FILATELIE
De sneeuwman en het
zieke meisje
Bridge
Dammen
NIEUWE KINDERBOEKEN
NAALDWERKEN
De haan en de wind
ZATERDAG 20 JANUARI 1962
E*bij
PAGINA
m&mmm
S
JU 'mm. B
3 wk. 4ïm.
B. Dukel
E. J. Kalf, jur. dra.
Een heel gewoon hagedisje
Cor Beek
FRANKRIJK. Ter gelegenheid van de
ingebruikneming van het lijnschip
„France" is een postzegel van 0.30 fr.
(zwart, blauwgroen en rood) in circula
tie gebracht, waarop deze oceaanreus
is afgebeeld. De zegel is ontworpen en
gegraveerd door Hertenberger.
ZWEDEN. Dit jaar is het honderd
jaar geleden dat de lokale bestelling
door de Zweedse PTT werd ingevoerd.
Dit feit zal worden herdacht door de
uitgifte (op 29 januari a.s.) van twee
postzegels. Het zijn een 30 ore (violet)
en een 1.70 kr. (rood). Op beide zegels
ziet men de afdrukken van de voet
stappen van een postbode. Het ontwerp
is van Pierre Olofsson en de gravure
van Czeslaw Slania.
NORFOLK EILAND. Binnenkort zul
len twee nieuwe frankeerzegels met
afbeeldingen van bloemen verschijnen.
De waarden zijn: 2 sh. 5 d. (violet) met
de passiebloem en 2 sh. 8 d. (oranje en
groen) met de „rose apple". De eerste
zegel zal op 5 februari en de tweede
zegel op 9 april a.s. verkrijgbaar wor
den gesteld.
KAMEROEN. Ter herdenking van de
vereniging van Frans en Brits Kame
roen is een serie van drie waarden, uit
gekomen: 20 fr. (bruin en violet), 25 fr.
HÉÉÉÉ: -: -
(geelbruin en groen) en 60 fr. (groen
en rood). De zegels tonen de portretten
van president A. Ahidjo en premier
Foncha.
POLEN. Een serie van drie post
zegels, 40 gr., 60 gr. en 2.50 zl., is in
circulatie gebracht naar aanleiding
van het duizendjarig bestaan van de
Poolse mijnbouw. De zegels vertonen
respectievelijk het embleem van de
stad Bythom en het embleem van het
internationale mijnbouwcongres, gehou
den in Warschau in 1958.
REPUBLIEK MALAGASY. Als pro
paganda voor de bescherming van de
fauna is een serie van zes waarden uit
gegeven, waarop halfapen zijn voorge
steld. Op de 2 fr. ziet men de grijze
halfmaki, op de 4 fr. de vari, op de 12
fr. de mongoz, op de 65 fr. de diadeem-
sifaka, op de 85 fr. de indri en op de
250 fr. de maskermaki. De laatste drie
zegels zijn luchtposten.
EGYPTE. Voor de Dag van de poste
rijen is een zegel ter waarde van 10
mills (bruin) verschenen. Afgebeeld is
het nieuwe gebouw van de postzegel
drukkerij van de Egyptische PTT. De
oplage bedraagt twee miljoen exem
plaren.
KONGO (voorm. Belgisch Kongo). Op
20 januari a.s. zullen acht postzegels
in omloop worden gebracht ter her
denking van Dag Hammarskjöld. De
waarden zijn: 10, 20, 30, 40, 50 c. en 3,
6.50 en 8 fr. De zegels tonen alle het
portret van de overleden secretaris
generaal en het embleem van de UNO.
Een miniatuurvelletje ter waarde van
25 fr. zal eveneens verschijnen.
PHILIPPIJNEN. Een brief gaat van
hand tot hand op een nieuwe expresse
zegel, die op 23 januari verschijnt. Op
de achtergrond het gebouw van het
postkantoor van Manilla. De zegel is
gedrukt in Engeland bij Bradbury, Wil
kinson Sons.
Hieronder de oplossingen van de vijf
kerstkluifjes, met enig commentaar. Men
merke op dat alle opgaven twee witte
torens in actie laten zien. Thans kunnen
wij voorts verklappen, dat Loyd de compo
nist van dit alles is geweest.
