Rendez-vous met het verleden F p HET LUIE KABOUTERTJE AFRIKA'S VROUWELIJKE JEUGD DORST NAAR MEER KENNIS EN BETERE KANSEN PANDA EN DE DIENOMAAT Bloemenpracht voor „Hofstadbloem '"Hoe is het ontstaan Polle, Pelli en Ons vervolgverhaal DOOR CLEMENS LAAR Nog zeer weinig meisjes middelbare scholen HOFSTADBLOEM WOENSDAG 10 JANUARI 1962 9 De „arm-oor"-proef m Te weinig baantjes 25 JAAR !9T.M.29APRU.'62 HOUTRUST Dit woord PA TROON 19) Ik zei iets tegen" haar in die geest en voegde eraan toe, dat als ik me goed herinnerde, het tot de te.chniek der nimfen behoorde, hun slachtoffers te overrompelen. In zo verre was alles dus in orde. Toen ik, zonder er verder bij na te denken, het woord „slachtoffer" gebruikte, fronste zij haar voorhoofd, maar toen lachte ze en merkte op: „Ik ben dus een nimf. Dat is heel mooi, jonker Kaspar Nimfen en man nen met leren wambuizen passen ook heel goed bij elkaar. Zoudt u nu niet eindelijk wegrijden? Mijn goede, dik ke Tom zweet al van opwinding. Hij is twee dagen lang niet van stal ge weest." „Och, is dat paard van u?" „Inderdaad, jonker. De dogcart ook... Of vindt u, dat dat niet past voor de waardin van een kantine?" Een meer geïnteresseerd dan des kundig publiek had zich intussen om ons heen verzameld. Algemeen was men het er over eens, dat het boven stuk van de wagen 's zaterdags als badkuip gebruikt werd. Voor de hele familie natuurlijk. „Ze kunnen ook nog gasten uitnodi gen. Een huishouden van zes perso nen en een stuk of twee, drie vaan drigs, zo als die daar, gaan er ge makkelijk in." Toen liet ik de dikke Tom de vrije teugel; Lena keek strak voor zich uit. „U weet toch zeker wel, juffrouw I ena, dat ik zoiets helemaal niet ge ducht heb." „Dat u dat ook nog bevestigen moet, is al erg genoeg. Maar laat alstublieft dat verschrikkelijke „juf frouw Lena" achterwege. Als u toch met „mejuffrouw" zegt, wat tegen over een vrouw, die gewone soldaten koude gehaktballen verkoopt ook ab surd zou zijn, zeg dan tenminste al leen maar Lena". Het was maar goed, dat het paard al mijn aandacht nodig had, want ik zou niet geweten hebben, wat ik daar op moest antwoorden. Op de een of andere manier klopte het niet en klopte het toch ook weer wel. Be stond er dan werkelijk niets meer ter wereld, dat duidelijk, eenvoudig en overzichtelijk was? Was er dan niets, dat er werkelijk uitzag zoals het was? Een tijdlang zeiden wij geen woord tegen eikaar. Tom trok elegant en spelenderwijs langs een stroom van rijtuigen, karossen en equipages heen die langs de Charlottenburger Chaus- see naar het westen reed. Tal van bonte parasols verhoogden de illusie van een zomerdag. Voor de eerste keer dat jaar rook het naar heet plaveisel, naar stof en paarden. Ik merkte ontelbare jaloerse, maar ook vrolijke en bewonderende blik ken. „Uw paard loopt voortreffelijk", zei ik, om tenminste iets te zeggen. Eerst gaf zij geen antwoord en toen merkte zij als terloops op: „Het is een verlovingsgeschenk". De duidelijke onverschilligheid, waarmee zij dat zei, leek een onder grond te hebben. Daardoor begon mijn jeugdige mannelijke trots als een aangeschoten kraai te fladderen en slechts met moeite kon ik uit brengen „Proficiat. Uw.uw verloofde moet wel een welgesteld man zijn". „O ja, dat is hij ook. De jonge Riemeister, van Riemeister en Zo nen. In fourage en levensmiddelen en gros.Overigens komt dit ver lovingsgeschenk van mijn vader". Dit luchtte mij een beetje op, maar daarvoor voelde ik mij dan ook meer dan ooit in de laatste dagen als