Verlaging ook voor medewerkster
in het bedrijf van haar echtgenoot
niemand
de deur uit
zonder een
ontbijt
Honderden Zebra-zondaren
gingen op de bon
VAN NIEL
Betaalt het rijk mee aan
Amsterdams stadhuis?
De gehuwde werkende vrouw
en de Inkomstenbelasting
LET IT POUR! you're safe
and dry in a
Carnaval op de
„Willem Ruys"
Weduwe van vaandrig
Aernout heeft
wèl pensioen
Amsterdamse politie
heeft 389 man tekort
Indonesisch aanbod
aan leden van de
Nieuw-Guinearaad
Geen Australisch visum
voor vroeger Stern-lid
DONDERDAG 23 NOVEMBER 1961
19
r— T-Cv*
G. A. van der STEUR
Kerkelijk nieuws
OMEGA
HORLOGES
ook met gouden band
Kerkelijk nieuws
Prof. Grosheide 80 jaar
X
X
X
AMSTERDAMS ALLERLEI
WEEKABONNEMENTEN
Exit
cifroën 2 cv
Geert Hoogeveen
Showroom
Zijlweg 26
Geen vervolging tegen
Haagse zenuwarts
Advertentie
(Van onze belastingmedewerker)
In een vorig artikel hebben we wat ver
teld van de fiscale tegemoetkomingen, die
de beheerder van 's Lands schatkist de ge
huwde vrouw, die buiten haar gezin gaat
werken, heeft toegedacht. We vertelden
toen, dat de belastingverlaging is gezocht
in een aftrek van hetgeen met het werken
buitenshuis werd verdiend, echter met een
minimum van 500,- en een maximum
van 2.000,- en we waren toegekomen aan
de vraag, hoe het nu ging met de gehuw
de vrouwen, die in het. bedrijf van haar
man meehelpen.
De grote moeilijkheid is hierbij, dat de
ze vrouw geen salaris ontvangt, althans
in ver- en veruit de meeste gevallen. En
al kreeg zij wel een salaris, dan bleef voor
de belastingadministratie altijd nog de
vraag, of dit salaris nu wel een redelijke
beloning voor de gepresteerde arbeid is.
Men kan immers kwalijk volhouden, dat
de beloning, die een man zijn vrouw toe^
kent een loon is, dat onder normale ver
houdingen van vraag en aanbod tot stand
komt. En als de fiscus moet gaan beoor
delen, of de beloning redelijk is en niet
te hoog, stoot hij weer op het bezwaar dat
veelal niet eens bekend is, hoe lang de
vrouw in het bedrijf van haar man heeft
gewerkt. Hoeveel middenstandsbedrijven
zijn er niet waar de vrouw naast haar
huishoudelijk werk zo nu en dan inspringt
bij afwezigheid van haar man of in drukke
uren?
Al deze moeilijkheden heeft het wetsont
werp inzake de inkomsten van de gehuwde
werkende vrouw willen omzeilen een
naar onze mening alleszins loffelijk stre
ven. Het heeft dit gedaan door het bedrag
van de beloning voor de gehuwde vrouw,
die in het bedrijf van haar man werkt op
een vast bedrag te fixeren en wel op
2250,-. Hetgeen dus betekent, dat de
vrouw, die in het bedrijf van haar man
werkt geacht wordt 2250,- te verdienen
ook at krijgt zij in werkelijkheid geen be
loning. De regel is verder gelijk aan die
voor de gehuwde vrouw, die in dienstbe
trekking is bij derden: zij krijgt dus aftrek
van 1/3 of 750,-. Nogmaals: deze aftrek
kan ook toegepast worden als de man zijn
vrouw helemaal geen salaris geeft,
want het gaat niet om het salaris, maar
om „een bedrag, dat een redelijke belo
ning blijkt te zijn". Of het gegeven wordt,
doet niet ter zake.
Een man, wiens vrouw in zijn bedrijf
helpt, kan dus als volgt redeneren: Mijn
vrouw werkt in mijn bedrijf. Zij wordt ge
acht 2250,- te verdienen. Die mag ik als
onkosten van mijn winst aftrekken. Als in
komen van mijn vrouw moet ik ze weer bij
mijn inkomen voegen, maar ik mag er dan
eerst 750,- aftrekken. Hij telt dus 750,-
weer bij. Resultaat: hij geeft 750,- min
Advertentie
der inkomen aan, dan hij vroeger gedaan
zou hebben.