No I. Wit: Kd7, Tc6-d8. Zwart: Kb7, pion
a7. Driezet. Oplossing 1) Td8-a8! met als
hoofdvariant 1) Ka8: 2) Kc7 (c8) be
nevens mat.
No II. Wit: Kf5, Tf3-gl. Zwart: Kh4,
Th2, pion f4-h5. Driezet. Oplossing 1) Tgl-
g5! De pointe is, dat de zwarte toren de
h-lijn niet mag verlaten wegens 2) Th5:f
en 3) Th3 mat. Daarom is nu 1) Thl
verplicht, waarna 2) Tg2! altijd tot mat op
de volgende zet leidt.
No III. Wit: Ke3, Tf2-h4. Zwart: Kg3,
pion h3-h5-h7. Vierzet. Oplossing 1) Tf2-
h2! Een elegante sleutelzet. Na 1) Kh4:
volgt 2) Kf4 enz.; na 1) Kh2: 2) Kf2
enz. Zwart komt in tempodwang.
No IV. Wit: Kb5, Tf3-h4, pion: c5-d3-e2-
f5. Zwart: Kd5, pion f6. Vierzet. Oplossing
1) Kb5-b6! Een lang niet gemakkelijk te
vinden probleem, dat het volgende com
mentaar van één van onze meest gewaar
deerde lezers uitlokte: „Een vuns opgaafje,
dat mij anderhalve kerstdag kostte. Voor
dat men de oplossing heeft zit men einde
loos te scharrelen omdat men meent, de
koning op e5 of d5 te kunnen vangen".
Onjuist is bijvoorbeeld 1) Th8? Kd4 2) Te8
Kc3! Na de auteursoplossing is het vervolg
nog niet eens eenvoudig. 1) Ke5 2)
d4f! Kd5 3) Td3ü Bijzonder verras
send; wit laat de koning ontsnappen.
3) Kc4 4) d5 mat!
No V. Wit: Ke5, Tb2-bl. Zwart: Kh7,
Tf8-g8, pion a4-c6-e6. Wit begint en wint.
Dit was verreweg de moeilijkste opgave,
omdat er zoveel vertakkingen zijn en
meerdere schijnoplossingen, welke slechts
op subtiele wijze kunnen worden weer
legd. Zeer in het kort luidt de oplossing:
1) Tdl-hlf Kh7-g6(7) 2) Thl-glf! Kg6-f7.
Het is duidelijk, dat dit gedwongen is.
3) Tgl-flf Kf7-e8. Terug naar de g-lijn
is aanstonds mat; na 3) Ke7 wordt
4) Tb7t ingelast. 4) Tflxf8t en na: a) 4)
Kf8: 5) Kf6! b) 4) Tf8: 5) Ke6:!
In beide gevallen moet zwart zijn toren
offeren om aan de matdreiging Tb8 te
ontsnappen. Wit kan dan het eindspel met
toren tegen 3, respectievelijk 2 pionnen
winnen, omdat de geïsoleerde pionnen
zwk zijn. Eenvoudig is de winst dan nog
niet, maar het zou te ver voeren, dit hier
procies uit te werken.
Hierbij enkele schijnoplossingen:
A. 1) Thlt Kg7 2) Tg2t Kf7 3) Th7f Ke8
4) Tb2 en nu redt zwart zich met 4)
Tg5f 5) Kd6 Tb5! Deze manoeuvre is ty
perend en zien we ook in:
B. 1) Thlt Kg7 2) Tglf Kf7 3) Tb7t Ke8
4) Tgbl! (niet 4) Ke6:? Tf6fH). Schijnbaar
is zwart nu verloren, maar er is een fijne
ressource. 4) Tg5f 5) Kd6 Tb5! b.v.
6) Ke6: Kd8! en nuxa) 7) Tb8f Kc7! enz.
b) 7) Tlb5: cb5: 8) Tb8t Kc7 9) Tf8: Kb6!
en zwart houdt het eindspel remise, omdat
zijn pionnen verbonden zijn en zijn koning
in de nabijheid staat. Men lette op het
minuscule verschil met het eindspel in
de auteursoplossing.
