Rendez-vous met het verleden
Groeiend verzet tegen de doodstraf
in Amerikaanse kerkelijke kringen
HET LUIE KABOUTERTJE
PANDA EN DE DIENOMA AT
Burgerlijke luxe in
Boedapester hotels
Stoplicht maakt einde aan
een oude kersttraditie
Pol le
eim
Ons vervolgverhaal
DOOR CLEMENS LAAR
ftfERMOGÈNE
■3
WOENSDAG 27 DECEMBER 1961
V X. 4v g.'
t y «-:>
Actie voor afschaffing
dreigt te verwateren
Dampmisbruik
TT: k,
W
Snoeplustige dief door
zijn gebit verraden
1 -
lllllllllllllllllllllllllüllllll
I 8)
De opwinding had Rost en mij zo
erg te pakken, dat wij maar meteen
in de richting van het casino liepen,
waar reeds een hele rij van onze ka
meraden verzameld waren. Onder da
verend gelach verkondigde de jonge
Lehndorff juist toen wij aankwamen,
dat hij uit de allerbeste bron wist, dat
de afstandsrit dit jaar zou uitvallen en
dat er in plaats daarvan een wedren
met de nieuwe stoomtram tussen Zeh-
lendorf en de Auguste-Viktoria-Platz
zou plaatsvinden. Wij waren allen ge
neigd aan te nemen, dat Lehndorff
goed geïnformeerd was. Want tenslot
te was 't zijn vader, die met de te
genwoordige generaal Rosenberg die
half sportieve, half militaire examens
in 't keizerlijke leger hadden inge
voerd. Maar een wedren met de
stoomtram.
Lehndorff voelde zich erg beledigd,
omdat niemand hem wilde geloven en
ging ontelbare weddenschappen aan
voor even ontelbare Wisicke-Fuchse.
Een Wiesicke-Fuchs stelde onze spe
ciale drank voor en bestond uit een
bierglas, voor een vierde gevuld met
de oude ruiterlikeur van Wiesicke en
voor drievierde met de jonge cham
pagne van Kupferberg. Helaas konden
wij het die dag niet erover eens wor
den, wie de Fuchse eigenlijk gewon
nen had. Zij bleven ongedronken, want
de commandant, een Holzsteiner prins
deelde ons kort daarop mede, dat de
commanderende generaal zich ge
dwongen gevoeld had, de baan van
de afstandsrit te wijzigen en aan te
passen aan moderne, militaire eisen.
Zoals de ervaring van de laatste ja
ren duidelijk genoeg had aangetoond
moest er rekening gehouden worden
met een steeds toenemend verkeer
met stoomtrams langs de wegen, ook
langs de wegen, die men tot heden
voor dit modernste van alle verkeers
middelen absoluut ongeschikt ge
waand had. Het ging er nu om, vast
te stellen, in welke mate gehoorzaam
heid van het paard verwacht kon wor
den, als het gedwongen zou zijn, een
zekere tijd lang in de onmiddellijke
nabijheid van een dergelijk hels la
waai makend voertuig te lopen. Daar
om had hij besloten, de af te leggen
weg vanaf Zehlendorf langs de rails
van de stoomtram te laten lopen tot
aan de Kaiser-Wilhelm-Gedachtnis-
kirche. Vandaar ziu de af te leggen
weg via de renbaan en het noordwes
telijk deel van de Tiergarten dezelfde
blijven.
„Ik kan niet anders dan mij volko
men met de opvatting van de bevel-
voerende generaal akkoord verkla
ren", zei de prins. „Wij moeten ons
losmaken van de totaal verouderde
mening, dat een oorlog in de toekomst
er precies zo zal uitzien als in het
jongste verleden het geval geweest is.
Het woord slagveld is in zeer grote
mate misleidend. Het slagveld van de
komende oorlog zal bepaald worden
door de strijd om straten en om de
grote industriële en economische cen
tra, dus om de steden.
Niemand van ons luisterde nog. Wat
hadden wij met ^en oorlog te maken,
die misschien wel eens in een verre
toekomst zou kunnen uitbreken, of
misschien wel nooit meer komen zou.
Wij wilden nu eindelijk weten, wie de
uitverkorenen waren, die mochten rij
den.
