I In het duister van de oude mijn
DOOR ELIZABETH MORTON
HET LUIE KABOUTERTJE
De sprookjes van Fabiola
ASSEPOESTER EN DE VOETBAEPOOL
PANDA EN DE DIENOMAAT
IBLiï1 hp Siprlphpn fijh
Polle
I VERTAALD UIT HET ENGELS
LEVEN OF GEEN LEVEN
OP ANDERE PLANETEN?
15
Ons vervolgverhaal
ZOUTWATERBATTERIJ
Trouwen met muziek
Deux pieces
Geleerden zijn het oneens
geleden
DONDERDAG 14 DECEMBER 1961
-
-
Sf
200 jaar
46. „Polle, ik sta hier, maar plof bijna van nieuwsgierigheid.Ik kan me
bijna niet indenken, wat Zeerob daar heeft.'t Is heel bijzonder„Als
je de spijkers hebt ingeslagen zonder op je vingers te slaan) keer je dan
om en kijk op het water!' „Hij gebruikt onze reddingsgordel! (heeft hij ook
lang nodig gehad om zich te redden) maar het is in ieder geval ook weer
zeer welkom!"
- .:}fr
47)
§j Toch is het zo! Op dat moment
Ëj kwamen de mannen terug. Even later
vertrokken ze weer, diep gebogen
lopend onder de last van de kisten.
Daarna verscheen ook Ben. Hij haal-
5 de een kist uit de galerij en verdween
H toen opnieuw in de duisternis. Een
H paar seconden later was hij echter
H weer terug.
Doe de lichten uit, Geoffrey,
riep hij gehaast. Er komen een
paar kerels aan.
B Op hetzelfde moment dat Geoffrey
j§ naar het schakelbord rende, werd er
5 uit de duistere gang geroepen:
s Handen omhoog! Je bent onder
schot!
Toen werd het aardedonker.
E Plotseling schoot ergens een vlam
te voorschijn, waarna de duisternis
nóg zwarter leek. Het geluid van het
revolverschot daverde door de ruim-
te en Jane rook de geur van kruit.
Ze hoorde Ben nerveus roepen:
5 Idioot die je bent, Marquand!
Niet schieten! Wil je daar soms voor
hangen? Maar het was al te laat.
Een kreet van pijn en het geluid
van een vallend lichaam. Toen haas-
1 tige voetstappen, het geluid van
klappen en stampen. Daarna werd
alles plotseling stil.
Jane morrelde nerveus aan haar
zaklantaarn en juist op het moment,
dat ze het ding aan kreeg, deden ook
s Peter en Corrion hun lantaarns aan.
Ze richtten de stralenbundels op de
ingang. Drie mannen stonden daar
gebogen over een vierde man, die
languit op de grond lag.
Peter schakelde het licht in. De
5 drie mannen keken op. Het was een
van de mensen van Invoerrechten en
Accijnzen, die op de grond lag en het
S was duidelijk, dat hij het niet lang
meer zou maken. Jane holde op hem
1 toe en ging op haar knieën naast hem
zitten. Even boven de hartstreek ver-
toonde zich een donkere vlek, die ge-
durig groter werd. Het meisje tilde
voorzichtig zijn hoofd op en onder-
steunde hem in haar schoot.
Is er kunnen we iets doen?,
vroeg ze met stokkende stem.
H De man van het ministerie schudde
het hoofd.
Ik vrees van niet, zei hij met
I trillende stem. Jim, ga zo gauw
I mogelijk naar boven en zoek ergens
S een dokter. We moeten het in ieder
geval proberen.
§j Een van de ambtenaren holde de
galerij in. De achterblijvenden zwe-
gen.
s Is 't ver? vroeg ten slotte de
H man van het ministerie.
3 Dokter Reidy woont in het dorp,
wantwoordde Peter. Het zal wel een
5 half uur duren, voordat hij terug is.