Tot zover zou de hele regeling eenvou
dig zijn. Men zou er dan op hebben kun
nen aanmerken, dat zij vrij ruw was, om
dat zij iedere echtgenote, die haar echt
vriend helpt 2250,- toekent, maar daar
tegenover zou de charme van de eenvoud
staan, die nu eens op één punt aan wel
haast alle dispuut een einde zou maken.
Helaas heeft het niet zo mogen zijn,
want de wetgever heeft gemeend de ge
fixeerde aftrek van f 2250,- goeddeels op
losse schroeven te moeten zetten, door een
o.i. te ver doorgevoerd perfectionisme.
In de eerste plaats dan mag de gehuwde
vrouw alleen een beloning hebben als ze
niet alleen in het bedrijf (of zelfstandig
uitgeoefend beroep) van haar man werkt,
maar als dit werken past bij „de aard
en omvang" ervan en als dit medewerken
van de vrouw in het bedrijf of beroep „ter
plaatse van de uitoefening ervan gebruike
lijk is" en dan nog geschiedt „geregeld
en in belangrijke mate".
Is dit niet zo, dan moet degene, die aan-
spraak maakt op aftrek, de aard en de om
vang van de arbeid van zijn vrouw bewij
zen. Hij mag niet zonder meer 2250 aan
nemen, maar hij is ook nog niet Van af
trek uitgesloten. Het wordt hem alleen
moeilijker gemaakt.
En dit is nog niet alles. Want als wel
aan alle voorwaarden voldaan is, wat de
aard en de omvang van het bedrijf of be
roep en hetplaatselijk gebruik betreft,
dan kan nog het bedrag van 2250 zowel
door de fiscus als door de belastingplich
tige in twijfel worden getrokken. Want de
f 2250 gelden, tenzij blijkt, dat een rede
lijke beloning meer of minder bedraagt.
De inspecteur kan dus altijd nog beweren
dat 2250 te veel is en de contribuabele
kan evenzeer volhouden, dat het te wei
nig is. Zien wij goed, dan zal de praktijk
wel worden, dat de aftrek van V3 van
f 2250 met een zekere vlotheid zal gege
ven worden en dat afwijkingen zich niet te
vaak zullen voordoen. En dat is maar te
hopen ook. Het belastingrecht is al inge
wikkeld genoeg.
We menen hiermede de voornaamste
voorschriften betreffende het wetsontwerp
voor de belastingheffing van de arbeids
inkomsten van de gehuwde werkende
vrouw gegeven te hebben. Ten overvloe
de vermelden we nog, dat inkomsten al
tijd zijn netto-inkomsten. Kosten van ver
werving mogen worden afgetrokken, even
tueel met een minimum van 100 zoals
nu ook al gebeurt voordat de extra vrij
stelling wordt toegepast. Voor de vrouw,
die in het bedrijf van haar man werkt,
is 2250 als netto-loon aangenomen.
Eindigen we nog met een enkele slot
opmerking.
Eerst dan iets over de loonbelasting.
Van het loon van een gehuwde vrouw,
die bij een vreemde werkt, moet nor
maal loonbelasting en premie A.O.W.
worden ingehouden. Dit laatste ook als
van haar echtgenoot reeds het maximale
bedrag aan premie is ingehouden. De te
veel betaalde premie A.O.W. wordt later
bij het vaststellen van een aanslag in de
premieheffing teruggegeven. Een ingewik
keld systeem, maar dat toch niet ge
makkelijk eenvoudiger kan uitgevoerd
worden.
Voor de loonbelasting heeft het wets
ontwerp echter iets aparts. Van het loon
van de gehuwde vrouw wordt niet de be
lasting volgens tabel ingehouden, maar
een uniform percentage van 15 pet., on
geacht de grootte van het inkomen of
van het gezin, echter nadat het loon is
verlaagd met 100-, kosten van verwer
ving en met de extra vrijstelling. Dit
percentage van 15 pet zal in vele geval
len vrij hoog zijn. Dat is echter juist
de bedoeling. De 15 pet loonbelasting en
de teveel betaalde premie A.O.W. zullen
tezamen bewerken, dat te zijner tijd de
meerdere inkomstenbelasting, die het ge
volg is van het werken van de gehuwde
vrouw, gemakkelijk betaald kan worden.
