In het (luister van de oude mijn
Het middelpunt van de wereld
Garcia de Léon
HET LUIE KABOUTERTJE
1
m
Nieuwe vondsten in Herculaneum
PANDA EN DE DIENOMAAT
VAN NIEL
Polle
J
Ons vervolgverhaal
DOOR ELIZABETH MORTON
Schoonheidsoperaties
door beunhazen
^Hoe is het ontstaan?^
15
VERTAALD UIT HET ENGELS
Dit woord
VEELVRAAT
T I S S O T
WOENSDAG 29 NOVEMBER 1961
v'y SSiillllP ?I1 SSf tW* t - X,Y
1181111;!
ÉS®! 1
HORLOGES
33. „Hé Polle, je hebt toch niet vergeten „uit de weg!" te roepen, nu kiept
hij om hoor!" „Kijk die kleintjes, die kunnen even zagen! Ik zal mijn
diensten maar niet aanbieden, ze schijnen het nog al prettig te vinden".
„Het is maar goed dat we u hebben, Opa, al dat zware werk ligt ons niet
zo goed, we zijn beter voor het fijne werk geschikt!"
ÜJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
X:V; - >v WX>, h v
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüi
w/fósmmem
-
I 34)
Hij keek even naar Jane en zei
toen:
Ze zal zo dadelijk wel bijkomen.
Een mooi zaakje, nu we ook al met
een ontvoering moeten beginnen,
Ben. Weer iets voor de politie!
Ben grinnikte. Hij was fors ge
bouwd en had het uiterlijk van een
jeune premier uit Hollywood.
„Te knap" was het oordeel van de
meeste bemanningsleden van de
„Alexander Benjamin". Niemand
durfde dat echter openblijk te zeg
gen, want Ben's vuisten zaten nogal
los. Z'n krullende stroblonde haar zat
slordig en hij droeg een donkerblauw
hemd en een lichtblauwe broek, die
zijn gespierde tors zo goed mogelijk
deden uitkomen.
Hij vormde een soort mysterie op
het schip. Hij was altijd aan boord
als het schip op zee was, maar hij
werkte nooit. De bemanning wist zo
half en half dat hij een soort agent
was van de eigenaar, Sir William
Willans. Als ze een vreemde haven
binnenliepen, was hij meestal de eer
ste, die aan wal ging, en bijna altijd
de laatste, die voor het vertrek weer
aan boord kwam.
Jij past wel op haar, Ben, zei
kapitein Nat Lezing, we vertrek
ken nu, maar ik kom zo gauw moge
lijk terug. Als ze eerder bij komt,
moet je maar niet te veel vragen be
antwoorden.
Aye, aye, sir.
Ben ging, toen de kapitein vertrok
ken was in de stoel zitten, die het
dichtst bij de bank stond. Even na
dat een licht trillen van het schip
hem verteld had, dat het anker was
gelicht, bewoog Jane zich en opende
ze de ogen. Ze had kennelijk even
last van het felle licht, maar enkele
ogenblikken later waren haar ogen
wijd open. Er sprak angst uit.
U hoeft zich geen zorgen te ma
ken juffrouw Marriott, zei Ben ter
wijl hij zich over haar boog. Zijn
knappe gezicht en de geruststellende
blik in z'n groenige ogen kalmeerden
haar enigszins.
Wat is er gebeurd? vroeg ze,
Waar ben ik?
We hebben nogal drastische
maatregelen moeten nemen, omdat u
zo halsstarrig bent, juffrouw Mar
riott. Op 't ogenblik bent u veilig en
wel aan boord van één van Sir Wil
liam's schepen.
Veilig!, zei ze nogal honend.
Ja, veilig!
Afgezien van het feit, dat u deze
hut niet mag verlaten zal er niets
bijzonders gebeuren totdat Sir Wil
liam besloten heeft wat hij zal doen.
Hij heeft alleen maar tijd nodig, juf
frouw Marriott, dat is alles.
Ik begrijp er niets van.
Hij grinnikte.
Dat is ook niet de bedoeling. Uw
belangstelling voor de mijn en uw be
zoek eraan hebben heel wat plannen
in duigen doen vallen, dat kan ik u
wel zeggen. Niemand heeft er jaren
lang naar omgekeken.
Ik heb altijd wel geweten dat er
iets geheimzinnigs, aan de hand was,
zei Jane.