een verdwaalde knaap. Daar zat ik nu in een buitengewoon modieus en kostbaar voertuig naast een vrouw, die er niet alleen als een regeren de groot-hertogin uitzag, maar zich ook zo gedroeg. Zij was echter geen groothertogin, maar vervulde de functie van kantinejuffrouw. Mijn hart klopte mij in de keel als ik naar haar keek, en niets stond meer vast dan dat ik uitermate van haar hield, maar gisteren nog heette de vrouw van mijn hart Trixie en niet Lena. Trixie echter was een mis punt en in de grond van haar wezen ordinair, Lena was tenminste een aanminnig wezen terwijl alles aan haar voornaamheid en verfijning was. Toen zij mij daarstraks begroet had, waren alle zoetheid en teerheid van die prachtige dag mij van haar lippen tegemoetgestroomd, maar nu vertelde zij doodrustig over haar verloofde! En met mij reed zij ergens naar toe, ergens buiten, waar een kamp vuur zou kunnen branden. Waren vrouwen dan nooit te be- grijpen? „Waar rijdt u mij heen, jonker Kaspar?" s Ik vond, dat de Havelbergen ach- ter Schildhorn de gepaste coulisse konden vormen voor een ontmoeting tussen een meesteres uit het nim- fenrijk en 'n wambuisdrager. Zij bracht daar niets tegen in. Het was nu iets minder druk om ons heen geworden, zodat ik meer aandacht aan haar gezicht kon besteden. Voor de eerste keer vielen mij nu haar buitengewoon sierlijke en fijn besne- den neusvleugels op. Het was alsof zij even trilden. Even voorbij de Charlottenburger Brug zei zij ineens: „Nee, alsjeblieft niet naar de Havel. Rijd liever in de richting van Span- dau. In het Ruhlebener bos is een s klein, stil meertje". „Zoals u wenst, juffrouw". Zij legde haar hand op mijn arm en ik schrok zelf van het geluksge- voel. dat die simpele aanraking in mijn hart teweegbracht. „Laat dat, „juffrouw" nu toch ach- terwege, jonker Kaspar. Het zou jammer zijn, deze dag te bederven". Vlak daarop logenstrafte zij haar |j eigen vrees met te zeggen: „U hoeft jjf ook niet bang te zijn, dat u honger zult lijden, jonker Kaspar. Ik heb een picknickkoffertje bij me, zoals het behoort. Wijn en.nu hoorde ik duidelijk, dat haar stem beefde, §j „en koude gehaktballen". Ik bracht het paard tot staan. On- danks de mengeling van verwarring, verbittering, bekoring, belediging en bezorgdheid kon ik het toch niet hel- pen er plezier in te vinden, hoe ge- hoorzaam en teugelvast het paard bleek te zijn. Achter een melkwagen van een boerderij hadden wij stilgehouden. Op de bakjes achter de wagen za- ten een jongen en een even oud meisje in een blauw schort. Zij on- derbraken hun twist, die blijkbaar over fooien ging. en schonken ons hun volle opmerkzaamheid. Uit de 1 Schlossstrasse kwam een wagen van de stadsreinigingsdienst met zijn rui- sende gummiwals en dwarssproeiers, naar links en naar rechts. Hij kwam onze kant uit, maar ik trok me daar niets van aan. „Luister eens even, Lena," zei ik p vertwijfeld en uitdagend, en dat ,.Le- na" kwam ditmaal volkomen natuur- lijk en vanzelfsprekend over mijn lippen. „Het is nog niet zo lang ge- leden dat u mij letterlijk de deur uit- gegooid hebt. Dat was heel erg voor me. maar vandaag hebt u me opge- wacht enU hebt een verloofde, maar dat is mij om t even. Ik hou van u en ik.." Ik had nog iets wil- len zeggen, met de bedoeling, dat zij =E op grond van het geheim dat zij me onthuld had, nu van verdere kren- =e kingen en vernederingen moest af- zien. maar ik raakte de draad kwijt en dus haalde ik alleen nog maar eens mijn schouders op: „Nou ja, ik houd van u. Of