Rendez-vous met het verleden I HET LUIE KABOUTERTJE Dr. J. Somer houdt opruiming in zijn voorraad oorlogsgeheimen Medische vorsing boekte in 1961 nieuwe successen PANDA EN DE DIENOMAAT Polle, Pelli en Pinöo Ons vervolgverhaal DOOR CLEMENS LAAR EX-HOOFD VAN INLICHTINGENDIENST IN LONDEN GAAT MET PENSIOEN Wat Amerika nodig heeft MAANDAG 8 JANUARI 1962 Veel geluk gehad Tip voor maanreizigers Av v iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii i 17) 5 Nadat Bayard de waterteren even- EE eens voor een bruikbare boom gehou- den had om zijn rijder te tergen, be- landden wij toch eindelijk ik ba ll dend in mijn zweet in een zekere EE saamhorigheid in het hippodroom. Het stervensuur had voor een godin gesla- I gen. Ik ontdekte Trixie al van verre en H zelfs van heel ver was het duidelijk, dat zij niet reed als het hemelse we ll zen, dat zij toch was, maar als een khan der Mongolen uit de negentien- 5 de eeuw. Het paard, dat zij met bazi- j= ge gebaren pijnigde, droeg de onmis- kenbare tekenen van een buiten al- le ruiterlijke begrippen staande ma- negeknol. Naast Trixie reed op een prachtig paard uit de stoeterij van Trakhenen een hemelsblauwe Garde- dragonder, wiens monocle beter in zijn oog zat, dan hij op zijn paard. Ik probeerde Bayard min of meer bij het kleine gezelschap te doen aan- sluiten, maar hij deed alsof hij van SE al mijn moeite niets merkte. Van de andere kant hinderde hij mij ook niet. want al zijn aandacht ging uitsluitend 1 uit naar de grote trom in het muziek- paviljoen. Ik was kletsnat, toen ik eindelijk bij H Trixie en de hemelsblauwe tot stil- stand kwam. Zij had een rose sluier om haar hoed en was de verrukkelijk- heid in persoon. Een verrukkelijkheid uit de pool- streken tenminste. E ,.Ha, juist, mijnheer Godeysen", zei zii met een ijskoude stem, „Bent u ook hier. Heel aardig.." Haar duidelijke poging om haar paard op de achterpoten te laten om- keren, mislukte, en zo stonden wij dan E als een niet bijster goed uitgevallen ruitergroep met ons drieën bij el- li kaar en staarden elkaar aan. Eindelijk voelde de hemelsblauwe E eens hoe zijn monocle zat: „Wel, vaandrig," zei hij, „u bent zeker ver- li keerd gereden. Het kameelrijden vindt daarginds in de dierentuin plaats." E Trixie boog koninklijk het hoofd en zei: „Adieu, mijnheer Godeysen, het was werkelijk heel aardig..?" De nadruk E bewees niet, dat zij na gisteren nadere inlichtingen over mij had ingewonnen bij het „bijdehandje". E Met behulp van de dringende vos E slaagden de andere twee er ditmaal in, te keren, maar Bayard zorgde ervoor, dat hun aftocht toch niet zo glad ver- 3 liep als zij wellicht gewild hadden. Hij beet naar de staart van de vos en de ll ze merrie, die dat wel prettig vond, E schreeuwde in vreugdevolle ontzetting E en wierp het achterlijf omhoog. De he- melsblauwe vloog over haar nek en H raakte de stijgbeugels kwijt. Het was E met bepaald een indrukwekkend ge- E zicht, toen hij in het zadel terugkroop. Maar het deed mij goed. „Als u niet rijden kunt, vaandrig, E maak dan dat u hier wegkomt. Het is S trouwens eenvoudig brutaal om met een dergelijke bok hier te verschij- nen." E Ik geloof, dat ik ineens precies het- E zelfde gezicht trok als Bayard. Ho- nend en boosaardig. Met heel wat getrappel had de he- E melsblauwe de merrie doen keren, H maar zij scheen alleen maar vervuld te zijn van het voornemen, zich nog eens in haar staart te laten bijten. E Bayard stond er bij als een stand- beeld en daardoor kon ik met een ze- 1 kere superioriteit antwoorden: E „Misschien verbetert de luitenant E zijn kennis van paarden wel bij de eerstkomende