In het (luister van de oude mijn Het middelpunt van de wereld Garcia de Léon HET LUIE KABOUTERTJE 1 m Nieuwe vondsten in Herculaneum PANDA EN DE DIENOMAAT VAN NIEL Polle J Ons vervolgverhaal DOOR ELIZABETH MORTON Schoonheidsoperaties door beunhazen ^Hoe is het ontstaan?^ 15 VERTAALD UIT HET ENGELS Dit woord VEELVRAAT T I S S O T WOENSDAG 29 NOVEMBER 1961 v'y SSiillllP ?I1 SSf tW* t - X,Y 1181111;! ÉS®! 1 HORLOGES 33. „Hé Polle, je hebt toch niet vergeten „uit de weg!" te roepen, nu kiept hij om hoor!" „Kijk die kleintjes, die kunnen even zagen! Ik zal mijn diensten maar niet aanbieden, ze schijnen het nog al prettig te vinden". „Het is maar goed dat we u hebben, Opa, al dat zware werk ligt ons niet zo goed, we zijn beter voor het fijne werk geschikt!" ÜJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH X:V; - >v WX>, h v iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüi w/fósmmem - I 34) Hij keek even naar Jane en zei toen: Ze zal zo dadelijk wel bijkomen. Een mooi zaakje, nu we ook al met een ontvoering moeten beginnen, Ben. Weer iets voor de politie! Ben grinnikte. Hij was fors ge bouwd en had het uiterlijk van een jeune premier uit Hollywood. „Te knap" was het oordeel van de meeste bemanningsleden van de „Alexander Benjamin". Niemand durfde dat echter openblijk te zeg gen, want Ben's vuisten zaten nogal los. Z'n krullende stroblonde haar zat slordig en hij droeg een donkerblauw hemd en een lichtblauwe broek, die zijn gespierde tors zo goed mogelijk deden uitkomen. Hij vormde een soort mysterie op het schip. Hij was altijd aan boord als het schip op zee was, maar hij werkte nooit. De bemanning wist zo half en half dat hij een soort agent was van de eigenaar, Sir William Willans. Als ze een vreemde haven binnenliepen, was hij meestal de eer ste, die aan wal ging, en bijna altijd de laatste, die voor het vertrek weer aan boord kwam. Jij past wel op haar, Ben, zei kapitein Nat Lezing, we vertrek ken nu, maar ik kom zo gauw moge lijk terug. Als ze eerder bij komt, moet je maar niet te veel vragen be antwoorden. Aye, aye, sir. Ben ging, toen de kapitein vertrok ken was in de stoel zitten, die het dichtst bij de bank stond. Even na dat een licht trillen van het schip hem verteld had, dat het anker was gelicht, bewoog Jane zich en opende ze de ogen. Ze had kennelijk even last van het felle licht, maar enkele ogenblikken later waren haar ogen wijd open. Er sprak angst uit. U hoeft zich geen zorgen te ma ken juffrouw Marriott, zei Ben ter wijl hij zich over haar boog. Zijn knappe gezicht en de geruststellende blik in z'n groenige ogen kalmeerden haar enigszins. Wat is er gebeurd? vroeg ze, Waar ben ik? We hebben nogal drastische maatregelen moeten nemen, omdat u zo halsstarrig bent, juffrouw Mar riott. Op 't ogenblik bent u veilig en wel aan boord van één van Sir Wil liam's schepen. Veilig!, zei ze nogal honend. Ja, veilig! Afgezien van het feit, dat u deze hut niet mag verlaten zal er niets bijzonders gebeuren totdat Sir Wil liam besloten heeft wat hij zal doen. Hij heeft alleen maar tijd nodig, juf frouw Marriott, dat is alles. Ik begrijp er niets van. Hij grinnikte. Dat is ook niet de bedoeling. Uw belangstelling voor de mijn en uw be zoek eraan hebben heel wat plannen in duigen doen vallen, dat kan ik u wel zeggen. Niemand heeft er jaren lang naar omgekeken. Ik heb altijd wel geweten dat er iets geheimzinnigs, aan de hand was, zei Jane. Ze probeerde te gaan zitten, maar viel direkt weer terug daar een ste kende pijn door haar hoofd schoot. Ik zal koffie en aspirine voor u laten