Rendez-vous met het verleden I In Zweden financieren bedrijfsleven en overheid samen de schuilkelders Gelukkige oplossing voor een uitermate moeilijk probleem 1 PANDA EN DE DIENOMAAT HET LUIE KABOUTERTJE P o 11 e, Pelli en Ploóo Ons vervolgverhaal DOOR CLEMENS LAAR Een gezellig uurwerkje n &P Jk Pi TWEE VLIEGEN IN "EN KLAP 11 I DONDERDAG 11 JANUARI 1962 Expansie in de diepte ,N oodwater 7. Slokop staat op het dek, Folie zegt vermanend, „je moogt met ons mee, maar dan moet je je beheersen, en niet altijd alles opeten!" „We zullen de reddingboot omhoog trekken, dat vinden de kleintjes ook wel leuk. 'Maar waar Is-ze nuZo juist lag ze hier, Folie, we hebben toch niet gevraagd om te blijven liggenDaar is zeWij zijn natuurlijk verder gevaren, wat nu? We hebben geen tijd om te vergaderen". 20) „Maar het zal niet lang meer zo bli.iven. Binnenkort moet hier een mi- litaire zweminrichting gebouwd wor- 5 den. O, wat haat ik dat militaire ge- doe!" Ik keek haar verwezen aan en was het op dat ogenblik volmaakt met haar eens. Als er geen militair ge- doe bestond, dan was er ook geen 1 dienst, en waren er ook geen Garde- 5 regimenten. Er zou geen vaandrig Go- 1 deysen zijn, doch alleen een jonge 1 man, die Kaspar heette. De jonge man zou dan tegen het meisje Lena kunpen zeggen: Weet je wat? Wij 2 trouwen en blijven tot ons levensein- de de gelukkigste mensen ter we- reld Maar er waren Garderegimenten, leger en vloot en het Duitse keizer- rijk, het van oververzadiging barsten- Ij de Europa, een wereld vol twistzieke 2 diplomaten en begerige bankiers, mil- 5 joenen Franzkowiaks en jonge chefs uit de fouragehandel. maar onver- wacht was nu óók werkelijkheid nu het toch een betoverende plaats E en éen betoverende dag was de macht, die dit alles teniet deed. 1 De vluchtigste, minst bestendige en E mooiste kracht ter wereld, de droom- dronken gemeenschap van twee jon- ge. verliefde harten. Tom was uitgespannen en liep los, daar Lena beweerde, dat hij van aard veel te lui was, om zich op eigen houtje verder dan twintig passen te bewegen, maar toen wij naar aloud E voorschrift der picknick-kunst een da- masten tafelkleed tussen ons uitge- spreid hadden en Tom, op zoek naar voorbarige grassprietjes tweemaal E daaroverheen gedrenteld was, beslo- i ten wij, het picknickkoffertje tussen I ons in te nemen en ons daaruit te bedienen. E Het zonlicht viel hier en daar tus- 5 sen de bomen door en wij voelden de E bosgrond onder ons in 'n zalig voor- gevoel van de nabije zomer herade- men. Ik had m'n Ulanenjas losge- I knoopt. Lena had haar hoofd op mijn schoot gelegd en toen begonnen we E met. afgeknaagde kippebeentjes naar een specht te gooien, wiens getrom- 1 mei ons te veel aan de dienst deed 1 denken. Uit zilveren reisbekertjes E dronken wij een wijn, die stroperig 2 uit een gemoedelijke dikbuikige fles 1 klokte en malvezij heette. Ik voelde 1 mij helemaal een veroveraar en een 2 koionel van de cavalerie en zou niet 2 verbaasd geweest zijn, als ik ineens 1 een dolk en een pluimhoed aan me ontdekt had. Lena zweeg, omdat zij 2 gelukkig was en ik praatte om de- li zelfde reden. I Ik vertelde van mijn verlangens en dromen, van mijn verdrietigheden en vooral over Bayard. E Plotseling draaide zij zich om, leg- de haar gevouwen handen op mijn knie en steunde haar gezicht daarop. Zij lachte met haar ogen, maar haar mond vertrok als bij een klein kind, 1 dat op het punt staat te gaan huilen. „Dat is zeker wel uw grootste eer- zucht, nietwaar jonker Kaspar, de af- 2 standsrit te winnen?" 