u dat bevalt of niet. En als u wilt, kunt u er mij nu weer uitgooien." Ik keek naar de regelmatig bewe- gende staart van de dikke Tom, maar toen dwong mij iets, Lena aan te kij- ken. n Haar ogen hadden een glans van parelmoer. Misschien waren ze ook wel een beetje vochtig. Plotseling glimlachte zij en zei zij op die zachte toon, die ik al eens gehoord had in de gang van Huize Franzkowiak: „Toe rij door, Kaspar. U bent een dappere vendeldrager en u hebt een s vurig en groot hart." „Lena! Begint u nu weer.." Zij schudde het hoofd en nu zag ik, dat haar ogen werkelijk vochtig wa- ren. s „Heus niet, Kaspar. Toe, rij op. g En., het is zo mooi, wat u daarnet tegen me zèi enhet moet ook zo mooi blijven. Dat wil ik, Kaspar! Toe nu. Wij spraken niet meer. totdat wij het meer in het dennenbos bereikt hadden. j| Het was een betoverend meer. Het lag tamelijk diep en op zijn oevers stonden veel beuken, espen en zelfs enkele wilde wilgen. Daarboven |j straalde het overjarige loof van oude eiken en rode beuken. „Dat is mijn meer," zei Lena, die nu haar gewone stem weer terughad. 1 „Is het niet prachtig?" „Een volmaakt, een volkomen nim- fenmeer. zoals het behoort te zijn." Zij nam haar driekante hoed af: 1 (Wordt vervolgd) 88-89. Als daar niet gauw wat aan gedaan wordt, komt er van onze groenteplantjes niets terecht! dacht Swoppie. Daarom trok hij maar gauw aan 't werk. En toen hij de hels dag gewerkt had, wond hij 's avonds z'n wekker op, want hij wou de volgende dag weer op tijd be ginnen. -Nu al m'n makkers ziek zijn, moet ik het wel alleen zien op te knappen, vond hij. Zo was hij dus elke morgen al heel vroeg op weg naar het land, als de zon nog maar nauwelijks op was. En dan zwoegde hij de hele dag door, om de akker in orde te houden. DE VELE JONGE Afrikaanse staten worstelen uiteraard met zeer vele economische en sociale problemen. Eén daarvan betreft het onderwijs van de jeugd, die straks de leidende intelligentsia van deze staten zal moeten leveren. Missie en zending verzorgen al sinds generaties de mogelijkheden tot dat onder wijs, maar bij de veelal zeer primitieve Afrikaanse volken heeft dat streven nooit voldoende weerklank gevonden. Middelbaar onderwijs is dan ook voof de overgrote meerderheid der Afrikanen een ongekende, en zelfs nog een on gewenste luxe, om van hoger onderwijs nog maar te zwijgen. De eerste taak van de huidige leiders dier „zwarte" staten is dan ook, hun volken te doordringen van de noodzaak van meer en beter onderwijs voor allen, zowel uit een oogpunt van landsbelang als met het oog op de belangen van de individuele burger. IN SOMMIGE STREKEN van het zwarte werelddeel begint dit streven reeds vruch ten af te werpen. Met name in West-Afrika zjjn de laatste jaren tal van middelbare scholen en „colleges" gesticht en de meeste dier scholen zijn overvol met leer lingen. Maar deze zijn in overgrote meer derheid van het manlijk geslacht', het aan tal meisjes is er nog betrekkelijk klein. En dit hangt ten nauwste samen met de positie van de vrouw in de Afrikaanse samenleving, waar het zwakke geslacht veelal nog in alles onderworpen is aan de suprematie van de man. IN EUROPA bezoeken velen de middel bare scholen en universiteiten niet zozeer uit behoefte aan meer dan elementaire kennis als wel om later een goede betrek king te kunnen krijgen. Ook in Afrika spreken financiële overwegingen en maat schappelijke ambities een woordje mede, als inheemse ouders besluiten, een „knappe jongen" naar de middelbare