I Rendez-vous met het verleden HET LUIE KABOUTERTJE LEKKER LEZEN IN BED PANDA EN DE DIENOMAAT ■- Nieuwe Britse passie ontdekt: P o li e Ons vervolgverhaal DOOR CLEMENS LAAR HOE GENEEST EEN WOND Strafpleiter van film sterren overleden Huisje van papier '"Hoe is het ontstaan?^ WOENSDAG 3 JANUARI 1962 9 „Maar, vader Pauschke, ik zou toch evengoed „Weefcellen" In étappes Eén man - een vrouw Dit woord KINNEBAK 60. „Nu, Opa Schildpad, u wordt heel hartelijk bedankt om zo te zeggen zijn we nu van stapel gelopen de rest kunnen we nu alleen af!" „Ach, lieve help! Slokop wordt zeeziekl Neemt u die liever mee aan land, Opa!" „Heel, veel dank, voor alle hulp, lieve vrienden, als we elkaar terugzien, houden we weer een vergadering. En geef Slokop, als hij weer op zijn benen staat, maar een flinke lepel wonderolie!!" r*? - V'. sr ■- - - 13) Aarzelend was ik voor Bayard gaan slaan. Hij wachtte mij wrevelig op, maar beperkte er zich toe, mij met zijn kromme neus een mep onder mijn kin te geven. Ik wilde tegen hem beginnen uit te pakken, maar toen riep Pauschke mij toe: „Nu niet kwaad worden. Doe nu zo, alsof u dat koud laat. Lach eens te gen hem." Dat leek me nogal dwaas, maar ik was zo hulpeloos geworden, dat ik het werkelijk deed. Het was geen erg mooie lach, maar het effect was buitengewoon. Bayard, die zijn tan den blootlegde en naar mijn schou der mikte, hield midden in die be weging op. Langzaam sloten zich zijn gekrulde kamelenlippen. Hij scheen nog meer verbaasd te zijn dan ik. „En klop hem nu eens op zijn hals. Maar gauw, voordat hij weer tot zichzelf komt." Het was al te laat. Bayard was zichzelf weer meester en ik kon nog maar net op tijd mijn hand in veilig heid brengen. „Nu, laat hem voor vandaag maar met rust." Toen wij achter de slaperig voort sukkelende ruin de manege verlieten, merkte ik mopperend op: „Het is een geweldig paard, dat is zeker, Pauschke. Als u daar prijs op stelt, dan geef ik dat met plezier toe. U hebt volkomen gelijk gekregen. Maar nu moet u mij wel eens ver tellen, waarom u zo geheimzinnig met dat paard omgaat? U ziet maar rus tig toe, hoe hij telkens brokken maakt „Waarom zou hij dan niet mogen doen? Als hij daar nu plezier in heeft. Mijn kleine mag toch ook wel eens een pretje hebben „Dat kunt u toch niet ernstig me nen, wachtmeester Pauschke. Zeg nu eens in gewoon Duits en duidelijk, waarom u die Bayard algemeen laat doorgaan en behandelen als een halve invalide, terwijl u heel goed weet, dat hij dat juist niet is, integendeel?" Hij bleef stilstaan. Het scheen hem moeilijk te vallen met de waarheid voor de dag te komen. Eindelijk ech ter gromde hij: „Och, kijk, vaandrig. U hebt daarstraks gehoord, wat ik op het punt van vrouwen en paarden te zeggen had. Denkt u nu dat een van de heren van ons regiment dat van mij zou aannemen? Wie gelooft de oude Pauschke, als die zegt, dat rij den een kwestie van gevoel is. Jaze ker, er zijn wel een paar van de jonge heren, die er misschien nog- eens achter zullen komen. Later. Maar waarom zou ik me eerst laten uitlachen." „Ik heb toch ook eerst gelachen. Maar als u hun Bayard voorrijdt, zo als u met mij gedaan hebt „Dan zouden ze het allemaal zo wel willen doen, maar zij zouden niet tot de ziel van het rijden doordrin gen. Zij zouden mijn kleine alleen nog maar gekker maken, dan hij al schijnt, en nu heeft hij, alles bijeen genomen, in alle geval zijn rust. Nee, voor de anderen