Oppassen
STORT!
IJmuider pieren
groeien dagelijks
a
llllllll
Stt
De 25-ste stort
Paar seconden maar
Windkracht zeven
„Simson" sleept de
„Noordstad" naar
Harlingen
Al 120.000 ton
mm
S»I||ps:iS||pi5S
D
fabr
Schi
gieti
binr
Exo
wiss
tine]
dat
scha
dele
Di
zijn
gelei
nam
sami
een
den
en c
bied
derl:
Ee
dien
sam<
ciee!
gron
heef
cher
deel
van
stele
van
geac
elk
rent;
als
gebr
V<
len
intei
cent
Hi
ving
cent
ge c
Di
beui
schc
dere
gesc
dust
Ond
veld
beui
deni
Dan
brui
trun
inta'
Di
nive
proe
geëj
valli
van
mee
luk!
beui
kan1
ondi
blijf
beui
en c
Di
note
zetti
bij
Mid
M
van
len
een
koel
dat
begi
D
ondi
deze
dio
in d
min
D
taal
ovei
een
maE
bru:
I
D
ken
Zoo
ster
te v
Bin:
1
koe:
vol?
2:
3
3
frar
ALLE GEZICHTEN in de stuurhut staan gespannen. We naderen het kritieke
punt in de Noordzee: 108.87y2 en 12.86. Die cijfers staan met krijt geschreven
op een klein model schoolbord en ze moeten corresponderen met de cijfers in
een grijs kastje een Decca-apparaat. Schipper Van Beelen uit Katwijk omklemt
het stuurrad met beide handen. En stortbaas J. G. Poederbach uit IJmuiden
beweegt, al turend naar de dansende cijfertjes in het apparaat, de handel van
de telegraaf. „Is de koers oké, schipper?", vraagt hij. Van Beelen antwoordt
bevestigend. We kijken door de beslagen ruitjes van de stuurhut. „Oppassen",
schreeuwt opeens de stortbaas, waarbij hij de rechterhand opheft. Iedereen
kijkt naar de grijs-gele keien in het ruim, totaal 650 ton. Een man staat voor het
kastje met de rode en groene drukknoppen, zo groot als zilveren guldens. De
mannen letten op de stortbaas. Hij geeft het teken. „Storten", roept hij. En
meteen komt er beweging in de lading. Een paar seconden nadat de knoppen
zijn ingedrukt, zijn alle keien in de diepte verdwenen, bruisend en schuimend.
Als we achteruit varen is er weer een stukje pier in de zee voor IJmuidens kust
aangebracht. Schipper Van Beelen is een rijzige man met een vriendelijk gelaat.
Hij heeft vijftien jaar lang in de zuidelijke IJszee gevaren op een walvisjager.
„Maar dit jaar ben ik niet meegegaan", zegt hij en er klinkt beslist geen spijt in
zijn stem. „Met Kerstmis nooit thuis, je kinderen beschouwen je als een vreemde",
verklaart hij. Vandaar dat hij zich gemeld heeft bij de Combinatie IJmuiden,
de combinatie van aannemers die de fundering van de IJmuidense haven
hoofden verlengen. Van Beelen solliciteerde naar de post van schipper op een
van de vijf zogenaamde onderlossers dit zijn vaartuigen die hun lading „door
de bodem" kunnen laten zakken. En de heer Van Beelen kreeg die functie. Het
werk bevalt hem best, maar hij geeft eerlijk toe niet veel verstand te hebben
van dat grijze toestel in de hoek van de stuurhut. Dat is het Decca-apparaat,
dat naast de schipper heel veel te vertellen heeft aan boord van zon onderlosser.
Nee, schipper Van Beelen stuurt net als
anders zijn zwaar beladen vaartuig kun
dig naar buiten. Rechts is een grote bag
germolen bezig met het traditionele werk:
het verdiepen van de vaargeul, links van
ons lepelt de Franse baggermachine „Ka-
la Nag" weer eens acht ton puin en bag
ger bij de zuiderpier uit het water op
Inderdaad is het een reusachtige lepel,
die zich steeds boven het water verheft
tot boven het ruim van een nieuwe onder-
losser de „Michel".
We gaan niet ver buitengaats. Vrijwel
direct na het passeren van de afgebrok
kelde kop van de zuiderpier, draaien wij
naar de buitenzijde van de pier toe, en
naderen die tot op ongeveer vijftig meter.
