I Rendez-vous met het verleden j HOEDJES VAN PATOU Lord Snowdon weldra aan de slag als adviseurvan zondagsblad Geschat salaris: 75 mille <fr PANDA EN DE DIENOMAAT VISSERTJE PLUM AOSRAM P o 11 e, Pelli en PieMo Ons vervolgverhaal DOOR CLEMENS LAAR Si Rusthuis voor paarden in Soest o DINSDAG 23 JANUARI 1962 g mmm Gratis reclame ,Het werd tijd Gewetensgeld lampen t :v'' I lilllllllllllllllllllllllllllliL Drie hoedjes van de Franse mode ontwerper Jean Patou. Dit model is van stro in wit en marineblauw. 30) 5 Zelfs de armzaligheid, zelfs verval en E nooddruft toonden hier nog een glim- E lach. Waar de stad in lompen ging, deed zij het nog met bevalligheid. Waar was er nog een hemel met zul- E ke lichte tinten vol zachtheid en zoet- I heid? S Met iedere ademteug dronk ik be- koorlijkheid Ineens begon ik mij te E schamen over de stad Berlijn en over E mijn vaderland. E Pat sloeg mij hoofdschuddend gade: „Jullie zijn een grappig volk. Niemand weet zo weinig van Duitsland als de E Duitsers. Overigens heb je gelijk, E v/at Parijs aangaat, maar je kent al- leen haar gezicht. Haar ziel is mis- schien nog beminnelijker, maar die 5 vind je niet op de boulevards, waar de leeglopers flaneren." Pat kende Pa is rijs en wees mij een van die wijken, E waarin volgens hem de ziel 5 van deze stad zich in haar eigen bur- gers manifesteert. E Daar was ,,Le Sentier", die wijk tussen de grote boulevards en de Pla- ce des Victoires, hier waren die dui- zenden vlijtige handen bezig, die de E wonderwerken van de kledingkunst schiepen, die een stukje Parijse be- E koorlijkheid naar alle hoeken van de E wereld brachten. Of op zijn minst de roep daarover. Thuiswerksters, mo- disten, coupeurs en bontwerkers, kantwerksters, plisseuses en de ar il chitectonische genieën die corsetten bouwden. Pat zwoer, dat in een af- gelegen hoek van deze wijk het lo- E kaal lag waar men van heel Parijs E het beste kon eten, en dat dat lokaal het, hart van Parijs en als 't ware van de hele wereld uitmaakte. Dus gingen E we eten in de Rue Mazzagran in de E „Escargot d'Or". De toegang tot het hart van de wereld stonk en het inte- rieur had ik mij ook anders voorge- E steld. Het goud was goudbruin en be- rookt en voor de rest zag ik alleen maar veel verschoten fluweel, blad- derige spiegels en danig onder het E stof zittende gipsen omlijstingen, waar van het bladgoud ongetwijfeld al gedurende de beschieting van 1871 was afgesprongen. Banketten, feeste- E lijke maaltijden, pompeuze, overdre- ven ceremonieën, valse gourmet-hou- dinkjes, aan dat alles was ik al ge- woon. Hier echter werd met opgewek- E te vroomheid gegeten. 5 Een melancholieke man, tot onder de armen gehuld in iets dat het mid- den hield tussen een schort en een tafellaken, groette Pat met afgeme- E ten eerbied, en toen gebeurde er iets, wat mij deed schrikken. Pat stelde 1 mij als zijn vriend voor, en de me- lancholieke eigenaar Monsieur La- fourdisse heette hij verwaardigde zich, met het hoofd knikkend, notitie van mij te nemen. I Ik was een officier, verklaarde Pat, en het ging er nu om, mij eens te laten zien, wat de echte Parijse keu- E ken was. Monsieur knikte nogmaals met het hoofd, alleen een beetje die- per E Een Duitse officier, zei Pat, en nu E ontplofte de Patroon in een uitbundi- ge kreet van geestdrift: „Een Duitser? Nom d'un nom... Quelle nation!" E Reeds had hij mij naar zich toege- trokken en rechts en links op mijn oren gezoend. Naderhand werd het E mij duidelijk, dat hij beslist op mijn wangen gemikt had, maar ik was nu eenmaal te klein. E Pat raakte buiten adem bij een po- ging om, steeds als tolk spelend, zijn woordenvloed te volgen. Ik zelf begreep er slechts zoveel van, dat niet zo lang geleden een Duitse heer, met de merkwaardige naam Rhena- ma, een