Er is dan immers een potje loonbelas
ting en een potje premie A.O.W.! Een
waarlijk vaderlijke zorg!
En wat nu van het wetsontwerp te den
ken? In ons eerste artikel hebben we ge
zegd, dat, naar het schijnt van de kant
van het bedrijfsleven om dit wetsont
werp is gevraagd in verband met de per-
soneelsschaarste. Nu is het met die par-
soneelsschaarste een raar ding. De span
ning op de arbeidsmarkt is niet uit de
lucht komen vallen als een soort a-bom,
maar is grotendeels het gevolg van een
welbewuste politiek die gevoerd wordt.
Er is zeer wel een politiek denkbaar,
waarbij deze schaarste zou verdwijnen.
Dat wil dus zeggen, dat de noodzakelijk
heid van het werken van de gehuwde
vrouw als die noodzakelijkheid inder
daad bestaat niet over ons komt als
iets onafwendbaars, maar als iets, dat we
gewild hebben en dat dienen moet om de
materiële welvaart op te voeren. Men
kan hier verschillend over denken; we
laten ieder gaarne zijn mening en we
willen bovendien van de materiële wel
vaart geen kwaad zeggen, doch wij heb
ben voor het werken van de gehuwde
vrouw, noodgevallen daargelaten, en dus
ook voor het wetsontwerp, dat dat wer
ken moet stimuleren, weinig appreciatie.
Misschien komt het, omdat onze vrouw
niet buitenshuis werkt, maar we menen
dat het wetsontwerp stuurt in een rich
ting, die het ideële aan het materiële
opoffert. Maar nogmaals, we gunnen on
ze lezers graag hun mening en als
zij er voor in aanmerking komen
straks het fiscale voordeeltje op de koop
toe.
APPOINTMJIB*
to her majesty
THE QUEEN
CTEA THE RPR O O FRRfl
BURBERRY8 LTD
Some people call any raincoat a Burberry. But
they're wrong. Only a Burberry keeps out a
delugeand stays good-looking. A Burberry
is double proofed, first in the yam, then in the
cloth. Even Burberry linings and stitching are
proofedYet a Burberry costs 178.—.
Come and see us. Try on a Burberry first.
'Burton <4 artoitUrti ucdr math
HERENKLEDING
Kruisstraat 7 - Haarlem - Tel. 02500 -10730
Bij de opening van het carnavalseizoen,
elf dagen geleden, op de elfde van de elf
de maand, hebben de raad van ministers
en de raad van elf van het Roermondse
carnavalsgezelschap „D'n Uul", op voor
stel van „zijne dorstlustige hoogheid" Thei
II, prins van Groot-Roermond, besloten te
legrafisch aan de gezagvoerder van de
„Willem Ruys", hun stadgenoot kapitein
Herman van den Heuvel, te verzoeken
hen in de gelegenheid te stellen een be
zoek te brengen aan zijn schip. De Roer
mondse gemeenteraad, onder leiding van
burgemeester mr. R. G. A. Höppener,
heeft enkele maanden geleden de „Willem
Ruys" bezocht, .omdat men er in deze
Limburgse stad 'bijzonder trots op is dat
de gezagvoerder van het vlaggeschip van
de Rotterdamsche Lloyd een ingezetene
van Roermond is.
Kapitein Van den Heuvel heeft het ge
zelschap uitgenodigd voor de eerstvolgen
de vertrekdag van zijn schip uit Rotter
dam. Zo zullen op 2 januari Prins Thei II,
zijn adjudanten, de president en de raad
van ministers, de voorzitter en de leden
van de raad van elf en hun uitgebreid ge
volg waarbij de complete prinsenkapel,
de „Dans-mariekes", de hofzanger en de
ceremoniemeester in vol ornaat naar
Rotterdam komen om daar aan boord van
de „Willem Ruys" met zang en dans, mu
ziek en daverende redevoeringen een
stukje Limburgse folklore ten beste te
geven ter ere van „hun" kapitein.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Huizen (N.H.) H. Jongerden
te Zijderveld te Eext (Dr.) (toez.) J. A.
Poelstra te Gamwerd te Hierden (toez.)
P. J. Bos te Sprang te Krimpen a. d.
Lek (2de maal) A. van Brummelen te
Schoonrewoerd.
Chr. Geref. Kerken
Tweetal te Broek op Langendijk T. Brie-
nen te Mussel en W. Steenbergen te
Meppel.
