Magistrale heropvoering van DE KERSENTUIN Tanende belangstelling voor het gezamenlijk musiceren Pleidooi voor opleidingsinstituut van Nederlandse toneelschrijvers Jubileumvoorstelling van Ida Wasserman 1 uitreiKin? van oorkonden I dit jaar nog aanzienlijk werd verhoogd. bij Amsterdamse kunstprijzen Gouache van Imre Nagy voor Prinses Beatrix Geslaagd concert voor Haarlems Opera Koor N .iANDAG 20 NOVEMBER 1961 V DE HULDIGING De muzikale vorming van de amateur Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren Hans van den Bergh Haarlem in de litteratuur voor beide omroepen P. Zwaanswijk P. Zwaanswijk Het weekeinde Beeldschermer De radio geeft dinsdag T elevisieprogramma Installatie van de Raad Industriële Vormgeving DE 40-JARIGE TONEELCARRIèRE van Ida Wasserman heeft de Haagse .omedie, aan welk gezelschap zij sinds de oprichting verbonden is geweest, willen vieren met een wederopvoering van Tsjechovs „Kersentuin", een be wonderenswaardige voorstelling die in april 1960 ter gelegenheid van de sjechov-herdenkmg, onder regie van Peter Sjarov is opgevoerd en die toen reeds een hervertoning was van een nog een aantal jaren oudere voorstelling. De Koninklijke Schouwburg in Den Haag was zaterdag uitverkocht. Men kan niet anders dan dankbaar zijn wederom in de gelegenheid te zijn gesteld dit meester- werk van de toneellitteratuur in deze modelvoorstelling te zien met in de hoofdrol een van onze allerbeste en menselijkste actrices Ida Wasserman, die reeds twee maal in vier jaar tijds de Theo d'Or ontving voor de beste rol in die beide jaren. ER ZIJN schrijvers zoals Shaw en Wilde, wier grote kracht ligt in het schrijven van toneeldialogen. Men zou dergelijke schrijvers onrecht doen door te lang stil te staan bij het ver haaltje dat zij ver tellen. De gebeurte nissen en personen zijn niet dan etalage materiaal, waar hun ideeën omheen wor den gedrapeerd. Tsje- chov gaat nog een stap verder. Hem is het noch om de in trige noch om de feitelijke tekst te doen. Bij hem is alles wat men te horen krijgt een voorwend sel om iets anders te kunnen verzwijgen, camouflagemateriaal waar men doorheen moet kijken om er achter te komen wat hy bedoelt. Wat Tsje- chov te zeggen heeft wordt nergens uitge sproken. HET VERST voert hem dit principe in zijn laatste stukken, „De drie Zusters" en „De Kersentuin", waar zelfs enige wei nig betekenende ge luiden in het verband van de handeling zinvoller worden dan menige gewone toneeldialoog. Zo schrijft Tsjechov voor dat er in dit stuk in het tweede bedrijf plotseling door de lucht het geluid van een springende snaar moet klinken, die symbolisch een soort breuk in de tijd dient aan te geven. Bepaalde per sonen introduceren zich ook telkens weer met een soort „leitmotiv" een op zichzelf functieloze opmerking (het schijnbaar on nodige typische Tsjechov-gekeuvel!) die hen toch ten voeten uit karakteriseert zo als het steeds terugkomen op een bepaalde biljartstoot door de nooit biljartende Oom Ljeonid, hetgeen weinig nadrukkelijk maar raak zijn voze levensstijl symboliseert. De blijvende waarde van Tsjechovs drama's schuilt immers in verfijnde psychologische notities van uiterst subtiele menselijke verhoudingen die hij, juist omdat ze ons onderhuids worden overgebracht, voor alle tijden heeft vormgegeven. Dit boven ieder realisme uitgaande superrealisme maakt Tsjechovs psychologische drama eigenlijk heel wat moderner dan alle nieuwlichterij in het experimentele toneel van onze eigen tijd. ER IS NIEMAND die dit volstrekt eigene van Tsjechovs stukken zo duidelijk tot uiting weet te brengen als Peter Sjarov. Daarom zijn hij en Tsjechov een soort dub belster geworden aan onze toneelhemel en die toevallige artistieke constellatie heeft het Nederlands toneel met een grote reeks prachtige ervaringen verrijkt. Met een bij na maniakale eerbied voor ieder woord van de meester zet Sjarov Tsjechovs stuk ken in elkaar tot voorstellingen die ver lopen als precisie-uurwerken. Eindeloos gedetailleerd en zorgvuldig kent zijn regie eigenlijk maar twee