Magistrale heropvoering van DE KERSENTUIN
Tanende belangstelling voor
het gezamenlijk musiceren
Pleidooi voor opleidingsinstituut van
Nederlandse toneelschrijvers
Jubileumvoorstelling van Ida Wasserman
1
uitreiKin? van oorkonden I dit jaar nog aanzienlijk werd verhoogd.
bij Amsterdamse
kunstprijzen
Gouache van Imre Nagy
voor Prinses Beatrix
Geslaagd concert voor
Haarlems Opera Koor
N .iANDAG 20 NOVEMBER 1961
V
DE HULDIGING
De muzikale vorming van de amateur
Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren
Hans van den Bergh
Haarlem in de litteratuur
voor beide omroepen
P. Zwaanswijk
P. Zwaanswijk
Het weekeinde
Beeldschermer
De radio geeft dinsdag
T elevisieprogramma
Installatie van de Raad
Industriële Vormgeving
DE 40-JARIGE TONEELCARRIèRE van Ida Wasserman heeft de Haagse
.omedie, aan welk gezelschap zij sinds de oprichting verbonden is geweest,
willen vieren met een wederopvoering van Tsjechovs „Kersentuin", een be
wonderenswaardige voorstelling die in april 1960 ter gelegenheid van de
sjechov-herdenkmg, onder regie van Peter Sjarov is opgevoerd en die toen reeds
een hervertoning was van een nog een aantal jaren oudere voorstelling. De
Koninklijke Schouwburg in Den Haag was zaterdag uitverkocht. Men kan niet
anders dan dankbaar zijn wederom in de gelegenheid te zijn gesteld dit meester-
werk van de toneellitteratuur in deze modelvoorstelling te zien met in de hoofdrol
een van onze allerbeste en menselijkste actrices Ida Wasserman, die reeds twee
maal in vier jaar tijds de Theo d'Or ontving voor de beste rol in die beide jaren.
ER ZIJN schrijvers
zoals Shaw en Wilde,
wier grote kracht
ligt in het schrijven
van toneeldialogen.
Men zou dergelijke
schrijvers onrecht
doen door te lang stil
te staan bij het ver
haaltje dat zij ver
tellen. De gebeurte
nissen en personen
zijn niet dan etalage
materiaal, waar hun
ideeën omheen wor
den gedrapeerd. Tsje-
chov gaat nog een
stap verder. Hem is
het noch om de in
trige noch om de
feitelijke tekst te
doen. Bij hem is alles
wat men te horen
krijgt een voorwend
sel om iets anders te
kunnen verzwijgen,
camouflagemateriaal
waar men doorheen
moet kijken om er
achter te komen wat
hy bedoelt. Wat Tsje-
chov te zeggen heeft
wordt nergens uitge
sproken.
HET VERST voert
hem dit principe in
zijn laatste stukken,
„De drie Zusters"
en „De Kersentuin",
waar zelfs enige wei
nig betekenende ge
luiden in het verband
van de handeling zinvoller worden dan
menige gewone toneeldialoog. Zo schrijft
Tsjechov voor dat er in dit stuk in het
tweede bedrijf plotseling door de lucht het
geluid van een springende snaar moet
klinken, die symbolisch een soort breuk in
de tijd dient aan te geven. Bepaalde per
sonen introduceren zich ook telkens weer
met een soort „leitmotiv" een op zichzelf
functieloze opmerking (het schijnbaar on
nodige typische Tsjechov-gekeuvel!) die
hen toch ten voeten uit karakteriseert zo
als het steeds terugkomen op een bepaalde
biljartstoot door de nooit biljartende Oom
Ljeonid, hetgeen weinig nadrukkelijk maar
raak zijn voze levensstijl symboliseert. De
blijvende waarde van Tsjechovs drama's
schuilt immers in verfijnde psychologische
notities van uiterst subtiele menselijke
verhoudingen die hij, juist omdat ze ons
onderhuids worden overgebracht, voor alle
tijden heeft vormgegeven. Dit boven ieder
realisme uitgaande superrealisme maakt
Tsjechovs psychologische drama eigenlijk
heel wat moderner dan alle nieuwlichterij
in het experimentele toneel van onze eigen
tijd.
ER IS NIEMAND die dit volstrekt eigene
van Tsjechovs stukken zo duidelijk tot
uiting weet te brengen als Peter Sjarov.