Mr. Ed. Spanjaard
WVYY i
KOUATé (Senegal)
TOchfYYW
Zwart: 7, 8, 9, 11, 12, 13, 18, 26, 35.
Wit: 23, 27, 29, 33, 37, 38, 39, 44.
Zwart is aan zet.
In deze stand is 11-17 verhinderd door
dam met 29-24, 37-31, 38-32. De Fransman
vervolgde 9-14? en verloor in de „positie".
Direct na afloop gaf Van Dijk aan, dat
zwart hier de gedwongen remise moet
nemen met 1) 13-19. 2) 23x3 18-22.
3) 27x18 12x41. 4) 3x1 remise.
In onderstaande stelling tegen de Frans
man B. Devauchelle forceerde de minder
goed staande Nederlander remise.
B. DEVAUCHELLE (Amiens)
OOOOOOOnfvv x v>'Yifyv^yYXXXXXXV)rK'YXXXXDOOQtVYYXX:<X^OOOOOOOC
v v/A/////.
internationals. Helaas voor de critici, geven
de cijfers en de plaatsen weer een ander
beeld van de werkelijke krachtsverhou
dingen.
Als u een spel wilt hebben, om in de club
over te praten, kan ik er een uit voorraad
leveren. Ziet u deze:
9 8 6 5
OV82
10 5 2
H 8 2
G. VAN DIJK
Zwart: 4, 7, 9, 11, 12, 13, 18, 19, 23, 26.
Wit: 27, 29, 30, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 45.
Er volgde 1) 11-17? 2) 37-31 26x28.
3) 30-24 19x39. 4) 38-33 remise.
Tragisch was het voorval met de 26-
jarige onderwijzer Bernard Devauchelle,
die na afloop van het toernooi op donder
dag 4 januari naar zijn woonplaats Amiens
vertrok en vrijdagmorgen levenloos op zijn
kamer werd aangetroffen. Kolendampver
giftiging had een eind aan het korte leven
van deze veelbelovende dammeester ge
maakt.
Door toepassing van het Sonneborn-
Berger-systeem kreeg de Senegalees
Kouaté de derde plaats. Dit had de man
uit Dakar hoofdzakelijk te danken aan het
feit dat Van Dijk de eenvoudige remise
liet glippen. Het was in de volgende stel
ling.
G. VAN DIJK
DOOOOoc^^'^vxvv^or^vvs^oocooo^rvA, oöOöcyv"v,■,
De best geplaatste Nederlander in het
derde internationale „Lucas-Bols"-toemooi
was ir. G. van Dijk uit Bennekom. En
daarmede heeft hij bewezen toch nog altijd
tot de topspelers van ons land te behoren.
De eervolle tweede plaats achter Baba-Sy
was dan ook volkomen verdiend. In de
tweede ronde won Van Dijk van de Sene
galees Kouaté.
/vrro^yVA-iryYV'^ *^OOC
'JOOOOOOOOC-iuOC- a v> yGüOOOC
G. VAN DIJK (Nederland)
Zwart: dam op 47, vier stukken op 13,
20, 30, 35.
Wit: dam op 1, vijf stukken op 22, 23,
33, 38, 39.
Senegal aan zet stond in alle varianten
verloren zoals Van Dijk na afloop van de
partij aantoonde. In de partij vervolgde
zwart: 1) 20-24. 2) 22-18 13x22. 3) 38-32
47x18. 4) 1x25 24-29 of? 5) 39-34 29x40. 6)
25-39 en zwart staat verloren. Het is leer
zaam om na te gaan dat het spel op 1)
47-41 door 2) 33-29 41x5. 3) 29-23 1x34. 4)
1-45 20-24. 5) 22-17 en het spel is juist
verloren op de tric-trak-lijnen.
Tegen de Fransman Goumier won Van
Dijk in een fraai positiespel.
C. GOURNIER (Toulouse)
B 4
9 AHB96
J AB98
#64
W O
AH3
10 7 5 3
O V 7 4
V B 3
^0<X30OX30000000^DCÜ00<^000§00Ö00^000L00( «^O^ootxxxx.
A. M. KOUATé
Zwart dam op 16, vier stukken op 8, 25,
35, 39.
