In het duister van de oude mijn
HET LUIE KABOUTERTJE
Steeds meer blinden maken carrière
in de meest uiteenlopende beroepen
Prachtige resultaten van
zes jaar revalidatiewerk
PANDA EN DE DIENOMAAT
DOOR ELIZABETH MORTON
7
Ons vervolgverhaal
VERTAALD UIT HET ENGELS
MAANDAG 27 NOVEMBER 1961
iiiiiiniiiiiiiiiiiimimimum
(Van onze Amsterdamse redacteur)
„JE KUNT BETER DOOD zijn dan blind". „Ach, kijk
die arme stakker eens, zo'n man moest niet alleen over
straat gaan'. Deze en andere uitlatingen kan men dagelijks
horen in de omgeving van blinden. Zij worden omringd door
medelijden, sentiment en zoveel goedbedoelde hulp, dat
eigen activiteiten en zelfstandigheid vaak in de kiem worden
gesmoord. Tekenend is de verzuchting van een blinde man:
„Hoe meer hulp ik krijg, hoe hulpelozer ik word.Er is
een tijd geweest, dat de blinde werd beschouwd als een
zielig hoopje mens, voor wie de maatschappij gesloten was.
Later kwamen er werkinrichtingen, waar volwassen blinden
worden beziggehouden. Is een blinde dan alleen maar ge
schikt om manden te vlechten of borstels te trekken? Wij
weten nu in 1961 wel beter. Blind en zielig zijn niet
synoniem. Het verlies van het gezichtsvermogen blijft een
enorme handicap, maar is stellig geen obstakel om de meest
uiteenlopende beroepen volwaardig uit te oefenen. In het
Nederland van vandaag werken blinden als steno-typist en
telefonist, als sigarenwinkelier en industrie arbeider, ja zelfs
als jurist, predikant, leraar en masseur. Nieuwe inzichten
hebben de muur van vooroordelen en misverstand door
broken, die rond de blinden was opgetrokken.
De weg terug
Eindelijk een echt
luchtbed
31. „Bingo, dit is het laatste blik benzine.zullen we de motor starten?
Ik ben zó benieuwd, of hij het nog doet!" „Kijk toch eens Bolle, Slokop
ziet er zo akelig uit; hij heeft vast iets verkeerds gegeten!" „Neen, majr
dat is het toppunt! Nu drinkt hij zelfs onze dure benzine! Tk wist ->ok wel,
dat er nog een blik moest zijn".
'liiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiin
iimiiiiniiiiiiiiiiiiliiiiiijl!
1 32)
Ik vind het geen prettige gedach-
te, Peter, dat je het tegen je vader
moet opnemen.
Er verscheen een verbeten trek
E rond z'n mond.
Dit keer is hij te ver gegaan.
Dat hij een hard zakenman is, kan er
nog mee door, maar om vlak voor je
neus een fortuin weg te kapen, is iets
heel anders. Ik had niet gedacht, dat
hij zo iets zou doen.
E Er kan toch niet een of andere
E vergissing in het spel zijn?
Dat kan natuurlijk altijd.
Hij bloosde enigszins.
E Ik heb die informatie van één
van de mensen, die voor mijn vader
werken, losgekregen. Hij wist niet wie
E ik was en ik heb niet de moeite geno-
5 men om hem dit te vertellen.
E Arme Peter, mompelde Jane.
Hij kwam vlak bij haar staan.
1 Ik moet toch op een of andere
manier bewijzen, dat ik oprecht ben,
E Jane.
Dat hoeft niet meer, Peter. Ik
weet nu al dat je oprecht bent. Maar
E ik ga niet terug voordat deze kwes-
E tie is opgehelderd. Je vader het
zou onverdragelijk zijn als wij samen
in Port Marriott wonen, terwijl jij
E ruzie met hem zou hebben.
E Ik ben bang, dat er van nu af aan
altijd ruzie tussen ons zal zijn, zei hij
terwijl Jane zijn hand greep en die
tegen zich aan drukte.