Beroepen te Leeuwarden (2de pred.pl.)
M. W. van Nieuwenhuize te Amsterdam-
West.
In antwoord op vragen van het Tweede
Kamerlid de heer Kieft (A.R.) heeft prof.
De Quay, als minister van Buitenlandse
Zaken a.i. mede namens minister Visser
geantwoord, dat de weduwe van de dood
geschoten militievaandrig van het K.N.I.L.
R. L. C. Aernout, wel een beslissing heeft
ontvangen op een door haar in 1952 inge
diend verzoek om toekenning van een mi
litair pensieon. Zij had, als nabestaande
van een niet-beroepsmilitair van het
K.N.I.L. geen recht op een militair pen
sioen wel kon zij overeenkomstig de toen
geldende Nederlandsch-Indische wettelijke
voorschriften recht doen gelden op een pe
riodieke uitkering volgens de algemene
oorlogsongevallen-regeling.
Die uitkering werd haar op 29 maart
1949 toegekend met ingang van 29 februari
1948, de dag na het overlijden van haar
echtgenoot. Zij heeft die uitkering zonder
onderbreking tot op heden genoten.
Op 3 december 1952 heeft zij in een re
kest aan de Koningin verzocht die uitke
ring, welke toentertijd nog door de repu
bliek Indonesië werd betaald, te doen om
zetten in een rijkspensioen, omdat zij in
de mening verkeerde, dat de uitkering
haar was toegekend bij wijze van gunst
en omdat zij zich ongerust maakte, dat
de betaling daarvan wellicht door de re
publiek Indonesië zou worden gestaakt.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken
heeft haar geantwoord, dat de uitkering
niet een gunstkarakter droeg, doch haar
rechtens toekwam en dat zij zich tot dit
departement kon wenden, indien de repu
bliek Indonesië onverhoopt haar verplich
tingen niet zou nakomen. In 1954 werd de
verplichting tot betaling van de uitkering
door het rijk overgenomen van Indonesië
De karabijnbrigade van de Amsterdam
se politie heeft in één week bijna 1000 ze
bra-zondaars geverbaliseerd. Vorige week
woensdag werd het startsein gegeven
voor dit verscherpte optreden tegen voet
gangers, automobilisten, fietsers en brom
fietsers, die de nieuwe voetgangersbepa
lingen negeren.
Bij die 1000 processenverbaal zijn de
bekeuringen van de afdelingsbureaus in
begrepen. Daarvan zijn nog geen cijfers
bekend.
In Den Haag heeft men in de week van 15
tot en met 21 november 228 processenver
baal opgemaakt wegens overtredingen
van de nieuwe voetgangersbepalmgen.
Honderd voetgangers kregen een bekeu
ring omdat ze overstaken binnen dertig
meter van een zebra. Voorts kregen 39
voetgangers die het rode voetgangers
licht negeerden, een procesverbaal,
43 die onvoorzichtig overstaken via
een zebra (niet lettend op de verkeers
stroom of te dicht voor het aankomend
verkeer) en 12 die overstaken terwijl het
verkeerslicht voor het rijdens verkeer op
groen stond. Tegen 15 autorijders werd
procesverbaal opgemaakt, omdat zij voet
gangers belemmerden. Negentien kregen
een bekeuring omdat zij binnen vijf me
ter van een zebra passeerden.
De directie van een dierenpark heeft
de minister van Verkeer en Waterstaat
het voorstel gedaan alle officiële voetgan
gersoversteekplaatsen in ons land op kos
ten van het dierenpark aan te duiden met
een wit, driehoekig bord met rode rand
met in het midden de afbeelding van een
zebra.
Als voorwaarde wordt hierbij gesteld
dat onder het verkeersbord een plaatje
komt met de naam van het dierenpark. De
directie van het dierenpark schat het aan-
Advertentie
GROTE HOUTSTR. 86 - HAARLEM
Speciaalzaak sinds 1883
Geref. Kerken
Beroepen te Amsterdam (vac. G. R. Vis
ser) Joh. Lever te Vlaardingen te Kla-
zienaveen (vac. M. N. de Wolf) J. Wolven
te Urk te Hollum op Ameland, Oudega
(W.) en te Wierum G. den Heeten, kand.
te Rotterdam te Vinkeveen G. J. van
den Burgh te Lexmond.