school te sturen. Ja, in sommige gevallen wordt zo'n beslissing uitsluitend geïnspireerd door praktische motieven als: een grotere kans om „hogerop" te komen en de hoop op een verzorgde oudedag voor de ouders, grootouders en andere familieleden. Hulp betoon aan de familieleden wordt namelijk in West-Afrika heel wat daadwerkelijker beleefd dan bij ons! Zozeer leven de bloedverwanten mee met „hun" jongen en met zijn wel en wee op de schoolbanken, dat zij soms tamelijk Vier middelbare scholieren, naar Engels voorbeeld gekleed in de uni forme „schooljurk", intelligente hard werkende jonge meisjes die echter, zoals uit hun lachende gezichten blijkt, op zijn tijd ook een grap waar deren kunnen. veel geld uitgeven of andere offers bren gen om hem door middel van tovenarij „steun en bescherming" te geven. Dat kan meent de familie alleen maar ten goede komen aan de rapportcijfers en examenresultaten. En weinige autochtonen in West-Afrika vinden deze methode van hulpverlening aan de leerlingen zonderling of onbetamelijk. DE KANSEN op behoorlijk onderwijs zijn voor de negerjongens dus niet slecht. Doch hoe is het met de meisjes gesteld? In progressief Sierra Leone zijn ruim 300 lagere scholen met een leerlingental van bijna 50.000. Veel van die scholen worden zowel door jongens als door meis jes bezocht. De meeste meisjes die naai school gaan en dat zijn lang niet alle meisjes! volgen het onderwijs slechts enkele jaren. De laatste jaren zijn er tekenen die wij zen op een kentering. Uitspraken als „Wie een jongen laat leren, voedt een man op en wie een meisje laat leren, brengt een gezin op hoger niveau" beginnen begrip te vinden ook in andere kringen dan die der „upper ten" van Sierra Leone. Reeds hoort men de mening verkondigen, dat geschool de mannen slechts ongaarne een analfabete tot vrouw nemen. Inderdaad neemt het aantal meisjes dat naar de lagere school gaat, gestadig toe. Tal van moeders beschouwen de school namelijk nog steeds als een kinderbe waarplaats. Daarbm zenden zij haar doch ters erheen zodra ze als kleuter een beetje kunnen lopen. Lang niet alle Westafrika nen bezitten een geboortebewijs, zodat het voor de leerkrachten soms moeilijk is om mn *V4t é-Mf i „Toelatingsexamen" voor de lagere school in Westafrika: kun je dit, dan ben je oud genoeg voor het abc... vast te stellen of een aspirant-leerling wel de vereiste minimum leeftijd van vijf 'jaar heeft. Dan neemt men snel een kleine proef. De kandidaten moeten de arm over het hoofd leggen en het linker-oor met de rechterhand of het rechter-oor met de lin kerhand aanraken. Lukt dit, dan neemt men aan dat het kind inderdaad vijf jaar oud is. Jongere kinderen zijn namelijk in de regel niet in staat, die hand-oor-proef te volbrengen. Toch zijn, ondanks het baanbreken der nieuwe inzichten, nog veel Afrikaanse ouders van oordeel, dat schoolonderwijs de meisjes eigenlijk ongeschikt maakt voor haar latere plichten als vrouw. Die plich ten zijn: kinderen het leven schenken, werken op het land en, eventueel, een klein winkeltje drijven. V.VAV.V^ AS REMMEND op de ontplooiing van het onderwijs aan meisjes werkt voorts de omstandigheid, dat er voor geschoolde meisjes zo weinig betrekkingen openstaan. Het onderwijs en de ziekenverpleging trek ken vrijwel alle meisjes tot zich, die ge durende meer dan drie jaar een sct«ool hebben bezocht. In theorie mogen zij ook ambtelijke en andere betrekkingen be kleden, doch in iedere nederzetting van enige betekenis zijn veel geschoolde jon