Van Sinterklaas die geen Sinterklaas kon zijn
"pi-
4
H'
N'
NIEUWE PSYCHOLOGIE- EN ANDERE UITGAVEN
sets.
psyêmi®!
&ftn»sae rs1^ s
sstfssr
dö
ZATERDAG 2 DECEMBER 1961
Erbij
PAGINA TWEE
EEN VERHAAL VOOR
DE JEUGD DOOR
TONNY VAN DER HORST
MP1Ü
St. Nicolaas-avond
H. L. Prenen
19VÖ itSJiSOu SSï
iM
p
L twijfel me. de boer en de boer., die 2» tZSgTZSUSSfc
ZOIETS ergs was Sinterklaas nog nooit
in Holland overkomen! Op weg naar
het dorp Slikkeveen reed Zwarte
Piet hem met auto en al de sloot in. Niet
zo'n klein, smal slootje, want dan was er
niets gebeurd, maar zo'n diepe, brede mod
dersloot beneden aan een dijk. Misschien
kwam het doordat het nogal mistig was,
of doordat het geijzeld had, hoe dan ook,
er klonk een snerpend geluid van remmen
en daarna een plons. Binnen een paar tel
len zaten Sinterklaas en Piet tot aan hun
middel in het ijskoude water. Het zou er
lelijk voor hen hebben uitgezien als er niet
een boer was komen aanhollen, die toeval
lig ooggetuige van het ongeluk was ge
weest. Zonder aarzelen stapte hij de sloot
in en trok de portieren open. Maar hoe
groot was zijn verbazing toen hij daar een
drijfnatte Sinterklaas en een bibberende
Zwarte Piet de wallekant optrok. De mod-
der kleefde Sinterklaas in de baard en zijn
prachtige, rode mantel en gouden mijter
de laatste was door de schok van zijn
hoofd getuimeld waren volkomen be
dorven. „O", kreunde Zwarte Piet, zijn
meester en zichzelf met ontzetting bekij
kend, „o, wat moeten we nu beginnen!"
Sinterklaas, nog wat wit om de neus van
de schrik, wees zwijgend naar de klonters
pepernoten en marsepein, die langzaam de
auto uitdreven. „Wat een zonde van het
kostelijke spul!" jammerde Piet. Wanhopig
staarde hij naar de speculaaspoppen en
suikerbeesten, die als een compacte, kleffe
brei aan de oppervlakte van het water
schommelde. „Als ik u was, zou ik hier
niet langer blijven staan", klonk de stem
van de boer. „Met uw permissie". Hij
raapte de gouden staf op, die Sinterklaas
morgen dubbel zo blij met alles wat ik ze
vanavond beloof". „Hum, ja Atsjie!"
antwoordde Piet en gaf, gewoontegetrouw,
een harde ruk aan de bel. Achter de deur
werd licht aangedraaid, en er klonken na
derende voetstappen. Toen de deur open
in de verwarring uit de hand was geglipt, ging knikte Sinterklaas vriendelijk
on 171 CTO or Hf» Honrnrftnlrtn 1Ji-J
en viste er de doorweekte zak cadeautjes
van de achterbank mee op. Het was treu
rig om aan te zien hoe de mooie poppen
ontoonbaar waren geworden, terwijl de
rest van het speelgoed zo vies was, dat je
er geen kind meer een plezier mee kon
doen. Verslagen volgden Sinterklaas en
Piet de Boer, die hen naar zijn huis bracht.
Bij het fornuis trokken zij hun eens zo
mooie, fluwelen kostuums uit en deden de
kleren aan, die de boerin voor hen had
klaar gelegd.
„WAT zie ik er gek uit", zei Zwarte Piet,
en keek met afgrijzen naar de werkbroek
en de blauwe kiel, die van een van de
knechten van de boer waren, en die veel
te wijd om hem heen slobberden. „O, ik
heb nog kou gevat, ook", liet hij er klap
pertandend op volgen. Hij nieste wel vijf
keer achterelkaar.
Sinterklaas mompelde iets in het zon
dagse pak van de boer, dat hem wat krap
zat. Toen ze hete koffie hadden gedronken
die de boerin gauw voor hen had gezet, en
ze wat op verhaal waren gekomen, werd
er raad geschaft. „We kunnen die kinderen
in Slikkeveen niet voor niets op ons laten
wachten", sprak de oude bisschop bezorgd.