Hier ergens moet die zeshonderdvijftig ton
worden gestort. De spanning in de stuur
hut stijgt met de seconde. Meedogenloos
bewegen de cijfertjes in de glimmende
grijze kast. We moeten net zo lang vooruit
en achteruit varen, tot de cijfertjes de
zelfde zijn als die op het schoolbord je. Dat
is de positie, die met dit feilloos werkende
Decca-apparaat is bepaald.
Stuurmanskunst is nodig. Schipper Van
Beelen houdt de opgegeven koers aan.
Stortbaas Poederbach hanteert nu de
handel van de telegraaf. Beetje vooruit
iets bijsturen klein beetje achteruit
en stoppen. Meneer Poederbach heeft
op dit moment de verantwoording voor de
lading en het lossen daarvan. Ineens heft
hij de rechterhand op. „Stort", roept hij.
Tegelijkertijd drukt de tweede stuurman
de knoppen in.
De keien beginnen te woelen, eerst aan
de voorkant van het schip, dan dichtbij
de stuurhut. Het vaartuig trilt. Zeewater
spoelt over de brede rand op de keien.
Iedereen kijkt door de beslagen ruiten van
de stuurhut. Het voorschip draait weg, wil
met de kop in de wind liggen. Een onte
vreden gemompel in de hut. De stenen
zakken weg, met steeds grotere snelheid,
donderend nu. Een laatste protest van de
bergstenen die nooit met zeewater in aan
raking zijn geweest?
Het ruim is binnen zeven seconden leeg.
Daarbinnen dobberen wat planken rond.
Dene luiken zijn weer gesloten. We
varen achteruit. Dan beginnen de
mannen weer te praten. De heren van
Rijkswaterstaat bergen hun notitieboekjes
weer op, want zij verrichten de controle
op het werk, dat aan schipper en stort
baas in die laatste minuten zulke hoge
eisen stelt.
Over die vijfentwintigste storting van
keien is niet iedereen tevreden. „Hij ligt
niet helemaal ideaal", merkt de heer Poe
derbach op. Later, in de directiekeet op
de noordelijke oever van het Noordzee
kanaal, blijkt dat inderdaad óók uit de
Schipper Van Beelen uit Katwijk is
een van die mensen, die bij het werk
aan de pieren van IJmuiden betrokken
zijn. Dagelijks behalve wanneer het
weer slecht is stuurt hij de onder-
losser naar buiten, waar hij samen
met de stortbaas zorgt dat de lading
steen of grind op de goede plaats op de
zeebodem terechtkomt.
grote kaart, waarop precies de plaatsen
staan aangegeven waar de stortingen zijn
verricht binnen het tracé van de te ver
lengen zuiderpier.
diepte verdwijnènde steentjes geen eind
wil komen. Als de laatste tonnen verdwij
nen, ontstaat er een zuil water van circa
vijftien meter. Schipper H. Ouwehand uit
Katwijk van de „Wijker Rib", grinnikt
als hij ziet dat onze fotograaf op de voor
plecht „een beste plens water over zich
heenkrijgt".
Men begrijpt al spoedig dat het storten
een moeilijke zaak is. Men kan dan op
papier en met behulp van de radiografi
sche peiling nauwkeurig de plaats bepa
len, waar de lading in zee moet worden
gelaten, maar in de praktijk loopt alles
altijd een beetje anders. Zo is het meest
al. De schipper en de stortbaas moeten
rekening houden met de zeestroming en
met de windkracht
Toen wij met de onderlosser naar bui
ten voeren was de windkracht zeven, maar
zee „stond" er niet, omdat de wind, al
thans voor dit werk, uit de goede hoek
kwam, namelijk uit het oosten. Uiteraard
zijn er heel wat dagen in een jaar dat
beslist niet gewerkt kan worden. Bij de
organisatie van het gehele project is
daarmee natuurlijk rekening gehouden.
In de kantoren van directie en rijks
waterstaat op de noordelijke oever van het
Noordzeekanaal houdt men precies het
aantal stortingen van grind en keien bij
op grote kaarten. Elke lading die de zee
bodem heeft bereikt wordt aangetekend.
Aldus is op de kaart al een groot bed
De lading begint zich te roeren, 650 ton
keien komen in beweging. In een paar
seconden is de lading gestort. De tijd
waarop dit gebeurt, wordt doorgebeld.
Altijd wordt dan ook vermeld het aan
tal seconden, dat de lading nodig heeft
om van het schip op de bodem van
de zee te komen. Dit duurt slechts een
paar seconden.
is
van „broodjes" ontstaan. Elk „broodje
een lading funderingsmateriaal.