gemannen, die deze functies voor zich op eisen. Zij zullen zelfs veelal liever werk loos blijven dan een betrekking aanvaar den waaraan geen bureaustoel of ambte lijke rang is verbonden. Het zijn vooral deze jongemannen( en hun bloedverwan ten!), die veel misbaar maken zodra er sprake van is meer betrekkingen voor vrouwen*toegankelijk -te maken. De onderwijsmensen in Sierra Leone zijn ondanks de bestaande moeilijkheden vol vertrouwen. Zij geloven, dat zich onder de druk der Westafrikaanse vrouwen eer lang een ingrijpende wijziging zal voltrek ken in de opvattingen en de geestesgesteld heid der mannen. De jonge Westafrikaanse is een energiek meisje en zij begint al ver der te zien dan de grenzen van het dorp of stadje, waar zij woont. Nog is het zo, dat de rijkdom van een mart veelal wordt afgemeten aan het aantal vrouwen, dat voor hem werkt en aan het aantal kinde ren dat hem kan verzorgen als hij oud zal zijn. Maar deze opvattingen zijn niet lan ger in overeenstemming met de groeiende verlangens van de jonge Westafrikaanse vrouw naar emancipatie en een volwaar dige plaats in de gemeenschap. s CO* (OGNCH 53. Toen Jolliepop eindelijk de deur opende voor Agent Bolslag, was hij weer keurig in de plooi; niets verried dat hij juist een zware strijd had doorgemaakt. Het is dan ook geen wonder dat de beambte (die hem voor dien alleen in nachtgewaad en paniek had meegemaakt) hem in het geheel niet herkende en alleen maar netjes vroeg of er hier soms wanordelijkheden geweest waren. „Wanordelijkheden, agent?" vroeg Jolliepop verbaasd. „Men begrijpt nauwelijks waar u over spreekt! Dit is een onberispelijk herenhuis!" „Ja, maar," pruttelde Bol slag, „ik bedoel, ik was hier vannacht toch en toen was hier een gekke geleerde met een droommachine of zo.„Aha droommachine!" sprak Jolliepop uit de hoogte. „Ik vrees dat u overwerkt bent, agent! U hebt misschien een slechte nachtrust genoten? Men moet u aanraden uw arts te bezoeken. U hebt waar schijnlijk zelf een onrustige droom gehad. Men wenst u goede dag." De deur sloot zich, en Agent Bolslag krab de zich verlegen het hoofd. Het kwam niet bij hem op, een geloofwaardig iemand als Jolliepop tegen te spreken en als het gebeurde inderdaad alleen maar een nachtmerrie was geweest, zag het er slecht uit met zijn promotie! Hij had dit nog maar nauwelijks bedacht, of hij kreeg opnieuw reden om aan zijn ver stand te twijfelen. Opnieuw durfde hij namelijk zijn eigen ogen niet geloven; en toch had hij dit rustig kun nen doen. De Dienomaat had zich, nadat hij in een kast was opgesloten, waarschijnlijk erg verveeld en kwam nu naar buiten wandelen, waarbij hij de verbijs terde Bolslag een gemene en tevens begerige blik toe wierp. Overal in het land zijn kwekers bezig met de voorbereidingen voor de jubileum tentoonstelling „Hofstadbloem", die van 19 tot en met 29 april in het eveneens jubilerende Houtrust in Den Haag zal worden gehouden. Vele kwekers zijn reeds begonnen met het reserveren van een be paald gedeelte van hun produkten, die in een aparte afdeling met uiterste zorg zullen worden gekweekt. Op de tentoon stelling zullen alle in die periode bloeien de snijbloemen, potplanten en bollen, in bloei getrokken heesters en tropische ge wassen te zien zijn. De grootste inzending wordt verzorgd door de Kring Bloemenveilingen van de vereniging „De Nederlandse Bloemisterij", die het complete assortiment snijbloemen in Houtrust zal exposeren. Het Centraal Bloembollencomité komt met bolbloemen, de afdeling