onuitwisbare indruk op mon- sieur Lafourdisse gemaakt had en E trouwens op allen die erbij tegen- E woordig waren geweest. Later werd dit voorval mij pas langzaam duidelijk. Mijnheer Lafour- disse was een hartstochtelijk roeier E en hij sprak over de ploeg van een Duitse roeiclub, die bij de laatste in- ternationale wedstrijden op de Seine E bij Meaux geweldige prestaties gele- E verdhaden aller harten had veroverd. Ik zelf wist niets van een club die 1 „Rhenania" heette en zeker zou ik E r.ooit op de gedachte zijn gekomen, dat de merkwaardige, lichaamssta- lende gewoonten van deze en derge- E lijke verenigingen het Duitse aan- zien tot groter voordeel strekten dan bijvoorbeeld het bestaan van Garde- regimenten. Ik had het uitsluitend aan de sports - E lui van Rhenania te danken, dat ik E die avond inderdaad leerde, wat de cultuur van eten en drinken betekent. Voor Pat werd het een goedkope avond. Monsieur Lafourdisse stond erop, in mij een persoonlijke gast en niet een van zijn zaak te zien. Vriendelijke handen hielden 's nachts aan de Quai de la Mégis- serie Pat ervan terug, een dubbele salto in de Seine te maken en stopten cns beiden in een fiaker. Pat zong „Die Wacht am Rhein", en ik, die op dit uur gevoeliger was, het slechts ge deeltelijk daarbij passende „Es zo gen drei Burschen". De mensen lachten. De volgende dag verraste Pat mij tegen half acht 's avondsik zat in het bad, omdat wij om pas zes uur waren opgestaan met de medede ling, dat wij voor acht uur in de Ro ti sserie Pérjgoudine waren uitgeno digd „Wat is dat voor een ding?" „Dat is een van de beroemdste smullokalen van Parijs Ook voorbe houden voor kenners. Op de andere oever. „Jammer", zei hij, „de oude Car- dasac zal erg teleurgesteld zijn." Ik kreeg een schok: „Toch niet die Cardasac? Baron Eessigny de Cardasac?" „Wie anders?" De baron was de bekendste paar denfokker en een der beste miters van Frankrijk. Vroeger was hij kolonel bij het Vierde Zouavenregiment geweest en bovendien was hij de man, die met de invoering van Duitse methoden bij de dressuur en de Italiaanse spring- zit de ietwat vermoeid geworden Franse rijkunst hervormd had. Dat was mijn man. Baron Bessigny de Cardasac was op mij voorbereid, maar ik nog steeds niet op Gallische impulsivi teit. Gelukkig was de zilverwitte heer niet groter dan ik, en dus kwamen de zoenen ditmaal naast mijn wangen in de lucht terecht. Hij begon direct geestdriftig over Duitsland te praten. Het begon mij langzaam aan voor te komen, alsof er in Parijs plotseling een epidemie van genegenheid voor Duitsland was uitgebroken. Ik had heel iets anders verwacht. Seigneur de Cardasac droomde van Frankische barokkerken, schilderde ons levendig zijn bezoeken aan schil derijententoonstellingen van welke mij alleen die van de Pinakotheek bij name bekend was en na het voorge- recht getruffeerde zeetongfilet E geraakte hij in 'n roes van enthousias me voor de naturalistische Duitse li teratuur en de onovertrefbare hoogte van de toneeldramatiek. Ik meende te begrijpen, dat hij de dichter Ger- hart Hauptman op het oog had, die naam kende ik wel. Het was ons ver boden, zijn stukken te gaan zien. Een ander genie, zo ontdekte ik, langzaam vermoeid rakend, was vol gens Cardasac een zekere Brahm. Ook die scheen het een of ander met het toneel te maken te hebben. Op dat ogenblik echter leek mij al leen reeds de poging om de geestdrif tige Cardasac te volgen, hopeloos. Bij de vruchtensla geraakte hij in vuur over „Xylander" en slechts heel lang- r zaam kwam ik er achter, dat het dit- j maal over een paard ging. Toen wij, beiden zeer in gedach ten verdiept en tegen de regel in broodnuchter, ons hotel bereikten, vroeg ik: „Zeg, Pat, waar zijn toch eigenlijk de mensen, die om revanche schreeu