Daarom zijn hij en Tsjechov een soort dub
belster geworden aan onze toneelhemel en
die toevallige artistieke constellatie heeft
het Nederlands toneel met een grote reeks
prachtige ervaringen verrijkt. Met een bij
na maniakale eerbied voor ieder woord
van de meester zet Sjarov Tsjechovs stuk
ken in elkaar tot voorstellingen die ver
lopen als precisie-uurwerken. Eindeloos
gedetailleerd en zorgvuldig kent zijn regie
eigenlijk maar twee axioma's: alles moet
zo echt mogelijk zijn en zo getrouw mo
gelijk Tsjechovs aanwijzingen en de ver
afgode Stanislavski-voorstellingen weer
spiegelen. Zo werd ook weer deze opvoe
ring van de „Kersentuin" het ideaalbeeld
van een voorstelling die werkelijk tot in
de perfectie is verzorgd wat decor en mise-
en-scène, maar ook wat belichting, geluids
decor, rekwisieten en figuratie betreft.
Toch boden de kamerdecors van Eline van
Dreght een nog net iets te zeer in elkaar
getimmerd effect om de bedoelingen van
Sjarov optimaal te kunnen verwezenlijken,
terwijl ook het landschap aan de rivier
in enkele details net niet puntgaaf genoeg
was. De vertaling van Charles Timmer
viel nergens op, een van de grootste com
plimenten die men een toneelvertaling kan
maken.
DE HAAGSE VOORSTELLING was
overigens een sterrenparade waaraan een
hele serie topacteurs van het Nederlands
toneel glans verleenden. (Behalve Ida Was
serman nog Annie de Lange en Georgette
Hagedoorn, Albert van Dalsum, Paul
Steenbergen, Bob de Lange en Joris Diels).
Anny de Lange verving, in de rol van
Warja, Annet Nieuwenhuyzen, die naar de
toneelgroep Theater is gegaan, en zij legde
wat meer de nadruk op de bemoeizuchtige
kantjes van deze figuur, waardoor het zie
lige pleegdochtertje wat minder „lief"
werd maar toch zeer overtuigend bleef.
Georgette Hagedoorn maakte een ietwat
normalere figuur van de excentrieke gou
vernante dan Fiet Dekker voorheen deed
en Jules Croiset was de schutterige, idealis
tische student nog iets meer ten voeten
uit dan Coen Flink die tevoren de rol wat
meer moest „maken". Sonja Brill als het
kittige kamermeisje viel met haar ama-
DE N.PH.O.-JEUGDCONCERTEN
In het zaterdag gepubliceerde verslag
van het N.Ph.O.-jeugdconcert, dat vrijdag
werd gegeven, werd vermeld dat de mid
dagconcerten bestemd zouden zijn voor de
lagere schooljeugd en de avondconcerten
voor de middelbare scholieren. De werke
lijke gang van zaken blijkt anders te zijn.
De jeugdconcerten worden slechts als uit
zondering bezocht door leerlingen van la
gere scholen. Zij zijn bestemd voor leer
lingen van voortgezet onderwijs. Daarbij
worden de middagconcerten bezocht door
leerlingen van de lagere klassen en de
avondconcerten door de leerlingen van
hogere klassen. Het voorrecht van avond
lijk bezoek wordt dus niet ontleend aan
schooltype maar aan hogere leeftijd.
Na de opvoering van „De Kersentuin"
werd Ida Wasserman gehuldigd. Op een
met bloemen overladen toneel herinnerde
de Haagse burgemeester mr. H. A. M. T.
Kolfschoten aan de loopbaan van de ac
trice die in 1921 in Antwerpen debuteerde
in Oscar Wilde's „Salome". Na vóór de
oorlog korte tijd in Nederland te zijn op
getreden keerde Ida Wasserman in 1946
voorgoed terug naar Nederland waar zij bij
de Haagse Comedie 49 rollen vertolkte.
Namens het Haagse gemeentebestuur bood
burgemeester Kolfschoten de actrice een
door de Wassenaarse kunstenaar Sierk
Schroder geschilderd portret aan dat een
plaats zal krijgen in de rij van prominente
toneelkunstenaars in de foy# van de
Haagse Schouwburg.
Een ontroerde Paul Steenbergen wees er
op dat Ida Wasserman geen hulde en toe
spraken had gewild en het de organisa
toren zeer lastig had gemaakt. „Had je
maar iets meer van een prima donna, dan
hadden wij het gemakkelijker gehad", al
dus Steenbergen, die haar persoonlijkheid
en kunst belichtte met de woorden: „Je
hebt je talenten met volle overgave aan
de toneelspeelkunst gegeven. Zonder goed
kope successen of manieren die het doen.
Je hebt iedere rol benaderd met angst,
tederheid en subtiele gevoelens. Iedere fi
guur is tot mens geworden, zelfs daar
zoals Johanna de Waanzinnige in „De
Kardinaal" waar gemakkelijke middelen
ook tot succes hadden geleid". Steenbergen,
die de actrice een enveloppe en een mand
vol cadeaus aanbood, herinnerde er aan
dat zij vijftien jaar in Den Haag heeft
gespeeld. „Wat een rijke stad", besloot hij
zijn toespraak.