Ze probeerde te gaan zitten, maar
viel direkt weer terug daar een ste
kende pijn door haar hoofd schoot.
Ik zal koffie en aspirine voor
u laten komen, zei hij. U zult de
hoofdpijn dan wel gauw kwijt zijn.
Hij drukte op de knop van een bel
en vroeg de steward, die binnenkwam
om zwarte koffie te brengen. Na enke
le ogenblikken kwam de man met
het bestelde terug. Ben zette een paar
kussens achter Jane's nig, zodat ze
wat gemakkelijker kon zitten. Ze slik
te drie aspirientjes ineens.
Het zagende gevoel in haar hoofd
verdween vrij snel.
U kunt mij hier niet tegen mijn
wil vasthouden, zei ze hoogst veront
waardigd.
Hij stak een hand op, alsof hij haar
het zwijgen wilde opleggen.
Juffrouw Marriott, als er één
ding is, wat we kunnen doen, is het
u hier aan boord vasthouden, of u
dat nu wilt of niet. Het zou voor
ons fataal zijn als we u er vandoor
lieten gaan, en ik verzeker u, dat er
geen man aan boord is, die zijn baan
tje niet op prijs stelt.
Jane keek hem enige tijd onderzoe
kend aan. Hij was ontegenzeggelijk
knap, maar toch verraadde zijn ge
zicht, dat zijn karakter onaangename
kanten moest hebben. Ze liet haar
blikken door de hut dwalen. Deze was
wit geschilderd. Aan bakboordzijde
was een patrijspoort. Achterin de hut
bevond zich een deur, die kennelijk
naar de slaaphut leidde. Aan de wan
den hingen enkele waterverfschilde
rijen van zeilschepen. De hut was
slechts gemeubileerd met een bank,
twee gemakkelijke stoelen en een ta
feltje.
Bevalt u uw nieuwe woning?
vroeg Ben.
Hij begon te grinneken.
Het is de hut van de kapitein.
Welle schip is dit?
Dat is nu een van de dingen,
waar we niet over zullen praten. Ook
de naam van de kapitein en die van
mij doen niets ter zake. Over de
meeste andere dingen kunnen we vrij
uit praten.
Hoe lang denkt u dat u mij hier
kunt houden?
Dat weet ik niet. Maar daar pie
ker ik ook niet over. Dat zijn mijn
zorgen niet. We houden u hier zo lang
als de baas het wil, zelfs al zouden we
de Atlantische Oceaan over moeten
steken.
Het schip begon te rollen. Ben glim
lachte opgelucht.
Nu, we zijn op zee. Straks ko
men we in het Kanaal. Dat is dan
het einde van het eerste hoofdstuk.
Jane sprong zo snel van de bank
op, dat hij er door verrast werd. Zij
stond al bij de deur, voordat hij zich
zelfs maar had kunnen bewegen. Toen
ze echter de knop omdraaide, werd
er een forse hand op haar schouders
gelegd. Zij voelde de sterke druk van
zijn vingers en het volgende moment
was zij weerloos. De pijn in haar
schouder was zó stekend, dat zij de
deurknop wel moest loslaten. Hij zet
te haar weer op de bank neer.
Dat was stout van u, zei hij als
of hij tot een klein kind sprak.
Laat 't niet zo ver komen, dat we u
moeten opsluiten. Ik hoop dat u uw
toestand goed begrijpt en er naar han
delt. Dan kunt u zich vrij over het
schip bewegen.
Jane was meer dan nijdig, maar
ook enigszins bang. Hoewel ze maar
al te goed begreep, dat Sir Williams
achter dit alles zat, kon ze niet we
ten hoe wanhopig hij was. De ge
dachte, dat Peter en Timothy Corrion
wel spoedig naar haar zouden gaan
informeren, stelde haar enigszins ge
rust. Maar haar angst werd weer gro
ter, toen ze zich realiseerde dat ze
immers niet konden weten wat er
rrret haar gebeurd was en dat ze er
geen notie van konden hebben, dat
Sir Williams iets met haar verdwij-
ning te maken had.
Toen ze er echter nog eens rustig
over nadacht, begreep ze dat Sir Wil-
liam wel contact met hen moest op-
nemen, omdat zij anders de vondst
in de mijn zouden rapporteren. Dat
zou zijn plannen, om haar te ontvoe-
ren wel eens in duigen kunnen doen
vallen. Misschien zou Peter wel be-
grijpen, hoe de vork in de steel zat.
