FILATELIE De sneeuwman en het zieke meisje Bridge Dammen NIEUWE KINDERBOEKEN NAALDWERKEN De haan en de wind ZATERDAG 20 JANUARI 1962 E*bij PAGINA m&mmm S JU 'mm. B 3 wk. 4ïm. B. Dukel E. J. Kalf, jur. dra. Een heel gewoon hagedisje Cor Beek FRANKRIJK. Ter gelegenheid van de ingebruikneming van het lijnschip „France" is een postzegel van 0.30 fr. (zwart, blauwgroen en rood) in circula tie gebracht, waarop deze oceaanreus is afgebeeld. De zegel is ontworpen en gegraveerd door Hertenberger. ZWEDEN. Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de lokale bestelling door de Zweedse PTT werd ingevoerd. Dit feit zal worden herdacht door de uitgifte (op 29 januari a.s.) van twee postzegels. Het zijn een 30 ore (violet) en een 1.70 kr. (rood). Op beide zegels ziet men de afdrukken van de voet stappen van een postbode. Het ontwerp is van Pierre Olofsson en de gravure van Czeslaw Slania. NORFOLK EILAND. Binnenkort zul len twee nieuwe frankeerzegels met afbeeldingen van bloemen verschijnen. De waarden zijn: 2 sh. 5 d. (violet) met de passiebloem en 2 sh. 8 d. (oranje en groen) met de „rose apple". De eerste zegel zal op 5 februari en de tweede zegel op 9 april a.s. verkrijgbaar wor den gesteld. KAMEROEN. Ter herdenking van de vereniging van Frans en Brits Kame roen is een serie van drie waarden, uit gekomen: 20 fr. (bruin en violet), 25 fr. HÉÉÉÉ: -: - (geelbruin en groen) en 60 fr. (groen en rood). De zegels tonen de portretten van president A. Ahidjo en premier Foncha. POLEN. Een serie van drie post zegels, 40 gr., 60 gr. en 2.50 zl., is in circulatie gebracht naar aanleiding van het duizendjarig bestaan van de Poolse mijnbouw. De zegels vertonen respectievelijk het embleem van de stad Bythom en het embleem van het internationale mijnbouwcongres, gehou den in Warschau in 1958. REPUBLIEK MALAGASY. Als pro paganda voor de bescherming van de fauna is een serie van zes waarden uit gegeven, waarop halfapen zijn voorge steld. Op de 2 fr. ziet men de grijze halfmaki, op de 4 fr. de vari, op de 12 fr. de mongoz, op de 65 fr. de diadeem- sifaka, op de 85 fr. de indri en op de 250 fr. de maskermaki. De laatste drie zegels zijn luchtposten. EGYPTE. Voor de Dag van de poste rijen is een zegel ter waarde van 10 mills (bruin) verschenen. Afgebeeld is het nieuwe gebouw van de postzegel drukkerij van de Egyptische PTT. De oplage bedraagt twee miljoen exem plaren. KONGO (voorm. Belgisch Kongo). Op 20 januari a.s. zullen acht postzegels in omloop worden gebracht ter her denking van Dag Hammarskjöld. De waarden zijn: 10, 20, 30, 40, 50 c. en 3, 6.50 en 8 fr. De zegels tonen alle het portret van de overleden secretaris generaal en het embleem van de UNO. Een miniatuurvelletje ter waarde van 25 fr. zal eveneens verschijnen. PHILIPPIJNEN. Een brief gaat van hand tot hand op een nieuwe expresse zegel, die op 23 januari verschijnt. Op de achtergrond het gebouw van het postkantoor van Manilla. De zegel is gedrukt in Engeland bij Bradbury, Wil kinson Sons. Hieronder de oplossingen van de vijf kerstkluifjes, met enig commentaar. Men merke op dat alle opgaven twee witte torens in actie laten zien. Thans kunnen wij voorts verklappen, dat Loyd de compo nist van dit alles is geweest. No