„Het was afgesproken dat we ze dit jaar
allemaal zouden opzoeken". „Wilt u er dan
zo eh in burger naar toe?" vroeg
Piet ongelovig. „Er zal niets anders opzit
ten", zuchtte Sinterklaas, en wierp een
weemoedige blik op zijn mantel en tab
berd, die aan een lijn boven het fornuis
hingen te drogen. Zijn mijter had de boerin
over een vaas op de schoorsteen gezet, en
het pak van Piet hing er naast over een
droogrek te walmen. Zwarte Piet slikte
een paar keer voor hij zei: „Maar ze zullen
ons niet herkennen, ze zullen niet geloven
dat wij het zijn. Vooral als we geen ca
deautjes en snoepgoed bij ons hebben. At
sjie!" „Piet, ik verbied je zo te spreken",
zei Sinterklaas streng. „Iedereen weet dat
ik Sint-Nicolaas ben, en jij mijn knecht;
sprak met een verontschuldigend lachje:
„U herkent ons waarschijnlijk niet zo op
het eerste gezicht, maar ik ben Sint Nico-
laas en dit is mijn knecht. Op weg hierheen
is onze auto in een sloot geraakt. Boer
Bruins, die u wel kent, is ons te hulp ge
komen en is zo goed geweest ons van dro
ge kleren te voorzien'. Denkend dat deze
uitleg voldoende zou zijn wilde Sinterklaas
over de drempel stappen, maar de man in
de gang werd vreselijk boos en riep: „Dat
verhaaltje kan iedereen me vertellen. Jul
lie kunnen wel een paar dieven zijn!" „Die
ven?" herhaalde Sinterklaas verbaasd.
„Pardon, ik geloof dat u mij niet begrepen
heeft. Ik ben het, Sint-Nicolaas uit Spanje,
en dit is mijn knecht. Zwarte Piet. We
hebben niets bij ons, maar de cadeautjes
en de lekkernijen, die allemaal door het
water bedorven zijn, worden morgen per
expresse naar Slikkeveen gestuurd".
„Maak dat een ander wijs!" schreeuwde
heel kwaaddenkend man. De anderen zul
len heus wel anders zijn".
„IK HELP het u hopen", mompelde Piet
en trok met kracht aan de bel van het vol
gende huis. Er klonk gestommel, en een
oude vrouw deed open. „Goedenavond
moedertje", begon Sinterklaas. „U herkent
ons natuurlijk niet zo op het eerste gezicht,
maar ik ben Sint-Nicolaas en dit is mijn
knecht". „Atsjie!" deed Piet, en maakte
een lichte buiging. De vrouw werd vuur
rood in haar gezicht. „Hoe durft u een oud
mens zo voor de gek te houden, meneer,
't Is een schande, ik...." Sinterklaas on
derdrukte een zucht en probeerde te glim
lachen. „Als u zo vriendelijk wilt zijn evert
naar mij te luisteren, juffrouw. We zien
er zo vreemd uit omdat we de kleren van
boer Bruins en zijn knecht u wel be
kend aan hebben, daar onze auto
„Een mooie Sinterklaasavond-grap, dat
moet ik zeggen!" riep het vrouwtje kwaad.
„Denk maar niet dat je mij iets op de
mouw kan spelden. Maak dat je wegkomt,
gauw!" Pang! De deur viel dreunend in
het slot en Sinterklaas keerde zich diep te
leurgesteld af. „Üa's het toppunt!" riep
Zwarte Piet uit, en zijn stem sloeg over
Sinterklaas en Pietermanknecht dicht, ,,'t Is
dat u het niet wilt, anders had ik er op ge
slagen", bromde Piet, en hij zei een heel
lelijk woord in het Spaans. „Hou je mond,
Piet", zei Sinterklaas. Langzaam liep hij
naar het kerkplein terug en liet zich op
een bank neervallen. „Ook best, dan hou
ik mijn mond. Atsjie!" Piet bleef beslui
teloos voor zijn meester staan. Zag hij goed.
of was het een speling van het maanlicht
door de kale kruinen van de lindebomen,
dat er een traan langs de wang van Sinter
klaas in zijn baard gleed? Hij kreeg er
zelf een brok van in zijn keel en mismoedig
zette hij zich naast de Bisschop op de bank
neer. „Je had gelijk, Piet. Zonder onze
mooie kleren en zonder de zak met ca
deautjes herkennen ze ons niet", fluisterde
Sinterklaas.
