I In het duister van de oude mijn DOOR ELIZABETH MORTON HET LUIE KABOUTERTJE De sprookjes van Fabiola ASSEPOESTER EN DE VOETBAEPOOL PANDA EN DE DIENOMAAT IBLiï1 hp Siprlphpn fijh Polle I VERTAALD UIT HET ENGELS LEVEN OF GEEN LEVEN OP ANDERE PLANETEN? 15 Ons vervolgverhaal ZOUTWATERBATTERIJ Trouwen met muziek Deux pieces Geleerden zijn het oneens geleden DONDERDAG 14 DECEMBER 1961 - - Sf 200 jaar 46. „Polle, ik sta hier, maar plof bijna van nieuwsgierigheid.Ik kan me bijna niet indenken, wat Zeerob daar heeft.'t Is heel bijzonder„Als je de spijkers hebt ingeslagen zonder op je vingers te slaan) keer je dan om en kijk op het water!' „Hij gebruikt onze reddingsgordel! (heeft hij ook lang nodig gehad om zich te redden) maar het is in ieder geval ook weer zeer welkom!" - .:}fr 47) §j Toch is het zo! Op dat moment Ëj kwamen de mannen terug. Even later vertrokken ze weer, diep gebogen lopend onder de last van de kisten. Daarna verscheen ook Ben. Hij haal- 5 de een kist uit de galerij en verdween H toen opnieuw in de duisternis. Een H paar seconden later was hij echter H weer terug. Doe de lichten uit, Geoffrey, riep hij gehaast. Er komen een paar kerels aan. B Op hetzelfde moment dat Geoffrey j§ naar het schakelbord rende, werd er 5 uit de duistere gang geroepen: s Handen omhoog! Je bent onder schot! Toen werd het aardedonker. E Plotseling schoot ergens een vlam te voorschijn, waarna de duisternis nóg zwarter leek. Het geluid van het revolverschot daverde door de ruim- te en Jane rook de geur van kruit. Ze hoorde Ben nerveus roepen: 5 Idioot die je bent, Marquand! Niet schieten! Wil je daar soms voor hangen? Maar het was al te laat. Een kreet van pijn en het geluid van een vallend lichaam. Toen haas- 1 tige voetstappen, het geluid van klappen en stampen. Daarna werd alles plotseling stil. Jane morrelde nerveus aan haar zaklantaarn en juist op het moment, dat ze het ding aan kreeg, deden ook s Peter en Corrion hun lantaarns aan. Ze richtten de stralenbundels op de ingang. Drie mannen stonden daar gebogen over een vierde man, die languit op de grond lag. Peter schakelde het licht in. De 5 drie mannen keken op. Het was een van de mensen van Invoerrechten en Accijnzen, die op de grond lag en het S was duidelijk, dat hij het niet lang meer zou maken. Jane holde op hem 1 toe en ging op haar knieën naast hem zitten. Even boven de hartstreek ver- toonde zich een donkere vlek, die ge- durig groter werd. Het meisje tilde voorzichtig zijn hoofd op en onder- steunde hem in haar schoot. Is er kunnen we iets doen?, vroeg ze met stokkende stem. H De man van het ministerie schudde het hoofd. Ik vrees van niet, zei hij met I trillende stem. Jim, ga zo gauw I mogelijk naar boven en zoek ergens S een dokter. We moeten het in ieder geval proberen. §j Een van de ambtenaren holde de galerij in. De achterblijvenden zwe- gen. s Is 't ver? vroeg ten slotte de H man van het ministerie. 3 Dokter Reidy woont in het dorp, wantwoordde Peter. Het zal wel een 5 half uur duren, voordat hij terug is. De man knikte en perste de lippen 3 op elkaar. H Arme Donald. Weet iemand wie 5 het, schot heeft gelost? 3 Allen zwegen. Het was ten slotte 3 Corrion, die antwoord gaf. Een zekere Geoffrey Marquand meen ik. 1 Eén van de mannen van Invoerrech- 5 ten en Accijnzen floot even tussen de 3 tanden. 