komen, zei hij. U zult de hoofdpijn dan wel gauw kwijt zijn. Hij drukte op de knop van een bel en vroeg de steward, die binnenkwam om zwarte koffie te brengen. Na enke le ogenblikken kwam de man met het bestelde terug. Ben zette een paar kussens achter Jane's nig, zodat ze wat gemakkelijker kon zitten. Ze slik te drie aspirientjes ineens. Het zagende gevoel in haar hoofd verdween vrij snel. U kunt mij hier niet tegen mijn wil vasthouden, zei ze hoogst veront waardigd. Hij stak een hand op, alsof hij haar het zwijgen wilde opleggen. Juffrouw Marriott, als er één ding is, wat we kunnen doen, is het u hier aan boord vasthouden, of u dat nu wilt of niet. Het zou voor ons fataal zijn als we u er vandoor lieten gaan, en ik verzeker u, dat er geen man aan boord is, die zijn baan tje niet op prijs stelt. Jane keek hem enige tijd onderzoe kend aan. Hij was ontegenzeggelijk knap, maar toch verraadde zijn ge zicht, dat zijn karakter onaangename kanten moest hebben. Ze liet haar blikken door de hut dwalen. Deze was wit geschilderd. Aan bakboordzijde was een patrijspoort. Achterin de hut bevond zich een deur, die kennelijk naar de slaaphut leidde. Aan de wan den hingen enkele waterverfschilde rijen van zeilschepen. De hut was slechts gemeubileerd met een bank, twee gemakkelijke stoelen en een ta feltje. Bevalt u uw nieuwe woning? vroeg Ben. Hij begon te grinneken. Het is de hut van de kapitein. Welle schip is dit? Dat is nu een van de dingen, waar we niet over zullen praten. Ook de naam van de kapitein en die van mij doen niets ter zake. Over de meeste andere dingen kunnen we vrij uit praten. Hoe lang denkt u dat u mij hier kunt houden? Dat weet ik niet. Maar daar pie ker ik ook niet over. Dat zijn mijn zorgen niet. We houden u hier zo lang als de baas het wil, zelfs al zouden we de Atlantische Oceaan over moeten steken. Het schip begon te rollen. Ben glim lachte opgelucht. Nu, we zijn op zee. Straks ko men we in het Kanaal. Dat is dan het einde van het eerste hoofdstuk. Jane sprong zo snel van de bank op, dat hij er door verrast werd. Zij stond al bij de deur, voordat hij zich zelfs maar had kunnen bewegen. Toen ze echter de knop omdraaide, werd er een forse hand op haar schouders gelegd. Zij voelde de sterke druk van zijn vingers en het volgende moment was zij weerloos. De pijn in haar schouder was zó stekend, dat zij de deurknop wel moest loslaten. Hij zet te haar weer op de bank neer. Dat was stout van u, zei hij als of hij tot een klein kind sprak. Laat 't niet zo ver komen, dat we u moeten opsluiten. Ik hoop dat u uw toestand goed begrijpt en er naar han delt. Dan kunt u zich vrij over het schip bewegen. Jane was meer dan nijdig, maar ook enigszins bang. Hoewel ze maar al te goed begreep, dat Sir Williams achter dit alles zat, kon ze niet we ten hoe wanhopig hij was. De ge dachte, dat Peter en Timothy Corrion wel spoedig naar haar zouden gaan informeren, stelde haar enigszins ge rust. Maar haar angst werd weer gro ter, toen ze zich realiseerde dat ze immers niet konden weten wat er rrret haar gebeurd was en dat ze er geen notie van konden hebben, dat Sir Williams iets met haar verdwij- ning te maken had. Toen ze er echter nog eens rustig over nadacht, begreep ze dat Sir Wil- liam wel contact met hen moest op- nemen, omdat zij anders de vondst in de mijn zouden rapporteren. Dat zou zijn plannen, om haar te ontvoe- ren wel eens in duigen kunnen doen vallen. Misschien zou Peter wel be- grijpen, hoe de vork in de steel zat. Jane zou echter niet zo gerust zijn m geweest, als ze geweten had wat