Bob van Leersum las daarop een bloem
lezing van telegrammen voor. Met een
diepe zucht nam Ida Wasserman, die bij al
het huldebetoon steeds hulp bij haar col
lega's had gezocht, zelf het woord om te
zeggen hoe „gelukkig, blij en dankbaar" zij
was. Bescheiden weet zij haar succes aan
het feit dat het publiek thans aan haar
„tekortkomingen gewend was geraakt".
OP HET CONGRES, dat het Centraal Beraad Amateuristische Muziekbeoefening
(C.B.A.M.) zaterdag te Utrecht gehouden heeft, was de muzikale vorming van de
amateur hoofdonderwerp van referaten, demonstraties en gedachtenwisseling. In
een openingswoord door de voorzitter van het Centraal Beraad, de heer Wouter Paap,
werd betoogd, dat de congressisten geconfronteerd zouden worden met een ontzaglijk
omvangrijke materie met talrijke facetten en problemen. Het muziekonderwijs op
scholen alleen al is een vraagstuk waarvan de draagwijdte nog niet zover overzien
kan worden dat het tot agenda-punt van dit congres gemaakt kon worden. Het oog
werd nu speciaal gericht op het muziekschoolonderwijs en het gaf Wouter Paap
daarom bijzondere voldoening, dat zich onder de talrijke aanwezigen zovele muziek
schooldirecteuren bevonden.
DE HEER J. HENRICHS, ad.iunct-direc
teur van de muziekschool van het Amster
dams Conservatorium, hield een inleiding
over de muzikale vorming op de muziek
school. Gedurende de laatste decennia
heeft de westerse beschaving een overwel
digende ommekeer ondergaan. Met de gro
te ontwikkeling der techniek ging een in
tensieve democratisering samen en nieuwe
levensbehoeften zijn ontstaan. Maar als
groot nadeel werd hiernaast de toeneming
van het materialisme en de passiviteit on
dervonden. Er groeide toen een besef, dat
onderwijsvernieuwing noodzakelijk was
Met deze vernieuwing nu is het muziekon
derwijs begonnen en dit laat een snelle
ontwikkeling daarvan zien, in tegenstelling
tot het schoolonderwijs.
De muziekschool moet een breed ar
beidsterrein hebben. Het gaat bi] de mu
zikale vorming van het kind om musice
ren terwille van de muziek en om de daar
bij bij het kind opgewekte emoties. Het
gaat er niet meer om een luisterende scha
re te imponeren.
GEDURENDE de ochtendzitting van het
congres werd een tweede inleiding gehou
den door dr. J. Daniskas, rijksinspecteur
voor het muziekonderwijs. Dr. Daniskas
vroeg aandacht voor nieuwe perspectieven
van de leiding der amateuristische muziek
beoefening, een artistieke aktiviteit, die
Na de opvoering van Tsjechovs „De
Kersentuin" in de Koninklijke Schouw
burg in Den Haag werd Ida Wasser
man gehuldigd wegens haar 40-jarige
toneelcarrière. Na de huldiging dankte
de actrice met driewerf hoera op de
toneelspeelkunst. Naast de juichende
Ida Wasserman het portret dat Sierk
Schroder van haar vervaardigde.
teuristische spel temidden van deze be
zetting wat storend op. De overige rollen
waren in de oude voortreffelijke handen,
waarbij nog eens speciaal vermeld mogen
worden de aarzelende wereldvreemde fan
tast, Oom Ljeonid van Paul Steenbergen,
de prachtige verlopen landeigenaar van
Joris Diels en de tot een volmaakt uit
gebouwde creatie geworden rol van Bob
de Lange als de rijkgeworden handelaar
Lopachin. Maar zelfs als dit alles er niet
was zou u de voorstelling nog moeten gaan
zien om de onvergetelijke volkomen-gave
uitbeelding van de wufte, onevenwichtige
landgoedbezitster door Ida Wasserman, die
deze in wezen bijna onspeelbaar-twee-
slachtige rol als geen ander geloofwaardig
heid weet te verlenen.
Tijdens de Elfde Algemene Conferen
tie der Nederlandse Letteren, die op 17
en 18 november 1961 te Antwerpen gehou
den is, zijn resoluties aangenomen betref
fende letterkunde, toneel, uitgeverij en
boekhandel, bibliotheekwezen, radio en te
levisie. De bijeenkomst stond onder lei
ding prof. dr. W. Assejbergs. The
ma was „De maatschappelijke positie van
de"svhrijver, in het bijzonder in zijn ver
houding tot de radio, de televisie, het to
neel, de bibliotheken, de boekhandel en
de uitgeverij".
De conferentie heeft een algemene reso
lutie aangenomen, waarin wordt vastge
steld dat „ondanks de herhaalde malen
geuite klemmende bezwaren tegen de cul-
tuurbeiemmerende overdrachtsheffing op
ryv li I het boek in België, deze in de loop van
i Zij spreekt de verwachting uit, dat ter ge
legenheid van de op handen zijnde herzie
ning van de fiscale wetgeving in België
in een vrijstelling voor het boek voorzien
zal worden."