3 De zoon van dominee Marquand? Corrion knikte. j= De gewonde begon plotseling te 5 huiveren en probeerde rechtop te gaan zitten. Jane trachtte hem met zachte dwang tegen te houden, maar hij ontwikkelde nog een kracht, die 3 haar verbaasde. Maar even plotseling viel hij terug,. Er trok een rilling door zijn lichaam, waarna hij dood- stil bleef liggen. Zijn hoofd viel opzij. Is hij.fluisterde Jane. De man van het ministerie boog zich voorover en knikte. Ja, het is afgelopen, juffrouw. Hij hielp Jane op te staan. Als u het niet erg vindt om hier 5 met Donald achter te blijven, gaan 1 wij de bende achterna. Jim zal zo dadelijk wel met de dokter terugko- 5 men* Met de andere man verdween hi.i daarop in de galerij. Spoedig was de echo van hun voetstappen verklon- 3 ken. Jane staarde naar het lichaam van de man, dat op de grond lag. 3 Arme kerel, mompelde ze. En arme dominee Marquand. Hij wist 3 dat iets afschuwelijks stond te gebeu- ren. 3 Ik vraag me af, waar Geoffrey heen zal vluchten, zei Peter. Naar de pastorie in ieder geval 3 niet, zei Corrion. Hij zal wel pro- li beren 't land uit te komen. Hij heeft heel wat jaren in 't buitenland ge- 1 woond, in Afrika geloof ik. Ja, daar I probeert hij waarschijnlijk heen te 1 gaan. i Nu, 't zal hem waarschijnlijk niet i veel baten, zei Peter. Ik begrijp alleen niet waarom hij zo idioot is geweest te gaan schieten? Hij is ken- nelijk zijn hoofd kwijt geraakt. Maar misschien was het ook wel een soort loyaliteit jegens mijn vader. Hij zal 1 in ieder geval heel wat vragen te be- j antwoorden krijgen. Toen de man, die Jim genoemd jj werd, terugkwam met dokter Reidy, 1 brachten ze de dode naar de lift. Pe- j ter klom langs de ladder naar boven j en toen hij een sein had gekregen, dat ze allen in de lift zaten, startte j hii de motor. De gedode man werd neergelegd op de achterbank van de dienstauto. Ja, wat moeten we nu doen? j vroeg Peter aan Jane, die er nogal bleek uitzag. j Ik., ik weet 't niet. Wat denkt j u er van, mijnheer Corrion? We gaan zo gauw mogelijk terug naar Londen, zei hij bijna bevelend, j Er valt daar nog een heleboel voor j ons op te knappen. We mogen trou- j wens wel in de buurt zijn, als Sir William., eh., geïnterviewd wordt, i Peter klemde de lippen verbeten op j elkaar. Hij ging achter het stuur van j Corrion's wagen zitten. Ik zal eerst wel rijden, zei hij j en startte de wagen nog voordat de j anderen goed en wel gezeten waren. In het begin, op de landweggetjes, j reed hij nog vrij langzaam, maar toen j ze eenmaal op de grote weg zaten, i haalde hij alles uit de auto wat er j in zat. Toen ze eindelijk weer bijeenzaten i op Corrion's flat zei Jane: we moe ten je vader waarschuwen, Peter! Corrion was het hiermee eens. Hij had echter de hoorn van de telefoon nog niet opgenomen, of er werd aan de voordeur gebeld. Mevrouw Corrion liet twee heren binnen. Ik ben inspecteur Baseldon van Scotland Yard, mevrouw. Zou ik mijn heer Corrion even kunnen spreken? Timothy Corrion legde de hoorn weer op het toestel. Komt u binnen, inspecteur. Mag ik u voorstellen? Juffrouw Marriott en Peter Willans. loen de inspecteur Peter's naam hoorde, keek hij hem onderzoekend aan. Bent u familie van Sir William Willans? vroeg hij. Zijn zoon, antwoordde Corrion. Ik zou u graag even alleen willen spreken, zei de inspecteur. Corrion keek de anderen aarzelend aan, maar Jane en Peter stonden al bij de deur. Toen zij en mevrouw Cor rion het vertrek verlaten hadden, zei de inspecteur: Ik zal 't niet lang maken, mijn heer Corrion, maar ik wilde graag een inlichting van u hebben. U be handelt de zaken van juffrouw Mar riott, is 't niet? Of beter gezegd me vrouw Willans. Zij is toch de eigena res van de oude tinmijn in Port Mar riott? Nu wilde ik graag van u weten of zij zakelijke relaties onderhoudt met Sir William Willans. Nee, geen enkele. Sir William heeft er erg op aangedrongen, dat zij hem de mijn zou verkopen, maar het is haar ambitie om de mijn weer in exploitatie te brengen om werk voor de mensen uit het dorp te verschaf fen. We komen juist van Port Mar riott. We