Alleen eerste luitenant von Queiss,
die tegenover mij stond, leek in diep
gepeins verzonken en door de mede
deling zeer geboeid te zijn. Geen won
der, want hij gold als de knapste kop
van het regiment iets dat met een
mengsel van blinde bewondering en
hevige afkeer beschouwd werd Men
mompelde dat hij, ofschoon hij °n"
langs pas van de hogere krijgsschool
gekomen was, wel bij de Generale
Staf zou worden ingedeeld.
Eindelijk echter kwam de comman
dant bij het punt dat ons hoofdzake
lijk interesseerde:
„In overeenstemming met de heren
eskadroncommandanten en ik mag
tot mijn voldoening zeggen, dat het
een eenstemmig oordeel was kan
ik u thans de namen noemen van de
heren, van wie ik verwacht, dat zij
het regiment op een waardige wijze
zullen vertegenwoordigen. Het zal wel
i niet nodig zijn, er de nadruk op te
leggen, dat het alleen overwegingen
zijn geweest in verband met de rij—
i kunst, die ons tot deze keuze gebracht
hebben. Wij hebben bewust iedere
overweging van anciënniteit en derge-
i lijke terzijde geschoven....'
I Mooi boerenbedrog dacht ik kwaad.
Als het eerlijk ging, dan moest ik er
bij zijn. Maar een kleine vaandrig van
j burgelijke komaf
Juist op dat ogenblik noemde de
commandant de naam van juist deze j
zeer verstoorde jongeman. Het duur- j
de een hele poos, voor ik begreep, dat j
ik het inderdaad was, die tot de ge- j
lukkigen behoorde. Maar ik geloofde j
het pas echt, toen de commandant j
op mij toetrad en mij op zijn harte- j
lijke, vlugge manier de hand reikte.
Ik voelde me zoals een kreeft in ko-
kend water en merkte nauwelijks
de nadrukkelijke «koele beleefdheid i
waarmee de meeste van de andere
officieren mij geluk wensten. Even-
min merkte ik iets van de hartelijke
vreugde bij enkele anderen, wier aan-
tal lang niet zo klein was als ik zelf
vermoed had.
Alleen toen Queiss inplaats van me j
op de conventionele manier de hand
te drukken, vriendschappelijk een i
arm om mijn schouder legde, zou ik i
hem het liefst om de hals gevallen i
zijn. Queiss had van het begin af aan
mijn partij gekozen. Al was het mis- i
schien ook minder mijn persoon dan
wel zijn natuurlijke voornaamheid en
ridderlijkheid die hem ertoe verplicht
te een min of meer terzijde gestoten
jongmens bij te staan, ik was hem
toch met al de dweepzucht van mijn
jongelingsziel toegenegen. Dat hij mij
met zijn, naar het mij voorkwam,
Spartaanse en ouderwetse Pruisische
opvattingen de dienst allesbehalve ge
makkelijk maakte, veranderde daar
niets aan.
Ik luisterde nog slechts met een
half oor, toen de commandant er nog
de aandacht op vestigde, dat, hoewel
er alleen op dienstpaarden gereden
mocht worden, de drie heren natuur
lijk de vrije keus hadden over alle
paarden van het regiment. Hij ver
zocht ons, die keuze niet te overijld
te doen en ze zorgvuldig te overleg
gen. Als de heren het onder elkaar
niet eens konden worden over de
paarden die gekozen werden, dan zou
in dat geval vanzelfsprekend de an
ciënniteit de voorrang bepalen
Dit was mij fjchter onverschillig.
Als men mij gezegd had, dat ik mijn
paard moest uitzoeken uit de paarden
van de Berlijnse huurrijtuigen tweede
klas, zou ik daar even geestdriftig op
zijn ingegaan.
Als ik maar rijden kon
Later liep ik naast von Queiss door
de hal van de kazerne. Op een verho
ging stonden links en rechts grote gla
zen kasten met historische wapenrok
ken van het regiment, de wapens uit
de laatste oorlog en allerlei andere
souvenirs.
Aanvankelijk had ik steeds het ge
voel gehad, dat ik hier feitelijk een of
ander eerbewijs moest brengen, maar
thans begon ik Queiss gelijk te geven.