axioma's: alles moet zo echt mogelijk zijn en zo getrouw mo gelijk Tsjechovs aanwijzingen en de ver afgode Stanislavski-voorstellingen weer spiegelen. Zo werd ook weer deze opvoe ring van de „Kersentuin" het ideaalbeeld van een voorstelling die werkelijk tot in de perfectie is verzorgd wat decor en mise- en-scène, maar ook wat belichting, geluids decor, rekwisieten en figuratie betreft. Toch boden de kamerdecors van Eline van Dreght een nog net iets te zeer in elkaar getimmerd effect om de bedoelingen van Sjarov optimaal te kunnen verwezenlijken, terwijl ook het landschap aan de rivier in enkele details net niet puntgaaf genoeg was. De vertaling van Charles Timmer viel nergens op, een van de grootste com plimenten die men een toneelvertaling kan maken. DE HAAGSE VOORSTELLING was overigens een sterrenparade waaraan een hele serie topacteurs van het Nederlands toneel glans verleenden. (Behalve Ida Was serman nog Annie de Lange en Georgette Hagedoorn, Albert van Dalsum, Paul Steenbergen, Bob de Lange en Joris Diels). Anny de Lange verving, in de rol van Warja, Annet Nieuwenhuyzen, die naar de toneelgroep Theater is gegaan, en zij legde wat meer de nadruk op de bemoeizuchtige kantjes van deze figuur, waardoor het zie lige pleegdochtertje wat minder „lief" werd maar toch zeer overtuigend bleef. Georgette Hagedoorn maakte een ietwat normalere figuur van de excentrieke gou vernante dan Fiet Dekker voorheen deed en Jules Croiset was de schutterige, idealis tische student nog iets meer ten voeten uit dan Coen Flink die tevoren de rol wat meer moest „maken". Sonja Brill als het kittige kamermeisje viel met haar ama- DE N.PH.O.-JEUGDCONCERTEN In het zaterdag gepubliceerde verslag van het N.Ph.O.-jeugdconcert, dat vrijdag werd gegeven, werd vermeld dat de mid dagconcerten bestemd zouden zijn voor de lagere schooljeugd en de avondconcerten voor de middelbare scholieren. De werke lijke gang van zaken blijkt anders te zijn. De jeugdconcerten worden slechts als uit zondering bezocht door leerlingen van la gere scholen. Zij zijn bestemd voor leer lingen van voortgezet onderwijs. Daarbij worden de middagconcerten bezocht door leerlingen van de lagere klassen en de avondconcerten door de leerlingen van hogere klassen. Het voorrecht van avond lijk bezoek wordt dus niet ontleend aan schooltype maar aan hogere leeftijd. Na de opvoering van „De Kersentuin" werd Ida Wasserman gehuldigd. Op een met bloemen overladen toneel herinnerde de Haagse burgemeester mr. H. A. M. T. Kolfschoten aan de loopbaan van de ac trice die in 1921 in Antwerpen debuteerde in Oscar Wilde's „Salome". Na vóór de oorlog korte tijd in Nederland te zijn op getreden keerde Ida Wasserman in 1946 voorgoed terug naar Nederland waar zij bij de Haagse Comedie 49 rollen vertolkte. Namens het Haagse gemeentebestuur bood burgemeester Kolfschoten de actrice een door de Wassenaarse kunstenaar Sierk Schroder geschilderd portret aan dat een plaats zal krijgen in de rij van prominente toneelkunstenaars in de foy# van de Haagse Schouwburg. Een ontroerde Paul Steenbergen wees er op dat Ida Wasserman geen hulde en toe spraken had gewild en het de organisa toren zeer lastig had gemaakt. „Had je maar iets meer van een prima donna, dan hadden wij het gemakkelijker gehad", al dus Steenbergen, die haar persoonlijkheid en kunst belichtte met de woorden: „Je hebt je talenten met volle overgave aan de toneelspeelkunst gegeven. Zonder goed kope successen of manieren die het doen. Je hebt iedere rol benaderd met angst, tederheid en subtiele gevoelens. Iedere fi guur is tot mens geworden, zelfs daar zoals Johanna de Waanzinnige in „De Kardinaal" waar gemakkelijke middelen ook tot succes hadden geleid". Steenbergen, die de actrice een enveloppe en een mand vol cadeaus aanbood, herinnerde er aan dat zij vijftien jaar in Den Haag heeft gespeeld. „Wat een rijke stad", besloot hij zijn toespraak. Bob van Leersum las daarop een bloem lezing van telegrammen voor. Met een diepe zucht nam Ida Wasserman, die bij al het huldebetoon steeds