Economische intuïtie van Israel bekroond door vaste betrekkingen met Afro-Aziatische staten ,DE VIER HEEMSKINDEREN' Monumentale glaskunst in samenspel j met de hedendaagse architectuur Rumoer om een gedicht in Rusland Meer spektakel dan ballet Erbij DE GLASINDUSTRIE van Tetterode aan de Antonie Hein- siusstraat in Amsterdam-West is 35 jaar geleden begonnen met ge wone glas-in-lood-ramen te maken. Later ging het bedrijf door op drachten van Lion Cachet artistiek werk leveren. Nog altijd legt de utilitaire produktie de economische basis voor het nu 82 man omvat tende bedrijf. Het pionierswerk in de nieuwe monumentale glaskunst neemt echter een steeds groter aandeel. Dat gebeurt nu vooral in de afdeling van de „huisontwer per" van Van Tetterode, de 33- jarige Amsterdammer Johan van den Broek (Willink van Collèm- prijs). Dolf Welling (Van onze correspondente) EEN VAN DE HOEKSTENEN van Israels buitenlandse politiek is vriend schap en samenwerking met de landen van het Afrikaans-Aziatische blok. Het motief daarvoor ligt voor de hand. Men wil er in de eerste plaats de pas mee afsnijden aan de Arabische nationalis tische penetratie. Economische factoren, hoe belangrijk ook, spelen hier een secundaire rol. Of juister, men ziet hier in de ontwikkeling van het handelsver keer met Azië en Afrika vóór alles een hulpmiddel om aan de Arabische in vloed op beide vastelanden, en in het bijzonder aan die van het Egyptische staatshoofd, Abdoel Nasser, een halt toe te roepen. Het is nog te vroeg om vast te stellen of deze politieke lijn al of niet aan de ver wachtingen heeft beantwoord. De conferen ties van Bandoeng en Casablanca met hun tegen Israel gerichte moties zouden opper vlakkig beschouwd de indruk kunnen wek ken, alsof Israel op dit terrein een echec heeft geleden. En inderdaad heeft de onver wacht onvriendelijke houding van enkele landen, die aan Israel veel te danken hebben, hier in politieke kringen een ge voel van teleurstelling gewekt. Men heeft zich echter op het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken niet uit het veld laten slaan en is onverstoord voortge gaan op de ingeslagen weg. Met het ge volg, dat tussen Israel en een aantal Azia tische en Afrikaanse staten momenteel een nauwe samenwerking bestaat, die beide partijen geen windeieren legt. DIE SAMENWERKING manifesteert zich in verschillende vormen. In de eer ste plaats in officiële en niet-officiële be zoeken van staatsleiders en andere voor aanstaande figuren aan Israel. In juli van dit jaar verwelkomde men hier de president van Opper-Volta, Maurice Ya- meogo, met wiens bezoek het kort tevo ren getekende pact inzake technische hulp verlening door Israel, werd bezegeld. Een paar weken geleden reikte de burgemees ter van Jeruzalem het traditionele brood en zout aan de president van Malagasië, het vroegere Madagaskar, Filibert Tsira- na, die zes dagen lang Israel bereisde, al ler harten won door zijn intense belang stelling en volledige negering van alle for maliteiten en die vlak voor zijn vertrek eveneens zijn handtekening zette onder een verdrag van vriendschap en technische hulpverlening. Aan het einde van de maand september verwacht men de pre sident van Dahomey, Hubert Maga en te zijner tijd wanneer is nog niet bekend zal men in Israel waarschijnlijk ook de be kende politieke leider uit Kenya, Jomo Ke- nyatta, kunnen zien, die door de Israëli sche regering was uitgenodigd, toen de Britse autoriteiten nog maar nauwelijks de maatregelen hadden opgeheven, die zo lang zijn bewegingsvrijheid beperkten. MAAR HET ZIJN niet alleen de bezoe ken van hoge autoriteiten, die uitdrukking geven aan de