Rendez-vous met het verleden I
HET LUIE KABOUTERTJE
LAKE GEORGE IN AUSTRALIË IS HET
WISPELTURIGSTE MEER TER WERELD
PANDA EN DE DIENOMAAT
a
ïïliï fop bprlriipn fijb
1 DOOR CLEMENS LAAR I
Soms is het er, soms is het er niet
Fa. B. ENGELENBERG
Polle
15
Ons vervolgverhaal
Kennedy's kleine
zwarte mapje
oöf
DONDERDAG 21 DECEMBER 1961
Dramatisch einde van
Bedoeïenensjeik
OF MEN het geheim van dit wispel
turige meer ooit ontdekken zal? De in
woners van Canberra interesseert het
allemaal maar matig. Belangrijker voor
hen is, dat zij er voor het ogenblik nog
volop verpozing en verstrooiing vinden
en dat Lake George volgend jaar waar
schijnlijk zelfs zal worden aangewezen
tot strijdtoneel voor de kampioenschap
pen van de New South Wales Yachting
Association, welk evenement de beste
zeilers en tienduizenden belangstellen
den naar hun stad zal lokken en
daar spinnen de Canberranen stellig
zijde bij!
200 jaar
geleden
OFFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
52. „Het nieuwe schip is inderdaad veel sierlijker dan de oude „Mart/"
maar het is lang niet zo praktisch. Waar moet ik nu het stuurrad vast
maken", zegt Polle. „Hallo! Polle", roept Zeerob, „kom boven, ik zal het
je laten zien. Kijk maar niet zo sip, vrindje!" „Ha!, hier boven aan het bal
kon, Zeerob, het is hier fijn.om altijd te wezenalleen niet als het
regent, of hagelt en sneeuwt".
r
5)
„Dat is heel mooi. Dan zou men in-
derdaad zeggen, dat hij goed gestorven
is Vertel me eens, hoe dat gegaan
5 is Waren het bommen? Is hij bij zijn
paarden aan stukken gescheurd door
granaatvuur? Hebben de Sovjets hem
1 doodgeschoten?"
„Ik vertel echt de waarheid," zei
E Nikoline nu, terwijl haar stem door
E tranen verstikt dreigde te worden.
E „Hij is rustig en in vrede met zich-
zelf gestorven. Bij het paard, dat hij
E voor u heeft nagelaten. Hij heeft het
E voor u gered. Het heet Nikoline. Net
H als grootmoeder enen ik. En het
staat op u te wachten. Net als.."
Jurgen Godeysen viel haar in de re-
E de en zijn ogen zochten dr. Gunther-
mann, die intussen met een niet hele-
E maal geslaagd gebaar van gemoede-
E lijke vanzelfsprekendheid op de rand
van het bed was gaan zitten. Het was
aJsof er een spottend vonkje oplichtte
achter de gesluierde ogen van Jurgen
E Godeysen: „Een paard! Hoort u dat,
E dokter? Een paard voor Jurgen Go
lf deysen. Ach, die goeie, ouwe dwaas."
E Er daalde een verlegen stilzwijgen
E over de drie mensen. Nikoline zou
E wel eens over haar ogen hebben wil-
E len wrijven, want zij was bang, dat
E ieder ogenblik de tranen over haar
E wangen zouden rollen, maar zij durfde
niet. Eindelijk gromde Gunthermann
E haar toe: „Doorlezen!"
I Jurgen Godeysen leek te glimlachen.
E Gehoorzaam ging Nikoline verder:
„Ik zie je lippen al krullen, want ik
E weet, dat je halsstarrig bent, Jurgen
E Godeysen, anders zou je mijn zoon
S zijn. „Maar het is nu eenmaal zo, dat
E je nog niet genoeg gereden hebt, om
E die slechte eigenschap te overwinnen.
ik bedoel, dat je nog niet genoeg ge-
jf reden hebt om het rijden zelf. Zoals
E ik. „Ik weet wel, dat je niet veel geeft
om ijdele aardse dingen, om bezit en
stand. Maar ik hoor al die andere vra-
E gen al van je, die jé op een boze toon
E stelt. De vraag naar al die dingen, die
E voor jou als het hoogste golden en die
E je nu als verspild beschouwt, als ge
il devalueerd en verknoeid. Trouw en
E eer, mannelijkheid en offervaardig-
E heid, ridderlijkheid en mensenliefde.
