DEEL VAN DE ZWEEDSE JEUGD MEENT DAT HITLER ,,'N DUITS KEIZER" WAS :-vous met net v Pover resultaat van een enquête onder scholieren Monorail voor stadsverkeer Liberace betrekt zijn „klein Versailles" DOOR CLEMENS LAAR Ons vervolgverhaal Sophia Loren eist grotere neonletters Oudjes doen het nog best bij de BB luister nu naar me„Ach, Pingo, het was een ei!!" Samen staren ze het jonge dier na, dat heoig geschrokken wegloopt! MAANDAG 29 JANUARI 1962 De Amerikaanse „sweef'-pianist Libe race heeft een feest gegeven om de Hol- lywoodse „droomvilla" die hij onlangs voor 360.000 gulden gekocht heeft, in te wijden. Liberace vertelde zijn gasten dat hij tot dusver 29 kamers in zijn nieuwe huis heeft geteld. „Toen ik er introk was de inrichting van Gloria Swanson, zei hij, „en daarom heb ik 600.000 uitgegeven voor een nieuwe inrichting". Het resultaat is een miniatuur-uitgave van het paleis van Versailles met als do minerende kleuren goud en rood. „Goud is mijn lievelingskleur", onthulde de pia nist, die zelf ongeveer 47 weken van het jaar op tournee is en dus weinig in zijn „paleis" zal kunnen verwijlen. Het huis bevat vijf piano's, maar in te genstelling met Liberace's vroegere wo ning in Sherman Oaks, is het zwembad normaal rechthoekig. „Ik wil geen piano vormig zwembad meer", verklaarde Libe- normaal rechthoekig. „Ik wil geen piano- zwemmen. was het zwembad ontstemd". Hij verheugt zich verder sinds kort in het bezit van zwaar verguld tafelzilver voor twaalf personen. Zijn vloerkleden, die eveneens overwegend goudkleurig zijn zijn zo dik dat Liberace zijn damesgasten gouden muiltjes verstrekte omdat zij an ders met hun hoge hakken in de tapijten zouden wegzakken. ven de NAVO als „een soort organisa tie ter bevordering van de gezondheid in de wereld of tegen atoomwapens". „EEG" en „EFTA" brachten het er niet beter af. Een Zweedse voetbalclub was driemaal zo goed bekend. De trieste resultaten van deze enquête hebben in Zweden maar ook daarbuiten, groot opzien gebaard. Men concludeert eruit dat de meerderheid der Zweedse jeugd geen enkele belangstelling heeft voor het jongste verleden, noch zelfs wat veel bedenkelijker is! voor het actuele wereldgebeuren. De schuld daar aan ligt, volgens „Svenska Dagbladet", zowel bij de ouders als bij het onder wijs en wellicht ook voor een deel bij de pers, die blijkbaar alle verzuimd heo- ben bij de opgroeiende generatie enige interesse in die richting aan te kweken. De vraag dringt zich op, of b.v. de Nederlandse middelbare schooljeugd een dergelijke test met meer succes doorstaan zou. Wel, niets verhindert ons om op kleine schaal alvast de proef op de som te nemen, de ouders bij hun eigen kin deren, de leraren in hun klassen. Het lijkt ons een nuttig en leerzaam experi ment. wisten precies wat er komen ging, j maar bij geen kon men iets bemer ken van opwinding, opstandig onge- duld of luimigheid. Waar was Nicoline? i Ik zag alleen maar bekende doch j minder vertrouwde gezichten om mij heen. Ergens moest toch het haar van Nicoline opvallen. Maar de enige kleur, die ik zag, was telkens het scharlakenrood van C.railshams litteken. De verschoten rode rokkostuums van de ruiters waren dof en grauw, e^en grauw als hun hoeden. Even kleurloos waren de masters, de houndsman en de pikeurs, grauw ook de Franse rijkostuums en drie kante hoeden van de dames. Ik had vrij gauw de Ierse jachtzit aangeleerd. Er was niets doelmati- gers voor deze paarden en voor dit terrein. Tamelijk korte stijgbeugels, los van het paard afgehouden onder been en een diepe, naar achter ge richte zit in het zadel. Daarbij een manier om de teugels te hanteren, die men volgens schoolse begrippen ge- gevierde teugels zou genoemd