afstandsrit. Mijn bok is door het tweede regiment der gar- E de-Ulanen ingezet en wordt door ech- te ruiters als een bijzonder veelbelo- vend paard beschouwd." Trixie begon een zogenaamd zilve- E ren lachje, maar dat verging haar al heel gauw, omdat Bayard plotseling een hekel scheen te krijgen aan E haar rijsleep of aan het paard, dat E daaronder schuilging. Hij maakte in- eens een sprong. De cylinderhoed van Trixie schoof in haar nek en het E volgende wat ik zag, was de mane- geknol en Trixie boven op hem als een marionet. De hemelsblauwe E voegde mij nog iets toe, waarvan ik E alleen het woord „melden" verstond en toen sukkelde hij achter haar aan. In mijn hartstreek voelde ik tege- E lijkertijd een ontzaglijke voldaanheid E en een benauwende leegte. Bayard stond er nu vreedzaam doorgezakt bij en keek schuin naar mij op met een uitdrukking die voor mij nieuw was en die ik voor onze- E ker en vragend hield. Ik moest la- chen: E „Je bent en blijft een vlegel", zei ik hardop en klopte hem op de hals. „Maar dit keer had je gelijk." T oen ik hem liet keren en op de doorgang onder het tramviadukt toe- reed, vroeg ik mij ineens af, of hij misschien niet altijd gelijk had. De leegte rond mijn hart was nu nog maar een onbeduidende pijn. Misschien ook een grote. „Ze moeten ons niet, Bayard", zei ik, en hoewel het geluid van mijn stem door het donderend geratel van een boven ons voorbijrijdende tram overstemd werd, meende ik toch goed te kunnen merken, dat hij me ver stond. „Wij zijn de buitenstaanders, Bayard. Wij kunnen doen wat we wil len, ze moeten ons nu eenmaal niet en wij behoren niet bij hen. Ze kun nen naar de pomp lopen, nietwaar?" Er waren natuurlijk nog veel goe- ,de en zelfs prachtige mensen op de wereld, heel fatsoenlijke mensen, die het goed met mij riteenden; er waren ook nog tal van mooie en indrukwek kende dingen, maar op dat ogenblik scheen het mij, als bestond er bui ten dit paard onder mij, niets anders ter wereld, dat bij mij behoorde. Br yard was een vriend, Bayard was een troost. Hij was even uitgestoten als ik Pas toen bij de uitgang van de Tiergarten ineens de ordonnans voor mij stond, die Bayard van mij moest overnemen, drong het tot mij door dat de dwarskop gedurende de terug weg geen enkele streek had uitge haald. Ik ging voor hem staan en, wonderlijk als het was, hij deed noch een aanslag op mijn neusbeentje, noch op mijn schouders. Ook hield hij tegen zijn gewoonte in zijn kop omhoog en keek mij rustig aan. Pauschke had gelijk. Bayard had een heel fatsoenlijk gezicht. In een plotselinge opwelling nam ik toen in eens zijn plompe kop in mijn armen, en toen hij mij dat rustig liet doen, was ik weer op slag opgewekt. Pauschke nam met wantrouwen kennis van de onverklaarbare veran dering die zich bij de ruin had voor gedaan. ,,'t Kan zijn, 't kan ook niet zijn. En als het is, dan heeft het zijn reden, en als het een reden heeft, dan krij gen we er die toch niet uit. Is ook met belangrijk." „Toch zou ik werkelijk wel eens willen weten, vader Pauscbke. „Weten is toch niets, vaandrig. Voelen is alles, en of u het juiste gevoel voor mijn kleine gevonden hebt, dat zal immers wel blijken. Wat denkt u van vanavond in de manege?" 