E Ach, beste jongen, toch is dat er nog
S allemaal. Het ligt immers alles ver-
li borgen in de drie grote, onuitroeibare
E verlangens van het mensenhart, in die
E laatste van alle waarheden: schoon-
E heid, vreugde en verhevenheid.
E „Jullie hebben alleen de fout ge-
maakt of moet ik „wij" zeggen,
E want wij mensen van Europa zijn al
E sinds een halve eeuw gezamenlijk be
ll zig die onmenselijke domheid met
E koortsachtige heftigheid te bedrijven
E dus: wij hebben de fout gemaakt,
E al die goede en grote dingen uit het
hart zelf van de afzonderlijke, indi-
E viduele mens los te rukken en ze op
E een of andere vlag te schrijven. Daar-
E door hebben zij er het leven bij inge-
schoten.."
E Nikoline stopte. Zij dacht, dat zij
E Godeysen even het hoofd had zien be
ll wegen: inderdaad deed de man moei-
te, om zijn hoofd een centimeter of
E wat van het kussen op te heffen. Ver-
S ontwaardigd zag Nikoline, dat dr.
Gunthermann zijn patiënt onaange-
E daan en bijna met vrolijk knipperen-
S de ogen gadesloeg: „Wel een beetje
E veel, zo op de nuchtere maag, niet-
E waar, mijnheer Godeysen?" Nikoline
schrok van zoveel plompverloren takt-
E loosheid, maar op hetzelfde ogenblik
begon de gedachte tot haar door te
E dringen, dat Gunthermann er mis-
E schien wel een verborgen bedoeling
E mee had. Misschien behoorde zijn ru-
we en potige manier van optreden tot
E een weloverwogen methode.
E „Ja", zei Jurgen Godeysen zacht-
jes en als uitgeput.
E „Maar het is de moeite waard er-
E over na te denken." „Ja". We la-
1 ten u nu even alleen. Ik moet mijn
ronde nog doen en de jonge..dame
E hier, moet nog even opbellen. Straks
E komt ze weer bij u". „Ja". Nikoline
Pratt maakte aanstalten om op de te-
nen de kamer te verlaten, maar toen
E nam zij een voorbeeld aan de nadruk-
E kelijke lawaaierige manier, waarop
Gunthermann naar de deur liep en re-
soluut liet zij ook haar hakjes op de
1 vloer neerkomen.
i Buiten op de gang moest zij steun
zoeken tegen de muur. Gunthermann
E schudde haar zachtjes bij een schou-
E der. „Keurig, jongedame. Beslist keu-
rig." Voor de eerste maal zei hij „da-
me" zonder een ondertoon van spot.
Met grote ogen keek zij hem aan.
E „Denkt u.. denkt u.., dat wij hem
E kunnen helpen?" Er vloog een scha-
duw over 't gezicht van Gunthermann.
S „Ik weet het niet, jongedame. Filoso-
S fie, ook al komt zij uit het gerijpte
en door en door fatsoenlijke hart van
een vader, is toch eigenlijk niet wat E
we nodig hebben. Filosofie helpt niet.
Op de een of andere manier moet het e
leven onze Godeysen toeschreeuwen. E
Het moet hem roepen en lokken. Op E
de een of andere wijze moet het hem
bij z'n nekvel en in zijn ziel aangrij- E
pen en hem door elkaar schudden. E
Maar diepe en mooie gedachten al-
leen? Ik weet niet.." Hij trok pein- E
zend een van de linnen schriften on-
der zijn arm uit en bladerde erin. Zijn E
groot gezicht met de diepe plooien
tussen neus en mond scheen zich te E
ontspannen. Het begon te fonkelen E
achter de brilleglazen. Nikoline keek E
hem met angstige verwachting aan, E
alsof zij ieder ogenblik een vonnis kon E
horen vellen. „Jawel., toch., dat is
het!" „Hoe., wat bedoelt u, dokter?" E
vroeg zij aarzelend. Gunthermann E
keek haar doordringend aan. „Het is E
immers duidelijk, jongedame, waar-
aan het bij onze Jurgen Godeysen ont- e
breekt. Hij moet in zekere zin met E
een ruk opnieuw worden opgevoed.