wilden de mijn nog eens zien, voordat we eên definitief besluit zouden nemen. Ja, dat is mij bekend. Ik heb verder begrepen, dat u getuige bent geweest van een schietpartij onder de grond. Heeft u er enig idee van, wie het schot kan hebben afgevuurd? Corrion aarzelde. Het was donker, zodat ik het schot niet heb zien afvuren, maar ik meen dat Geoffrêy Marquand een re volver bij zich had. Was u er van op de hoogte, dat er uranium in de mijn zit? Dit is ons onofficieel medege deeld, maar we zijn er niet zeker van. Heeft u er soms enig idee van waarom Sir William die mijn wilde hebben? Ik geloof dat het iets te maken had met het transporteren van goud. Smokkelen van goud, mijnheer? Dat kan ik u niet zeggen. (Wordt vervolgd) (Van onze correspondent) BRUSSEL België heeft lang moeten wachten voor het de sprookjes, die zijn koningin enige jaren geleden in haar moe dertaal heeft gepubliceerd, in Nederlandse en Franse vertaling kon kopen. In 1959 ver scheen bij de Ediciones Sinople te Madrid voor het eerst een boek, „De twaalf won derlijke sprookjes". Als auteursnaam stond op de omslag „Fabiola" en de copy rightclausule vermeldde in kleine letters: Fabiola Mora. Nadat bekend was geworden dat de schrijfster de bruid was van koning Bou- dewijn verschenen er nog in 1960 twee nieuwe drukken van de Spaanse uitgave en in 1961 kwamen ook Engelse en Duitse vertalingen tot stand. Het Belgische hof heeft daarna nog enige tijd gewacht voor het toestemming gaf voor een Nederland se en een Franse vertaling. Pas op 5 sep tember van dit jaar werden de rechten geschonken aan de vereniging „Nationaal Werk voor Kinderwelzijn", een instelling die veel en goed werk verricht ten bate van arme en verlaten Belgische kinderen. Er bleven toen nog slechts drie maanden over als men het boek vóór Kerstmis op de markt wilde brengen. Het duurde toen nog vele dagen vóór het „Nationaal Werk" zijn keus had be paald. Verscheidene Belgische uitgevers dongen namelijk naar de uitgave en ko ningin Fabiola zelf stelde tenslotte haar keuze vast. De firma Desclee de Brouwer in Brugge kon de rechten verwerven. Zij zette andere projecten ervoor stop. Aan het eind van de vorige week zijn de eerste exemplaren van de voorlopig op 50.000 gestelde oplage van de Neder landse en de Franse editie van de persen van de drukkerij te Brugge gekomen en aan de Koningin aangeboden. EEN UITGEVERSCONTRACT voor een koningin ziet er zeker anders uit dan een voor een gewone auteur. Zo heeft de fir ma Desclee de Brouwer zich nadrukkelijk moeten verbinden geen „onwaardige" pu bliciteit voor het sprookjesboek te maken en ook mag zij als de uitgave onver hoopt geen succes zou zijn de restanten niet verkopen aan een van de grote fir ma's, die zich toeleggen op het slijten van zulke „ramschpartijen". Ook met de vertaling heeft de koningin zich uitvoerig bezig gehouden. Het is op haar verzoek, dat Marie Gevers, de Franstalige Belgische romancière, zich voor de Franse versie zo nauwkeurig mo gelijk heeft gehouden aan de tweede druk van de Spaanse uitgave en dat Ria Tim mermans, dochter van de litterator Felix Timmermans, zalf ook een belangrijke fi guur in de Vlaamse letteren, voor haar Nederlandse bewerking de Duitse verta ling volgde. 