Ik was eerlijk ontsteld geweest, toen
ik een paar officieren voor de eerste
keer had horen spreken ovr het „Ula-
nen-aquarium", maar het was werke
lijk een slag voor mijn gevoel als sol
daat, toen Queiss verklaarde, dat der
gelijke dingen in een panopticum
thuishoorden en niet in een kazerne.
Als de opvoeders er niet in slaagden
een levende geest in de jonge man
schappen op te wekken en gaande te
houden, dan kon deze gemummifi
ceerde traditie dat ook niet verhelpen.
Volgens hem stompte dit maar af en
maakte het iemand ongevoelig voor
de uitwerking van echte geestdrift.
Midden op de brede, uitgelopen
trappen bleef Queiss staan. „Lieve
help, ik geloof, dat daar iets vreselijks
aankomt." Er kwam een pompeus
uitgedost man aan, die een lange, zil
vergrijze mantel met vangsnoeren
droeg en een pet, waarvan de gouden
band bestikt was met zwarte ade
laars.
„Misschien iemand van het panop
ticum met een aanbod." „Veeleer de
concurrentie", merkte Queiss grim
mig op. „Dat is een koerier van het
hof en ik ben een boon, als die niet
met uitnodigingen komt van de hof
maarschalk. De dragonders en het
eerste regiment Ulanen nemen met. de
Gardeïnfanterie aan een brigadema
noeuvre deel en nu wordt alles erbij
gehaald wat op de een of andere ma
nier tot de Garde behoort en benen
heeft." Een wilde hoop, vermengd met
een zalig voorgevoel, maakte zich
van mijn jongenshart meesier.
„Een hoifbal? Zouden misschien ook
vaandrigs.
Queiss schoot in een lach: „Als er
bijzonder veel figuranten nodig zijn,
die dansen kunnen, komt dat wel eens
voor en daar ziet het thans wel naar
uit. Er is ergens zo'n Roemeense Ho-
henzollem in Berlijn op het ogen
blik."
(Wordt vervolgd)
ONDER DE GEESTELIJKE LEIDERS in Amerika groeit de overtuiging
dat de doodstraf niet alleen onmenselijk en barbaars is, maar bovendien geen
doelmatige preventieve werking heeft. In de afgelopen vier jaar hebben elf
belangrijke kerkelijke gemeenschappen zich openlijk voor de afschaffing van de
doodstraf uitgesproken. Het zijn de Episcopaalse Kerk, de Methodist Church,
dc verenigde Presbyterianen, de Evangelisch-Lutherse Kerk, de „Discipelen van
Christus", de „Kerk der Broeders", dc Baptisten en nog vier Protestantse en
Joodse kerkgenootschappen.
OOK OP interkerkelijk terrein wordt
strijd tegen de doodstraf gevoerd, en wel
door kerkraden in de staten New York,
Pennsylvania, Massachussetts, Californië,
Illinois, Nevada en Nebraska. Hoewel de
rooms-katholieke kerk haar standpunt in
deze kwestie nog niet officieel kenbaar
heeft gemaakt, nemen verscheidenen van
haar geestelijken en lidmaten actief deel
aan de campagne tegen gaskamer, galg en
elektrische stoel.
Eén van hen, Donald E. J. MacNamara,
is president van het Amerikaanse verbond
tegen de doodstraf en de bisschop-coadju
tor van Chicago, Bernard J. Sheil, is voor
zitter van een comité dat streeft naar de
afschaffing van de doodstraf in de staat
Illinois.
In een zojuist verschenen boek, waarin
de Engelse advocaat James Avery Joyce
aandacht vraagt voor dit probleem, wordt
een ooggetuigeverslag gegeven door de
Sing-Sing-directeur Lewis E. Lawes van
de doodsstrijd van een aantal veroor
deelden die geëlektrocuteerd werden..
Niet iedereen in de Verenigde Staten is
tegen de doodstraf. De meest invloedrijke
voorstander van strafrechtelijke levensbe
roving is Edgar Hoover, ouderling van de
verenigde Presbyteriaanse Kerk en direc
teur van het Federal Bureau of Investiga
tion, federale recherche. Hij baseert zijn
6567. Swoppie waste zich, trok zijn kle
ren aan en ontbeet. Toen pakte hij zn
hark, trok de deur achter zich dicht en
liep met de andere kabouters mee.