hulp bij haar col lega's had gezocht, zelf het woord om te zeggen hoe „gelukkig, blij en dankbaar" zij was. Bescheiden weet zij haar succes aan het feit dat het publiek thans aan haar „tekortkomingen gewend was geraakt". OP HET CONGRES, dat het Centraal Beraad Amateuristische Muziekbeoefening (C.B.A.M.) zaterdag te Utrecht gehouden heeft, was de muzikale vorming van de amateur hoofdonderwerp van referaten, demonstraties en gedachtenwisseling. In een openingswoord door de voorzitter van het Centraal Beraad, de heer Wouter Paap, werd betoogd, dat de congressisten geconfronteerd zouden worden met een ontzaglijk omvangrijke materie met talrijke facetten en problemen. Het muziekonderwijs op scholen alleen al is een vraagstuk waarvan de draagwijdte nog niet zover overzien kan worden dat het tot agenda-punt van dit congres gemaakt kon worden. Het oog werd nu speciaal gericht op het muziekschoolonderwijs en het gaf Wouter Paap daarom bijzondere voldoening, dat zich onder de talrijke aanwezigen zovele muziek schooldirecteuren bevonden. DE HEER J. HENRICHS, ad.iunct-direc teur van de muziekschool van het Amster dams Conservatorium, hield een inleiding over de muzikale vorming op de muziek school. Gedurende de laatste decennia heeft de westerse beschaving een overwel digende ommekeer ondergaan. Met de gro te ontwikkeling der techniek ging een in tensieve democratisering samen en nieuwe levensbehoeften zijn ontstaan. Maar als groot nadeel werd hiernaast de toeneming van het materialisme en de passiviteit on dervonden. Er groeide toen een besef, dat onderwijsvernieuwing noodzakelijk was Met deze vernieuwing nu is het muziekon derwijs begonnen en dit laat een snelle ontwikkeling daarvan zien, in tegenstelling tot het schoolonderwijs. De muziekschool moet een breed ar beidsterrein hebben. Het gaat bi] de mu zikale vorming van het kind om musice ren terwille van de muziek en om de daar bij bij het kind opgewekte emoties. Het gaat er niet meer om een luisterende scha re te imponeren. GEDURENDE de ochtendzitting van het congres werd een tweede inleiding gehou den door dr. J. Daniskas, rijksinspecteur voor het muziekonderwijs. Dr. Daniskas vroeg aandacht voor nieuwe perspectieven van de leiding der amateuristische muziek beoefening, een artistieke aktiviteit, die Na de opvoering van Tsjechovs „De Kersentuin" in de Koninklijke Schouw burg in Den Haag werd Ida Wasser man gehuldigd wegens haar 40-jarige toneelcarrière. Na de huldiging dankte de actrice met driewerf hoera op de toneelspeelkunst. Naast de juichende Ida Wasserman het portret dat Sierk Schroder van haar vervaardigde. teuristische spel temidden van deze be zetting wat storend op. De overige rollen waren in de oude voortreffelijke handen, waarbij nog eens speciaal vermeld mogen worden de aarzelende wereldvreemde fan tast, Oom Ljeonid van Paul Steenbergen, de prachtige verlopen landeigenaar van Joris Diels en de tot een volmaakt uit gebouwde creatie geworden rol van Bob de Lange als de rijkgeworden handelaar Lopachin. Maar zelfs als dit alles er niet was zou u de voorstelling nog moeten gaan zien om de onvergetelijke volkomen-gave uitbeelding van de wufte, onevenwichtige landgoedbezitster door Ida Wasserman, die deze in wezen bijna onspeelbaar-twee- slachtige rol als geen ander geloofwaardig heid weet te verlenen. Tijdens de Elfde Algemene Conferen tie der Nederlandse Letteren, die op 17 en 18 november 1961 te Antwerpen gehou den is, zijn resoluties aangenomen betref fende letterkunde, toneel, uitgeverij en boekhandel, bibliotheekwezen, radio en te levisie. De bijeenkomst stond onder lei ding prof. dr. W. Assejbergs. The ma was „De maatschappelijke positie van de"svhrijver, in het bijzonder in zijn ver houding tot de radio, de televisie, het to neel, de bibliotheken, de boekhandel en de uitgeverij". De conferentie heeft een algemene reso lutie aangenomen, waarin wordt vastge steld dat „ondanks de herhaalde malen geuite klemmende bezwaren tegen de cul- tuurbeiemmerende overdrachtsheffing op ryv li I het boek in