4849. NeeSwoppie kon er met z'n verstand niet bij. Waar waren toch al zn dorpsgenoten? Het was en bleef stil. Hij stond een hele tijd voor het hek van z'n huisje en keek in 't rond. De padde stoelhuisjes stonden daar allemaal stil en verlaten. En toch begon de avond al te vallen. Eindelijk gaf Swoppie het op. Met een zucht ging hij naar binnen, om z'n avond eten klaar te maken. Maar hij zat zo te peinzen over het vreemde geval, dat hij vergat te eten... Beide vertaalsters hebben langdurig over haar werk met de koningin van ge dachten gewisseld. Het bleek dat deze, hoewel zij de Nederlandse taal nog niet helemaal machtig is, er zich toch bijzon der voor interesseerde en over vele dé tails met Ria Timmermans heeft gedis cussieerd nadat zij de drukproeven had gelezen. HET BOEK ziet er bijzonder goed ver zorgd uit. Op verzoek van de koningin is de prijs zo laag mogelijk gesteld, n.l. 75 Belgische francs, (plm. 5.40) „want ook eenvoudige gezinnen moeten het kunnen kopen", heeft zij gezegd. De illustraties zijn gemaakt door een jeugdvriendin van de koningin, Maria Al varez de Toledo y Liniers, die vorig jaar in een kloosterorde is getreden. Zij tekent onder een pseudoniem „Tayina". Koningin Fabiola heeft zelf ook enige illustraties voor haar sprookjesboek gemaakt, met name voor het sprookje „De prins van de witte bergen". Die zijn met F.M. (voor Fabiola Mora) gesigneerd. In onze edities va'n morgen zullen wij een der sprookjes van de Belgische ko ningin, met de autentieke illustraties, publiceren. Een nieuw type lichte batterij voor vele doeleinden wordt thans door een Britse firma op de markt gebracht. Deze batte rij begint alleen te werken wanneer zij in zeewater wordt ondergedompeld. De bat terij wordt reeds gebruikt voor de verlich ting van boeien en reddingsvesten op sche pen en vliegtuigen. Andere toepassings mogelijkheden zijn: verlichting van nood- landingsbanen op zee en lichtvoorziening en handschoenverwarming voor „onderwa terzwemmers". De batterij bestaat in hoofdzaak uit een huls van kunsthars met een stel platen. Voor gebruik in zoet wa ter kan een capsule met zout worden bij geleverd. De belangstelling voor de muzikale be geleiding via de geluidsband bij het vol trekken van het huwelijk in het Ensche- dese gemeentehuis is groot. Ruim 93 per cent van de bruidsparen vraagt muziek, zo- wel na het jawoord als bij het binnenko men en verlaten van de trouwzaal. Vijf percent verkiest alleen muziek bij het bin nengaan en bij het vertrek, twee percent wil geen trouwmuziek. Mevrouw Jacqueline Kennedy is dezer dagen bijna op een receptie verschenen in eenzelfde japon als een van de gasten. De echtgenote van de Amerikaanse president droeg tijdens een plechtigheid op het Witte Huis in de morgenuren een uit rode wollen stof vervaardigd deux-pièces. Voor zij zich naar de thee begaf verwisselde Aj dit kostuum snel voor een zwart-fluwelen deux-pièces. En ziet, tijdens deze „Tea verscheen mevrouw William S. Paley, de echtgenote van de voorzitter van het Columbia Broadcasting System" in precies zo'n rode deux-pièces als mevrouw Ken nedy enkele uren tevoren had gedragen. SggSgl In Californië zijn dezer dagen de eerste proefvluchten gemaakt met een revolutionair vliegtuigtype, de Flex Wing, dat ontwikkeld en gebouwd is door de Ryan Aero nautical Company in San Diego, C. De vreemde vogel met zijn flexibele vleugels her innert sterk aan de wankele bouwsels van zeildoek en latten uit de eerste decennia van deze eeuw, maar is tot heel wat indrukwekkender prestaties in staat. Volgens de nogal vage inlichtingen van de fabrikant is het bedoeld als een sleepvliegtuig en voor de berging van ruimtevaartuigen en heeft onder andere de Amerikaanse lucht macht grote belangstelling voor het project. De eerste „Flex wing" is nu voor verdere proefnemingen naar een vliegbasis in Virginia gezonden. DIT IS het verhaal van een moderne assepoester die niet, zoals haar zuster uit het sprookje, na al haar ellende nog lang en gelukkig leefde; integendeel. De naam van deze Britse Assepoester is mevrouw Vivian Nicholson. Zij is 25 jaar en moeder van drie kinderen. Tot voor kort was haar man Keith mijnwer ker. Hij en zijn