heb- ben. Ik kwam plotseling tot de werkelijk heid terug en merkte, dat mijn paard onder mij zich bewoog. De jacht be gon en ik had niets gemerkt van de openingsplechtigheid. Niets van de begroeting door de master, niets van het hoornsignaal der pikeurs en niets van de algemene roep: „Tally 'ho" Waar was Nicoline? Door een platanenlaan reden wij in de richting van een loodkleurige hel derheid. Daar moest ergens de zon staan. De zon van gisteren en eergis teren en van een onbegrijpelijke reeks van dagen vol diepe, innige klank. De pikeurs zwenkten naar links; de honden werden losgemaakt. Een hoornsignaal: jacht vrij! Van het jachtterrein voor ons was niet veel te zien. Een donkere streep weiland met een paar elzen. Daarach ter in de nevel de blauwgrijze scha duwvlekken van groter gewas. De gevlekte meute< verdween jan kend in het kniehoge' gras. Zij snuf felden koppelsgewijs en zwermden ver uit naar links en naar rechts. Door het gras trokken zij diepe vo ren, als het kielwater bij een zeilwed strijd. Hier en daar dook een wit- bruine snuffelende kop op. Staartpun ten sloegen als kleine slangetjes heen en weer en de kletsnatte oren flap ten. Het meest linkse koppel was op een mooi stuk bruin verkleurd droog ge deelte gekomen. Ik zag, hoe de twee honden iets opjoqgeq. Een paar fa zanten vlogen weg. Zonder geluid zochten de honden verder Het was een uitstekend geschoolde meute. Foxen, Beagles, Duitse brak ken en Franse St. Huberts door el kaar. In gestrekte loop volgden de ja gers achter de honden. Plotseling gaf een der brakken op de réchter vleu gel geluid. Als op commando stonden alle paarden stil. De halzen rekten zich, de koppen draaiden zich in de richting van het geluid. Uit alle rich tingen joegen de honden als bonte bal len van een biljart naar rechts. Som mige met lange sprongen, andere hup pelend. Het zag er potsierlijk uit, maar dat waren de oude, ervaren tac tici in de meute. Zij beproefden de v/ind, die over het gras streek. Het geluid van rechts groeide aan. Geen twijfel meer, de honden hadden een spoor. De master rukte zijn muts van het hoofd, zwaaide ermee: „Tally 'ho" Eerst in draf en vervolgens in lange galop reed het hele jachtveld naar rechts. De grond dreunde. Ik hield mijn ruin in. Met tegenzin maar gehoorzaam li°t hij het zich wel gevallen. Dat de troep maar erop losstorm de. Dat zij maar jaagden, jakkerden, juichend in het gevaar zouden storten, in de roes en de overmaat van leven en rijden, met de dood om het hardst rennen, dat zij maar moordden of zich in de steengroeven van Crailsham lie ten slingeren, ik had daar geen deel meer aan. Zodra de jagers ver genoeg verwijderd waren, zou ik omkeren en ergens aan de rand van een bos gaan zitten. Ik zou mij in het natte groen laten zinken en dan moesten ze wel weer terugkomen. Die melodie en de woorden Mijn teleurgestelde ruin hief zijn kop op. Zijn oren richtten zich om een geluid op te vangen. Een hoefslag achter mij en toen „Heb ik je tóch te pakken, ruiter- Een houten hek piepte, de paarden kwamen in beweging. Ontelbare hoe ven kletterden over de stenen en toen verdwenen' ze als schimmen in het lei- blauwe halfdonker. Hoe had ik anders genoten van die aanblik, als het vroe ge ochtendlicht op de ruggen en flanken van de bruinrode vossen, de kastanjekleurige paarden en de appel schimmels speelde. Het ontroerde mij altijd, als ik de veulens wijdbeens begerig de zon zag opvangen en zij iedere straal in zich schenen op te zuigen. Of als zij hun zeepaardenkop jes ophieven en met vrome kogelron de ogen en wijde neusgaten naar de eerste wolken keken als naar een won der, dat zij voor de eerste keer be leefden. Hoe was mijn hart dan op gesprongen als merries en