1 „Jazeker, maar niet zo zeer terwil- I le van mijzelf. Het klinkt misschien gek, maar ik geloof, dat ik het liefst E zou willen, omdat Bayard dan Ik zweeg. Het was onmogelijk een zin te beëindigen, als Lena naar me keek. E Zij knikte. I „Ja, dat geloof ik graag. Dat is zo 1 helemaal., mijn jonker Kaspar." 2 Zij vlijde haar hoofd weer in mijn E schoot en ik verstoutte mij met klop- pend hart en bevende hand een van haar losgeraakte krullen te strelen. E Ineens sloeg zij haar armen om inijn hals. Kaspar, dwaas jonkertje, men zal in je leven ontzettend veel van je houden. Zowel de paarden als de vrou- wen zullen dat doen. Zii zullen zich steeds aan je opdringen en je zult veel E geluk verspreiden, omdat je zo rijk E bent." „Het was niet de herfst, die zo geur ig de en dronken maakte. Haar haren H waren het en haar huid. „Ik ben helemaal niet rijk," zei ik met moeite. „Ik ben zelfs erg arm. E Ik krijg maar een kleine toelage en E wie weet of die wel voldoende is. Als ik ritmeester ben, houdt zij helemaal op." „Kaspar, lieve ezel," zij had mij ver voorover naar zich toegetrokken, E wat zalig en uiterst ongemakkelijk was. „Dat bedoel ik immers heel an- ders. Je bent zo rijk, omdat je eeuwig 5 verliefd bent. Voortdurend ben jij E hals over kop ergens verliefd op. Op alles, wat het leven naar je toevoert. En altijd met je hele hart en zo m- E nig als maar kan. Je bent altijd ge lukkig, ook als je verdriet zou moe- ten hebben en als het pijn doet. En 1 degenen die honger hebben zullen je altijd komen opzoeken.." f Alle dingen tussen hemel en aarde hadden hun gewicht verloren en zweefden in een zacht en teer violet- kleurig licht. Toen bemerkte ik Le- na's lippen, uitdagend, wild en mee- 5 slepend, en wij werden beiden een deel van het grote, zalige opgenomen worden in de schemering van de len- te. i Toen ik dronken mijn weg terug- f zocht uit streken, die ik nog nooit j betreden en waarvan ik zelfs geen vermoeden gehad had, was het bijna donker geworden. Alleen tussen de boomstammen aan de andere oever stond een laatste, groengele klaarte. Ik was overstelpt door een overwel- digend geluksgevoel en. ja, ook door een bedwelmende trots. Nu ben ik een man, jubelde het in mij. Nu ben ik werkelijk een man. Lena lag op haar rug in mijn arm en scheen te slapen. De sterren waren I als vonkjes van de zon daarstraks in de malvezij en de stilte om ons heen begon te zingen. Van ergens in de buurt graasde de dikke Tom in rit- mische beweging de maatslag daar- bij. Ver naar rechts laaide boven de j toppen van de bomen een schokkende j rode gloed op. „Kijk. Lena, daarginds brandt nu j je kampvuur." I Lena had niet geslapen. j „Dat is geen kampvuur," zei ze j merkwaardig helder wakker, „dat is j de brand van kasteel Heidelberg." j „Ja, natuurlijk, geen kampvuur. Het j kasteel staat in brand, het Rijk staat j in brand. En ik ben kolonel bij het j keizerlijke regiment en ontruk mij i thans aan de armen van mijn bemin- j de vrouw, om de moorddadige brand- j stichters mores te gaan leren. Waar is mijn paard, waar is mijn pluim- i hoed, mijn wambuis, mijn degen.." Zij lag onbewegelijk naar de lucht i te kijken en zei: „Het is een vuurwerk in een soort Lunapark, dat Spandauer Bock heet. Daar heeft men met veel moeite een ruine nagebouwd. Driemaal in de week wordt ze geïllumineerd, en dat noemt men „de brand van het kas teel Heidelberg," en alle bierdrinkers kunnen dan prettig griezelen en wor den er nog vrolijk bij ook." „Een zonderling vermaak is dat." „Misschien. Maar wie zou over smaak willen twisten. Het zijn alle maal. kleine mensen, die daar bij el kaar komen. Brave lieden De mees ten