juist," zei de man van buitenland
se zaken. „Nu begrijp ik wat u wilt.
En daarvoor hebt u natuurlijk hulp
nodig." Hij peinsde. „Onder een zeker
klein voorbehoud geloof ik wel dat ik
het kan beloven."
„Een ogenblik alstublieft." De mi
nister van binnenlandse zaken plukte
weer aan zijn snor. „Ik ben bang
dat het veel te vlug voor mij gaat."
Hij keek naar Aston-Phibbs: „Zoudt u
mij wat meer details kunnen geven?"
„Gaarne," zei Aston-Phibbs zuur.
„De methode die wij willen toepassen
berust op twee feiten. Ten eerste: er
is nooit een paspoort uitgegeven aan
George Swaab op zijn eigen naam. En
in de tweede plaats maken onze na
oorlogse strenge reisvoorschriften het
onmogelijk voor wie dan ook Engeland
te verlaten zonder paspoort." Hij
bracht zijn vingertoppen weer in een
boog. „Als we deze feiten in gedach
ten houden, zal het u duidelijk zijn
dat een grondig onderzoek van de pas
poorten van alle Amerikaanse en Ca
nadese mannen die Engeland willen
verlaten nadat het vertrek van de Gle
neyres bekend is gemaakt, niet zon
der resultaat kan blijven."
„Waarom kan dat niet?" Er werd
nog meer aan de snor geplukt.
Aston-Phibbs onderdrukte een zucht.
„Laat me het toelichten. Als George
Swaab niet probeert Engeland te ver
laten om de Gleneyres te achtervol
gen blijft alles zoals het is en loop
de jonge markies geen gevaar, terwijl
de politie haar werk kan voortzetten.
Als George Swaab probeert Engeland
wel te verlaten, wordt hij automatisch
geïdentificeerd bij de paspoortcontro
le. Dan zal niet alleen blijken dat hij
George Swaab is, maar zal het ook
mogelijk worden zijn bewegingen te
controleren zonder dat hij in de gaten
krijgt dat wij op de hoogte zijn van
zijn moordactiviteiten."
Hij pauzeerde kort om zijn woorden
te laten indringen. Vervolgens zei hij:
„Ter verduidelijking moge ik hier nog
aan toevoegen, dat er maar drie ma
nieren zijn waarop Swaab oorspronke
lijk Engeland binnengekomen kan
zijn.
Hij moet a) zijn familienaam le
gaal gewijzigd hebben voor zijn reis
en dus in het bezit zijn van een geldig
paspoort op zijn nieuwe naam, of b)
een gestolen en gewijzigd paspoort bij
zich gehad hebben, of c) een vervalst
en onecht paspoort gebruikt hebben.
Nemen we deze nu in orde van waar
schijnlijkheid: in geval c) of b) wordt
Swaab gearresteerd, moet terecht
staan op beschuldiging het land ille
gaal binnengekomen te zijn en krijgt
dan tenminste een jaar gevangenis.
In geval a), dat heel onwaarschijn
lijk lijkt, kan hij niet beschuldigd wor
den van enige wettelijke overtreding,
maar het moet dan desniettemin niet
moeilijk zijn hem in Engeland te hou
den. Door een eenvoudige voortzet
ting van de bureaucratische gang van
zaken waarbij dan nog de verwarring
door zijn naamsverwisseling.."
Hij had nog verder willen gaan,
maar het hoefde niet meer. De minis
ter van binnenlandse zaken glimlachte
nu en raakte zijn snorrtejle niet meer
aan. „Natuurlijk, natuurlijk!" zei de
minister van binnenlandse zaken.
„Het is me nu allemaal heel duide
lijk. Knap werk, knap werk!" Hij
keek naar zijn andere gast voor in
stemming.
„Ja", zei de man van buitenlandse
zaken. „Dat lijkt me wel..Er blijft
natuurlijk een gaping, en een heel ge
vaarlijke: de tijd tussen nu en het ver
trek van de Gleneyres. Hij keek naar
Aston-Phibbs „U zei „kort na Kerst
mis", maar dan blijft er toch altijd
nog een week over".
Aston-Phibbs knikte. „Dat heb ik
zef ook te berde gebracht", zei hij.