veulens losgelaten werden om naar de om heinde stukken weiland te gaan. Hier lag een van de geheimen van de Ierse manier van fokken. De beest jes moesten, zodra zij maar even een beetje vast op hun steltbenen konden staan, al allerlei hindernissen op hun weg naar het veld overwinnen. Van week tot week werden die hindernis sen hoger gemaakt en als ze vier maanden oud waren sprongen de jon ge dieren al met volkomen zelfverze kerdheid over aanzienlijke horden. De hindernissen op hun weg en de sprong als middel om die te overmeesteren werden voor die dieren een vanzelf sprekend deel van hun bestaan. Vandaag was dat vrolijke gedrang in de schaduw opgelost. Waar was het licht, waar was de zon van gis teren? Alleen Pat wachtte bij de oprit. Hij zat al in het zadel van zijn „Fortin- bras". Nicoline, zo zei hij, en mister Alexander hadden er de voorkeur aan gegeven, in de jachtwagen naar het punt van samenkomst te gaan. Ik knikte en voelde mij vreemd genoeg opgelucht. Vandaag zou het moeilijk geweest zijn met Nicoline samen en toch niet alleen te zijn. Wij reden zwijgzaam door een grau we nevel, maar toen wij Crailsham Manor bereikten, was de nevel opge trokken en hij dreef nu in dikke flar den rond de jacobijnse torens. Wij waren de laatsten van het ja gersgezelschap en kwamen midden in een opgewekte hoopvolle stemming te recht. Wat in Duitsland het hart van jachtruiters sneller deed slaan, een blanke hemel met zon en wind. een droge en vaste bodem, dat werkte in dit land neerdrukkend. Natte grond, windstilte en veel vochtigheid in de lucht, dat was het ware. Daardoor zouden er nog meer valpartijen voorkomen dan men toch al verwachten mocht, maar dat ver hoogde alleen maar het prikkelende genot en was bovendien ook van geen belang. Van betekenis en beslissend was alleen, dat de „scent", de geur van de vossen, bij nat weer beter hield. De vos was dan gemakkelijker op te sporen en de meute kon het spoor zonder telkens nieuwe aandui dingen, zonder oponthoud door onder breking van de geur, beter volgen. De Viscount of Crailsham. de jager- meester, begroette ons. De Crails- hams waren een zuiver Engelse fa milie en pas goed vijftig jaar in dit land, maar terwijl de vader van de tegenwoordige viscount het reeds als een vanzelfsprekende plicht be schouwd had, zich voor Ierse belan gen te interesseren, was zijn zoon een vurig Iers patriot geworden. Hij ging zowaar door voor een fa naticus en een aanhanger van een ab solute machtspolitiek en het was mij niet duidelijk, wat hem aanleiding had gegeven, om een paar jaren dienst te nemen bij het zevende En gelse huzarenregiment. Misschien had hij de kans willen waarnemen om de tegenstander van morgen van binnen uit te leren kennen. Van Patrick dacht ik dat ook. Mogelijk boden de verschikkelijke jachtpartijen van hun eigen land hun niet meer genoeg op winding. Crailsham was pas enkele maan den geleden uit de Soedan thuisgeko men. Als aandenken had hij een breed, rood litteken van 'n sabelhouw dwars over z'n gezicht mee naar huis gebracht. Hoe hevig had ik hem om dit teken van mannelijk gedrag be nijd. Vandaag echter kwam het mij simpel en ziekelijk dom voor. Mijn ogen zochten Nicoline en von den haar niet. Bijna iedereen zat al te paard. Onder de poort blafte en huilde de meute. De zweep van de houndsman moest telkens weer orde brengen onder de troep. Ik had nu al tamelijk veel Ierse jachten meegemaakt, maar telkens moest ik mij weer verwonderen over de waakzame maar volkomen rust, waarmee de paarden stonden. Zij West-Berlijn die onlangs dagelijks in het nieuws was, werden de meest verschillen de posities toegeschreven: „premier van Oost-Duitsland", „iemand die schilderijen schildert", „een