Aangenomen naar Asperen M. J. Vos,
kand. te Overveen, die bedankte voor
Bruinisse, Scharendijke, Vianen en voor
Vries (Dr.)
Bedankt voor Nieuweroord (Dr.) J. A.
van Netten te Grootegast.
Beroepen te Laar (Duitsland) A. Segger
te Zoutkamp.
tal oversteekplaatsen in ons land op enige
tienduizenden. Het aanbod wordt niet ge
handhaafd als er geen naambordje aan
het verkeersteken mag worden bevestigd.
Het ministerie van Verkeer en Water
staat heeft reeds medegedeeld, dat over
het aanbod nog geen beslissing is geno
men. Het wees er echter op dat er reeds
een bord ter aanduiding van een officiële
oversteekplaats bestaat, namelijk het drie
hoekige bord met twee evenwijdige stip
pellijnen waarbinnen een afbeelding van
een overstekende wandelaar.
Het personeelstekort bij de Amsterdam
se politie bedroeg op 1 oktober 389 man.
Dit delen B. en W. van Amsterdam mee
in hun antwoord op de opmerkingen van
de raadsleden over de gemeentebegro
ting voor 1962. Wat de verkeersproblemen
in de hoofdstad betreft zeggen B. en W.
dat het invoeren van voorrangswegen bin
nen de bebouwde kom geen oplossing is
die enig voordeel kan bieden. Het dwars-
verkeer zal volgens het college in het al
gemeen nauwelijks een kans krijgen om
de voorrangsweg te kruisen of zich in het
verkeer op deze weg te voegen. Het is
bovendien niet onwaarschijnlijk, dat het
met grotere dan aanvaardbare snelheid
doorrijden op de voorrangswegen ernstige
botsingen zou kunnen veroorzaken met het
dwarsverkeer, dat in dit systeem zijn ge
ringe kansen moet waarnemen.
Ter ontlasting van de Amsterdams bin
nenstad van autoverkeer wordt het stich
ten van parkeerruimte aan de rand van
de binnenstad het meest aanbevelenswaar
dig geacht, waarbij in het bijzonder aan
parkeergarages wordt gedacht.
Het scheppen van ondergrondse par
keergelegenheid in de binnenstad stuit
vooralsnog af op de bijzonder hoge kos
ten.
Het dempen van een gedeelte van de
Lijnbaansgracht tussen het Raamplein en
de Bloemgracht vormt thans een punt van
studie en beraad, zo zeggen B. en W.
In Amsterdam zijn reeds 19 openbare
schuilgelegenheden opgeleverd. Veertien j
zijn er in aanbouw en voor nog zes is de
rijksgoedkeuring verkregen. Met de bouw
van deze zes schuilplaatsen wordt binnen
kort begonnen.
De nieuwe richtlijnen voor de bescher
ming der bevolking betekenen volgens B.
en W. in geen geval, dat de bevolking van
Amsterdam bij oorlogsdreiging geëva
cueerd zal worden. Wel is een studie ge
maakt om in geval van dringende nood
zaak een evacuatie te kunnen uitvoeren.
Deze studie is door de minister van Bin
nenlandse Zaken als geheim geclassifi
ceerd.
In een gesprek met de N.T.S., dat
woensdagavond werd uitgezonden, heeft
de heer Jouwe gezegd dat een Indonesi
sche vertegenwoordiger bij de V.N., Soe-
kardjo, had aangeboden hem en zijn colle
ga's gouverneur van Nieuw-Guinea te ma
ken, indien het gebied aan Indonesië zou
worden overgedragen. (De Nieuw-Guinea-
raadsleden Jouwe, Womsiwor en Tanggah-
ma zijn als adviseurs van de Nederlandse
V.N.-delegatie in New York). Twee dagen
tevoren, zo vervolgde de heer Jouwe, had
de in Indonesië wonende papoea Johan
Dimara dit voorstel reeds aan de heer
Womsiwor gedaan en tenslotte herhaalde
een Indonesische adviseur bij de V.N. Soe-
goro, dit aanbod aan de heer Tanggahma.
Toen alle drie het aanbod hadden afgewe
zen, verklaarden de Indonesiërs Nieuw
Guinea gewapenderhand te zullen aanval
len, aldus de heer Jouwe.