nauwe betrekkingen tussen de Joodse staat en de Afro-Aziatische we reld. Ook doodgewone burgers uit Aziati sche en Afrikaanse staten komen, al of niet op officiële uitnodiging, naar Israel om kennis en ervaring op te doen. Een van de dingen, waarvoor grote belangstel ling aan de dag wordt gelegde, is de coö peratieve beweging, die in het Israëlische economische leven zo'n belangrijke plaats inneemt. Toen een paar jaar geleden in Israël een congres werd georganiseerd, aan dit onderwerp gewijd, namen er zes tig gedelegeerden uit zeventien Aziatische en Afrikaanse landen aan deel. Het succes van deze studieconferentie bracht de de partementen van Landbouw, Buitenland se Zaken en Binnenlandse Zaken er toe in samenwerking met het algemene vakver bond van de arbeidersbeweging, de His- tadroet, een permanent instituut te stich ten, dat zich bezig houdt met het geven van cursussen over sociale en agrarische onderwerpen, in het bijzonder ten dienste van de belangstellenden uit Azië en Afrika. Vierenzestig studenten uit vierentwintig landen woonden niet lang geleden de slui tingsbijeenkomst van de eerste leergang bij. De tweede cursus is inmiddels begon nen. OOK OP HET GEBIED van de jeugdbe weging en van onderwijs en opvoeding legt men in de Aziatische en Afrikaanse lan den grote belangstelling aan de dag voor de Israëlische methoden. De dochter van de president van Opper-Volta behoorde tot een Afrikaanse groep jongeren, die on langs haar training eindigde bij de zoge naamde Gadna, een para-militaire jeugd organisatie, geleid door de departementen van Defensie en Onderwijs. Een paar we ken geleden arriveerde een groep jonge ren uit Tanganjika om deel te nemen aan een Israëlische cursus voor jeugdleiders. Officieren uit Burma werkten maanden lang in kibboetsiem (collectieve nederzet tingen) in Galilea om ervaring op te doen voor het ondernemen van een soortgelijk experiment in hun vaderland. Met Bur ma trouwens zijn de relaties wel uitzon derlijk vriendschappelijk. In intensiteit worden zij alleen geëvenaard door die met Ghana, waar honderden Israëlische deskun digen werkzaam zijn op de meest uiteen lopende gebieden. Het was Israel, dat de stoot gaf tot de oprichting van de Black Star-scheepvaartmaatschappij en deze on derneming door de moeilijke kinderjaren heenhielp. En het waren Israëlische offi cieren, die er van de zeevaartschool en de militaire vliegschool een succes maak ten. UITERAARD IS ER ISRAEL alles aan gelegen om in de Aziatische en Afrikaan se landen een afzetgebied voor zijn indus- 'riële en agrarische produkten te verove ren. Een Egyptische zakenman, onlangs van een zakenreis door, Afrika terugge keerd, wekte ergernis en bezorgdheid in Egyptische commerciële kringen op door z'jn mededeling, dat hij in alle staten, die hij bezocht, Israëlische kooplieden, intel lectuelen en technici had gevonden, die Een inwoner van Guinea aan het werk in een Israëlische nederzetting. een werkzaam aandéel namen aan de com merciële, sociale en technische ontwikke ling van de landen in kwestie. En inder daad is het zo, dat Israel het ijzer heeft gesmeed, toen het heet was en in Afrika nog meer dan in Azië een sterke goodwill heeft opgebouwd. VAN JONGE DATUM is de werkzaam heid van de Dizengoff West-Africa Com pany, een gezamelijke onderneming van de Israëlische regering, particuliere inves teerders en bedrijven, die tot de His- tadroet behoren. Deze maatschappij is mo menteel bezig met de stichting van indus triële ondernemingen in West-Afrika, in nauwe samenwerking met de regeringen van de desbetreffende staten. Naar men verwacht, zal de export van Israëlische waren door