Jane zou echter niet zo gerust zijn m
geweest, als ze geweten had wat er
sinds haar vertrek uit 't grote huis
in Regent's Park was gebeurd. Kort 5
daarna werd Corrion opgebeld. Toen
de notaris zijn naam had genoemd, |j
werd er aan de andere kant van de
lijn door een minder beschaafde stem
gezegd: 1
Bent u notaris Corrion? Ik kom E
u even vertellen, dat juffrouw Mar-
riott voor enkele dagen vertrokken is. 5
Ze zal echter bijzonder lang wegblij-
ven, indien u ook maar aan iemand j|
vertelt, wat u weet over de mijn van
Marriott. Als u uw mond houdt, komt s
juffrouw Marriott gezond en wel te- s
rug. Begrijpt u mij? U zult er goed
aan doen dit alles ook aan de jonge
mijnheer Willans te vertellen. Voor
hem gelden deze voorwaarden ook.
Hallo! Met wie spreek ik eigen-
lijk?, riep Corrion, maar hij kreeg e
geen antwoord. De onbekende had e
meteen opgehangen, toen hij verteld 1
had wat hij wilde zeggen. e
Peter Willans had thuis geen tele- e
foon, zodat Corrion er wel met de
auto heen moest. Het kostte hem nog-
al wat moeite om de jongeman er- e
van te weerhouden, ondoordachte din- e
gen te doen.
Mijn vader zit hier achter,
schreeuwde hij. En dat neem ik e
niet!
(Wordt vervolgd)
Een Brits parlementslid heeft verklaard
dat hij de minister van Gezondheid zal
vragen om wettelijke bepalingen tegen on
bevoegde plastische chirurgen in Enge
land.
„Bij een onderzoek is mij gebleken, dat
een groot aantal schoonheidsoperaties
door onbevoegden wordt verricht", al
dus het parlementslid. "Ik heb bewijzen
van knoeiwerk van dergelijke „chirur
gen". Onlangs heeft een vrouw, die een
schoonheidsoperatie had ondergaan, zelf
moord gepleegd. Het gelaat van een man
werd zo verknoeid, dat hij er thans uit
ziet als een Pekinees. De vertwijfelde
man deed later een poging tot dood
slag op een erkende chirurg, die ver
klaarde niets meer voor hem te kunnen
doen."
In Noorwegen leeft een marterachtig
roofdier dat door het volk f j e 1 d-
f r o s s wordt genoemd, wat letterlijk
vertaald bergkater betekent. In
het Duits vinden wij dit woord terug in
de vorm vielfrasz, een duidelijk
voorbeeld van volksetymologie, want
f j e 1 d heeft niets met viel en
f r o s s heeft niets met fressen te
maken. Bovendien heeft het „marter
achtige roofdier" niet de reputatie veel
te eten. Het dier heet officieel ursus
gulo wat vraatzuchtige beer betekent,
maar ook deze naam is een vertaling
uit het Duits. Het woord veelvraat
wordt eveneens gebruikt voor een be
paalde rups en tenslotte ook voor een
mens die zijn zinnen gezet heeft op het
verslinden van grote hoeveelheden
voedsel, gulzigaard.
Een Westduitse fabrikant van dames
hoeden is een campagne begonnen om
een einde te maken aan het voor hem
trieste feit dat het moderne meisje
bij voorkeur blootshoofd door het
leven gaat. Met medewerking van een
aantal t.v.- en filmsterretjes organi
seerde hij een modeshow voor jonge
meisjes, die overal in de Bondsrepu
bliek propaganda gaat maken voor
zijn collectie „tienerhoedjes". In Ber
lijn is de collectie ten doop gehouden,
bij jazzmuziek en cola.