H Ach, misschien vinden we wel
E een of andere uitweg, zei ze hoopvol.
We moesten eigenlijk Timothy
Corrion opbellen en hem advies vra-
gen over de mijn. Misschien kan ik
hem wel bereiken.
Zij gaf hem het nummer.
Hij komt dade^jk, zei- hij even
E later.
De notaris verkeerde in een opge-
wekte stemming.
E —Ik vind 't heerlijk jullie weer
E samen te zien. Ik hoop nu maar, dat
jullie geen nonsens meer gaan uitha-
len.
Ze gaven geen antwoord en hij
grinnikte even.
Ach, al die dwaze dingen, die
jcnge mensen kunnen doen, vooral
E als ze verliefd zijn. Jullie zien er bei-
E den uit, alsof jullie op een streng
dieet hebben geleefd. Een paar
E maanden Port Marriott zal jullie ech-
E ter wel weer opknappen. Nu, wat wil-
1 den jullie mij over de mijn vragen?
Peter vertelde hem wat hij had ont-
dekt.
—Jullie zullen het ogenblikkelijk
aan het Ministerie van Bevoorrading
moeten opgeven, zei hij. Ze zullen
E aan een expert sturen om een onder-
E zoek in te stellen. Wat er dan moet
gebeuren hangt van het resultaat van
dat onderzoek af. Maar er is nog
E helemaal niet gezegd, dat het erts
rijk genoeg is om exploitatie renda-
bel te maken. Is dat wèl het geval,
S dan ben je uit je financiële moeilijk-
E heden, Jane.
E Jane glimlachte gelukkig.
Dan zou ik alles kunnen doen,
wat ik mij voorgenomen heb. Er zou
E weer werk zijn voor de mensen uit
E het dorp. We kunnen de huisjes res-
taureren en een vissersvloot uitrus-
ten. En misschien
E Draaf nu niet door, Jane! Je ver-
koopt de huid voordat de beer ge-
schoten is, zei Corrion waarschu-
wend Laten we er eerst eens zien
achter te komen, of er werkelijk
uranium in de grond zit. Pas als de
I mijn geld gaat opleveren, kunnen we
beslissen wat we er mee zullen gaan
E doen.
Hij richtte zich tot Peter Willans.
Je vader moet een tip hebben
gekregen van iemand, die goed op de
hoogte is van mijnbouw.
1 Dat kan alleen Geoffrey Mar-
quand zijn geweest, antwoordde Pe-
E ter.
E Maar wat moest hij in de mijn
doen?
Peter haalde z'n schouders op.
Hij is mijningenieur en mis-
I schien is hij wel uit nieuwsgierigheid
r.aar beneden gegaan.
Corrion ging er niet verder op in.
Hij stond op om weg te gaan. Peter
keek Jane even aan. Hij wilde haar
kennelijk wat zeggen, maar toen
draaide hij zich om en zei tot Cor-
I rion:
Ik denk, dat ik maar met u mee-
1 ga.
Even later waren beide mannen
I verdwenen en was Jane alleen. Zè
trachtte zichzelf er van te overtuigen
dat ze zich gelukkig voelde en blij,
maar ze kon ieder moment in tranen
uitbarsten
HOOFDSTUK XI
Peter en Corrion waren nog geen
half uur vertrokken, of de bel van de
voordeur ging over. Jane keek op de
klok terwijl ze opstond. Het was pre
cies negen uur, zodat het Mary nog
niet kon zijn. Ze was met Alan Swann
in de stad gaan eten en zou zeker niet
voor tien uur thuiskomen.
Er bleek een man voor de deur te
staan, die ze niet kende. Hij hield
zijn hoed in de hand, maar had de
kraag van zijn regenjas hoog opge
slagen, zodat ze zijn gezicht moeilijk
kon onderscheiden. Ze kreeg de in
druk dat hij rossig haar had en een
vrij grof gezicht met borstelige wenk-
brouwen. Zijn huidskleur was nogal
donker.
Juffrouw Marriott?, vroeg hij.