Die keken wel erg verbaasd op, toen ze
Swoppie zo vroeg en mooi op tijd op de
akker zagen. Dat waren ze niet van hem
gewend! Maar ze lieten niet merken, dat
ze er eigenlijk 'n beetje om moesten
lachen.
Dat moet vast 'n vergissing zijn!
fluisterde een kabouter grinnikend.
Ja', smuuspelde een ander. Morgen
zal het wel weer het ouwe liedje zijn!
In Londen heeft de Parijse couturier
Pierre Balmain thans zijn speciaal voor
de Engelse vrouw ontworpen voorjaars-
en zomercollectie getoond. Dit pakje,
dat gedragen wordt door stermanne
quin Maggy Clarysse, is gemaakt van
houtskoolgrijze zijde. Het hoedje is van
zwart fluweel, afgezet met een brede
rand van witte struisvogelveren.
overtuiging op de passage in Exodus: „Een
leven voor een leven, oog om oog, tand
om tand".
De raad van Hoovers kerk heeft echter
in mei 1959 met overweldigende meerder
heid een resolutie aangenomen, waarin
verklaard wordt, dat „de doodstraf door
geen enkel Bijbelcitaat kan worden ver
goelijkt".
Naar Jesus' woord
DE PRESBYTERIAANSE kerkeraad ging
hierbij uit van Jezus' woorden die, zo
meent de raad, „ons glashelder aantonen
dat wij als christenen de verlossing van
de zondaren en niet hun dood moeten
wensen".
Andere argumenten die door diverse
kerkelijke gemeenschappen gebezigd wor
den zijn onder meer:
- 1. De statistieken hebben de theorie om
trent de waarde van de doodstraf als af
schrikwekkend voorbeeld ontkracht. In de
negen Amerikaanse staten die deze straf
hebben afgeschaft ligt het aantal moorden
niet hoger, in de meeste gevallen zelfs
lager dan dat in de 41 staten waar de
doodstraf nog van kracht is.
2. De doodstraf wordt niet op de juiste
wijze gehanteerd. Van de duizenden, die
jaarlijks schuldig worden bevonden aan
moord, aanranding of andere vergrijpen
waarop de doodstraf staat, wordt slechts
twee percent naar gaskamer, galg of stoel
geleid.
De bestrijders van de doodstraf voeren
aan dat de mensen die ingevolge een rech
terlijk vonnis van het leven worden be
roofd „veelal degenen zijn, die niet over
voldoende middelen beschikken om met
hun verdedigers het spel van gratiever
zoeken en uitstel te spelen, of die het
slachtoffer zjjn van een kunstmatig aan
gevuurde openbare mening".
3. Er zijn vele gevallen geweest waarin
later bleek dat de geëxecuteerde onschul
dig was.
4. De gemeenschap is door straffen als
levenslange opsluiting voldoende be
schermd. Een dergelijk vonnis laat boven
dien de weg open voor eventuele reclas
sering en rehabilitatie.
5. Voor een misdrijf waarop de doodstraf
staat, zijn vaak zeer moeilijk waterdichte
bewijzen te leveren.
T egenar gumenten
Hoover en vele andere leden van de
Amerikaanse uitvoerende macht bestrijden
deze argumenten. Zij zijn van mening dat
de vrees voor de doodstraf velen wel de
gelijk weerhoudt van het plegen van hals
misdrijven en dat de gemeenschap recht
heeft op deze bescherming, zelfs al zou dit
in sommige gevallen tot gerechtelijke dwa
lingen leiden.
DE TEGENSTANDERS van de dood
straf hebben met hun acties de laatste
jaren weinig vooruitgang geboekt. Hun
laatste overwinning behaalden zij in 1958
in Delaware. Sindsdien hebben tenminste
vierentwintig staatsregelingen in de Ver
enigde Staten de door kerkelijke instel
lingen gesteunde voorstellen tot afschaf
fing van de doodstraf afgewezen.