„Helaas, atsjie! Helaas heb ik gelijk",
antwoordde Piet, en probeerde de veters
van zijn schoenen wat losser te maken.
Oef, die laarzen van die boerenknecht wa
ren heel wat anders dan de lage, zachte
muilen, waarop hij gewend was te lopen.
„Het ergste vind ik dat ze mij niet geloven
en zulke lelijke dingen tegen mij zeggen",
ging hij verdrietig verder, en streek langs
zijn ogen.
„DAG SINTERKLAAS, dag Zwarte Piet",
zei plotseling een stem, en Sinterklaas en
Piet duikelden bijna van de bank van blij
de verrassing. Voor hen stond een klein
meisje met een paar grote, onderzoekende
ogen, die uit een capuchon kwamen kijken.
„Wat doe jij nog zo laat op straat. Dat mag
toch niet", zei Sinterklaas en strekte zijn
hand uit. „Maar u bent niet bij ons ge
weest Ik was bang dat u ons zou vergeten,
daarom ben ik stilletjes het huis uitgegaan
om u te zoeken", zei het meisje en deed
een stapje dichterbij. „U had toch beloofd
te komen". Sinterklaas knikte treurig.
„Daarom juist. Ik heb jullie niet vergeten
en ik heb mijn belofte willen houden.
Maar niemand wil ons binnen laten omdat
we geen cadeautjes bij ons hebben en ik
mijn tabberd niet aan heb en Piet zijn flu
welen pak. We zijn met de auto in de sloot
gereden, daar komt alles door". „Wie wil
de u niet binnen laten?" vroeg het meisje
verschrikt, „die mensen daar". Piet maakte
een beweging met zijn arm in de richting
van de huizen waar ze hadden aangebeld.
„Waren daar dan geen kinderen?" infor
meerde het meisje weer. „Eh nee, die heb
ik niet gezien. Het zullen toevallig huizen
zijn geweest, waar geen kinderen woon
den",antwoordde Sinterklaas nadenkend.
„O, dat is het natuurlijk!" riep het meisje
uit, en haar gezicht werd opeens vrolijker
„Grote mensen begrijpen alles niet zo
gauw. Als er kinderen waren geweest had
den ze toch direct gezien dat u Sinterklaas
„Ik begrijp uw verbazing en het spijt me bent en hij Zwarte Piet; ook al hebben
meer dan ik zeggen kan dat we u in deze jullie gewone kleren aan!" „Nou, het doet
kleren van boer Bruins u kent hem me goed dat te horen, atsjie!" zei Piet en
wel moeten komen bezoeken, maar ik grijnsde breed ,,'k begon er bijna 'zelf
ben Sint-Nicolaas en dat is mijn knecht", aan te twijfelen dat ik „ik" was" Je
„Wat is dat?" klonk een mannestem aan bent een lief, klein meisje", sprak Sinter-
het eind van de gang. „Hier is een meneer klaas geroerd en zette haar op zijn schoot
met een baard en een zwarte jongen!" riep zoals hij in zijn lange leven zo veel kinde-
de vrouw terug. „Hij zegt dat hij Sinter- ren op zijn schoot had gezet. „Zal ik een
ET MEISJE zong dapper verder, en
toen gebeurde er een wonder in het
kleine dorp Slikkeveen. Want de
deuren van de huizen gingen open en kin
deren holden juichend naar buiten- Als een
lopend vuurtje ging het rond dat Sinter
klaas tóch gekomen was en iedereen haast
te zich naar het plein. Ze maakten een
grote kring om de bank heen en begonnen
spontaan met het kleine meisje mee te
zingen. Het werd de mooiste en heerlijkste
avond die Sinterklaas en Piet ooit hadden
meegemaakt. Ze kwamen nog bij alle kin
deren thuis, kregen het beste plekje bij de
kachel en hete chocolademelk om warm te
worden- Inplaats van cadeautjes te geven,
kregen ze ze dit keer zelf; sigaren, sigaret
ten, warme sokken en een wollen sjaal:
zelfgebreide handschoenen en zakdoeken
van boerebont. Piet kreeg zelfs een paar
asperientjes, die hij onmiddellijk met een
slok chocolademelk doorslikte. Laat in de
nacht reden Sinterklaas en Piet in de auto
van de burgemeester naar de boerderij te
rug. „Haast u zich vooral niet", zei de bur
gemeester, terwijl hij over de smalle land
weggetjes reed, „ik wacht straks tot u zich
heeft omgekleed en breng u naar uw hotel
in de stad terug. Uw auto zal ik morgen
uit de sloot laten takelen en laten opknap
pen, dan kunt u hem volgend jaar weer
gebruiken". „Dank u, burgemeester", sprak
Sinterklaas. "Ik zal deze avond nooit ver
geten. zolang ik leef". „En Sint-Nicolaas
zal blijven leven zolang er kinderen als
dat kleine meisje zijn, die vast in zijn
komst geloven", zei Zwarte Piet stralend.