Hij zei dat de papoea's inmiddels de
delegaties van enkele jonge Afrikaanse
landen duidelijk hadden gemaakt dat zij
evenals deze Afrikaanse staten hun vrij
heid wensen. „Er is geen kwestie van dat
wij Indonesië haten. Misschien zal Indo
nesië na onze zelfbeschikking een van on
ze vriendelijkste buurstaten worden", zo
besloot de heer Jouwe.
Op 25 november wordt prof dr. F. W.
Grosheide, oud-hoogleraar aan de
Vrije Universiteit, tachtig jaar.
dienen uiterlijk op woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
HOBART (Tasmanië, UPI) De pre
mier van Australië Robert Menzies, heeft
op een bijeenkomst van studenten in Hj-
bart, de hoofdstad van Tasmanië verteld,
dat aan de economische deskundige Y.
Brenner, die aan de Londense universf
teit doceerde, geen toestemming was ver
leend Australië binnen te komen daar hij
deel had uitgemaakt van de Stern-groep in
Israel. Brenner, die in Duitsland werd ge
boren, zou aan de universiteit van Adelai
de doceren. Menzies zei, dat Brenner had
toegegeven dat hij lid van de Stern was
geweest. Deze bende, aldus Menzies, be
stond uit driehonderd jonge moordenaars,
die de Zweedse graaf Folke Bernadotte,
UNO-vertegenwoordiger in Palestina had
vermoord.
Bij een vroegere gelegenheid had de
Australische regering verklaard dat Bren-
ners lidmaatschap van de Stern en zijn
communistische sympathieën niet de oor
zaak waren dat een visum was geweigerd.
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Het zal nog wel tien jaar duren eer
Amsterdam de beschikking over een
nieuw stadhuis zal hebben. Daarom heb
ben de sprekers in het dezer dagen ge
houden raadsdebat over het stadhuisont-
werp de financiële zijde van het plan, als
zijnde nog niet opportuun, onbesproken
gelaten. De ontwerpers van het nieuwe
stadhuis, prof. ir. J. F. Berghoef en ir.
J. J. M. Vegter, ramen de bouwkosten
zonder inrichtingskosten thans op 50
miljoen. Ook zonder rekening te houden
met de nog steeds stijgende bouwkosten
kan men nu reeds stellen, dat het stad
huis het duurste gebouw wordt, dat Am
sterdam 'ooit heeft gebouwd. Gelukkig be
heert de wethouder van Financiën al ja
ren lang een langzaam groeiend spaar
potje, dat speciaal voor de stadhuisbouw
is bestemd. Het geld is afkomstig uit de
verkoop van het paleis op de Dam aan
het rijk, waartoe in 1936 na vijf jaren
van wikken en wegen is besloten, in een
daad, die nog steeds door velen wordt
betreurd, omdat het paleis immers als
stadhuis is gebouwd en zelfs nu als zo
danig nog alleszins zou voldoen. Het rijk
betaalde als koopsom 15 miljoen, die in
jaarlijkse termijnen van 2 miljoen is
voldaan. In 1942 had Amsterdam het geld
binnen, dat in 1936 reeds voor de bouw
van een een nieuw stadhuis werd be
stemd. Uit een in datzelfde jaar uitge
schreven prijsvraag, die 225 ingezonden
ontwerpen voor een stadhuis op het Fre-
deriksplein opleverde, is tenslotte het ont
werp van de architecten Berghoef en Veg
ter bekroond. De oorlog maakte de bouw
onmogelijk en in de na-oorlogse jaren
moesten andere projecten voorrang heb
ben. Hierdoor konden de beide architec
ten tijd vinden voor een nieuw ontwerp,
dat bovendien moest worden afgestemd
op de inmiddels gekozen plaats op het
Waterlooplein aan de Amstel. Het spaar
potje, dat in 1942 f 15 miljoen telde, is
door rente gekomen op een kleine 20
miljoen, nog niet de helft van de geraam
de bouwkosten. Nu kan men zich afvra
gen: moeten de over vele jaren uitge
smeerde betalingsregeling van het rijk en
de daarop volgende oorlog nu geheel en
al ten nadele komen van de stad Amster
dam of heeft het rijk niet de morele
plicht om de toch al niet royale koopsom
voor het paleis opnieuw te waarderen?
Wij weten, dat reeds in één fractie van
de hoofdstedelijke gemeenteraad het
standpunt wordt ingenomen, dat het rijk
alsnog een tegemoetkoming in de stad
huishouw zou moeten geven.