De Place de l'Opéra mag dan het hart van Parijs zijn, het Café de la Paix is
het middelpunt van de wereld. Het ligt met één gevel aan het plein en met de
andere aan de Boulevard des Capucines. Wanneer het weer dat maar even toe
laat vallen stadgenoot en vreemdeling neer op het ruime terras en hoewel dit
vierhonderdvijftig stoelen rijk is, zijn er slechts zelden open plaatsen. De ge
lukkigen die een tafeltje hebben bemachtigd, kijken van achter hun aperitif of
kopje koffie naar de fascinerendste show van de wereld. Nergens hoort men
zoveel talen spreken, nergens passeren zoveel tot verschillende rassen behorende
mensen. Zeven belangrijke straten komen op de Place de l'Opéra bijeen: behalve
de genoemde boulevard zijn dat met de wijzers van de klok mee de rue Auber, de
rue Haléry, de Boulevard des Italiens, de rue 4-Septembre, de Avenue de l'Opéra
en de rue de la Paix. Daardoor biedt het befaamde café zeker geen rustig zitje
en op drukkend-warm zomerdagen kan het wel eens gebeuren dat een blauw
achtig waas van uitlaatgassen boven het plein blijft hangen en de contouren van
de gebouwen aan de overkant onduidelijk maakt. Maar dat verhindert niemand
te genieten van het privilege ten minste eenmaal in zijn leven klant van Café
de la Paix te zijn geweest.
„Nee", verklaart de oude kelner met
een afwijzend gebaar, „ik laat niks los.
Ik weet precies waar dat op kan uit
draaien: u wilt natuurlijk dat ik u al
lerlei intieme dingen over het bedrijf
vertel en als men dat hier dan leest,
is het duidelijk wie zijn mond voorbij
gepraat heeft. Wendt u zich maar tot
de directie en als zij het goed vinden
kunnen we verder zien".
Hij heeft natuurlijk gelijk de be
scherming van de klant is bij een zaak
als Café de la Paix het hoogste gebod.
Monsieur Chapotin, de grote man, is
echter op het ogenblik onbereikbaar. Ik
verzeker de kelner dan ook dat ik ab
soluut niet achter schandaaltjes aan
jaag. „Enkele algemene gegevens, meer
niet".
Nou ja dan. In een slap uurtje komt
hij telkens met bijzonderheden aandra
gen, vele volstrekt onbelangrijk, som
mige bruikbaar. Hij krijgt er op de
duur zelfs schik in en hoewel hij zich
stipt aan de regel van het huis houdt,
dank ik toch heel wat aardige feitjes
aan hem. Een gemeentelijk bureau ver
schaft mij de rest.
Het beroemde café bestaat bijna een
eeuw het jaar van vestiging is 1867.
Van de oudste tijd zijn weinig gegevens
bewaard gebleven; ik kan me voorstel
len, dat de service er tijdens de bele
gering van Parijs in de oorlog van
1870-'71 toen de bewoners zelfs ratten
aten, wel wat te wensen liet. De naam
van het café als internationaal centrum
dateert eigenlijk pas van een tiental
jaren later. In 1870 was Arthur Millon,
een jongen van het platteland, in dienst
getreden. Hij onderscheidde zich door
zijn plichtsbetrachting (waardoor hij
het tot oberkelner bracht) en door zijn
spaarzaamheid (die hem in 1897 in
staat stelde het café te kopen). Na zijn
dood zette zoon André de grote traditie
voort en hetzelfde deed diens dochter
Denise, zij het dat zij de verantwoor
delijkheden wenste te delen met haar
echtgenoot Paul Chapotin. De continuï
teit van dit bewind is verzekerd: de
drieëntwintigjarige oudste zoon Ber-
trand heeft een gedegen opleiding in
het café- en restaurantvak gevolgd, zo
dat er ook onder zijn toekomstige lei
ding geen verlies van reputatie te
duchten zal zijn.
Toch is er gedurende het bestaan van
Café de la Paix geleidelijk het een en
ander veranderd. De stroom van Ame
rikaanse toeristen na de tweede wereld
oorlog maakte het noodzakelijk typi
sche gerechten als de Hamburger aan
het menu toe te voegen. Belangrijker
is dat er nu drie restaurants zijn: een
in de luxe klasse, een goedkopere en
een soort snackbar van standing. Mijn
oude zegsman kijkt een beetje minach
tend wanneer hij me toevertrouwt, dat
een hot dog of een milk shake toch
eigenlijk niet in deze zaak passen
„Maar wij moeten nu eenmaal mee",
zegt hij schouderophalend.