is Bayard niet ge schikt Hij streek onbehaaglijk over zijn baard. Toen gaf hij eindelijk toe: „Ja maar, u zou het kunnen, vaan drig. De hemel heeft u niet alleen een uniek zitvlak gegeven, maar ook een goedgericht ruitersgemoed geschon ken. Misschien speelt u het klaar „Maar hoe? Hoe?" Hij haalde slechts de schouders op. Van de andere kant brandde ik weer van ongeduld. Morgen, vrijdag, wilde Pauschke 's middags al met het paard en mij aan het werk gaan. De manege zou dan leeg zijn, daar de manschappen dan eskadronsge- wijs naar de douchebaden in de Lehrter Strasse zouden gaan. Was het maar vast vrijdag! Op de tafel van mijn smalle vaan drigskamer lag een grote envelop. Ik scheurde hem open en kon plot seling nu niet eens meer wachten tot het zaterdagavond was. Vaandrig Kaspar Godeysen was op geroepen voor het hofbal! Een bevel? Nee, een uitnodiging. Daat stond het zwart op wit en ver guld op snee: „De keizerlijke hof maarschalk neemt de vrijheid in op dracht van Hunne Majesteiten.uit te nodigen voor het bal". Ik zat dronken van vreugde voor mijn tafel met het verbleekte kleed pluche natuurlijk liet het hoofd in mijn handen rusten en bestudeer de met brandende ogen de invitatie. Het is niet te zeggen, hoe lang ik zo bleef zitten en pas later, toen ik tot de ontdekking kwam, dat er ook nog een gedrukt vel met instructies bij de uitnodiging behoorde, werd ik er mij van bewust, dat ik al die tijd wellicht beter had kunnen ge bruiken om dat ingewikkelde druk werk te bestuderen. Het begon heel eenvoudig: „Dames in lange gedécolleteerde japonnen". „Heren in burger, rok". „Militairen, hofbaluniform". Dat was duidelijk, maar toen werd het lastiger. Het ging over de voor rang voor de verschillende entree poorten en op het eerste gezicht meende ik eruit te kunnen opmaken, dat voor mij ingang V gold. Maar misschien was ik ook wel in de war omtrent de klasse, waartoe ik behoorde. In alle geval moest alles nogeens grondig bestudeerd worden. Het programma was niet zo inge wikkeld. Het hoofdpunt sprong mij direct in het oog: „10.15. Souper aan buffetten". Maar toen kwam er iets raadselachtigs: „Grd. Ctge". Wat had dat voor de drommel te bete kenen en wat had dat te maken met de „opstelling", die daarop volg de? Langzaam werd het mij duidelijk en dat was tenslotte ook aanne melijk dat men bij een hofbal niet door de witte zaal kon flaneren als op een burgerbal of een schut tersfeest. Maar dat men voor de ge heimzinnige procedure „Grd. Ctge". een zekere discipline voorgeschreven kreeg, dat leek mij toch te ver te gaan en temperde mijn geestdrift een weinig. Men moest dus ver schrikkelijk goed oppassen. De kant bij de muziekkapel was gereserveerd voor „de heren diplomaten" 't bal zaalgedeelte voor de „haut pas" wat was dat nu weer? uitslui tend voor de vorstelijke personen, de venstergalerij voor de stafofficie ren, het gedeelte links van de „haut pas" voor de excellenties. Voorlopig gaf ik het op. In mijn dromen van die nacht draafde Ba- yard rond met ontblote tanden en aan zijn linker voorbeen droeg hij een merkwaardig merkteken met zich mee: de letters „Grd. Ctge". Eerste-luitenant Queiss had de vol gende dag veel plezier, toen ik hem mijn zorgen toevertrouwde. Een he le geruststelling was het te horen, dat het gebruikelijk was, de heren, die voor de eerste maal de parket vloeren van het hof betraden, een „officiersprotector" zo heette dat werkelijk mee