De man knikte en perste de lippen
3 op elkaar.
H Arme Donald. Weet iemand wie
5 het, schot heeft gelost?
3 Allen zwegen. Het was ten slotte
3 Corrion, die antwoord gaf.
Een zekere Geoffrey Marquand
meen ik.
1 Eén van de mannen van Invoerrech-
5 ten en Accijnzen floot even tussen de
3 tanden.
3 De zoon van dominee Marquand?
Corrion knikte.
j= De gewonde begon plotseling te
5 huiveren en probeerde rechtop te
gaan zitten. Jane trachtte hem met
zachte dwang tegen te houden, maar
hij ontwikkelde nog een kracht, die
3 haar verbaasde. Maar even plotseling
viel hij terug,. Er trok een rilling
door zijn lichaam, waarna hij dood-
stil bleef liggen. Zijn hoofd viel opzij.
Is hij.fluisterde Jane.
De man van het ministerie boog
zich voorover en knikte.
Ja, het is afgelopen, juffrouw.
Hij hielp Jane op te staan.
Als u het niet erg vindt om hier
5 met Donald achter te blijven, gaan
1 wij de bende achterna. Jim zal zo
dadelijk wel met de dokter terugko-
5 men*
Met de andere man verdween hi.i
daarop in de galerij. Spoedig was de
echo van hun voetstappen verklon-
3 ken. Jane staarde naar het lichaam
van de man, dat op de grond lag.
3 Arme kerel, mompelde ze. En
arme dominee Marquand. Hij wist
3 dat iets afschuwelijks stond te gebeu-
ren.
3 Ik vraag me af, waar Geoffrey
heen zal vluchten, zei Peter.
Naar de pastorie in ieder geval
3 niet, zei Corrion. Hij zal wel pro-
li beren 't land uit te komen. Hij heeft
heel wat jaren in 't buitenland ge- 1
woond, in Afrika geloof ik. Ja, daar I
probeert hij waarschijnlijk heen te 1
gaan. i
Nu, 't zal hem waarschijnlijk niet i
veel baten, zei Peter. Ik begrijp
alleen niet waarom hij zo idioot is
geweest te gaan schieten? Hij is ken-
nelijk zijn hoofd kwijt geraakt. Maar
misschien was het ook wel een soort
loyaliteit jegens mijn vader. Hij zal 1
in ieder geval heel wat vragen te be- j
antwoorden krijgen.
Toen de man, die Jim genoemd jj
werd, terugkwam met dokter Reidy, 1
brachten ze de dode naar de lift. Pe- j
ter klom langs de ladder naar boven j
en toen hij een sein had gekregen,
dat ze allen in de lift zaten, startte j
hii de motor. De gedode man werd
neergelegd op de achterbank van de
dienstauto.
Ja, wat moeten we nu doen? j
vroeg Peter aan Jane, die er nogal
bleek uitzag. j
Ik., ik weet 't niet. Wat denkt j
u er van, mijnheer Corrion?
We gaan zo gauw mogelijk terug
naar Londen, zei hij bijna bevelend, j
Er valt daar nog een heleboel voor j
ons op te knappen. We mogen trou- j
wens wel in de buurt zijn, als Sir
William., eh., geïnterviewd wordt, i
Peter klemde de lippen verbeten op j
elkaar. Hij ging achter het stuur van j
Corrion's wagen zitten.
Ik zal eerst wel rijden, zei hij j
en startte de wagen nog voordat de j
anderen goed en wel gezeten waren.
In het begin, op de landweggetjes, j
reed hij nog vrij langzaam, maar toen j
ze eenmaal op de grote weg zaten, i
haalde hij alles uit de auto wat er j
in zat.
Toen ze eindelijk weer bijeenzaten i
op Corrion's flat zei Jane: we moe
ten je vader waarschuwen, Peter!