Wit dam op 18, vier stukken op 26, 28,
48, 50.
In dit onoverzichtelijk eindspel vervolg
de Van Dijk met 1)16-11. Kouaté liet
2) 18-27 11x33. 3) 27-43 volgen. Nu moest
Van Dijk eenvoudig remise maken met
33x15 43x2 en 15-24. Toen Van Dijk in het
nauw gebracht 8-12 speelde en wit na 43x1
een gewonnen eindspel kreeg, liet de wit-
speler zien dat hij uit het goede dammer
hout gesneden was.
G. VAN DIJK
DE GARDE STERFT
„Le garde meurt, mais se ne rend pas"
waren de historische woorden die gespro
ken werden tijdens één van Napoleon's
laatste veldslagen. Het garde-regiment, dat
mede verantwoordelijk was voor de per
soonlijke veiligheid van deze Franse dic
tator-keizer vocht tot de laatste man. „De
garde sterft, maar geeft zich niet over"
een uitspraak, die het einde van een fan
tastisch tijdperk symboliseerde.
Wie de vorige week behoord heeft tot de
vele toeschouwers die naar Utrecht kwa
men om daar de laatste ronde van de
meesterklasse parencompetitie afdeling A
mee te beleven, zou aan deze historische
uitspraak gedacht kunnen hebben. Spelers
als Rebattu. Hoenselaar, Verboog, Cats,
Slavenburg, Kreyns en Van Bemmel Suyck,
nog niet zolang geleden behorende tot de
elite-garde van de Nederlandse bridgers,
vochten onderling een strijd uit op leven
en dood, om de degradatie die aan twee
paren voorbestemd was, te ontlopen.
Enkele leden der oude garde ontspron
gen de dans, maar dat spelers als Martyn
Cats en Nico Verboog het volgende jaar in
de afdeling B hun kansen moeten waar
nemen, lijkt op (begin van?) het einde van
een glorieus tijdperk. Zullen het nieuwe
spelers worden, die hun stempel gaan
drukken op het gebeuren in de Nederland
se Bridgebond? Dat de Haarlemmers Ligt-
hartZijlstra met speels gemak het veld
van concurrenten van zich afschudden en
de eerste plaats met overtuiging wisten te
bereiken, lijkt te wijzen in de richting van
het opstaan ener nieuwe „garde". Ik ge
loof, dat de grootste kracht dezer spelers
gelegen is in het feit, dat zij de ware Acol-
mentaliteit bezitten: zij weten dat zij niet
alles goed kunnen doen accepteren
stoicijns een slecht resultaat en doen
daarom méér goed dan hun tegenstanders,
waarvan de meesten alles goed willen
doen.
Met mr. G. Kramer heb ik op de tweede
plaats beslag kunnen leggen, terwijl Boen
derL, Oudshoorn dicht achter ons volg
den als derden. Nog niet zolang geleden
werden deze twee paren afgeschilderd als
de ten onrechte uitgezonden Nederlandse
4» V 10 7 2
O 4
O H 6 3
A 10 9 7 5
Zonder bieden van NZ, bereikten OW
het normale contract van 4 harten. Noord
speelde schoppen 9 voor, genomen in oost
waarna hartenaas en hartenheer volg
den; op de tweede harten, speelde zuid de
klaveren bij. West speelde toen schoppen
boer na en vervolgens wéér schoppen
uit oost, die west in eigen hand introefde.
Na deze opruiming in schoppen, speelde
west klaveren 6, die noord met klaveren
heer nam. Als noord op dit moment uit
rekent, dat west tenminste 4 ruitens moet
hebben, kan noord troefvrouw spelen rn
klaveren na. Hierna zal west een ruiten
slag moeten verliezen en gaat dan dus eén
down. Noord speelde echter ruiten 2 en
als in oost nu klein wordt gelegd, is het
spel ook voor een speler uit de meester
klasse P te winnen. Na diep gepeins Het
west op tafel (oost) de ruitenvrouw spelen,
zuid de ruitenheer en west ging nu nóg
eentje down.