„Maar het schijnt zeker dat er geen
werkelijk gevaar is. Het schijnt wel
haast onmogelijk te zijn dat Swaab
de huidige verblijfplaats van de jon
gen te weten kan komen. En voorts
scheen de politie volledig tevreden te
zijn met de verzekering van Gethryn
dat hij gedurende die periode vol
doende bewaakt wordt".
„Tja", de minister van binnenland
se zaken dacht na. „Ben jij er zelf te
vreden mee?" vroeg hij. „Heb jij zo
veel vertrouwen in Gethryn?"
Er kwam weer een knik van Aston-
Phibbs. Dit keer een knik die tegelij
kertijd terughoudend en beslist was.
„Ja", zei hij en liet het daarbij.
„Prachtig!" De minister van bin
nenlandse zaken glimlachte weer.
„Het ziet er naar uit dat alles nu ge
regeld is". Hij keek dankbaar en wel
willend naar Aston-Phibbs. „Ik moet
u wel gelukwensen met dit prachtige
stuk werk". „Och", zei Aston-Phibbs,
„men doet zijn best.."
De lunch van de minister van bin
nenlandse zaken was afgelopen om
half drie. Op dat tijdstip was Sir Eg-
bert Lucas in een kamer aan de an
dere kant van Whitehall juist gereed
met het geven van zijn verslag van
de bijeenkomst van die ochtend.
„Een onuitstaanbaar type die As
ton-Phibbs", zei Lucas. „Maar ik
moet toegeven dat hij zijn hoofd op
de juiste plaats heeft". Hij keek naar
Pike en diens gezichtsuitdrukking.
„Wat kijk je merkwaardig? Het is
een uitvoerbaar plan en dat weet je".
Pike ging voort zijn magere kaak
te wrijven. Hij keek niet opgewekt.
„O, het is zeker uitvoerbaar", zei hij,
„voor zover mogelijk althans.
„Wat bedoel je daarmee? Persoon
lijk dacht ik dat het nogal mooi sloot".
„Nee, meneer". Pike schudde som
ber zijn hoofd. „Het zit zo vol met ga
ten ais een Zwitserse kaas. Wie zegt
dat die man een Amerikaans of een
Canadees paspoort zal hebben? Mis
schien is het wel een Duits!" Hij stond
op en begon de kamer heen en weer
te lopen. „Het is zelfs de vraag of hij
er als een man uitziet!"
„Ach, schei toch uit, Pike!" Lu
cas toonde zich geïrriteerd. „Je moet
in een slechte bui zijn dat je je over
zulke dingen zorgen gaat maken!"
Aston-Phibbs heeft ons in elk geval
aan 'n beter idee geholpen dan we zelf
hadden. Beter ook dan de ideeën van
Gethryn. Het enige wat Gethryn van
ochtend heeft gedaan was prachtige
plannen te berde brengen en ze daar
na weer zelf kraken".
Pike wilde iets zeggen, maar be
dacht zich. Hij bleef ongelukkig heen
en Weër lopen.
Lucas zei: „Je moet het zo bekij
ken. Ook al is dit plan niét helemaal
waterdicht, het biedt toch een goede
kans. We moeten het in elk geval pro
beren. En als we blijven zoeken vin
den we misschien eerder iets dan je
denkt. Speciaal als we ons concentre
ren op die sportauto. Alles wat we no
dig hebben, is een klein beetje geluk
en daar hebben we langzamerhand
heus wel recht op".
Pike hield op met ijsberen. Hij leun
de op het bureau en keek naar Lucas.
Hij zei: „Er is een ding dat u mij niet
verteld hebt, mijnheer. Wat dacht me
neer Gethryn van dit plan? Hoe rea
geerde hij erop?"
Lucas moest hier even over naden
ken. „Ongeveer zoals ik", zei hij. „Hij
scheen het een goed idee te vinden en
hij had geen bezwaren".
„Ik kan het niet begrijpen, mijn
heer". Pike schudde zijn hoofd. „U
bedoelt dat hij het accepteerde zonder
erop in te gaan? Zonder enig commen
taar?"
„Ja. Hij zei eigenlijk alleen maar
dat hij het een mooi plan vond en dat
we op die manier misschien de tijd
zouden krijgen die we nodig hadden".
Lucas herinnerde zich ineens iets.