Opgevoed voor het leven. En wat is E
de beste opvoeding? Er bestaat, dfge- E
zien van zelfbeheersing, slechts één
echte opvoeding Het voorbeeld. En E
hier hebben wij het," hij sloeg met
de vlakke hand op het schrift. „Die E
oude Godeysen is ontzaggelijk helder- E
ziend geweest. Hij schijnt een be- E
roemd ruiter geweest te zijn en rui- E
ters en jagers hebben immers zoiets E
als een zesde, zevende en achtste zin- E
tuig. En als ik me niet vergis, ver- E
telt hij zijn zoon hier met duidelijke E
opzettelijkheid een en ander uit zijn E
leven." „Dus is het toch een dag- E
boek." „Och nee, dat schijnt het niet E
te zijn." Gunthermann begon opnieuw e
te bladeren. „Kijk het is alles in een
heel andere toon gezegd, dan in die E
van een dagboek. Ik heb eerder het E
gevoel, dat hier een vader om zo te E
zeggen achter een glas bourgogne te- E
gen zijn zoon vertelt welke mooie en
welke lelijke streken hij uitgehaald
heeft en op welke manier het leven E
eigenlijk een tamelijk verheven aan- E
legenheid is, als men niet te slap is E
om ook het lastige en het zware te E
aanvaarden.." Hij zweeg naarmate E
hij meer en meer verdiept geraakte E
in een lach. Nikoline voelde zich heen E
en weer gerukt tussen nieuwsgierig- E
heid, spanning en een dwaas gevoel E
van misnoegdheid. Zij schrok toen dr. E
Gunthermann zijn linkerhand naar E
haar uitstak en hoewel hij geen se- E
conde uit het schrift had opgekeken, E
zei: „Niet boos worden. En niet te E
gevoelig zijn. Mensen die gauw op hun E
teentjes getrapt zijn kunnen wij in dit
Duitsland van ons niet meer gebrui- E
ken en hier helemaal niet". Even keek E
hij nu op. „U zocht immers een taak?" E
„Ja", fluisterde Nikoline schuldbe- E
wust. „Nu dan. Ik moe't weten, of dit E
hier kan helpen, of dat het die arme E
geruïneerde kerel daarbinnen de ge- E
nadestoot geeft. En ik geloof als
u, maar juist u, het hem voor- E
leest e
„Ja. als ik dat mag...." Gun- E
thermann ontplofte: „Maar» domme e
meid! Alles mag een vrouw, letter- E
lijk alles, als het om een behoorlijk E
mannenleven gaat." Een beetje rus-
tiger vervolgde hij:
„Is het dan zo erg moeilijk te be- E
grijpen, wat in onze tijd de hoofd- E
zaak is? Om de mensen gaat het, e
meisje, om de afzonderlijke, waarde- E
volle mens. En dat geldt vooral E
voor ons Duitsers. Wij zijn zo onge- i
looflijk arm geworden aan echte e
mannen en aan echte vrouwen. We E
hebben trouwens allemaal uit het oog E
verloren, dat wij individuele mensen E
zijn met de verplichting ons eigen E
geluk en eigen waarde hoog te hou- E
den. Meisjelief, wat zijn we arm ge- E
worden. Wij moeten vechten voor elk E
individu, en iedereen moet worstelen E
om zichzelf. Om zijn sterkte, om zijn E
prestaties en om zijn levensgeluk. Al- E
leen het geluk der vele enkelingen E
vormt het geluk der natie." Hij E
wond zich weer op. „Hier, deze E
oude baas, die eigenlijk tot een heel e
andere generatie behoort, die heeft E
het begrepen. En nu staat hij dat niet
te préken voor zijn zoon, maar E
„Maar?" E
„Nou ja, ik weet niet", zei dr. Gun- E
thermann, „ik weet niet, hoe ik dat i
zeggen moet, ik heb maar zo hier en E
daar iets gr uit opgepikt en ik ver- E
moed meer waar het op neerkomt,
dan dat ik het eigenlijk weet, E
maar hij aarzelde, „maar het E
komt mij zo voor, alsof hier een E
mens op het einde van zijn leven E
rondsnuffelt in zijn eigen hart. s
(Wordt vervolgd) E
6061. Ja, Swoppie begreep nu zelf ook
wel, dat hij naar het feest had gekund,
als hij maar op tijd hij het werk was ge
komen. En toch was hij de volgende
ochtend weer te laat op de akkerdat
scheen hij toch maar niet te kunnen laten.