„Atsjie!"
binnen. Dan is het Sint-Nicolaas voor en
Sint-Nicolaas na, en „dag Zwarte Piet, dag
beste kerel!' Iedere vijf december staat u
voor ze klaar, maar nu uzelf een beetje
hulp en begrip nodig heeft„Probeer
het nog één keer. Piet", viel Sinterklaas
hem zacht in de rede". „Op uw eigen ver-
antwording", zei Piet en trok uit alle macht
a „n de bel van het derde huis.
U WERD de deur door een jonge
vrouw geopend. Verwonderd staarde
zij naar de vreemde bezoekers, maar
nog voor zij iets kon zeggen sprak de Sint:
de .man en sloeg de geur voor de neus van van -drift. „Een Sinterklaasavond-grap!'! had en nu.
Cin one am v...- „i t*r.. j. i.' i ï- i
klaas is!" „Is hij helemaal!" riep de stem
weer en een jonge man kwam met grote
stappen aanlopen. Sinterklaas kuchte even
„U ziet het niet zo op het eerste gezicht,
maar ik ben echt Sint-Nicolaas", sprak
Sinterklaas. „Mijn knecht en ik hebben op
weg hierheen een ongeluk met de auto ge
Sinterklaas en Zwarte Rfet' ÖFétft.'T.Wat
heb ik u gezegd", zei Piet, en hief een drei
gende vuist tegen de gesloten deur op.
„Zwijg Pieter", gelastte Sinterklaas en hij
trilde van verontwaardiging. „Dit was een
SSÖOOö^OÖÖQÖOOÓOÓOtbÓÓ^
Met boosaardig rollende ogen keek hij naar
zijn meester op. „Nu ziet u eens hoe de
mensen zijn. Als je maar mooi bent aan
gekleed en een grote zak met speelgoed en
lekkers bij je hebt. Ja, dan laten ze je wel
„Ach, loop 'door'met je
smoesjes", zei de jonge man ruw. „Wat
een brutaliteit om je voor Sinterklaas te
durven uitgeven!", „Scheer .je weg. of ik
roep de veldwachter", vervolgde de man
woedend en weer smakte er een deur voor
liedje voor u zingen?" vroeg het meisje,
dat zich nu helemaal op haar gemak voel
de. „Eén liedje, en dan brengen we je naar
huis", zei Sinterklaas en meteen begon het
meisje met: „Zie de maan schijnt door de
bomen". Het klonk zo ijl en helder over
het stille kerkplein; het was zo'n ver
trouwd en dienbaar geluid, dat bekendfe
liedje dat al zo oud was, en al zo veel
jaren'door'zo vé'el kinderen was gez'ottgè'n.
dat de mensen die het hoorden, de gordij
nen wegschoven en voor de ramen van
hun huizen kwamen staan.
Vanavond, als het donker is,
omtrent 'n uur of zeven,
dan kraakt de zolder onverwacht
en gaat de schoorsteen beven;
dan horen wij een harde vuist
plots op de deuren bonken,
en schichtig vlamt het haardvuur op
in duizend sterrenvonken.
Want zie: uit vuur en vlammengloed
rijdt, roder dan scharlaken,
gemijterd en in vol ornaat
de Bisschop van de daken!
De ketterij die hem ontkent
de twijfel die hem tartte
doorboort hij met een scherpe blik
die nieren kent en harten.
Maar u en mij, die vol geloof,
een ketel bisschop drinken,
hoe vriendelijk ziet hij ons aan
terwijl wij op hem klinken.
Dan wordt hij weer goedheilig-man
en niet de strenge richter,
dan vlamt het vuur in haard en hart
steeds hoger en steeds lichter;v
en dochters die in eer en deugd
nog naar een vrijer smachten
die toont hij kwistig in taai-taai
hun heimelijkste gedachten.