Zweedse orkestdirigent" en „een Duitse filmster". De Deense premier Viggo Kampmann werd benoemd tot regelingsleider van alle Noordelijke landen. Het Joegoslavische staatshoofd, maar schalk Tito, werd door sommige jonge lui aangeduid als een Portugees staats man of president van Algerije en door enkelen een Afrikaans stamhoofd ge noemd. De minst bekende van alle 30 opge noemde persoonlijkheden was de enige klassieke figuur, nl. de redenaar Cato uit het oude Rome, die listiglijk tussen Tito en de Nato (Navo) was ingevoegd. Hi,i werd o.a. geïdentificeerd als „een natio nale Servische dichter" en „een Turks staatshoofd", maar door geen der onder vraagden juist geplaatst. Tsjang Kai Tsjek werd door de over weldigende meerderheid herkend als een Chinees, maar een even verrassende meerderheid maakte hem president van het Chinese vasteland inplaats van pre sident van Formosa. Mao Tse Toeng kreeg de titels: opperbevelhebber van het' Chi nese leger „president van Japan", „van Korea" en „van Vietnam" en werd zelfs tot „Japans tafeltennisser" gebombar deerd. De juiste betekenis van de afkorting NAVO kenden slechts negen van de 106 ondervraagden. Ongeveer tien omschre- „Jackie", de schaatsrijdende chim pansee van de „Wiener Eisrevue" heeft het 's nachts te koud in zijn kooi. Men heeft deze prominente acteur thans net als zijn mensen collega's onder de wol gestopt. Zijn nieuwe nachtleger bevalt Jackie opper best, temeer, daar hij 's avonds wordt ingestopt door een charmante mede werkster van de revue. DE JAPANSE STAD NIKKO, gelegen op de wagens stevig op hun plaats te houden 130 kilometer afstand van Tokio, zal vol- en ervoor te zorgen dat zij niet gaan gend jaar een z.g. monorail-verbinding „zwabberen". De stabiliteit van de wa krijpen voor snelle communicatie tussen gens wordt tevens verzekerd doordat zij de diverse stadsdelen. Met de bouw van een laag zwaartepunt hebben. deze monorail is inmiddels een begin ge- Goede geluiddemping, verlichting en maakt. Het werk wordt uitgevoerd door ventilatie en een zeer effectieve vering een Japans-Amerikaanse onderneming, maken het rijden met de monorail voor waarin o.a. wordt deelgenomen door de de passagiers tot een bijzondere attractie. Lockheed vliegtuigenfabriek. Zoals reeds eerder gemeld is, wordt ook in de Amerikaanse stad Seattle een mono- De wagens van deze monorail zijn ge- rail voor stadsverkeer gebouwd, als extra- bouwd volgens principes die in de vlieg- attractie voor de wereldtentoonstelling die tuigbouw worden toegepast. Elke trein be- daar in april geopend wordt. Deze zal na staat uit twee wagens Van 13 meter lang de expositie waarschijnlijk overgenomen en drie meter breed. In elke wagen is worden door het stadsbestuur van Seattle, plaats voor 120 passagiers. De trein zal Insiders verwachten dat in de komende rijden met een gemiddelde snelheid van jaren ook vele andere grote steden zullen 120 kilometer per uur. overgaan tot het aanleggen van monorail verbindingen omdat deze naar hun mening De monorail-wagens krijgen een licht- de beste oplossing vormen voor snelle ver metalen zelfdragende carrosserie, waar- bindingen binnen de steden nu de straten door zij slechts half zo zwaar zullen zijn door het toenemende autoverkeer steeds als conventionele stalen spoorwagens. El- drukker en voller worden. Met name wordt ke wagen is afzonderlijk bestuurbaar en hier en daar aan een monorail gedacht rijdt op twee paar dubbele wielen over een voor een snelle verbinding tussen het cen- enkele stalen rail die gemonteerd is op be- trum van de stad en de buiten de stad tonnen palen. Verder heeft iedere wagen gelegen luchthavens omdat door een der- aan weerszijden uitsteeksels aan de bodem gelijke