Ja,?
't Spijt me dat ik u op dit uur
lastig val, juffrouw, maar ik kom zo
juist van mijnheer Willians en mijn
heer Corrion. Ze hebbenze heb
ben een ongeluk gehad en vroegen mij
u te waarschuwen. Mijn auto staat
voor de deur.
De eerste ogenblikken kon Jane van
schrik niets zeggen. Ze voelde haar
hart in haar keel bonzen.
Ze zijn.ze zijn toch niet.
ernstig gewond?, wist ze er tenslotte
uit te brengen.
Mijnheer Willians heeft enkele
ernstige kneuzingen opgelopen, juf
frouw, maar de dokter heeft gezegd,
dat hij niets gebroken heeft. Mijnheer
Corrion heeft een been gebroken.
Ik ga meteen met u mee, zei Ja
ne en liep op een drafje naar binnen
om haar jas te halen.
Nauwelijks had ze de deur geslo
ten, of ze besefte dat Mary ongerust
zou zijn, als ze haar niet huis zou
treffen. Het was echter al te laat om
nog een briefje te schrijven. De man
Snelde de trappen al af.
Een grote, zw 'e wagen stond voor
de deur gepark J. De man met het
rossige haar leidde haar er snel
heen.
Wilt u achterin gaan zitten? vroeg
hij. Ik breng u zo gauw mogelijk
bij mijnheer Willians en mijnheer Cor
rion.
Hij opende het portier en Jane ging
zitten. Toen ze zich voelde wegzinken
in de zacht-verende kussens van de
bank startte de wagen. Pas op dat
moment realiseerde zij zich, dat ze er
geen idee van had, waar zij heen
werd gebracht en wie de chauffeur
was. De duisternis om haar heen kon
haar er gemakkelijk toe verleiden al
lerlei schrikbeelden voor ogen te ha
len, maar ze schoof al die sombere
gedachten opzij. De man achter het
stuur bewoog zich nauwelijks en ze zat
een beetje verloren op de grote ach
terbank. Als de man met het rossi
ge haar kwade bedoelingen had gehad,
had hij haar zeker niet alleen ach
terin laten zitten. Ze keek naar bui
ten om te zien welke richting ze uit
gingen. De wagen reed met grote snel
heid door de verlaten straten en al
spoedig waren ze in de omgeving van
Regent's Park. Plotseling, zonder dat
ze er op verdacht kon zijn, reed de
wagen de oprijlaan van een groot huis
in. Nog voordat de wagen bij het bor
des tot stilstand was gekomen, werd
het portier al geopend. Op hetzelfde
moment ging de voordeur open en viel
het licht van de hal op de lomousine.
Op dat moment herkende zij de wagen
Ze had de auto voor het laatst op Mo-
riloe Court gezien. Het was Sir Wil-
lan's wagen! Toen ze zich wilde om
draaien om hard weg te lopen, hoor
de ze zijn stem.
Loop nu niet weg, Jane. Ik moet
eens met je praten en dit was de eni
ge manier om je hier te krijgen.
Peter?
Met hem is alles in orde. Hij is
natuurlijk niet hier, maar hij heeft
geen ongeluk gehad. Maar kom toch
binnen, Jane. Je zult nog kou vatten.
Het liefst was ze er vandoor ge-
gaan, maar ze was er te nieuwsgie- i
rig naar wat hij eigenlijk van haar i
wilde, zodat ze maar naar binnen j
ging. Hij sloot de deur en ging haar j
voor naar een kamer aan de achter- j
zijde van het huis.
(Wordt vervolgd) E
18-19. Ja, nu kon Swoppie er niet onder
uit. Hij moest de twee kabouters wel
volgen en aan het werk gaan.
Zuchtend begon hij te harken Het be
viel hem maar matig... hij vond het veel
prettiger, te slapen.
Het werk, dat hij deed, was helemaal
niet zwaar, maar o, wat voelde hij zich
al gauw moe! Nu en dan veegde hij het
luie zweet van-z'n voorhoofd en hij keek
voorzichtig rond, of hij niet kon ontsnap
pen. Maar dat zou hem niet lukken, want
de andere kabouters hielden hem. goed in
het oog.