hebben geèn geld en -drinken ver schaald bier, en vele anderen hebben veel geld en zouden ook liever bier drinken, maar in plaats daarvan la ten zij zich een bowl maken, die hen niet smaakt, omdat hij niet zoet ge noeg is, maar hij geeft hun tenminste het enige genoegen, dat het veel te ve le geld hun nog veroorlooft: zij kun nen zich laten benijden.." Plotseling wierp zij zich tegen mij aan. „Maar maar Lena, wat gaan jou die mensen aan?" „Zij zij zijn ook daar. En zij wachten op me", zei ze, dicht tegen mijn borst gedrukt. „Wie?" „Mijn ouders en de Riemeisters en de jonge Riemeister." Ik wist daarop niets te zeggen. Het was zo vreemd! Nauwelijks een kilometer van ons verwijderd wachtten dus de ouders van Lena op haar, terwijl hun dochter hier in het bos in mijn ar men lag. En een zekere jonge Rie- rreister, in fourage en levensmidde len. wachtte eveneens met zijn ouders op zijn verloofde Er was een zachte wind opgestoken. Hij droeg het geluid van het vuurwerk evenals de klank van blaasinstrumenten naar ons over. Ineens bemerkte ik. dat Lena stil lag te huilen. „Lena!" Zij gaf geen antwoord. „Ik zou hem kun nen vermoorden, die Riemeister". Weer gaf zij geen antwoord. Er gin gen minuten voorbij op die manier. Twee snippen trokken krijsend boven ons heen en weer. Een uiltje zat in het donker te klagen van de honger. Plotseling stond Lena op. Haar stem kwam van heel ver en klonk vreemd. „Riemeister is een brave, fatsoenlij ke man. Ik zal een goede vrouw voor hem zijn." Ook ik sprong op. „Lena dat kan immers niet." „We gaan weg, Kaspar. Naar huis. Dat klonk als een bevel en we reden weg. (Wordt vervolgd) E I Vijf en twintig jaar heeft de in 1919 geboren Belg Edgar Heirman gebouwd aan het hier afgebeelde astronomische uurwerk dat opgesteld is in het oude kasteel Walburg, in het plaatsje Sint Niklaas. Het enorme uurwerk is onder gebracht in een kunstzinnig bewerkt paneel van vier meter breed en twee meter hoog. Er zijn 28.000 onderdelen van koper en edelmetaal in verwerkt, het uurwerk loopt feilloos en men kan er o.m. alle tijden ter wereld op aflezen, de zon- en maanstanden en vele andere astronomische bijzonderheden. Ook de versieringen zijn alleszins de moeite van het bekijken waard, onder andere engelen die op bazuinen blazen en houtsnijwerkfiguren die 24 ambachten voorstellen, en die om het uur in actie komen. Tijdens een recent bezoek aan het kasteel merkte koning Boudewijn op: „Het is moeilijk te begrijpen hoe zulk een werk door een man alleen vol bracht kon worden" „Dit alles heeft een indruk op mij nagelaten die onver getelijk is." De foto toont Edgar Heir man bij zijn werkstuk. Boven de klok de latijnse spreuk „Amor et labor omnia vincunt": liefde en werk over winnen alles. ..rnwm DE SPANNING ROND BERLIJN en de hervatting der kernproeven hebhen in de afgelopen maanden de „schuilkelderkoorts" weer hoog doen oplaaien. Met begrijpelijke verontrusting vragen miljoenen zich af, waar zij het vege lijf kunnen redden als het onverhoopt nog eens tot een atoomoorlog zou komen. Immers: alleen een „atoomvrije" schuilkelder zou, een redelijke beschutting kunnen bieden, maar zo'n kelder is voor een particulier vrijwel niet te bekos tigen, terwijl ook van overheidswege eveneens om financiële redenen maar weinig openbare schuilgelegenheden gebouwd worden. In Duitsland is men dan ook al druk bezig, de dichtgemetselde bunkers uit de laatste wereldoorlog tot schuilkelders om te bouwen; in Londen en Parijs kunnen in geval van nood duizenden een onderkomen vinden in de catacomben van „tube" en métroin andere grote steden