er sinds haar vertrek uit 't grote huis in Regent's Park was gebeurd. Kort 5 daarna werd Corrion opgebeld. Toen de notaris zijn naam had genoemd, |j werd er aan de andere kant van de lijn door een minder beschaafde stem gezegd: 1 Bent u notaris Corrion? Ik kom E u even vertellen, dat juffrouw Mar- riott voor enkele dagen vertrokken is. 5 Ze zal echter bijzonder lang wegblij- ven, indien u ook maar aan iemand j| vertelt, wat u weet over de mijn van Marriott. Als u uw mond houdt, komt s juffrouw Marriott gezond en wel te- s rug. Begrijpt u mij? U zult er goed aan doen dit alles ook aan de jonge mijnheer Willans te vertellen. Voor hem gelden deze voorwaarden ook. Hallo! Met wie spreek ik eigen- lijk?, riep Corrion, maar hij kreeg e geen antwoord. De onbekende had e meteen opgehangen, toen hij verteld 1 had wat hij wilde zeggen. e Peter Willans had thuis geen tele- e foon, zodat Corrion er wel met de auto heen moest. Het kostte hem nog- al wat moeite om de jongeman er- e van te weerhouden, ondoordachte din- e gen te doen. Mijn vader zit hier achter, schreeuwde hij. En dat neem ik e niet! (Wordt vervolgd) Een Brits parlementslid heeft verklaard dat hij de minister van Gezondheid zal vragen om wettelijke bepalingen tegen on bevoegde plastische chirurgen in Enge land. „Bij een onderzoek is mij gebleken, dat een groot aantal schoonheidsoperaties door onbevoegden wordt verricht", al dus het parlementslid. "Ik heb bewijzen van knoeiwerk van dergelijke „chirur gen". Onlangs heeft een vrouw, die een schoonheidsoperatie had ondergaan, zelf moord gepleegd. Het gelaat van een man werd zo verknoeid, dat hij er thans uit ziet als een Pekinees. De vertwijfelde man deed later een poging tot dood slag op een erkende chirurg, die ver klaarde niets meer voor hem te kunnen doen." In Noorwegen leeft een marterachtig roofdier dat door het volk f j e 1 d- f r o s s wordt genoemd, wat letterlijk vertaald bergkater betekent. In het Duits vinden wij dit woord terug in de vorm vielfrasz, een duidelijk voorbeeld van volksetymologie, want f j e 1 d heeft niets met viel en f r o s s heeft niets met fressen te maken. Bovendien heeft het „marter achtige roofdier" niet de reputatie veel te eten. Het dier heet officieel ursus gulo wat vraatzuchtige beer betekent, maar ook deze naam is een vertaling uit het Duits. Het woord veelvraat wordt eveneens gebruikt voor een be paalde rups en tenslotte ook voor een mens die zijn zinnen gezet heeft op het verslinden van grote hoeveelheden voedsel, gulzigaard. Een Westduitse fabrikant van dames hoeden is een campagne begonnen om een einde te maken aan het voor hem trieste feit dat het moderne meisje bij voorkeur blootshoofd door het leven gaat. Met medewerking van een aantal t.v.- en filmsterretjes organi seerde hij een modeshow voor jonge meisjes, die overal in de Bondsrepu bliek propaganda gaat maken voor zijn collectie „tienerhoedjes". In Ber lijn is de collectie ten doop gehouden, bij jazzmuziek en cola. De Place de l'Opéra mag dan het hart van Parijs zijn, het Café de la Paix is het middelpunt van de wereld. Het ligt met één gevel aan het plein en met de andere aan de Boulevard des Capucines. Wanneer het weer dat maar even toe laat vallen stadgenoot en vreemdeling neer op het ruime terras en hoewel dit vierhonderdvijftig stoelen rijk is, zijn er slechts zelden open plaatsen. De ge lukkigen die een tafeltje hebben bemachtigd, kijken van achter hun aperitif of kopje koffie naar de fascinerendste show van de wereld. Nergens hoort men zoveel talen spreken, nergens passeren zoveel tot