vrouw wisten nauwe lijks de eindjes aan elkaar te knopen van de honderd gulden per week die daarvoor beschikbaar waren. Voor hun sprookjesachtig-benepen huisje betaal den ze al vijftien gulden per week. Toen op een dag ging Assepoes Vivian naar de deur waaraan iemand geklopt had. Er was geen fee die een lompe pompoen kwam omtoveren in een ca lèche getrokken door vurige schimmels, maar dat had Assepoes zich ook niet gewenst. In de deuropening stond een man, die mevrouw Nicholson een cheque van 1,25 miljoen gulden over handigde. Haar man had de voetbalfiool gewonnen. OM DE ZOVEEL tijd gebeurt dat hier of daar in Engeland. De meeste gelukkigen blijken dan ineens zeer vrij gevig te zijn. Ze hangen hele verhalen op over de financiële steun die ze zul len gaan geven aan kerken en ziekenhui zen. Niet zo mevrouw Nicholson. „Ik ga het uitgeven, uitgeven en nog eens uit geven", zei ze. „Niets ervan gaat naar honden- en kattenasiels of naar de kan selier van de schatkist of hoe die ook heten mag". Een Assepoes Nicholson ging naar haar bal. Ze kocht een huis voor 42.000 gulden. Ze schafte zich drie auto's aan, hoewel zij noch haar man ooit chauffe ren had geleerd. Haar broer kwam in dienst als chauffeur. Ze bestelde voor ruim 20 mille aan kleedjes en ande re zaken om het intérieur van haar nieuwe woning te verfraaien. Ze kocht mantelpakjes, japonnen en mantels. Haar man schafte zich zeven kostuums en drie jachtgeweren aan. Toen Vivian Nicholson in haar grote verlangens had voorzien, ging ze op de kleinere dingen uit. In een winkel gaf ze vijfduizend gulden in één keer uit, waaronder duizend gulden aan drank voor de cocktailbar in haar grote huis in de „deftige" buurt. MAAR NU zit mevrouw Nicholson enigszins verloren in haar zitkamer, de ogen gericht op het (witte) telefoontoe stel. „De enige telefoontjes die we krij gen komen van de bank of van de sla ger", zegt ze verdrietig. „Wanneer ik alleen thuis ben omdat Keith op jacht is, kijk ik naar de televisie. Och, we zijn eigenlijk niet veranderd, maar vrienden hebben we niet meer, behalve mijn moeder en een tante. De dingen die de mensen on&r me vertellen.... U moest de brieven eens lezen die we krijgen. Ze zeggen van me dat ik zelfs vijfhonderd gulden per week aanbied voor iemand die op mijn kinderen wil komen passen. Als ik uitga in m'n ge wone kleren, kijkt de buurt me na en zegt: „Moet je dat zien". Ga ik dansen in een van mijn nieuwe cocktailjapon nen, dan zeggen de mensen: „Ze denkt zeker dat ze nu wat te betekenen heeft". Ik heb er een hekel aan, temidden van al deze nieuwe dingen te zitten. Maar hoe meer de buurt kletst hoemeer stof ik ze geef om te roddelen. Was het verbeelding, of hoorden wij ergens diep in het grote huis een klok. middernacht slaan, als een waarschu wing aan deze moderne Assepoes lat de tijd van pretmaken voorbij was? 33. Nadat Jolliepop het snerpen van de wekker ver zacht had door een kleine, sussende toespraak tot zich zelf, opende hij de ogen voor wat hij dacht een nieuwe dag te zijn; en het tafereel dat hij nu waarnam vaagde alle slaap uit hem weg. Zichtbaar verontwaardigd sprong hij uit zijn legerstede, en zijn anders zo be schaafde stem kreeg een ongewone kracht toen hij uit riep: „Wij zullen mij wel verschonen als ik ten sterkste protesteer! Hier wordt een experiment bedreven waar voor men geen toestemming heeft gegeven! Wij maken misbruik van iemands noodzakelijke slaap! Dit alles ligt zover buiten het gebied van iemands verplichtingen als herenbediende, dat men zich genoodzaakt ziet op. staan de voet ontslag te nemen!" Hij wist natuurlijk niet, dat Panda hem juist te hulp had willen komen en hij luister de naar geen uitleg; en in zijn gerechtvaardigde