België, deze in de loop van i Zij spreekt de verwachting uit, dat ter ge legenheid van de op handen zijnde herzie ning van de fiscale wetgeving in België in een vrijstelling voor het boek voorzien zal worden." Verder is de wens uitgesproken dat een uitwisseling van litteraire sprekers bij het middelbaar onderwijs zal worden georga niseerd. Tijdens de conferentie is tevens vastgesteld „dat de televisie in Nederland nog niet in staat blijkt te zijn in gelijke mate als in België belangstelling te kwe ken voor het boek". De Amsterdamse wethouder voor de Kunstzaken, mr. A. de Roos heeft tijdens een buitengewone vergadering van de Am sterdamse Kunstraad in de aula van het Stedelijk Museum de oorkonden uitgereikt behorende bij de door de gemeente Am sterdam in 1960 en 1961 toegekende zes prijzen op het gebied van litteratuur, to neel en architectuur. De romanpr'js 1960 werd toegekend aan Simon Vestdijk voor zijn in 1959 versche nen roman „De Ziener" de drie poëzieprij zen 1960 werden toegekend aan de dichter Paul Rodenko voor zijn in 1959 verschenen bundel „Stilte, woedende Trompet", Chr. J. van Geel voor zijn in september 1959 :n het tijdschrift „Tirade" gepubliceerde ge dicht „Een Zomerdag" en aan Cees Noote- boom voor het vers „Ibicenzer Gedicht" uit de bundel „Koude Gedichten". De toneelprijs 1960-1961, de Albert van Dalsumprijs, werd toegekend aan de actri ce Elly van Stekelenburg, voor haar ver tolking van de rol van de weduwe Lauwe- reijssen in het toneelstuk „Lijmen". De architectuurprijs 1961 werd toegekend aan de architect D. Slebos voor de architecto nische verzorging van het wisselwachters- huisje van het gemeentevervoerbedrijf >p het stationsplein. Overheid en kunst. De nieuwe voorzitter van de Amsterdam se Kunstraad, mr. B. A. van Schaik, voor het eerst in deze functie naar buiten tre dend, stipte in zijn openingswoord onder meer aan dat de totale uitgaven voor de kunst ten laste van de gemeente Amster dam in 1948 rond 1,9 miljoen bedroegen en dat nu daarvoor op de begroting voor 1962 een bedrag van meer dan 9 miljoen voorkomt. Sedert wethouder De Roos (tot voor kort de voorzitter voor de Kunstraad) zijn ambt aanvaardde steeg het budget voor de aankopen en opdrachten op het ge bied der kunsten van 10.000 tot 225.000. aldus mr. Van Schaik. Hij wees voorts op de geleidelijke ontplooiing van het Kunst- maandorkest, het Holland Festival en de Kunstmaand Amsterdam. De begroting 1961 bevat voor de voorzie ne uitgaven van het Stedelijk Museum, de Stadsschouwburg, het Concertgebouwor kest de Nederlandse Opera, de ballet kunst, de Nederlandse Comedie en Artis tezamen ongeveer 7 miljoen. „Er gaat dus veel weg naar grote instellingen al dus mr. Van Schaik en wij zijn daarbij terecht gekomen bij een probleem dat de aandacht vraagt. Dit probleem ontstaat doordat de overheid per definitie confor mistisch is, sommige grote kunstinstellin gen de neiging tot conformisme hebben en de kunst bijna per definitie non-conformis tisch is." Toneel In de sectie toneel is erop gewezen dat er in het Nederlandse taalgebied geen offi ciële opleiding bestaat voor de Nederland se toneelschrijver. De sectie is van oor deel dat zulk een instituut pas in leven kan worden geroepen wanneer er een stu die is gemaakt van wat in het buitenland op dit terrein is bereikt. De sectie ver zoekt de beide regeringen een aantal to neeldeskundigen in staat te stellen rap port uit te brengen over de in het buiten land toegepaste methoden en, voor zover dit niet geschied is, een aantal beurzen beschikbaar te stellen aan toneelschrijvers om gedurende tenminste een half jaar de cursus aan een buitenlands opleidingsin stituut mee te maken. De conferentie acht het voor de erken ning van de dramatische auteurs van be lang dat, zoals in België, ook in Neder land een driejaarlijkse prijs voor de Ne derlandse toneelschrijfkunst wordt inge steld. De conferentie dringt er bij de beide regeringen op aan op korte termijn een werkcommissie in te stellen bestaande uit schrijvers, uitgevers, bibliothecarissen