Corrion was het hiermee eens. Hij
had echter de hoorn van de telefoon
nog niet opgenomen, of er werd aan
de voordeur gebeld.
Mevrouw Corrion liet twee heren
binnen.
Ik ben inspecteur Baseldon van
Scotland Yard, mevrouw. Zou ik mijn
heer Corrion even kunnen spreken?
Timothy Corrion legde de hoorn
weer op het toestel.
Komt u binnen, inspecteur. Mag
ik u voorstellen? Juffrouw Marriott en
Peter Willans.
loen de inspecteur Peter's naam
hoorde, keek hij hem onderzoekend
aan.
Bent u familie van Sir William
Willans? vroeg hij.
Zijn zoon, antwoordde Corrion.
Ik zou u graag even alleen willen
spreken, zei de inspecteur.
Corrion keek de anderen aarzelend
aan, maar Jane en Peter stonden al
bij de deur. Toen zij en mevrouw Cor
rion het vertrek verlaten hadden, zei
de inspecteur:
Ik zal 't niet lang maken, mijn
heer Corrion, maar ik wilde graag
een inlichting van u hebben. U be
handelt de zaken van juffrouw Mar
riott, is 't niet? Of beter gezegd me
vrouw Willans. Zij is toch de eigena
res van de oude tinmijn in Port Mar
riott? Nu wilde ik graag van u weten
of zij zakelijke relaties onderhoudt
met Sir William Willans.
Nee, geen enkele. Sir William
heeft er erg op aangedrongen, dat zij
hem de mijn zou verkopen, maar het
is haar ambitie om de mijn weer in
exploitatie te brengen om werk voor
de mensen uit het dorp te verschaf
fen. We komen juist van Port Mar
riott. We wilden de mijn nog eens
zien, voordat we eên definitief besluit
zouden nemen.
Ja, dat is mij bekend. Ik heb
verder begrepen, dat u getuige bent
geweest van een schietpartij onder de
grond. Heeft u er enig idee van, wie
het schot kan hebben afgevuurd?
Corrion aarzelde.
Het was donker, zodat ik het
schot niet heb zien afvuren, maar ik
meen dat Geoffrêy Marquand een re
volver bij zich had.
Was u er van op de hoogte, dat
er uranium in de mijn zit?
Dit is ons onofficieel medege
deeld, maar we zijn er niet zeker van.
Heeft u er soms enig idee van
waarom Sir William die mijn wilde
hebben?
Ik geloof dat het iets te maken
had met het transporteren van goud.
Smokkelen van goud, mijnheer?
Dat kan ik u niet zeggen.
(Wordt vervolgd)
(Van onze correspondent)
BRUSSEL België heeft lang moeten
wachten voor het de sprookjes, die zijn
koningin enige jaren geleden in haar moe
dertaal heeft gepubliceerd, in Nederlandse
en Franse vertaling kon kopen. In 1959 ver
scheen bij de Ediciones Sinople te Madrid
voor het eerst een boek, „De twaalf won
derlijke sprookjes". Als auteursnaam
stond op de omslag „Fabiola" en de copy
rightclausule vermeldde in kleine letters:
Fabiola Mora.
Nadat bekend was geworden dat de
schrijfster de bruid was van koning Bou-
dewijn verschenen er nog in 1960 twee
nieuwe drukken van de Spaanse uitgave
en in 1961 kwamen ook Engelse en Duitse
vertalingen tot stand. Het Belgische hof
heeft daarna nog enige tijd gewacht voor
het toestemming gaf voor een Nederland
se en een Franse vertaling. Pas op 5 sep
tember van dit jaar werden de rechten
geschonken aan de vereniging „Nationaal
Werk voor Kinderwelzijn", een instelling
die veel en goed werk verricht ten bate
van arme en verlaten Belgische kinderen.
Er bleven toen nog slechts drie maanden
over als men het boek vóór Kerstmis op
de markt wilde brengen.