Bridgevraag dezer week: Oost gever, NZ
kwetsbaar. Oost opent met 4 harten, die
zuid doubleert. Wat is dit voor een dou
blet? Moet noord in elk geval passen
moet hij in elk geval bieden of moet hij
naar keuze handelen? En is zuids doublet
hoofdzakelijk straf- of informatiedoublet?
Antwoord op bridgevraag dezer week:
Bij de beantwoording moet men zich af
vragen, wat of vaker zal voorkomen: le)
dat zuid sterk met harten tegen zit en
daarom doubleert, of 2e) dat zuid sterk in
de bijkleuren zit en de partner een beeld
van algemene kracht wil geven. Het twee
de geval komt natuurlijk veel vaker voor
men geeft er in deze situatie bijvoor
beeld een spel mee aan als:
AV3 <?6 OAB65 3 H V 9 7
Met dit zuidspel is van alles mogelijk
zelfs kan er een slem voor NZ in zitten, of
kunnen OW down worden gespeeld in 4
harten. Noord moet nu de situatie beoor
delen op basis van het feit, dat zuid niet
sterk in harten, doch wel sterk in de bij
kleuren is. Dit houdt tevens in, dat fuid
met vrij sterke hartens tegen, maar moet
passen zijn doublet zou als „informatie"
opgevat kunnen worden. Overigens zal
zo'n „stérke hartenkleur" achter een 4-
hartenbieder tot de hoge zeldzaamheden
behoren.
LICHTEN OP ROOD, door Margreet
Velsen-Quast. Uitgeversmij. Holland. Dit
boek behandelt zonder mooi- of gewichtig
doenerij een episode in het leven van een
echtpaar, die ieder kan overkomen. De
zullen er het leven in herkennen en mis
schien hun eigen beleven en dat kan heel
bevrijdend zijn. Een goede roman van een
onzer kleine meesters.
ZOON VAN AFRIKA door Prins Modu-
pe, oorspronkelijke titel I was a savage,
vert. Margrit de Sablonière, uitg. van
Loghum Slaterus. Arnhem. Dit is de so
ber vertelde autobiografie van een inboor
ling uit het Afrikaans oerwoud, die in
staat wordt gesteld naar Freetown, aan
de kust, te gaan om onderwezen te wor
den „in de wegen der blanken". Later
voltooit hij zijn studie in Amerika, waar
hij dit boek schreef. Hoogst belangwek
kend dit relaas uit de eerste hand. Kun
dig en beheerst vertaald.
IN MEULENHOF'S Flamingo-reeks ver
schenen twee pockets „voor de jonge
vrouw". We hebben nu al pockets-zomaar,
pockets voor kinderen, jeugdpockets en
nu ook nog aparte voor de jonge vrouw.
Wie is die jonge vrouw? Iemand die al
wel een vrouw is, maar toch nog geen
echte grotemensen-boeken lezen kan? De
boekjes zijn „START" door T. Pulles en
„DE TEUGELS IN HANDEN" door G
Betlem. Nu, jonge vrouw, wie ter wereld
je dan wel wezen mag, koop ze maar
hoor in de kiosk en lees ze in de trein,
slecht zul je er niet van worden. Maar
volg wel het recept van Isaac Israels en
scheur ieder gelezen blaadje eruit en gooi
dat uit het coupéraam.
(Vervolg van pag. 1)
naturel wollen structuur Wat te zwaar
werd. Maar het roept ijle wintermorgens
op door middel van zuiver spel van naald
en draad. Hier is decoratieve werking on
danks kleine afmeting.
HET WERK VAN Lydia Luyten hoe
wel haar naald telkens vrijelijk van ab
stracties tot herkenbare figuren, dieren,
huizen overgaat doet sterk aan teke
ningen en grafiek van non-figuratieven
denken. Verschillende doekjes lenen zich
er beter toe als prenten bewaard en zo
nu en dan bekeken en genoten te worden,
dan als wandversiering, omdat ze van
dichtbij gezien zoveel meer geven dan op
een afstand. En waarom zou men ook niet
een verzameling van textiele kunst op
zetten, zij het eer in ladenkastjes als van
penningen, dan als prenten in portefeuil
les? Dit zou het altijd zo moeilijke cha
piter van de wijze van ophangen tot de
werkelijke wandkleden beperken. Maar be
gint u eens met een rustige beschouwing
van het naaldwerk van mej. Luyten on
der het genot van koffie of wijn van de
Kaatsende Kat. Dit is iedere dag mogelijk
van 9-12 en van 15-24 uur tot 15 februari
a.s.