's Avonds baadde ik in mijn zweet en in onvermengde gelukzaligheid. Vergeten waren Trixie en Lena, ver geten de vreemde Queiss, vergeten de eeuwige vereenzaming in mijn om geving, uitgewist de raadselachtig heid van het bestaan. Ik reed en had mijn eigenlijke vaderland weer teruggevonden. Alleen bij de paarden was veilig heid en duidelijkheid, en dat ook zij mij een raadsel geworden waren, was niet goed geweest. Bayard leek mij als met een slag veranderd in een wonder van ontvankelijkheid en op merkzaamheid. Elk van zijn bewe gingen was een verrukkelijk spel van harmonie en kracht. Pauschke maakte het ons niet ge makkelijk en ik liet mij met plezier alles welgevallen. Queiss had het mij wel gezegd en ook in het regi ment gold het in het algemeen als een merkwaardige, maar niet te be strijden feit, dat deze curieuze wacht meester een begenadigde rijleraar was. Misschien wel een der beste, die ooit in het vierkant van een mi litaire manege gestaan hadden. Paschke had een onfeilbaar oog. Hij zag alles en hij zag alles tegelijker tijd Hij ontdekte met een bliksem snelle helderziendheid die vaak al iets onverklaarbaars op zichzelf was, de meest verborgen oorzaken van fouten bij ruiter en paard. Zijn aan wijzingen kwamen plotseling en al tijd op het juiste ogenblik. De ma niet waarop hij ze formuleerde, was zeer persoonlijk maar van duidelijke overtuigingskracht. Beroemd was de rijderstheorie van Pauschke. Het ingewikkelde myste rie van het verplaatsen van zwaar tepunt en het gecompliceerde sche ma van het effect van kruis en zit vlak deed Pauschke eenvoudig aan schouwelijk voor. Dat kon zelfs de grootste ezel begrijpen. Keren, ach teruitrichten, schouders vooruit.- en schouders achteruit. (Wordt vervolgd) 84-85. Verbluft keken de kabouters naar hun groente-akker.Want wat ze daar zagen, hadden ze nooit tevoren gezien. Hoe vroeg in de morgen het ook was, toch stond daar warempel Swoppie al te werken, helemaal in z'n eentje. De kabouters wreven hun ogen uit als of ze 't niet konden geloven. -Wel, heb ik ooit, zei de een. -Hela, Swoppie! riep een ander. Wat voer jij uit? -Noudat zie je toch, ik werk, zei Swoppie. „IK BEN DE ZAAK nu aan het opruimen". Op een tot sigarenkist gebombar deerd zend- en ontvangapparaatje zoals de „gedropte" agenten in bezet gebied ze gebruikten „een cadeautje van de jongens, de club blijft aan elkaar klitten" ligt het originele rapport van de „Sicherheitsdienst" over de Venlo-affaire in 1939. Daarnaast krullen de fotocopieën van belangwekkende geheime docu menten uit de tijd van het „Englandspiel", briefjes met museumwaarde, pape rassen en foto's, kasten en kisten vol. „Ik weet wat ik te doen heb om hierin orde te brengen, maar het is levend werk, het ligt me wel en ik heb er nu de tijd voor Opnieuw heeft de nu 62-jarige dr. J. M. Somer, van 1943 tot 1946 hoofd van het „bureau inlichtingen" te Londen, daarna directeur van de inlich tingendienst te Batavia, een fase in zijn kleurig leven afgesloten. Elf jaar is hij hoofd geweest van het bureau bedrijfsveiligheid bij Philips' Telecommunicatie Industrie, die nu afscheid heeft genomen van haar gepensioneerde medewerker. En dat zijn ook weer elf vruchtbare jaren geweest. UITERAARD voornamelijk met het oog op de militaire opdrachten, was dr. So mer belast met de bewaking van de fa brieksgeheimen, waarbij de „screening" van het personeel natuurlijk van groot ge wicht was. Dat leverde wel eens moeilijk heden op, wanneer hij een man, die het bedrijf graag in dienst wilde nemen, op grond van diens politieke antecedenten af keuren moest. Maar veiligheid gaat voor alles. Daarnaast bouwde hij de bedrijfs zelfbescherming op en kreeg er en passant wat grijze haren bij van de zorg om wat eenmaal bereikt was, ondanks de stroom van mutaties, op de been te houden. Het lukte met pijn en moeite. Dr. Somer heeft zich er nooit door uit het veld laten slaan. „Lach, want dat werkt aanstekelijk" is een der deviezen van deze Hilversummer, in wiens werkka mer ingelijste documenten met handteke