Het duurde toen nog vele dagen vóór
het „Nationaal Werk" zijn keus had be
paald. Verscheidene Belgische uitgevers
dongen namelijk naar de uitgave en ko
ningin Fabiola zelf stelde tenslotte haar
keuze vast. De firma Desclee de Brouwer
in Brugge kon de rechten verwerven. Zij
zette andere projecten ervoor stop.
Aan het eind van de vorige week zijn
de eerste exemplaren van de voorlopig
op 50.000 gestelde oplage van de Neder
landse en de Franse editie van de persen
van de drukkerij te Brugge gekomen en
aan de Koningin aangeboden.
EEN UITGEVERSCONTRACT voor een
koningin ziet er zeker anders uit dan een
voor een gewone auteur. Zo heeft de fir
ma Desclee de Brouwer zich nadrukkelijk
moeten verbinden geen „onwaardige" pu
bliciteit voor het sprookjesboek te maken
en ook mag zij als de uitgave onver
hoopt geen succes zou zijn de restanten
niet verkopen aan een van de grote fir
ma's, die zich toeleggen op het slijten van
zulke „ramschpartijen".
Ook met de vertaling heeft de koningin
zich uitvoerig bezig gehouden. Het is op
haar verzoek, dat Marie Gevers, de
Franstalige Belgische romancière, zich
voor de Franse versie zo nauwkeurig mo
gelijk heeft gehouden aan de tweede druk
van de Spaanse uitgave en dat Ria Tim
mermans, dochter van de litterator Felix
Timmermans, zalf ook een belangrijke fi
guur in de Vlaamse letteren, voor haar
Nederlandse bewerking de Duitse verta
ling volgde.
4849. NeeSwoppie kon er met z'n
verstand niet bij. Waar waren toch al zn
dorpsgenoten? Het was en bleef stil.
Hij stond een hele tijd voor het hek van
z'n huisje en keek in 't rond. De padde
stoelhuisjes stonden daar allemaal stil en
verlaten. En toch begon de avond al te
vallen.
Eindelijk gaf Swoppie het op. Met een
zucht ging hij naar binnen, om z'n avond
eten klaar te maken. Maar hij zat zo te
peinzen over het vreemde geval, dat hij
vergat te eten...
Beide vertaalsters hebben langdurig
over haar werk met de koningin van ge
dachten gewisseld. Het bleek dat deze,
hoewel zij de Nederlandse taal nog niet
helemaal machtig is, er zich toch bijzon
der voor interesseerde en over vele dé
tails met Ria Timmermans heeft gedis
cussieerd nadat zij de drukproeven had
gelezen.
HET BOEK ziet er bijzonder goed ver
zorgd uit. Op verzoek van de koningin is
de prijs zo laag mogelijk gesteld, n.l. 75
Belgische francs, (plm. 5.40) „want ook
eenvoudige gezinnen moeten het kunnen
kopen", heeft zij gezegd.
De illustraties zijn gemaakt door een
jeugdvriendin van de koningin, Maria Al
varez de Toledo y Liniers, die vorig jaar
in een kloosterorde is getreden. Zij tekent
onder een pseudoniem „Tayina". Koningin
Fabiola heeft zelf ook enige illustraties
voor haar sprookjesboek gemaakt, met
name voor het sprookje „De prins van de
witte bergen". Die zijn met F.M. (voor
Fabiola Mora) gesigneerd.
In onze edities va'n morgen zullen wij
een der sprookjes van de Belgische ko
ningin, met de autentieke illustraties,
publiceren.
Een nieuw type lichte batterij voor vele
doeleinden wordt thans door een Britse
firma op de markt gebracht. Deze batte
rij begint alleen te werken wanneer zij in
zeewater wordt ondergedompeld. De bat
terij wordt reeds gebruikt voor de verlich
ting van boeien en reddingsvesten op sche
pen en vliegtuigen. Andere toepassings
mogelijkheden zijn: verlichting van nood-
landingsbanen op zee en lichtvoorziening
en handschoenverwarming voor „onderwa
terzwemmers". De batterij bestaat in
hoofdzaak uit een huls van kunsthars met
een stel platen. Voor gebruik in zoet wa
ter kan een capsule met zout worden bij
geleverd.