De praktijk is echter, dat de doodstraf
geleidelijk in onbruik raakt. In de dertiger
jaren werden in Amerika jaarlijks 167
mensen ter dood gebracht. Dit gemiddelde
daalde in de jaren veertig tot 128, en
zakte in de periode 1960 tot 1960 tot on
geveer 74 per jaar. In 1958 werden 48
executies geregistreerd, in 1959 49 en in
1960 57.
De „Britsh Medical Journal" maakt
melding van een hardnekkig geval van
verslaving aan benzinedamp door een
jonge vrouw uit Londen. „Zij raakt be
schonken door het gebruik van benzine
zij snuift het," aldus het Engelse
artsenblad. „De vr6uw in kwestie be
gon reeds als vijftienjarig meisje met
het snuiven aan de lonten van siga
retten-aanstekers. Thans doopt zij haar
zakdoekje in de benzinetanks van ge
parkeerde auto's."
Artsen in Birmingham dachten dat
zij de vrouw genezen hadden toen zij
erin geslaagd waren haar vier maan
den lang benzinedamp te onthouden,
toen zij een gevangenisstraf wegens
diefstal moest uitzitten. Maar direct
nadat zij was vrijgelaten gaf zij zich
weer over aan het dampmisbruik.
„Zij wilde, niet genezen worden, zij
zei dat zij haar benzineroes niet wilde
missen," aldus het blad.
Advertentie
Kunt u er niet voor naar
bed? Leg dan THER-^j^
MOGÈNE watten op
de pijnlijke spieren.
De weldadige
warmte verlost u
van uw kwaal, ter-
wijl u gewoon aan
uw werk blijft.
STILT PIJN DOOR WARMTE'
Voor de inwoners'van Las Palmas op de
Canarische eilanden zal het kerstfeest nooit
meer helemaal worden zoals het altijd ge
weest is. Een van de plezierigste kerst
tradities op het eiland is verdrongen door
een verkeerslicht.
Bijna 20 jaar lang plachten automobilis
ten en andere weggebruikers tijdens de
kerstdagen met kleine en grote geschenken
hun dank te betuigen aan Gregorio Betan-
court. de „vrolijke agent".
Betancourt stond steeds op een druk
punt in de stad het verkeer te regelen en
galmde daarbij vrolijke liedjes over de
straat. Hij groette altijd alle kinderen en
als hij het verkeer tot staan moest bren
gen riep hij met een sonore baritonstem
„Ik kan er echt niets aan doen, maar het
zal niet zo lang duren!"
Met de kerstdagen deponeerden Grego-
rio's „cliënten" hun kerstgeschenken op de
hoek van „zijn" straat, zomaar in de bran-
dendë zon: kersttaarten, flessen wijn, pas
teien, varkens- en schapebouten en tal van
andere exquise eet- en drinkwaren.
En terwijl Gregorio onder zijn rose-en-
witte parasol het verkeer stond te regelen,
groeide de berg geschenken tot een stapel,
die allengs te groot werd voor de stoep
alleen, zodat men er met een boog omheen
moest rijden.
Twee agenten hielpen de dag voor Kerst
mis Betancourt met het weghalen van de
giften. Er moest altijd een vrachtauto aan
te pas komen en na de dienst werd Grego
rio Betancourt dan het kerstmannetje. Dan
deelde hij zijn geschenken uit aan ajmen,
aan ouden van dagen en aan wezen.
Gregorio heeft nu een andere functie ge
kregen. Op de plaats waar hij sinds 1942
met zang en vrolijkheid een beetje orde
schiep op straat, staat nu een kil stoplicht
met zijn rode oog te knipperen.
ooi3
42. De Dienomaat was tot voor kort nog een voor
beeld van juist gedrag en goede manieren geweest,
maar sinds Professor Kalker hem met Jolliepops dro
men had behandeld was hij door het dolle heen ge
raakt. De manier waarop hij Agent Ploftoeter behan
delde was daarvan een sprekend voorbeeld. De diender
beschikte over vastberadenheid, wapentuig en kennis
van judo-grepen, maar geen van alle kwamen hem nu
te pas. „In naam der wet," bracht hij nog uit; de ro
bot echter snauwde: „Weg jij" en zond hem op een
luchtreis, terwijl hij zelf het machtige motorrijwiel
greep. Dat was één bonk machine, louter kracht en
snelheid, en de Dienomaat gromde van voldoening toen
hij er op weg raasde door. de nacht. Agent Ploftoeter
gromde ook, maar dat was meer van akeligheid. Zelfs
het feit, dat hij zacht in Raapkens' overheerlijke toma
ten terecht kwam stemde hem niet dankbaar, want aan
zijn trots als vakman was een zware slag toegebracht.