Zo zuchtte hij maar weer eens diep en
harkte verder...
NEDERLAND TELT circa 7.000 blin
den. Ieder jaar verliezen ongeveer 65 men
sen als gevolg van ziekte of ongevallen
het gezichtsvermogen. De overigens
nog jonge ervaring heeft geleerd, dat
meer dan de helft van de op volwassen
leeftijd blindgewordenen geschikt zijn voor
revalidatie.
Op het gebied van de blindenzorg zijn
in ons land tientallen organisaties van
verschillende levensbeschouwelijke aard
Het. stoklopen is een van de eerste
dingen, die de blinde in het revalida
tiecentrum leert. Beheerst hij deze
techniek dan wil hij niet steeds door
het publiek als een hulpbehoevende
worden beschouwd.
werkzaam. Zij vinden hun coördinatie in
de stichting „Het Nederlands Blindenwe
zen", waar alle blindenproblemen in den
brede worden bestudeerd. Een van die
problemen was het ontbreken van voldoen
de revalidatiemogelijkheden voor volwas
senen. De stichting besloot een psycholoog
naar Engeland, Canada en de Verenigde
Staten te zenden om rapport uit te bren
gen over de ervaringen, die men aldaar
met de revalidatie van blinde oorlogs
slachtoffers had opgedaan. Hierin hoopte
men een basis te zullen vinden voor wat
men noemde de '„emancipatie" van de
blinde volwassenen in Nederland. Het rap
port werd een plan-rapport en hieruit werd
geboren de Stichting Algemene en Indivi
duele Blindenbelangen als „dochter" van
MMkSÊ:
npH
*si.
Tal van technische beroepen staan
open voor blinden, de opleiding ge
schiedt door leerkrachten van lagere
technische scholen.
Het Nederlands Blindenwezen. Dat was in
1954. Aanvankelijk beperkte de nieuwe
stichting zich tot de primaire doelstelling:
de maatschappelijke hulp aan volwassen
blinden. In 1959 kon men in Loenen op
de Veluwe het revalidatiecentrum „De
Schansenberg" openen. De emancipatie
van de blinde kon beginnen.
NEEM PETER, 24 jaar oud. Tot voor
enkele jaren werkte hij op een metaal-
fabriek. Een levenslustige knaap, die veel
van de toekomst verwachtte. Een onge
val bracht hem in het ziekenhuis, maar
de vreugde over het behoud van zijn le
ven werd overschaduwd door de weten
schap, dat hij nooit meer zou kunnen zien.
Zijn meisje en zijn ouders konden de zwa
re slag nauwelijks verwerken. Peter zelf'
scheen na zijn herstel vrij opgewekt, maar
na enige tijd kreeg hij te kampen met
buien van neerslachtigheid.
Een half jaar heeft hij thuis gezeten,
een lichamelijk gezonde jongeman, afge
sneden van de maatschappij, waarvan hij
voorheen op zo'n enthousiaste wijze deel
uitmaakte. Een enkele maal slechts kwam
hij op straat, maar uiteraard nooit alleen.
Hij werd thuis omringd door liefde en
zorgzame hulp. Moeder kleedde hem en
kamde zijn haren, vader las iedere avond
de krant voor. Zijn meisje gaf haar laatste
geld uit aan grammofoonplaten om hem
wat vertrooiing te bezorgen. Maar voor
Peter, op zijn stoel naast de kachel, werd
het leven steeds doellozer: een schier uit
zichtloos lot.