te geven om hen voor alle onheilen te behoeden. De ze „officiersprotector" bleek niet een nieuwe leidraad te zijn en ook geen militaire dansinstructie, maar een oudere kameraad. In mijn geval was dat Queiss; de commandant had dat al geregeld, zodat ik mijn comman dant voor een buitengewoon verstan dig man begon te houden. Queiss weigerde al mijn dringende vragen te beantwoorden, want zo drukte hij zich uit dat zou neerkomen op een cursus in hofdressuur, die verscheidene weken lang zou duren en bovendien was dat overbodig, want mijn functie op een hofbal volgde ongeveer vlak achter die van een spijker, waarmee de tapijten werden vastgehouden. Daar hij ech ter wel begreep, dat ik niet meer zou kunnen eten, drinken, slapen of dienst verrichten, openbaarde hij mij tenminste het geheim van de letters „Grd. Ctge". „Dat betekent Grand Cortège en dat wil zeggen grote in tocht der majesteiten in tegenstelling tot de kleine intocht. Voor elke vorm van intocht is een bepaald ceremo nieel voorgeschreven, zowel voor de deelnemers alsook voor de gasten. Voor de gasten komt dat hoofdza kelijk neer op de rangorde bij de opstelling en dat kan ons onver schillig laten, want men perst zich natuurlijk toch ergens in een afge legen hoek. Heeft u trouwens al in de motten uit uw galabroek ver jaagd?" Ik kon hem moeilijk zeggen, dat de motten in mijn galabroek maar een onrustig bestaan leidden, daar ik ze om de andere dag streelde en over ze droomde. Het was trouwens een kle dingstuk, dat ook andere stervelingen tot dromen verleid zou hebben. Zwart met een brede fluwelen strook van donkerrood en met goud geborduurd. (Wordt vervolgd 7677 Maar behalve het ongemak van de regen kwam er nu nog iets vervelends bij Alle kabouters vatten een kou, doordat ze zo door en door nat geworden waren. „Hatsjie! Hatsjoe! Tsjoe! Klonk het van alle kanten. De hele weg naar huis bleven ze niezen. Ach, wat wa ren ze opeens verkouden geworden! Ze konden geen woord meer spreken met el kaar Als er één iets zeggen wou, moest hij direkt weer proesten. Toen ze in hun dorp terug waren, voelden alle kabou ters zich zo ziek, dat ze maar meteen naar bed gingen Amerikaanse geleerden ontdekten wondhelende „X-hormonen" NA LANGDURIGE onderzoekingen op het gebied van het proces der wond- genezing zijn Amerikaanse geleerden tot de conclusie gekomen dat de lichaams weefsels rond een verwonding een geneeskrachtige hormoon produceren, dat volgens hen onmisbaar is voor de heropbouw van de beschadigde of de ver nielde cellen. Deze onderzoekingen zijn verricht onder auspiciën en met gelde lijke steun van de Amerikaanse vereniging voor kankerbestrijding en de aan leiding ertoe was het feit dat niet-genezende wonden een karakteristiek ver schijnsel zijn van bepaalde kankersoorten. AAN HET ONDERZOEK nam een team van geleerden van de universiteit van Oregon deel. Men ontdekte dat het hor moon in kwestie niet in de wonde zelf, of in meer verwijderde endocrine klieren of organen gevormd wordt, maar in de onmiddellijke omgeving van de wond. Waargenomen werd, dat de weefsels rond om de verwonde plaats een bepaalde stof afscheiden. Dit proces begint kort na het ontstaan vande verwonding en gaat in stijgende lijn totdat de produktie van de geheimzinnige stof. die men voorlopig het „X-hormoon" genoemd heeft, op de vijf de dag haar hoogtepunt bereikt. Daarna treedt geleidelijk een vermindering van de afscheiding in