I. Wit: Kd7, Tc6-d8. Zwart: Kb7, pion a7. Driezet. Oplossing 1) Td8-a8! met als hoofdvariant 1) Ka8: 2) Kc7 (c8) be nevens mat. No II. Wit: Kf5, Tf3-gl. Zwart: Kh4, Th2, pion f4-h5. Driezet. Oplossing 1) Tgl- g5! De pointe is, dat de zwarte toren de h-lijn niet mag verlaten wegens 2) Th5:f en 3) Th3 mat. Daarom is nu 1) Thl verplicht, waarna 2) Tg2! altijd tot mat op de volgende zet leidt. No III. Wit: Ke3, Tf2-h4. Zwart: Kg3, pion h3-h5-h7. Vierzet. Oplossing 1) Tf2- h2! Een elegante sleutelzet. Na 1) Kh4: volgt 2) Kf4 enz.; na 1) Kh2: 2) Kf2 enz. Zwart komt in tempodwang. No IV. Wit: Kb5, Tf3-h4, pion: c5-d3-e2- f5. Zwart: Kd5, pion f6. Vierzet. Oplossing 1) Kb5-b6! Een lang niet gemakkelijk te vinden probleem, dat het volgende com mentaar van één van onze meest gewaar deerde lezers uitlokte: „Een vuns opgaafje, dat mij anderhalve kerstdag kostte. Voor dat men de oplossing heeft zit men einde loos te scharrelen omdat men meent, de koning op e5 of d5 te kunnen vangen". Onjuist is bijvoorbeeld 1) Th8? Kd4 2) Te8 Kc3! Na de auteursoplossing is het vervolg nog niet eens eenvoudig. 1) Ke5 2) d4f! Kd5 3) Td3ü Bijzonder verras send; wit laat de koning ontsnappen. 3) Kc4 4) d5 mat! No V. Wit: Ke5, Tb2-bl. Zwart: Kh7, Tf8-g8, pion a4-c6-e6. Wit begint en wint. Dit was verreweg de moeilijkste opgave, omdat er zoveel vertakkingen zijn en meerdere schijnoplossingen, welke slechts op subtiele wijze kunnen worden weer legd. Zeer in het kort luidt de oplossing: 1) Tdl-hlf Kh7-g6(7) 2) Thl-glf! Kg6-f7. Het is duidelijk, dat dit gedwongen is. 3) Tgl-flf Kf7-e8. Terug naar de g-lijn is aanstonds mat; na 3) Ke7 wordt 4) Tb7t ingelast. 4) Tflxf8t en na: a) 4) Kf8: 5) Kf6! b) 4) Tf8: 5) Ke6:! In beide gevallen moet zwart zijn toren offeren om aan de matdreiging Tb8 te ontsnappen. Wit kan dan het eindspel met toren tegen 3, respectievelijk 2 pionnen winnen, omdat de geïsoleerde pionnen zwk zijn. Eenvoudig is de winst dan nog niet, maar het zou te ver voeren, dit hier procies uit te werken. Hierbij enkele schijnoplossingen: A. 1) Thlt Kg7 2) Tg2t Kf7 3) Th7f Ke8 4) Tb2 en nu redt zwart zich met 4) Tg5f 5) Kd6 Tb5! Deze manoeuvre is ty perend en zien we ook in: B. 1) Thlt Kg7 2) Tglf Kf7 3) Tb7t Ke8 4) Tgbl! (niet 4) Ke6:? Tf6fH). Schijnbaar is zwart nu verloren, maar er is een fijne ressource. 4) Tg5f 5) Kd6 Tb5! b.v. 6) Ke6: Kd8! en nuxa) 7) Tb8f Kc7! enz. b) 7) Tlb5: cb5: 8) Tb8t Kc7 9) Tf8: Kb6! en zwart houdt het eindspel remise, omdat zijn pionnen verbonden zijn en zijn koning in de nabijheid staat. Men lette op het minuscule verschil met het eindspel in de auteursoplossing. Mr. Ed. Spanjaard WVYY i KOUATé (Senegal) TOchfYYW Zwart: 7, 8, 9, 11, 12, 13, 18, 26, 35. Wit: 23, 27, 29, 33, 37, 38, 39, 44. Zwart is aan zet. In deze stand is 11-17 verhinderd door dam met 29-24, 37-31, 38-32. De Fransman vervolgde 9-14? en verloor in de „positie". Direct na afloop gaf Van Dijk aan, dat zwart hier de gedwongen remise moet nemen met 1) 13-19. 2) 23x3 18-22. 3) 27x18 12x41. 