bemiddeling van de Dizengoff- company dit jaar een totaal van acht mil joen dollar bereiken tegen vijf miljoen dollar in 1960. In hoofdzaak exporteert Is rael bouwmaterialen, automobielen, ban den, elektrische apparaten en radiotoestel len. Aangezien Israel niet in staat is tegen over deze export een gelijkwaardige aan koop van Afrikaanse produkten te stellen, heeft de Dizengoff-maatschappij in Lon den en New York filialen geopend, die zich speciaal toeleggen op de uitvoer van Afrikaanse voortbrengselen. In Nigeria zijn Israëlische ondernemingen momenteel in samenwerking met de plaatselijke autori teiten bezig met de stichting van drie be langrijke fabrieken: een verf fabriek in Ibadan, de hoofdstad van West-Nigerië, een koelkastenfabriek met een maandelijk se produktie van vijfhonderd stuks in La gos, de federale hoofdstad, en een fabriek van farmaceutische produkten in Port Harcourt in Noord-Nigeria. In al deze ondernemingen treden Isra ëliërs als leermeesters van inheemse werkkrachten op. In Nigeria en Ghana zijn Israëlische deskundigen ook werkzaam op het gebied van de hoenderteelt. Zij leggen zich op verzoek van de plaatselijke autori teiten voornamelijk toe op het leiding ge ven bij de stichting en exploitatie van gro te pluimveebedrijven, die deze landen wat pluimveeteelt en eierproduktie betreft on afhankelijk moeten maken van het buiten land. EEN VOORBEELD van Israel's „péné- tration pacifique" in een deel van Azië is zijn activiteit op het gebied van het hotel wezen. De Federman Enterprises, een Is raëlische belangengemeenschap, die onder meer een aantal luxueuze hotels in eigen land exploiteert, heeft zojuist het beheer op zich genomen van het tweehonderdvijf tig kamers tellende Inya Lake Hotel bij Rangoon, dit in samenwerking met de Burma Economie Development Corpo ration. De Israëlische maatschappij levert, volgens de desbetreffende overeenkomst, de onderdirecteur en tien andere Israëli sche deskundigen en Burmees personeel, wordt naar Israel gezonden om daar in hotels praktische ervaring op te doen. Een soortgelijke gang van zaken bestaat met betrekking tot het honderd kamers bevat tende Lafaya-rusthuis in Ibadan, waar momenteel nog een ander groot hotel in aanbouw is, dat eveneens door het Feder- man-concern zal worden beheerd. Dezelf de maatschappij heeft ook de hand in de stichting van een groot hotel, dat binnen kort in de hoofdstad van Dahomey, Port.e Novo, zal verrijzen en dat gebouwd wordt door Solel Boneh, het aannemersbedrijf van de Histadroet. DAT MEN DEZE ontwikkeling in het Arabische kamp met lede ogen aanziet, spreekt vanzelf. In Israel daarentegen heeft zij aanleiding gegeven tot grote vol doening, al begrijpt men hier in politieke en economische kringen ook heel wel, dat het pleit nog lang niet gewonnen is en dat de naaste toekomst hoogstwaarschijnlijk een enorme inspanning van Arabische zij de zal brengen om de banden te slechten, die tussen Israel en een aantal staten in Azië en Afrika in de laatste tijd. zijn ont staan. Als antwoord op de Arabische po gingen om de Joodse staat te isoleren, acht men echter de huidige gang van za ken bijzonder bemoedigend. BRUSSEL Het Théatre Royal de la Monnaie, de Koninklijke Muntschouwburg dus, in de wandeling door iedereen in Brussel T.R.M. genoemd, begint het sei zoen 1961-62 niet al te vroeg. Binnenkort zal met Mozart's „Don Juan" de reeks geopend worden. Thans is het oude, uit het begin van de negentiende eeuw da terende gebouw overgeleverd aan de schil ders. Omdat men het seizoen toch moest beginnen heeft men de vertoningen van het spektakelstuk „De vier Heemskinderen" hervat. Ze worden gegeven