wen?" Pat begon te lachen. „Bij de beroepspolitici, mannetje. Altijd bij de beroepspolitici. De derde opstopper van deze aard kreeg ik in Londen, in de Athenaeum- club. Pat stelde mij voor aan een on aanzienlijk uitziend heer van middel bare leeftijd, die op mij een indruk maakte van een bezadigde bankbe diende. Deze bankbediende bleek de Earl of Chichester te zijn. Toen de Earl van Pat hoorde, dat ik Duitser was, greep zijne doorluch tigheid mij bij mijn twee handen. „Het is een eer voor mij, sir. Een eer en een genoegen. Uw land is be wonderenswaardig. Uw land is onge looflijk. Alleen in de laatste tien ja ren heeft het de wereld drie reuzen geschonken." Ik dacht snel na. Bismarck, dat was duidelijk. Maar wie waren de twee anderen? Ik hoorde het direct. „Reuzen zeg ik. Mahler, Reger, Bruckner.De achtste van Bruckner sir, dat is Titanenwerk!" Mahler, Reger! Bruckner! Genadigde goedheid. Ik kwam een beetje tot mezelf, toen de Earl ons bij de port uiteenzette, dat alleen gevoelskracht levenskracht is. Muziek echter was niets anders, meende hij, dan getransformeerd ge voel. Bijgevolg was de muzikale kracht van een volk de enige echte en niet te vervalsen maatstaf voor de levenskracht van een volk. (Wordt vervolgd) I mMfr'Qiiji Dezelfde kleuren vindt men in de ruitband om deze witte panama met een koket randje. Een zeer apart model, gemaakt van wit paardenhaar. Geza Frid naar Israel. De pianist componist Geza Frid is van Schiphol naar Iesrael vertrokken, waar hij een tournee van drie weken zal maken. Hij zal optre den in Tel Aviv, Haifa, Jeruzalem en en kele kleinere plaatsen, en ook voor de ra dio een concert geven. Tevens gaat hij le zingen houden over hedendaagse Neder landse muziek. (Van onze correspondent) LONDEN. Er is in Engeland nogal wat beroering ontstaan over de be noeming van prinses Margareths echtgenoot, Lord Snowdon, tot „artistiek adviseur(lees: fotoredacteur voor bijzondere diensten) van het grote opinieweek blad „The Sunday Times", dat echter niets met het dagblad „The Times" heeft te maken. Verstokte traditionalisten kunnen het moeilijk verkroppen dat een lid van de koninklijke familie een betaalde betrekking heeft gekregen en nog wel in een commercieel bedrijf, iets dat volgens hen tegen alle regels indruist. Zij dienen echter te bedenken dat er geen echt blauw bloed door Tony's aderen vloeit en dat hij het recht moet bezitten zijn eigen talenten te volgen. Zijn camera is onontbeerlijk voor hem. Het verzet komt echter niet zozeer van hen, die ten koste van alles ook Arm- strong-.Tones in de koninklijke mythe wil len doen ondergaan, alswel van de belang rijkste concurrent van „The Sunday Times", „The Observer", en ook een beet je van „The Times", die eveneens belang hebbende is, omdat dit blad „The Obser- r" drukt en de „Observer"-kritiek, hoe wel zonder eigen commentaar, heeft over genomen. Ook Lord Beaverbrook eige naar van „The Sunday Express" en even als de baas van „The Sunday Times" Roy Thomson, een Canadese miljonair, is onaangenaam getroffen door Tony's be noeming. ROY THOMSON, de machtige nieuwko mer-krantenmagnaat in Fleet Street, heeft thans verklaard, dat zijn „Sunday Times" Lord Snowdon alleen wenst te employeren om diens bekwaamheid en dat hij niet is aangesteld omdat hij „een koninklijk per sonage" is. Toch kon Thomson, die vorige week bij zijn terugkeer uit Amerika door verslaggevers werd ondervraagd over Lord Snowdons benoeming, niet verhelen, dal Tony's naam wel degelijk een factor is ge weest bij het besluit hem aan de krant te verbinden. maar nauwelijks kon verbergen. De „Mir ror" geeft namelijk het fotoblad de „Sun day Pictorial" uit Inmiddels meldt thans „The Evening Standard" dat Tony zijn eerste opdracht heeft gekregen. Hij zou naar Frankrijk gaan