De belangstelling voor de muzikale be
geleiding via de geluidsband bij het vol
trekken van het huwelijk in het Ensche-
dese gemeentehuis is groot. Ruim 93 per
cent van de bruidsparen vraagt muziek, zo-
wel na het jawoord als bij het binnenko
men en verlaten van de trouwzaal. Vijf
percent verkiest alleen muziek bij het bin
nengaan en bij het vertrek, twee percent
wil geen trouwmuziek.
Mevrouw Jacqueline Kennedy is dezer
dagen bijna op een receptie verschenen in
eenzelfde japon als een van de gasten. De
echtgenote van de Amerikaanse president
droeg tijdens een plechtigheid op het Witte
Huis in de morgenuren een uit rode
wollen stof vervaardigd deux-pièces. Voor
zij zich naar de thee begaf verwisselde Aj
dit kostuum snel voor een zwart-fluwelen
deux-pièces. En ziet, tijdens deze „Tea
verscheen mevrouw William S. Paley, de
echtgenote van de voorzitter van het
Columbia Broadcasting System" in precies
zo'n rode deux-pièces als mevrouw Ken
nedy enkele uren tevoren had gedragen.
SggSgl
In Californië zijn dezer dagen de eerste proefvluchten gemaakt met een revolutionair
vliegtuigtype, de Flex Wing, dat ontwikkeld en gebouwd is door de Ryan Aero
nautical Company in San Diego, C. De vreemde vogel met zijn flexibele vleugels her
innert sterk aan de wankele bouwsels van zeildoek en latten uit de eerste decennia
van deze eeuw, maar is tot heel wat indrukwekkender prestaties in staat. Volgens
de nogal vage inlichtingen van de fabrikant is het bedoeld als een sleepvliegtuig en
voor de berging van ruimtevaartuigen en heeft onder andere de Amerikaanse lucht
macht grote belangstelling voor het project. De eerste „Flex wing" is nu voor verdere
proefnemingen naar een vliegbasis in Virginia gezonden.
DIT IS het verhaal van een moderne
assepoester die niet, zoals haar zuster
uit het sprookje, na al haar ellende nog
lang en gelukkig leefde; integendeel.
De naam van deze Britse Assepoester
is mevrouw Vivian Nicholson. Zij is 25
jaar en moeder van drie kinderen. Tot
voor kort was haar man Keith mijnwer
ker. Hij en zijn vrouw wisten nauwe
lijks de eindjes aan elkaar te knopen
van de honderd gulden per week die
daarvoor beschikbaar waren. Voor hun
sprookjesachtig-benepen huisje betaal
den ze al vijftien gulden per week.
Toen op een dag ging Assepoes Vivian
naar de deur waaraan iemand geklopt
had. Er was geen fee die een lompe
pompoen kwam omtoveren in een ca
lèche getrokken door vurige schimmels,
maar dat had Assepoes zich ook niet
gewenst. In de deuropening stond een
man, die mevrouw Nicholson een
cheque van 1,25 miljoen gulden over
handigde. Haar man had de voetbalfiool
gewonnen.
OM DE ZOVEEL tijd gebeurt dat
hier of daar in Engeland. De meeste
gelukkigen blijken dan ineens zeer vrij
gevig te zijn. Ze hangen hele verhalen
op over de financiële steun die ze zul
len gaan geven aan kerken en ziekenhui
zen. Niet zo mevrouw Nicholson. „Ik ga
het uitgeven, uitgeven en nog eens uit
geven", zei ze. „Niets ervan gaat naar
honden- en kattenasiels of naar de kan
selier van de schatkist of hoe die ook
heten mag".