4) 3x1 remise. In onderstaande stelling tegen de Frans man B. Devauchelle forceerde de minder goed staande Nederlander remise. B. DEVAUCHELLE (Amiens) OOOOOOOnfvv x v>'Yifyv^yYXXXXXXV)rK'YXXXXDOOQtVYYXX:<X^OOOOOOOC v v/A/////. internationals. Helaas voor de critici, geven de cijfers en de plaatsen weer een ander beeld van de werkelijke krachtsverhou dingen. Als u een spel wilt hebben, om in de club over te praten, kan ik er een uit voorraad leveren. Ziet u deze: 9 8 6 5 OV82 10 5 2 H 8 2 G. VAN DIJK Zwart: 4, 7, 9, 11, 12, 13, 18, 19, 23, 26. Wit: 27, 29, 30, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 45. Er volgde 1) 11-17? 2) 37-31 26x28. 3) 30-24 19x39. 4) 38-33 remise. Tragisch was het voorval met de 26- jarige onderwijzer Bernard Devauchelle, die na afloop van het toernooi op donder dag 4 januari naar zijn woonplaats Amiens vertrok en vrijdagmorgen levenloos op zijn kamer werd aangetroffen. Kolendampver giftiging had een eind aan het korte leven van deze veelbelovende dammeester ge maakt. Door toepassing van het Sonneborn- Berger-systeem kreeg de Senegalees Kouaté de derde plaats. Dit had de man uit Dakar hoofdzakelijk te danken aan het feit dat Van Dijk de eenvoudige remise liet glippen. Het was in de volgende stel ling. G. VAN DIJK DOOOOoc^^'^vxvv^or^vvs^oocooo^rvA, oöOöcyv"v,■, De best geplaatste Nederlander in het derde internationale „Lucas-Bols"-toemooi was ir. G. van Dijk uit Bennekom. En daarmede heeft hij bewezen toch nog altijd tot de topspelers van ons land te behoren. De eervolle tweede plaats achter Baba-Sy was dan ook volkomen verdiend. In de tweede ronde won Van Dijk van de Sene galees Kouaté. /vrro^yVA-iryYV'^ *^OOC 'JOOOOOOOOC-iuOC- a v> yGüOOOC G. VAN DIJK (Nederland) Zwart: dam op 47, vier stukken op 13, 20, 30, 35. Wit: dam op 1, vijf stukken op 22, 23, 33, 38, 39. Senegal aan zet stond in alle varianten verloren zoals Van Dijk na afloop van de partij aantoonde. In de partij vervolgde zwart: 1) 20-24. 2) 22-18 13x22. 3) 38-32 47x18. 4) 1x25 24-29 of? 5) 39-34 29x40. 6) 25-39 en zwart staat verloren. Het is leer zaam om na te gaan dat het spel op 1) 47-41 door 2) 33-29 41x5. 3) 29-23 1x34. 4) 1-45 20-24. 5) 22-17 en het spel is juist verloren op de tric-trak-lijnen. Tegen de Fransman Goumier won Van Dijk in een fraai positiespel. C. GOURNIER (Toulouse) B 4 9 AHB96 J AB98 #64 W O AH3 10 7 5 3 O V 7 4 V B 3 ^0<X30OX30000000^DCÜ00<^000§00Ö00^000L00( «^O^ootxxxx. A. M. KOUATé Zwart dam op 16, vier stukken op 8, 25, 35, 39. Wit dam op 18, vier stukken op 26, 28, 48, 50. In dit onoverzichtelijk eindspel vervolg de Van Dijk met 1)16-11. Kouaté liet 2) 18-27 11x33. 3) 27-43 volgen. Nu moest Van Dijk eenvoudig remise maken met 33x15 43x2 en 15-24. Toen Van Dijk in het nauw gebracht 8-12 speelde en wit na 43x1 een gewonnen eindspel kreeg, liet de wit- speler zien dat hij uit het goede dammer hout gesneden was. G. VAN DIJK DE GARDE STERFT „Le garde meurt, mais se ne rend pas" waren de historische woorden die gespro ken werden tijdens één van Napoleon's laatste veldslagen. Het garde-regiment, dat mede verantwoordelijk was voor de per soonlijke veiligheid van deze Franse dic tator-keizer vocht tot de laatste man. „De garde sterft, maar geeft zich niet over" een uitspraak, die het einde van een fan tastisch tijdperk symboliseerde. Wie de vorige week behoord heeft tot de vele toeschouwers die naar Utrecht kwa men om daar de laatste