ningen van koning George VI, president Roosevelt en veldmaarschalk Montgomery hangen, alsook de Amerikaanse „Legion of Merit", de „Order of the British Em pire" de Leopold-orde, het officierskruis van Oranje-Nassau, het Oorlogsherinne- ringskruis, de Bronzen Leeuw., eerbewij zen voor een prachtige staat van dienst in de oorlogsjaren. HET BEGON in Breda, waar de heer Somer, na zeven Indische jaren als KNIL- officier, leraar werd aan de Koninklijke Militaire Academie en in zijn vrije tijd studeerde. Toen hij er na de capitulatie in 1940 zat hij bij de generale staf terugkeerde, begon al spoedig het illegale werk, aanvankelijk met kadetten als koe riers. Hij werd O.D.-commandant in Brabant en bouwde vluchtlijnen via België en Frankrijk op. Het door hem voor de oor log gereorganiseerde etnografisch museum van de K.M.A. was het onopvallende ont moetingspunt bij alle ondergrondse activi teiten. Dr. Somer kon al spoedig de waar de van de vluchtlijn zelf beproeven. Toen er na een arrestatie was „doorgeslagen" week hij met drie Joden en twee terdood- veroordeelden uit na2r Zwitserland, dat hij dankzij veel geluk bereikte. Het was zijn bedoeling, via Portugal naar Londen te reizen, doch dit pakte anders uit. Het werd Suriname, waar kapitein Somer com mandant werd van een bataljon rekruten, dat naar Australië zou gaan. Lang duurde het niet: drie maanden later bracht Prins Bernhard een bezoek aan Paramaribo en vertelde, dat men al die tijd reeds in Lon den op hem wachtte. Via Canada, waar kort tevoren Prinses Margriet was gebo ren en waar hij als speciale koerier post en de eerste foto's van de baby voor ko ningin Wilhelmina mee kreeg, vloog hij naar zijn nieuwe standplaats Londen, waar hij met de organisatie en leiding van de inlichtingendienst werd belast, de gealli eerde en daarmee de vaderlandse zaak onschatbare diensten bewijzend. „IK HEB geboft tot en met", zegt dr. Somer. Het vliegtuig waarmee hij aan vankelijk uit Suriname zou vertrekken, was spoorloos verdwenen. Later zou hij weer aan de dood ontsnappen doordat zijn visum voor een reis naar Zweden, waar hij de beruchte Anton van der Waals moest opsporen, vlugger afkwam dan was verwacht. Daardoor kon hij eerder vertrek ken dan voorzien was. Het toestel dat de volgende vlucht naar Zweden maakte, werd boven Noorwegen neergeschotenVan der Waals had inmiddels de benen geno men. Maar die reis naar Stockholm heeft toch profijt gehad, omdat dr. Somer de mogelijkheid ontdekte om zeker 400 Ne derlanders, die in Zweden waren beland, naar Engeland te krijgen. Daar de S.A.S. de vluchten gestaakt had kon hij echter zelf, zo leek het, niet meer weg. Hij nam toen contact op met de Britse consul-gene raal en kreeg na enige tijd het verzoek, naar het vliegveld Bromma te komen Daar landde een witgeschilderde Engelse liberator met „diplomatieke post" een zakje meel van twee kilo. „U kunt mee terug", zei de piloot. Languit in het bommenrek heeft dr. Somer toen een luchtreis gemaakt, die hem lang zal heu gen en die ermee eindigde, dat hij boven Schotland „als een blok ijs" uit het bom menrek gedragen moest worden LATER IS HIJ nog in Zweden geweest om een agent die dubbel spel speelde, mee te lokken naar Londên. Direct bij aankomst in Londen werd de man gear resteerd. „Als ik je na de oorlog te gra zen krijg, ga je eraan", beet hij de heer Somer toe. Deze was er niet van onder de indruk. Hij maakte zich ongeruster over de politieke perikelen, die hij zo slecht kon gebruiken bij zijn nu verantwoorde lijk, nauw luisterend werk. Dr. Somer, die later in Batavia nog kans heeft gezien, de gehele uitrusting van de