„VERZOEKING VAN ANTHONIUS" New Yorkers bewonderen in drommen hun Rembrandt „LOIN DE RUEIL" van Jeroen Bosch werd schema voor elektronische opera Nieuwe Franse musical van Jean Vilar en Maurice Jarre m 1 HuPEf! WOENSDAG 29 NOVEMBER 1961 GEDURFDE STAP NAAR OPERA VAN DE TOEKOMST Succes van componist Louis de Meester „Het Eiland", t.v.-spel van Carry Rens Prijs voor een studie over journalistiek Jos. de Klerk Eurovisie Songfestival De radio geeft donderdag T elevisie programma FILM EN FILMWERELD Frank Onnen DEZER DAGEN WOONDEN wij in rle Koninklijke Vlaamse Opera te Antwerpen een opvoering bij van een tot normale opera bewerkte radio-opera van de Vlaamse compo nist Louis de Meester, een werk waarin aan de elektronische muziek een voorname rol is toebedeeld. Eerlijk gezegd, het kost mij moeite de woordkoppeling „elektronische muziek" neer te schrijven, omdat ik niet in een spontaan scheppings proces van dit jongste geluidsmiddel kan geloven en geluid op zich niet als muziek ervaar. Maar ik geloof wel in de betekenis van de elektronische klankeffecten als dienend element bij normale, geïnspireerde muziek. Haar rol kan dan illustratief en sfeerwekkend zijn. Ik vorm in deze mijn oordeel naar ervaringen opgedaan met werk van onder meer Henk Badings en Ton de Leeuw, twee ernstige zoekers, die al lang niet meer aan hun elektronisch proefstuk zijn en daarbij getoond hebben hun muzikale ziel niet tot elke prijs te willen prijsgeven voor een alleen zaligmakende elektronica. Louis de Meester nu is ook niet meer aan zijn proefstuk en het leek mij dubbel en dwars de moeite waard even naar Antwerpen over te wippen teneinde kennis te maken met zijn aldaar op het operatoneel gerealiseerde radiofonische opera, die in haar oorspronkelijke vorm, als zeer geslaagc experiment, reeds internationale faam geniet. AANGEZOCHT DOOR DE Belgische Ra dio om mee te dingen naar de Italiaprijs 1957, richtte Louis de Meester zich tot de toneeldichter Michel de Ghelderode, die op het idee kwam een schilderij van Je roen Bosch als stramien voor de gevraagde radio-opera aan te wenden. De keuze viel op „De grote verzoeking van Sint-Atonius het beroemde altaarstuk uit Lissabon. Met al zjjn duivelarijen en fantastische hallu cinaties, met zijn gedrochtelijke wezens, die als symbolen van het kwade en zon dige de ontbinding van natuur en mense lijkheid als 't ware gestalte geven, was dit meesterwerk van de Bossche schilder een wel zeer geschikt onderwerp om geïl lustreerd te worden met ongekende on wezenlijke klanken, die buiten de natuur lijke orde van de muziek vallen, duidelijk gezegd: een ideaal gegeven om er elektro nische geluiden in oneindige verscheiden heid bij te pas te brengen. Het rechterluik van Jeroen Bosch' „De verzoekingen van de Heilige Anto- nius". (Museum van Lissabon) DE LEGENDE van de St. Antonius, de volksheilige, die zich hardnekkig verweerd volksheilige, die zich hardnekkig verweert tegen de bekoringen die het duivelenheir naar hem afzendt, is in het schema van De Ghelderode gesitueerd aan de Vlaamse kust, waar de Franciscaan als kluizenaar leeft in een hol, en er zich naast een ver vallen kapel veilig acht tegen een wereld die door de Boze beheerst wordt. Maar op aandrang van de Hel komt die ontredderde wereld ook hier zijn ziel bestormen. Het schilderij biedt hiertoe motieven in over vloed: gulzigheid, hovaardig, wulpsheid, leugen, bedrog, sadisme noem alle on deugden maar op wordt in aldoor aan stormende