tijdens de volgende ander halve maand. Tevens kwam vast te staan dat het chemische en fisiologische proces Jerry Giesler, een der befaamdste straf pleiters van de VS, is op 75-jarige leef tijd in Hollywood overleden. Giesler was vele jaren lang de rechl^ij-hand van vele filmsterren en van divers onderwereldfi guren die met de rechter in aanraking kwamen. Sings 1959 waren zijn activitei ten reeds aanzienlijk in omvang beperkt als gevolg van een hartkwaal. Giesler, een kleine en weinig indrukwek kende man, verdedigde o.m. zaken voor Charlie Chaplin (uitwijzing als vreemde ling met communistische sympathieën), wijlen Errol Flynn (aanklachten wegens zedendelicten), gangster Mickey Cohen (moord), filmacteur Robert Mitchum (mis bruik van narcotica), Lana Turner en Ma rilyn Monroe (echtscheidingen) en Cheryl Crane, een minderjarige dochter van La- na Turner (aanklacht wegens moord). Gieslers specialiteit waren misdaden ge pleegd uit hartstocht. Ziin bijzondere suc cessen in dit soort zaken maakten hem tot Hollywoods beroemdste en best betaalde jurist die van sommige zijner cliënten ho noraria van 50.000 dollar (circa 180.000 gul den) kon vragen. der wondgenezing in verscheidene etappes verloopt en dat het in elk van deze etappes kan worden onderbroken en stopgezet. IN EEN DOOR de Amerikaanse Vereni ging voor kankerbestrijding gepubliceerd rapport wordt voorts vérklaard dat na her haalde heropening van de wonde, of na andere chirurgische ingrepen ter plaatse met tussenpozen van enkele dagen het ge nezingsproces zeer snel verloopt. De snel heid van dit proces vermindert naar ge lang er meer tijd verstrijkt tussen de ach tereenvolgende ingrepen. Als de kunstma tige „nieuwe" wond niet precies samen valt met de plaats van de oorspronkelijke verwonding, verloopt het helingsproces in een normaal tempo. Daaruit hebben de medici van Oregon University de conclu sie getrokken dat deze bij voorkeur met een tussenpoze van ten hoogste een week dienen te gebeuren, teneinde zoveel mo gelijk profijt te putten uit de periode, waar in de dptimale hoeveelheid X-hormoon ge produceerd wordt. Uit het onderzgejy is verdgr geb! dat de bmdweefselvormende cellen ir te hoeveelheid rond de wpnde-ont^aan éér dag nadat de wónde is^fcégebrachf. Di1 :n, ;ro- één Dit zijn jonge cellen die de vezelstoffen tus sen de lichaamscellen en de vloeibare stof welke de cellen bijeenhoudt, „weven". In sommige gevallen ontstaan hierbij de vas te en harde weefselranden die de „litte kens" vormen. In andere gevallen bevor deren zij de verjonging en vervanging van vellen zonder dat er een zichtbaar litte ken ontstaat. HET VERSLAG vermeldt voorts nog dat bepaalde vitaminen en in het bijzonder vitamine c bij dit proces onmisbaar zijn. Heeft een patiënt een acuut tekort aan dit vitamine dan vormt zich geen of nagenoeg geen nieuw weefsel en komt de genezing van een wond tot stilstand. Vol doende eiwitstoffen zijn eveneens absoluut noodzakelijk in elke etappe van de wond genezing. In geval van sterke stralingen, zoals deze zouden kunnen voorkomen in een atoomoorlog, blijft het genezingspro ces normaal verlopen tot de achtste dag na de blootstelling van een patiënt aan de straling. Het proces wordt onderbroken van de achtste tot de zestiende dag, maar wordt daarna weer normaal. De geleerden leiden hieruit af dat in geval van een atoomramp de verwondingen zoveel moge lijk onmiddellijk moeten worden