ronde van de meesterklasse parencompetitie afdeling A mee te beleven, zou aan deze historische uitspraak gedacht kunnen hebben. Spelers als Rebattu. Hoenselaar, Verboog, Cats, Slavenburg, Kreyns en Van Bemmel Suyck, nog niet zolang geleden behorende tot de elite-garde van de Nederlandse bridgers, vochten onderling een strijd uit op leven en dood, om de degradatie die aan twee paren voorbestemd was, te ontlopen. Enkele leden der oude garde ontspron gen de dans, maar dat spelers als Martyn Cats en Nico Verboog het volgende jaar in de afdeling B hun kansen moeten waar nemen, lijkt op (begin van?) het einde van een glorieus tijdperk. Zullen het nieuwe spelers worden, die hun stempel gaan drukken op het gebeuren in de Nederland se Bridgebond? Dat de Haarlemmers Ligt- hartZijlstra met speels gemak het veld van concurrenten van zich afschudden en de eerste plaats met overtuiging wisten te bereiken, lijkt te wijzen in de richting van het opstaan ener nieuwe „garde". Ik ge loof, dat de grootste kracht dezer spelers gelegen is in het feit, dat zij de ware Acol- mentaliteit bezitten: zij weten dat zij niet alles goed kunnen doen accepteren stoicijns een slecht resultaat en doen daarom méér goed dan hun tegenstanders, waarvan de meesten alles goed willen doen. Met mr. G. Kramer heb ik op de tweede plaats beslag kunnen leggen, terwijl Boen derL, Oudshoorn dicht achter ons volg den als derden. Nog niet zolang geleden werden deze twee paren afgeschilderd als de ten onrechte uitgezonden Nederlandse 4» V 10 7 2 O 4 O H 6 3 A 10 9 7 5 Zonder bieden van NZ, bereikten OW het normale contract van 4 harten. Noord speelde schoppen 9 voor, genomen in oost waarna hartenaas en hartenheer volg den; op de tweede harten, speelde zuid de klaveren bij. West speelde toen schoppen boer na en vervolgens wéér schoppen uit oost, die west in eigen hand introefde. Na deze opruiming in schoppen, speelde west klaveren 6, die noord met klaveren heer nam. Als noord op dit moment uit rekent, dat west tenminste 4 ruitens moet hebben, kan noord troefvrouw spelen rn klaveren na. Hierna zal west een ruiten slag moeten verliezen en gaat dan dus eén down. Noord speelde echter ruiten 2 en als in oost nu klein wordt gelegd, is het spel ook voor een speler uit de meester klasse P te winnen. Na diep gepeins Het west op tafel (oost) de ruitenvrouw spelen, zuid de ruitenheer en west ging nu nóg eentje down. Bridgevraag dezer week: Oost gever, NZ kwetsbaar. Oost opent met 4 harten, die zuid doubleert. Wat is dit voor een dou blet? Moet noord in elk geval passen moet hij in elk geval bieden of moet hij naar keuze handelen? En is zuids doublet hoofdzakelijk straf- of informatiedoublet? Antwoord op bridgevraag dezer week: Bij de beantwoording moet men zich af vragen, wat of vaker zal voorkomen: le) dat zuid sterk met harten tegen zit en daarom doubleert, of 2e) dat zuid sterk in de bijkleuren zit en de partner een beeld van algemene kracht wil geven. Het twee de geval komt natuurlijk veel vaker voor men geeft er in deze situatie bijvoor beeld een spel mee aan als: AV3 <?6 OAB65 3 H V 9 7 Met dit zuidspel is van alles mogelijk zelfs kan er een slem voor NZ in zitten, of kunnen OW down worden gespeeld in 4 