verschillende rassen behorende mensen. Zeven belangrijke straten komen op de Place de l'Opéra bijeen: behalve de genoemde boulevard zijn dat met de wijzers van de klok mee de rue Auber, de rue Haléry, de Boulevard des Italiens, de rue 4-Septembre, de Avenue de l'Opéra en de rue de la Paix. Daardoor biedt het befaamde café zeker geen rustig zitje en op drukkend-warm zomerdagen kan het wel eens gebeuren dat een blauw achtig waas van uitlaatgassen boven het plein blijft hangen en de contouren van de gebouwen aan de overkant onduidelijk maakt. Maar dat verhindert niemand te genieten van het privilege ten minste eenmaal in zijn leven klant van Café de la Paix te zijn geweest. „Nee", verklaart de oude kelner met een afwijzend gebaar, „ik laat niks los. Ik weet precies waar dat op kan uit draaien: u wilt natuurlijk dat ik u al lerlei intieme dingen over het bedrijf vertel en als men dat hier dan leest, is het duidelijk wie zijn mond voorbij gepraat heeft. Wendt u zich maar tot de directie en als zij het goed vinden kunnen we verder zien". Hij heeft natuurlijk gelijk de be scherming van de klant is bij een zaak als Café de la Paix het hoogste gebod. Monsieur Chapotin, de grote man, is echter op het ogenblik onbereikbaar. Ik verzeker de kelner dan ook dat ik ab soluut niet achter schandaaltjes aan jaag. „Enkele algemene gegevens, meer niet". Nou ja dan. In een slap uurtje komt hij telkens met bijzonderheden aandra gen, vele volstrekt onbelangrijk, som mige bruikbaar. Hij krijgt er op de duur zelfs schik in en hoewel hij zich stipt aan de regel van het huis houdt, dank ik toch heel wat aardige feitjes aan hem. Een gemeentelijk bureau ver schaft mij de rest. Het beroemde café bestaat bijna een eeuw het jaar van vestiging is 1867. Van de oudste tijd zijn weinig gegevens bewaard gebleven; ik kan me voorstel len, dat de service er tijdens de bele gering van Parijs in de oorlog van 1870-'71 toen de bewoners zelfs ratten aten, wel wat te wensen liet. De naam van het café als internationaal centrum dateert eigenlijk pas van een tiental jaren later. In 1870 was Arthur Millon, een jongen van het platteland, in dienst getreden. Hij onderscheidde zich door zijn plichtsbetrachting (waardoor hij het tot oberkelner bracht) en door zijn spaarzaamheid (die hem in 1897 in staat stelde het café te kopen). Na zijn dood zette zoon André de grote traditie voort en hetzelfde deed diens dochter Denise, zij het dat zij de verantwoor delijkheden wenste te delen met haar echtgenoot Paul Chapotin. De continuï teit van dit bewind is verzekerd: de drieëntwintigjarige oudste zoon Ber- trand heeft een gedegen opleiding in het café- en restaurantvak gevolgd, zo dat er ook onder zijn toekomstige lei ding geen verlies van reputatie te duchten zal zijn. Toch is er gedurende het bestaan van Café de la Paix geleidelijk het een en ander veranderd. De stroom van Ame rikaanse toeristen na de tweede wereld oorlog maakte het noodzakelijk typi sche gerechten als de Hamburger aan het menu toe te voegen. Belangrijker is dat er nu drie restaurants zijn: een in de luxe klasse, een goedkopere en een soort snackbar van standing. Mijn oude zegsman kijkt een beetje minach tend wanneer hij me toevertrouwt, dat een hot dog of een milk shake toch eigenlijk niet in deze zaak passen „Maar wij moeten nu eenmaal mee", zegt hij schouderophalend. Van oudsher staat het kelnercorps, op internationaal peil. Men heeft becij ferd, dat nog niet de helft van de be zoekers Fransen zijn, dus is het ge wenst' dat de kelners zich minstens in het Engels kunnen