groepen van heksen, demonen en andere fantastische wezens uitgebeeld. Op 't eerste zicht denkt men aan verhitte verbeeldingen van een schildergenie dat alle zin voor werkelijkheden verloor en zich in ongerijmde dwaasheden uitleefde. Maar als bij nader inzien blijkt dat deze ongerijmdheden zin en betekenis hebben, erkent men in Jeroen Bosch de grote mora list van het penseel, die de verworden wereld van zijn tijd een spiegel voorhoudt. Een Spaanse ordebroeder, Fray de Siguen- ?a, heeft dit misschien het scherpst belicht toen hij de mening uitsprak, dat Jeroen Bosch de moed toonde de mensen te schil deren, zoals ze beheerst door kwade hartstochten niet uiterlijk, maar zoals ze innerlijk zijn. DIT ALLES NU te transponeren in klank (nota bene zonder voorstellingen, zoals de opgave van de Italia-prijsvraag luidde) zou een hachelijke taak geweest zijn, als daar niet de truc-middelen van de elektronica ten dienste hadden gestaan. Positieve muzikale elementen konden ech ter als basis dienen bij uitbeelding van de hoofdfiguur, de geplaagde Antonius, en in hoofdzaak ook bij de overige agerende su jetten van het hoorspel: een duivel, een tovenaar, een Salomé, een als contrast in gevoerd onbedorven landmeisje, een koor Zondag 3 december (van 21.05 tot 22.30 uur) zendt de VARA-televisie het spel „Het Eiland" uit, de eersteling van de Neder landse schrijfster Carry Rens. Willy van Hemert heeft de regie. Het stuk behandelt een liefdesconflict tussen een oudere vrouw en een veel jongere man. van helse- en een van hemelse geesten. De librettist haalde het geval zelfs even naar onze tijd toe, door onder de vormen van bekoringen ook de verwording der muziek weer te geven als een moderne Ameri kaanse jazz-exhibition, en deze in de plaats te stellen van het door Jeroen geschilderde middeleeuwse instrumentarium: vedel, luit en harp. Het werd op geluidsband gerealiseerd, verwierf de Italia-prijs en is meerdere keren door de aether gegaan. Maar zo, zonder zichtbare actie, moest het oerbeeld van het geval, de verbeeldingen van Bosch, zijn directe werking missen. Dit deed de componist zinnen op een realisatie in operavorm. Mark Liebrecht, een der regis seurs van de Belgische Televisie, werd er voor aan het werk gezet en het resultaat daarvan kon men dus voor kort beleven in de Antwerpse Opera, waar voor deze gelegenheid de dirigent-directeur van de Vlaamse Radio-omroep, Leonce Gras, met meesterhand de muzikale leiding voerde. Langs omwegen kwam er Jeroens allegorie nagenoeg terug tot zijn uitgangspunt. De voorstelling werd een levend schilderij in beeld en woord en klank. Bij het beeld hoorde een fantastische lichtwerking, die onder meer de onheilssuggestie van een wereld in brand op Jeroens paneel treffend nabij kwam. HET SPREEKT VANZELF dat figuratie en een ongewone choreografie in deze ex perimentele opera een hoogst belangrijke rol spelen. En toen ik na afloop van de vertoning gelegenheid vond de componist geluk te wensen met het frappante effect van zijn werk, wees hij veelbeduidend naar regisseur Liebrecht, als de man wie de eer van dit eindresultaat toekwam. Dit zij, met bijzondere waardering voor de dy namische stuwing van de totale mon tering, niet zonder respect toege geven; maar de kern van het werk is toch de muzikale inhoud en de gelukkige toe passing van de illustratieve elektronische effecten, die aan de hallucinaties van Jeroen Bosch, naar het woord van Paul Valéry „la résonnance de