behandeld en verzorgd en wel voordat de produktie van de wondhelende X-hormoon onderbro ken wordt. HET NIEUWSTE snufje op woning- gebied is dit ogenschijnlijk simpele vierkamerhuisje, dat sinds enkele da gen in Amerika te zien is en dat geheel uit papier en golfkarton is opgebouwd. De voornaamste bouwelementen zijn een soort honingraten van geperst pa pier (foto rechts) dat diverse speciale en strikt geheim gehouden behan delingen heeft ondergaan om het be stand te maken tegen vorst, regen, wind en andere klimatologische invloe den. De vijf centimeter dikke papie ren buitenmuren zijn volkomen water- '.icht en bieden bovendien volgens de fabrikant een ideale isolatie te gen kou en hitte. Het dak en de binnen muren zijn raatvormige eenheden van geprepareerd papier, bedekt met neo- prene en andere kunststoffen. Nergens in dit huis zijn spijkers, schroeven of andere mechanische bevestigingsmid delen gebruikt: alle verbindingen zijn gekit met nieuwe lijmsoorten. Het huis rust op papieren zuilen die in de grond worden verankerd in roestvrij stalen bussen en gevuld worden met zand. Het hier afgebeelde prototype heeft geen vensters, maar het dak is ten de le transparant en kan voldoende dag licht doorlaten. De bouwmaterialen zijn ontwikkeld door een Newyorkse firma, de Parametrics Research and Development Corporation, de architect is de heer Bert Anderson, die beide hoge verwachtingen koesteren van dit revolutionaire project. Bij fabriekmati ge produktie zou het papieren huisje, dat speciaal voor onderontwikkelde landen bedoeld is, maar ook als bui tenhuisje kan dienen, ongeveer 3600 gulden gaan kosten. Nieuw Arti-bestuur. Op de jaarverga dering is het bestuur van de maatschappij „Arti et Amicitiae" voor 1962 als volgt samengesteld: Geurt Brinkgreve, voorzit ter; Jacob Kuijper, tweede voorzitter; K. Heynsius, secretaris; A. P. van Mever, pen ningmeester; Theresia van der Pant, twee de secretaris. DE INGEZONDEN stukkenrubriek van de statige Londense „Times" wemelt de laatste tijd van brieveri over een zeer brandend probleem: Hoe moet men het klaarspelen, 's winters in bed te lezen zonder ijskoude handen en armen te krij gen I Een lezer geeft als antwoord: braille leren. Hij citeert wijlen Lord Grey, die bijna geheel blind geworden is en eens gezegd heeft: „Jullie mensen kunnen niet in bed lezen nis het koud is, maar ik heb er geen last mee, ik houd het boek onder dè tlekens". EEN ANDERE LEZER stelt voor: „Doe wat wij als schooljongens deden lees bij het schijnsel van een zaklantaarn onder de dekens". Aanleiding tot de brievenlawine was een artikel in de Times van Lord Birkett, waar in deze de genoegens van lezen in bed uit eenzette. „Het zou degenen onder ons, die niet van centrale verwarming houden een grote dienst bewijzen wanneer His Lord ship of een vriendelijke lezer ons zou uit leggen hoe men dit (lezen in bed) kan doen zonder dat handen en schouders gevoel loos van de kou worden", zo schreef een lezer. Lord Birkett antwoordde dat hij dankzij een dikke trui, een elektrische deken en 47. Toen Jolliepop eenmaal was teruggekeerd in Huize Hobbeldonk, begon zijn vertwijfelde stemming al spoe dig op te klaren. Daartoe werd niet weinig bijgedragen door het feit, dat hij zijn slaapkostuum nu kon ver wisselen voor de stemmige kledij, waarin hij gewend was zijn taken te vervullen. Hij overtuigde zich er van, dat zijn uiterlijk de toets der kritiek