en deskundigen op het gebied van het auteursrecht die het mogelijk zal maken de bevoegde ministers in beide landen voorstellen te doen over de toepassing van uitleenrecht van boeken als onver vreemdbaar auteursrecht. Radio en t.v. De Belgisch-Nederlandse samenwerking bij Radio en televisie omvat voor 1962 de volgende plannen. In het voorjaar van 1962 zal een wedstrijd worden gehouden in het schrijven van een televisiespel. Vlaamse auteurs zullen bij de N.T.S. en Nederlandse bij de B.R.T. optreden in verband met litteraire actualiteiten (ver jaardagen, prijzen, verschijnen van werk). Zes uitzendingen, gewijd aan eikaars lit teraire figuren, zullen door de beide om roepen overgenomen worden. Een geza menlijke produktie over een litteraire fi guur, die noord en zuid verbindt, zal verwezenlijkt worden; voor dit seizoen Erasmus. Er zal een regelmatige uitwis seling plaats vinden van litteraire actuali teiten voor het journaal. Een of meer oorspronkelijke Nederland se en Vlaamse televisiespelen zullen ver taald en aan buitenlandse zenders gezon den worden. Door een Vlaamse criticus zullen voor een Nederlandse microfoon in zes uitzendingen nieuwe uitgaven op let terkundig gebied van Belgische uitgevers worden besproken. Voor de microfoon van de B.R.T. zal een Nederlandse criticus nieuwe uitgaven op letterkundig gebied van Nederlandse uitgevers bespreken in eveneens zes uitzendingen. Er zal in fe bruari 1962 een wedstrijd worden georga niseerd in het schrijven van een luister spel. Door de omroepverenigingen in Neder land zullen een drietal Vlaamse voor drachtkunstenaars worden uitgenodigd om Werk van tenminste een drietal Vlaamse schrijvers voor de microfoon voor te dra gen. De B.R.T. zal een gelijk aantal Ne derlandse voordrachtkunstenaars uitnodi gen tot het voordragen van werk van le vende Nederlandse schrijvers. In plaats van deze voordrachtkunstenaars kunnen ook schrijvers uitgenodigd worden uit hun eigen werk voor te lezen. Haarlem in de litteratuur Door de omroep in beide landen zal een klankbeeld worden uitgezonden over het onderwerp „Gent in de litteratuur" en „Haarlem In de litteratuur". Er is een commissie gevormd om de uitgave van oorspronkelijke Nederlandse luisterspelen te verwezenlijken ter gele genheid van de Nederlandse Boekenweek (maart 1962). Een of meer Nederlandse luisterspelen zullen vertaald en aan bui tenlandse omroepen toegezonden worden. Tenminste twaalf Vlaamse auteurs en cri tici zullen optreden voor de microfoon van de omroepverenigingen in Nederland en tenminste twaalf Nederlandse auteurs en critici voor de microfoon van de B.R.T. De omroepen in beide landen zullen ge durende het jaar 1962 klankbeelden uitzen den ter herdenking van de letterkundigen René de Clercq, Hendrik Conscience, Wil lem Elsschot, Joan Luyken, mevr. A. L. G. Bosboom-Toussaint en Hendrik Lau- rensz Spieghel. Prinses Beatrix heeft zaterdag, toen zij in Utrecht het beschermvrouwschap aan vaardde van de stichting Universitair Asyl Fonds, een gouache gekregen. Het kunst werk is gemaakt door de vluchteling- kunstschilder Imre Nagy, die nu in Haar lem woont. Prof. mr. J. J. M. van der Ven, voor zitter van het dagelijks bestuur van de stichting U.A.F., die de gouache aanbood, vertelde de prinses, waarom dit geschenk een symbool is van de vrijheid en van de dankbaarheid van de in Nederland zo gastvrij opgenomen Hongaarse vluchtelin gen. Toen Imre Nagy na zijn aankomst in Nederland in de gelegenheid werd ge steld, zijn kunst verder te beoefenen, vroeg hij: „Wat moet ik nu voortaan schil deren?". Het Nederlandse antwoord was uiteraard, dat hij dat zelf moest weten. De Hongaar was bijzonder verbaasd, want experimentele en non-figuratieve schilder kunst zijn in een volksdemocratie verbo den, als „vijandig aan volk, staat en par tij". Imre Nagy ziet daarom ook zelf in zijn gouache een symbool voor de arti stieke vrijheid die hij pas in Nederland vond. Nagy heeft geweigerd geld voor zijn gouache te aanvaarden, toen hij hoorde voor wie het kunstwerk was bestemd. Op die manier toonde hij zijn dankbaarheid voor de in Nederland ondervonden gast vrijheid. Prinses Beatrix was zeer ingeno men met het cadeau en liet de heer Nagy na afloop van de installeringsplechtigheid aan zich voorstellen om hem persoonlijk te kunnen bedanken. Van dankbaarheid getuigde ook de Hon gaarse vluchteling-student Gabor Nemeth, die namens alle U.A.F.