Zo trof de maatschappelijk werkster van
de stichting Blindenbelangen hem aan. Het
eerste bezoek werd door meerdere ge
volgd. Peter werd gewezen op de kansen,
COR. MARTEN TOONDER
IS-óS
18. Als Jolliepop ontslag nam, kon het hele experi
ment niet doorgaan! „Wacht nog even, Jolliepop," pleit
te Panda dan ook. „Wat er gaat gebeuren is eigenlijk
een hele eer voor je, begrijp je? De professor gaat
jou als model gebruiken voor een robot-bediende, omdat
jij de meest ideale bediende bent die er bestaat!" Jol
liepop wierp een aarzelende blik op de nog steeds ver
stijfde Dienomaat, waar de onverstoorbare Kalker hem
intussen heen had gerold. „Met verlof", zei hij stijfjes.
„Ik persoonlijk model voor dit.eh.onaantrekkelij
ke mechaniek?" „O, maar je zult zien dat hij heel
anders wordt als hij op jou gaat lijken!" riep Panda
geestdriftig. Jolliepop knikte nadenkend, want dit wilde
hij wel aannemen; maar toch bleef hij nog aarzelen.
„Men mag zich afvragen," sprak hij, „of een automa
tisering van het bediendenberoep wel de goedkeuring zal
hebben van de Unie van Herenbedienden!" „Daar zou
ik me nu maar niet druk over maken," wierp Panda
tegen. „Je zei zelf dat dit edele beroep steeds minder
beoefend wordt. Het is een uitstervende kunst, maar
jij kunt nu al je bekwaamheid overdragen op de Dieno
maat en daarmee het vak voor altijd bewaren. De Unie
van Herenbedienden zal je nog tot erelid benoemen voor
dit werk!" Jolliepop slaakte een diepe, berustende zucht.
„In dat geval," zei hij, „zal men zich opofferen ten
bate van de cultuur der komende generaties." Dat was
mooi gezegd, maar veel keus had hij al niet meer;
Professor Kalker had hem nu namelijk al met tal van
snoeren en leidingen aan de Dienomaat verbonden.
die voor mensen in zijn omstandigheden
bestaan. Zo kwam hij in contact met de
psycholoog van de stichting en onderwierp
hij zich aan enkele tests ter analysering
van zijn aanleg en karakter. Hieruit
bleek, dat hij in principe geschikt was
voor revalidatie en mogelijk zelfs voor om
scholing tot een technisch beroep.
In „De Schansenberg" kwam Peter in
een andere wereld. Losgemaakt van de
emotionele bindingen van het huiselijk mi
lieu begon hij met het opbouwen van een
zelfstandig bestaan. Dat begin bestond uit
het leren van ogenschijnlijk onbelangrijke
dagelijkse dingen: het zelf scheren, was
sen en kleden, hét poetsen van schoenen
en dergelijke. De volgende stap \yas het
volgen van lessen in brailielezen en
-schrijven, alsmede het leren omgaan met
een schrijfmachine, zodat hij zonder hulp
van anderen kon corresponderen.
Een belangrijk onderdeel van de revali
datie was voor Peter het leren stoklopen,
een techniek, waarmee de blinde leert een
lange witte wandelstok als „voelspriet" en
herkenningsteken te gebruiken. Ook werd
hem geleerd hulp van voorbijgangers op
de juiste wijze en naar omstandigheden te
aanvaarden of af te wijzen. Als vrijetijds
besteding werd grote aandacht besteed aan
knutselen en sport.
Peter herkreeg stukje bij beetje *ijn
zelfvertrouwen. Na enige tijd kreeg de om
scholing de meeste nadruk. In „De Schan
senberg" werd hij door leerkrachten van
de lagere technische school van Apeldoorn
opgeleid tot revolverdraaier. Hij leerde een
vak en daarmee opende zich voor hem
een toekomst. Een blinde, zo ondervond
hij, kan een volwaardig beroep uitoefenen.
Afgezien van de vele voorbeelden was er
een in zijn naaste omgeving: de directeur
van „De Schansenberg" is zelf blind.
Peter is nu weer thuis. Zijn vroegere
werkgever heeft hem weer in dienst ge
nomen. Zijn arbeidsprestatie in de fabriek
neemt van maand tot maand toe en spoe
dig zal zijn nu nog gedeeltelijk „sociaal"
loon een loon zijn, dat hij van a tot z met
zijn eigen produktiviteit heeft verdiend,
's Avonds leest hij boeken uit de Braille
bibliotheek, hij gaat weer alleen over
straat en zijn meisje praat over trouwen.