IN EEN STIL STRAATJE van een
grote stad hadden schooljongens een
sneeuwman gemaakt. Het was een
heel grote, met een echte bolhoed op
en een grote wortelneus. De jongens
waren erg trots op hun mooie sneeuw
man en ze hadden er graag de hele
dag mee gespeeld, maar... ze moesten
weer naar school.
Nu stond de sneeuwman alleen in het
stille straatje en hij verveelde zich.
Hij zag geen enkele jongen meer die
naar hem keek en er kwam niemand
voorbij. „Bah", dacht de sneeuwman,
„waarom blijf ik hier eigenlijk wach
ten. Ik wil pret maken. Ik wil avontu-
ren beleven en de wereld bekijken.
Hier valt voor een sneeuwman als ik
niets te beleven."
Nee, de sneeuwman voelde er niets
voor om in het stille straatje te blijven
en opeens begon hij te lopen. Hij liep
niet vlug, want daarvoor was hij te
dik. Zijn bolhoed schommelde een beet
je op zijn dikke kop en zijn wortel-
neus wiebelde op en neer. Langzaam
liep de sneeuwman het straatje uit. Nu
kwam hij in een grotere straat. Maar
omdat het erg koud was, waren er geen
mensen te zien. Die bleven lekker bin
nen bij de warme kachel.
Na een poosje werd de sneeuwman
moe en hij ging ergens lekker op zijn
gemak in een vensterbank zitten. Maar
ineens hoorde hij binnen in het huis
waar hij was gaan zitten heel hard gil
len. Ja, de sneeuwman wist niet, dat
hij juist in het raam van juffrouw Pe-
tronella Schrik was gaan zitten.
Die arme juffrouw was zo geschrok
ken toen er ineens een grote man' ip.
haar vensterbank zat, dat ze heel hard
begon te gillen.
„Oei, oei", mompelde de sneeuw
man, „wat zingt die dame afschuwe
lijk vals", en op een drafje liep hij
weg. Hij wandelde een paar straten
verder en bleef toen weer even staan.
Hij stond nu vlak voor de deur van het
politiebureau. Het duurde dan ook niet
lang, of er kwam een agent aan. Die
man moest het politiebureau uit, maar
dat ging niet, want de sneeuwman
stond hem in de weg.
„DIE DROMMELSE JONGENS",
mompelde agent Bonnemaker, „daar
hebben ze me om ons te plagen een
sneeuwpop voor de deur gezet. Maar
ik zal de commissaris wel eens halen".
De agent liep weer naar binnen. Nu
had de sneeuwman alles gehoord en
hij was een beetje geschrokken.
„Wat een raar woord zei die me
neer", dacht hij, „hij gaat de dromeda
ris halen. Wat is dat voor een ding?
Misschien eet die me wel op. Laat ik
maar gauw weggaan!" Zo kwam het,
dat de commissaris even later hele
maal geen sneeuwman voor de deur
van zijn politiebureau zag staan en
daarom gaf hij de agent een flink
standje. „Slaapkop", mopperde de
commissaris, „waarom stoor je me in
mijn gewichtige bezigheden? Een poli
tieagent moet beter uit zijn ogen kij
ken, anders moet hij geen politieagent
worden."
Beteuterd keek de agent op zijn dik
ke neus en de commissaris ging weer
naar zijn kamer, sloot de deur dicht
en... ging verder slapen.
Ondertussen wandelde de sneeuw
man verder door de stad. Af en toe
bleef hij staan als er iemand aankwam,
want niemand hoefde hem te zien wan
delen. Nu kwam de sneeuwman langs
een bakkerij, er kwamen zulke lekke
re geuren in zijn neus, dat hij staan
bleef en stilletjes door een' sleutelgat
naar binnen gluurde.
Toen zag hij de bakker, die helemaal
in het wit een grote bakkersoven open
deed. En hij zag een groot vuur en
schrok daarvan zo, dat hij hard gilde:
„Pas op! Strakjes smelt je", want de
sneeuwman dacht dat de witte bakker
ook een man van sneeuw was.