improviseert men met bestaande kelders onder grote ge bouwen. Hier en daar verrijzen ook enkele sporadische nieuwe schuilkelders, maar aan een afdoende bescherming van de gehele burgerbevolking valt blijk baar niet te denken. gesteente de bouw van schuilkelders er veel minder kostbaar is dan b.v. in ons lage land. IN ZWITSERLAND heeft men het pro bleem op een andere manier aangepakt. Ondernemendü firma's en knappe inge nieurs hebben tezamen een aantal projec ten voor goedkope schuilkelders ontwor pen, die voornamelijk voor particulier ge bruik bedoeld zijn. Inplaats van de zware betonnen beplating gebruikt men er de normale golfplaten waarvan ook de beken de Nissenhutten gebouwd worden: halfcir kelvormige loodsen waarvan het dak soms uit plaatijzer, soms uit enkele mm dik alu minium bestaat. Het verschil met de ge- Dat is het weinig rooskleurige perspec- I tief in de meeste landen. Maar er zijn enkele uitzonderingen. In Zweden bijvoor beeld, waar de toenmalige regering reeds in 1944 de bouw van schuilkelders ver plicht stelde voor alle nieuw te constru eren grote gebouwen. Er is destijds met het einde van de tweede wereldoorlog in zicht heel wat critiek in het Zweedse parlement geweest op dat wetsontwerp, maar de tijd heeft bewezen dat het een wijs besluit was. Dankzij deze schuilkel- derwet beschikt Zweden nu over meer dan 15.000 solide schuilplaatsen. In de grote steden als Stockholm, Göteborg, Malmö, Norrköping en andere zijn voorts de laat ste jaren zeer grote openbare atoomschuil kelders ingericht. In de hoofdstad zijn on langs drie reuze-schuilkelders voltooid, die met de modernste voorzieningen zijn uit gerust en die tezamen bijna 35.000 men sen kunnen herbergen. DE MEESTE van die schuilkelders doen thans dienst als pakhuizen. Er zijn ook ondergrondse fabrieken, kantoren en zelfs een compleet hospitaal ingericht. Vele gro te Zweedse bedrijven hielpen namelijk zo'n schuilkelder financieren en hebben er nu het vruchtgebruik van: een welkome mo gelijkheid tot expansie in de dichtgebouw de stadskernen. Zo sloeg men twee vliegen in één klap. In Göteborg is op die manier zelfs een ondergronds complex van zeven verdiepingen gebouwd, waarin diverse fir ma's zijn ondergebracht en waarvan er een momenteel een hotel herbergt, vele meters onder de grond, dat zelfs in de strenge Zweedse winter vrijwel niet bij - verwarmd hoeft te worden. DE GECOMBINEERDE schuilkelder garage bij de Johanniskerk in Stockholm is een ander voorbeeld. Deze werd in 1955 gebouwd voor gezamenlijke rekening van het stadsbestuur en een groot automobiel bedrijf, die er 250 auto's parkeert. In oor logstijd kan het complex plaats bieden aan 10.000 mensen. Bij dit alles moet men ech ter wel bedenken dat Zweden, niet geteis terd door de tweede wereldoorlog, ook in de veertiger jaren al een rijk land was en dat door de bodemgesteldheid de onder, grond bestaat vrijwel overal uit rotsachtig 54. Jolliepop meende natuurlijk, dat hij de agent Bolslag onverrichter zake had teruggezonden naar het bureel en dat de kust weer veilig was. „Men zou zo vrij willen zijn voor te stellen", sprak hij, terwijl hij met noodlotszware tred naar de kast ging, „om het ge vangen mechanisch monster nu blijvend onschadelijk te maken. Men zou enige hulp van ons daarbij zeer op prijs stellen". Dat wilde Panda wel, want hij had ook genoeg van de Dienomaat. Maar zoals wij al weten wachtte hun een bittere teleurstelling toen zij de kast moedig openden de robot had zich een weg gebaand door de buitenmuur, en zij hadden het nakijken. Het was wel een verbazingwekkende aanblik.' Agent