En voordat hij zich herstellen kon werd hij verwijtend
toegesproken door de geleerde Kalker. „Hoogst merk
waardig," zei deze, „werkelijk hoogst merkwaardig hoe
weinig respect men tegenwoordig voor de wetenschap
heeft! Zelfs zo'n agent, die toch beter moest weten,
springt hier naast me in dit rijpe fruit, en dat terwijl
ik aan het denken ben! Zie je dan niet, agent, dat ik
wetenschappelijk doende ben? Er is me juist te binnen
geschoten wat ik uit moet vinden! Ik moet een machine
uitvinden waarmee men machines stil kan zetten. Dan
kan ik die robot onschadelijk maken. Er zijn trouwens
nog wel andere toepassingen voor in onze maatschap
pij. Hoogst merkwaardig dat ik daar niet eerder aan
heb gedacht!"
Ook in het hoge noorden van Scandi
navië is thans de televisie doorgedron
gen. Dezer dagen werd in het huis van
een Lappengezin in Aividsjaur het
eerste toestel geïnstalleerd. Rond het
open houtvuur in het midden van het
woonvertrek geschaard, beoefenen de
gezinsleden nu met grote geestdrift het
..kassie kijken", dat hun mogelijk ge
maakt is door een steunzender die de
Zweedse t.v.-programma's relayeert.
WENEN De Hongaarse regering heeft
de hotels en restaurants in de hoofdstad
Boedapest volgens nieuwe categorieën in
gedeeld, aldus het communistische dagblad
„Esti Hirlap". De hoogste trap wordt inge_
nomen door de zogenaamde super-klasse
gelegenheden. waartoe onder andere de
hotels Astoria. Duna, Gellert en nog een
zestal andere behoren. Het verschil tussen
deze en andere hotels respectievelijk res-
turants bestaat niet alleen in de prijzen,
maar ook in de meer dan normale service
die men er biedt. Zonder een enkel woord
van verontschuldiging of verklaring schrijft
het communistische blad dat dergelijke
super-etablissement, „een portier moeten
hebben om gasten te ontvangen." In de
restaurants dienen er naast de hoofdchef
nog twee chefs de réception te zijn, die ten
minste twee talen beheersen. De tafels
moeten met damast gedekt zijn en bij het
serveren van de gerechten moet de Franse
methode worden gevolgd, dat wil zeggen:
de kelner dient de gerechten op het bord
van de gast te serveren. Koude dranken
moeten in een koelemmer worden opge
diend en de kelners zijn verplicht, avond-
costuum te dragen
Een grote hap die uit een taart in een
beroofde levensmiddelenwinkel in Jeruza
lem was genomen, heeft» tot de arrestatie
geleid van een snoeplustige vijftienjarige,
die inmiddels een serie andere diefstallen
bekend heeft. De afdruk die het gebit van
de snoeper in de taart had achtergelaten,
duidde op grote ruimten tussen zijn tan
den. Van de afdrukken in de taart werd
een gipsen afgietsel gemaakt en een tand
arts vergeleek dit afgietsel met de gebit
ten van een aantal potentiële verdachten.
De vijftienjarige jongen viel daarbij door
de mand. Hij bekende, etenswaren tot een
aanzienlijk bedrag gestolen te hebben.
55-20
55. „Kom, Pelli, nu moeten we alleen nog maar het schip verven, dan
kunnen we zee kiezen!" „Kijk nu eens, de kleintjes hebben alles al geverfd,
dat had ik niet eens gemerkt. Alleen de schoorsteen moet nog een kwastje
hebben, maar dat is gauw klaar!" Pingo heeft een paar zaadkorrels be
machtigd en zegt, „het zal me benieuwen wat daar van op zal komen".