l'exécution" v lenen. Het is van Louis de Meester een rjjke vondst geweest, zo treffend raak, dat het naar mfjn mening als model kan doorgaan voor deze richting der opera-evolutie. In ieder geval mag men zeggen, dat deze „Grote verzoeking van Sint Antonius" het aanwenden van elektronische effecten als een element van betekenis in de moderne opera afdoend bewezen heeft. VOCAAL WERD het werk meesterlijk gediend door de vermaarde tenor Lode de Vos, die men tot nu toe slechts kende als concertzanger. In deze zeer muzikale in terpreet vond men de gedroomde vertol ker voor de hachelijke eisen die de hoofd rol van het werk stelt. Voortreffelijke vocaliteit was tevens te prijzen in de ove rige zingende sujetten: Rita Lafaut, Lia Rostier, Chris van Woerkom en Robert van Helvert. Van bijzonder treffend effect was ook het aandeel van het koor, weers zijden van het toneel opgesteld in de frontloges, dus niet betsokken in de frontloges, dus niet betrokken in de toneel actie. Het coördineren van de muzikale bestanddelen, met de irrationele geluiden, het evenwicht trachten te vinden in zoveel vreemde componenten als in deze experi mentele opera aan bod kwamen, bleek aan Leonce Gras volkomen toevertrouwd en hij vond in het Opera-orkest een accuraat en lenig reagerend ensemble. Summa summarum: een mijlpaal en een baken in de nevelen van de moderne muziek. VOORAFGAAND AAN deze ruim een uur durende éénakter, werd onder dezelf- HET METROPOLITAN MUSEUM in New York stelt thans zjjn nieuwste aanwinst, het voor 2.300.000 dollar verworven schildertf van Rembrandt, ten toon. Op de eerste expositiedag kwamen er in vier uur 82.000 mensen proberen een glimp van het „duurste schilderij ter wereld" op te vangen. Het schilderij stelt de wijsgeer Aristote- les voor terwijl deze peinzend staart naar een buste van Homerus. Aristoteles is gekleed in een prachtige goud-gele mantel en heeft een dunne glinsterende sjerp over het donkere voorschoot, dat hij onder de mantel draagt. Zijn rechterhand rust op Homerus' buste, die op een tafel staat. de dirigent en dezelfde regisseur de pre miere geboden imn „Jonker Lichthart" een komisch-satirische opera in één bedrijf van de in 1959 overleden Vlaamse com ponist Jef van Hoof, wiens omvangrijk werk, evenmin als dat van zijn landgeno ten, in Holland voldoende doordrong, maar van wie Marinus Adam bij het N.Ph.O. indertijd toch een zijner symphonieën ge dirigeerd heeft. Toen Van Hoof in 1911 meedong naar de „Prijs van Rome" schreef hij daarvoor een schetsmatige opera „Tycho-Brahé", die een paar jaar nadien bij de Kon. Vlaamse Opera gegeven werd. Op de proef auditie voor de jury van de „Prijs" in 1911 zongen zijn studiemakkers, waartoe ik ook behoorde, de solopartijen. Later schreef hij een tweeakter „Mei- vuur", die ook bij de K.V.O. gecreëerd werd. En in 1928 componeerde hij op een luchtig libretto van E. Denhaene de voor die tijd stellig niet onbelangrijke parti tuur van „Jonker Lichthart". Velen zou het achter de stoere, tot het lyrisch-pathetische geneigde Jef niet ge zocht hebben, dat hij tot het raffinement van de lichte muziekkomedie in staat was; zij die hem kenden met zijn intieme en soms scherp satirische liedkunst, wisten wel beter. Wel had hij niet geluisterd naar de spitse frivoliteit van een Ravel maar van Benoit en Wagner uit, over Humperdinck heen, was hij terechtgekomen in de sfeer van Richard Strauss; maar dan bleef hij toch altijd nog de Jef van Hoof, gekenmerkt door