Verder is de wens uitgesproken dat een
uitwisseling van litteraire sprekers bij het
middelbaar onderwijs zal worden georga
niseerd. Tijdens de conferentie is tevens
vastgesteld „dat de televisie in Nederland
nog niet in staat blijkt te zijn in gelijke
mate als in België belangstelling te kwe
ken voor het boek".
De Amsterdamse wethouder voor de
Kunstzaken, mr. A. de Roos heeft tijdens
een buitengewone vergadering van de Am
sterdamse Kunstraad in de aula van het
Stedelijk Museum de oorkonden uitgereikt
behorende bij de door de gemeente Am
sterdam in 1960 en 1961 toegekende zes
prijzen op het gebied van litteratuur, to
neel en architectuur.
De romanpr'js 1960 werd toegekend aan
Simon Vestdijk voor zijn in 1959 versche
nen roman „De Ziener" de drie poëzieprij
zen 1960 werden toegekend aan de dichter
Paul Rodenko voor zijn in 1959 verschenen
bundel „Stilte, woedende Trompet", Chr.
J. van Geel voor zijn in september 1959 :n
het tijdschrift „Tirade" gepubliceerde ge
dicht „Een Zomerdag" en aan Cees Noote-
boom voor het vers „Ibicenzer Gedicht"
uit de bundel „Koude Gedichten".
De toneelprijs 1960-1961, de Albert van
Dalsumprijs, werd toegekend aan de actri
ce Elly van Stekelenburg, voor haar ver
tolking van de rol van de weduwe Lauwe-
reijssen in het toneelstuk „Lijmen". De
architectuurprijs 1961 werd toegekend aan
de architect D. Slebos voor de architecto
nische verzorging van het wisselwachters-
huisje van het gemeentevervoerbedrijf >p
het stationsplein.
Overheid en kunst.
De nieuwe voorzitter van de Amsterdam
se Kunstraad, mr. B. A. van Schaik, voor
het eerst in deze functie naar buiten tre
dend, stipte in zijn openingswoord onder
meer aan dat de totale uitgaven voor de
kunst ten laste van de gemeente Amster
dam in 1948 rond 1,9 miljoen bedroegen
en dat nu daarvoor op de begroting voor
1962 een bedrag van meer dan 9 miljoen
voorkomt. Sedert wethouder De Roos (tot
voor kort de voorzitter voor de Kunstraad)
zijn ambt aanvaardde steeg het budget
voor de aankopen en opdrachten op het ge
bied der kunsten van 10.000 tot 225.000.
aldus mr. Van Schaik. Hij wees voorts op
de geleidelijke ontplooiing van het Kunst-
maandorkest, het Holland Festival en de
Kunstmaand Amsterdam.
De begroting 1961 bevat voor de voorzie
ne uitgaven van het Stedelijk Museum, de
Stadsschouwburg, het Concertgebouwor
kest de Nederlandse Opera, de ballet
kunst, de Nederlandse Comedie en Artis
tezamen ongeveer 7 miljoen. „Er gaat
dus veel weg naar grote instellingen al
dus mr. Van Schaik en wij zijn daarbij
terecht gekomen bij een probleem dat de
aandacht vraagt. Dit probleem ontstaat
doordat de overheid per definitie confor
mistisch is, sommige grote kunstinstellin
gen de neiging tot conformisme hebben en
de kunst bijna per definitie non-conformis
tisch is."
Toneel
In de sectie toneel is erop gewezen dat
er in het Nederlandse taalgebied geen offi
ciële opleiding bestaat voor de Nederland
se toneelschrijver. De sectie is van oor
deel dat zulk een instituut pas in leven
kan worden geroepen wanneer er een stu
die is gemaakt van wat in het buitenland
op dit terrein is bereikt. De sectie ver
zoekt de beide regeringen een aantal to
neeldeskundigen in staat te stellen rap
port uit te brengen over de in het buiten
land toegepaste methoden en, voor zover
dit niet geschied is, een aantal beurzen
beschikbaar te stellen aan toneelschrijvers
om gedurende tenminste een half jaar de
cursus aan een buitenlands opleidingsin
stituut mee te maken.
De conferentie acht het voor de erken
ning van de dramatische auteurs van be
lang dat, zoals in België, ook in Neder
land een driejaarlijkse prijs voor de Ne
derlandse toneelschrijfkunst wordt inge
steld.
De conferentie dringt er bij de beide
regeringen op aan op korte termijn een
werkcommissie in te stellen bestaande uit
schrijvers, uitgevers, bibliothecarissen en
deskundigen op het gebied van het
auteursrecht die het mogelijk zal maken
de bevoegde ministers in beide landen
voorstellen te doen over de toepassing
van uitleenrecht van boeken als onver
vreemdbaar auteursrecht.