in het Konink lijk Circus, dat duizenden plaatsen op twee verdiepingen heeft rondom een piste met de klassieke middellijn van dertien meter en het is nogal modern uitgerust. Die pis te heeft men bedekt met een toneelvloer. Aan de ene zijde daarvan heeft men wat armzalige houten staketsels opgericht. Van het plafond hangen gekleurde vanen naar beneden. Er is een grote batterij van schijnwerpers opgesteld en er is een ge luidsinstallatie, die u af en toe horen en zien doet vergaan. Door grillige breuk- en smeltvlakken krijgt het glas bij lichtinval edelsteenachtige flonkeringen. HIJ MAAKT THANS een glaswand van 37 bij 3V2 meter voor het nieuwe Hil- tón-hotel dat het architectenbureau Maas kant in Rotterdam bouwt. Een dergelijke karwei heeft hij ook voor de Hilton- hotels in Berlijn, Londen en Teheran. Voor een zwemhal in Wuppertal heeft hij een glasmuur van 34 meter gemaakt. Het formaat van zijn ruim 15 ton we gende raam voor Maaskants nieuwe To rnado-kantoor in Dordrecht (8 bij 6 me ter) is in vergelijking daarmee beschei den. Het bestaat uit glas van 22 tot 40 cm dikte, in met glas bekleed metaal. Dat metaalskelet is op zichzelf een plas tiek, met een maximale dikte van ca. U/2 meter. Het raam is op 8 meter bo ven de grond voor de wit porseleinen muur van het gebouw aangebracht. Op die hoogte is in het gebouw een verga derzaal. Van buitenaf gezien, zijn de kleu ren van het raam zilver, goud en zwart. Deze kleuren zijn met dunne lagen goud, zilver en lood tussen transpa rante glaslagen gebrand Van binnenuit gezien levert dit groen, blauwgrijs en grauw op. VAN DEN BROEK begon zijn loop baan met het bèschildèren van Amster damse lantaarnpalen in dienst van het G.E.B. Hij lakte daarna op een meubel fabriek ontelbare salontafels, voordat hij als „werkstudent" op 16-jarige leeftijd op de Rijksacademie kwam. Bij Van Tette rode vond hij een baantje als schalen schilder en nu wordt zijn kunst voor rei zigers in de Hilton-klasse bijna onver mijdelijk. Uit dat baantje is wel iets ge groeid. Hij hoopt hele gevels te gaan maken, „dingen van 40 bij 50 meter". Glaskunst op dit gebied is^ ten nauw ste verbonden met bouwkundige eisen, zo dat de ontwerper ook sommige aanne mersbesognes heeft. Maar het wezen van de zaak is, als bij alle beeldende kunst, de creatieve omgang met het materiaal. Van den Broek ziet er uit als een me lancholieke straatartiest uit de jaren twintig, compleet met hangsnor. Hij aan vaardt opdrachten die menig talent niet aan zou durven. In haar afdeling voor decoratief glas voert de firma Van Tetterode opdrachten uit van binnen- en buitenlandse kunste naars. Sommigen zoals Karei Appel, vol staan met het indienen van hun ont werp. Anderen komen zich in het be drijf verdiepen, waar zij ook kunnen lo geren. BEKEND ZIJN de middelen voor het aanbrengen van decoraties in vlak glas: zandstralen, etsen en slijpen (graveren). Het opsmelten van kleuren en het op plakken van een decoratie uit stukken gekleurd glas (applicatie) zijn ook ver trouwde methoden. Het beginsel van de sgraffito-methode was barokkunstenaars al bekend, die glaslagen van verschillende kleur op elkaar brachten en de voor stelling lieten ontstaan door één laag ten dele weg te etsen. Architectonische toe passing van glas in beton kan men ook in ons land bewonderen. Minder bekend zijn de tegels in triplumglas voor deco ratieve gevelbekledingen. De kleur wordt gesmolten tussen twee lagen gewoon- of draadglas. Daarbij kan men de kleur- spijs grillig verdelen, zodat de tegel door verdikkingen relief krijgt. Door snelle af koeling in het water kan men het glas laten craqueleren. Zulke tegels worden