inlichtingendienst vóór de souvereiniteits-overdracht het land uit te werken, heeft destijds vele lezers gevonden voor zijn boek „Zij sprongen in de nacht". Voor de geschiedschrijving van de oorlog is het te hopen dat het vele in teressante materiaal, waarop hij bij het „opruimen" stuit, hem zal inspireren tot een nieuwe publikatie. Ook daarvoor heeft hij nu tijd. In de Franse stad Nancy, is de grootste radiotelescoop ter wereld in gebruik geno men. De twee reflectoren van de teles coop beslaan te zamen een oppervlakte van zevenduizend vierkante meter. Men heeft reeds interessante waarne mingen met de nieuwè telescoop kunnen doen. Zo heeft men, door de warmteuit- straling van de maan te meten, kunnen vaststellen da$ de temperatuur op een me ter beneden de oppervlakte van dit hemel lichaam voortdurend tenminste dertig graden celsius onder nul bedraagt. De directeur van het nieuwe weten schappelijke centrum, de heer Denisse, die dit mededeelde, voegde hieraan toe: „Deze waarneming is van groot belang voor toekomstige maanreizigers. Tot nu toe kende men slechts de temperaturen aan de oppervlakte van de maan, die overdag meer dan honderd graden celsius bedraagt, om 's nachts tot minstens ze ventig graden onder nul te dalen." De heer Denisse verklaarde voorts, „het is thans ook voor de eerste maal in Euro pa mogelijk geweest om van de planeet Jupiter afkomstige radiogolven op te van gen. Recente vorderingen op het gebied van de studie der erfelijkheidsleer, vormen volgens de American Medical Association (AMA) een der belangrijkste ontwikkelin gen op het gebied der medische vorsing in 1961 In een dezer dagen gepubliceerd jaar overzicht van de AMA wordt de genetica het meest genoemd. Het overzicht was ge baseerd op een enquête die de AMA heeft gehouden onder de rectoren van medische onderwijsinstellingen. Als belangrijkste ontwikkelingen op re- searchgebied in 1961 worden voorts ge noemd: Geneesmiddelen voor de behandeling van kanker (nog in het experimentele sta dium). De ontwikkeling van levend virus-vaccin tegen polio, van een mazelen-vaccin en, wellicht, van een werkzaam vaccin tegen de bof. Ontwikkeling van nieuwe diagnotische en behandelingstechnieken, waarbij ge bruik wordt gemaakt van computers en andere elektronische apparatuur, met na me voor het vaststellen van hartaandoe- ningen. Vooruitgang bij de bestudering van he patitis (leverontsteking), die misschien tot de ontwikkeling van een vaccin zal lei den". Als belangrijkste stap vooruit in de erfe lijkheidsleer worden de geconstateerde betrekkingen genoemd tussen abnormali teiten in de chromosomen (ergelijkheids- dragers) en aangeboren afwijkingen. In het AMA-overzicht wordt voorts ge zegd dat de basis-behandeling van kanker nog steeds bestaat uit chirurgisch ingrij pen en bestraling. „Een opmerkelijke vooruitgang werd in 1961 echter geboekt bij het zoeken naar geneesmiddelen." Een serie proeven met een bepaald genees middel bleek doelmatig te zijn bij het tot 51. Men zou nu toch menen, dat de Dienomaat al genoeg rare streken had uitgehaald, maar de robot scheen onuitputtelijk te zijn. Het was hem niet genoeg Panda raar toe te takelen en met thee te begieten neen, nu begon hij ook nog sherry tegelijk met de thee te schenken.' „Thee?" riep het knarsende ding. „Meer thee? Plenty thee.' Sherry? Ook nog sherry? Wil je graag! Altijd foute drank op foute tijd! Zoveel je lust!" Het is niet te zeggen waar dit op uitgelopen zou zijn, als niet op dit ogenblik de ontaarde machine getroffen was geworden door een zeer doffe plof. Vanaf de balustrade, boven, daalde namelijk een complete col lectie