uitdrukken. Het le ren van andere talen resulteert in een goede aantekening en de kans op pro motie. „Hoeveel mensen kunt u tegelijk heb ben?" wil ik weten. „Een stuk meer dan duizend", ant woordt hij prompt. „Laat 'ns kijken, vierhonderdvijftig op het terras, achthonderd eters, dan zijn er nog ver scheidene zaaltjes voor gezelschap pen dertienhonderd is niet te hoog geschat". Om een dergelijke massa van het no dige te voorzien, zijn in drie keukens tientallen koks in de weer. Menig han delaar zou jaloers rondkijken in de wijn kelder, waar altijd zo'n veertigduizend flessen ter beschikking liggen. Iedereen kan er aan zijn trek komen: de Duitse biefstuk voor de toerist uit Keulen is als thuis, de Italiaan zal niets verkeerds kunnen ontdekken aan zijn spaghetti Bolognese. Als ik inlichtingen wens over be roemdheden, die hier hun kopje koffie of paella Valenciana hebben genoten, begint mijn informatiebron trager te vloeien. Anecdoten krijg ik niet van hem los; wel is hij bereid enkele na men te noemen. „Brigitte Bardot heb ben we hier verscheidene malen gehad, maar ik moet zeggen dat ze niet zoveel opschudding tweegbrengt als indertijd Mariene Dietrich. En Mistinguett ah, monsieur, wat was zij populair en wat hebben we haar in de watten ge legd! Tja, iedereen die een beetje be kend is, heeft vroeg of laat wel eens een bezoek aan ons café gebracht: maar ook president Truman, generaal de Gaulle en veel vroeger nog kwamen hier bekende schrijvers als Zola, Guy de Maupassant en Oscar Wilde. Maar dat was voor mijn tijd, dat begrijpt u wel." Naar zijn uiterlijk te oordelen kon hij best van de alleroudste staf uit 1867 zijn overgebleven, maar zo'n grofheid heeft hij niet aan mij verdiend. Ik neem afscheid en slenter langs het terras. Er moeten heel wat consump ties worden gebruikt om alleen al de aan de gemeente Parijs verschuldigde huur voor gebruik van het trottoir goed te maken, bedenk ik. Vijfentwintig dui zend gulden, het is niet mis. Maar ik geloof niet dat er reden is om mon sieur Chapotin te beklagen. 22-23. Ook Swoppie hoorde de klok. Hij zuchtte van verlichting, omdat nu het werk was afgelopen. Maar hij floot of zong niet, zoals zijn makkers... hij sjokte met een ongelukkig gezicht naar huis, alsof hij doodmoe was. Nou, er was niemand, die medelijden met hem had; de anderen wisten best, dat het allemaal maar komedie van hem was... Swoppie ging z'n huisje binnen en zette gauw de hark in een hoek. Toen liet hij zich op een krukje zakken en geeuwde hij vervaarlijk. Oeaaahl... wat had hij weer een slaap! EEN ROMEINSE stad die bijna twee duizend jaar onder een dertig meter dikke lava-laag bedolven is geweest, wordt lang zaam maar zeker door Italiaanse geleer den aan de vergetelheid ontrukt. In het jaar 79 na Christus werd Hercu laneum- getroffen door een uitbarsting van de Vesuvius, die de stad in enkele uren tijds verwoestte. Het naburige Pompeii, dat op dezelfde dag werd vernietigd, raak te niet, zoals Herculaneum, in het vergeet boek. Pas in 1719 werd Herculaneum her ontdekt door een Oostenrijks generaal, prins Elbeuf. die hier aan het graven sloeg en een antiek theater bloot legde. Nadien kwamen bij sporadische onder zoekingen verschillende gedeelten van de oude stad aan het licht, zoals een zuilen galerij, enkele tempels, een forum en een grote villa waarin vele bronzen beelden werden gevonden die nu tentoongesteld zijn in het museum van Napels. In 1752 werd een zeer belangrijke vondst gedaan in een villa waar 3.000 papyrusrol len werden aangetroffen. Zij hadden deel uitgemaakt van de