Bolslag was in die enkele ogenblikken heel slecht behandeld en vroeg zich sterker dan ooit af of hij waakte of droomde en of hij dan toch misschien maar naar zijn huisarts zou gaan; en intussen maakte de Dienomaat zich uit de voeten met de tekenen van zijn waardigheid. Waar schijnlijk was de triomfantelijke machine op weg naar zijn gestolen motorfiets om dan nieuwe kwaadaardighe den te gaan plegen. „Luister, Jolliepop", zei Panda, „dit wordt toch wer kelijk te gek! Zeg nu eens eerlijk heb je echt wel eens gedroomd dat je een politie-agent was, of zo?" „Men vreest", zei Jolliepop verslagen, „dat de moge lijkheid bestaat. Men m,eent zich zelfs nog ernstiger dromen te herinneren. Men heeft dromen altijd als on belangrijk beschouwd maar nu De anders zo beheerste bediende was zijn ontroering nauwelijks mees ter. Schematische doorsnede-tekening van de Zwitserse schuilkelders, waarbij dak en wanden van metalen golfpla ten vervaardigd zijn. De kelderruimte kan met houten steunen- in- comparti menten verdeeld en versteviad wórden. wone Nissenhut is dat deze nu ongeveer een meter in de grond gegraven. Het ge welfde dak is dan zo sterk dat het, naar de fabrikanten beweren, zelfs een tank van vijftig ton kan dragen. De Gazet van Antwerpen zegt in een ar tikel over dit Zwitserse project, dat zulke schuilkelders thans te krijgen zijn in prij zen, variërend van 12.000 tot meer dan f. 80.000 al naar gelang van uitvoering en afmetingen, waarbij dan bij bepaalde aanbiedingen de kostenvan plaatsing en installatie zijn inbegrepen. Hierdoor is ook een nieuw beroep ont staan, dat van handelsreiziger in schuil kelders. In de reclame spreekt men na tuurlijk van atoomvrije schuilplaatsen, maar of zij dat werkelijk zijn, moet nog uitgemaakt worden. De kopers maken zich daar blijkbaar weinig zorgen over, want de kelders gaan grif van de hand, klaarblijke lijk onder het motto dat iets beter is dan helemaal niets. OOK IN DE VERENIGDE Staten worden tegenwoordig particuliere schuilkelders in diverse soorten en uit voeringen aangeboden, evenals lucht verversingsinstallaties, noodvoedsel- paketten, geigertellers „voor huiselijk gebruik" en allerlei andere toebeho ren. Sommige van die vaak zeer kost bare zaken zijn door overheidsinstanties beproefd en goedgekeurd, maar de meerderheid wordt zonder enige deug delijkheids-garantie aan de man ge bracht en grif gekocht: grove commer cie die speculeert op de angst van het publiek, op suggestieve reclame en zelfs op het snobisme, want in bepaalde Amerikaanse kringen is de privé-schuil- kelder als een status-symbool worden net als de nieuwe auto van het laatste model, de vakantiebungalow buiten en het eigen zwembassin in de tuin. Daarom doen alle handelaars in schuilkelder-benodigdheden in Amerika goede zaken; zelfs het mannetje dat en kele maanden geleden begon met de verkoop van flessen „atoomvrij drink water" voor de schuilkeldervoorraad, dat hij gewoon uit de kraan tapte en nog tapt. Hij komt handen tekort om de be stellingen af te leveren! 90-91. Ja.en nu waren de kabouters dus voor het eerst weer naar de akker geko men, en daar zagen ze Snoppie, helemaal in z'n eentje, aan 't werk. Ze kwamen op hem af en sloegen hem op de schouders, want ze waren verrast door zijn ijver. Ze hadden hem wel anders gekend. -Dat vinden we fijn van je, Swoppie! zeiden ze. Als jij niet voor onze akker had gezorgd terwijl we ziek waren, was er van orize groente niet veel terecht ge komen! -Nou ja, zei Swoppie, verlegen. Er moest j toch iemand voor de boel zorgen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 11