zijn persoonlijke lyriek en zijn oubollige Vlaamsheid. Men hoort nu zijn „Jonker Lichthart1 als een warm pleidooi voor een muziek stijl, waarin men de grondige techniek van de doorwerking en de subtiele orkestratie kan bewonderen, maar die door muzikale revolutie van de jongste generatie over spoeld is. Men kan er geen woord kwaad van zeggen, maar het werk komt dertig jaar te laat in de openbaarheid om nog te kunnen verrassen. Wat niet wegneemt, dat men er nog steeds plezier aan kan be> leven om zijn fijne spiritualiteit en vooral om de degelijke vakkennis, die nergens met grove effecten werkt. Daarom zou het jammer zijn, als het werk opgeborgen zou worden, temeer omdat deze „Jonker Licht hart" als een unicum mag gelden in het genre der lichtvoetige beschaafde muziek komedie voor wat het zuiver Nederlandse repertorium betreft. Het hangt er dus maar vanaf hoe Zijne Majesteit het Publiek er over beslist. Esthetisch gezien vanuit het ontstaan van het werk, kan men er niet aan bekocht zijn. Solistisch gediend door prima vocalisten als Liane Jespers, Mariette Dierckx, Willy van Hese, Cor nells Schell en Antoon Lamot, en met krachten van voorname betekenis als Maria van der Meirsch, Godelieve van den Broeck, Christine Nachtergaele en Antoi nette Bouters in een dameskwartet, werd Jef van Hoofs nagelaten werk voortreffe lijk gerealiseerd in een smaakvol kader en gedragen door een ideale orkestklank. Men heeft het schilderij tijdelijk opge steld in de grote vestibule, waar ieder een het museum binnenkomt. Als achter grond heeft men een groot, rood-fluweel doek opgehangen en lampen beschijnen het schilderij zowel van bovenaf als uit een lichtbak van onderop. Die verlich ting leverde nogal problemen op. Nog niet zolang geleden heeft men deze Rembrandt een wel erg dikke vernislaag gegeven en die veroorzaakt een wat hinderlijke glin stering. James R. Rorimer, de directeur van het museum, wilde kennelijk zelf mee maken hoe het publiek op deze aanwinst zou reageren. Hij vertelde ons .dat de directeur van het Rijksmuseum in Am sterdam een van de eersten was geweest, die hem telegrafisch geluk hadden ge wenst met zijn aankoop. Rorimer be schouwt deze Rembrandt als het belang rijkste schilderij dat in de periode na de tweede wereldoorlog publiek is verkocht. De New York Times heeft in een hoofdartikel de vraag gesteld of men de geweldige som niet beter voor een ander doel had kunnen besteden. De tweede vraag van het critische artikel was, of dit geld nu was betaald voor een kunstwerk of in concurrentie voor het prestige van het museum. Vragen overigens, waar ook de wijsheid van de Times geen de finitief antwoord op kon geven. Directeur Rorimer acht de aankoop ech ter volkomen verantwoord, al is het mu seum niet zo goed bij kas dat hij het geld ineens op tafel had kunnen leggen. Giften om de aankoop te dekken zijn nog steeds welkom en Rorimer acht het mede daarom een goed idee om het doek ter stond nog voordat het was schoonge maakt ten toon te stellen. Hij gaf toe, dat de vernis het schilderij op het ogen blik wat te donker maakt. Maar had men het kunstwerk ineens onderhanden geno men, dan had het wel een half jaar ge duurd, voordat rnen de aanwinst kon ex poseren. Zo schuifelt men dan in deze dagen langs dit sublieme Nederlandse schilderij. Het New Yorkse museumpubliek is zeer HALFMILJOENSTE BEZOEKER VAN „Mï FAIR LADY" In de Tilburgse stadsschouwburg is voor de musical „My fair Lady" het half mil joenste