aan elkaar gesmolten op de te versie ren vlakken aangebracht. Ze zijn ook voor buitenmuren geschikt. FRAAIE EFFECTEN worden verkre gen met decoraties in sectielglas tussen twee lagen vlak glas. De lueht tussen de glaslagen wordt gedehydreerd als het raam in hermetische sponningen wordt ge zet. Dergelijke ramen sieren het station van Eindhoven. In samengestelde tech nieken gedecoreerd glas kan in alle ge wenste vormen worden gebogen. Het rijk ste effect wordt bereikt met gekapt ge kleurd glas. Dit heeft een fors en ruig aspect. Door grillige breukvlakken praalt het materiaal als sprookjesachtig zuivere en grote brokken edelsteen. Het wordt ge vat in baksteen, beton of metaal dat een constructieve functie in het gebouw kan hebben of een compositorische functie in Sierraam van J. van den Broek in het ge bouw van de n.v. Batenburg. het sierraam. En ook dergelijke brokken kan men tussen vlak glas aanbrengen, bij voorbeeld om het schoonhouden te verge makkelijken. EENVOUD IS OOK in de glaskunst ken merk van het ware. Alleen al met de en kele basistechnieken die wij hier noemden kan men door velerlei combinaties alle kanten uit. De beste monumentale resulta ten zijn echter niet de technisch meest gecompliceerde. In de regel komt men het verst als men bij alles wat men ermee doet ervoor zorgt, dat het glas als glas duidelijk blijft. Dat is een sterk punt in het werk, dat Van den Broek laat zien. Op deze manier gehanteerd, heeft glas sterke argumenten in het debat over architec tuur en beeldende kunst, dat momenteel nog volop gaande is. DAT IS DAN DE OMGEVING en de schouwplaats voor „De vier Heemskinde ren". Het is, zoals het programma zegt, een heroïsche legende in twee delen en twaalf scènes op een tekst van Herman Closson, in scène gezet door Maurice Bé- jart. Met die Béjart en zijn zogeheten Bal let van de Twintigste Eeuw is het een wat wonderlijk geval. Enige jaren geleden verwekte hij te Parijs nogal opzien, toen hij, met Jeanine Charrat samen, een soort „anti-Roland Petitstijl" schiep en bij een bepaald publiek (het publiek dat min der op innerlijk beleven en op stijl dan op vernieuwing en experiment let) veel succes had. Het T.R.M., in casu de met hem nogal nauwe relaties onderhoudende directeur van deze schouwburg, kon hem, profiterend van de korte grootheidswaan die België ten tijde van de Expo 1958 be zielde, de financiële basis verschaffen, welke hij zoals velen die meer in hun mars hadden met hem te Parijs moest ontbe ren. Sedertdien is het Ballet van de Twin tigste Eeuw dan een Brusselse aangele genheid geworden. Velen zijn er trots op. Anderen vinden het maar een kostbare (kostelijke, zeggen mijn Vlaamse vrien den) bedoening. HOE HET OOK ZIJ: Charrat ên Béjart hebben „De vier Heemskinderen" van Closson voor het circus gearrangeerd en het is eigenlijk niet eens zo'n onaardige vertoning geworden. Zeker niet vöor Bel gië, waar men nu eenmaal veel houdt van zulk folkloristisch gedoe en waar de legen de van Reinout, Adelaert, Ritsaert. en Writsaert nog wel een levend iets is. De twaalf taferelen rollen zich af voor ogen van de (niet al te talrijke) toeschouwers. Eerst denkt men ten onder te gaan aan het lawaai van hetgeen het in de Franse taal gestélde programma noemt: „Monta ge sonore et percussion originale" van Fernand Schirren. De begeleiding wordt namelijk gevormd door een soort elektro nische op de band opgenomen muziek en daardoorheen bespeelt de heer Schirren voornoemd een slagwerkbatterij, duizend maal versterkt door de luidsprekers, ter wijl er ook een spinet wordt gehoord. Nu is het algemeen bekend, veronderstellen wij, dat spinetmuziek niet is