-burslaen in vlek keloos Nederlands het woord tot de prinses richtte. aansluit op de muzikale vorming van hen, die met de leiding belast worden. De amateur, die na zijn vorming op de muziekschool de muziek blijft beoefenen heeft leiding nodig, hetzij particulier van de privé-muziekleraar, hetzij van een diri gent, wanneer hij zou opgenomen worden in een musiceer-groep. Het is de leiding van de volwassenen, die door Dr. Danis kas aan de orde werd gesteld. Ons land bezit een buitengewoon grote groep van amateurs, verenigd in koren korpsen, accordeon-verenigingen, mandoli ne-clubs en in huismuziekensembles, wer kelijk om trots op te zijn. Toch liggen er op dit gebied vele problemen. Zo is er terecht bezorgdheid gerezen over de drei ging van de afneming der belangstelling van de jeugd voor deze vormen van musi ceren. De gemiddelde leeftijd van de deel nemers aan enkele musiceer-groepen ligt thans bij ongeveer veertig jaar. Ook be staat er vrees voor de remmende krachten in onze, zich ontwikkelende maatschappij EEN ANDER probleem is dat van de leiding van deze groepen. Het is vooral in de laatste tien jaar op de voorgrond komen te staan. Dr. Daniskas zag dit pro bleem in samenhang met het typische ver schijnsel van de muzikale appreciatie van ons volk, dat zijn muzikale eisen steeds ho ger is gaan stellen. De amateur gaat er tegenop zien mede te werken aan middel matige uitvoeringen. Het instellen van ge tu'igsohriften door afzonderlijke groeperin gen bewees reeds, dat men het omhoog brengen van het spelpeil als een volstrek te noodzaak erkende. Nu heeft ook het officiële muziekonder wijs een eerste stap ter verbetering van de situatie gedaan door het instellen van een praktijkdiploma voor directie, waar voor opleiding gegeven wordt aan conser vatoria en enkele muziekscholen. Maar het zal noodzakelijk zijn dat ook gedacht wordt aan een veel betere hono rering van de leiding gevende musici. 's MIDDAGS KONDEN de congressisten indrukken krijgen van de muzikale vor ming op de muziekschool. Daartoe waren de vocale en instrumentale klassen van de muziekschool van het Amsterdams Conser vatorium onder leiding van de heer B van Beurden naar Utrecht gekomen met allerlei blaasinstrumenten, snaarinstrumen ten en slagwerkinstrumentarium, volgens de ideeën van Carl Orff. Het ging bij deze demonstratie niet om een prestatie. Het werd in veel opzichten een spel van gezellig en improviserend mu: siceren, vooral met de opvoering van de leuke geschiedenis van „Meester X waarin ook de toeschouwers actief wer den betrokken. Typerend voor de geest van het onderwijs werden ook de uitvoeringen van korte ensemblestukjes, waarin de meeste leerlingen een uiterst eenvoudig aandeel hadden gekregen, maar die in hun totaliteit toch een aantrekkelijke, echt mu zikale indruk konden maken. De kinderen hadden merkbaar plezier in het musice ren en hiermede hadden zij moeilijker een overtuigender bewijs voor het gevolgde vormingsprincipe kunnen geven. DOOR ZIJN exclusieve gerichtheid op de opera vervult Haarlems Operakoor te mid den van de vele andere Haarlemse koren een bijzondere taak, ongetwijfeld zeer tot genoegen van de minnaars van de muzi kaal-dramatische kunst, die in onze stad vrijwel uitsluitend op uitvoeringen van opera-fragmenten in concertvorm zijn aangewezen. MEN KAN er zeker van zijn, dat het koor en zijn enthousiaste dirigente Bep Ogterop met het opera-concert, dat zij zon dagavond in de gemeentelijke concertzaal te Haarlem hebben gegeven, weer vele opera-vrienden aan zich hebben verplicht. Vele geliefde melodieën uit opera's van Smetana, Wagner, Mozart, Verdi, Pon- chielli, Gounod en andere componisten werden op dit