En het zal bij het aanschouwen van die
Vanmorgen omstreeks zes uur heeft de
gezagvoerder van de 400 ton metende Ne
derlandse kustvaarder „Noordstad" van de
Groninger rederij W. Schuitema—Dories
ter hoogte van Den Helder op de Noord
zee assistentie gevraagd. De „Noordstad"
heeft machineschade opgelopen en kan de
reis niet op eigen kracht voortzetten.
Uit IJmuiden is de zeesleper „Simson"
van Bureau Wijsmuller vertrokken naar de
„Noordstad". De „Simson" heeft omstreeks
negen uur kunnen vastmaken en sleept de
„Noordstad" naar de haven van Harlingen.
De onderlossers zijn
in IJmuiden al goede
bekenden geworden.
Dagelijks ziet men de
speciaal voor het
verlengen van de
IJmuider havenhoof
den gebouwde vaar
tuigen uitvaren. Men
heeft ze voorzien van
gele pijpen, waarop
een symbolische voor.
stelling is geschild-
der d. Men ziet een
j driepoot, waarbuiten
enkele golvende lijn
tjes, voorstellende
het woelige zeewater
Binnen twee poten
zijn rechte lijntjes ge
schilderd, voorstel
lende het kalme zee
water binnen de ha
venhoofden. In de
onderste poot zijn de
drie Amsterdamse
kruisjes geschilderd
in een rood veld. He<
l geel en het blauw
j zijn de kleuren vav
«'««'«■BB de Velsense aeween-
tevlag.
Maar het systeem werkt uitstekend, de
ervaringen ermee zijn zeer bevredigend.
Bovendien is het uniek, zo verzekert men
ons, omdat nog nimmer te voren in ons
land en wellicht in heel Europa niet
gebruik is gemaakt van het Decca-radio-
peilsysteem bij de uitvoering van een wa
terstaatkundig werk van een dergelijke
omvang als in IJmuiden. Met deze instal
latie is het mogelijk een lading stenen van
65 centimeter tot 1 meter precies op de
bodem van de zee te doen belanden.
Vlak bij de zuiderpier zijn nu zoveel
keien gestort, dat de bovenste slechts en
kele meters onder het zeeoppervlak lig
gen. Men kan hier moeilijk overheen va
ren zonder het schip te beschadigen of, op
zijn ergst, erop vast te lopen. Er zijn dan
ook bakens uitgezet om het scheepvaart
verkeer te waarschuwen. De onderlossers
zelf kunnen hier al niet meer boven varen.
De storting van grint is in volle zee iets
meer spectaculair dan het lossen van de
uit België afkomstige granietstenen. Bij
het openen van de luiken, zo'n twaalfhon
derd meter vanaf de zuiderpier, zakt de
berg kiezelstenen op een indrukwekkende
manier. Het lijkt of aan de stroom in de
Het grind verdwijnt met groot geruis
naar de diepte. Een zuil water van
circa twintig meter ontstaat, als het
laatste grind is weggezakt.
kaart iedereen treffen hoe precies de la
dingen zijn aangebracht op de bodem van
de Noordzee. Men krijgt waardering voor
het werk van de mensen en ook neemt
men tegelijkertijd de pet af voor de tech
niek, zonder welks hulp de mannen van
Rijkswaterstaat en de bouwers dit grote
waterstaatkundige werk niet zouden kun
nen uitvoeren.
Het storten van materiaal vindt nog
uitsluitend plaats ten behoeve van de
verlenging van de zuiderpier. Aan de ver
lenging van de noorderpier waaraan een
stuk van ruim één kilometer wordt aan
gebouwd is men nog niet begonnen.
Naar wij vernemen zullen de enorme
stenen, die al op het zuidelijk emplacement
liggen en dagelijks nog worden aange
voerd, voornamelijk de voorraden vormen
voor de speciaal te bouwen vrachtauto's,
die de stenen via de bestaande haven
hoofden naar de kop zullen rijden om ze
daar te storten op de met de vaartuigen
reeds aangebrachte stenen. De auto's zul
len naar alle waarschijnlijkheid met een
dubbele stuurinrichting worden uitge
rust, daar zij niet op de havenhoofden
zullen kunnen keren.
Zo worden de pieren van IJmuiden ver
lengt. Het imponeert te weten dat mensen
en techniek hier samen de natuur beteu
gelen, ook al meent stuurman-stortbaas
Poederbach uit IJmuiden dat alles maar
een kwestie van routine is. Maar wij heb
ben bewondering voor al die geroutineer
de mensen, die tot nu toe al 120.000 ton
stenen (keien en grint) op de juiste plaats
in zee hebben gebracht.