Radio en t.v.
De Belgisch-Nederlandse samenwerking
bij Radio en televisie omvat voor 1962 de
volgende plannen. In het voorjaar van
1962 zal een wedstrijd worden gehouden
in het schrijven van een televisiespel.
Vlaamse auteurs zullen bij de N.T.S. en
Nederlandse bij de B.R.T. optreden in
verband met litteraire actualiteiten (ver
jaardagen, prijzen, verschijnen van werk).
Zes uitzendingen, gewijd aan eikaars lit
teraire figuren, zullen door de beide om
roepen overgenomen worden. Een geza
menlijke produktie over een litteraire fi
guur, die noord en zuid verbindt, zal
verwezenlijkt worden; voor dit seizoen
Erasmus. Er zal een regelmatige uitwis
seling plaats vinden van litteraire actuali
teiten voor het journaal.
Een of meer oorspronkelijke Nederland
se en Vlaamse televisiespelen zullen ver
taald en aan buitenlandse zenders gezon
den worden. Door een Vlaamse criticus
zullen voor een Nederlandse microfoon in
zes uitzendingen nieuwe uitgaven op let
terkundig gebied van Belgische uitgevers
worden besproken. Voor de microfoon van
de B.R.T. zal een Nederlandse criticus
nieuwe uitgaven op letterkundig gebied
van Nederlandse uitgevers bespreken in
eveneens zes uitzendingen. Er zal in fe
bruari 1962 een wedstrijd worden georga
niseerd in het schrijven van een luister
spel.
Door de omroepverenigingen in Neder
land zullen een drietal Vlaamse voor
drachtkunstenaars worden uitgenodigd om
Werk van tenminste een drietal Vlaamse
schrijvers voor de microfoon voor te dra
gen. De B.R.T. zal een gelijk aantal Ne
derlandse voordrachtkunstenaars uitnodi
gen tot het voordragen van werk van le
vende Nederlandse schrijvers. In plaats
van deze voordrachtkunstenaars kunnen
ook schrijvers uitgenodigd worden uit hun
eigen werk voor te lezen.
Haarlem in de litteratuur
Door de omroep in beide landen zal een
klankbeeld worden uitgezonden over het
onderwerp „Gent in de litteratuur" en
„Haarlem In de litteratuur".
Er is een commissie gevormd om de
uitgave van oorspronkelijke Nederlandse
luisterspelen te verwezenlijken ter gele
genheid van de Nederlandse Boekenweek
(maart 1962). Een of meer Nederlandse
luisterspelen zullen vertaald en aan bui
tenlandse omroepen toegezonden worden.
Tenminste twaalf Vlaamse auteurs en cri
tici zullen optreden voor de microfoon van
de omroepverenigingen in Nederland en
tenminste twaalf Nederlandse auteurs en
critici voor de microfoon van de B.R.T.
De omroepen in beide landen zullen ge
durende het jaar 1962 klankbeelden uitzen
den ter herdenking van de letterkundigen
René de Clercq, Hendrik Conscience, Wil
lem Elsschot, Joan Luyken, mevr. A. L.
G. Bosboom-Toussaint en Hendrik Lau-
rensz Spieghel.
Prinses Beatrix heeft zaterdag, toen zij
in Utrecht het beschermvrouwschap aan
vaardde van de stichting Universitair Asyl
Fonds, een gouache gekregen. Het kunst
werk is gemaakt door de vluchteling-
kunstschilder Imre Nagy, die nu in Haar
lem woont.
Prof. mr. J. J. M. van der Ven, voor
zitter van het dagelijks bestuur van de
stichting U.A.F., die de gouache aanbood,
vertelde de prinses, waarom dit geschenk
een symbool is van de vrijheid en van de
dankbaarheid van de in Nederland zo
gastvrij opgenomen Hongaarse vluchtelin
gen. Toen Imre Nagy na zijn aankomst
in Nederland in de gelegenheid werd ge
steld, zijn kunst verder te beoefenen,
vroeg hij: „Wat moet ik nu voortaan schil
deren?". Het Nederlandse antwoord was
uiteraard, dat hij dat zelf moest weten.
De Hongaar was bijzonder verbaasd, want
experimentele en non-figuratieve schilder
kunst zijn in een volksdemocratie verbo
den, als „vijandig aan volk, staat en par
tij". Imre Nagy ziet daarom ook zelf in
zijn gouache een symbool voor de arti
stieke vrijheid die hij pas in Nederland
vond.
Nagy heeft geweigerd geld voor zijn
gouache te aanvaarden, toen hij hoorde
voor wie het kunstwerk was bestemd. Op
die manier toonde hij zijn dankbaarheid
voor de in Nederland ondervonden gast
vrijheid. Prinses Beatrix was zeer ingeno
men met het cadeau en liet de heer Nagy
na afloop van de installeringsplechtigheid
aan zich voorstellen om hem persoonlijk
te kunnen bedanken.