concert voor hen tot klin kende werkelijkheid en tot enige compen satie voor de authentieke opera-kunst, die zij hier moeten missen. Bep Ogterop richtte haar directie op het brengen van muzikaal verantwoorde uit voeringen. Het gaf voldoening te kunnen constateren, dat zij, het uiterlijk effect of opgelegde dramatische expressie vermeed. Vandaar dat men vaak kon genieten van een zorgvuldig gevormde, gave koorklank, die bovendien door een goed gekozen dy namiek indruk kon maken. Over het alge meen gaf de zang blijk van een goede voorbereiding, die ook een goede vormge ving tot stand bracht, enkele uitzonderin gen, zoals het koor uit „Don Carlos", dat een hechter ontwikkelingseenheid had kunnen krijgen, daar gelaten. EEN SYMPATHIEKE indruk maakte de sopraan-soliste Nelly van Gelder, wier techniek echter nog groter stabiliteit moet verkrijgen om de inderdaad uitstekende hoedanigheden van haar stem zonder on derbreking te laten gelden. En eigenlijk was dit ook zo het geval met de tenor-so list Wim Koopman, want ook zijn helder klinkende stem behoeft de steun van een zekerheid gevende technische beheersing. Voor een uitnemende indruk, ook voor wat betreft voordracht, kon de bas-bariton Ge rard Droog zorgen. Voorts kon men veel waardering hebben voor de begeleiders van koor en solisten: de pianisten Jaap Brill en Johan Kat en de organist Gosse Kroese. A A NKOND/G/NGEN en BESCHOUWINGEN Een zaterdag vol televisie, waarvan zeker gezegd moet worden dat de kinde ren het meest genoten zullen hebben. De op kinderen afgestemde manier van re portage, die de St. Nicolaasintocht in Am sterdam omgaf, was echter ook voor vol wassenen zeer genietbaar. Het avondpro gramma leverde de boeiende en geestige Hitchcock „Ik heb de graaf vermoord", deel twee, op, nadat de zoetelijke zaterdag avondakkoorden verklonken waren. „Brandpunt" was interessant en uitste kend gecomponeerd rondom Ambon en zijn bannelingen. Het meest nieuwsgierig waren wij naai het t.v.-ballet, dat de V.P.R.O. ons zon dagavond aanbood. Het was door Hans van Maanen als choreograaf van het Ne derlands Danstheater speciaal in opdracht gecreëerd. Prof. Donkersloot zette vooraf omstandig uiteen op welke grond het the ma van dit ballet „Kain en Abel" in de uitwerking van Van Maanen te verdedi gen viel. Het bleek namelijk geïnspireerd op een legende, waarin de broers om het bezit van een vrouw vechten in stede van een offer te brengen aan Jaweh. Wij moeten zeggen dat deze afwijking van het oorspronkelijk gegeven allerminst winst betekende. De dramatische inhoud kreeg nu het accent van de driehoeks verhouding. De aanwezigheid van de wre kende Jaweh werd niet voelbaar gemaakt. Hoe mooi van beweging ook en hoe fraai van aanschijn in de diverse scènes, als een krachtige verbeelding van het bijbel verhaal schoot deze „Kain en AbeF'-be- werking in alle opzichten tekort. Men kan voornamelijk bewondering hebben voor het verwerken van eigentijdse symbolen m de plaatsen van handeling. Het tweede programmapunt, een optre den van Dora Paulsen, leek ons bepaal delijk bestemd voor fijnproevers. Men moet van dit spelen met deze cabaretière houden om haarzelf te waarderen. Het een ging wel eens ten koste van het ander. De quiz Toerisme was heel knap geconstrueerd, maar wel wat erg acade misch. Het doet daarbij lachwekkend aan te moeten vernemen dat de volgende uitzen ding in februari plaats vindt.Enfin, zo lang zullen we het dan zonder de ge- noegelijk keuvelende Mieke Verstraete en haar „auto" moeten stellen. Tenslotte kre gen wij opnieuw Simon Vinkenoog in ge sprek met een kunstenaar. Ditmaal hield hij zich wat op de achtergrond, maar hoe dit programma ooit iemand dichter bij de kunst moet brengen, is ons een raadsel. Zoveel gestuntel op het beeld scherm is waarlijk een nationale aanflui ting. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO 0.00-24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gynin. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Voor de zieken. 12.00 Lichte muz. 12.20 Regerings- uitz.: Uitzend, voor de landbouw. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Milit. ork. 13.00 Nieuws. 13.15 Medde. en gram. 13.25 Beursber. 13.30 Pro- rhenade-ork. 14.00 Kamermuz. 14.40 Schoolradio. 15.00 Met naald en schaar, praatje. 15.30 Sopraan en piano. 16.00 Een kwart-eeuw culturele vorming Van de schooljeugd, gesprek. 16.15 Pianospel. 16.30 Voor de leugd. 17.30 Amateursprogr. 17.55 New York calling, praatje. 18.00 Nieuws. 18 15 Actual. 18.20 Lichte muz 18.30 Lichte muz. 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Paris vous parle, praatje. 19.10 Muzikale lezing 1925 Viool en piano. 22.00 Nws. 20.05 Muzik. biografie. 21.00 Gevar. progr. 22.00 Kamermuziek. 22.30 Nieuws en meded. 22.40 Act. 23.00 Gram. 23.5524.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00—24.00 KRO. KRO: 7.00 Nws 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.40 School radio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Lichtbaken, lezing. 10.25 Gram. 10.50 ld. 11.00 Voor de Vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Volaan vooruit, praatje. 12 00 Middagklok - noodklok. 12.04 Als de dag van gis teren, kron. van het leven. 12.30 Land- en tuin bouwmeded. 12.33 Gram. 12.50 Act. 13.00 Nieuws 13.15 Platennieuws. 13.30 Metropole-ork. en solist. 14.05 Gram. 14.35 Voor de plattelandsvrouwen. 14.45 Gevar. progr. 15.50 Gram. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.Curacao en Aruba: verschil en overeenkomst, door Frank Martinus Arion. 18.00 Voor de jeugd. 18.20 Kaarten op ta fel, gesprek. 18.30 Lichte muz. 18.50 Gram. 19.00 Nieuws. 19 10 Act. 19.25 Otello, opera. In de pau ze (plm.. 20.40—21.10) Muzikale lezing. 22.30 Nws. 22.40 Gram. 23.00 De derde Assemblee van de Wereldraad van Kerken te New Delhi, rep. 23.10 Cabaretprogr. 23 40 Gram. 23.55—24.00 Nieuws BRUSSEL. 324 m. 12.00 Nieuws. 12.02 Gram. 12.30 Weerber. 12 35 Gram. 12.50 Beursber. 13.00 Nieuws en weerber. 13.15 Klass. muz. 14.00 Schoolradio. 15 45 Gram. 16.00 Beursber. 16 06 Duitse les. 16.21 Vlaamse kamermuz. 17.00 Nieuws en weerber. 17.15 Lie deren. 17.40 Boekbespr. 17.50 Voor de jeugd. 18.20 Voor de soldaten. 18 50 Sportkron. 19 00 Nieuws en weerber. 19.40 Gram. 19.50 Lezing. 20 00 Hoor spel. 21.15 Accordeonmuz. 21.45 Jazzmuziek. 22,00 Nieuws. 22.15 Gram. 22.55—23.00 Nieuws. VOOR MAANDAG NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. VARA: 20 20 Act. 20.35 TV-film. 2T00 Filmvenster 21.30 Forum VOOR DINSDAG NTS: 20.00 Documentaire film. 20.45 Idem. 21 05 Speelfilm. 22.4522 55 Filmverslag van de derde Assemblee van de Wereldraad van Kerken te New Delhi. Op 12 december zal in de glazen zaal van het RAI-gebouw te Amsterdam de on langs opgeriehtte Raad voor Industriële Vormgeving worden geïnstalleerd. Het da gelijks bestuur van deze raad staat on der voorzitterschap van ir. W. van Osse- len. Er is tevens een college van bestuur, waarin dertig vooraanstaande figuren op het gebied van de industriële vormgeving zitting hebben. Prins Bernhard heeft zich bereid verklaard het beschermheerschap van de raad op zich te nemen. De Raad voor de Industriële Vormge ving beoogt industrie en ontwerpers ener- ijds en handel en consumenten ander zijds te doordringen van het belang van een goede vormgeving in ons land. Er zijn twee uitvoerende organen, het centrum voor de Industriële Vormgeving dat een permanente expositie zal inrichten in de Amsterdamse Koopmansbeurs en het Instituut voor de Industriële Vormgeving dat een adviserende en bemiddelende taak heeft, speciaal gericht op de indus trie. Na de installatie-plechtigheid zal de voorzitter van hef college van bestuur, jhr. W. van Andringa de Kempenaer, de prijs van de Bond voor Kunst en Industrie (B.K.I.-prijs) uitreiken. Deze prijs zal dit jaar voor het eerst worden uitgereikt, en wel aan de combinatie van ondernemei en ontwerper, die in de periode 1955-1961 de meest succesvolle inhoud heeft weten te geven aan het begrip ..goede vormge ving van het Nederlandse indusirie-pro- dukt." v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 4