Daarom, wanneer het donker is,
vanavond, tegen zeven,
kom dat het kraakt! en laat gerust
de ketters maar eens beven.
XJOOOOOOOOOOOC
Verloving en huwelijk, contacten bij uit-
„INLEIDING TOT DE PSYCHO-ANA- Was Freud speciaal getroffen door de smalend laat hij zich erover uit Hii tracht
VÖ°R PEDAGOGEN" door Ann* kracht van de sexuele drift, Jung schonk het nieuwe van sommige meningen terug stekTwoVdeVaan^n 'zeèr^W^rig oid^rl
Freud (Uitgave Van Loghem). daarenboven aandacht aan de veelvormig- te voeren tot zeer oude bronnen Zijn cri- zoek onderworpen Ook hier treft men
DIT IS EEN nog steeds aangenaam lees- n^holo^f Vo SnnVS vaak schijncontacten aan. Het gebruik
een doel
gen per expresse bij ze bezorgen"
ook al hebben we onze eigen kleren niet bare en herleesbare inleiding van de doch- Mand^ezi'ggèhoude^me^ a^erlei^svrnho" eisen ^l^r°P scl?ri:'v^r £°°r van ,?e, an^*er ab3 middel tot een uoei
aan, en al hebben we niets bij ons. Ik leg ter van Freud, de grondlegger der diepte- ien Jung bestudeerde sesehriften ven al dif de^nitJ^ dl.®ns' e2 eeft ia vzordt door de schrijver onderscheiden van
het gewoon uit en laat de cadeautjes mor- psychologie. Het is een klassiek geworden chemisten en Chtnell mvthen En uit dit faat hfi Se ^Ch2!i8m<Ti gum het ware lcontact waarbij de ander in
- - cnemisxen en Lninese mythen. En uit dit laat hij de feilbaarheid van het menselijk zijn eigenheid geaccepteerd wordt. Over-
yWARTE PIET Wisse,de een blik vol Sr" GSpJGl, vTïïtt'rïe"' ijx'ta'eï SSTe! Sluu°r
wijdde speciale aandacht aan de crisis wijsmateriaal. Het werk van Pavlov over wikkelingen die op nogal' simpele
rond het veertigste jaar. de conditionering blijkt hij zeer te waar- wlKK-elmgen me °P nog?1 simpele
Mede door de vele citaten en litteratuur- deren,
verwijzingen, een zeer waardevolle inlei- Het standpunt van Evsenck is zeer be-
40 zinderliik voor zindeliik Bii de voleen ding en een goede eerste gids in de tuin perkt maar op dit kleine terrein is hij
de' herdruk zou het aardig zi* een na- cholooTJun' geW3SSen PSy" TT' m bHjkt ongevoelig on'of lekTn-geschreven, onWrm^lijiTen moet
x-cnoioog jung. ondeskundig voor meer genuanceerde op - - - -
WARTE PIET wisselde een blik vol
twijfel met de boer en de boerin, die
met een bezorgd gezicht had zitten
luisteren. „Nou, dan moet het maar", zei
hij en stond nog wat rillerig van zijn stoel
op. Nog even keek hij naar zijn lange,
witte, kousen, waaruit gestadig straaltjes
water sijpelden, en naar zijn baret, waar
van de zwierige veer mistroostig, en slap
naar beneden, hing. Toen trok hij de ge
leende pet diep over zijn kroeskrullen en
volgde zijn meester naar buiten.
Op het moment dat ze in Slikkeveen aan
kwamen het lag gelukkig niet ver van
de boerderij was er geen mens meer op
straat te bekennen. Er woei een ijzige wind
over het kerkplein en niemand zou in de
reeks van vier cursusuren, gehouden voor
onderwijzend personeel in Wenen rond
1930. De schrijfster bespreekt de hoofdmo
menten uit de leer der psycho-analyse
helder en simpel: de infantiele amnesie,
het infantiele driftleven, de latente perio
de, en het verband tussen psycho-analyse
en pedagogiek.
De herdruk bevat nog steeds het germa
nisme energisch voor energiek, krachtig,
en er is een drukfout bijgekomen op blz.
wijze
opgelost worden. Dit hoofdzakelijk met
dieptepsychologische inzichten geschreven
boek doet daardoor wat populair aan.