„O ja, en dan was er nog iets, maar
dat had niet veel te betekenen. Een
opmerking van hem tegen Outram.
IetJ over het feit dat dit een buiten
gewone misdadiger was, maar dat wij
ongelukkigerwijze geen buitengewone
bevoegdheden hadden.."
„Aha!" Pike kwam tot leven. „Kunt
■u zich zijn woorden nog precies her
inneren, mijnheer?"
„Waarom zou ik. Het was maar een
terloopse opmerking. ."Opeens ver
scheen er een licht in Lucas" ogen.
Hij staarde Pike aan en zei: „Je hebt
volkomen gelijk, ik ben totaal de kluts
kwijt geweest! Wat hij zei was dat
de politie geen buitengewone bevoegd
heden had!"
(Wordt vervolgd)
36-37 Zie je dat? zei Dolf verschrikt.
Dat is die vent met z'n zwarte haard!
Ja! zei Ben. En het lijkt wel, of
hij en die ander iets kwaads tegen
meneer Blok in de zin hebben!
Dat geloof ik ook, zei Dolf. Ben,
we moeten de vuurtorenwachter direct
gaan waarschuwen en zeggen, wat we
hier hebben gezien en gehoord!
Voorzichtig duwden ze de deur van de
schuur open; de man met de baard en
z'n metgezel waren al een eindje uit de
buurt. Ze vonden het beter, nog even te
wachten, want die mannen mochten hen
niet zien. Als die begrepen dat ze afge
luisterd waren, zou het er voor de jon
gens gevaarlijk uitzien....
Toen glipten Dolf en Ben naar buiten.
„Espace" heet de nieuwe hier ge
toonde haarmodelijn voor herfst en
winter 1961-62, die het Syndicat
Haute Coiffure Frangaise thans ge
lanceerd heeft.
Van onze reportageredacteur)
ER ZAL NOOIT meer een stewardess
zijn die dit record zal evenaren, nu de
K.L.M. met contracten van vijf jaar is be
gonnen. En bovendien groeit het aantal
vlieguren met die supersnelle D.C.-8's niet
zo gauw aan. Mejuffrouw M. S. J. Kremer
is ook de enige stewardess van de K.L.M.
met vooroorlogse ervaring zij maakte
haar eerste vlucht in 1939 naar Berlijn met
Jan Hondong aan de stuurknuppel en zij
is de eerste die het bedrijf met pensioen
zal verlaten. De bezuiniging is er waar
schijnlijk oorzaak van dat haar geen ander
werk in K.L.M.-verband werd aangeboden.
Een advertentie waarin deze vrouw, die
vloeiend haar talen spreekt en gewend is
aan een cosmopolitisch milieu haar dien
sten aanbiedt, verschijnt binnenkort, want
mejuffrouw Kremer wil begin januari 1962
elders aan de slag.
Die meer dan 15.000 vlieguren zijn voor
namelijk na de bevrijding verzameld. De
achttien stewardessen van 1939 (nu zijn het
er meer dan driehonderd) vlogen alleen op
het Europese net, waarvan de lijn naar
Boedapest als de mooiste gold.
GEDURENDE DE OORLOG vertoefde
mejuffrouw Kremer bepaald niet in de
wolken. Uitbesteed aan het Rotterdamse
arbeidsbureau, heeft zij daar in de buiten
dienst menige landgenoot voor deportatie
kunnen behoeden tot haar zwaar foute
chef haar manipulaties doorkreeg. Vervol
gens werd ze helpster zonder rang of titel
bij het Rode Kruis.
De boot die haar met een Rode Kruis-
colonne na „dolle dinsdag" naar Vlissingen
bracht, werd gebombardeerd en Riet Kre
mer, hoewel zelf aan het hoofd gewond,
bleef bij de ernstigste slachtoffers waken.
Naast de speld voor de vlieguren zit dan
ook het rood-witte lint, waarmee het Rode
Kruis zijn verdienstelijkste medewerkers
eert. Na de oorlog heeft mejuffrouw Kre
mer op verzoek van directeur Plesman de
sociale afdeling van de K.L.M. opgezet,
maar al gauw bleek dat ze de voor die
taak benodigde eigenschappen ontbeerde.