kaartje verkocht sinds de pre mière op 1 oktober 1960. Namens het ge zelschap werden de heer en mevrouw Leijten uit Tilburg toegesproken door drs. W. Hofman, die hun een tweedaags vlieg ticket aanbood voor Londen en een bezoek aan de Engelse opvoering van de musical aldaar. Van het schouwburgbestuur ont ving het echtpaar een couponboekje. Mar griet de Groot, Wim Sonneveld en Johan Kaart boden eveneens hun gelukwensen aan. gemengd en vaak heel informeel gekleed: opgeschoten jongens in korte leren jas jes, meisjes in strakke broeken, militai ren, nor.nen, poiitie-agenten en mevrou wen in dure bontjassen. Zij komen uit de lawaaiigste stad van alle steden en zij worden een ogenblik stil tegenover die stille, peinzende wijsgeer, die Rembrandt hun toont. Het bestuur van de federatie van Neder landse journalisten heeft besloten ter gele genheid van het 15-jarig bestaan van de ze organisatie een journalistieke prijs be schikbaar te stellen van 1.000,-. De prijs zal worden uitgereikt aan de schrijver van de beste wetenschappelijke studie over de journalistiek of over bepaalde as pecten daarvan. Onder journalistiek wordt ook radio- en televisie-journalistiek v staan. Zowel reeds gepubliceerde studies (mits na 1 januari 1960 verschenen) als onge publiceerde studies kunnen voor een be kroning in aanmerking komen. De betrok ken werken, die in het Nederlands moeten zijn gesteld, dienen een omvang te hebben van tenminste 20.000 woorden. Inzending dient te geschieden vóór 23 november 1962 bij het secretariaat van de federatie, Kei zersgracht 339, Amsterdam. De toekenning van de prijs zal geschieden door een ju ry, bestaande uit prof. dr. G. Kuypers, drs. L. F. Tijmstra en prof. dr. N. de Vol der. ALS HET MET de culturele uitwisseling van de Beneluxlanden volkomen in orde was, zou het heel normaal kunnen voor komen dat onze Nederlandse Opera al eens te Antwerpen zou gaan spelen, bijvoor beeld het enige Nederlandse werk van het repertoire, „Philomela" van Hendrik Andriessen en dat het gezelschap van de Kon. Vlaamse Opera hier tegenvisite zou brengen met werk van eigen bodem. Ik maak mij sterk dat hun dynamische reali satie van de elektronische opera van Louis de Meester om slechts dit te noemen ook hier furore zou maken. Laat ik middels deze vingerwijzing het verhaal besluiten van mijn jongste contact neming met een gedurfde stap naar de opera der toekomst. „MODERNE WELSPREKENDHEID' prof. Weller/prof. Stuiveling, (uitg. Else vier). Dit boek een handleiding voor beginnen de „sprekers in het openbaar" te noemen, zou tekort doen aan de waarlijk uitput tende wijze waarop het contact tussen „een en velen" wordt geanaliseerd en tot in de tails uitgerafeld. Het zijn niet allemaal goe de adviezen van mensen die het zelf zo goed kunnen, zoals dat bijvoorbeeld in de werken van Herbert Casson eertijds met grote zelfgenoegzaamheid werd gedaan. De feilen en mislukkingen op het gebied van het spreken in het openbaar worden de le zer duidelijk en zonder bombast argumen taal voorgecijferd. De successen op dit terrein worden daarentegen niet aan „kunstjes en trucjes" toegeschreven. De cultuurmens komt telkens weer zijn zegje doen en de verwantschap tussen cultuur, welsprekendheid en gedachtenwereld is tenslotte overal leidinggevend erkend. Een boek dat weinigen zullen kunnen lezen zon der hun oorspronkelijke neiging om zich een stoomcursus aan te schaffen, in een ontmoedigende eerbied voor een echte kunstvorm ten