Zoals Peter zijn er velen.
Oudleerlingen van „de Schansenberg"
vonden hun weg naar uiteenlopende be
roepen, drijven een winkel, exploiteren
een pluimveebedrijf of hebben, zoals een
aantal huisvrouwen, geleerd hoe zij geheel
alleen de huishouding voor hun gezinnen
kunnen voeren, met inbegrip van koken
en naaien.
In de afgelopen jaren zijn met de reva
lidatie van blinden resultaten bereikt die
zelfs insiders hebben verbaasd. Dat is niet
uitsluitend aan „be Schansenberg" te
danken, want van 1956 tot aan de opening
van dit centrum had deze revalidatie
plaats in de drie Nederlandse onderwijs
instituten voor kinderen, waar vaak onder
provisorische omstandigheden veel goed
werk is verricht.
Het in Amsterdam gevestigde bureau
van de Stichting Algemene Individuele
Blindenbelangen wordt geleid door direc
teur-psycholoog R. Keizer, bijgestaan door
vijf maatschappelijk werkers en werk
sters, onder wie een katholiek, een pro
testant en een humanist. Van hieruit wordt
de blinde „begeleid" van de eerste ken
nismaking tot hij zijn plaats in de maat- j
schappij heeft hervonden. En zelfs dan nog
blijft de nazorg.
De stichting heeft aanvankelijk met gro
te financiële moeilijkheden geworsteld. De
steun van.de beslaande blindenorganisa-
ties was echter groot. Rijk, provincie en
gemeenten subsidiëren het werk thans ge
deeltelijk, maar een deel van de kosten
moet door particuliere giften worden ge
dragen. Het is daarom, dat via radio en
folders in de weken tussen Sint Nicolaas
en Kerstmis een beroep op de Nederland
se bevolking wordt gedaan.
Grote waardering heeft de stichting voor
de wijze waarop het technisch onderwijs
de omscholing van de blinden aanpakt, en
ook voor het Rijksarbeidsbureau, dat in
ieder rayon een ambtenaar voor de ar
beidsbemiddeling voor blinden heeft aan
gewezen.
De blinde wil op eigen benen staan. In
zeer veel gevallen is dit mogelijk gebleken.
In het verleden hebben vele prominenten
onder de blinden een verwoede en dikwijls
hopeloos uitziende strijd gevoerd tegen
diepgewortelde vooroordelen.
De resultaten van zes jaren revalidatie
van blinden in Nederland wettigen de hoop
dat de publieke opinie over de blinden zich
grondig wijzigt en dat deze mensen
thans steeds meer worden geaccepteerd in
de beroepen, waarin zij zich volwaardig
tonen.
Het Engelse medische vakblad „Thé
Lancet" heeft een artikel gewijd aan een
uitvinding van de Britse arts dr. John
Scales, een „bed van lucht" waardoor
sommige patiënten aanzienlijk sneller zul
len kunnen genezen. Dr. Scales heeft een
machine ontwikkeld, die tussen lakens en
menselijk lichaam een onzichtbaar kussen
van samengeperste lucht kan produceren,
hetgeen, zo schrijft de „Lancet", mogelijk
een oplossing vormt van vele problemen
met die groep van patiënten, wier ziekte
een vermijden van beddegoed noodzakelijk
maakt bijvoorbeeld bij ernstige brand
wonden."
Tot dusver heeft dr. Scales geëxperi
menteerd met een varken, dat ongeveer
een lengte had van een volwassen man. In
het begin bleef het dier terugvallen op het
bed, maar kortgeleden kon de varkens
huid en het beddelaken gedurende een uur
worden gescheiden door een laagje pers
lucht.
De „Lancet" schrijft dat een wond, in
een der zijden van het varken dankzij
het luchtkussen binnen dat uur droog was
geworden. (UPI).