Waarschijnlijk is dit in een boek, voor
/l ïv
woord van een terzake kundige toe te voe
gen met een beschouwing over de geble
ken houdbaarheid of onhoudbaarheid van
vattingen zoals de Europese fenomenolo
gische psychologen deze aanhangen. Toch
blijft zijn exposé boeiend en tot tegen
spraak uitnodigend.
A~x -x.xjii sc- WHET GELUID EN ONS GEHOOR door
twpp vpriaton"ficT.,ro„ jUx, ïinnnv, VAN JUNG" door Frieda Fordham (We- dachte gaan over een reeks van populaire fT9re e~. anderen (Elsevier-
waardige Bisschop uit Spanje en zijn troul reldb°ogpocket, Wereld Bibliotheek, Am- psychologische onderwerpen als hypnose, p 1 mtseveri) Elsevier, Amsterdam).
we knecht hebben herkend. Voor het eer
ste het beste huis dat ze tegenkwamen
ZIN EN ONZIN IN DE PSYCHOLOGIE
De Engelse psycholoog Eysenck laat op
„INLEIDING TOT DE PSYCHOLOGIE zijn bekende prikkelende wijze zijn ge-
sterdam).
suggestibiliteit, leugendetector en droom
verklaring en de wat moeilijker gebieden
cïniAwi i i-i x - o AL|S PELLICANBOEKJE verscheen dit als persoonlijkheid en conditionering, per-
bleef Sinterklaas stilstaan. „Bel maar gauw werkje in 1953. Het is gezien de voortref- soonlijkheidsmetingen en politiek en per-
aan, Piet sprak hij rillend. „Ach, ik kan felijkheid van de inleiding en de vrij soonlijkheid. De visie van Eysenck is
me zo voorstellen dat de kinderen teleur
gesteld zullen zijn, maar ik zal ze precies
vertellen wat er gebeurd is. Misschien
moeten ze er dan wel om lachen (Sint-
Nicolaas en Pietmanknecht in de sloot)
wat een wonderlijk verhaal en zijn ze
moeilijke inhoud een goede gedachte ge- uitermate nuchter en vaak ontnuchterend,
weest van de uitgever om het vertaald in Voortdurend is hij er op uit om in alle
EEN HELDER geschreven overzicht
van de zeer boeiende wereld van het ge
luid en de betekenis ervan voor onze oren
en die der dieren. Een treffend staaltje
vormt het gehoororgaan van de vleermuis
die praktisch „ziet" met zijn oor door een
het als zodanig geaccepteerd worden.
PRAKTISCHE KLEURENPSYCHOLO
GIE door Th. Oegema van der Wal, uit
gave van de Wereld Bibliotheek, Amster
dam.
MEN HAD mogen hopen dat de schrij
ver deze vierde uitgave van zijn boek ge
bruikt had om de eerste vijftig bladzij
den, voornamelijk physiologie en physi-
ca behelzend, had gecorrigeerd en in hel
dere taal herschreven. Hier treft men een
jager op groot wild: geen enkel simpel
feit wordt als zodanig vermeld maar ge
decoreerd met een reeks namen die de
schrijver zou vruchtbaarder werken als
hij niet alles wilde zeggen waardoor hij
niets meedeelt
„DE REBELLERENDE MENS" dóór
prof. dr. L. J. van Holk, uitgeverij L. J. C.
Boucher, Den Haag.
UIGANGSPUNT voor dit boek was eên
lezing, die haar aanleiding vond in relle
tjes van jonge mensen die zich voordeden,
en in de litteraire omstandigheid van de
„angry young men". Al gauw worden de
ze reële aanleidingen verlaten voor op
litteratuur steunende observaties. Ge
schiedkundige, filosofische en bijbelse
.„11 ui. UHSCYIX mil i,cx vciiaoiu lil vuunuuibiiu is 111J er op uil, om in aue soort radarwerkino van pp„ Ha™ hom „oir ue"-oreeru iner
de Wereldboogreeks op te nemen. Merk- vage subjectieve opvattingen objectiveer- voortgebracht hoog "eluid De gehele fv lezer niets zegt maar alleen vermoeit. Het grondstof" wordt"'vermalen in "een"keurig
waardig u dat de vertaalster aan de bio- bare elementen en dus exact-meetbare te an het.gpe1 eenvoudige wordt ingewikkeld en verwar- betoog. daT ons nuchter lenresenS
grafie die in 1953 werd afgesloten niet toe- vinden. Zijn opvatting over de psycho-ana- delri^Dp''hiiillla 1*1 v! beJ?an~
Bekesy aantreft Ook het laatste station in
het centrale zenuwstelsel krijgt uitvoerige
bespreking. Na een bijna volledige uiteen
zetting wijzen de schrijvers erop dat er
rend. Met behulp van deze apparatuur
wordt ongemerkt wartaal geproduceerd-
We willen met een enkel voorbeeld uit
de vele mogelijkheden volstaan. Op blz.