Een Assepoes Nicholson ging naar
haar bal. Ze kocht een huis voor 42.000
gulden. Ze schafte zich drie auto's aan,
hoewel zij noch haar man ooit chauffe
ren had geleerd. Haar broer kwam in
dienst als chauffeur. Ze bestelde voor
ruim 20 mille aan kleedjes en ande
re zaken om het intérieur van haar
nieuwe woning te verfraaien. Ze kocht
mantelpakjes, japonnen en mantels.
Haar man schafte zich zeven kostuums
en drie jachtgeweren aan.
Toen Vivian Nicholson in haar grote
verlangens had voorzien, ging ze op de
kleinere dingen uit. In een winkel gaf
ze vijfduizend gulden in één keer uit,
waaronder duizend gulden aan drank
voor de cocktailbar in haar grote huis
in de „deftige" buurt.
MAAR NU zit mevrouw Nicholson
enigszins verloren in haar zitkamer, de
ogen gericht op het (witte) telefoontoe
stel. „De enige telefoontjes die we krij
gen komen van de bank of van de sla
ger", zegt ze verdrietig. „Wanneer ik
alleen thuis ben omdat Keith op jacht
is, kijk ik naar de televisie. Och, we
zijn eigenlijk niet veranderd, maar
vrienden hebben we niet meer, behalve
mijn moeder en een tante. De dingen
die de mensen on&r me vertellen....
U moest de brieven eens lezen die we
krijgen. Ze zeggen van me dat ik zelfs
vijfhonderd gulden per week aanbied
voor iemand die op mijn kinderen wil
komen passen. Als ik uitga in m'n ge
wone kleren, kijkt de buurt me na en
zegt: „Moet je dat zien". Ga ik dansen
in een van mijn nieuwe cocktailjapon
nen, dan zeggen de mensen: „Ze denkt
zeker dat ze nu wat te betekenen heeft".
Ik heb er een hekel aan, temidden van
al deze nieuwe dingen te zitten. Maar
hoe meer de buurt kletst hoemeer stof
ik ze geef om te roddelen.
Was het verbeelding, of hoorden wij
ergens diep in het grote huis een klok.
middernacht slaan, als een waarschu
wing aan deze moderne Assepoes lat
de tijd van pretmaken voorbij was?
33. Nadat Jolliepop het snerpen van de wekker ver
zacht had door een kleine, sussende toespraak tot zich
zelf, opende hij de ogen voor wat hij dacht een nieuwe
dag te zijn; en het tafereel dat hij nu waarnam vaagde
alle slaap uit hem weg. Zichtbaar verontwaardigd
sprong hij uit zijn legerstede, en zijn anders zo be
schaafde stem kreeg een ongewone kracht toen hij uit
riep: „Wij zullen mij wel verschonen als ik ten sterkste
protesteer! Hier wordt een experiment bedreven waar
voor men geen toestemming heeft gegeven! Wij maken
misbruik van iemands noodzakelijke slaap! Dit alles ligt
zover buiten het gebied van iemands verplichtingen als
herenbediende, dat men zich genoodzaakt ziet op. staan
de voet ontslag te nemen!" Hij wist natuurlijk niet, dat
Panda hem juist te hulp had willen komen en hij luister
de naar geen uitleg; en in zijn gerechtvaardigde toorn
zond hij blijkbaar geduchte krachtgolven door de nog
steeds aan zijn schedel bevestigde geleidingen. Profes
sor Kalker tóch al in razernij over het gebeurde
kon tenminste niet voorkomen, dat de toevoer van
energie te groot werd voor zijn apparaten, zodat rook
en vonken aanduidden dat alle zekeringen doorgeslagen
waren! Dit had echter niet kunnen verhinderen, dat
een aanzienlijk deel van de woede-golven de Dienomaat
nog bereikt hadden. Ook in deze sloeg nu een zekering
door, en het hek was van de dam. Het mechaniek
kwam namelijk eigener beweging in actie. Op onaan
gename toon begon het ongevraagd te roepen: „Ik neem
ontslag, op staande voet!" En tot ieders verrassing
voegde het daar aan toe: „Jullie zijn knoeiers, zwende
laars, amateurs, sukkels! Bah! Jullie zitten me tot
hiér!"