onder te zien gaan. IK KAN VOGELS HOUDEN door S. J. Houtenbos en J. P. A. Wilhelm. Uitg. A. W. Sijthoff - Leiden. Een nieuw exem plaar in de qua vorm en inhoud uitsteken de „Ik kan-" serie leerboeken voor ama teurs op allerlei gebied, prettig en populair geschreven en verduidelijkt met vele teke ningen en foto's, van welke laatste vooral de bijzonder geslaagde kleurenplaten ge prezen mogen worden. Grondig worden de diverse vogelsoorten en hun verzorging be schreven, waarbij vooral ampele aandacht besteed wordt aan voeding en huisvesting: dit laatste van de eenvoudige kamerkooi tot de meest-geëlaboreerde luxe-volière. Het belangrijkste voor de serieuze ama teur zijn stellig de hoofdstukken over kwe ken en broeden, waarbij en passant de he le erfelijkheidsleer uit de doeken gedaan wordt. Uitvoerige teeltschema's geven uit sluitsel over de vraag, hoe men hier „de natuur beïnvloeden" kan en in de jongen steeds „gezochter" kleuren en vormen te voorschijn kan brengen. Als een praktijk voorbeeld schetst het boek b.v. de evolu tie van de zebravink, die eruitziet als een boek vol algebraische formules. En dat is dan nog maar een eenvoudig verervings schema, volgens de kenners. Een boek voor alle vogelaars! 4 A nKONDIGIflGEH snBESCHOUWIflGEh In het voorjaar van 1962 zal er weer een Eurovisie Songfestival worden georga niseerd. De Nederlandse Televisie Stich ting heeft besloten daaraan weer mede te werken. Het liedje, waarmee Nederland op de internationale finale zal mededingen zal worden gekozen in een nationale fi nale die gehouden wordt op dinsdag 20 februari 1962. De solisten die voor een op treden in de nationale finale gekozen wer den zijn: Conny van den Bosch, Ella Ra- ya, de Padre Twins, Jan van der Most en Rita Corita. In een open inschrijving onder motto, kunnen musici en tekstschrijvers, die lid zijn van BUMA, nog niet eerder gepubli ceerde en uitgevoerde liedjes inzenden. De inschrijving sluit woensdag 27 december a.s. om 12.00 uur 's middags. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO7.00 Nieuws. 7,10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Huishoudelijke zaken, lezing. 11,15 Gram. 11.45 Opnieuw beginnen, lezing. 12.00 Lichte muziek. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Dansorkest. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Beurs- ber. 13.30 Lichte muz. 14.00 Kamerork. 14.30 Voor de vrouw. 15,05 Metropole-ork. 15.30 Voordr. 15.50 Pianorecital. 16.20 Actueel progr. 16.50 Gram. 17.30 Voor de jeugd. 18.00 Nieuws. 18.15 Act. 18.20 Lichte muz. 18.40 Gesproken brief. 18.45 Lichte muziek. 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Liedjes en: Het Vogelkwartier hoorspel. 20.00 Nieuws. 20.05 Radio-filharm.ork. en solist. 21.10 De valsspeler, hoorspel. 22.20 Gram. 22.30 Nieuws en meded. 22.40 Act. 23.00 Sportact. 23.10 Nieuwe gram. 23.55—24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 KRO. KRO: 7 00 Nws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.40 Schoolradio NCRV: 10.00 Gram. 10.03 Idem. 10.15 Morgen dienst. 10.45 Orgelconc. KRO: 11.00 Voor de zie ken.11.45 Geestelijke liederen. 12.00 Middagklok noodklok. 12.04 Gram. 12.25 Voor de boeren. 12.35 Land- en tuinbeuwmeded. 12.38 Gram. 12 50 Act 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muz. 13.40 Gevarieerd progr. (herh.). NCRV: 14.00 Promenade-ork en koor. 14.45 Gram. 15.25 Idem. 16.00 Bijbelover denking. 16.20 Clavecimbelrecital. 16.45 Gram 17.00 Voor de jeugd. 