voor een fotoreportage over de gro te schilder George Braque, die op 13 mei tachtig jaar wordt. MET DIE „koninklijke" reportage zal de Sunday Times binnenkort waarschijn lijk haar nieuwe bijvoegsel van stapel la ten lopen. De concurrenten kunnen voors hands niet veel anders doen dan tanden- De concurrenten briesen van woede dat The Sunday Times" zijn oplaag nu onge twijfeld aanmerkelijk zal opvoeren, omdat Lord Snowdon aan het blad verbonden is. Maar in elk geval komt het blad binnen kort met iets geheel nieuws, namelijk een extra bijvoegsel met kleurenfoto's. Het is aan dit bijvoegsel dat Lord Snowdon zijn krachten gaat wijden. „The Daily Mirror" noemde vrijdag in een daverend hoofdar tikel, dat de gehele voorpagina van dit in klein formaat verschijnende blad, beslaat, alle kritiek op Tony „overdreven onzin". Lord Snowdon heeft werk gevonden dat een kanaal is voor zijn talenten als foto graaf. Het blad noemt zelfs zijn salaris (vermoedelijk een gissing), namelijk 75.000,-, en zegt veelbetekenend: „Deze jongeman zal nu waarschijnlijk nuttiger werk gaan doen dan bij ceremoniële ge legenheden het voorgeschreven aantal passen achter zijn schoonzuster en zijn Een ambtenaar van de graafschapsraad van Willesden (Londen), heeft f 100,- van zijn loon gerestitueerd, omdat zijn geweten knaagde. In een keurig getypte anonieme brief, die het geld vergezelde, stond: „Aange zien ik de laatste weken niet goed heb kun nen werken, doe ik u hierbij 10 pond gewe tensgeld toekomen". Wie de ambtenaar is, weet men niet. Maar een van de wethouders zei: „Het was zeker een aangename verrassing. Ik wist niet, dat er iemand van 'de staf min der goed gewerkt had." Het geld is ge stort in een fonds voor ouden van dagen (Ass. Press.) vrouw in acht te nemen". En verder: „in dien het feit, dat hij een betaalde betrek king heeft aangenomen een breuk betekent met de koninklijke traditie, dan is dit des te beter. Het is nodig dat met sommige koninklijke tradities wordt gebroken. Ko ningin Victoria is tenslotte al 61 jaar dood". DE „MIRROR" heeft Tony eerder een dwaas genoemd om Lord Snowdon te wor den. Maar, zegt het blad nu, hij is aller minst een dwaas omdat hij zich nuttig wil maken. Wij hopen dan ook dat hij zich door alle rumoer niet zal laten af schrikken." De Mirror vervolgt dan: „Er is een gevaar dat adviseurs van de ko ninklijke familie nerveus zullen worden en zullen trachten, de overeenkomst tussen lord Snowdon en de heer Thomson onge daan te maken. Verontwaardige Lager huisleden trachten de zaak in het parle ment te brengen, maar indien Tony zijn functie bij „The Sunday Times" zou moe ten opgeven, zal de „Mirror" zich geluk kig prijzen hem een baan met een toe komst aan te bieden; weliswaar tegen een aanzienlijk lager salaris dan hem thans beloofd is, maar met veel meer armslag voor levende journalistiek". TOT ZOVER de verontwaardiging van de „Mirror", die zijn eigen afgunst op „The Sunday Times" bij dit alles toch 64. De slaappillen begonnen bijna onmiddellijk te wer ken, met het gevolg dat Jolliepop zijn vergeefse wor steling staakte. Er kwam een zekere goedmoedigheid over hem; zijn trekken verzachtten zich, en hij mom pelde voor zich heen: „Nu lekker dromenDat was voor geruime tijd het laatste wat men van hem vernemen zou. „Beter!" riep de Dienomaat goedkeu rend. „Pappie is slapend aardig." „Het is vreselijk," wierp de apotheker Pukkeldrop hem zwakjes tegen. „Mijnheer, u hebt geen begrip van de ethiek van ons vak.' U hebt me tot een vreselijke handelwijze gedwon gen.' Liever hdd ik u mijn geld gegevenDe robot toonde echter geen sprankje meegevoel en begaf zich op weg naar buiten. Maar daar zou hem een onaange name verrassing wachten.' Daar was namelijk de agent Molentred, zijn ronde doende, ten tonele