Er is leven op Mars. Er is geen levqn
op Mars. Misschien is er leven op Venus
of op de maan? Maar als er leven, zou
zijn op Mars of op Venus, dan is dat geen
leven zoals wij het kennen.
Deze nog al tegenstrijdige verklaringen
over het mogelijke bestaan van levensvor
men in de ruimte, kan men distilleren uit
het jaarrapport van het Carnegie-Instituut
in Washington, dat pas is gepubliceerd. Er
wordt in verwezen naar een onderzoek dat
is verricht door dr. W. M. Sinton van het
observatorium van Lowell. Dr. Sinton is
al vele jaren doende met de bestudering
van het door Mars gereflecteerde infraro
de licht. De aard van dat licht heeft hem
gesterkt in zijn reeds in 1958 gegeven me
ning dat er op Mars „organische molecu
len van biologische óorspróng" bestaan.
Maar ör. Philip H. Abelson die is ver
bonden aan het geofisisch laboratorium
van het Carnegie-Instituut, komt tot een
andere uitspraak. Volgens hem is er geen
leven op Mars mogelijk, als gevolg van de
dunne dampkring van de rode planeet en
de afwezigheid van water in vloêibare toe
stand.
De maan, die geen dampkring heeft, is
niet alleen te droog om vormen van le
ven mogelijk te maken doch ook afwisse
lend te heet of te koud. Venus is te heet.
Derhalve acht dr. Abelson het bijzonder
onwaarschijnlijk dat er enig leven, zo
als we dat op aarde kennen, bestaat op
de maan, Venus of Mars.
Ruimtevaart-deskundigen, die er op ge
brand zijn, ten spoedigste de maan en de
planeten te exploreren, willen dat alle mo
gelijke voorzorgsmaatregelen worden ge
nomen om té verhinderen dat deze sterie
le hemellichamen worden besmet door le
vende micro-organismen als ziektekie
men e.d. van moeder aarde. Zij behoeven
zich echter geen zorgen te maken, zegt
Abelson, want gezien dè „ongastvrije na
tuur" van Mars, Venus en de maan, is
ht practisch onmogelijk deze hemellicha
men te besmetten met organismen die van
af de aarde worden meegevoerd.
Oprechte Donderdagse Haerlemse Courant
den 17 December 1761
Op Vrijdag den 27 November, 1761, 's avonds
om vijf Uuren, is binnen de
Stad Gouda vermist een
JONGETJE, genaamd Abra
ham Slierekamp, oud vier
Jaaren, heel vroom en
fraay van Postuur, met
blozende Wangen en blond
krullend Hair, een Bevert
Mutsje op het Hoofd, een Stropje met
Knoopjes om de Hals, een bruyne Sargie
Rok met zwarte Knoopen aan en een groen
Sargie Schortje voor, een kaleminke
Hembdrok met Tinne Knoopen, daaronder
een Diement gereegen Onder-Lyf, op zyn
Hembd staat A.S., een blauw Broekje met
twee Schepen-Schellingjes aan een Schalm
daarin, aan de Voeten een paar Klompjes
met Sokken en Onder-Kousjes aan, daar
over een paar blaauwe Kousen met Rie
men aan de Beentjes. Die het voornoemde
Jongetje weet aan te wyzen of te recht te
brengen het zy levend of dood, aan Gijs-
bert Slierekamp op den Raam binnen ge
melde Stad, zal eerlyk beloond worden.