geschreven voor een circus en evenmin voor verster king. Maar men went aan alles, dus ook aan die herrie. Men heeft dus wel tijd en gelegenheid, de legende van de vier heemsjongens voor zich te zien afspelen. BéJART EN CHARRAT hebben daar inderdaad goed werk verricht en in een bewegingsspel ziet men veel gebeuren: de vier broeders, die naar het hof van Karei de Grote trekken, de ontmoeting met twee herderinnetjes, het tot ridder slaan, de liefde van Reinout voor zekere Aleid van Provence, een ridderlijk schaakspel tussen haar twee minnaars; verbanning van Rei nout naar het Heilige Land (geheel compleet met koningin van Saba, nacht merries en dergelijke), terugkeer en trou werij met Aleid en, omdat het immers in dit leven altijd is wat men niet heeft, de eeuwige nostalgie naar het avontuur van de vier broers. Ballet is er niet zo veel te beleven. Het deed uw correspondent eerder denken aan een bijzonder grote Belgische carnavalsstoet, en dan aan een volmaakte. BEWEGING IS ER echter genoeg en te kijken valt er ook veel. Het is mogelijk dat het T.R.M. heeft gedacht met één slag de eenvoudigen van geest voor zich te winnen. Dat is dan mislukt omdat er de onmiskenbare pretentie is, iets groots te verrichten terwijl het resultaat tenslotte aan de povere kant blijkt. Toch is weer eens het nut van grote subsidies gebleken omdat men heeft kunnen zien hoe deze een directie tenminste in staat stellen te experimenteren. „De vier Heemskinderen" zijn namelijk in de vorm, waarin zij zijn gebracht, zeker een basis voor verdere ontwikkeling van de opzet. Het programma vermeldt een kleine honderd namen van dansers en danseres sen en andere medewerkenden met daar bij nog „petits rats" en figuranten. Ieder heeft zijn of haar best gedaan. Men moet er echter niet aan denken wat een pro ducent, die voor eigen rekening zou heb ben gewerkt, ervan terécht zou hebben ge bracht. Aangenomen dat hij op het onzali ge idee zou zijn gekomen deze vier heemskinderen over zijn planken te laten razen in ieder geval kunnen de Brusselaars zien waar hun belastingpen ningen blijven. IN RUSSISCHE litteraire kringen is ru- ander schrijversblad „Litteratuur en Le- moer ontstaan door de publikatie van een gedicht waarin het antisemitisme wordt veroordeeld en tevens het alsnog bestaan daarvan in de Sovjet-Unie wordt gesug gereerd. Het is een gedicht, getiteld „Babi yar", van de 22-jarige Oekraïense dichter Yevgni Yevtoesjenko, die het reeds eerder met critici en autoriteiten aan de stok heeft gehad. „Babi Yar" is de naam van een ravijn bij Kiev in de Oekraïne waar in de oorlog naar schatting een 70.000 Jo den door nazi-troepen werden doodge schoten. Het gedicht verscheen in de „Lit teraire Gazet", het orgaan van de Sovjet schrijversvereniging, op 19 september j.l. Enkele uren na zijn verschijning was dit nummer uitverkocht. VIJF DAGEN later verscheen in een ven", een gedicht van de minder bekende auteur Alexei Markov met als titel „Mijn antwoord", waarin, zonder dat de naam van Yevtoesjenko werd genoemd, gespro ken werd van een „dwergkosmopoliet", een Stalinistische term voor Joden die veel gebruikt werd bij de antisemitische „zuiveringen" van 1949. Drie dagen daar na trok in hetzelfde blad de criticus Sta- rikov heftig tegen „Babi Yar" van leer. Daartegenover kreeg Yevtoesjenko steun van de 71-jarige Vera Inber die een vrien delijk stuk over hem in de „Litteraire Ga zet" schreef terwijl „Komsomolskaja Prav- da", het orgaan van de communistische jeugdbeweging, Yevtosjenko in een over zicht van veelbelovende jonge dichters bij de vooraanstaanden plaatste.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15