bibliotheek van een rij ke Romein, een volgeling van de Epicuris ten en bestonden hoofdzakelijk uit verhan delingen in het Grieks van de hand van de Epicurische wijsgeer Philodemus uit de eerste eeuw voor Christus over muziek, de COP. MARTEN TOONDE* 20. „En nu doorgaan, Jolliepop," zei Panda aanmoe digend. tot de diep-geconcentreerde bediende; „denk maar ernstig over alle kunstgrepen en fijne kneepjes van je mooie vak.Het opvolgen van deze aanwij zing kostte Jollepop geen moeite, en terwijl hij zich in zijn overpeinzingen verloor nam zijn gelaat een kla re, haast dwepende uitdrukking aan. Panda was niet weinig ingenomen met de manier, waarop hij dit alles aan de gang had gebracht, en ook Professor Kalker kwam (na de technische instelling van de Dienomaat zuiver afgestemd te hebben) zijn tevredenheid betui-, gen. „Heel goed werk. Collega Plakka," sprak hij vol daan. „En het is ook een bijzonder gaaf exemplaar van een proefpersoon dat je hebt meegenomen. Hoogst merkwaardig! Ik stel me veel moois voor van onze re sultaten. Ik meen zelfs al te zien dat de gelijkenis tussen mijn Dienomaat en Tante Charlotte aan het af nemen is. En inderdaad; de gezichtsuitdrukking van de eens zo venijnige robot onderging onder de weldadige invloed van Jolliepops gedachtegolven een aanmerkelijke veran dering. Er viel eenzelfde klaarheid waar te nemen als bij de modelbediende er kwam een blik te zien, die men gelukkig zou willen noemen als het mogelijk was dat robots ooit gelukkig zijn. natuur, de rhetoriek en andere onderwer pen. Tot de geschriften behoorden ook eni ge fragmenten met handschrift van Epi curus zelf, zoals een brief aan een kind. Recente ontdekkingen hebben de belang stelling in Herculaneum's rol in de oud heid doen herleven en tot de huidige op gravingen geleid die onder leiding staan van de Italiaanse geleerde Amedeo Maiu- EEN OBSTAKEL voor de oudheidkundi gen is het feit, dat Herculaneum voor een groot gedeelte onder de moderne stad Re- sina ligt, die 40.000 inwoners telt. Men heeft zelfs een deel van Resina moeten ont ruimen om het werk doorgang te kunnen doen vinden. De inspanningen hebben echter hun vruchten afgeworpen. Een van de eerste vondsten was een poort die tot het reeds eerder ontdekte forum leidde, een markt waar een kruidenierswinkel nog zijn (ver steende) bonen, dadels en andere vruchten tentoonspreidt en een 60 meter lange weg met twee fonteinen. De nieuwste ontdekking is een tempel, aan Hercules gewijd, met vier marmeren zuilen en fresco's die enige van de werken van de mythologische held uitbeelden. De poort naar het forum is omgeven door fragmenten van standbeelden die bij de uitbarsting van de vulkaan werden ver nield. Tot dusverre is slechts een menselijk skelet gevonden, hetgeen de conclusie rechtvaardigt dat de bevolking op tijd uit de stad heeft kunnen ontsnappen. Het ge raamte werd voor een tempel gevonden en de geleerden geloven dat het aan een tem pelwachter heeft toebehoord, die op zijn post is gebleven toen de eruptie plaats had. DE TRADITIE wil het dat Herculaneum door Hercules zelf is gesticht. Het werd bewoond door plaatselijke stammen en Etrusken voordat het door Rome werd on derworpen. Vanwege zijn ligging op een heuvel tussen twee rivieren, 10 kilometer ten zuiden van Napels, dicht bij zee, werd het een der favoriete woondorpen van de rijke Romeinen, die hier hun luxueuze vil la's lieten bouwen. Advertentie edelstaal vanaf 105. GROTE HOUTSTR. 86 - HAARLEM Speciaalzaak sinds 1883 CopyriflM P I B &ei 6 Goeenheg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15