MAAR OMDAT DE sneeuwman zo
gilde, schrok de bakker zo, dat hij een
grote schaal met taartjes uit zijn han
den liet vallen.
Drommels, wat was me die bakker
kwaad! Hij rende naar buiten en de
sneeuwman bleef van schrik doodstil
staan. De woedende bakker liep vlak
langs hem, want natuurlijk wist hij
niet dat een sneeuwman roepen kan.
De bakker rende een hoek om, want
hij dacht, dat kwajongens hem aan het
schrikken hadden gemaakt.
Met trillende benen liep de sneeuw
man weg, van het grote vuur en de
woedende bakker vandaan.
Nu kwam hij weer in een stille buurt.
Daar woonden een heleboel arme men
sen. Dat wist de sneeuwman natuurlijk
niet, maar toen hij weer moe werd,
ging hij even staan uitrusten. Hij bleef
vlak voor een raam staan en achter dat
raam lag een klein, ziek meisje. Het
was een arm kind en haar ouders had
den geen geld om speelgoed te kopen.
Dat meisje lag al maandenlang op bed
en verveelde zich. En omdat ze zich
erg verveelde werd ze treurig. Maar
treurige mensen kunnen niet beter wor
den en daarom bleef het meisje ziek.
Met een heel bleek gezichtje lag het
kindje in bed. Af en toe keek ze eens
naar buiten, maar in het stille straatje
zag ze niets en dan ging ze maar weer
met haar ogen dicht liggen.
Maar ineens... daar keek het meisje
weer naar buiten! En daar, daar zag
ze de sneeuwman staan.
ZE GAF ER EEN gilletje van, zo blij
was ze. Met grote ogen keek ze naar de
sneeuwman die daar vlak voor haar
raam stond.
De sneeuwman hoorde het gilletje en
omdat hij wilde weten wie het gegeven
had, draaide hij zich om, heel, heel
voorzichtig.
Nu zag hij het zieke meisje, ze praat
te met een vrouw naast haar bed en
wees naar buiten. Met een verbaasd
gezicht keek de vrouw naar de sneeuw
man en die hoorde dat ze tegen het
meisie zei: „Maar daar begrijp ik niets
van, ik ben zojuist nog naar de groen
teboer geweest en ik weet zeker dat er
toen geen sneeuwpop stond."
„Mag ik hem houden mam?" vroeg
het meisje en ze vroeg het zo lief, dat
de sneeuwman er bijna van smolt, zo
fijn als hij het vond.
„Ik ga hier nooit meer weg", dacht
hij, ik heb genoeg van de wereld ge
zien en wil hier blijven staan."
Zo kwam het dat het meisje iedere
dag naar de sneeuwman kon kijken. Ze
werd er zo vrolijk van dat ze er steeds
beter ging uitzien. Het was gelukkig
een heel lange winter en daardoor
kwam het, dat het meisje al helemaal
beter was, toen op een dag de sneeuw
man wegsmolt...
Jan Nelissen
Bij het boodschappen doen in de
binnenstad
ontdekte een jong hagedisje, dat
hij plotseling, zómaar, geen staartje
meer had!
Dat is nu toch echt wel een beetje
te gek,
dacht toen 't hagedisje en het ging
met zijn bek
nog eeris alles goed na, maarniets
op die plek!
Hij zocht langs de weg, een half uur,
drie kwartier
en zuchtte: mijn staartje, dat vind ik
nooit hier
Wie verliest nu zijn staart, dat doet
toch geen dier''
En thuis huilde hij: het is helemaal mts
Maar zijn pa lachte: weet je wat
't grappige is
Z'n staart verliest... iedere haged
Cor Bo I-
Het gouden haantje van de toren
draait opzij, dan weer naar voren,
dan weer helemaal in 't rond,
't hapt naar lucht met open mond
Maar de wind gaat zo te keer.
draait het haantje, telkens weer.
„Hou toch op!", kraait 't haantje boos.
„Laat me nu eens stdan een poos!
Kan 't je niet schelen wat ik zeg?
Ook al goed, dan vlieg ik weg!"