Van oudsher staat het kelnercorps,
op internationaal peil. Men heeft becij
ferd, dat nog niet de helft van de be
zoekers Fransen zijn, dus is het ge
wenst' dat de kelners zich minstens in
het Engels kunnen uitdrukken. Het le
ren van andere talen resulteert in een
goede aantekening en de kans op pro
motie.
„Hoeveel mensen kunt u tegelijk heb
ben?" wil ik weten.
„Een stuk meer dan duizend", ant
woordt hij prompt. „Laat 'ns kijken,
vierhonderdvijftig op het terras,
achthonderd eters, dan zijn er nog ver
scheidene zaaltjes voor gezelschap
pen dertienhonderd is niet te hoog
geschat".
Om een dergelijke massa van het no
dige te voorzien, zijn in drie keukens
tientallen koks in de weer. Menig han
delaar zou jaloers rondkijken in de wijn
kelder, waar altijd zo'n veertigduizend
flessen ter beschikking liggen. Iedereen
kan er aan zijn trek komen: de Duitse
biefstuk voor de toerist uit Keulen is
als thuis, de Italiaan zal niets verkeerds
kunnen ontdekken aan zijn spaghetti
Bolognese.
Als ik inlichtingen wens over be
roemdheden, die hier hun kopje koffie
of paella Valenciana hebben genoten,
begint mijn informatiebron trager te
vloeien. Anecdoten krijg ik niet van
hem los; wel is hij bereid enkele na
men te noemen. „Brigitte Bardot heb
ben we hier verscheidene malen gehad,
maar ik moet zeggen dat ze niet zoveel
opschudding tweegbrengt als indertijd
Mariene Dietrich. En Mistinguett
ah, monsieur, wat was zij populair en
wat hebben we haar in de watten ge
legd! Tja, iedereen die een beetje be
kend is, heeft vroeg of laat wel eens
een bezoek aan ons café gebracht:
maar ook president Truman, generaal
de Gaulle en veel vroeger nog kwamen
hier bekende schrijvers als Zola, Guy
de Maupassant en Oscar Wilde. Maar
dat was voor mijn tijd, dat begrijpt u
wel."
Naar zijn uiterlijk te oordelen kon hij
best van de alleroudste staf uit 1867
zijn overgebleven, maar zo'n grofheid
heeft hij niet aan mij verdiend.
Ik neem afscheid en slenter langs het
terras. Er moeten heel wat consump
ties worden gebruikt om alleen al de
aan de gemeente Parijs verschuldigde
huur voor gebruik van het trottoir goed
te maken, bedenk ik. Vijfentwintig dui
zend gulden, het is niet mis. Maar ik
geloof niet dat er reden is om mon
sieur Chapotin te beklagen.
22-23. Ook Swoppie hoorde de klok. Hij
zuchtte van verlichting, omdat nu het
werk was afgelopen. Maar hij floot of
zong niet, zoals zijn makkers... hij sjokte
met een ongelukkig gezicht naar huis,
alsof hij doodmoe was.
Nou, er was niemand, die medelijden
met hem had; de anderen wisten best,
dat het allemaal maar komedie van hem
was...
Swoppie ging z'n huisje binnen en zette
gauw de hark in een hoek. Toen liet hij
zich op een krukje zakken en geeuwde hij
vervaarlijk. Oeaaahl... wat had hij weer
een slaap!
EEN ROMEINSE stad die bijna twee
duizend jaar onder een dertig meter dikke
lava-laag bedolven is geweest, wordt lang
zaam maar zeker door Italiaanse geleer
den aan de vergetelheid ontrukt.
In het jaar 79 na Christus werd Hercu
laneum- getroffen door een uitbarsting van
de Vesuvius, die de stad in enkele uren
tijds verwoestte. Het naburige Pompeii,
dat op dezelfde dag werd vernietigd, raak
te niet, zoals Herculaneum, in het vergeet
boek. Pas in 1719 werd Herculaneum her
ontdekt door een Oostenrijks generaal,
prins Elbeuf. die hier aan het graven sloeg
en een antiek theater bloot legde.
Nadien kwamen bij sporadische onder
zoekingen verschillende gedeelten van de
oude stad aan het licht, zoals een zuilen
galerij, enkele tempels, een forum en een
grote villa waarin vele bronzen beelden
werden gevonden die nu tentoongesteld
zijn in het museum van Napels.