beddegoed neer; het apparaat werd er zacht maar zwaar door geraakt en verdween er onder. En misschien zou het, levendig als het was, deze belemmering al snel weer te boven zijn gekomen, als niet de wakkere Jolliepop het door hemzelf afgeworpen pakket met een moedige sprong was gevolgd. Panda, door deze ont wikkeling aanzienlijk opgeknapt, was echter nog nauwe lijks in staat vragen te stellen, maar zijn doortastende bediende sprak ter verklaring: „Men hoopt dat wij dit ruige optreden willen verschonen! Men meent evenwel, dat bij dit mechaniek van misplaatste dromen sprake is, en men acht het een eenvoudige gedachtengang, dat wie droomt in bed thuis hoort." Of de gedachten- gang nu juist was of niet de robot was voor het moment machteloos. Een winters tafreeltje met een zo merse inslag aanschouwden de Londe- naren dezer dagen na afloop van een modeshow, waarop de Britse coutu rier Hardy Amies zijn zomercollectie 1962 toonde. Voor de sneeuwballende mannequins in hun mouwloze ge streepte strandpakjes van Italiaans satyn was het overigens maar een koud klusje. staan brengen van weefselwoekeringen, verwekt door een vrij zeldzaam kanker type. Hoewel kanker nog steeds een raadsel achtige ziekte is „biedt de vooruitgang der chemotherapie uitzicht op een moge lijke doorbraak bij de pogingen om deze ziekte onder controle te brengen", aldus het rapport. „Wat Amerika nodig heeft, is niet zozeer een goede sigaar van een kwartje als wel een wet, die voorschrijft alle portretten van George Washington te vervangen door foto's van mevrouw Jacqueline Kennedy." Dit is een spottende suggestie van Louis Foy, een „cursiefjesschrijver" van de Pa- ris-Presse. Hij zegt verder: „De Amerika nen hebben alles: Dollars, Rembrandts, bontmantels, automobielen, atoombom men en de NAVO. Maar als ik het voor het zeggen had, zou ik ze voor het nieuwe jaar een handboek met ideeën voor hun conversatie geven, en een elektrisch stel hersens om het departement van Buiten landse Zaken te helpen bij het uitzoeken van plannen voor Berlijn, Laos, Kongo, de topconferentie, Algerije en de kwestie-De Gaulle. Verder wenst Foy de Amerikanen in dit nieuwe jaar: Een ministerie van Onderwijs onder lei ding van een Fransman, een Japanner of een Rus om de jeugd van Amerika te dwingen, haar hersens te gebruiken. Genationaliseerde spoorwegen, opdat de treinen op tijd zullen rijden en de rijtuigen schoner zullen zijn. Een wet, die alleen kleine personen auto's op de wegen toelaat. Daardoor zouden verkeersopstoppingen en overvolle autowe gen vermeden kunnen worden. Een dozijn diplomaten, die het verschil kennen tussen socialisme en communisme. Een avondcursus om de Amerikaanse vrouwen te leren, op waardige en elegante wijze oud te worden Hierdoor zou voorko men worden, dat zij proberen zich op 70- jarige leeftijd nog als schoolmeisjes aan te stellen. Een rustgevende pil, die de Amerikanen een uur lang de Russen, de bom, „fall- out"-schuilplaatsen, de twist tussen Rocke feller en Nixon en hun complexen zou doen vergeten." 4. „Pingo", zegt Polle, „nu hebben we ontdekt, dat we vooruit kunnen varen, en achteruit. Kunnen we nu ook nog iets anders beleven? Iets héél bijzonders?" „Zoiets moet je niet aan een stuurman vragen!" Onmiddellijk laat Pingo zien, wat hij en de „Mary" wel kunnen, als het erop aankomt. „Schitterend!"roept Polle tevreden, „jij bent een reuze stuurman, Pingor „En nu onze bloembakken", zegt Polle, „want daar moeten we goed op letten. Zeerob heeft beloofd, dat hij er nu en dan zijn pijpenas op zal strooien, maar ik moet ze gieten!" i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7