verbinding de reistijd voor de pas- waarin steunwielen zijn aangebracht. De- sagiers over de grond zo kort mogelijk ze lopen aan beide zijden langs de rail om gehouden kan worden. Een Newyorkse rechtbank heeft in een kort geding de eis van de filmactrice So phia Loren, het gebruik van haar naam bij reclames voor de film El Cid tijde lijk te verbieden, afgewezen. Sophia wenst eerst zekerheid te hebben dat haar naam in de lichtreclames op Broadway minstens dezelfde afmeting heeft als die van haar tegenspeler Charl ton Heston in de genoemde film. Rechter Samuel Hostadter bepaalde dat hij over Sophia's eis geen beslissing kan nemen en dat de zaak voor de voltallige rechtbank zal moeten dienen. Het proces dat „La Loren" nu heeft aangespannen tegen Samuel Bronston Productions Inc. en andere filmmaatschappijen zal op 19 februari plaatsvinden. In zijn verklaring schrijft de rechter Hostadter: het egoisme dat in de „show business" schijnt thuis te horen, wordt hier gemanifesteerd door het hartstochte lijk aandringen van een bekende film actrice om haar naam op Broadway te laten verheerlijken, niet alleen in hetzelf de lettertype en dezelfde grootte als de naam van haar tegenspeler, maar ook op dezelfde hoogte". „Een dergelijke eigenwaan is ongetwij feld in aanzienlijke mate te wijten aan de pluimstrijkerijen waarmee het publiek de bewoners van de amusementswereld omringt Advertentie De autoriteiten van Kingsbridge (Engeland) zijn tot de conclusie ge komen, dat het tijd wordt eens een onderzoek in te stellen naar de paraat heid van de BB-diensten in hun district. Dat is een gevolg van mededelingen, ontvangen over de toestanden bij het korps in het dorpje Slapton in Devon shire. Op Slapton's lijst van actieve B.B.-vrijwilligers komen 15 namen voor, maar een voorlopig onderzoek heeft aangetoond, dat er daarvan: twee overleden zijn, twee het district ver laten hebben, een aantal 70 tot 80 jaar is en gen in een krankzinnigengesticht verblijft. gaan en te vragen of er soms een melding van een dolle robot was binnen gekomen. Nu daar was hij aan het goede adres! Juist toen zij er aan kwamen, raasden er twee stampvolle overvalwagens de poort uit, op weg naar iets dat héél erg moest zijn en even later kwam de brigadier Sipkes er aan hollen, waar schijnlijk om zich persoonlijk eveneens naar die plaats des onheils te begeven. „Brigadier", zei Panda beleefd, „we wilden u even spreken over die losgebroken robot, u weet wel. Ziet u, de professor hier, die heeft een heel bijzondere ma chine uitgevonden„Jaja, hoogst merkwaardig" viel de geleerde bij. „Ik zal het u even uitleggen..." De brigadier was niet eens zo beleefd om te luisteren. „Houdt me niet op met gebazel!" „Ik heb haast, er is een bankoverval aan de gang!" 60. De behoedzame directie van de Vaderlandse Ne ring Bank had stevige tralies laten aanbrengen om het geld tegen grijpgrage bezoekers te beschermen, maar voor de mechanische kracht van de Dienomaat waren deze metalen staven als luciferhoutjes. Niet lang nadat zijn schrikwekkend verschijnen het gebouw in staat van ontruiming had gebracht, bevond hij zich dan ook temidden van een onschatbaar vermogen waar hij naar hartelust in om dolde zonder ook maar één diepere gedachte te wijden aan de gedupeerde middenstanden wier noeste vlijt dit alles had bijeen gebracht. Maar hopelijk duurt die vreugde niet lang! Panda, Professor Kalker en de Inactivator waren tenminste al tamelijk dicht bij maar Panda moest bekennen dat hij het spoor bijster was en niet direct wist waar hij moest gaan zoeken. Hij besloot dan ook, naar de politie te (Wordt vervolgd) de nauwd, want zijn notedopje werd door de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7