Maar de andere kabouters letten niet
eens op Swoppie; die hadden nog zoveel
napret en babbelden met elkaar over het
prachtige feest van de vorige avond.
En Swoppie? Nou, die hoorde dat en hij
luisterde afgunstig naar z'n vrolijke mak
kers. Het was ook spijtig voor hem, dat
hij het feest bij de Rivierkabouters had
gemist
EEN KILOMETER OF VEERTIG buiten Canberra, de Australische federale
hoofdstad, ligt een groot meer dat bijzonder in trek is bij de watersportlief
hebbers in dit overigens niet zeer waterrijke gebied van de Commonwealth.
Aan de oevers van deze enorme waterplas, die Lake George heet, heeft zich
een levendig strandbedrijf ontwikkeld en in de zomer is er een gezellige drukte
van badgasten, sportvissers en zeilers, die er met volle teugen genieten van zon
en water. Tenminste.zolang het nog kan, want het Georgemeer is een zeer
onzeker recreatieoord.. Soms is het er, en soms is het er niet. En niemand kan
voorspellen, wanneer deze uitgestrekte watervlakte misschien weer eens ver
anderen zal in een droge meerbodem, noch waaróm dit van tijd tot tijd gebeurt.
Men noemt het dan ook het „raadselachtigste meer ter wereld".
TOEN BLANKE PIONIERS in het jaar
1812 voor het eerst in deze gebieden door
drongen, vonden zij er een waterplas met
een oppervlakte van circa zeshonderd
vierkante kilometer. Die plas, zo stelden
zij vast, was nergens dieper dan enkele
luttele meters, maar als er een krachtige
westenwind woei, veranderde de stille
plas in een woeste, kokende binnenzee
met een vervaarlijke golfslag, kortom:
een binnenzee in optima forma.
Geheel anders was het beeld, dat de
blanke kolonisten zagen die zich er een
halve eeuw later, vestigden. Zij vonden er
slechts een vruchtbare meerboden, waar
op overvloedig gras groeide. Zij vestigden
zich in het meerbekken, bouwden er hui
zen en fokten er schapen, die opperbest
gedijden op het malse gras en vlijtig wol
produceerden.
Deze pastorale duurde een paar jaar.
toen begon zich weer water te verzame
len in het meerbekken. De weiden kwa
men blank te staan, de huizen en opstal
len liepen onder. De mensen weken uit
naar hoger gelegen gronden en al spoe
dig voeren er kleine bootjes boven de ver
dronken boerderijen. Niet lang daarna ver
schenen de eerste visjes in het meer
waarschijnlijk voortgekomen uit resten
kuit, die via de poten en véren van wa
tervogels waren aangevoerd en binnen
weinige jaren werd de broodvisserij er
een lonende bezigheid. Op de oevers ver
schenen houten huisjes en optrekjes en
omstreeks 1875 beleefde Lake George
reeds een hoogtepunt in zijn ontwikkeling
als vakantieoord.
NIET VOOR LANG echter, want'in de
negentiger jaren begon het water opnieuw
gestaag te zakken en in 1902 was er van
het eens zo prachtige meer niets meer
over dan een paar modderige kreken. Op
nieuw kwamen er boeren. Ze verbouwden
er tomaten en andere gewassen en lieten
er hun schapen grazen. Maar door schade
en schande wijs geworden, bouwden zij
hun huizen en schuren op veilige afstand
van het meerdal.