verschenen, en deze ambtenaar had een hoge opvatting van zijn plicht. Hij duwde dan ook voorbijgangers, die hem iets toe wil den stotteren over een roofoverval op de apotheek, on geduldig opzij. „Orde! Doorlopen!" gebood hij. „Ik. zie daar een ernstige overtreding die ik eerst moet regelen. Die motor mag daar in het geheel niet geparkeerd staan!" Intussen was nu ook Panda er eindelijk in ge slaagd, zijn motor in beweging te brengen, en hij stuur de hem met vaste hand in de richting, waarin hij een tijd geleden de Dienomaat met Jolliepop had zien ver dwijnen. Het was wel een beetje moeilijk die vaste hand te houden, want Professor Kalker zat achter hem nogal hinderlijk te wiebelen. De geleerde was namelijk be zig, de Inactivator aan een nader onderzoek te onder werpen. „Een aardige machine heb ik hier uitgevon den. Hoogst merkwaardig!" zei hij peinzend. „Maar hoe werkt hij ook weer?" „Het werd tijd dat Lord Snowdon iets nuttigers ging doen dan het voorge schreven aantal passen achter zijn echtgenote blijven knarsend afwachten hoe de reactie van het lezend publiek" zal zijn. Nu de eerste op winding over Tony's benoeming wat ge luwd is, beginnen de andere bladen zich namelijk te realiseren, dat al hun ge schrijf en gekrakeel over deze kwestie al leen maar een prachtige gratis reclame voor de „Sunday Times" betekend heeft. Intussen heeft zich een nieuwe ontwik keling voorgedaan. De „Daily Express" meldt namelijk dat de „Society-fotograaf" Mare Henrie, een advocaat heeft opge dragen te onderzoeken of het mogelijk zou zijn gerechtelijke stappen tegen Lord Snowdon te ondernemen. Henrie acht het namelijk niet uitgesloten dat het de echt genoot van prinses Margaret volgend de Engelse wet niet geoorloofd is, een be trekking als de door hem aanvaarde te bekleden. De „Daily Express" behoort tot het con cern van lord Beaverbrook de grootste concurrent van Roy Thomson, de eige naar van de „Sunday Times". In navolging van Engeland en Zwitser land zal ook Nederland een rusthuis voor paarden krijgen. In Soest is op initiatief van de secretaris van de afdeling van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren de stichting „De Paarden kamp" opgericht. Op de Klein Engendaalweg is bij het dierenasiel een klein paardentehuis in aan bouw. Een aangrenzend terrein omzoomd door boomgroepen zal geschikt worden gemaakt voor paardenwei. Het bestuur van de Soester dierenbescherming zal als bestuur van de nieuwe stichting optreden. Het ideaal is dat paarden, ongeacht hun komaf, in Soest hun laatste levensjaren zullen slijten: het zieke rijpaard, de ex- draver en het afgesukkelde paard van de melkboer. De kosten van voeding en onderhoud wil men putten uit bijdragen van de eigena ren, die hun paard in dit paardenrusthuis onderbrengen, en uit een fonds, dat van daag is gesticht en waarin men bijdragen verwacht van Nederlandse dierenvrienden. Advertentie 2627. De pissers stortten hun vis uit de netten over in grote manden. Het waren prachtige schelvissen, die glinsterden in het licht van de ondergaande zon. Maar ze schoten allemaal in de lach toen vissertje Plum met zijn vangst voor de dag kwam. Tjongejonge, Plum! spotten ze. Wat heb jij weer je best gedaan.je hebt ons bijna alle vis voor onze neus wegge- vangen! W - 21 CapyifM p.l 0 Boi 4 Cop«nho9«n 17. „Neen, Polle, je moet beslist verkeerd gekeken hebbenzulke knapen zijn toch al heel veel miljoenen jaren geleden uitgestorven!", zegt Zeerob. „Denk er maar niet meer aan, Polle, je hebt zeker zo'n honger, dat je ver beelding je parten gespeeld heeft; ik ga vlug, zal een flinke pan erwtensoep voor je koken!" „Hallo.Zeerob.Kom gauw terug.Er is weer land in zicht, en het ziet er weer heel bijzonder uit!!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7