harten. Noord moet nu de situatie beoor delen op basis van het feit, dat zuid niet sterk in harten, doch wel sterk in de bij kleuren is. Dit houdt tevens in, dat fuid met vrij sterke hartens tegen, maar moet passen zijn doublet zou als „informatie" opgevat kunnen worden. Overigens zal zo'n „stérke hartenkleur" achter een 4- hartenbieder tot de hoge zeldzaamheden behoren. LICHTEN OP ROOD, door Margreet Velsen-Quast. Uitgeversmij. Holland. Dit boek behandelt zonder mooi- of gewichtig doenerij een episode in het leven van een echtpaar, die ieder kan overkomen. De zullen er het leven in herkennen en mis schien hun eigen beleven en dat kan heel bevrijdend zijn. Een goede roman van een onzer kleine meesters. ZOON VAN AFRIKA door Prins Modu- pe, oorspronkelijke titel I was a savage, vert. Margrit de Sablonière, uitg. van Loghum Slaterus. Arnhem. Dit is de so ber vertelde autobiografie van een inboor ling uit het Afrikaans oerwoud, die in staat wordt gesteld naar Freetown, aan de kust, te gaan om onderwezen te wor den „in de wegen der blanken". Later voltooit hij zijn studie in Amerika, waar hij dit boek schreef. Hoogst belangwek kend dit relaas uit de eerste hand. Kun dig en beheerst vertaald. IN MEULENHOF'S Flamingo-reeks ver schenen twee pockets „voor de jonge vrouw". We hebben nu al pockets-zomaar, pockets voor kinderen, jeugdpockets en nu ook nog aparte voor de jonge vrouw. Wie is die jonge vrouw? Iemand die al wel een vrouw is, maar toch nog geen echte grotemensen-boeken lezen kan? De boekjes zijn „START" door T. Pulles en „DE TEUGELS IN HANDEN" door G Betlem. Nu, jonge vrouw, wie ter wereld je dan wel wezen mag, koop ze maar hoor in de kiosk en lees ze in de trein, slecht zul je er niet van worden. Maar volg wel het recept van Isaac Israels en scheur ieder gelezen blaadje eruit en gooi dat uit het coupéraam. (Vervolg van pag. 1) naturel wollen structuur Wat te zwaar werd. Maar het roept ijle wintermorgens op door middel van zuiver spel van naald en draad. Hier is decoratieve werking on danks kleine afmeting. HET WERK VAN Lydia Luyten hoe wel haar naald telkens vrijelijk van ab stracties tot herkenbare figuren, dieren, huizen overgaat doet sterk aan teke ningen en grafiek van non-figuratieven denken. Verschillende doekjes lenen zich er beter toe als prenten bewaard en zo nu en dan bekeken en genoten te worden, dan als wandversiering, omdat ze van dichtbij gezien zoveel meer geven dan op een afstand. En waarom zou men ook niet een verzameling van textiele kunst op zetten, zij het eer in ladenkastjes als van penningen, dan als prenten in portefeuil les? Dit zou het altijd zo moeilijke cha piter van de wijze van ophangen tot de werkelijke wandkleden beperken. Maar be gint u eens met een rustige beschouwing van het naaldwerk van mej. Luyten on der het genot van koffie of wijn van de Kaatsende Kat. Dit is iedere dag mogelijk van 9-12 en van 15-24 uur tot 15 februari a.s. IN EEN STIL STRAATJE van een grote stad hadden schooljongens een sneeuwman gemaakt. Het was een heel grote, met een echte bolhoed op en een grote wortelneus. De jongens waren erg trots op hun mooie sneeuw man en ze hadden er graag de hele dag mee gespeeld, maar... ze moesten weer naar