Overbodig waren die voorzorgen niet,
want nauwelijks twintig jaar later her
haalde het mysterie zich en werd Lake
George weer een binnenzee. In 1930 ech
ter viel de meerbodem opnieuw droog en
gedurende twintig jaar doolden er weer
grote kudden schapen op de grazige wei
den Rond de vijftiger jaren begon het
spelletje opnieuw. Snel steeg het water en
in bijzonder korte tijd ontstond er een
nieuw meer, dat veertig kilometer lang en
gemiddeld 12 breed was. Sindsdien is het
vol gebleven, tot grote vreugde van de
zich snel uitbreidende hoofdstad Canber
ra en haar bewoners, die er bij duizenden
hun zomerhuisjes bouwden, en er naar
hartelust zeilen, vissen en zonnebaden.
DOOR ERVARING wijs geworden, heeft
het stadsbestuur nu een plan gemaakt om
aan de andere kant van de stad een kunst
matig meer aap te leggen, dat de recrea
tieve taak van het Georgemeer kan over
nemen als dat te ongelegener tijd opnieuw
kuren zou krijgen Dat kunstmeer komt
op een lege zandvlakte die zich ter weers
zijden van de Molonglorivier, even buiten
de stad, uitstrekt.
Deze vlakte nu wil men uitdiepen en met
water vullen een karwei waarmee de ge
meente in 1963 gereed hoopt te komen.
Het Molonglomeer zal dan een kustlijn van
dertig kilometer hebben: voldoende, naar
men zegt, om alle watersportlusten van de
Canberranen tot in lengte van dagen te be
vredigen. Maar tot dan toe zal men het
met het grillige Lake George moeten doen,
voor welks vreemde gedragingen de ge
leerden nog nimmer een afdoende verkla-
g gevonden hebben. Sommigen menen
t na lange perioden van droogte het wa
ter in dit meer gewoon Verdampt, daar er
geen rivieren zijn die het voeden. Maar an
deren zeggen, dat regenovervloed en re-
genschaarste alleen het raadsel niet ver
klaren. Zij wijzen erop, dat het meer zon
der noemenswaardige nieveauveranderin
gen vele uitzonderlijk droge perioden door
staan heeft. Wellicht zuigen in droge tijden
Artesische putten elders het meer „langs
een omweg" leeg, zo oppert een andere
theorie. Weer anderen zoeken de verkla
ring in diepe onderaardse kloven en sple
ten die zich misschien als gevolg van
vulkanische krachten nu eens sluiten en
dan weer openen, terwijl er ook wel gewe
zen wordt op de mogelijke invloed van on
deraardse rivieren. In de kalksteengrotten
van Mount Fairy, op een twaalftal kilome
ters van Lake George, heeft men in tij
President Kennedy heeft constant een
ingewikkelde en zeer geheime codesleu
tel tot zijn beschikking, die hem in
staat moet stellen, in geval van oorlog
opdracht te geven tot de lancering van
atoomraketten en/of kernbommen, al
dus onthult het Amerikaanse weekblad
„Look".
Het blad schrijft, dat vijf officieren
elkaar aflossen in een continue 24-uurs
dienst om de portefeuille met de code
sleutel „in de buurt van de president
te houden". De geheimen zijn gebor
gen in een binnenmapje van een kleine
zwarte portefeuille. De officieren dra
gen onopvallende burgerkleding «n
worden meestal aangezien voor gehei
me agenten, die voor de veiligheid van
de president moeten zorgdragen.
De officier van dienst volgt de presi
dent tot in de grote hal van het Witte
Huis waaraan Kennedy's slaapvertrek
grenst. Daar blijft hij op wacht tot hij
wordt afgelost. Buiten de hal staat een
soldaat op wacht.
Als de president op reis is behoort
deze onopvallende burgerman tot zijn
gevolg en als Kennedy b.v. op zijn
eigen jacht een vaartochtje maakt, is
er een dekhulp bij gekomen.
Alleen de Amerikaanse president is
gemachtigd, bevel te geven om kern
wapens in de strijd te werpen. Daarom
heeft de Amerikaanse commissie voor
atoomenergie een zeer krachtige
generator annex radiozender aan boord
van het presidentiële jacht geïnstal
leerd, met behulp waarvan Kennedy
onder alle omstandigheden codeberich
ten naar Washington kan verzenden.