voorlichting van de Nederland se bloemistenorganisatie met een grote modeltuin, Boskoop met sierheesters en coniferen en tientallen handelskwekers zullen aanwezig zijn met de meest uiteen lopende soorten bloemen en planten. Een grote Belgische inzending zal spe ciaal de nadruk leggen op azalea's en groe ne planten in een collectie, waaraan nu al met grote zorg door de Belgen wordt ge werkt. Een belangrijke en bijzonder boei ende inzending wordt verwacht in de sec tor bloemsierkunst, die voor het publiek ook praktische voorlichting inhoudt. Orchi deeën in vele soorten en variëteiten, af komstig van Nederlands beste kwekers, 'l.V.V .•.■.,.V.':^V.\,-.. .V.'.V.W>yiW.V.VAW^,.,.V.V.^. ...V.-.VA... Het affiche voor de tentoonstelling werd ontworpen door de 27-jarige Rotterdamse graficus Wim de Valk, die al vele ontwerpen op zijn naam heeft staan. Onder andere een reeks menukaarten voor een grote scheep vaartmaatschappij. zullen op de expositie een belangrijke plaats innemen temidden van uit de Fran se en Italiaanse Rivièra bekende bougain villea's, in Boskoop gekweekte Japanse azalea's, lelietjes der dalen, cyclamen, ger- bera's, anjers, rozen, amaryllis, fresia's, en vele andere soorten. De vijfde Hofstad bloem zal ook vareqs, cactussen en tal van minder bekende planten omvatten. Tussen de bloemen en planten ver zorgt het Centraal Bureau voor Tuinbouw veilingen een inzending van het vrijwel ge hele assortiment in Nederland verkrijg bare fruitsoorten. De inzendingen zullen worden afgerond met stands op het ge bied van plantenvoedsel, tuinartikelen, boe ken over bloemen en planten e.d. Ook zul len er modeshows gehouden worden van op bloemen geïnspireerde modellen. RUSSISCH OORDEEL OVER DE „TWIST" (Réuter) Het Moskouse jeugdblad Komsomolyets noemt de nieuwe Ameri- we Amerikaanse dans, de Twist, „een im morele dans welker bewegingen doen den ken aan een man die een buikdans uit voert en tegelijkertijd probeert zijn rug in te zepen". De Amerikaanse ouders, al dus het blad, schijnen het te druk te heb ben met het bouwen van schuilplaatsen tegen radioactief stof om hun kinderen aan het verstand te brengen dat de twist even immoreel en onbeschaafd is als de rock 'n roll. Het woord patroon heeft allerlei betekenissen. Men verstaat er in de eerste plaats iemand onder tot wie men staat in een verhouding als die van kind tot vader (pater in het Latijn). Dan be tekent patroon dus: beschermheer, meester, baas, en ook: beschermheilige. Men kan zeggen dat de patroon de man is naar wie men zich richt, die men ge hoorzaamt, die men tot voorbeeld neemt. Als zaaknaam betekent patroon dan ook: voorbeeld, model, tekening, papier in de juiste vorm uitgeknipt enz. Daaruit is weer de betekenis ontstaan: decoratieve tekening, door de natuur bijvoorbeeld op hout en door kunste naars bijvoorbeeld op stoffen aange bracht. Afzonderlijk staat de betekenis: met projectiel en lading gevulde huls. De samenhang tussen deze woorden is on zeker. 6. „Alsjeblieft!", roept Polle uit, „daar heb je hem ook weer! Wil je geloven, dat ik hem al begon te missen? Hij, met al z'n moeilijkheden en kuren! Nu is onze rust voorbij". „Ha, die Polle", roept de Slokop, „jullie hebt de reddingboot vergeten! En mi{ ook! En dat nog wel, terwijl ik zc'n reuze honger heb!' „Stap er op!", zegt Polle vriendelijk, „dank je wel voor het brengen van de bootjes. Wedden, dat je maag rammelt, en we iets voor ie onder de deksel hebben?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9