weer kon door staan, en hierdoor voelde hij zich niet weinig gesterkt. „Niets is beter voor het moreel dan een correcte ver schijning te zijn," dacht hij tevreden. „Men moet nog overwegen, of men zijn ontslag aan ons aan zal bie den, maar dat hoeft niet te verhinderen dat men inmid dels zijn plicht doet en alvast de das uitzoekt die wij vandaag zullen dragen. Dit is een zaak van diep over leg en verfijnd afwegen," zo dacht hij verder, toen hij zich in Panda's kleedkamer bevond. „Wat kan het zijn vandaag? De grijsgestipte? Past die aan bij de stem ming van de dag, of zou het bruine streepje beter zijn?" Hij was zo in dit ernstige vraagstuk verdiept, dat hij niet merkte hoe er achter hem een venster open werd geschoven en een sinistere figuur naar binnen klom. De verrassing was dan ook volkomen, toen de Dienomaat plotseling een kakelende mechanische lach liet horen en zich op hem en de dassenverzameling stort te. „Das uitzoeken! Das uitzoeken!" knerste de robot kwaadaardig, terwijl hij in de keurcollectie een schier onherstelbare schade aanrichtte. „Hiep hoera, gekke das uitzoeken voor gekke baas!" Waar haalt zo'n machine het vandaan? zou men willen vragen. Helaas, wij kennen het antwoord. een kruik nooit last van de kou had. Een lezer liet weten dat hij gewoon was om, als hij eenmaal in bed was gestapt, zijn kamerjas achterstevoren aan te trekken en boven de dekens te draperen. „Bij bijzon der koud weer zijn wanten van onschat bare waarde", zo voegde hij eraan toe. ANDERE BRIEFSCHRIJVERS vragen zich af hoe het komt dat er blijkbaar zo veel Britten zijn die in bed wensen te le zen. „Zijn dat misschien de mensen die in hun huiskamers nog zo'n heerlijke open haard stoken, waarbij men altijd moet zit ten rillen van de koude?" oppert een hun ner, „want in dat geval zou het begrijpe lijk zijn dat zij al hun vrijetijdsbesteding naar het bed verpla'atsen". In Centraal Afrika heeft men een nieuwe leuze aanvaard. De nationalisten hebben jarenlang geëist „één man één stem". Thans hoort men: „één man één vrouw". Dit is het voornaamste resultaat van een conferentie in Limbe, in Nyassaland, waar 120 vrouwelijke afgevaardigden uit zeven Afrikaanse landen haar positie in de sa menleving hebben besproken. Vele vrou wen maakten voetreizen van dagen om de conferentie bij te kunnen wonen. Velen droegen daarbij haar babies op haar rug. Op de bijeenkomst werden resoluties aan genomen, die er op neerkwamen, dat het beginsel van een man, door een blijvende huwelijksband met een echtgenoot verbon den, de enige basis voor een gelukkig ge zinsleven is. In de resoluties werd tevens vastgesteld dat de Afrikaanse vrouw recht heeft op een goede opvoeding, zodat zij de haar toe komende plaats in de moderne Afrikaan se gemeenschap kan innemen. Kinnebak is een samenstelling van kin en bak, het laatste woord in de betekenis wang, die het Duitse Backe ook heeft. Datzelfde woord bak vindt men ook in ba kkebaard, een baard langs de wangen en in bakkes. Kinnebak betekent: onderkaakbeen, kakement. Men vindt daarnaast het woord kinnebakkes, dat wel beschouwd kan worden als een populaire vervor ming, waarin het niet meer begrepen woord bak werd vervangen door het wel begrepen woord bakkes. Eigen aardig is dat het woord k i n oorspron kelijk óók wang betekende, zodat in het woord kinnebak het begrip wang tweemaal is uitgedrukt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9