Vierduizend Bedoeinen hebben nabij Beer-
sjeba in Israel een van hun meest geëerde
sjeiks ten grave gedragen, die de leeftijd
van 106 jaar bereikte en negentien vrouwen
overleefd had. Hij genoot grote faam als
kenner van Bedoeïenen-tradities èn als een
onvermoeid wandelaar die in één dag een
paar zware leren sandalen kon verslijten.
Op de dag van zijn dood stond hij plot
seling op in zijn tent, een indrukwekken
de, witgebaarde figuur, en verklaarde
plechtig ten overstaan van zijn familiele
den en bezoekers: „Ik voel met absolute
zekerheid dat mijn tijd gekomen is om
naar een betere wereld over te gaan. Voor
ik dat doe, wil ik mijn blikken voor de
laatste maal over mijn kudden en velden
laten weiden. -Niemand mag zich bewe
gen". Hij schreed de tent uit en de ande
re aanwezigen verroerden zich niet. Een
uur later vond men de sjeik, met zijn rug
tegen een oude olijfboom gezeten. Hij was
dood.
den dat het meer begon droog te vallen,
inderdaad wekenlang het geruis van on
deraardse waterstromen gehoord.
39. Dé door Jolliepops dromen gemodelleerde Dieno-
maat toonde geen enkel respect voor de gangbare tafel
manieren, maar stond op de meest onbeheerste en gul
zige wijze aan de benzineslang te zwelgen. Het spijt ons
te moeten zeggen, dat hij zich zelfs niet ontzag, door
forse oprispingen lucht te geven aan zijn oververzadigd
innerlijk. Zo trof hem de landbouwer Raapkens. Deze
Raapkens, een ondernemende agrariër, was vroeg op
weg gegaan om aan de veiling een mooie prijs voor zijn
tomaten te krijgen. Hij wilde wat benzine kopen en ver
der niets. In tegenstelling tot de pompbediende Van der
Grol had hij geen tijd voor het volgen van stripverha
len en dergelijke onzin. Aangezien hij dus geen over
prikkelde fantasie had, bekeek hij de Dienomaat met
een koel oog. „Da's de modernigheid," dacht hij. „Alle
maal mekaniek. Mekaniek om de pomp te bedienen ze
ker. Blikken rommel. Staat daar vies te morsen. Ik
mag wel uitkijken dat ik waar krijg voor mijn centen."
En hardop zei hij: „Het moet tien liter wezen." De
Dienomaat schonk hem echter niet de minste aandacht,
maar stond met gloeiende blikken de motor van de een
voudige vrachtwagen op te nemen. Het was duidelijk,
dat dit brok techniek hem in heftige beroering bracht,
en zijn metalen hart sneller deed kloppen. „Mooi!"
knerpte zijn stem. „Heerlijk! Hebben!" De robot bleek
geen wet of gebod te erkennen. Toen zijn maker, de
hooggeleerde Kalker, die hem al die tijd had achter
volgd, eindelijk ter plaatse verscheen, was hij nog net
op tijd om te zien hoe het monster doende was de goede
landman Raapkens achter de pompbediende Van der
Grol'aan te zenden waarschijnlijk om zich meester
te maken van het voertuig. „Hoogst merkwaardig!" hijg
de de hoogleraar. „Welk een ruwe gewelddadigheid heeft
die Bolliejop aan mijn precieze robot toegevoerd!"
Oprechte Dingsdagse Haerlemse Courant
den 22 December 1761
TESSEL, den 18 December, Deezer dagen
is op den Noordhoek van
dit Eyland, genaamd Eyer-
land, komen aandreyven
een Slach van Walvisch, of
een Cagelot; houdende in
Lengte 53 V2, ruym 16 in
Hoogte en 14 Voet in
Breedte. Hy heeft 52 Tan
den in zyne onderste Kaakebeenen, die
2'/a Voet korter dan de bovenste zyn, en
yder Tand ter Dikte van eenen Arm by
de Hand, zynde gelyk de Kaakebenen als
Yvoor en hol. De Zwoort is niet dikker
als die van .een Verken; de Staart 15 Voet
breed, en men heeft er 40 Quarteelen Spek
en omtrent 12 Oxhoofden Hersenen van
gehaald.
Advertentie
Doelstraat 59 - Haarlem - Tel. 15252
„GLITSA" krasvrije vloerlak