„Ik had alles uitgedeeld, want ik geloofde
ieder woord dat ze me vertelden", zegt ze
lachend, zoals ze ook gelachen moet heb
ben, toen ze op 29 november 1945 voor het
eerst weer als stewardess opsteeg in een
D.C.-4 met bestemming Gibraltar.
RIET KREMER vindt het jammer dat
ze er nu mee op moet houden. Maar ze
troost zich met het perspectief op het vrije
vliegen dat bij het pensioen behoort. En
het is een K.L.M.-traditie dat de mensen
die vlak voor hun vertrek staan, zelf hun
vluchten mogen kiezen. Deze reis naar
Mexico is er één van het verlanglijstje. De
andere is een wintervlucht over de Noord
pool. Of ze nooit bang is? Natuurlijk wel,
maar niet op de momenten dat het er wer
kelijk op aan komt, want dan heb je er
geen tijd voor, antwoordt ze. Zij weet dat
zo goed, omdat ze op nieuwjaarsdag 1953
de noodlanding van de „Groningen" in de
Arabische woestijn meemaakte. „Tegen
over de schaarse momenten van angstige
spanning staan echter de honderden ogen
blikken dat je de grootsheid van het vlie
gen ondergaat, de zonsopgangen boven de
oceaan, de maanlandschappen in het pool
gebied, de wildernissen van Afrika of het
telkens weer boeiende panorama over de
lichtjes van een wereldstad". Riet Kremer
verdient dat ze nog veel en vaak mag
vliegen.
ONDANKS zijn drankzucht, luiheid en
wreedheid heeft hij echter in een opzicht
de onsterfelijke dank van zijn (Tsjechische)
onderdanen verdiend, want onder zijn be
wind werd het Tsjechisch als officiële
voertaal geconsolideerd. Anders gezegd, de
Tsjechen kregen (binnen het Duitse Rijk,
waarvan hun land Bohemen deel uit
maakte) gelijke rechten als de andere vol
ken binnen de rijksgrenzen.
VOOR DE REST heeft Wenceslaus IV
weinig gedaan om zich roem en onsterfe
lijkheid te verwerven, behalve dan door
een uitvinding het ei van Columbus
eigenlijk waarmee hij eigenlijk de ge
hele mensheid aan zich verplicht heeft.
Die uitvinding was in de grond der zaak
een produkt van 's konings luiheid. Wat
was namelijk het geval? Een regerend
vorst kon zich vooral in die tijd aan
vele plichten onttrekken en zeer veel
zaken aan zijn ministers en ambtenaren
Max Tailleur, die overwerkt is en
maagklachten heeft, is gisteren voor
een rustkuur in het Centraal Israëlisch
Ziekenhuis in Amsterdam opgenomen.
Zijn „Doofpot"-cabaret is nu voor
enige tijd gesloten, maar zijn goede
humeur en zijn spitse geest heeft Max
meegenomen naar het ziekenhuis, tot
groot vermaak van de artsen en ver
pleegsters waarvan hij er hier een
drietal vergast op enkele van zijn al
lernieuwste kwinkslagen Geen wonder
dat hij veruit de populairste patiënt is.
Isb
V
70-6Ö
70. Het enige wat er voor Panda nog op zat was zit
ten, meende hij te begrijpen; en we hoeven er nauwe
lijks op te wijzen dat een diepe droefgeestigheid zich
van hem had meester gemaakt. Hij zag nergens meer
uitkomst. Wie beschrijft dan ook zijn verbazing toen
plotseling de bestuurder met scherp kloppen zijn aan
dacht trok en hem opgewekt toeriep: „Kom, baaske
het hoofd omhoog en moed gevat! Bedenkt toch wel dat
achter de wolken steeds de zon schijnt. Roepen niet de
klassieke meesters ons toe: intelligentie omnia vincit!
Nu dan!" „Hoe is het mogelijk! Joris Goedbloed!" riep
Panda, die, ook al keurde hij in het algemeen Joris'
handelwijze af, nu toch wel heel blij was hem te zien.