17.35 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Lichte muz. 18.15 Sportrubriek. 18.30 Jid- disje volksliederen. 18.50 Sociaal perspectief, le zing. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Óp de man af. praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Pol. lezing. 20.00 Gevar. progr. 22.30 Nieuws 22 40 Avondoverd. 22 55 Gram. 23.00 Derde Assemblee van de Wereldraad van Kerken te New Delhi, rep. 23.10 Muzikale lezing. 23.35 Litterair programma 23.5524.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Nieuws 12.02 Gram. 12.30 Weerber. 12.35 Amus.orkest. 12.50 Beursber. 13.00 Nieuws 13.15 Kamermuziek. 14.00 Schoolradio. 16.00 Beursber. 16.06 Franse les. 16.21 Vlaamse muz. 17.00 Nws. 17.15 Voor de kinderen. 18.15 Gram. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Sportkron. 19.00 Nieuws 19.40 Vlaamse Lederen. 19.50 Pol. lezing. 20.00 Orkest- conc. 22.00 Nieuws. 22.15 Gram. 22.55—23.00 Nws. VOOR WOENSDAG NTS: 17.00 Jeugdjournaal. KRO: 17.10 Voor de jeugd. CVK-IKOR-RKK17.4518.05 Jeugdprogr. over de Bijbel NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. 20.20 Filmverslag uit New Delhi. 20.35 Onbekend talent. VARA: 21.05 Documentair progr. 21.55 Speelfilm. 22.20 Sportrubriek. VOOR DONDERDAG NTS: 20.00 Journ. KRO: 20.20 Act. 20.40 Kunst kroniek. 21.10 De rode pullover, TV-spel. De commissie van Amerikaanse bis schoppen voor de film, radio en televisie, heeft een verklaring uitgegeven waarin ze waarschuwt dat het publiek misschien censuur door de overheid op de film zal eisen, tenzij de filmindustrie tot een sys teem van indeling komt om aan te ge ven welke films alleen voor volwassenen geschikt zijn. WAT DE OPERETTE voor de negentiende eeuw was, dat is, zoals men weet de „musical" voor onze tijd en dit gemoderniseerde en sterk door de film beïnvloede mengsel van muziek, toneel en dans waarop de Amerikanen, en Broadway in het bijzonder, hun forse (jazz) stempel hebben gedrukt, heeft ook in Frankrijk de laatste jaren vele figuren van meer en van minder belang zeer actief beziggehouden. De voornaamste pogingen de oorspronkelijke inhoud van de cocktail in de Franse fles van een eigen „comédie musicale" te gieten, zijn wel door de veelzijdige choreograaf- danser Roland Petit en zijn vrouw Zizi Jeanmaire ondernomen, maar ook door anderen zoals vorig jaar nog Brefford, Irma's geestelijke vader zijn in diezelfde richting goede resultaten bereikt. In die rij van Franse musical-promotors en -ver nieuwers heeft zich nu niemand minder dan Jean Vilar geschaard met zijn „Loin de Rueil een mijlpaal in de nog jonge geschiedenis van de moderne operette. DE HU ISCOM PONIST van het Theatre ofschoon met de hulp van Vilar mocht re lational Populaire, Maurice Jarre, die gisseren. Voor de choreografie werd de altijd voor de (pakkende) muzikale illu- jonge Nederlandse danser Dick Sanders straties zorgt die het karakter van de ingeschakeld die de laatste jaren, vooral voorstellingen hier zo sterk medebepalen, m. m y ''-*k VïU -'m in Amerika heeft gewerkt, en die, in de lijn van Jerome Robbins, ondanks het „materiaal" dat niet van de allerhoogste orde was, toch voor een aantal toppunten wordt' en hij veronderstelt en vreest dat hij haar nu toch zeker wel nooit meer zal kunnen benaderen, laat staan veroveren. Hij trouwt dus met een ander meisje de bruiloft Een r'er scènes uit de musical „Loin de Rueil", waarin de Broadway-stijl op de hak wordt genomen. Jean Vilar heeft