school. Nu stond de sneeuwman alleen in het stille straatje en hij verveelde zich. Hij zag geen enkele jongen meer die naar hem keek en er kwam niemand voorbij. „Bah", dacht de sneeuwman, „waarom blijf ik hier eigenlijk wach ten. Ik wil pret maken. Ik wil avontu- ren beleven en de wereld bekijken. Hier valt voor een sneeuwman als ik niets te beleven." Nee, de sneeuwman voelde er niets voor om in het stille straatje te blijven en opeens begon hij te lopen. Hij liep niet vlug, want daarvoor was hij te dik. Zijn bolhoed schommelde een beet je op zijn dikke kop en zijn wortel- neus wiebelde op en neer. Langzaam liep de sneeuwman het straatje uit. Nu kwam hij in een grotere straat. Maar omdat het erg koud was, waren er geen mensen te zien. Die bleven lekker bin nen bij de warme kachel. Na een poosje werd de sneeuwman moe en hij ging ergens lekker op zijn gemak in een vensterbank zitten. Maar ineens hoorde hij binnen in het huis waar hij was gaan zitten heel hard gil len. Ja, de sneeuwman wist niet, dat hij juist in het raam van juffrouw Pe- tronella Schrik was gaan zitten. Die arme juffrouw was zo geschrok ken toen er ineens een grote man' ip. haar vensterbank zat, dat ze heel hard begon te gillen. „Oei, oei", mompelde de sneeuw man, „wat zingt die dame afschuwe lijk vals", en op een drafje liep hij weg. Hij wandelde een paar straten verder en bleef toen weer even staan. Hij stond nu vlak voor de deur van het politiebureau. Het duurde dan ook niet lang, of er kwam een agent aan. Die man moest het politiebureau uit, maar dat ging niet, want de sneeuwman stond hem in de weg. „DIE DROMMELSE JONGENS", mompelde agent Bonnemaker, „daar hebben ze me om ons te plagen een sneeuwpop voor de deur gezet. Maar ik zal de commissaris wel eens halen". De agent liep weer naar binnen. Nu had de sneeuwman alles gehoord en hij was een beetje geschrokken. „Wat een raar woord zei die me neer", dacht hij, „hij gaat de dromeda ris halen. Wat is dat voor een ding? Misschien eet die me wel op. Laat ik maar gauw weggaan!" Zo kwam het, dat de commissaris even later hele maal geen sneeuwman voor de deur van zijn politiebureau zag staan en daarom gaf hij de agent een flink standje. „Slaapkop", mopperde de commissaris, „waarom stoor je me in mijn gewichtige bezigheden? Een poli tieagent moet beter uit zijn ogen kij ken, anders moet hij geen politieagent worden." Beteuterd keek de agent op zijn dik ke neus en de commissaris ging weer naar zijn kamer, sloot de deur dicht en... ging verder slapen. Ondertussen wandelde de sneeuw man verder door de stad. Af en toe bleef hij staan als er iemand aankwam, want niemand hoefde hem te zien wan delen. Nu kwam de sneeuwman langs een bakkerij, er kwamen zulke lekke re geuren in zijn neus, dat hij staan bleef en stilletjes door een' sleutelgat naar binnen gluurde. Toen zag hij de bakker, die helemaal in het wit een grote bakkersoven open deed. En hij zag een groot vuur en schrok daarvan zo, dat hij hard gilde: „Pas op! Strakjes smelt je", want de sneeuwman dacht dat de witte bakker ook een man van sneeuw was. MAAR OMDAT DE sneeuwman zo gilde, schrok de bakker zo, dat hij een grote schaal met taartjes uit zijn han den liet vallen. Drommels, wat was me die