In 1752 werd een zeer belangrijke vondst
gedaan in een villa waar 3.000 papyrusrol
len werden aangetroffen. Zij hadden deel
uitgemaakt van de bibliotheek van een rij
ke Romein, een volgeling van de Epicuris
ten en bestonden hoofdzakelijk uit verhan
delingen in het Grieks van de hand van de
Epicurische wijsgeer Philodemus uit de
eerste eeuw voor Christus over muziek, de
COP. MARTEN TOONDE*
20. „En nu doorgaan, Jolliepop," zei Panda aanmoe
digend. tot de diep-geconcentreerde bediende; „denk
maar ernstig over alle kunstgrepen en fijne kneepjes
van je mooie vak.Het opvolgen van deze aanwij
zing kostte Jollepop geen moeite, en terwijl hij zich
in zijn overpeinzingen verloor nam zijn gelaat een kla
re, haast dwepende uitdrukking aan. Panda was niet
weinig ingenomen met de manier, waarop hij dit alles
aan de gang had gebracht, en ook Professor Kalker
kwam (na de technische instelling van de Dienomaat
zuiver afgestemd te hebben) zijn tevredenheid betui-,
gen. „Heel goed werk. Collega Plakka," sprak hij vol
daan. „En het is ook een bijzonder gaaf exemplaar
van een proefpersoon dat je hebt meegenomen. Hoogst
merkwaardig! Ik stel me veel moois voor van onze re
sultaten. Ik meen zelfs al te zien dat de gelijkenis
tussen mijn Dienomaat en Tante Charlotte aan het af
nemen is.
En inderdaad; de gezichtsuitdrukking van de eens zo
venijnige robot onderging onder de weldadige invloed
van Jolliepops gedachtegolven een aanmerkelijke veran
dering. Er viel eenzelfde klaarheid waar te nemen als
bij de modelbediende er kwam een blik te zien,
die men gelukkig zou willen noemen als het mogelijk
was dat robots ooit gelukkig zijn.
natuur, de rhetoriek en andere onderwer
pen. Tot de geschriften behoorden ook eni
ge fragmenten met handschrift van Epi
curus zelf, zoals een brief aan een kind.
Recente ontdekkingen hebben de belang
stelling in Herculaneum's rol in de oud
heid doen herleven en tot de huidige op
gravingen geleid die onder leiding staan
van de Italiaanse geleerde Amedeo Maiu-
EEN OBSTAKEL voor de oudheidkundi
gen is het feit, dat Herculaneum voor een
groot gedeelte onder de moderne stad Re-
sina ligt, die 40.000 inwoners telt. Men
heeft zelfs een deel van Resina moeten ont
ruimen om het werk doorgang te kunnen
doen vinden.
De inspanningen hebben echter hun
vruchten afgeworpen. Een van de eerste
vondsten was een poort die tot het reeds
eerder ontdekte forum leidde, een markt
waar een kruidenierswinkel nog zijn (ver
steende) bonen, dadels en andere vruchten
tentoonspreidt en een 60 meter lange weg
met twee fonteinen.
De nieuwste ontdekking is een tempel,
aan Hercules gewijd, met vier marmeren
zuilen en fresco's die enige van de werken
van de mythologische held uitbeelden.
De poort naar het forum is omgeven door
fragmenten van standbeelden die bij de
uitbarsting van de vulkaan werden ver
nield.
Tot dusverre is slechts een menselijk
skelet gevonden, hetgeen de conclusie
rechtvaardigt dat de bevolking op tijd uit
de stad heeft kunnen ontsnappen. Het ge
raamte werd voor een tempel gevonden en
de geleerden geloven dat het aan een tem
pelwachter heeft toebehoord, die op zijn
post is gebleven toen de eruptie plaats
had.
DE TRADITIE wil het dat Herculaneum
door Hercules zelf is gesticht. Het werd
bewoond door plaatselijke stammen en
Etrusken voordat het door Rome werd on
derworpen. Vanwege zijn ligging op een
heuvel tussen twee rivieren, 10 kilometer
ten zuiden van Napels, dicht bij zee, werd
het een der favoriete woondorpen van de
rijke Romeinen, die hier hun luxueuze vil
la's lieten bouwen.
Advertentie
edelstaal vanaf 105.
GROTE HOUTSTR. 86 - HAARLEM
Speciaalzaak sinds 1883
CopyriflM P I B &ei 6 Goeenheg