„Hoe kom jij hier?" „Dat, vrindje," antwoordde Joris,
„dat is een heel verhaal." Er was nog iemand die dit
verhaal zou kunnen doen, en dat was uiteraard de échte
bestuurder. Nu diens kans zou spoedig komen, want
juist op dit ogenblik had de heer Archibald Brauswas-
ser besloten de agenten Douwe en Drukker te bewij
zen, dat zijn boom geen gewone boom maar een toneel
boom was. Maar toen hij hem optilde vertoonde zich
een aangrijpend schouwspel dat intussen veel duide
lijk maakte over de gang van zaken.
overlaten. Maar één ding moest hij beslist
zelf doen, namelijk: Staatsstukken onder
tekenen. Wenceslaus vond dit een inspan
nende en tijdrovende bezigheid die hem
dwong, zijn wijntjes en Trijntjes zo nu en
dan in de steek te laten. Daarom zon hij
op een middel om aan die bezigheid snel
een einde te maken. Eenvoudig was het
niet, maar na veel peinzen had Wenceslaus
toch de oplossing van het probleem ge
vonden. Die oplossing was: een handteke-
ningsstempel. Hij liet een zijner hout
vesters bij zich komen en ontving de man
in het diepste geheim. Aan het slot van
het gesprek verleende hij de houtvester
een streng-vertrouwelijke opdracht. „Als
ooit zou blijken, dat je over ons gesprek
öf mijn opdracht ook maar één woord
zegt, kost dat je leven!", zei de koning
bij het afscheid.
ENIGE WEKEN na dit gesprek liet de
houtvester zich weer bij Wenceslaus aan
dienen. Hij overhandigde zijn vorst een
blokje gepolijst hout, in welks voet 's ko
nings handtekening uitgesneden was. De
koning bekeek het, nam er een paar proe
ven mee en verhief de houtvester op staan
de voet in de adelstand. Vervolgens liet hij
zijn geheim-kamerdienaar komen en toon
de hij hem, hoe hij met het blokje hout en
een in inkt gedrenkt lapje voortaan t«
werk zou moeten gaan. De kamerdienaar
oefende een dag of twee en was toen een
ervaren „stempelaar" geworden.
Nadien dachten de hovelingen, ambte
naren en officieren, dat de koning won
deren kon verrichten. Want zelfs als de
vorst op jacht of op reis was, ontvingen
zij alle staatsstukken en andere documen
ten, waarvoor 's konings handtekening ver
eist was, volgens alle regelen der kunst
getekend en binnen zeer korte tijd terug.
TOVENARIJ, meenden de hooggeplaats-
ten in den lande. Nu wist men in de mid
deleeuwen wél raad met tovenaars en hek
sen van eenvoudige huize, maar een magiër
van vorstelijke bloede, dat was minder
eenvoudig. Na enige jaren besloten een
paar priesters en edelen om het geheimzin
nige geval te rapporteren aan de Paus en
een uitspraak of oordeel van de Heilige
Stoel te verkrijgen. Zóver kwam het echter
niet, want nog vóór het rapport voor Rome
gereed was, stierf Wenceslaus de Luiaard
(1419).
Onder zijn papieren vonden hofdig-
nitarissen de sleutel tot het handteke
ningenmysterie: het houten stempel -
blokje. In het landsbelang werd 's ko
nings „bedrog" voor het volk ver
zwegen en daar ook de „geheimstem
pelaar" direct na het overlijden van
de vorst de wijk nam naar het buiten
land, was er niemand op wie men de
schuld voor deze jarenlange „hand-
tekeningenzwendel" verhalen kon.
Het spel dat wij verstoppertje of
schuilevinkje noemen, is al heel oud. In
ons oudste woordenboek wordt het al
genoemd. Het heet dan: het schuyl-
w i n c k e 1 s p e 1. In dit woord betekent
winkel: hoek en hieruit volgt dat
de vroeger veel gebruikte naam
schuilhoekje al heel dicht bij de
oorspronkelijke stond. Omdat men het
woord winkel niet meer begreep,
heeft men het vervangen door vink
of vinkje. Immers: het woord winkel
ging betekenen: magazijn, huis waar
men artikelen verkoopt en deze beteke
nis paste in het geheel niet meer in het
woord schuilwinkel dat een spel aan
duidde. Louter op de klank af werd nu
door de spraakmakende gemeente een
ander woord in gebruik genomen, zon
der dat daardoor het geheel ook maar
iets duidelijker werd. Desondanks spe
len wij het spel nog vrolijk!