Van dankbaarheid getuigde ook de Hon
gaarse vluchteling-student Gabor Nemeth,
die namens alle U.A.F.-burslaen in vlek
keloos Nederlands het woord tot de prinses
richtte.
aansluit op de muzikale vorming van hen,
die met de leiding belast worden.
De amateur, die na zijn vorming op de
muziekschool de muziek blijft beoefenen
heeft leiding nodig, hetzij particulier van
de privé-muziekleraar, hetzij van een diri
gent, wanneer hij zou opgenomen worden
in een musiceer-groep. Het is de leiding
van de volwassenen, die door Dr. Danis
kas aan de orde werd gesteld.
Ons land bezit een buitengewoon grote
groep van amateurs, verenigd in koren
korpsen, accordeon-verenigingen, mandoli
ne-clubs en in huismuziekensembles, wer
kelijk om trots op te zijn. Toch liggen er
op dit gebied vele problemen. Zo is er
terecht bezorgdheid gerezen over de drei
ging van de afneming der belangstelling
van de jeugd voor deze vormen van musi
ceren. De gemiddelde leeftijd van de deel
nemers aan enkele musiceer-groepen ligt
thans bij ongeveer veertig jaar. Ook be
staat er vrees voor de remmende krachten
in onze, zich ontwikkelende maatschappij
EEN ANDER probleem is dat van de
leiding van deze groepen. Het is vooral
in de laatste tien jaar op de voorgrond
komen te staan. Dr. Daniskas zag dit pro
bleem in samenhang met het typische ver
schijnsel van de muzikale appreciatie van
ons volk, dat zijn muzikale eisen steeds ho
ger is gaan stellen. De amateur gaat er
tegenop zien mede te werken aan middel
matige uitvoeringen. Het instellen van ge
tu'igsohriften door afzonderlijke groeperin
gen bewees reeds, dat men het omhoog
brengen van het spelpeil als een volstrek
te noodzaak erkende.
Nu heeft ook het officiële muziekonder
wijs een eerste stap ter verbetering van
de situatie gedaan door het instellen van
een praktijkdiploma voor directie, waar
voor opleiding gegeven wordt aan conser
vatoria en enkele muziekscholen.
Maar het zal noodzakelijk zijn dat ook
gedacht wordt aan een veel betere hono
rering van de leiding gevende musici.
's MIDDAGS KONDEN de congressisten
indrukken krijgen van de muzikale vor
ming op de muziekschool. Daartoe waren
de vocale en instrumentale klassen van de
muziekschool van het Amsterdams Conser
vatorium onder leiding van de heer B
van Beurden naar Utrecht gekomen met
allerlei blaasinstrumenten, snaarinstrumen
ten en slagwerkinstrumentarium, volgens
de ideeën van Carl Orff.
Het ging bij deze demonstratie niet om
een prestatie. Het werd in veel opzichten
een spel van gezellig en improviserend mu:
siceren, vooral met de opvoering van de
leuke geschiedenis van „Meester X
waarin ook de toeschouwers actief wer
den betrokken. Typerend voor de geest van
het onderwijs werden ook de uitvoeringen
van korte ensemblestukjes, waarin de
meeste leerlingen een uiterst eenvoudig
aandeel hadden gekregen, maar die in hun
totaliteit toch een aantrekkelijke, echt mu
zikale indruk konden maken. De kinderen
hadden merkbaar plezier in het musice
ren en hiermede hadden zij moeilijker een
overtuigender bewijs voor het gevolgde
vormingsprincipe kunnen geven.
DOOR ZIJN exclusieve gerichtheid op de
opera vervult Haarlems Operakoor te mid
den van de vele andere Haarlemse koren
een bijzondere taak, ongetwijfeld zeer tot
genoegen van de minnaars van de muzi
kaal-dramatische kunst, die in onze stad
vrijwel uitsluitend op uitvoeringen van
opera-fragmenten in concertvorm zijn
aangewezen.
MEN KAN er zeker van zijn, dat het
koor en zijn enthousiaste dirigente Bep
Ogterop met het opera-concert, dat zij zon
dagavond in de gemeentelijke concertzaal
te Haarlem hebben gegeven, weer vele
opera-vrienden aan zich hebben verplicht.
Vele geliefde melodieën uit opera's van
Smetana, Wagner, Mozart, Verdi, Pon-
chielli, Gounod en andere componisten
werden op dit concert voor hen tot klin
kende werkelijkheid en tot enige compen
satie voor de authentieke opera-kunst, die
zij hier moeten missen.
Bep Ogterop richtte haar directie op het
brengen van muzikaal verantwoorde uit
voeringen. Het gaf voldoening te kunnen
constateren, dat zij, het uiterlijk effect of
opgelegde dramatische expressie vermeed.