nu zijn eerste grote kans gekregen om zijn krachten en talenten op een ope- in de voorstellina tekende "ulul een briljante en verrukkelijke paro- voorsieuing tekende. die dankzij Dick Sanders en ziet vóór voorwaarden: beweging en bonte variatie, .T ziin eerste huwelijksnacht al in dat hij wordt voldaan. Vilar heeft de talrijke groep hei VERHAAL heeft de componist ont- een misstap heeft begaan. Hij werpt zich in een soort Brechtiaanse toneel-greep en leend aan een roman van Raymond Qué- de jonge bruid achterlatend die echter niet discipline gevat, terwijl Jarre met zijn neau waarin deze schepper van de onster- zo lang alleen blijft, in de strijd van het markante thema's, ritmen en „primaire" felijke Zazi-figuur met diezelfde onbevan- romantische leven, op jacht naar zijn orkestratie zijn inspiratie in de verwante mtlancholieke humor ,het leven ideaal en zijn verre geliefde: wordt direc- boek (bij Kurt Weill en Dessau) schijnt schildert in het Parijse voorstadje Rueil in teur van een vlooientheater op de kermis, Bezocht te hebben. Het musicale zwaarte- de jaren 1930, toen de film de dorst naar en komt via talloze etappes via verre lan- Punt was overigens meer in de dansen romantische vervoeringen en avonturen den in Amerika terecht waar hij tenslotte cha-cha-cha's, blackbottoms, charles- steeds overdadiger begon te voeden. Te- zijn Dulcinea onder de vingerdikke make- tons en zelfs twists en in de tussenspe- midden van het stampubliek van de bistro up en de verblindende glamour van een len en marsen gelegen dan in de eigenlij- „Au Poleon met de miskende dichter, Hollywoodse super-star terug zal vinden. ke chansons, waarvan een musical 't voor de winkelier in bont, de afvallige pastoor, En ze krijgen elkaar dan toch, welke ge- vestiging en vooral bestendiging van seniele mannetje, dat in een driewieler lukkige apotheose de gemeentenaren van zÓn succes toch wel ruimschoots hebben wordt voortgeduwd, en de leden der op- Rueil meer naar de geest dan de let- moet. Het gemis aan een chansonnier of groeiende generatie die vooral droomt van ter, doch in ieder geval in kleuren en in "ière van ervaring, die een liedje over het kampioenschappen in boksring en Tour de reliëf zal worden verhaald middels een voetlicht de zaal in weet te „smijten" ürance zijn er twee hoofdfiguren: de cinemascope-productie, waarin hij en zij deed zich trouwens wel gevoelen Niette- student in de chemie, die het avontuur ook hun eigen levensavonturen vertolken. min is „Loin de Rueil" zonder twijfel een buiten de wetenschap zoekt, en die nog al- nieuwe triomf voor het T.N.P. geworden tijd (tot ver over de oren) verliefd is ge- AL HAD DE expositie van het verhaal die nu ook een eigen musical op zijn re- bleven op een jeugdvriendinnetje, dat in dan ook wel wat omslachtige uitweidingen pertoire kon schrijven, al moet dat woord ^.a"js 77 onbereikbaarder naarmate 't mogen missen die overigens nog te cou- vanwege de licht-parodistische en persifle-' dichterbij is in „de kunst" is gegaan, peren zijn over 't geheel biedt dit li- rende geest die zijn hele karakter beheers- n brett0 zeker de verscheidenheid van figu- te, misschien tussen aanhalingstekens wor- HEEFT HAAR naam op ren en van bekende en exotische situaties den geplaatst at-» 9ff1(»hA oin i__1 rette te beproeven, die hij bovendien zelf, een affiche van een variététheater gelezen waarmee tenminste aan de voornaamste

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 4