39 lezen we: „De assimilatie van het
licht door het bladgroen, 65 percent ma-
~».««x»x0 ".j"»-" vAv- uviu xj v ci o ciuu udt t:I j 'ïi-
nog vele problemen onopgelost zijn en dat ls de gewichtigste van de wer-
oor en hersenen waarschijnlijk werken
met geluidspatronen. Een zeer instructief
boekje.
DE MEDEMENS EN WIJ door dr. C.
J. Schuurmans (verschenen in de serie
Cultuur en Natuur van uitgeverij Sijthoff uit koolzuur
te Leiden).
meel en zuurstof
kingen van de photosynthese, zelve het
belangrijkste biologische verschijnsel op
aarde. Met de verandering van koolzuur
in zuurstof door het groene blad is de
omzetting van licht in materie de voor-
betoog, dat ons nuchter gepresenteerd
wordt en ons ook wat koel, onbewogen
laat.
„JEUGD, SCHOOL EN BEROEP" door
prof. dr. J. Th. Snijders, uitgeverij De
Toorts, Haarlem. In de reeks „Jaren der
Jeugd" verscheen deze studie als derde
druk, herschreven en zeer uitgebreid.
HET IS EEN verbazingwekkend feit,
dat tachtig jaar geleden slechts door en
kelen een beroep gekozen werd. Meestal
naaste Jevensvoorwaarde". De schrij- trad men in het voetspoor van de vader
iTpi 3 xmaar i"ee Zeggen dat Thans kiest bjjna eenieder zijn beroep!
mt koolzuur en water onder invloed van Dit wordt ervaren als een verrijking en
het licht met behulp van chlorophyl zet- voorrecht maar ook als een last. Men
ZOALS DE titel reeds te vermoeden is^et^wltll Z°alS m^n £e beroePen en de mogelijkheden
geeft is het invidu en de gemeenschap „onrhIllnpI Zt L waan?le® de met. Het beroep van de vader is vaak
hoofdthema van dit boek. Steeds is er materie lets vt?iriTpr illIrl78m ?nzichtbaar geworden, speelt zich buitens
een wisselwerking tussen het streven naar eenvoudiger wordt. huis af. Er verschijnen nieuwe beroepen
de vorming van het eigene en het aparte <-)ok het symbolische en praktische ge- enT er verdwijnen oude.
en wel volgens de schrijver op drie deelte vertonen dezelfde euvelen van on- J? een agrarische maatschappij zijn
verschillende niveaus (door hem egotiek helderheid en verwarring. Het algemene J,eef-,en werkterrein gelijk. In ons geïn-
genaamd) en de drang naar gemeenschap, bezwaar blijft het ongebreidelde zich dustrialiseerde tijdperk werkt men in an-
erotiek in een ruimere zin dan gewoon- maar laten gaan van de associatiedrift ,.e werelden met zelfs andere daginde-
lijk gebruikt. Een zeer groot deel van het van de schrijver; men zou bijna van ge- linSen dan die van het huisgezin. De op-
boek is gewijd aan het contact, wat dit dachtenvlucht willen spreken. groeiende kinderen van 12 tot 20 jaar en
is en soms schijnt; de factoren die be- We kunnen deze praktische kleurennsv- u buders Piekeren over de keus van
vorderhjk zijn of remmend werken bij chologie niet bewonderen en begrijpen het °,m hun bierbii hulp te bie-
het leggen hiervan. Er is contact met praktische ervan helemaal niet in de ti- 7- G, verschenen dat met twee
tel noch in de uitwerking. De Wereldbi- eie' »Glds voor school cn beroep" van
bliotheek gaf het boek keurig uit. De VcrvoU ,7
zichzelf, zelfkennis en zelfbesef, en con
tact met de anderen.