Vandaar dat men vaak kon genieten van
een zorgvuldig gevormde, gave koorklank,
die bovendien door een goed gekozen dy
namiek indruk kon maken. Over het alge
meen gaf de zang blijk van een goede
voorbereiding, die ook een goede vormge
ving tot stand bracht, enkele uitzonderin
gen, zoals het koor uit „Don Carlos", dat
een hechter ontwikkelingseenheid had
kunnen krijgen, daar gelaten.
EEN SYMPATHIEKE indruk maakte de
sopraan-soliste Nelly van Gelder, wier
techniek echter nog groter stabiliteit moet
verkrijgen om de inderdaad uitstekende
hoedanigheden van haar stem zonder on
derbreking te laten gelden. En eigenlijk
was dit ook zo het geval met de tenor-so
list Wim Koopman, want ook zijn helder
klinkende stem behoeft de steun van een
zekerheid gevende technische beheersing.
Voor een uitnemende indruk, ook voor wat
betreft voordracht, kon de bas-bariton Ge
rard Droog zorgen.
Voorts kon men veel waardering hebben
voor de begeleiders van koor en solisten:
de pianisten Jaap Brill en Johan Kat en
de organist Gosse Kroese.
A A NKOND/G/NGEN en BESCHOUWINGEN
Een zaterdag vol televisie, waarvan
zeker gezegd moet worden dat de kinde
ren het meest genoten zullen hebben. De
op kinderen afgestemde manier van re
portage, die de St. Nicolaasintocht in Am
sterdam omgaf, was echter ook voor vol
wassenen zeer genietbaar. Het avondpro
gramma leverde de boeiende en geestige
Hitchcock „Ik heb de graaf vermoord",
deel twee, op, nadat de zoetelijke zaterdag
avondakkoorden verklonken waren.
„Brandpunt" was interessant en uitste
kend gecomponeerd rondom Ambon en
zijn bannelingen.
Het meest nieuwsgierig waren wij naai
het t.v.-ballet, dat de V.P.R.O. ons zon
dagavond aanbood. Het was door Hans
van Maanen als choreograaf van het Ne
derlands Danstheater speciaal in opdracht
gecreëerd. Prof. Donkersloot zette vooraf
omstandig uiteen op welke grond het the
ma van dit ballet „Kain en Abel" in de
uitwerking van Van Maanen te verdedi
gen viel. Het bleek namelijk geïnspireerd
op een legende, waarin de broers om het
bezit van een vrouw vechten in stede
van een offer te brengen aan Jaweh. Wij
moeten zeggen dat deze afwijking van
het oorspronkelijk gegeven allerminst
winst betekende. De dramatische inhoud
kreeg nu het accent van de driehoeks
verhouding. De aanwezigheid van de wre
kende Jaweh werd niet voelbaar gemaakt.
Hoe mooi van beweging ook en hoe fraai
van aanschijn in de diverse scènes, als
een krachtige verbeelding van het bijbel
verhaal schoot deze „Kain en AbeF'-be-
werking in alle opzichten tekort. Men kan
voornamelijk bewondering hebben voor het
verwerken van eigentijdse symbolen m
de plaatsen van handeling.
Het tweede programmapunt, een optre
den van Dora Paulsen, leek ons bepaal
delijk bestemd voor fijnproevers. Men
moet van dit spelen met deze cabaretière
houden om haarzelf te waarderen. Het
een ging wel eens ten koste van het
ander. De quiz Toerisme was heel knap
geconstrueerd, maar wel wat erg acade
misch.
Het doet daarbij lachwekkend aan te
moeten vernemen dat de volgende uitzen
ding in februari plaats vindt.Enfin, zo
lang zullen we het dan zonder de ge-
noegelijk keuvelende Mieke Verstraete en
haar „auto" moeten stellen. Tenslotte kre
gen wij opnieuw Simon Vinkenoog in ge
sprek met een kunstenaar. Ditmaal hield
hij zich wat op de achtergrond, maar
hoe dit programma ooit iemand dichter
bij de kunst moet brengen, is ons een
raadsel. Zoveel gestuntel op het beeld
scherm is waarlijk een nationale aanflui
ting.
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO
0.00-24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Gynin. voor de vrouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00
Voor de zieken. 12.00 Lichte muz. 12.20 Regerings-
uitz.: Uitzend, voor de landbouw. 12.30 Land- en
tuinbouwmeded. 12.33 Milit. ork. 13.00 Nieuws.
13.15 Medde. en gram. 13.25 Beursber. 13.30 Pro-
rhenade-ork. 14.00 Kamermuz. 14.40 Schoolradio.