toorn zond hij blijkbaar geduchte krachtgolven door de nog steeds aan zijn schedel bevestigde geleidingen. Profes sor Kalker tóch al in razernij over het gebeurde kon tenminste niet voorkomen, dat de toevoer van energie te groot werd voor zijn apparaten, zodat rook en vonken aanduidden dat alle zekeringen doorgeslagen waren! Dit had echter niet kunnen verhinderen, dat een aanzienlijk deel van de woede-golven de Dienomaat nog bereikt hadden. Ook in deze sloeg nu een zekering door, en het hek was van de dam. Het mechaniek kwam namelijk eigener beweging in actie. Op onaan gename toon begon het ongevraagd te roepen: „Ik neem ontslag, op staande voet!" En tot ieders verrassing voegde het daar aan toe: „Jullie zijn knoeiers, zwende laars, amateurs, sukkels! Bah! Jullie zitten me tot hiér!" Er is leven op Mars. Er is geen levqn op Mars. Misschien is er leven op Venus of op de maan? Maar als er leven, zou zijn op Mars of op Venus, dan is dat geen leven zoals wij het kennen. Deze nog al tegenstrijdige verklaringen over het mogelijke bestaan van levensvor men in de ruimte, kan men distilleren uit het jaarrapport van het Carnegie-Instituut in Washington, dat pas is gepubliceerd. Er wordt in verwezen naar een onderzoek dat is verricht door dr. W. M. Sinton van het observatorium van Lowell. Dr. Sinton is al vele jaren doende met de bestudering van het door Mars gereflecteerde infraro de licht. De aard van dat licht heeft hem gesterkt in zijn reeds in 1958 gegeven me ning dat er op Mars „organische molecu len van biologische óorspróng" bestaan. Maar ör. Philip H. Abelson die is ver bonden aan het geofisisch laboratorium van het Carnegie-Instituut, komt tot een andere uitspraak. Volgens hem is er geen leven op Mars mogelijk, als gevolg van de dunne dampkring van de rode planeet en de afwezigheid van water in vloêibare toe stand. De maan, die geen dampkring heeft, is niet alleen te droog om vormen van le ven mogelijk te maken doch ook afwisse lend te heet of te koud. Venus is te heet. Derhalve acht dr. Abelson het bijzonder onwaarschijnlijk dat er enig leven, zo als we dat op aarde kennen, bestaat op de maan, Venus of Mars. Ruimtevaart-deskundigen, die er op ge brand zijn, ten spoedigste de maan en de planeten te exploreren, willen dat alle mo gelijke voorzorgsmaatregelen worden ge nomen om té verhinderen dat deze sterie le hemellichamen worden besmet door le vende micro-organismen als ziektekie men e.d. van moeder aarde. Zij behoeven zich echter geen zorgen te maken, zegt Abelson, want gezien dè „ongastvrije na tuur" van Mars, Venus en de maan, is ht practisch onmogelijk deze hemellicha men te besmetten met organismen die van af de aarde worden meegevoerd. Oprechte Donderdagse Haerlemse Courant den 17 December 1761 Op Vrijdag den 27 November, 1761, 's avonds om vijf Uuren, is binnen de Stad Gouda vermist een JONGETJE, genaamd Abra ham Slierekamp, oud vier Jaaren, heel vroom en fraay van Postuur, met blozende Wangen en blond krullend Hair, een Bevert Mutsje op het Hoofd, een Stropje met Knoopjes om de Hals, een bruyne Sargie Rok met zwarte Knoopen aan en een groen Sargie Schortje voor, een kaleminke Hembdrok met Tinne Knoopen, daaronder een Diement gereegen Onder-Lyf, op zyn Hembd staat A.S., een blauw Broekje met twee Schepen-Schellingjes aan een Schalm daarin, aan de Voeten een paar Klompjes met Sokken en Onder-Kousjes aan, daar over een paar blaauwe Kousen met Rie men aan de Beentjes. Die het voornoemde Jongetje weet aan te wyzen of te recht te brengen het zy levend of dood, aan Gijs- bert Slierekamp op den Raam binnen ge melde Stad, zal eerlyk beloond worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1961 | | pagina 15