Na 160 jaar dienst te hebben gedaan
zal het „Hotel des Pays Bas" in de
Nieuwe Doelenstraat te Amsterdam wor
den opgeheven. Binnenkort zal de inven
taris met uitzondering van enkele kost
bare stukken worden geveild. Het oude
hotel telt 76 kamers met 100 bedden. Het
„Hotel des Pays Bas" had weliswaar een
romantische sfeer, maar voldeed niet
meer aan de eisen van de verwende ho
telgast. Een modernisering zou enorme
investeringen vragen en het meest ver
standige besluit was dan ook dat van op
heffing. Het restaurant met zijn fin-de-siè-
cle-sfeer had een bijzondere faam. Dat
restaurant zal niet geheel verloren gaan,
maar onder dezelfde naam en met ge
deeltelijk dezelfde antieke inrichting wor
den verplaatst naar het restaurant „De
Ronde Venen" te Vinkeveen, het plassen
gebied ten zuiden van de hoofdstad
tjeswerden binnengebracht. Na 1825
vond o.a. de stadsbibliotheek er een
plaats. In 1830 stond men voor de vraag
of de justitie zich in 't gebouw zou vesti
gen of dat men het tot kazerne zou be
stemmen. In dat jaar kwamen er trou
wens toch soldaten: honderden zieken en
gewonden van de Tiendaagse Veldtocht.
Hoewel de justitie in 1836 de beschikking
over het gebouw kreeg, werd het pas in
1863 rijkseigendom. Het interieur is uiter
aard door de jaren heen ingrijpend ge
wijzigd. Een belangrijke modernisering
is onlangs gereedgekomen. Het uiterlijk
is onveranderd gebleven, dat wil zeggen:
even lelijk als in de 17de eeuw, toen die
lange, strakke gevel tussen de fraaie
grachtenhuizen reeds danig uit de toon
viel.
Oud gebouw
Dezer dagen was het 125 jaar geleden
dat het paleis van Justitie aan de Prin
sengracht in gebruik werd genomen. Mr
M, C. van Hall was toen president van
„de regtbank". Het gebouw is echter
veel ouder. In 1666 was er het aalmoe
zeniersweeshuis gevestigd, waar jaarlijks
wel 600 kinderen meest vondelinge
Advertentie
Haarlem
Telefoon 17296 - 58041
De officier van Justitie te Maastricht
heeft aan de Haagse zenuwarts dr. mr.
F. M. H. medegedeeld, dat hij hem, na
een uitgebreid vooronderzoek inzake een
aanklacht wegens meineed bij een ver
hoor in een echtscheidingsprocedure te
Maastricht, niet zal vervolgen. De arts
was in verband met deze aanklacht in
de afgelopen zomer enige tijd in het Huis
van Bewaring te Maastricht gedetineerd.
Op 6 februari 1961 had in de raadkamer
van de Maastrichtse rechtbank een ge
tuigenverhoor plaats in een echtscheidings
procedure, aanhanging gemaakt door dr.
B. te Heerlen tegen zijn echtgenote, wel
ke procedure nog steeds loopt. Naar aan
leiding van verklaringen, welke dr. mr.
H., toen als getuige in deze zaak afleg
de, diende dr. N. een aanklacht in we
gens meineed. Na een onderzoek dat on
geveer tweeënhalve maand vergde, vond
de officier van Justitie te Maastricht aan
leiding in juni de aanhouding van dr.
mr. H. te gelasten. Op 29 juni vroeg
de officier van Justitie de rechtbank een
bevel tot gevangenhouding van dr. mr.
H. op grond van de ingediende en onder
zochte meineedklacht. De rechtbank wees
op 30 juni deze vordering toe. De arts
ging echter tegen deze beschikking van de
Maastrichtse rechtbank in beroep bij het
gerechtshof in Den Bosch, dat op 11 juli
besliste dat er onvoldoende aanwijzigin-
gen waren, dat dr. H. zich aan meineed
zou hebben schuldig gemaakt. Het hof
gelastte zijn onmiddellijke invrijheidstel
ling. Het justitieel onderzoek werd op 19
oktober afgesloten door de rechter-com-
missaris en thans heeft de officier van
Justitie dr. mr. H. medegedeeld geen
verdere vervolging wegens meineed te
zullen instellen.