15.00 Met naald en schaar, praatje. 15.30 Sopraan
en piano. 16.00 Een kwart-eeuw culturele vorming
Van de schooljeugd, gesprek. 16.15 Pianospel. 16.30
Voor de leugd. 17.30 Amateursprogr. 17.55 New
York calling, praatje. 18.00 Nieuws. 18 15 Actual.
18.20 Lichte muz 18.30 Lichte muz. 19.00 Voor de
kinderen. 19.05 Paris vous parle, praatje. 19.10
Muzikale lezing 1925 Viool en piano. 22.00 Nws.
20.05 Muzik. biografie. 21.00 Gevar. progr. 22.00
Kamermuziek. 22.30 Nieuws en meded. 22.40 Act.
23.00 Gram. 23.5524.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00—24.00 KRO.
KRO: 7.00 Nws 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd.
7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws.
8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.40 School
radio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Lichtbaken,
lezing. 10.25 Gram. 10.50 ld. 11.00 Voor de Vrouw.
11.30 Gram. 11.50 Volaan vooruit, praatje. 12 00
Middagklok - noodklok. 12.04 Als de dag van gis
teren, kron. van het leven. 12.30 Land- en tuin
bouwmeded. 12.33 Gram. 12.50 Act. 13.00 Nieuws
13.15 Platennieuws. 13.30 Metropole-ork. en solist.
14.05 Gram. 14.35 Voor de plattelandsvrouwen.
14.45 Gevar. progr. 15.50 Gram. 16.00 Voor de
zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40
Beursber. 17.45 Regeringsuitz.Curacao en Aruba:
verschil en overeenkomst, door Frank Martinus
Arion. 18.00 Voor de jeugd. 18.20 Kaarten op ta
fel, gesprek. 18.30 Lichte muz. 18.50 Gram. 19.00
Nieuws. 19 10 Act. 19.25 Otello, opera. In de pau
ze (plm.. 20.40—21.10) Muzikale lezing. 22.30 Nws.
22.40 Gram. 23.00 De derde Assemblee van de
Wereldraad van Kerken te New Delhi, rep. 23.10
Cabaretprogr. 23 40 Gram. 23.55—24.00 Nieuws
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Nieuws. 12.02 Gram. 12.30 Weerber. 12 35
Gram. 12.50 Beursber. 13.00 Nieuws en weerber.
13.15 Klass. muz. 14.00 Schoolradio. 15 45 Gram.
16.00 Beursber. 16 06 Duitse les. 16.21 Vlaamse
kamermuz. 17.00 Nieuws en weerber. 17.15 Lie
deren. 17.40 Boekbespr. 17.50 Voor de jeugd. 18.20
Voor de soldaten. 18 50 Sportkron. 19 00 Nieuws
en weerber. 19.40 Gram. 19.50 Lezing. 20 00 Hoor
spel. 21.15 Accordeonmuz. 21.45 Jazzmuziek. 22,00
Nieuws. 22.15 Gram. 22.55—23.00 Nieuws.
VOOR MAANDAG
NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. VARA: 20 20
Act. 20.35 TV-film. 2T00 Filmvenster 21.30 Forum
VOOR DINSDAG
NTS: 20.00 Documentaire film. 20.45 Idem. 21 05
Speelfilm. 22.4522 55 Filmverslag van de derde
Assemblee van de Wereldraad van Kerken te
New Delhi.
Op 12 december zal in de glazen zaal
van het RAI-gebouw te Amsterdam de on
langs opgeriehtte Raad voor Industriële
Vormgeving worden geïnstalleerd. Het da
gelijks bestuur van deze raad staat on
der voorzitterschap van ir. W. van Osse-
len. Er is tevens een college van bestuur,
waarin dertig vooraanstaande figuren op
het gebied van de industriële vormgeving
zitting hebben. Prins Bernhard heeft zich
bereid verklaard het beschermheerschap
van de raad op zich te nemen.
De Raad voor de Industriële Vormge
ving beoogt industrie en ontwerpers ener-
ijds en handel en consumenten ander
zijds te doordringen van het belang van
een goede vormgeving in ons land. Er zijn
twee uitvoerende organen, het centrum
voor de Industriële Vormgeving dat een
permanente expositie zal inrichten in de
Amsterdamse Koopmansbeurs en het
Instituut voor de Industriële Vormgeving
dat een adviserende en bemiddelende
taak heeft, speciaal gericht op de indus
trie.
Na de installatie-plechtigheid zal de
voorzitter van hef college van bestuur,
jhr. W. van Andringa de Kempenaer, de
prijs van de Bond voor Kunst en Industrie
(B.K.I.-prijs) uitreiken. Deze prijs zal dit
jaar voor het eerst worden uitgereikt, en
wel aan de combinatie van ondernemei
en ontwerper, die in de periode 1955-1961
de meest succesvolle inhoud heeft weten
te geven aan het begrip ..goede vormge
ving van het Nederlandse indusirie-pro-
dukt." v