bakker kwaad! Hij rende naar buiten en de sneeuwman bleef van schrik doodstil staan. De woedende bakker liep vlak langs hem, want natuurlijk wist hij niet dat een sneeuwman roepen kan. De bakker rende een hoek om, want hij dacht, dat kwajongens hem aan het schrikken hadden gemaakt. Met trillende benen liep de sneeuw man weg, van het grote vuur en de woedende bakker vandaan. Nu kwam hij weer in een stille buurt. Daar woonden een heleboel arme men sen. Dat wist de sneeuwman natuurlijk niet, maar toen hij weer moe werd, ging hij even staan uitrusten. Hij bleef vlak voor een raam staan en achter dat raam lag een klein, ziek meisje. Het was een arm kind en haar ouders had den geen geld om speelgoed te kopen. Dat meisje lag al maandenlang op bed en verveelde zich. En omdat ze zich erg verveelde werd ze treurig. Maar treurige mensen kunnen niet beter wor den en daarom bleef het meisje ziek. Met een heel bleek gezichtje lag het kindje in bed. Af en toe keek ze eens naar buiten, maar in het stille straatje zag ze niets en dan ging ze maar weer met haar ogen dicht liggen. Maar ineens... daar keek het meisje weer naar buiten! En daar, daar zag ze de sneeuwman staan. ZE GAF ER EEN gilletje van, zo blij was ze. Met grote ogen keek ze naar de sneeuwman die daar vlak voor haar raam stond. De sneeuwman hoorde het gilletje en omdat hij wilde weten wie het gegeven had, draaide hij zich om, heel, heel voorzichtig. Nu zag hij het zieke meisje, ze praat te met een vrouw naast haar bed en wees naar buiten. Met een verbaasd gezicht keek de vrouw naar de sneeuw man en die hoorde dat ze tegen het meisie zei: „Maar daar begrijp ik niets van, ik ben zojuist nog naar de groen teboer geweest en ik weet zeker dat er toen geen sneeuwpop stond." „Mag ik hem houden mam?" vroeg het meisje en ze vroeg het zo lief, dat de sneeuwman er bijna van smolt, zo fijn als hij het vond. „Ik ga hier nooit meer weg", dacht hij, ik heb genoeg van de wereld ge zien en wil hier blijven staan." Zo kwam het dat het meisje iedere dag naar de sneeuwman kon kijken. Ze werd er zo vrolijk van dat ze er steeds beter ging uitzien. Het was gelukkig een heel lange winter en daardoor kwam het, dat het meisje al helemaal beter was, toen op een dag de sneeuw man wegsmolt... Jan Nelissen Bij het boodschappen doen in de binnenstad ontdekte een jong hagedisje, dat hij plotseling, zómaar, geen staartje meer had! Dat is nu toch echt wel een beetje te gek, dacht toen 't hagedisje en het ging met zijn bek nog eeris alles goed na, maarniets op die plek! Hij zocht langs de weg, een half uur, drie kwartier en zuchtte: mijn staartje, dat vind ik nooit hier Wie verliest nu zijn staart, dat doet toch geen dier'' En thuis huilde hij: het is helemaal mts Maar zijn pa lachte: weet je wat 't grappige is Z'n staart verliest... iedere haged Cor Bo I- Het gouden haantje van de toren draait opzij, dan weer naar voren, dan weer helemaal in 't rond, 't hapt naar lucht met open mond Maar de wind gaat zo te keer. draait het haantje, telkens weer. „Hou toch op!", kraait 't haantje boos. „Laat me nu eens stdan een poos! Kan 't je niet schelen wat ik zeg? Ook al goed, dan vlieg ik weg!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 18